Richtlijnen Voor Een Ontwikkelingsplan Voor De Oostkust Van Sumatra

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Richtlijnen Voor Een Ontwikkelingsplan Voor De Oostkust Van Sumatra Il) ff to hS Richtlijnen voor een ontwikkelingsplan voor de Oostkust van Sumatra R. van de Waal M08201.267 STELLINGEN 1. Naast de toevallige geschiktheid van de bodem en het klimaat van Sumatra's Oostkust voor de teelt van Deli-dekblad heeft met be- trekking tot de grpndruimte en het verkrygen van een goed han- teerbare rechtstitel op de grond het feit, dat dit gebied Ma• leis en Bataks kolonisatiegebied was, de vestiging van de on- dernemingslandbouw ten zeerste bevorderd. 2. Het Maleise adatrecht ten aanzien van de grond heeft de econo- mische ontplooiing van de inheemse samenleving ter Oostkust van Sumatra sterk geremd. 3. Ten onrechte stelt de Gewestelyke Baad voor Zuid-Holland van het Landbouwschap: "Wanneer een bepaald gebied in het uitbreidingsplan tot agra- "risch gebied wordt verklaard, mag geen beperking in het gebruik "worden aangebracht." (Richtlinien voor gemeentelijke uitbreidingsplannen, 's-Hage 1958, blz 11). 4. De wy'ze, waarop de uitbreiding van het wegennet in Nederland wordt voorbereid, is pianologisch onvoldoende. 5. De inrichting van niet bij een provincie ingedeelde gebieden, zoals de IJsselmeerpolders, behoort op een pianologische taak- stelling gebaseerd te zy'n. 6. De onwettige occupatie van ondernemingsgronden op de Oostkust van Sumatra moet in de eerste plaats uit een behoef te aan woon- gelegenheid verklaard worden en niet uit een gebrek aan grond voor de vestiging van nieuwe boerenbedrjjven. 7. Het verhogen van de wooncultuur in minder ontwikkelde gebieden kan op het gehele maatschappeljjke leven van invloed zyn. 8. Vruchtbaar pianologisch werk is vrywel onmogeljjk inlanden, waar onzekerheden bestaan ten aanzien van het institdtionele kader, waarbinnen dat werk moet geschieden, zoals dat in het huidige Indonésie het geval is. 9. Het beleid ten aanzien van de te conserveren kasteien,landgoe- deren, molens en dergelijke cultuurmonumenten en van de natuur- reservaten dient te berusten op een planning op lange termyn. 10. Ruilverkavelingen dienen samen te gaan met bestemmingsplannen (in de zinvanhet ontwerp van wet op de ruimtelyke ordening). 11. De schade aan dy'ken in brak water in Indonésie wordt niet, zo• als wordt aangenomen, veroorzaakt door krabbensoorten, maar door slykgrondels (ikan glodok, Periophtalmus sp.). 12. Maatregelen ter bestryding van economische overbevolking kun- kunnen pianologische overbevolking (het ontbrekenvan voldoende ruimte om by een bepaalde bevolkingsdichtheid en een gegeven peil van technische ontwikkeling een redelyk bestaan duurzaam mogelijk te maken) in de hand werken. Diss. E. van de Waal Wageningen, 1959. Richtlijnen voor een ontwikkelingsplan voor de Oostkust van Sumatra CENTRALE LANDBOUWCATALOGUS 0000 0097 0844 Dit proefschrift met Stellingen van ROBERT VAN DE WAAL, landbouwkundig ingenieur, gehören te Schoonhoven op 12 juni 1917, is goedgekeurd door de promotor,, Dr.; R.A.J, van Lier, hoogleraar in de empirische sociologie en sociografie der niet-westerse gebieden. De Rector Magnificus der Landbouwhogeschool, W. de Jong Wageningen, 7 Oktober 1959. Richtlijnen voor een ontwikkelingsplan voor de Oostkust van Sumatra PROEFSCHRIFT ter verkryging van de graad van doctor in de landbouwkunde op gezag van de Rector Magnificus Ir. W. de Jong, tioogleraar in de veeteeltwetenschap, te verdedigen tegen de bedenkingen van een commissie uit de Senaat der Landbouwhogeschool te Wageningen op vrydag 20 november 1959 te 16 unr door R. VAN DE WAAL y der Landbouw Hogeschoaf WAGENINGEN lan myn Vader, aan mjjjn Vronw. VOORWOORD Het onderwerp van dit proefschrift wordt geleverd door de werk- zaamheden van de Sectie