Kroniek / Chronique

Een mens van vlees en bloed... ? Een biografie van Hendrik Jozef Elias door Pieter Jan Verstraete 1

Joris Dedeurwaerder *

Anders dan een reeks topfiguren uit het van Hendrik Elias zelf en van dat van diens Vlaams-nationalisme – August Borms, advocaat, Frans Van der Elst (1920-1997), Cyriel Verschaeve, , Jeroom later stichter en voorzitter van de Volk- Leuridan, Frans Daels, Reimond Tolle­ sunie en minister van Staat. naere – is Hendrik Elias zelfs in eigen kring nooit populair geweest. Dat verklaart on­ Het politiek levensverhaal van Hendrik getwijfeld waarom het in de overvloedige (“Rik”) Jozef Elias (Machelen 1902-Ukkel apologetische literatuur ontbreekt aan 1973) werd gepredestineerd door trauma­ biografische geschriften over de tweede tiserende jeugdervaringen. Als zoon uit leider van het VNV. Ook de sinds de het kinderrijke gezin van een bescheiden, jaren 1970 verschenen wetenschappelijk- vóór 1914 niet als opvallend Vlaamsgezind historische publicaties over het Vlaams- aangeschreven postbeambte in Vilvoorde, nationalisme tijdens het interbellum en die zich in het activisme engageerde en tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben tijdens de Eerste Wereldoorlog promotie weinig aandacht besteed aan het levens­ maakte, kwam Elias als puber in het fla­ verhaal van de belangrijkste Vlaamse mingantische gezelschapsleven terecht. politiek­ collaborateur. Dat milieu werd door de patriottisch weld- enkende medeburgers in het ver­fransende De aankondiging van deze eerste grote Vilvoorde met een scheef oog bekeken.­ biografie heeft dan ook verwachtingen De jongeman onderging de vervolging en gewekt. Door zijn vroegere werken over afzetting van zijn vader : “Vanaf november o.a. Odiel Spruytte, Reimond Tollenaere, 1918, toen ik het grie­vend onrecht dat Jeroom Leuridan en de “Oorlogsbede­ mijn volk werd aangedaan­ in mijn eigen vaarten” heeft de goed geïnformeerde familie beleefde op een wijze die zo diep en onvermoeibare auteur Pieter Jan in mijn gemoed insloeg­ dat mijn gansche Verstraete (1956), medewerker aan ’t leven erdoor werd beheerscht, was ik als Pallieterke en TeKos, nieuw licht gewor- student, als leeraar, als advokaat en als _ pen op de geschie­denis van het Vlaams- politieker steeds on­rustig voortgedreven • nationalisme 2. Voor zijn biografie heeft geweest door het bewustzijn dat ik het “” hij gebruik kunnen maken van het archief hoogste moest geven voor mijn volk…”

‘’

1 Pieter Jan Verstraete, Hendrik Jozef Elias : biografie, Kortrijk, Pieter Jan Verstraete, 2005, 2 delen, 1241 p. 2 Pieter Jan Verstraete, Odiel Spruytte. Een priesterleven in dienst van het Vlaams-nationalisme, Antwerpen, 1990; Id., Reimond Tollenaere. Biografie, Kortrijk, 1996; Id., Onverfranst. Onverduitst. De oorlogsjaren van Jeroom Leuridan, 1940-1945, Kortrijk, 2000; Carlos Van Louwe & Pieter Jan Verstraete, De Oorlogsbedevaarten. Kroniek van de vergeten IJzerbedevaarten, 1940-1944, Kortrijk, 2002.

249 Kroniek / Chronique

(p. 813). Aldus lezen we in Elias’ latere Leuven geschiedenis te studeren. De bril- analyse van de naoorlogse repressie, die jante stu­dent promoveerde er op 21-jarige hij ondanks zijn opleiding als historicus leeftijd tot doctor in de Wijsbegeerte en nooit zou nuanceren. Letteren, met één van de eerste aan de Université catholique in het Nederlands Het valt op hoeveel kansen de jonge Hen­ geschreven proefschriften : Kerk en Staat in drik Elias dankzij onverdacht patriottische de Zuide­lijke Nederlanden onder de regeer- beschermheren heeft gekregen : de inspec­ ing der aartshertogen Albrecht en Isabella teur kanunnik August van Langendonck, (1598-1621). Was de bursaal Elias bij het de toen uitgesproken belgicistische hoog­ flamin­gantische studentenwereldje in de leraar Léon van der Essen, de Leuvense univer­siteitsstad nauwelijks betrokken germanist professor Lodewijk Scharpé geweest, dan had hij de ontwikkeling van en de Leuvense kerkhistoricus professor de Vlaamse beweging in het begin van de Alfred Cauchie hebben hem de hand jaren twintig toch met aandacht gevolgd. boven het hoofd gehouden en hem aan Voor het nationalistische weekblad Vlaan­ het nodige geld geholpen om ondanks deren (1922-1933) had hij als student al de berooide gezinsomstandigheden in onder pseudoniem een historische kroniek

