PDF Van Tekst

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

PDF Van Tekst Populaire prozaschrijvers van 1600 tot 1815 M. Buisman J.Fzn. bron M. Buisman J.Fzn., Populaire prozaschrijvers van 1600 tot 1815. Romans, novellen, verhalen, levensbeschrijvingen, arcadia's, sprookjes. B.M. Israël, Amsterdam z.j. [1960]. Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/buis006popu01_01/colofon.htm © 2003 dbnl / erven M. Buisman J.Fzn. 5 Voorrede ‘Heeft men in de laatste jaren moeite noch kosten gespaard om al wat het huiselijk leven onzer vaderen illustreert, hun huisraad, hun vaatwerk, hun kleeding, in musea bijeen te brengen, van minstens even groot belang mag het heeten kennis te maken met datgene waarmee zij hun hoofd en hart stoffeerden, al beantwoordt dit ook in mindere mate dan hun huisraad aan de eischen der schoonheidsleer’. Deze woorden schreef F. Adama van Scheltema, schoonzoon en opvolger van Frederik Muller, ter inleiding van een in 1893 verschenen catalogus van ‘Populaire prozaschrijvers der XVIIe en XVIIIe eeuw’. Dit was de eerste, uiterst verdienstelijke poging om de aandacht te vragen voor een ‘vergeten hoofdstuk’ van onze nationale letterkunde. Wie de litteratuur van een volk bestudeert, zal in de eerste plaats de beste auteurs willen leren kennen en zich vervolgens misschien ook met de mindere goden bezig gaan houden. Maar verder zal de litteratuurminnaar niet licht komen. Iedere letterkunde heeft nu eenmaal haar ‘officiële’ grenzen, die door de gepatenteerde critici streng bewaakt worden. Nu en dan moge er eens een miskend genie ontdekt worden of een onbekend auteur die invloed uitgeoefend heeft op een onsterfelijke - wie eenmaal buiten de tempel staat, zal niet gemakkelijk toegelaten worden. En tòch: deze ‘populaire prozaschrijvers’ (om de term aan te houden; men zou ook van onder-litteratuur of a-litteratuur kunnen spreken) - zij mogen dan niet in tel zijn, hun werk moge onder de litteraire maat blijven en veelal een andere oorsprong hebben dan poëtische scheppingsdrift, uit litterair-historisch en -sociologisch oogpunt zijn zij allerminst onbelangrijk. Is de officiële litteratuur bestemd voor de ‘happy few’, voor de ‘highbrows’, de populaire auteurs schrijven voor de massa, die, naar Schopenhauer's woord, altijd één persoon meer telt dan men denkt! Tenslotte is de letterkunde minder sterk afgegrendeld dan de critici ons willen doen geloven. Hoeveel impulsen heeft de ‘hogere’ litteratuur niet ontvangen uit de ‘lagere’, al was het alleen maar door jeugdherinneringen, hoe vaak is de dichter niet geïnspireerd door een populair motief? Men zou de stelling kunnen verdedigen, dat de klare stroom van de letterkunde oorspronkelijk voortkomt uit de soms troebele onderstroming van vulgair ‘leestuig’. Is de kennis van wat de menigte las en leest niet onmisbaar voor de kennis der cultuurgeschiedenis? Juist de populaire litteratuur vormt een spiegelbeeld misschien niet van de realiteit, maar wèl - wat nog belangrijker is - van de wensen en dromen van het volk. Maar hoe deze onder-litteratuur te leren kennen, waar zijn deze boeken M. Buisman J.Fzn., Populaire prozaschrijvers van 1600 tot 1815 6 en boekjes te vinden? Hachelijke taak, want in de loop der tijden was de houding jegens hen van de officiële boekenbewaarders, de bibliothecarissen, niet anders dan die van de geschiedschrijvers der letterkunde. Wat men niet acht, pleegt men te negeren. Zodoende is het eeuwenlang traditie geweest