Schrijversprentenboek 30: in Indië Geweest Gratis Epub, Ebook

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Schrijversprentenboek 30: in Indië Geweest Gratis Epub, Ebook SCHRIJVERSPRENTENBOEK 30: IN INDIË GEWEEST GRATIS Auteur: Joop van den Berg Aantal pagina's: 130 pagina's Verschijningsdatum: none Uitgever: Singel Uitgevers||9789021480312 EAN: nl Taal: Link: Download hier A. Alberts & H.J. Friedericy, schrijvers Our information specialists are happy to help you find what you are looking for! Advanced search Search in the women's thesaurus. Beb Vuyk. Add to selection. Literature about. Publications of. Amsterdam, Den Haag. Utrecht, Hilversum, Het Damescompartiment online - biografie Haar Geschiedenis - biografie. Share this biography. Not what you were looking for? Onderwerp :. Tekst :. Hartelijke groet,. Inloggen koper. Log in als koper om boeken te kopen en toegang te krijgen tot uw geschiedenis Houd mij ingelogd! Wachtwoord vergeten. Log in als Verkoper om toegang te krijgen tot Mijn Boekwinkeltje. Houd mij ingelogd! Venster sluiten. In naam der liefde Schrijver: D. Van Der Hoop Filmprodukties. Een film van Barbara den Uyl, conditie: goed. In naam der wetenschap? Schrijver: Martijn Eickhoff. Debye en zijn carrière in nazi-Duitsland, conditie: goed. Lavaleije, M. In naam van God Schrijver: Karen Armstrong. Bezige Bij b. Gennep, Uitgeverij Van. In perfecte conditie Schrijver: Ellen Hoog. Farrar Straus Giroux. The History Press Ltd. The Life of Thomas Jefferson, conditie: redelijk. William Christenberry, Lynn Davis, In royal array Queen Wilhelmina Schrijver: auteur onbekend. Uitgeverij W Books B. Icon Books Ltd. Stedelijk Museum. In strijd met Spinoza Schrijver: J. Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen. Kerstnummer Grafisch Nederland , conditie: goed. In Stukken Schrijver: Ed Koning. Ed Koning. Overpeinzingen van een bijzonder incompleet locked-in syndroom, conditie: goed. MIT Press Ltd. Designing in a Complex World, conditie: goed. Canongate Books Ltd. A Sinful History of Forbidden Food, conditie: goed. In the footsteps of Anne Schrijver: auteur onbekend. Shanway Press. Stories of Republican Women Ex-Prisoners, conditie: goed. In the light of what we know Schrijver: Zia Haider Rahman. Picador UK. Positions in Contemporary Art Volume 3, conditie: goed. In the unlikely event Schrijver: Judy Blume. In the wake of the Liefde Schrijver: Var. De Bataafsche Leeuw. Maria Dermoût Querido's Uitgeverij bv , Singel, , ac Amsterdam. Friedericy 84 Joop van den Berg niet uit nostalgie Beb Vuyk korte bi bli ografische schetsen register. In Indië geweest: Maria Dermoût, H. Friedericy, Beb Vuyk meer over deze tekst. Selecteer waarin je wilt zoeken: Zoek alles Zoeken naar auteurs Zoeken naar titels Zoeken in teksten Zoek auteurs, titels en in teksten Zoek auteurs, titels en in teksten. Vorige Volgende. Conflicten met de koloniale overheersers, nationalistische bewegingen, de hardhandige breuk met het moederland - dat komt er allemaal niet aan te pas. Zij deed volgens Hella Haasse, die haar als erflater eerde, 'wat geen Nederlandse schrijver vóór of na haar in die mate heeft gedaan: als niet- Indonesische de stem van het land laten horen, het wezen van het volk, van verschillende culturen binnen dat volk verbeeld'. Toch een beetje als in exotische 'streekromans'? In een van z'n minder aardige ogenblikken onthulde Kousbroek dat Beb Vuyk zich in het openbaar altijd wel hoffelijk uitliet over Maria Dermoût, maar