Hendrik Jozef Elias in gesprek met een West-Vlaamse boer. Aan zijn linker zijde zit VNV-kopstuk Jeroom Leuridan. (Foto SOMA)

250 Kroniek / Chronique

verzorgd. Een intieme vriend van Elias Vlaamse beweging en studeerde tussen- was in Leuven zijn oudere medestudent door rech­ten. Nadat de lovaniensis bij de Jan Albert Goris (Marnix Gijsen), die er interuniversitaire­ reisbeurzenwedstrijd ook geschiedenis studeerde en zich als net buiten de prijzen was gevallen, speelde ado­lescent eveneens aan activisme had zijn beschermer­ Lodewijk Scharpé het bezondigd.­ klaar dat de socialistische minister van Kunsten en Wetenschappen Camille Aan zijn eerste baantje als atheneumleraar Huysmans hem alsnog een reisbeurs van in Brugge beleefde de jonge academicus de Fondation universitaire toekende. Zo weinig vreugde. Hij ambieerde een loop­ kon hij een jaar lang (1926-1927) in Rome baan als hoogleraar, vertaalde met het oog verblijven en er in het Vaticaanse archief op het verkrijgen van een studiereisbeurs nuntiatuur­berichten uit de Nederlanden ten behoeve van de Nederlandsonkun- in de periode van het Twaalfjarig bestand dige professoren-juryleden zijn scriptie bestuderen. Hendrik Elias verbleef er in het Frans, propageerde op diverse fora in het Belgisch Historisch Instituut, een het idee om een begin te maken met de Belgisch milieu, democratisch en klerikaal. weten­schappelijke historiografie van de Hij kreeg er blijkens zijn brieven afkeer van

Hendrik Jozef Elias tijdens een plechtigheid naar aanleiding van de overbrenging van het stoffelijk overschot van VNV- leider Staf De Clercq naar Kesterheide op 9 oktober 1943. (Foto SOMA)

251 Kroniek / Chronique

het fascisme en verzamelde materiaal om Vlaamsgezinde achterban in het taal­ die ideologie bij zijn terugkeer in Vlaan- gebruik en de mores van de toenmalige deren te bestrijden. Na zijn Romeinse tijd Belgische decision makers, in dit geval werkte hij nog gedurende enkele maanden de Belgische bisschoppen, die bij de be­ in het staatsarchief in Luxemburg, in het noeming als curatoren van de universiteit archief van de Quai d’Orsay in Parijs en in het laatste woord hadden. Het Belgische het Historisches Seminar in Bonn. establishment, en daartoe behoorden ook de monseigneurs, was bepaald nog Nadat hij in 1926 naast een hoogleraar­ niet onvoorwaardelijk gewonnen voor de schap in Gent gegrepen had en in 1929 taalpolitiek van Van Cauwelaert, die zich naast een professoraat in Nijmegen, kwam overigens niet voor federalisme uitsprak. er een vacature “moderne geschiedenis” Elias’ “patriotisme conditionnel” bleek een in Leuven. Bevriende professoren uit de onoverkomelijk bezwaar en er werd naar in 1924 opgerichte vereniging Vlaamse een andere kandidaat uitgekeken. In de Leergangen­ te Leuven schoven Hendrik Vlaamse openbare opinie had Elias meteen Elias als kandidaat naar voren. Was het een martelaarsaureool verworven die zijn “nood­lot” (p. 1093) dat dit mislukte ? Pi- overstap naar de politiek zou vergemak­ eter Jan Verstraete corrigeert het bekende kelijken. In de provincieraden stemden de verhaal dat de kandidaat gedwongen werd Vlaams-nationalistische leden voortaan een verklaring te ondertekenen waarin hij tegen de subsidiëring van de vereniging politieke volgzaamheid ten opzichte van Vlaamse Leergangen, een stemgedrag het episcopaat beloofde. Toen de Waalse waarvan de belgicistische bisschoppen rector Paulin Ladeuze had geïnformeerd allicht minder hinder ondervonden dan naar zijn politieke betrouwbaarheid, zette de Vlaamsgezinde strijders voor de verdere Elias zelf in een korte verklaring zijn poli­ vernederlandsing van het academisch tieke opinie op papier (p. 171-172). In de onderwijs. tekst sprak de kandidaat zich uit tegen een politiek Groot-Nederland en tegen Het vervolg van Hendrik Elias’ levens­ vol­ledige autonomie van Vlaanderen. verhaal is beter bekend. Elias publiceerde Hij noemde zich voorstander van een nog enkele wetenschappelijke bijdragen constitutioneel­ geregelde eentaligheid van in tijdschriften, hij schreef stukken in Vlaanderen. Het zou naar zijn mening Vlaams-nationalistische bladen en begon slechts mogelijk zijn dat te realiseren in een werk te maken van de organisatie van de bepaalde vorm van federalisme. Met een Vlaams-nationalistische partijpolitiek. allusie op een lapsus uit een rede van de In 1931 verliet hij het onderwijs en liet katholiek Frans Van Cauwelaert schreef hij hij zich inschrijven als lid van de Gentse dat, als hij zou moeten kiezen tussen België balie. Hij zou voortaan betrokken zijn en Vlaanderen, hij het voor Vlaanderen bij de beslissende­ ontwikkelingen in het zou opnemen. De belijdenis was eerlijk Vlaams-nationalistische kamp. Pieter Jan en openhartig. Ze toont aan hoe gebrekkig Verstraete beschrijft uitvoerig hoe Elias het inzicht was van de politiek onervaren in het arrondissement­ Gent stichter en historicus en ook van zijn Vlaamsgezin­ boegbeeld werd van de Vlaamsch Na- de promotoren en hun kleinburgerlijke tionale Volkspartij (1930-1933). Bij de