Noord-Sumatra van het Bureau der Landin- richting in Indonésie, waarvan ik van Juni 1950 tot april 1953 de leiding had. In deze période kwam de gedachte op, de in deze func- tie by het opstellen van een welvaartsplan opgedane ervàringen ty- dens myn verlof in Nederland in een dissertatie vast te leggen. Prof. Ir. J.A. van Beukering betuigde in een briefwisseling zijn instemming met dit voornemen. De veranderende omstandigheden in Indonésie bemoeilykten het werk echter zodanig, dat het materiaal, dat my bij mijn vertrek uit Medan ter beschikking stond, onvolledig was. Toen echter duidelijk werd, dat op het Europees verlof geen terugkeer naar Indonésie zbu volgen en dat daarmee het werk aan een ontwikkelingsplan voor de Oostkust van Sumatra halverwege tot een einde zou komen, werd met instemming van Prof. Van Beukering besloten,- de meegebrachte gegevens, waar mogelijk, aan te vullen met wat in litteratuur, in archieven en voor- al ook in het geheugen van zoveel kenners van het betrokken gewest aan feitenmateriaal aanwezig was. Na het plotselinge overlyden van Prof. Van Beukering was Prof. Van Lier bereid om als promotor op te treden. Beide hoogleraren ben ik veel dank verschuldigd voor de leiding die zymyby het tot- standkomen van dit proefschrift hebben gegeven. Tevens gaat mijn grote erkentelijkheid uit naar Ir. J.H. de Haan, die reeds in mijn studietyd door zyn publicaties en later als Hoofd van het Bureau der Landinrichting myn leermeester is geweest en die my ook in zyn hui- dige functie aan de Landbouw Hogeschool steeds terzyde heeft willen staan. De Minister van Landbouw van de Republik Indonesia verleende toe- stemming tot het publiceren van de in Indonesische overheidsdienst verkregen gegevens, waarvoor ik hem myn dank betuig. De aard van het pianologisch werk brengt mee, dat gegevens van velerlei aard verzameld moesten worden, waarby* gebieden betreden werden waarover de auteur slechts een globale kennis bezit. Deze studie zou dan aok niet tot stand gekomen zyn indien niet zeer ve- len, instellingen zowel als particulieren, in Indonésie en in Ne• derland, my behulpzaam waren geweest. Het is niet mogelijk, hen alle afzonderlyk te vermelden. Met byzondere dankbaarheid gedenk ik wij- len Ir. K. van der Molen, vroeger Hoofd van de Afdeling Grondzaken van de Deli Maatschappy*. Ook diegenen die my* hielpen door de op hun vakgebied betrekking hebbende paragrafen van het manuscript door te lezen, ben ik zeer erkentelyk: Prof. Dr.E.C. Jul. Mohr, Prof. Dr. P.A. van Baren, Prof. Dr. Ir.C.H. Edelman, Prof. Dr. E.W. Hofstee, Prof. Dr. W.R. van Wyk, Ir. G.G. Bolhuis en Dr. P.H. van Naerssen. Ook van Ir. A. Perk en Drs. Ch.J. Grader mocht ik waardevolle aan- wijaingen ontvangen. Mej. S.M. van der Baan, die de vertaling van de V samenvatting verzorgde, betuig ik eveneens mjjn dank. Ter vereenvoudiging van het woordbeeld zijn alle citaten in de huidige, officiele spelling van het Nederlands en het Indonesisch gebracht. De litteratuurverwijzingen bestaan in de regel uit twee getallen, gescheiden door een koppelteken, waarvan het eerste met de litteratuuropgave correspondeert en het tweede de betreffende bladzyde aangeeft. Bij werken die uit meer delen bestaan, is dit door een romeins cijfer aangegeven, terwyl bij periodieken het jaartal is genoemd. VI INLEIDING Het in dit geschrift in beschouwing genomen onderwerp maakte deel uit van de taakopdracht van het Bureau der Landinrichting in Indo• nésie . Dit Bureau werd by rondschryven van de Secretaris van Staat voor Landbouw en Vissery van 6 oktober 1948 No. 2928/LV als zelfstandig onderdeel van dat Département in het leven geroepen. Volgens de omschry'ving in dit rondschryven "stelt de Landinrich- "ting zich ten doel het ontwerpen van maatregelen in het belang van "het behoud der bodemvruchtbaarheid, verzekering