in werkelijkheid zo haar twijfels had: 'Wat haar tegen de haren instreek waren aanstellerij en gezwijmel met de mysterieuze Oosterse ziel, omdat dat kritiekloosheid aanmoedigt tegenover dingen die eigenlijk onaanvaardbaar zijn en er zo gemakkelijk een diepzinnig tintje mee kan worden gegeven aan allerlei oppervlakkigs. Die mening zal niet gedeeld worden door Kester Freriks - schrijver van een nawoord bij de nieuwe editie van het Verzameld werk, ook degene die in dat schrijversprentenboek uit Maria Dermoût voor zijn rekening nam, en ook nog auteur van een recente biografie, getiteld Geheim Indië. Voor hem was Dermoût met haar geboorteland verbonden 'juist door de geheimenissen ervan, de nog levende herinneringen in huizen van vroeger, de onzichtbare wereld achter de tastbare, de bezieling waarvan het oosterse denken is doortrokken' - kortom door wat Kousbroek misprijzend het door Nederlanders verzonnen 'oosterse Oosten' noemde. Het eigenaardige is intussen dat je van wazige geheimenissen en ontastbare bezielingen bij Dermoût zelf veel minder last hebt dan bij haar toegewijde exegeet. Zo exact en trefzeker als zij consequent haar woorden kiest - ook als er sprake is van 'mystieke' gebeurtenissen - zo zwemmerig schrijft Freriks: alsof hij soms alinea's lang op zoek moet naar die ene formulering, die zijns inziens recht doet aan wat zijn heldin vermoedelijk zal hebben bedoeld, en die hij dan eigenlijk nog steeds niet vindt. In zijn analyses die overigens veel overeenkomst vertonen met die van de al genoemde E. Beekman wordt veel verwezen naar boeddhistische en taoïstische rolmodellen, en is sprake van veel vertroostende begrippen uit de holistische catalogus. Dat maakt de lectuur van z'n interpretaties niet altijd een pretje. Je komt iets te vaak illustraties tegen van wat Karel van het Reve zo innig verafschuwde bij literair-wetenschappelijke uitleggers die het beter menen te weten dan de auteur zelf, en nogmaals: wat je er als lezer ook stiekem bij zou willen denken, Dermoût hield het stijlvast bij eenvoud en klare taal. In die 'persoonlijke mythe' zouden twee zaken een belangrijke rol hebben gespeeld: het raadsel van haar afkomst - wel of niet Indisch bloed? Het is niet ondenkbaar dat Maria's moeder een inlandse njai is geweest, maar is het van belang? De speculaties van derden - Dermoût heeft zich er nooit over willen uitspreken - blijven op het niveau van 'Indische' roddel: dat ze iets indolents had, dat ze liep als een Indo, dat je aan haar stem kon horen dat ze een Indisch meisje was, et cetera: dat zet allemaal weinig zoden aan de dijk, en het 'bewijst' niks. Het zou er ook alleen toe doen als ze eronder had geleden, of als het bloedmotief een al dan niet verborgen rol in haar werk zou hebben gespeeld. Maar daar maakt Freriks weinig over duidelijk. Maar Dermoût leefde als echtgenote van een man die stap voor stap carrière maakte van griffier in een buitenpost tot president van het hooggerechtshof in Batavia, volop als een koloniale grande dame, en blijkens de veel te talrijke citaten uit brieven naar oude tantes in Nederland onderscheidde ze zich met alle gezeur over dagelijkse beslommeringen en ongezeglijke bediendes niet van andere koloniale dames van wie soortgelijke correspondenties zijn overgeleverd, en die helemaal geen hekel hadden aan het woord koloniaal. Maria Dermoût is ontzettend 'in Indië geweest', daar is geen twijfel aan. Anders dan de meesten van haar vrouwelijke lotgenoten was ze als halve inheemse