252 Kroniek / Chronique

parlementsverkiezingen­ van november gevraagd wordt wat zal gedaan worden 1932, waarbij zijn medestanders zware met de politieke vrijheden en met het par- klappen kregen, lukte het hem – dankzij lementair leven dat zou berusten op een een kartelovereenkomst met de populis- vrije rekrutering, dan wordt alleen maar tische (katholieke) kandi­daat Jozef De geantwoord dat dit alles moet uitgeschake- Lille uit Maldegem – een kamerzetel te ld worden. Hun gedachten­gang komt veroveren. neer niet op een aanpassing, maar op een volledige vernietiging van de demokratie” Al dadelijk na zijn verkiezing nam Hendrik (p. 279). Elias had graag gewild dat de Elias deel aan de besprekingen om na het Antwerpse Vlaamsche Fronter Herman debacle van 1932 de Vlaams-nationalis­ Vos erbij bleef. Hij had geen problemen tische partijformaties te reorganiseren en met diens progressief sociaal-economisch tot eenheid te brengen. In die dagen liep en anti-militaristisch programma. Terwijl de discussie niet alleen over het einddoel Elias tegen beter weten in bleef, stapte Vos waarvoor de op te richten eenheidspartij naar de Belgische Werklieden Partij (BWP) zou opkomen : federalisme in een blijvend over. Was het omdat Vos “niet uit het hout Belgisch staatsverband, of de totstand­ gesneden [was] van deze mensen die bli- koming van een Groot-Nederlandse jven vechten op verloren posities of die (“Dietse”) staat. Aan de orde was ook de onwrikbaar, met of zonder succes, een doel vraag hoe het verder moest met de in­ blijven na­streven” (p. 281) ? richting van de staat en de samenleving. De geschiedenis heeft uitgewezen dat Vanaf dat hoofdstuk vervult dit bewogen politiek alerte intellectuelen, zoals Elias en levensverhaal de lezer met bevreemding. Hendrik Borginon, het in die kring telkens Telkens weer heet het, dat de politicus weer zouden moeten afleggen tegen de Hendrik Elias het niet helemaal eens is, tegenstanders van de in crisis vervallen later zelfs helemaal niet eens, met de richt- parlementaire democratie, en dat zij – uit ing die zijn partij uitgaat. Hij realiseert politiek lijfsbehoud ? – zich bij de onheil­ zich dat het een verkeerde, ja, een nefaste brengende ontwikkeling neerlegden. weg is. Aan opstappen lijkt hij nooit te Tijdens die maandenlang aanslepende hebben gedacht. Naast de “leider”, Staf De onderhandelingen werd Elias gecon­ Clercq, was hij de tweede man, “die als het fronteerd met de jeugdige en voortvarende ware constant in zijn schaduw opereerde” onvervalste nationaal-socialist Reimond (p. 354). De biograaf heeft de beschikking Tollenaere en met een West-Vlaamse groep gehad over een enorm archief, met bijna geleid door de industrieel Tony Herbert, duizend brieven, van soms 20 à 30 blad­ tegenstander van -leider Joris zijden. Je verbaast er je over dat Pieter Van Severen, maar vurig bewonderaar van Jan Verstraete uit dat benijdenswaardige Mussolini. Tevens werd hij geconfronteerd cor­pus aan bedenkingen, verklaringen, met de vertegenwoordigers van de groep ver­duidelijkingen, excuses en memoires, rond het steil rechts-nationalistische week- en de bewoordingen en de stijl waarin Elias blad Jong-Dietschland (1927-1935), Leo ze formuleert, niet meer aanduidingen Wouters en Victor Leemans, “nationaal-­ heeft geput die zijn persoonlijkheid en zijn socialisten en dinaso’s” : “Wanneer [hen] cruciale keuzes begrijpelijk maken.