dit genus boeken niet in de bibliotheken op te nemen met het treurige gevolg, dat er van de populaire geschriften uit de eerste eeuw van de boekdrukkunst vrijwel niets bewaard is. Maar gelukkig zijn er bibliofielen, eigenzinnige lieden, die tegen de draad ingaan. Begaafd met een fijne neus voor wat ‘raar en curieus’ is, willen zij juist verzamelen waar anderen op neerzien. Zulk een verzamelaar was bv. in de XVI eeuw de zoon van Columbus, Fernando Colombo, die overal waar hij op zijn reizen kwam, met ware hartstocht ‘kleingoed’ kocht, populaire boekjes en pamfletten, die hij bij duizenden bijeenbracht in de eens zo vermaarde ‘Colombina’ in Sevilla. Aan dergelijke verzamelaars is het te danken, dat er op dit gebied nog 't een en ander bewaard gebleven is. In Nederland waren er in de XIXe eeuw enkele bibliofielen, zoals Alberdingk Thijm en Isaac Meulman, die oog hadden voor het belang van de ‘populaire prozaschrijvers’. Natuurlijk begreep Frederik Muller, de man die men de redder van het Nederlandse oude boek mag noemen, dat hier een belangrijk verzamelobject lag en gedurende een halve eeuw verzamelden hij en zijn opvolgers alles wat hen op dit gebied in handen kwam. Het resultaat van dit pionierswerk was de bovengenoemde catalogus van bijna 1100 nummers. Dit voorbeeld vond navolging. In 1907 gaf de bekende Amsterdamse antiquaar R.W.P. de Vries een dergelijke catalogus uit. De belangstelling der liefhebbers was nu gewekt. Een groot gedeelte van de door Muller en de Vries aangeboden collecties vonden hun weg naar de bibliotheek van de Amsterdamse bibliofiel F.G. Waller, wiens verzameling beschreven werd door Mej. Emma Dronckers in een uitvoerige, zorgvuldig geredigeerde catalogus. Na het overlijden van de Heer Waller in 1934, werd zijn boekerij aangekocht door de Koninklijke Bibliotheek te 's Gravenhage, waar zij een blijvend thuis gevonden heeft. Maar ook andere liefhebbers wierpen zich op dit genre. Met ere moet genoemd worden de Rotterdamse bibliofiel J.F.M. Scheepers, die met onvermoeide speurzin een rijke collectie op dit gebied bijeenbracht. Tijdens de bezetting bezweek deze begaafde verzamelaar in een Duits concentratiekamp en in de jaren 1947 en 1949 werden zijn boeken geveild en wijd en zijd verspreid. Gelukkig houden de keurige, door wijlen G.W. Schultz met zoveel liefde en kennis bewerkte catalogi de heugenis aan deze unieke boekerij levendig. Sinds jaar en dag was de verzamelaar M. Buisman J.Fzn. te Ede een vriendschappelijk mededinger van de Heer Scheepers. Niet alleen wat hij voor zijn eigen rijke collectie verwierf, beschreef hij nauwkeurig, maar van alle boeken op zijn gebied, die hem in bibliotheek of boekhandel onder ogen kwamen, hield hij aantekening. Wat is dit gebied? Vergeleken met het door Frederik Muller bestreken terrein heeft de Heer Buisman voor M. Buisman J.Fzn., Populaire prozaschrijvers van 1600 tot 1815 7 zijn verzameling een enger kader gekozen. Terwijl Muller ook de populaire werken over theologie en moraal, over geschiedenis en aardrijkskunde verzamelde, beperkt de Heer Buisman zich tot de populaire belletrie van de XVIIe en XVIIIe eeuw, de romans, novellen, verhalen, sprookjes enz., waarbij hij ook veelgelezen werken opneemt van schrijvers, die tot de ‘hogere’ litteratuur behoren. Twee genres, die volgens hem een afzonderlijke behandeling verdienen, zijn uitgesloten: de volksboeken (hierover bezitten wij thans het werk van Dr. Debaene) en de Amadis-romans. Bijzondere aandacht daarentegen besteedt hij aan de ‘roman noir’, waarvan ook de XIXe-eeuwse specimina beschreven worden. 