geen 'totok', maar geboortig van Java meer dan gemiddeld geïnteresseerd in de cultuur van het land waar ze opgroeide. Dus ook meer dan wat onder nonja's besar gewoon was, zal ze in twee werelden hebben geleefd: sociaal gebonden aan de ene, maar met een groot emotioneel verlangen om tot de andere te behoren. Wat dat betreft was haar Indië helemaal niet 'geheim'. Het was een land waar ze zich thuis voelde, maar dat - los van bloedgroeperij - nou eenmaal niet haar land was. Het element van de verboden? Er moet iets zijn ontkiemd toen ze als schoolmeisje in Haarlem kennismaakte met de latere geoloog Aldert Brouwer - maar wat precies? Heeft ze haar leven lang een romantische droom gekoesterd? Had ze een ideaal nodig naast haar vermoedelijk buitengewoon saaie en niet erg op Indië gestelde echtgenoot? En hoe saillant waren de 'geheime' ontmoetingen die de twee veel later - allebei al haast veertig - aan de Javaanse Wijnkoopsbaai arrangeerden? Intrigerende vragen. Maar geen antwoorden. Freriks hardnekkige naspeuringen naar leven en werk van Maria Dermoût hebben iets wanhopigs en machteloos: je zou er soms bijna iets van een eigen probleem bij vermoeden. Eind december werden wij gedwongen nog voor oudejaarsnacht met zo'n veertigduizend andere in Indonesië wonende Nederlanders terug te keren naar Nederland. Wij kwamen in een strenge winter aan. Vele kinderen onder ons zagen voor het eerst sneeuw. Voor deze auteurs zijn hun Indische jaren bepalend geweest voor het schrijverschap. Alle drie verbleven in de laatste decennia van het koloniaal bewind in Nederlands-Indië. Maar ieder nam in deze koloniale samenleving een andere plaats in. In het tentoongestelde materiaal komen die verschillen duidelijk naar voren. Die zit in haar sarong op de vloer en leidt tussen de wilde beesten op het eiland Boeroe in de Molukken een pioniersbestaan. Midden tussen de bevolking. Wij trokken op met boeven, schurken en de laagste groepen van de bevolking op Boeroe. Ik neem een heel eigen plaats in. Beb Vuyks werk is sterk autobiografisch getint. Als plantersvrouw en zelf voor een kwart Indisch had zij oog voor de inlandse bevolking. Een schitterende foto laat zo'n geweldenaar zien, gevangen na de grootste moeite. Het thema van de sociaal-psychologische positie van de Indo- Europeanen duikt dáár op in haar werk, waar zij ingaat op de bezetting van Nederlands-Indië door de Japanners. Zelf kiest Vuyk de kant van de volbloed Europeanen en komt daardoor in de gevangenkampen terecht. Een portret van de schrijfster, gemaakt door Elisabeth Rietveld in een van de kampen op Java, hangt op de tentoonstelling. Later kiest Beb Vuyk voor de Indonesische nationaliteit en tegen het op rassenverschillen gebaseerde koloniale stelsel. Maria Dermoût, geboren op de suikerfabriek Tirto op Midden-Java, behoorde als vrouw van de president van het Indische Hooggerechtshof tot de upper class. [In Indië geweest. Schrijversprentenboek 30 Alleen de werkelijkheid was nog verschrikkelijker. Het waren namelijk twee broers, maar dat leek me zo ongeloofwaardig, ik heb er maar twee neven van gemaakt. Daarna heb ik lange tijd niet kunnen werken door de dood van mijn zoon Ru. Die zin om te gaan schrijven kwam pas heel langzaam terug. De Japanse bezetting heeft Beb grotendeels in concentratiekampen doorgebracht; na de Bersiap-tijd kozen zij en haar man Fernand 'Boet' voor het Indonesisch staatsburgerschap. Een omstreden keuze. In wilden ze toch naar Nederland, maar het land weigerde.
