ONGECORRIGEERD STENOGRAM (Aan Dit Verslag Kunnen Geen Rechten Worden Ontleend)
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
1 ONGECORRIGEERD STENOGRAM (Aan dit verslag kunnen geen rechten worden ontleend) ONGECORRIGEERD STENOGRAM (Aan dit verslag kunnen geen rechten worden ontleend) CONCEPTVERSLAG VAN EEN NOTAOVERLEG OVER: Langdurige zorg Desgewenst kunt u correcties in de weergave van uw woorden aanbrengen. U wordt verzocht, deze correcties uiterlijk vrijdag 14 juni te 12.00 uur aan de Dienst Verslag en Redactie te retourneren. Het is voldoende, alleen gecorrigeerde blaadjes aan ons terug te zenden, eventueel per fax. Hebben wij op het moment van het verstrijken van de correctietermijn geen reactie ontvangen, dan gaan wij ervan uit, dat u instemt met de weergave van uw woorden. Let op! Neem voor uitstel van de uiterste correctiedatum contact op met de griffier van de desbetreffende commissie. Inlichtingen: tel. 3182104 / 3183019. Faxnummer Dienst Verslag en Redactie 070-3182116. VERSLAG VAN EEN NOTAOVERLEG Vastgesteld De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport<1> heeft op 10 juni 2013 overleg gevoerd met staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over: - de brief "Hervorming langdurige zorg: naar een waardevolle toekomst" van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 25 april 2013 (30597, nr. 296); - de brief van staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 11 februari 2013 met de reactie op verzoek van het lid Leijten inzake het akkoord met koepelorganisaties over de AWBZ (30597, nr. 284); - de brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, d.d. 21 maart 2013 met de reactie op het rapport "De vergrijzing voorbij" (29282, nr. 175); - de brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 27 mei 2013 inzake de vergelijking van de langdurige zorg in Frankrijk en Nederland (30597, nr. 299); - de brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 7 maart 2013 over de tariefkorting ZZP 2011-2012 (30597, nr. 287); -.de brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport d.d. 3 juni 2013 inzake het verslag schriftelijk overleg inzake Tariefkorting ZZP 2011- 2012 (Kamerstuk 30597, nr. 287) (2013Z10978). 2 ONGECORRIGEERD STENOGRAM (Aan dit verslag kunnen geen rechten worden ontleend) Van dit overleg brengt de commissie bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit. De voorzitter van de vaste commissie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Neppérus De griffier van de vaste commissie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Teunissen Voorzitter: Neppérus Griffier: Clemens Aanwezig zijn elf leden der Kamer, te weten: Agema, Bergkamp, Otwin van Dijk, Dik- Faber, Keijzer, Krol, Leijten, Neppérus, Van der Staaij, Voortman en Van 't Wout, en staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, die vergezeld is van enkele ambtenaren van zijn ministerie. De voorzitter: Goedemorgen. Ik open dit overleg over de langdurige zorg. Ik heet welkom de staatssecretaris, de mensen op de publieke tribune, de mensen die dit debat thuis volgen en mijn collega's. De sprekersvolgorde wordt vandaag bepaald door fractiegrootte. De spreektijd, die vooraf is vastgesteld, is voor eerste en tweede termijn samen. Ik laat de interrupties redelijk vrij, maar daarbij geldt dat een interruptie in twee etappes wordt gedaan. Ik vraag de leden om enige zelfbeheersing op te brengen, want anders moet ik alsnog regels stellen. Aangezien we ervoor hebben gekozen om lang te kunnen spreken in dit overleg, begin ik zonder beperkingen. Mocht het nodig zijn, dan volgen er wel beperkingen in dat kader. Ik noem voor de duidelijkheid nog even de leden in de volgorde waarin zij aan tafel zitten: mevrouw Agema van de PVV, de heer Van 't Wout van de VVD, de heer Otwin van Dijk van de PvdA, mevrouw Bergkamp van D66, mevrouw Leijten van de SP, de heer Krol van 50PLUS, mevrouw Voortman van GroenLinks, de heer Van der Staaij van de SGP en mevrouw Dik-Faber van de ChristenUnie. Het woord is aan de heer Van 't Wout. De heer Van 't Wout (VVD): Mevrouw de voorzitter. Vandaag spreken wij de hele dag over de hoofdlijnenbrief langdurige zorg. Het is goed dat wij daar zo uitgebreid de tijd voor nemen. Het is ook goed om tegelijk te bedenken dat we er vandaag zeker niet de laatste keer over spreken. Een hoofdlijnenbrief vergt op tal van zaken immers nog uitwerking, al was het alleen maar in de diverse wetsvoorstellen die wij in deze Kamer uitgebreid zullen gaan behandelen. Dit onderwerp, de langdurige zorg en de hoofdlijnenbrief verdienen die grote aandacht. Het is een van de grootste hervormingen van de langdurige zorg in Nederland in de geschiedenis en een van de grootste hervormingen van dit kabinet. Deze hervorming is wenselijk en noodzakelijk. Ik begin met een groot compliment aan de staatssecretaris. Hij is sinds het aantreden van dit kabinet onvermoeibaar in de weer geweest om zo veel mogelijk partijen, zowel in dit huis als in het zorgveld, te betrekken bij de uitwerking van het 3 ONGECORRIGEERD