't Was de begaafde antiquaar S. Israel - ook hij zou een slachtoffer van het bruut geweld worden - die de Heer Buisman overreedde om zijn titelbeschrijvingen, waaronder vele die nergens elders te vinden waren, tot een boek te verenigen. Dit geschiedde, het boek werd in 1939 gezet, doch kon gedurende de oorlog niet uitgegeven worden. Bij de strijd om Arnhem ging het zetsel geheel verloren. Met benijdenswaardige energie is de Heer Buisman na de bevrijding opnieuw aan het werk gegaan. Zijn aantekeningen heeft hij wederom verzameld en aangevuld. Daarbij deden zich verschillende moeilijkheden voor: deze beschrijvingen waren oorspronkelijk niet bestemd om gedrukt te worden; in de loop van 35 jaren verzamelen waren allerlei oneffenheden in de beschrijvingen ingeslopen en, tenslotte, een aantal werken, die de verzamelaar op veilingen en bij particulieren gezien had, bleken niet meer te achterhalen. Teneinde de gegevens zo betrouwbaar mogelijk te maken, heeft de Heer F.J. Dubiez zich belast met de moeizame taak om na te gaan welke van de vermelde boeken in een der openbare Nederlandse bibliotheken aanwezig zijn, en vervolgens deze exemplaren vergeleken met de beschrijvingen van de Heer Buisman. Uitdrukkelijk moge er de aandacht op gevestigd worden, dat dit boek niet de pretentie heeft een bibliografie te zijn. Het beoogt niet een volledige opgave te bieden van alle boeken die op dit gebied verschenen zijn. Evenmin maakt het er aanspraak op, dat alle geboden beschrijvingen bibliografisch volmaakt zijn. Oneffenheden waren, zoals gezegd, niet te vermijden en ondanks alle zorg zijn er stellig fouten gemaakt. In weerwil van de bezwaren, die men tegen dit werk zal kunnen aanvoeren, en van de onvolmaaktheden, die het ongetwijfeld aankleven, heb ik gemeend de uitgave van dit boek zo krachtig mogelijk te ondersteunen, niet alleen uit sympathie voor de verdienstelijke verzamelaar Buisman en zijn onvermoeibare medewerker Dubiez, maar vooral, omdat dit boek, naar mijn overtuiging, een waardevolle bijdrage biedt voor de kennis van een vergeten hoofdstuk van onze litteratuurgeschiedenis en een verborgen hoek van onze nationale boekenschat aan het licht brengt. H. De la Fontaine Verwey. M. Buisman J.Fzn., Populaire prozaschrijvers van 1600 tot 1815 8 Inleiding Nu eindelijk deze ‘Naamlijst’ de wereld in gaat, zij het de bewerker vergund, een enkel woord vooraf te geven. Reeds in 1939 persklaar, werd met afdrukken begonnen. De oorlog bracht stagnatie, en in 1944 gingen bij het bombardement van Arnhem copie en reeds afgedrukte vellen verloren. Zo moest het gehele werk opnieuw naar de, gelukkig nog in zijn bezit zijnde aantekeningen en gegevens gereed gemaakt worden. En nu iets over het werk zelf. De jaartallen 1600 en 1815 heeft de bewerker niet willekeurig gekozen. Het eerste sluit niet slechts de zestiende eeuw, een overgangsperiode, af, doch is tevens het begin van onze feitelijke onafhankelijkheid. (Slag bij Nieuwpoort.) Het tweede, waarmee het Koninkrijk der Nederlanden zijn aanvang neemt, beëindigt niet alleen een tijdperk van overgang, maar is ook het begin van een nieuwe tijd, die scherp van de oude gescheiden is. (De oude ‘volksboeken’ werden voor het laatst ongeveer 1819 herdrukt.) Voor de rover- en verschrikkingsromans heeft de bewerker een uitzondering gemaakt, en deze nog een aantal jaren na 1815 opgenomen.