253 Kroniek / Chronique

Begin oktober 1933 vernam men de de corporatieve groepering van de burg- oprichting van de nieuwe eenheidsorgani­ ers in hun standen, onder toezicht van de satie, het Vlaamsch Nationaal Verbond volksvertegenwoor­diging, het verdwijnen (VNV), opgevat als een beweging, niet van het partijensysteem­ en de uitschakel- als een partij. Bij Pieter Jan Verstraete ver­ ing van de klassenstrijd.­ Bezwaar tegen de nemen wij niet in hoever Hendrik Elias de terminologie van Elias formuleerde de vol- hand heeft gehad in de formulering van gens Pieter Jan Verstraete “zeer onderlegde de dubbelzinnige oprichtingsproclamatie. priester” (p. 287) Odiel Spruytte, politiek De auteur is het niet eens met Bruno De adviseur van “leider” Staf De Clercq : een Wever, die in zijn standaardwerk over het van die Vlaams-nationalistische petits VNV, op grond van de typologie uit 1980 vicaires, die er in West-Vlaamse plattel- van de Amerikaanse historicus Stanley G. andsgemeenten niet in slaagden orde in Payne over het fascisme 3 tot de conclusie hun parochie­verenigingen te houden en komt dat in die stichtingsproclamatie op een achter­kamertje in hun kapelanij van het VNV alle voorwaarden aanwezig blauwdrukken voor de ideale staatsinricht- waren om later uit te komen op een op ing ontwierpen. Voor de kapelaan was de fascistische­ leest geschoeide Vlaams- formule onlogisch,­ “want democratie zegt nationa­listische partij. In een meer recent macht des volks, en organisch zegt dat de werk van Payne (Geschichte des Faschis- staatszaken niet door het hele volk maar mus : Auf­stieg und Fall einer europäischen door een uitgelezen schare beredderd wor- Bewegung, München, 2001) heeft Ver- den”. De harde kern van het VNV veegde straete gelezen dat de leiding van het de vloer aan met Elias’ bewoordingen oorspronkelijk noch antisemitische noch (p. 287-288). anti-parlementaire VNV pas vanaf 1937 in “protofascistische” richting evolueerde, Tegen de verwachtingen in zou de pragma­ terwijl de VNV-parle­mentsleden min of tische Staf De Clercq de uiteenlopende meer democratisch bleven. Een vaststell- strekkingen in zijn partij weten bij elkaar ing waarmee de thesis van De Wever niet te houden. Hendrik Elias werd, alhoewel wordt weerlegd. niet behorend tot die harde kern, be­ schouwd als de nummer twee van de partij, Hendrik Elias was blijkbaar niet geluk- “gouwleider” van Oost-Vlaanderen. Hij kig met de tekst van de proclamatie. was geen groot parlementariër – Pieter Jan Een paar weken later al schreef hij een Verstraetes beschrijving van zijn optreden stuk waarin het heette dat de ontaarde als kamerlid is ontluisterend – maar de en machteloos geworden parlementaire organisator en in zekere mate de ideoloog democratie niet meer beantwoordde aan van het VNV, auteur van programma­ de behoeften en de vereisten van die tijd. brochures, waarvan de voorzichtig demo­ Hij pleitte “voor het ideaal der organische cratisch geformuleerde ontwerptekst democratie”. Dat bleek neer te komen op onder invloed van minder tot interne

3 Stanley G. Payne, “The concept op ”, in Stein Ungelvik Larsen, Bernt Hagtvet & J.P. Myklebust (eds.), Who were the Fascists : Social Roots of European Fascism, Bergen/Oslo/Tronsø, 1980, p. 14-25.

254 Kroniek / Chronique

compromissen bereide VNV-prominen­ cus en schreef hij een boek over priester ten, zoals De Clercqs “jeugdigen vriend” Adolf Daens : een vlucht voor de politieke (p. 290) Reimond Tollenaere, moest wor­ rea­liteit ? Hij lijkt volgens de beschikbare den gecorrigeerd. Na het succes van het do­cumenten niet betrokken geweest te VNV en Rex bij de parlementsverkiezin- zijn bij de “geheime politiek” van Staf De gen in 1936 nam Elias deel aan gesprek- Clercq en diens contacten in Duitsland, die ken met katholieke politici die mikten op er ten slotte toe zouden leiden dat de VNV- rechtse concentratie, “tegen de bedreiging leider zich, in een ophefmakende rede in uit Moskou”. Dat leidde in december 1936 november 1940, uitsprak voor collaboratie tot een “beginselakkoord” dat de VNV’ers met de bezetter en zijn partij aandiende als Elias en Hendrik Borginon sloten met de de nationaal-socialistische eenheidspartij­ katholieken Edgard De Bruyne, Gaston in Vlaanderen. Wel had Elias in de zomer Eyskens en Alfons Verbist. In de beide van 1940 deelgenomen aan de vele verken- kampen werd “dit akkoord zonder hart” nende politieke gesprekken met diverse betwist. Elias voerde ook mee de onder­ Belgische politici, die tot een keuze voor handelingen die leidden tot het “geheime” of tegen collaboratie hebben geleid. De akkoord dat het anti-Belgische VNV met VNV’ers zijn de weg van de collaboratie het in Vlaanderen overwegend franskil­ opgegaan, schreef hij na de oorlog, “omdat jonse, maar totalitaire en corporatistische [zij] overtuigd waren dat de beslissing Rex in oktober had gesloten. Dat akkoord door de veldtocht in het Westen gevallen was volgens Bruno De Wever 4 uitermate was, omdat [zij] vaststelden dat de ‘Belgen’ gunstig voor het VNV : zonder dat het die niet gecompromitteerd waren geweest VNV zijn Dietse doelstellingen hoefde op in Limoges op grote schaal bereid waren te geven, zou het samen met Rex ijveren zich aan het nieuwe regime aan te passen; voor een gefederaliseerd België onder de om­dat [zij] vanaf de eerste dagen van de kroon van Saksen-Coburg. Rex zou zelfs bezetting­ konden vaststellen dat er in eigen mee ijveren voor de reïntegratie van de rangen een algemene stroming bestond “taalvervreemden” in de Vlaamse volks­ naar aktief optreden; omdat [zij] in het gemeenschap. Toch kon De Clercq het zijn nationaal bewustzijn van de Vlamingen beweging slechts na met ontslag te hebben geen vertrouwen hadden om het zonder gedreigd door de strot duwen. Elias had leiding te laten” (p. 766). gedacht dat men aldus Léon Degrelle in Vlaanderen de pas zou kunnen afsnijden Toen de VNV-top erop aandrong dat (p. 345). hij zich zou laten benoemen tot burge­ meester-commissaris van Gent, leek hem Pieter Jan Verstraete glijdt vrij snel heen dat een zet van de meer tot onvoorwaar­ over Hendrik Elias’ bedrijvigheid aan het delijke collaboratie geneigde partijgenoten einde van het interbellum. In die dagen om hem uit Brussel weg te houden. In deze herontdekte die zijn roeping als histori- kwestie nam hij een andere houding aan