STENOGRAM (Aan dit verslag kunnen geen rechten worden ontleend) regeerakkoord. Ik hoor daar vanuit het veld grote waardering voor. Het is ook wenselijk dat bij een ingrijpende hervorming als deze gezocht wordt naar zo breed mogelijk draagvlak en gebruikgemaakt wordt van alle kennis en opvattingen die in de praktijk aanwezig zijn. Uiteindelijk leidde dit brede overleg tot een zorgakkoord, waarbij werkgevers en werknemers het kabinet vonden in een uitwerking van het regeerakkoord zoals nu ook vervat is in de hoofdlijnenbrief. Het feit dat werkgevers en werknemers bereid zijn om de hervorming te steunen en hun nek uit te steken, onderstreept voor de VVD weer eens dat nut en noodzaak van deze hervormingen door velen worden onderschreven. De Tweede Kamer heeft op initiatief van D66 twee dagen hoorzittingen georganiseerd met betrokken partijen. Ook dat initiatief werd volgens mij door veel aanwezigen op prijs gesteld. Ook daar zagen we een grote bereidheid van alle partijen om mee te denken en steun voor de richting die het kabinet inslaat. Natuurlijk werden ook zorgen en kritiek geuit, soms op heel concrete punten en soms op een meer abstract niveau. Het is ondenkbaar dat wij uiteindelijk alles en iedereen tegemoet kunnen komen en tevreden kunnen stellen, al was het maar omdat ook in het zorgveld zelf soms verschillende opvattingen leven. De VVD zal in de verdere uitwerking van de hoofdlijnenbrief een luisterend oor houden voor signalen en opvattingen uit de praktijk. Ik ben ervan overtuigd dat dit ook geldt voor de staatssecretaris. Al jaren maakt de VVD zich grote zorgen over de stijgende kosten in de zorg. De kosten van de AWBZ zijn in de afgelopen decennia gegroeid van 275 miljoen naar ruim 25 miljard euro. Sinds 2000 stegen de kosten voor de zorg met 4,3% per jaar. Dat is vele malen meer dan de economische groei, zeker nu wij zoals vorig jaar zelfs economische krimp hadden. De vergrijzing en de structureel veranderende economische omstandigheden vereisen dat wij stevige hervormingen doorvoeren en ook moeilijke beslissingen durven te nemen. We zitten hier niet alleen om het land tot de volgende verkiezingen goed te besturen; we hebben ook een verantwoordelijkheid voor het Nederland van over tien en twintig jaar. Beslissingen voor je uit schuiven is niets anders dan de rekening op het bordje van komende generaties leggen. Ook de komende generaties hebben recht op goede zorg en op een economie die niet door enorme premies en belastingen in het slop raakt. Daarbij is het belangrijk om te bedenken dat onder dit kabinet vooral sprake is van het afvlakken van de groei van de uitgaven in de zorg. Dat is dus iets heel anders dan keihard snijden. De vraag zou volgens mij dan ook veel meer moeten zijn hoe wij het voor het grote bedrag dat wij, ook in internationaal perspectief, in 2017 nog steeds uitgeven aan de langdurige zorg, zo goed mogelijk kunnen regelen. Optimalisering en verbetering zijn immers op veel terreinen nodig en mogelijk: van bureaucratische indicatieprotocollen naar persoonlijk maatwerk, van denken in wat mensen niet kunnen naar kijken naar wat zij wel kunnen, het activeren van onze samenleving om niet voor alle solidariteit alleen naar de overheid te kijken, het wegnemen van bureaucratie en het aan professionals teruggeven van vertrouwen en verantwoordelijkheid. De gemeenten zijn bij deze hervormingen een onmisbare partner. Zij worden verantwoordelijk voor een veel groter deel van het zorgdomein, maar ook voor het werkdomein en het jeugddomein. Zij worden verantwoordelijk voor de omslag in het denken, waarbij wij ons focussen op participatie, op wat mensen en hun omgeving wel kunnen. De gemeenten willen deze verantwoordelijkheid ook en de VVD steunt die decentralisatie van harte. Het bestuur moet altijd zo dicht mogelijk bij de mensen 4 ONGECORRIGEERD STENOGRAM (Aan dit verslag kunnen geen rechten worden ontleend) liggen. Dat geldt zeker voor de taken in het sociale domein. Het succes van de decentralisatie van de WWB moge een lichtend voorbeeld zijn voor de uitdagingen waar we nu voor staan. Mevrouw Leijten (SP): Er wordt gezegd hoe dit allemaal zal worden uitgevoerd. Volgens mij is dat ontzettend wishful thinking, want de gemeenten hebben gezegd dat zij wel die 10 miljard willen maar geen regels. Sterker nog: de gemeenten stellen het compensatiebeginsel ter discussie. Dat compensatiebeginsel is juist een verworvenheid van de VVD in de Wmo. Ik zou dus graag willen weten hoe de VVD staat ten opzichte van het pleidooi van de VNG om het compensatiebeginsel te laten varen. De heer Van 't Wout (VVD): Je zou bijna denken dat mevrouw Leijten inzage heeft gehad in mijn tekst, want dit is precies waar ik in mijn volgende alinea aan toe zou komen. Voor deze hervorming is het volgens de VVD cruciaal dat wij gemeenten ook echt in staat stellen om de decentralisatie succesvol vorm te geven. Dat betekent dat je ook echt moet decentraliseren. We moeten vanuit Den Haag nu of later dus niet weer allerlei beperkingen, bureaucratische lasten of beleidsrichtingen voorschrijven.