Recommended publications
  • Fheron Newsletter
    PRICE 35 cents FHERON NEWSLETTER VOLUME 7 NO.1 JUNE, 1969. REGISTERED IN AUSTRALIA FOR TRANSMISSION BY POST AS A PERIODICAL HERON SAILS BY "PRIOR" Reg. T. Mk "DESIGNED FOR PERFECTION IN SAILING" IT "LET US ASSIST YOU TO SUCCESS QUOTATIONS EFFICIENT REPAIR SERVICE CONSULT OUR SAIL -LOFT PRIOR SAILS PTY.LTD., 88 INKERMAN STREET. ST. KILDA. VIC. tPHONE: 94 6661 94 6679 Trailers to suit "Herons". 400 x 8 wheels, Timken tapered bearings, 4 ply tyres and many more features that go to make this a first class unit. Galvanised and painted. Fully equipped and registered. Deluxe $130.00 Std. $123.00 Immediate Delivery Deluxe. "YANTFIA TRAILERS" 198 Princes Highway, Phone 59-1135. Cnr. Tantalion Avenue, Arncliffe. 2205. Heron Newsletter, June 1969 (i) "Sidewinder" Australian F.D. Champion and Olympic representative. Olympic performance for your Heron The same knowledge and experience that went Please 'phone or write for details of our Heron into the sails, spars, fitting and rigging of fitting out guide, pre-cut easily assembled build- Sidewinder are available to you. ing kits and racing sails. Our experienced sailing staff is at your service. Our Heron sails are custom made to suit indiv- idual requirements for top racing performance and our specialised Heron fittings are designed We accept reverse charge 'phone calls for sail for maximum strength and efficiency with mini- orders from anywhere within Australia. Prompt mum weight. mail order service. MILLER & T471ITIVORTII .PrYlar" Sail Loft: 52A Spit Road, Spit Junction, N.S.W. 2088 'Phone: 96-6398 969-3558 306 Military Road, Cremorne, N.S.W.
    [Show full text]
  • Adriaan Reland and Dutch Scholarship on Islam Scholarly and Religious Visions of the Muslim Pilgrimage
    chapter 4 Adriaan Reland and Dutch Scholarship on Islam Scholarly and Religious Visions of the Muslim Pilgrimage Richard van Leeuwen The development of Dutch Oriental studies and the study of Islam was from the beginning of the seventeenth century connected with the religious debates between the Catholic Church in Rome and the various Protestant communi- ties in northern Europe. The Protestant scholars subverted the monopoly held by the Vatican on the study of Islam and its polemics against the ‘false’ faith, which was often based on incorrect presuppositions. Debates about Islam became rapidly entangled with opinions about religion in general or about Catholic doctrines and practices more specifically. In their anti-Catholic attitude the Protestant scholars even harboured some sympathy for certain aspects of Islam, although they emphasised that Muhammad should not be considered an authentic prophet. They argued for a more objective examina- tion of Islam, to be able to counter the rivalling faith more effectively. This tendency can be clearly observed in publications about Islam in the Dutch Republic in the seventeenth and eighteenth centuries. One may argue that the Protestant trend in Oriental studies culminated in Adriaan Reland’s famous compendium of Islamic doctrines De religione Mohammedica, which was published in 1705 and was subsequently translated into various languages. The second edition of the book, published in 1717, which was based on authentic Arabic manuscript sources, not only contained a con- cise but detailed survey of the main tenets and practices of Islam, but was also supplemented with a section in which the main European misperceptions of Islam were corrected.
    [Show full text]
  • FRANCIS MARION UNIVERSITY DESCRIPTION of PROPOSED NEW COURSE Department/School H
    FRANCIS MARION UNIVERSITY DESCRIPTION OF PROPOSED NEW COURSE Department/School HONORS Date September 16, 2013 Course No. or level HNRS 270-279 Title HONORS SPECIAL TOPICS IN THE BEHAVIORAL SCIENCES Semester hours 3 Clock hours: Lecture 3 Laboratory 0 Prerequisites Membership in FMU Honors, or permission of Honors Director Enrollment expectation 15 Indicate any course for which this course is a (an) Modification N/A Substitute N/A Alternate N/A Name of person preparing course description: Jon Tuttle Department Chairperson’s /Dean’s Signature _______________________________________ Date of Implementation Fall 2014 Date of School/Department approval: September 13, 2013 Catalog description: 270-279 SPECIAL TOPICS IN THE BEHAVIORAL SCIENCES (3) (Prerequisite: membership in FMU Honors or permission of Honors Director.) Course topics may be