Recommended publications
  • Aanspraak September 2014 English
    SelectedAanspraak articles in English translation Afdeling Verzetsdeelnemers en Oorlogsgetroffenen September 2014 They can’t touch my innermost being Toos Blokland kept a diary in the camps at Darmo-wijk and Halmaheira Contents The page numbers refer to the original Dutch edition Page 3 Speaking for your benefit Page 4-7 The 15 August Commemoration speech by Gerdi Verbeet in The Hague Page 8-12 They can’t touch my innermost being Toos Blokland kept a diary in the camps at Darmo-wijk and Halmaheira Page 16-19 Coming to terms - silently As a teenager, Jacquelien de Savornin Lohman survived the camps at Kramat and Tjideng Page 22 Questions and Answers No rights may be derived from this text. Translation: SVB, Amstelveen. Aanspraak - September 2014 - 2 Speaking for your benefit Many of us find it difficult to say goodbye. If we say It is therefore no easy matter for me to lay down goodbye to loved ones knowing that we will never my task as Chair of the Pension and Benefit Board. see them again, that is only to be expected. But let You will have the opportunity to meet my successor, me speak from my own experience. As a three-year Dineke Mulock Houwer, in a future edition of old in early 1943, I was handed over by my mother to Aanspraak. During the coming months, I will assist a member of the resistance. He placed me in a foster Dineke in preparing for her presidency. She is an family until my mother came to fetch me in 1945. experienced administrator with a real affinity with At the time, I didn’t understand why I kept having to victims of war.
    [Show full text]
  • 'De Rekkelijkheid Van De Herinnering'
    ‘De rekkelijkheid van de herinnering’ De classificatie van de tweede generatie Indische auteurs Christiaan Boesenach MA Universiteit van Amsterdam Masterscriptie Redacteur/editor Amsterdam, 28 augustus 2016 Begeleider: Dr. N.T.J. Laan Inhoudsopgave ‘De rekkelijkheid van de herinnering’ 5 Probleemstelling, opbouw en methode 8 1. Canonisering en classificatie 10 1.1 Biografische gegevens 11 1.2 Classificatie en canonisering van Indische literatuur 12 Kritiek op de ‘status aparte’ 13 1.3 Classificatie en canonisering in internationaal perspectief 15 Postkolonialisme als merk 17 1.4 De effecten van literaire classificaties 18 2. Symbolische productie en beeldvorming 19 2.1 De auteur 20 2.2 De kritiek 21 2.3 De uitgeverij 22 Hella Haasse en postkolonialisme als merk 23 2.4 Symbolische productie door auteur, kritiek en uitgeverij 24 3. Posture en paratekst 25 3.1 De auteurspresentatie van de tweede generatie Indische auteurs 25 Marion Bloem 25 Alfred Birney 26 Adriaan van Dis 27 3.2 Paratekst, materiële productie en beeldvorming 30 Marion Bloem 31 Alfred Birney 31 Adriaan van Dis 32 3.3 Indische posture en paratekst 34 4. Mentions-analyse 35 4.1 De tweede generatie Indische auteurs 36 4.2 Birney, Bloem en Van Dis 39 4.3 Een Indische of een Nederlandse literatuur? 44 5. Conclusie 46 Discussie 47 Reflectie 47 6. Bibliografie 49 ‘De rekkelijkheid van de herinnering’ De classificatie van de tweede generatie Indische auteurs Misschien is dat voor mij de kern van het Indische: verhalen vertellen. De rekkelijkheid van de herinnering. Herinneringen aan een verleden waar ik geen toegang tot had. Een Indië dat ik zelf heb verzonnen.1 Het bovenstaande vertelt Adriaan van Dis in een persoonlijk verhaal dat hij schreef voor het boek Indisch leven in Nederland (2006).