van de watervoor- "ziening en tegengaan van bodemdevastatie". Hierop aansluitend "heeft de Landinrichting tevens tot taak, het "in.de vorm van een afgerond plan naar voren brengen van maatrege- "len,zowel op technisch, economisch en sociaal gebied, strekkende "tot het bereiken van de hoogst mogelyke graad van produktiviteit "van het bodemgebfuik". Het Bureau der Landinrichting is dus een landelyke.planologische dienst, waara'an zowel een conserverende, als een constructieve taak is opgedragen, 3aar de opdracht in de eerste plaats het handhaven van het potentieel van de natuurlyke rykdommen noemt en daarenboven het opvoeren van de produktie vraagt, op basis van dit potentieel en met inachtneming van de economische en sociale omstandigheden van de bevolking. De werkzaamheden van het Bureau der Landinrichting liggen op het terrein van de ruimtelyke ordening, waarbij aan maatschappelyke de• siderata vorm wordt gegeven binnen het, door de physische gesteld- heid gegeven kader, een ordening overigens die niet slechts in de ruimte, maar ook in de tyd gemeten, zyn gestalte moet verkrygen. Daartoe zullen régionale ontwikkelingsplannen worden opgesteld; de- ze studie houdt zich bezig met de werkzaamheden, voor dit doel op de Oostkust van Sumatra verricht. By het opstellen van een ontwikkelingsplan kunnen een aantal fa- sen onderscheiden worden. In de eerste plaats moet het te bewerken gebied bepaald worden; daarna volgt de inventarisatie van het na- tuurlyk en maatschappelyk potentieel, de mogelykheden dus die voor ontwikkeling aanwezig zyn, alsmede de wyze waarop deze mogelykheden werden benut, m.a.w. het actuele bodemgebruik en de daaruit voort- vloeiende staat van welvaart. Ben onderzoek naar de ontwikkelings- gang van de gewestelyke samenleving kan daarby het inzic'ht in de achtergronden van de geconstateerde feiten belangryk verruimen. Voortvloeiend uit deze survey volgt de probleemstelling, waarin enerzyds de zwakke plekken in de welvaartssituatie tot uitdrukking komen en anderzyds de mogelykheden kunnen blyken welke voor de ont• wikkeling open liggen. Daarna volgt de beleidsbepaling, welke een uitspraak is over de wyze waarop
Recommended publications
  • Sexuality and Power
    The Newsletter | No.54 | Summer 2010 12 The Study Sexuality and power A very Dutch view of the ‘submission’ of the Javanese – Nicolaas Pieneman’s (1809-1860) portrait of Dipanagara’s capture at Magelang on 28 March 1830 entitled ‘De onder- werping van Diepo Negoro aan Luitenant- Generaal De Kock, 28 Maart 1830’ (1833). Photograph courtesy of the Rijksmuseum, Amsterdam. ‘All Java knows this – how the Dutch allowed the kraton [of Yogyakarta] to be turned into a brothel and how [Prince] Dipanagara [1785-1855] has sworn to destroy it to the last stone’.1 Peter Carey Below: The mystic prince and his family. THE WORDS OF THE LEIDEN laWYER, Willem van Hogendorp a torrent of abuse against the Dutch officials of the pre-war Coloured drawing of Dipanagara in exile (1795-1838), then serving as a legal adviser to Commissioner- period and their inability to speak anything but market Malay, in Makassar (1833-55) reading a text on General L.P.J. du Bus de Gisignies (in office, 1826-1830), could complaining that ‘Chevallier [P.F.H. Chevallier, Assistant- Islamic mysticism (tasawwuf) accompanied not have been more blunt. Writing to his father Gijsbert Karel Resident of Yogyakarta, 1795-1825, in office, 1823-1825] and by his wife, Radèn Ayu Retnaningsih, and (1762-1834) during the second year of the Java War (1825-30), other Dutchmen had trotted into our [Yogyakarta] kraton as one of his sons, ‘Pangéran Ali Basah’, the 32-year-old Willem confided that the liberties that the though it was a stable and had shouted and called as though it who is having a vision of a Javanese spirit.