interdisciplinary and cover innovative, non-traditional topics within the Behavioral Sciences. May be taken for General Education credit as an Area 4: Humanities/Social Sciences elective. May be applied as elective credit in applicable major with permission of chair or dean. Purpose: 1. For Whom (generally?): FMU Honors students, also others students with permission of instructor and Honors Director 2. What should the course do for the student? HNRS 270-279 will offer FMU Honors members enhanced learning options within the Behavioral Sciences beyond the common undergraduate curriculum and engage potential majors with unique, non-traditional topics. Teaching method/textbook and materials planned: Lecture,
    [Show full text]
  • The Royal Institution of Naval Architects and Lloyd's Register
    The Royal Institution of Naval Architects and Lloyd’s Register Given their common roots in the UK maritime industry, it is not surprising that throughout the 150 years in which the histories of both organisations have overlapped, many members of the Institution have held important positions within Lloyd’s Register. Such connections can be traced back to 1860, when the joint Chief Surveyors, Joseph Horatio Ritchie and James Martin were two of the 18 founding members of the Institution. The Lloyd’s Register Historian, Barbara Jones, has identified others who either worked for Lloyd’s Register in some capacity, or who sat on its Committees, and had a direct connection with the Institution of Naval Architects, later to become the Royal Institution of Naval Architects. Introduction would ensure the government could bring in regulations based on sound principles based upon Martell’s The Royal Institution of Naval Architects was founded calculations and tables. in 1860 as the Institution of Naval Architects. John Scott Russell, Dr Woolley, E J Reed and Nathaniel Thomas Chapman Barnaby met at Scott Russell’s house in Sydenham for the purpose of establishing the Institution. The Known as ‘The Father of Lloyd's Register’, it is Institution was given permission to use “Royal” in 1960 impossible to over-estimate the value of Thomas on the achievement of their centenary. There have been Chapman’s services to Lloyd's Register during his forty- very close links between LR and INA/RINA from the six years as Chairman. He was a highly respected and very beginning. The joint Chief Surveyors in 1860, successful merchant, shipowner and underwriter.
    [Show full text]
  • Ostasiatische Decapoden. V. Die Oxyrhynehen Und Schlussteil
    Überreicht vom Verfasser. Ostasiatische Decapoden. V. Die Oxyrhynehen und Schlussteil. (Geographische Übersicht der Decapoden Japans.) Von Heinrich Balss, München. (Mit 1 Tafel und 2 Textfiguren.) Abdruck aus dem Archiv für Naturgeschichte44. Herausgegeben von Embrik Strand ord. Professor der Zoologie und Direktor des Systematisch-Zoologischen Instituts der Universität Riga «0. Jahrgang 1924 Abteilung A 5. Heft Ausgegeben im September 1924. NICOLAI SC HE VERLAGS -BUCHHANDLUNG R. STRICKER Berlin. Beiträge zur Kenntnis der Lokomotion der Arachniden. 19 Nachtrag während der Korrektur. Durch die Liebenswürdigkeit des Herrn Dr. Penther erhielt ich zwei Exemplare von Eurypelma rubropilosa Auss. aus der Sammlung des naturhistorischen Museums zu Wien. Herr Dr. E. Hesse (Berlin), überließ mir gütigst ein Exemplar von Pterinochilus murinus Pocock. So konnte ich feststellen, daß die Gelenke tetrapneumoner Spinnen in allen wesentlichen Teilen mit denen der Dipneumones übereinstimmen. Die Coxen bilden mit dem Rumpfe ein unechtes Gelenk. Sie inserieren mit einer schmalen, ringförmigen Gelenkhaut, die nirgends durch einen Kondylus unterbrochen ist. Die Rumpfgelenke der Agaleniden Tegenaria und Coelotes sind ganz ähnlich gebaut. Die Coxa hat zwar eine pfannenartige Bildung, aber das Sternum trägt keinen Vorsprung, der den Gelenkkopf dazu bilden könnte. Bei Trochosa terricola Thor., Pirata piscatorius (Clerck) und Lycosa tarsalis Thor, fand ich ähnliche Verhältnisse, nur war die Pfanlie viel schärfer ausgeprägt. Im Gegen- satz dazu besitzen Clubiona pallidula Clerck und Cl. caerulescens L. Koch am Sternum spitze Vorsprünge, die in die Pfanne der Coxa eingreifen. Dasselbe ist bei den Dysderiden Harpactes lepidus C. L. Koch und Segestria senoculata Lin. der Fall. Am stärksten fand ich dies Gelenk bei Dysdera ausgeprägt. Ich werde dies alles in einem besonderen Aufsatze mit Abbildungen klarlegen.