    [Show full text]
  • Indische Letteren. Jaargang 13
    Indische Letteren. Jaargang 13 bron Indische Letteren. Jaargang 13. Werkgroep Indisch-Nederlandse Letterkunde, Alphen aan den Rijn 1998 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_ind004199801_01/colofon.php © 2012 dbnl i.s.m. 1 [Nummer 1] Redactioneel Hella S. Haasse is op 2 februari tachtig jaar geworden. Die gebeurtenis is niet onopgemerkt voorbijgegaan. Indische Letteren wil zich graag aansluiten bij de hommages die haar ten deel zijn gevallen. Daarom opent dit voorjaarsnummer met een beschouwing over Indië in haar werk. Pieter Korver, die in ons blad al eerder zijn licht over het werk van Friedericy liet schijnen, zet zijn reeks over deze auteur en Zuid-Celebes voort met een beschouwing onder de titel ‘De wereld van Djongaja, Friedericy's grote inspiratiebron’. Honderd jaar geleden verscheen Indrukken van een ‘Tòtòk’ van de Amsterdamse volksschrijver Justus van Maurik. Dit nummer bevat de tekst van de lezing over dit boek die Joop van den Berg op 23 januari van dit jaar voor onze Werkgroep heeft gehouden. Deze aflevering bevat bovendien de beloofde Lijst van Indische Letteren 1994. Tevens wordt onze oude rubriek De Indische Navorscher nieuw leven ingeblazen. Graag vestigen wij uw aandacht op enige evenementen die dit jaar zullen plaatsvinden. Op vrijdagmiddag 3 juli is er een feestelijke presentatie van de heruitgave van Rob Nieuwenhuys' vermaarde fotoboeken Baren en oudgasten, Komen en blijven en Met vreemde ogen, georganiseerd in samenwerking met uitgeverij Querido (zie de uitnodiging achterin dit nummer). In september hopen wij een symposium te organiseren over het veelbewogen jaar 1898. In diezelfde maand wordt het honderdste sterfjaar van P.A.
    [Show full text]
  • Ik Maak Kenbaar Wat Bestond. Leven En Werk Van Hella S. Haasse
    Ik maak kenbaar wat bestond. Leven en werk van Hella S. Haasse samenstelling Mariëtte Haarsma, Greetje Heemskerk en Murk Salverda bron Mariëtte Haarsma, Greetje Heemskerk en Murk Salverda, Ik maak kenbaar wat bestond. Leven en werk van Hella S. Haasse (Schrijversprentenboek 35). Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam / Nederlands Letterkundig Museum en Documentatiecentrum, Den Haag 1993 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/salv007ikma01_01/colofon.php © 2007 dbnl / Mariëtte Haarsma, Greetje Heemskerk en Murk Salverda i.s.m. 6 1918-1938 Verlovingsfoto van Willem Hendrik Haasse en Katharina Diehm Winzenhöhler, ± 1915. Hella S. Haasse beschrijft in Persoonsbewijs (p.13) hoe haar moeder in 1914, na haar opleiding aan het Amsterdamse conservatorium, ‘half’ verloofd naar Indië vertrok om daar pianolessen te gaan geven: ‘Zij vertrok, eenentwintig jaar oud, zonder een cent op zak, zonder tropenuitzet, met de passage enkele reis als afscheidsgeschenk van een oude dame die zij wel eens had voorgelezen. De verloving liep op niets uit, met de muziek had zij meer succes. Een concert in Batavia, waar zij als soliste met het orkest van de Stafmuziek Griegs pianoconcert speelde, werd toevallig bijgewoond door mijn vader (toen commies-redacteur bij Gouvernementsbedrijven), die onmiddellijk en voorgoed zijn hart verloor.’ Foto N.V. Charls & Van Es & Co, Ned.-Indië. Collectie Hella S. Haasse Ik maak kenbaar wat bestond. Leven en werk van Hella S. Haasse 7 Op 2 februari 1918 wordt in de buitenwijk Weltevreden van Batavia het eerste kind van Willem Haasse en Katharina Diehm Winzenhöhler geboren. Zij noemen haar Hella, voluit Hélène Serafia. Hier ligt zij - pas een paar dagen oud - in de armen van de trotse baker.