    [Show full text]
  • Confirming the Existence of the Kingdom: the Efforts of Territorial Consolidation and Formation of Cultural Identity During
    Indonesian Historical Studies, Vol. 1, No. 2, 103-116 © 2017 Confirming the Existence of the Kingdom: The Efforts of Territorial Consolidation and Formation of Cultural Identity During the Reign of Hamengku Buwana I, 1755 – 1792 Sutarwinarmo,1* Agustinus Supriyono,2 Dhanang Respati Puguh2 1Arsip Nasional Republik Indonesia 2Master Program of History, Faculty of Humanities, Diponegoro University *Corresponding Author: [email protected] Abstract This article discusses the efforts of territorial Consolidation and formation of cultural identity during the reign of Hamengku Buwana I. This article is written using historical method and utilizing primary sources in the form of VOC archives stored in the National Archives of the Republic of Indonesia and Java manuscripts stored in Yogyakarta Sultanate, as well as secondary sources in the form of articles and books. After Giyanti Agreement in 1755, Sultan Hamengku Buwana I attempted to consolidate his territory through negotiation, dispute Received: settlement and law enforcement in order to preserve the sovereignity 30 November 2017 and territorial integrity of his kingdom. He also developed Ringgit Swargen, Yogyakarta style leather puppets that have different shape Accepted: 18 December 2017 from Surakarta style leather puppets developed by Surakarta Sunanate as one of the cultural identity of Yogyakarta Sultanate. Leather puppet show was used to control the areas that were in the territory of the Sultanate of Yogyakarta, as the leather puppet show performed outside the palace must obtain permission from the palace puppet master. The efforts of Sultan Hamengku Buwana I failed, due to the conflict that caused the war destroyed the boundaries and the peace agreement that had been made.
    [Show full text]
  • Land System in the Islamic Kingdom of Mataram
    E3S Web of Conferences 202, 07082 (2020) https://doi.org/10.1051/e3sconf/202020207082 ICENIS 2020 TRADITIONAL AND FEODAL AGRICULTURAL ECOLOGY : LAND SYSTEM IN THE ISLAMIC KINGDOM OF MATARAM Sugiyarto*, Agustinus Supriyono Department History, Faculty of Humanities, Diponegoro University, Semarang – Indonesia Abstract. This article discusses apanage land belonging to village heads, which is a legacy of the land system in the era of pre-colonial Surakarta and Yogyakarta kingdoms or what is termed as as Vorstenlanden. As the aim was to find out how the feudal and nobility system in Java, which in the colonial era was very vulnerable to intervention and politics of splitting or fighting. To answer this question, a study will be conducted on the history of the Islamic Mataram kingdom until the era of Surakarta and Yogyakarta, en focusing on analysis of the apanage and nobility systems. The method used is a historical method which consists of four steps, namely, heuristics (activities to search for and collect historical sources), textual criticism (testing and assessing the authenticity of historical sources both in form and content), interpretation (interpreting historical facts obtained through text criticism) and historiography, namely presenting research results in the form of articles. Keywords: Landssystem, Feodalism, Java 1 Introduction What is meant by the land system in this paper is, how are the lands exploited in a system of government in the era of pre-colonial kings. While what was meant by the era of pre-colonial kings was the era before the Dutch government representing the Dutch royal government in the archipelago (Indonesia), namely after the collapse of the VOC in 1799 and was replaced by the Dutch East Indies colonial government.