    [Show full text]
  • Yachting Season 2016-2017
    YACHTING SEASON 2016-2017 OFFICIAL OPENING Saturday, 8 October, 2016 ON THE DERWENT Featuring Combined Manoeuvres of the Fleets of THE ROYAL YACHT CLUB OF TASMANIA (General Manager: Daryl Potter) DERWENT SAILING SQUADRON (Secretary/Manager: Shaun Tiedemann) BELLERIVE YACHT CLUB (Commodore: Graham Mansfield ) MOTOR YACHT CLUB OF TASMANIA (General Manager: Julius Fitzgerald) GEILSTON BAY BOAT CLUB (Secretary: Sue Hardwick) CRUISING YACHT CLUB OF TASMANIA (Secretary: Mike Ponsonby) OFFICER IN CHARGE Commodore Matthew Johnston Clubs’ Registrations as at 15 September 2016 GENERAL STARTING TIMES: STARTING INSTRUCTIONS: PROCEDURE: Class Letter Her Excellency Professor the Yacht Black Magic, BYC Honourable Kate Warner, AM, Dinghy & Centreboard Commodore Graham Mansfield, Governor of Tasmania, will take the Classes A 14:00 flying a Code flag “L” will be lead salute from M. L. Egeria moored in boat. The first Class will move off Sullivans Cove. Divisions 1, 2 & 3, at 14:00 followed by Classes in IRC and Farr 40s B 14:05 Starting Time order at the dropping ASSEMBLY: of their Class letter, which will be 9 Metre, Half Ton accompanied by a Sound Signal. C 14:10 Classes will assemble at 13:50 Vessels will proceed via the Red south-east of the Marshalling and Yellow Flag mark in Sullivans Dragons, Derwent, J24 & SB20 Vessel, Amurest, which will be Cove then to M. L. Egeria in single Classes D 14:15 moored south east of the Hobart line astern and they are requested Regatta Ground. This vessel will fly to keep close formation especially Non-Racing Yachts, GBBC and a Blue Flag in the rigging.
    [Show full text]
  • Ex Libris up with the 1849 California Gold Rush
    The Good Life Books 103 racehorse,’ writes Ujifusa. four complete decks, and ‘the graceful Tim Cook with Jobs choosing Cook as CEO over The race to build faster ships sped lines of a racing yacht’. She cost the more interesting Jon Iver while The Genius Who Took Ex Libris up with the 1849 California gold rush. $300,000 to build. Towed to New nearing death. You are compelled to Apple to the Next Level Suddenly, ‘East coast merchants could York after her launch and fitting out, read further to find out why. sell manufactured goods to western she took on cargo and was scheduled Chapter two recognises the Cook as LEANDER KAHNEY gold diggers for hard currency rather to sail for Liverpool in late December the ‘hometown hero’ of Robertsdale, Reviews of a sprightly seafaring saga from the 19th than dubious paper notes.’ Shipments 1853, when a fire in downtown the small town in Alabama he grew century and a tech biography that offers little insight of gold bars and coins back east rose Manhattan spread to the East river as TECHNOPHOBES up in. But not many see the globalised from $4.9 million in 1849 to $42.6 the water froze in leather fire hoses. The and non-Mac users CEO as such. Kahney discovers locals’ million in 1851. In 1849, a passage masts and rigging of the mammoth should be aware criticism of Apple’s lack of presence in from New York to California via clipper were consumed and it was that the only the town. This, we know, is personal: by Christopher Silvester and Rasika Sittamparam Cape Horn might take 180 days; by scuttled, though the hull was later biography available the openly gay Cook is still troubled 1851 the standard for a fast run on resurrected by Captain Nat Palmer, of Tim Cook, by the racism of his neighbourhood, the same route was 100 days.
    [Show full text]
  • I After Conversion
    i After Conversion © García-Arenal, 2016 | doi 10.1163/9789004324329_001 This is an open access chapter distributed under the terms of the CC-BY-NC-ND License. Mercedes García-Arenal - 978-90-04-32432-9 Downloaded from Brill.com06/07/2019 07:07:11PM via Library of Congress ii Catholic Christendom, 1300–1700 Series Editors Giorgio Caravale, Roma Tre University Ralph Keen, University of Illinois at Chicago J. Christopher Warner, Le Moyne College, Syracuse The titles published in this series are listed at brill.com/cac Mercedes García-Arenal - 978-90-04-32432-9 Downloaded from Brill.com06/07/2019 07:07:11PM via Library of Congress iii After Conversion Iberia and the Emergence of Modernity Edited by Mercedes García-Arenal LEIDEN | BOSTON Mercedes García-Arenal - 978-90-04-32432-9 Downloaded from Brill.com06/07/2019 07:07:11PM via Library of Congress iv This is an open access title distributed under the terms of the CC-BY-NC-ND License, which permits any non-commercial use, distribution, and reproduction in any medium, provided the original author(s) and source are credited. The Library of Congress Cataloging-in-Publication Data is available online at http://catalog.loc.gov LC record available at http://lccn.loc.gov/ Want or need Open Access? Brill Open offers you the choice to make your research freely accessible online in exchange for a publication charge. Review your various options on brill.com/brill-open. Typeface for the Latin, Greek, and Cyrillic scripts: “Brill”. See and download: brill.com/brill-typeface. issn 2468-4279 isbn 978-90-04-32431-2 (hardback) isbn 978-90-04-32432-9 (e-book) Copyright 2016 by the Editor and the Authors.