4 Bruno De Wever, Greep naar de macht. Vlaams-nationalisme en Nieuwe Orde. Het VNV 1933-1945, Tielt, 1994, p. 226.

255 Kroniek / Chronique

Hendrik Jozef Elias tijdens een bezoek aan een speelplein in Mechelen, gebruikt als propagandafoto in de VNV-kalender van 1944. (Foto SOMA)

256 Kroniek / Chronique

dan Reimond Speleers, die er een punt van het ras en zijn voortplanting moeten van had gemaakt dat zijn, eveneens door beschermd­ worden (aldus de sterilisatie de Duitsers gewilde, wederindienstneming van erfelijk gedegenereerden), dat een aan de Gentse universiteit formeel een volk zich moet beschermen tegen Joodsche be­slissing van de Belgische overheid zou infiltratie­ en Joodsche besmetting […] zijn. De jurist Hendrik Elias tilde er niet De rassenpolitiek­ der SS is in haar wezen zwaar aan, dat hijzelf, na verwijdering van grof mate­rialistisch en getuigt in haar een Belgische secretaris-generaal, door praktische gevolgtrekkingen (likwidatie de Militärverwaltung­ werd benoemd. Bij der geestelijk ongeneesbaren en der Joden zijn eer­ste optreden zei hij dat hij op het bvb.) van een absoluut gebrek aan eerbied stad­huis zat als de burgemeester van zijn voor het leven en voor de menschelijke Vlaams-nationaal-socialistische organ- persoonlijkheid” (p. 574-575). Ondanks isatie en he­kelde hij de koppigheid van die laatste zinsnede hadden tijdens de de “Belgische heren” die zich tegen zijn oorlog in de verslagen van Hendrik Elias’ benoeming had­den verzet (p. 480). partijkrant Volk en Staat over diens vele, telkens weer door een “geëlectriseerd”­ Je wil als lezer uiteraard ook graag weten publiek met “eindeloze ovaties”­ toege- hoe de latere VNV-leider tegen de joden­ juichte toespraken, die Verstrae­te uitvo- vervolging heeft aangekeken. Een aan­ erig citeert, zelden de uitvallen naar het tekening uit de zomer van 1941 van Rei­ “Joodsche kapitalisme en het Joodsche mond Speleers onthult dat men er zich in bolsjewisme” ontbroken. De biograaf het VNV aan ergerde dat de Duitsers zich vraagt zich niet af waarom de historicus op de Belgische wettelijkheid beriepen om Elias de politicus niet verhinderd heeft de unitaire staatsstructuur intact te laten, ook dat intellectueel onzinnig en in zijn terwijl met de maatregelen tegen de Joden conse­quenties nefaste woordgebruik in die wettelijkheid wel werd overschreden. de mond te nemen. Volgens Pieter Jan Verstraete, die zich be­treffende dit cruciale probleem tot In de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaam­ een paar regels en een voetnoot beperkt, se Beweging (Tielt, 1998) heeft Bruno De “[beschouwde]­ Elias de Joden niet als Wever de politiek van Hendrik Elias als volks­genoten. Het is alsof hij wilde onder­ leider van het VNV beschreven. Pieter Jan strepen dat het Vlaams-nationalisme geen Verstraete voegt er weinig nieuwe gegevens uitstaans met het jodenvraagstuk had. aan toe. Ofschoon hij zich realiseerde Over de jodenvervolging repte hij met dat zijn voorganger zich te ver in de geen woord”. Hij heeft er zich toch niet colla­boratie had gewaagd, heeft het Elias tegen verzet ! Na de oorlog, in november ont­broken aan de macht om het roer te 1945, schreef hij aan zijn advocaat : “Ik ben wen­den en naar veler oordeel ook aan de bvb. partijganger van het racisme, in dezen moed daartoe. Hij kantte zich tegen de zin dat ik geloof aan het waarde-onders- verduit­sing van Vlaanderen en tegen de cheid der rassen, dat ik tegenstander ben Groot-Germaanse annexatiepogingen die van rassenversmelting of vermenging de SS, met behulp van de concurrerende (bvb. De Franse negerpolitiek), dat ik de na­tionaal-socialistische partij de DeVlag me­ning ben toegedaan dat de gezondheid als politiek programma nastreefde. Zoals