    [Show full text]
  • University of Southampton Research Repository
    University of Southampton Research Repository Copyright © and Moral Rights for this thesis and, where applicable, any accompanying data are retained by the author and/or other copyright owners. A copy can be downloaded for personal non-commercial research or study, without prior permission or charge. This thesis and the accompanying data cannot be reproduced or quoted extensively from without first obtaining permission in writing from the copyright holder/s. The content of the thesis and accompanying research data (where applicable) must not be changed in any way or sold commercially in any format or medium without the formal permission of the copyright holder/s. When referring to this thesis and any accompanying data, full bibliographic details must be given, e.g. Thesis: Author (Year of Submission) "Full thesis title", University of Southampton, name of the University Faculty or School or Department, PhD Thesis, pagination. UNIVERSITY OF SOUTHAMPTON FACULTY OF HUMANITIES Film Imag(in)ed Diversity in a Small Nation: Constructing Ethnic Minorities in Dutch Cinema by Arne Saeys Thesis for the degree of Doctor of Philosophy April 2018 ii UNIVERSITY OF SOUTHAMPTON FACULTY OF HUMANITIES Film Thesis for the degree of Doctor of Philosophy ABSTRACT Imag(in)ed Diversity in a Small Nation: Constructing Ethnic Minorities in Dutch Cinema Arne Saeys This thesis investigates how non-Western ethnic minorities have been represented in Dutch cinema mainly during the last two decades. While it has been argued that national cinema contributes to the imagination of a cohesive national identity, migration and the resulting ethnic diversity in contemporary societies urges us to rethink the role of cinema in the construction of national identities.
    [Show full text]
  • History and Fiction: an Uneasy Marriage?
    HUMANIORA VOLUME 30 Number 2 June 2018 Page 147–157 History and Fiction: An Uneasy Marriage? J. Thomas Lindblad Leiden University, the Netherlands/Universitas Gadjah Mada, Indonesia E-mail: [email protected] ABSTRACT This essay discusses the relationship between history as a science and fiction as a genre of literature. It starts with a brief digression on the characteristics and pitfalls of the historical novel, including its development over time. Past experience is highlighted with the aid of a selection of acknowledged novelists making intensive use of historical information. Recent new trends are illustrated by professional historians becoming novelists. A final section offers reflections on how to combine the demands of authenticity in history with the demands of drama in literary fiction. Keywords: historical fiction; research in history; literature; authenticity INTRODUCTION History and fiction have much in common but are shapes over the years. That is a topic in its own right, not easily reconciled with one another. Both aim at well covered in publications by others (Johnson, 2005, recreating a reality and making it accessible to readers. 2009; De Groot, 2010). History seeks to come as close as possible to truth, There is traditionally a strong tendency among but fiction is by definition not truthful. Sources of writers of novels to refer to a historical past behind inspiration and knowledge are different too. History them as a tool to increase credibility of the plot and is based on research, while fiction on imagination, on make the story more easily accessible to readers. occasion spiced by personal memory. Good history This tendency finds its roots long before historical is not boring, while fiction without drama does not fiction emerged as an independent literary genre in the appeal.
    [Show full text]
  • 3 Compartmentalized and Multidirectional Memory, 1949‑1966
    3 Compartmentalized and Multidirectional Memory, 1949‑1966 This chapter investigates the two ways in which the Atjeh photographs were framed in the first half of the 1960s. These framings proved to be fundamental for the functioning of these images in Dutch postcolonial memory. The two moments are analyzed here in one chapter to highlight the fact that, although they occurred in rather different contexts, they are intimately related to each other. In both cases, it was the same image that was used, namely KR3 which shows soldiers and Van Daalen standing on the wall of Koetö Réh. The first can be found in a 1961 photo book that forms the iconic starting point of Dutch postcolonial nostalgia, namely Rob Nieuwenhuys’s Tempo doeloe. In the Netherlands, this nostalgia for the Indies can be called “tempo doeloe culture”. Tempo doeloe is Malay and literally means “the old days”, but in the Netherlands the phrase has come to mean “the good old days”. Within tempo doeloe culture, a nostalgic distribution of the perceptible is active, meaning that a perceptible order is produced in which the Indies become visible as a lost home (in nostalgia, nostos means “the return home” and algia indicates “longing”). This perceptible order, which visualized the Indies as a tropical, carefree European paradise of fun and games, was pro- duced through many media, including photo books with carefully selected images showing a time in which “gin… was free, as water”, “the natives still knew their place”, and “there was still real cordiality, and love”, as the Dutch author Gerard Reve put it ironically in his poem Tempo doeloe (1966: 135).