    [Show full text]
  • The Manuscript Collection of Adriaan Reland in the University Library of Utrecht and Beyond
    Chapter 11 The Manuscript Collection of Adriaan Reland in the University Library of Utrecht and Beyond Bart Jaski When on 4 November 1700 Adriaan Reland (1676–1718) was appointed as pro- fessor of Oriental languages at the Faculty of Philosophy of the University of Utrecht, this was something of a break with the past. In effect, he succeeded Johannes Leusden, who had taught the sacred languages at the Faculty of Theology from 1650 until his death in 1699, and had published widely on Greek, Hebrew, Aramaic and Syriac in relation to biblical texts. Leusden had been a faithful pupil of the strict Calvinist theologian Gijsbert Voet (Voetius), who from the foundation of the university in 1636 until his death in 1676 had dominated the Faculty of Theology, and indeed the university itself. Reland had studied in Utrecht, among others Hebrew under Leusden, but had a different outlook on the relationship between theology and philosophy than his teacher, as his dissertation of 1694 already shows.1 He had acquired an interest in the Arabic language, stimulated by his fellow student Heinrich Sike (Sikius), who had come from Bremen to study in Leiden and later worked in Utrecht.2 In subsequent disputations and in his oration of 1701 Reland would argue for the use of the knowledge of Oriental languages—in particular Arabic and Persian—for the study of Christian theology and its defence against Islam.3 He names those who had already reaped the fruits of this study, includ- ing Joseph Justus Scaliger (1540–1609), Thomas Erpenius (1584–1624), Jacobus Golius (1596–1667), who had all lectured in Leiden, and Johann Heinrich Hottinger (1620–1667), who died before he could do so.4 1 Reland, Disputatio philosophica inauguralis, De libertate philosophandi (1694); see further Van Amersfoort, Liever Turks dan Paaps?, pp.
    [Show full text]
  • Changing Indonesian Sea Names Ferjan Ormeling Utrecht University
    Changing Indonesian Sea Names Ferjan Ormeling Utrecht University Introduction Foreign influence on Indonesian toponymy is negligible. Names that are demonstra- bly of foreign origin are only a handful. Examples are the names Flores, Enggano and Rondo, which are of Portuguese origin; some names of mountain ranges in the interior of Borneo still show the influence of German explorers. The names of two prominent cities, Batavia and Buitenzorg, were decolonised and changed into Jakarta and Bogor (Batavia referred to the Batavi, a Germanic tribe living in the Netherlands in Roman times; Buitenzorg is the Dutch equivalent of the French name Sanssoucis). But, overall, the namescape in Indonesia is an Indonesian one. Underneath the layer of Indonesian names, however, there are still foreign influences, masked because they have been translated into Bahasa Indonesia (the Indonesian language), or because Indonesian names were used by foreigners. As far as I have been able to assess there was no indigenous tradition in naming specific water bodies, apart from the South Sea (Samudra Kidul or Laut Kidul) and the naming of Indonesian seas thus was due to foreign or colonial intervention. Sources My sources in finding out the chronology of this sea naming process have been maps and charts, geographical descriptions and pilots or nautical guides as available through Google Books. No Indonesian literature could be found on the subject. I have studied old printed maps of Southeast Asia, in order to find out when specific names were first used, and also manuscript maps: a recent source (2010) is the book Sailing for the East, by Schilder and Kok from the Explokart Research Group at Utrecht University, which presents an overview of all the manuscript charts on vellum produced for the Dutch East India Company (VOC).