    [Show full text]
  • Acculturation of Colonial Industry and Javanese Agrarian Culture in Mangkunegaran Sugar Factory
    Eco. Env. & Cons. 27 (May Suppl. Issue) : 2021; pp. (S262-S269) Copyright@ EM International ISSN 0971–765X Acculturation of Colonial Industry and Javanese Agrarian Culture in Mangkunegaran Sugar Factory Purwanto Setyo Nugroho1,2, Nany Yuliastuti3 and Siti Rukayah4 1Department of Architecture, Sebelas Maret University, Surakarta, Indonesia 2 Doctoral Program of Architecture and Urban Sciences (PDIAP), Diponegoro University, Semarang, Indonesia 3 Departement of Urban and Regional Planning, Diponegoro University, Semarang, Indonesia 4 Departement of Architecture, Diponegoro University, Semarang, Indonesia (Received 5 November, 2020; Accepted 15 December, 2020) ABSTRACT Sugar factories from the colonial era throughout Java are part of an important industrial heritage because they have witnessed the glory of the sugar industry in the past, as well as a sign of the entry of modern industry to the Java. One of the biggest sugar factory in Java was the sugar factory owned by Mangkunegaran Kingdom (Praja Mangkunegaran). The sugar factory represented a capitalist industrial culture that prioritized rationality. On the other hand, the process of supplying raw materials for sugar factories in vorstenlanden area (Praja Kejawen) was highly dependent on Javanese farmers who were strong with their agrarian culture. This paper aimed to figure out the interaction between the two cultures, which together carried out the sustainability of the sugar industry in Java. The interaction of these two cultures was seen from the components of the actors, activities, and places of the Tasikmadu Sugar Factory owned by Praja Mangkunegaran as a case study with a historical approach. The finding of the study indicated that there was acculturation between capitalist industrial culture and Javanese agrarian culture, which could be seen in the aspects of the actors, activities, and architectural layout of the Tasikmadu sugar factory.
    [Show full text]
  • Analisis Pengangkatan Dan Pergantian Kekuasaan Di Kesultanan Palembang
    TRADISI POLITIK MELAYU : ANALISIS PENGANGKATAN DAN PERGANTIAN KEKUASAAN DI KESULTANAN PALEMBANG Dr. Mohammad Syawaludin Muhammad Sirojudin Fikri. M.Hum KATA SAMBUTAN Assalamu’alaikum Warahmatullahi Wabarakatuh Puji syukur kita haturkan atas kehadirat Allah Swt, karena berkat limpahan rahmat dan inayah-Nya kita masih diberi nikmat kesehatan, sehingga mampu melaksanakan semua aktivitas keseharian kita. Shalawat dan salam atas junjungan kita Nabi Muhammad SAW yang telah menghantarkan kita pada pencerahan spiritual dan intelektual, sehingga menemukan hakikat makna kesejatian nilai-nilai kemanusiaan universal. Alhamdulillahirobbil’alamin, buku berjudul “Tradisi Politik Melayu : Analisis Pengangkatan dan Pergantian Kekuasaan di Kesultanan Palembang” telah selesai ditulis dan sudah terbit di tangan pembaca. Ucapan terima kasih penulis sampaikan kepada semua pihak yang telah membantu dalam penyusunan laporan penelitian ini. Penulis menyadari dalam penulisan makalah ini banyak terdapat kekurangan. Namun, penulis tetap berharap agar laporan penelitian ini dapat memberikan manfaat bagi pembaca. Kritik dan saran dari penulisan laporan penelitian ini sangat penulis harapkan untuk perbaikan dan penyempurnaan pada penulisan berikutnya. Untuk itu, penulis ucapkan terima kasih Akhirnya, semoga buku dihadapan pembaca ini dapat bermanfaat dan Allah Swt selalu memberi petunjuk dan hidayah-Nya pada kita semua.Amin.Selamat Membaca!. Wassalamu’alaikum Warahmatullahi Wabarakatuh Palembang, Oktober 2019 Penulis iii iv DAFTAR ISI KATA PENGANTAR ................................................................................................