257 Kroniek / Chronique

Staf De Clercq bleef hij er zonder succes zich in een SS-divisie te laten inlijven. voor strijden dat de Duitsers het VNV als Tijdens het von Rundstedt-offensief in de enige nationaal-socialistische partij de­cember 1944 weigerde hij een onderge­ in Vlaan­deren zouden erkennen. Bin­ schikte functie te aanvaarden in dienst van nen het VNV bestreed hij de oppositie de tot “landsleider” benoemde DeVlag- van Diets­gezinde dissidenten en begon leider Jef Van de Wiele. Daarop werd hij hij in de bestaande Belgische staat een politiek “kaltgestellt” en geïnterneerd in waarborg te zien tegen verduitsing en an- een hotel in de Beierse stad Obersdorff. nexatie. Maar ook nadat uit briefwisseling­ Daar werd hij in mei 1945 door Franse en gesprekken met de bezettingsoverheid,­ troepen gearresteerd. Op 16 oktober de stopzetting van de werving van vrijwil- 1945 werd hij aan het Belgische gerecht ligers voor het Oost­front, en ten slotte, uitgeleverd en naar de Gentse gevangenis op 29 februari 1944, uit een gesprek met overgebracht. Ondertussen had de Gentse Reichsführer SS und Chef der deutschen krijgsraad hem bij verstek tot de doodstraf Polizei Heinrich Himmler, gebleken was ver­oordeeld. dat het VNV die monopoliepositie niet zou krijgen, zette hij de collaboratie voort. Frans van der Elst, advocaat, Vlaams- Het VNV ging door met het werven van nationalist, al zwaar belast met tal van soldaten, nu voor de Kriegsmarine, waar repressiezaken, nam de verdediging van de politieke scholing van de manschap- de VNV-leider op zich. Er ontwikkelde pen, evenzeer als in de Waffen-SS, onder zich een bijzondere relatie tussen de beide het toezicht van Himm­ler stond. De mannen. Van der Elst was voor Hendrik leider verkondigde verder zijn geloof in Elias niet alleen een onvermoeibare de Duitse eind­overwinning en sloot dis- verdediger en een raadsman, hij werd een sidenten uit. Later zou hij zich ver­dedigen beschermer en, tot over de dood heen, met het argument dat het VNV te zeer in een trouwe vriend. Hij bewaarde piëteits­ de militaire, politieke en adminis­tratieve vol de honderden brieven, memoranda collabora­tie geëngageerd was en dat de en nota’s die Elias hem, met het oog op meeste betrokkenen niet bereid zouden zijn proces, en later in verband met zijn zijn om hun verworven posities zo maar nieuw werk als historicus, gedurende zijn op te geven. Zijn biograaf neemt vrede ge­vangenisjaren heeft geschreven. Aldus met die uitleg en schrijft : “Hij was daar­bij ont­stond een ongemeen interessant ar- ook maar een mens van vlees en bloed en chief, waartoe Pieter Jan Verstraete voor schrok terug voor de eventuele ge­volgen” het schrijven zijn biografie toegang heeft (p. 612). Een vergoelijking die in de be- gekregen. Het verhaal van de berechting schreven context allerminst over­tuigt. van Elias vervult de lezer met groot respect voor de wijze waarop de toen nauwelijks In september 1944 vluchtte Hendrik Elias 25-jarige advocaat de zaak van zijn meest naar Duitsland. Hij vond een onderkomen bekende cliënt heeft behartigd. in Lippstadt. Hij weigerde er nog politieke activiteiten onder de “émigrés” uit te oefe­ Zowel door de krijgsraad (14 mei 1947) nen en ontraadde discreet de gevluchte als in hoger beroep door het krijgshof VNV’ers aan te sluiten bij de DeVlag en (16 oktober 1947) werd Hendrik Elias tot