    [Show full text]
  • ROBINSON CRUSOE in NEDERLAND. EEN BIJDRAGE TOT DE GESCHIEDENIS VAN DEN ROMAN in DE Xviiie EEUW
    p'- 3432 THE LIBRARY OF THE UNIVERSITY OF CALIFORNIA LOS ANGELES ,^. ROBINSON CRUSOE IN NEDERLAND. EEN BIJDRAGE TOT DE GESCHIEDENIS VAN DEN ROMAN IN DE XVIIIe EEUW. I ROBINSON CRUSOE IN NEDERLAND. EEN BIJDRAGE TOT DE GESCHIEDENIS VAN DEN ROMAN IN DE XVIIP EEUW. ACADEMISCH PROEFSCHRIFT TER VERKRUGING VAN DEN GRAAD VAN DOCTOR IN DE NEDERLANDSCHE LET- TERKUNDE AAN DE RIJKS-UNIVERSITEIT TE GRONINGEN, OP GEZAG VAN DEN RECTOR MAGNIFICUS Mr. P. PET, HOOGLEERAAR IN DE FACULTEIT DER RECHTSGELEERD- HEID, TEGEN DE BEDENKINGEN VAN DE FACULTEIT IN HET OPENBAAR TE VERDEDIGEN OP ZATERDAG 15 JUNI 1907, DES NAMIDDAGS TE 3 UUR DOOR WERNER HENDRIK STAVERMAN, GEBOREN TE TWELLO. M. DE WAAL. — 1907. — GRONINGEN. ' .•'^ AAN MUX OUDEKS. 6S8952 Mijn akademische loopbaan mag ik niet eindigen, zonder een ivoord van dank te richten tot mijn Hooggeachten Promotor, Professor Van Helten, iviens lessen ik soovele jaren lieh mogen volgen, en die zich de niet geringe moeite heeft getroost, mijn in het sclirijven van een disser- tatie zoo ongeoefende hand te leiden. De Professoren Symons, Ivern, Heymans, Huizinga en de Heer Pol, en de Professoren Bussemaker en Speyer, tvier colleges ik voor him vertrek naar elders heb gevolgd, mogen zich over- tuigd hoiide7i, dat ik him lessen en raadgevingen steeds ten hoogste zal hlijven loaardeeren. Professor Van Hamel mijn erkentelijkheid te betuigen, is mii niet meer vergimd. Aan Dr. Kronenberg te Deventer, die een ivakend oog Jieeft laten gaan over mijn proefschrift ; aan Dr. Ullrich te Brandenburg a. H., die den hem onbekenden buitenlander welioillend ontvangen en gaarne hem inlichtingen gegeven heeft; aan de besturen en beambten der bibliotheken in Gro- den Leiden en en vooral aan ningen, Haag , Amsterdam, Dr.
    [Show full text]
  • Catalogue Summer 2019
    Uit verre streken Guus Röell Guus Röell Uit verre streken from distant shores Luxury goods from Dutch trading posts in the West Indies, East Indies, China, Japan and Africa 17th – 19th Centuries Maastricht June 2019 c i t n a l t A e th d an Europe 1 van Keulen(1678-1726). The VOC kept strict control over their manuscript Hadrianus Relanus (Adriaan Reland 1676-1718), The island Java with maps and the captains of the fleets had to return the maps with corrections an insert of the harbour, fort and town of Batavia; Insulae Iavae pars and additions to the map makers. The maps, particularly of the East Indies, occidentalis edente Hadriano Relando. T’ Amsterdam by Gerard van Keulen were classified material and only with part six of De nieuwe Groote Ligtende aan de Nieuwe brug met privilegie. Zee-fakkel in 1753, edited by Gerard’s son Johannes II van Keulen (1704- Copperplate engraving on paper, in two parts, hand-coloured. From: Gerard 1755), the embargo on map material of the East Indies was officially lifted by van Keulen, De Nieuwe Groote Ligtende Zee-fakkel, part five, Amsterdam the VOC and maps of the East Indies allowed to be printed and distributed. 1734 Adriaan Reland was a famous orientalist scholar, cartographer and philologist. 51 cmby 114 cm At the age of eleven he studied Latin in Amsterdam and enrolled at the University of Utrecht at the age of 17 to study theology and philosophy. Cartographic material drawn by captains, upon their return was coordinated Initially he studied Hebrew and Syriac and later Arabic as well.
    [Show full text]