    [Show full text]
  • Study on the History and Architecture
    DIMENSI (Journal of Architecture and Built Environment), Vol. 40, No. 2 December 2013, 77-88 DOI: 10.9744/dimensi.40.1.77-88 ISSN 0126-219X (print) / ISSN 2338-7858 (online) COLONIAL AND TRADITIONAL URBAN SPACE IN JAVA: A MORPHOLOGICAL STUDY OF TEN CITIES 1SUNARYO, Rony Gunawan, 2SOEWARNO, Nindyo, 3Ikaputra, and 4SETIAWAN, Bakti 1 Department of Architecture, Faculty of Civil Engineering & Planning, Petra Christian University, Surabaya; Student at Doctoral Program, Department of Architecture and Planning, Faculty of Engineering, Gadjah Mada University, Yogyakarta 2,3,4 Department of Architecture and Planning, Faculty of Engineering, Gadjah Mada University, Yogyakarta 1Email: [email protected]; [email protected] ABSTRACT Most of morphological studies of cities in Java tended to place the elements of traditional urban space – such as Alun- alun, Mosque, Palace and Market – as the main elements of city. Other elements such as the colonial urban space – Resident Office, Fort, Church, Park and so on – are often considered separately or placed as a complementary part. Through a morphological study by exploring ten cities in Java, I found both elements of traditional and colonial urban space were set in a unique and various pattern. There are some findings indicating that the elements of colonial urban space significantly influence the city structure as well as those of the traditional ones. Therefore, understanding the urban space form in Java should include and put elements of both of traditional and colonial urban space as an integral part. Keywords: Colonial urban-space, traditional urban-space. INTRODUCTION Dutch colonization process in Java lasted for several centuries, since their trading posts were built Morphology of cities in Java where we live in the coastal cities to control infrastructure of trans- today is formed through series of long process with a portation throughout Java.
    [Show full text]
  • State of Local Democracy Assessment in Indonesia (Sold Indonesia)
    State of Local Democracy Assessment in Indonesia (SoLD Indonesia) Editors: Abdul Gaffar Karim Hasrul Hanif Wigke Capri Arti Supported by: State of Local Democracy Assessment in Indonesia Copyright ©Penerbit Polgov, 2014 All rights reserved Printed I, October 2014 316 + xxviii pages, 16.5x24.5 cm ISBN 978-602-14532-7-8 Editors: Abdul Gaffar Karim, Hasrul Hanif, Wigke Capri Arti Layout and Cover: Oryza Irwanto Published by Polgov Press Polgov Press is published political and governance books, under the Research Centre for Politics and Government (Polgov), Department of Politics and Government Research Centre for Politics and Government is a research and publication unit of Department of Politics and Government (JPP) Fisipol Universitas Gadjah Mada. Polgov concerns on four keys issues; first local politics and regional autonomy, second party politics, electoral system, and parliament, third human rights and democracy, and four governance reforms and developing integrity system. Gedung BA 403 Jl. Sosio Yustisia No. 2, Yogyakarta, 55281 http://jpp.fisipol.ugm.ac.id Telp/Fax: (0274) 563362 ext.150 Surel: [email protected], [email protected] This report is a product of an assessment of the quality of democracy conducted on the basis of International IDEA's State of Local Democracy Assessment Framework. The report was developed by the Department of Politics and Government, Faculty of Social and Political Sciences, Universitas Gadjah Mada with support and partnership of International IDEA. International IDEA has not participated in the content development nor the research leading to the report. Views expressed in this report do not necessarily represent the views of International IDEA, its Board or its Council members.
    [Show full text]
  • MS Thesis Upik Djalins
    COLONIAL KNOWLEDGE AND THE NATIVE SCHOLAR: SUPOMO, ADAT LAND RIGHTS AND AGRARIAN REORGANIZATION IN SURAKARTA 1900-1920s A Thesis Presented to the Faculty of the Graduate School of Cornell University in Partial Fulfillment of the Requirements for the Degree of Master of Science by Upik Wira Marlin Djalins January 2008 © 2008 Upik Wira Marlin Djalins ABSTRACT In this thesis, I analyze how a native scholar was an active agent in constituting colonial discourse on native land rights. Specifically, I examine a doctoral thesis written in the 1920s by Supomo, a young Javanese aristocrat and a colonial judicial officer studying in Leiden University. The thesis examined adat land rights and agrarian reorganization in Surakarta, Central Java. In the 1940s, Supomo contributed to writing Indonesia’s 1945 Constitution where his conception of adat and the state was institutionalized. Thus, his influence continues to reverberate in contemporary Indonesia. I propose that an internally fractured and multifaceted colonial discourse, particularly enticing in its civilizing appearance, made Supomo ambivalent in his relationship to colonial knowledge and to his mentor, Cornelis van Vollenhoven. I further suggest that his ambivalence was a form of resistance, manifested in his capacity to both mimic the colonizer’s technology of rule yet also challenge some of its underlying premises. In other words, Supomo was a native scholar whose ambivalence expressed a peculiar mode of resistance and engagement with colonial knowledge. I conclude by arguing that in addition to recognizing the epistemological claims of colonial knowledge, we must also recognize the capacity of a native scholar to identify and resist hegemonic arguments that often are concealed in complex colonial discourses.