258 Kroniek / Chronique

de doodstraf veroordeeld. Het Hof van Elst, hierin door Hendrik Elias aangemoe­ Cas­satie verwierp op 2 februari 1948 het digd, op zijn beurt in de politiek gestapt cas­satieverzoek dat Frans Van der Elst en en in 1954 stichter en voorzitter van de zijn andere advocaten hadden ingediend. Volksunie geworden. Bij de schoolstrijd- Zijn raadslieden richtten daarop een verkiezingen van 1958 behaalde de CVP genade­verzoek aan de prins-regent, dat een grote overwinning. Van der Elst werd Elias niet had willen ondertekenen. Hij het enige kamerlid van zijn partij. Gaston verbleef gedurende meer dan drie jaar Eyskens vormde een minderheidsreger- in de dodencel.­ In 1951 werd zijn straf ing en kreeg bij de vertrouwensstemming in levenslange hechtenis omgezet. Pieter in de Kamer de beslissende stem van Jan Verstraete beschrijft de achtereen- het VU-kamerlid. Volgens Van der Elsts volgende stadia in de berechting nogal gedenk­schriften was zijn enige voorwaarde eenzijdig vanuit het standpunt van de ge­weest dat zijn cliënt vrijgelaten zou verdediging. Met de be­klaagde ergert hij worden en had de eerste minister hem dat zich aan het optreden van de in de Vlaams- beloofd. In zijn memoires spreekt Eyskens nationalistische hagiografie verketterde dat tegen. Van der Elst is later bij zijn ver- auditeur Egidius Spanoghe. Wel nuanceert haal gebleven (p. 960). Heeft Verstraete hij het verhaal als zou Elias zich tijdens de zich niet afgevraagd of de ja-stem van Van repressie weinig moedig hebben gedragen der Elst niet ook was ingegeven door de en zijn verantwoordelijkheid­ voor de angst dat eventuele nieuwe verkiezingen VNV-politiek hebben ontkend. Zijn eigen de Volksunie toen wellicht haar enige zetel proces zou wel eens het proces van het gekost zouden hebben ? VNV kunnen zijn geworden en met het oog daarop bereidde hij zijn verdediging Hendrik Elias werd ten slotte in vrijheid voor. Ondertussen weigerde hij wel, met gesteld op kerstavond 1959. In de penibele instemming van zijn auditeur en zijn ad- gevangenisomgeving had hij ondertussen vocaat, als getuige op te treden telkens er zijn bedrijvigheid als historicus hervat. een VNV’er op de be­klaagdenbank zat. Hij Hij had, mede met het oog op zijn verde- bleek wel bereid verklaringen af te leggen diging, memoires geschreven en hij had die kameraden konden redden, in zover ontelbaar veel publicaties over de Vlaamse zij niet iets be­weerden dat hij niet als waar beweging tot 1914 bestudeerd. Aan de beschouwde of waarvoor hij de verant- hand van zijn nota’s voltooide hij zijn woordelijkheid afwees. Voor zijn rechters vierdelige Geschiedenis van de Vlaamse verloochende hij zijn verleden niet. Hij gedachte (Antwerpen,­ 1963-1965) en wilde enkel erkennen­ dat hij zich vergist schreef hij later het vier­delige Vijfen- had in de mogelijk­heid om samen met de twintig jaar Vlaamse beweging 1914-1939 bezetter een loyale collaboratiepolitiek te (Antwerpen, 1969). Zijn gedenkschriften voeren (p. 880). bleven ongepubliceerd.­ Hij schreef ook enkele rake portretten van medestand- In de tweede helft van de jaren 1950 werd ers (Reimond Speleers, Victor Leemans, van diverse zijden aangedrongen op zijn Hendrik Bor­ginon) die als bijlage in dit vrijlating. Ondertussen was Frans Van der boek werden opgenomen.