    [Show full text]
  • Hella Haasse Et La Theme Du Labyrinthe." Septentrion 15 (1986): 12-14
    BELLA S. HAASSE (1918-) John Michielsen Brock University St. Catherines (ON), Canada Hella s. Haasse was born on February 2, 1918, in Batavia in the fonner Dutch East Indies as the daughter of a concert pianist and a Dutch government official. She spent her childhood in the Netherlands and in the Dutch East Indies, where she received her elementary and secondary education. She moved to Amsterdam in 1938 to study Scandinavian literature, but broke off her studies in 1940 to study acting. In addition to her novels, she has published many essays in various periodicals and some of her work has been translated. The most important literary prizes she has received are the Constantijn Huygensprijs (1981), and the P.e. Hooftprijs for prose (1983). She now lives in France. Usually the P.e. Hooftprijs, the most at it. People who are acquainted with my important literary prize in the Netherlands, books can see that attention is paid to the is awarded to someone who has written an inner development of women. .. But I am important work within the last three years. not a militant feminist. Feminism is not an Hella S. Haasse is one of the few exceptions invention of our period anyway. Real feminism originated at the end of the to this rule; by a unanimous decision of the eighteenth century. At the time of the French jury she was elected for the prize in the Revolution there were female town category of prose for the whole of her councillors and members of governing oeuvre in 1983. The jury's choice was hardly committees.
    [Show full text]
  • From Tong-Tong to Tempo Doeloe: Eurasian Memory Work and the Bracketing of Dutch Colonial History, 1957-1961
    University of New Orleans ScholarWorks@UNO History Faculty Publications Department of History and Philosophy 10-2000 From Tong-Tong to Tempo Doeloe: Eurasian Memory Work and the Bracketing of Dutch Colonial History, 1957-1961 Andrew Goss University of New Orleans, [email protected] Follow this and additional works at: https://scholarworks.uno.edu/hist_facpubs Part of the Asian History Commons Recommended Citation Goss, Andrew. " From Tong-Tong to Tempo Doeloe: Eurasian Memory Work and the Bracketing of Dutch Colonial History, 1957-1961." Indonesia 70 (Oct 2000): 9-36. This Article is brought to you for free and open access by the Department of History and Philosophy at ScholarWorks@UNO. It has been accepted for inclusion in History Faculty Publications by an authorized administrator of ScholarWorks@UNO. For more information, please contact [email protected]. FROM TONG-TONG TO TEMPO DOELOE: EURASIAN MEMORY WORK AND THE BRACKETING OF DUTCH COLONIAL HISTORY, 1957-1961 Andrew Goss1 In 1958, the Netherlands Institute for International Cultural Relations launched the magazine Delta, a review of Dutch culture. It was a typical cultural events magazine published with government money. Contemporary art, music, film, dance, fiction, and poetry were presented alongside laudatory reviews of Dutch cultural achievements. Its title, referring to the system of seawalls constructed after the 1953 flood, was a perfect metaphor for the famous technological prowess of the Low Countries. A map of the Netherlands was printed on the back cover. The message was clear: the Dutch, no less than the Americans or the French, were embracing a post-war spirit of democracy, science, and progress.