    [Show full text]
  • Pendidikan Dan Perubahan Sosial Di Vorstenlanden 2
    LAPORAN PENELITIAN PAYUNG PENDIDIKAN DAN PERUBAHAN SOSIAL DI VORSTENLANDEN Oleh: Prof. Dr. Husain Haikal Drs. Djumarwan Ita Mutiara Dewi, M.Si. Desyari Widi Astuti Hermawan Dwi S. FAKULTAS ILMU SOSIAL UNIVERSITAS NEGERI YOGYAKARTA 2012 DEPARTEMEN PENDIDIKAN NASIONAL UNIVERSITAS NEGERI YOGYAKARTA FAKULTAS ILMU SOSIAL Alamat: Kampus Karangmalang Yogyakarta 55281 Tlp.548202, 586168. psw. 247, 248 PENGESAHAN USULAN PENELITIAN 1. Judul Penelitian PENDIDIKAN DAN PERUBAHAN SOSIAL DI VORSTENLANDEN 2. Jenis Penelitian Penelitian Payung 3. Peneliti a. Nama Lengkap dan Gelar Prof. Dr. Husain Haikal b. NIP c. Jenis Kelamin Laki-laki d. Pangkat/Jabatan/Golongan Guru Besar/IV e. Fakultas/Jurusan Ilmu Sosial /Pendidikan Sejarah f. Institut/Universitas Universitas Negeri Yogyakarta g. Alamat Kampus FIS UNY Karangmalang Jalan Gejayan Gang Guru No. 1 Depok, Sleman, DIY 4. Jumlah Tim Peneliti Inti 4 Orang (2 Peneliti, 2 mahasiswa) 5. Lokasi Penelitian - 6. Kerja dengan Instansi Lain - 7. Lama Penelitian 3 bulan, dari bulan Oktober sampai Desember 2012 8. Biaya yang diperlukan a. Sumber Dana Depdiknas Rp 10.000.000,00 b. Sumber Lain Jumlah Rp 10.000.000,00 (Sepuluh Juta Rupiah) Yogyakarta, 22 Oktober 2012 Peneliti, Prof. Dr. Husain Haikal NIP. Mengetahui: Dekan FIS UNY Ketua Jurusan Pend. Sejarah Prof. Dr. Ajat Sudrajat M. Nurrohman, M.Pd. NIP. NIP. KATA PENGANTAR Puji syukur kami panjatkan ke hadirat Allah SWT yang telah memberikan rahmat dan hidayah-Nya sehingga kami bisa menyelesaikan laporan penelitian ini Kami menyadari bahwa masih banyak terdapat kesalahan dalam laporan ini, baik dalam penyajian materi, penulisan, dan sebagainya. Oleh karena itu kami memohon maaf yang sebesar-besarnya. Kami pun berharap agar laporan penelitian yang telah dikerjakan dapat memberikan manfaat dan menambah pengetahuan bagi kami sendiri sebagai penulis maupun bagi para pembaca.
    [Show full text]
  • Migration to South Sumatra and Some of Its Implications
    MIGRATION TO SOUTH SUMATRA AND SOME OF ITS IMPLICATIONS by IMRON HUSIN Thesis submitted in partial fulfilment of the Degree of Master of Arts in Demography at the Australian National University Canberra, April 1978 Except; where otherwise indicated, this thesis is my own work. April, 1978 Imron Husin ii ACKNOWLEDGEMENTS This study was conducted after the author completed the one year course work of M.A. Program in Demography at the Australian National University. The major data were provided by the Department of Demography from its computer tapes on the 1971 Population Census of Indonesia. It is a pleasure to acknowledge those who have had a part in its completion. Financial support was received from the Population Council. I am particularly grateful to Dr S.K. Jain, my thesis super­ visor, for his patience and encouragement which made the task of this study a smooth one. Thanks to Dr P.F. McDonald and Dr Terry Hull, whose perceptive comments contributed significantly to the quality of this work. I would like also to thank Dr D.W. Lucas for his help and supervision during his period of co-ordinatorship. I wish to thank Ms T. Sherlaimoff, Mr and Mrs P.A. Meyer for their contribution to the English correction. My thanks are also due to Mrs Pat Ashman, the secretary of the M.A. Program, for her assistance throughout. Of course, I am responsible for the weaknesses that remain in this work. In a special way I am grateful to my parents, my wife and my daughter whose sacrifices made the study possible.