259 Kroniek / Chronique

De Geschiedenis van de Vlaamse gedachte gedachte de Frans Van Caewelaertprijs in werd, zoals uit de vele door Pieter Jan Ver­ de wacht. straete enthousiast geciteerde recensies bli- jkt, in Vlaanderen als een standaardwerk In 1973-1975 verscheen de Encyclope- toegejuicht. Het kwam tot een rel, toen die van de Vlaamse Beweging. Men kan een jury op 11 april 1969 adviseerde dit er niet echt over verbaasd zijn dat de werk van Hendrik Elias te bekronen met uitgever, bij ontstentenis van noemen- de Prijs voor Letterkunde van de Vlaamse swaardige aan­dacht van de toenmalige Provincies­ 1968 voor een monografie. De academische ge­schiedschrijving voor dit betrok­ken bestendige deputaties namen onderwerp, een beroep had gedaan op de het voor­stel aan, alhoewel de socialistische medewerking van de auteur van het recent depu­tatieleden hadden tegengestemd. verschenen standaardwerk Geschiedenis De daar­opvolgende polemiek – waaruit van de Vlaamse­ gedachte. De voormalige Verstraete alweer uitvoerig citeert – ging VNV-leider werd bij dat project, samen nauwelijks over de verdiensten van het met de Neder­landse historicus Arie W. bekroonde werk, maar hoofdzakelijk Willemsen, aan­getrokken als adviseur over de vraag of men een ‘foute auteur’ van de redactie. Dat was voor sommige met een prijs geput uit overheidsgeld aangeschreven mede­werkers, zoals de mocht bekronen. Mis­schien leverde de conservator van het Ar­chief en Museum polemist Julien Wever­bergh, die volgens voor het Vlaamse Cul­tuur­leven (AMVC Verstraete niet goed be­greep waarover de ), Gerard Schmook, een reden om af te heibel ging, wel het eni­ge ter zake doend haken (p. 1053). Helemaal verwonderlijk argument tegen de toekenning­ van die lit- was het toen ook niet dat Frans Van der eraire prijs. Hij hekelde in Vrij Nederland, Elst, van wie in 1974 ook in de Bijdragen overdrijvend, de literaire kwaliteit van het tot de Geschiedenis van de Twee­­de Werel- werk, “de kenmerkende­ dorre stijl, ontsi- doorlog een artikel over de lei­der van het erd door lyrisch-bombastisch-germaanse­ VNV zou verschijnen 5, het lemma “Elias” ontboezemingen” waarin het boek naar had geschreven. Voldoende argumenten zijn oordeel was geschreven (p. 1026). voor een volgende generatie van historici Noch de toenmalige tegenstan­ders, noch om een kwarteeuw later, in een bijdrage Verstraete hebben blijkbaar op­gemerkt in de Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse dat er, blijkens het verslag, in de jury geen Beweging (Tielt, 1998), de staf te breken enkele vakhistoricus zitting had gehad. En over de inderdaad in bepaalde onderdelen dat gewaardeerde werken van Karel van amateuristische en geëngageerde­ editie Isacker, Herman Servotte, Lieven Rens van 1973, die niettemin ontegensprekelijk­ en Bernard Kemp het tegen dat van Elias de aanzet heeft gegeven tot de verweten- hadden moeten afleggen. Ook sleepte Elias schappelijking van de ge­schied­schrijving voor zijn Geschiedenis van de Vlaamse van de Vlaamse be­weging 6.

5 Frans Van der Elst, “Dr. Elias als leider van het VNV”, in Bijdragen tot de Geschiedenis van de Tweede Wereld­­ oorlog, nr. 3, 1974, p. 83-105. 6 Jo Tellebeek, “Historiografie”, in Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, dl. I, Tielt, 1998, p. 117-171.

260 Kroniek / Chronique

Hendrik Jozef Elias naast Christian Turcksin, leider van de Vlaamsche Wachtbrigade (links) en de Luftwaffe-generaal Wimmer (rechts). (Foto SOMA)

Albert De Jonghe, die in een vorig leven voormalig lid van de DeVlag, nog even door Hendrik Elias was aangetrokken als met de VNV-tegenstander van destijds medewerker aan Volk en Staat (p. 380), had wilde afrekenen, en tegelijk ter attentie van Frans Van der Elst vooraf een aantal cor­ het Navorsings- en Studiecentrum voor recties aan zijn artikel voor de Bijdragen de Geschiedenis van de Tweede Werel- voorgesteld waarmee de auteur rekening doorlog, waar hij een nieuwe werkkring had gehouden (p. 1072). Het maakte had gevonden, zijn wetenschappelijke enige ophef dat De Jonghe in 1975-1976, betrouwbaarheid wilde illustreren. Zoals in twee eindeloos uitgesponnen stukken ook het artikel waarin de nooit voor enige in het Belgisch Tijdschrift voor Nieuwste polemiek beduchte Lode Wils in 1992 in Geschiedenis­ (BNTG), alinea na alinea de Wetenschappelijke Tijdingen (WT) de his- voorstel­ling van Elias’ advocaat als “van toricus Elias kritisch herdacht, verwekte nul en ge­nerlei waarde” (p. 1077) had het ergernis bij de achterban van diens aangevallen 7. Het is alsof de historicus, blijvende bewonderaars 8. Daartoe behoort

7 Albert De Jonghe, “H. J. Elias als leider van het Vlaams-Nationaal Verbond. Kanttekeningen bij een artikel van Frans Van der Elst”, in BTNG, jg. 6, nr. 3-4, 1975, p. 197-238 en jg. 7, nr. 3-4, 1976, p. 239-423. 8 Lode wils, “Elias of het gevecht met de geschiedenis”, in WT, jg. 51, nr. 4, 1992, p. 193-204.

261 Kroniek / Chronique

ook Pieter Jan Verstraete, die onder zijn beschouwingen over Elias als historicus diens handtekening afdrukt (p. 1087).

Ook aan Albert De Jonghe heeft Pieter Jan Verstraete enkele jaren terug een korte biografie gewijd. Gelukkig voor hem heeft De Jonghe deze beschouwingen niet ho- even te schrijven over dit volumineuze, overvloedig geïllustreerde en rijk gedocu­ menteerde werk, dat toch te veel vragen onbeantwoord laat.

* Joris Dedeurwaerder (°1935) is licentiaat Ger­ maanse filologie (RU Gent, 1958), ere-ambtenaar van het Vlaams Parlement en auteur van Professor Speleers, een biografie (Antwerpen/Gent, Perspectief Uitgaven en Academica Press, 2002)

262