    [Show full text]
  • Henk M. J. Maier
    Escape from the G reen and G loss of Java: Hella S. Haasse and Indies Literature Henk M. J. Maier Of course Oeroeg, first published anonymously in 1948, is a Dutch novel of growing up, of Bildung. The tale's main protagonist, a nameless and faceless narrator, grows up in the mysterious and glossy nature of the Indies, only slightly supervised by his distant and cool parents on a plantation in West Java. He passes, rather unharmed, through his early youth, cultivating an intimate friendship with Oeroeg, a boy of the same age. However, gradually their friendship starts to disintegrate, the result of political and cultural conflicts that force the boys to take a stand in the Indies' heterogeneous and multi-layered society. The narrator eventually goes to Holland to study, and returns to the land of his birth after the Second World War as a soldier in the Dutch Indies army, ready to get married, to have children and to kill—and perhaps even to die on his native soil, the place where he feels he belongs. In a final meeting with Oeroeg, he is told that he should leave the land—and this shocking experience serves as the starting point for the tale, which is largely told in retrospect. Oeroeg,1 in other words, is written on the model of so many other tales, long and short, in European languages: a hero grows into maturity within the context of his society. As a Bildungsroman, Oeroeg could easily remind its readers of Dutch novels, such as, for instance, F.
    [Show full text]
  • Cultural Memory and Indo-Dutch Identity Formations Pattynama, P
    UvA-DARE (Digital Academic Repository) Cultural memory and Indo-Dutch identity formations Pattynama, P. Published in: Post-colonial immigrants and identity formations in the Netherlands Link to publication Citation for published version (APA): Pattynama, P. (2012). Cultural memory and Indo-Dutch identity formations. In U. Bosma (Ed.), Post-colonial immigrants and identity formations in the Netherlands (pp. 175-192). (IMISCOE research). Amsterdam: Amsterdam University Press. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: http://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (http://dare.uva.nl) Download date: 06 Jan 2019 Post-Colonial Immigrants and Identity Formations in the Netherlands edited by Ulbe Bosma IMISCOE Research Cover design: Studio Jan de Boer BNO, Amsterdam Layout: The DocWorkers, Almere ISBN 978 90 8964 454 1 e-ISBN 978 90 4851 731 2 (pdf) e-ISBN 978 90 4851 732 9 (ePub) NUR 741 / 763 © Ulbe Bosma / Amsterdam University Press, Amsterdam 2012 All rights reserved.
    [Show full text]
  • Over Multatuli. Delen 12-13
    Over Multatuli. Delen 12-13 bron Over Multatuli. Delen 12-13. Huis aan de Drie Grachten, Amsterdam 1984 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_ove006198401_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m. 1 [Nummer 12] F. Springer Ontmoetingen met Multatuli Uit ‘Duizend en enige hoofdstukken over Specialiteiten’: ‘We zijn dom, klein en koppig. Waarachtig, lezer, we zijn koppig, dom en klein. Wees nu eens niet te klein, te koppig en te dom, om dit toe te stemmen. We weten weinig. We kennen weinig. We kunnen weinig. En we willen ons voordoen alsof wij iets wisten, kenden en konden. Telkens komt het voor, dat de omstandigheden deze of gene hoedanigheid in ons vereisen zouden. Telkens schieten wij te-kort in het leveren van wat wij eigenlijk moesten kunnen leveren. Dan zijn wij beschaamd over deze domheid, onmacht en onnozelheid, te klein om edele wraak te nemen door verheffende inspanning, te hoofdig om dat alles te erkennen, en: “... och.. ik ben eigenlijk straatveger, zeggen we dan. Dát is mijn vak, m'n roeping. Dáarin munt ik uit..”’ Ik ben geen straatveger, maar diplomaat, en ook al zegt Multatuli iets verder dan het aangehaalde citaat dat er Specialiteiten zijn die ‘den marmotten-winter van hun vakje gebruiken als voorwendsel om niets te weten van wat daarbuiten gaat’ en dat die Specialiteiten, zegt hij, het straatvegen (of de diplomatie, voeg ik er zachtjes aan toe) niet beoefenen en dat dit van sommigen jámmer genoeg is, - ik wil mij toch verschuilen achter het bewuste citaat als ik hier beschroomd voor Uw geleerd en deskundig gezelschap verschijn als straatveger casu quo diplomaat.
    [Show full text]