    [Show full text]
  • Notes and References
    Notes and References Chapter 1: The Coming of Islam The contemporaneous evidence for Islamisation is described in Damais, 'L'epigraphie musulmane dans le Sud-Est Asiatique', with references to previous literature; see also Damais, 'Etudes javanaises, I: Les tombes musulmanes datees de Tr~l~j~'. Chinese records are translated in Rockhill, 'Notes on the relations and trade of China with the eastern archipelago'; and in Groenveldt, 'Notes on the Malay Archipelago and Malacca'. On Marco Polo's account see Jack-Hinton, 'Marco Polo in South-East Asia'. Cortesao, Suma Oriental, contains the crucial text of Tome Pires in Portuguese and English translation. The Indonesian chronicles described above are found in the following: Hill, 'Hikayat Raja-raja Pasai'; Brown, Sejarah Melayu; Olthof, Babad Tanah Djawi; Djajadiningrat, Sadjarah Banten. Other legends are described in R. Jones, 'Ten conversion myths'. The two sixteenth-century Javanese Islamic books have both been edited and translated by Drewes: ]avaanse primbon and Admonitions of Seh Bari. A survey of some of the controversies surrounding Islamisation, with special attention to the sources of Indonesian Islam, is in Drewes, 'New Light'. On the Sufi argument see Johns, 'Sufism as a category'. See also Ricklefs, 'Six centuries of Islamisation '. Some materials on Islam in the areas outside of Indonesia which are mentioned in this chapter can be found in Hardy, 'Modern European and Muslim explanations of conversion to Islam in South Asia'; and in Majul, Muslims in the Philippines. Chapter 2: General Aspects of Pre-Colonial States and Major Empires, c. 1300- 1500 The general principles which underlay Indonesian states have been investigated in Moertono, State and statecraft in old java; Schrieke, Indonesian sociological studies (see especially vol.
    [Show full text]
  • Key a Banten B Batavia C Priangan D Cirebon E Pasisir
    KEY A BANTEN 1 Serang B BATAVIA 2 Batavia C PRIANGAN 3 Bandung D CIREBON 4 Cirebon E PASISIR 5 Demak F k e j a w En 6 Yogyakarta G MADURA 7 Surakarta H UJUNG TIMUR 8 Malang 9 Surabaya 10 Bondowoso 11 Sumenep NOTES ON JAVA’S REGENT FAMILIES* Part I** Heather Sutherland The Dutch in Java always tried to exercise their control ’’through the native chiefs.” The merchant adventurers of the VOC (Vereenigde Oost Indische Compagnie, United East India Company, 1602-1799) found manipulation of local political interests to be both cheap and reason­ ably effective in providing them with the produce and power they sought; in any case, they had no alternative. As the Company became more involved in Javanese affairs, it consolidated its relationship with local native authorities, whom it termed ’’Regents,” simplifying the disparate hierarchies of court officials and local chiefs into a somewhat more orderly network of loosely-controlled headmen and agents.1 Subsequent administrations and colonial theorists made a virtue of necessity, elevating the Company’s pragmatic accommodations into a colonial philosophy, and finding new political benefits in old insti­ tutions. This use of existing elites and structures was most obvious in the four indirectly ruled Principalities (Vorstenlanden) of Central Java, but it was also characteristic of the ’’government lands.” Here, too, Batavia tended to recruit its native officials from the estab­ lished priyayi (aristocratic, administrative) class, so that tradition­ al priyayi authority would serve Dutch interests. * This essay is based on material collected during dissertation research in the Netherlands and Java during 1969 and 1970.
    [Show full text]