Rapporten Van De Zittingen Van De Koloniale Raad
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
1 Algemene Inleiding Als voormalige kolonie heeft Congo, en bij uitbreiding Ruanda en Burundi, steeds een speciale plaats ingenomen in de Belgische geschiedenis. Reeds van op de schoolbanken werd er ons geleerd dat de Belgen de Congolezen de beschaving hebben gebracht. Vooral de uitbouw van een, volgens de Belgen, ‘modelkolonie’ was onze nationale trots. Of zoals de jonge koning Boudewijn het op 30 juni 1960 stelde: “Le Congo a été doté de chemins de fer, de routes, de lignes maritimes et aériennes qui, en mettant vos populations en contact les unes avec les autres, ont favorisé leur unité et ont élargi le pays aux dimensions du monde. Un service médical, dont la mise au point a demandé plusieurs dizaines années, a été patiemment organise et vous a délivré de maladies combien dévastatrices […] L'agriculture a été améliorée et modernisée. […] . Des entreprises industrielles ont mis en valeur les richesses naturelles du sol. […] Grâce aux écoles des missions, comme à celles que créèrent les pouvoirs publics, l'éducation de base connaît une extension enviable. […].” 1 De perceptie van de Congolezen verschilde van de visie van koning Boudewijn en de algemene Belgische publieke opinie. De Congolezen vonden deze situatie alles behalve ideaal, wat tot uiting kwam in de repliek van Lumumba op de toespraak van koning Boudewijn: “Ce que fut notre sort en 80 ans de régime colonialiste, nos blessures sont trop fraîches et trop douloureuses encore pour que nous puissions les chasser de notre mémoire. Nous avons connu le travail harassant exigé en échange de salaires qui ne nous permettaient ni de manger à notre faim, ni de nous vêtir ou de nous loger décemment, ni d'élever nos enfants comme des êtres chers. Nous avons connu les ironies, les insultes, les coups que nous devions subir matin, midi et soir, parce que nous étions des nègres. […] Nous avons connu nos terres spoliées au nom de textes prétendument légaux, qui ne faisaient que reconnaître le droit du plus fort. Nous avons connu que la loi n'était jamais la même, selon qu'il s'agissait d'un blanc ou d'un noir, accommodante pour les uns, cruelle et inhumaine pour les autres.” 2 Uit deze woorden bleek duidelijk dat Congo lang niet zo een modelkolonie was voor de Congolezen als beweerd werd door de Belgische overheid. Deze verschillende visies over de zogenaamde modelkolonie, komen eveneens tot uiting in de bestaande literatuur betreffende dit onderwerp. 1 ETAMBALA, Congo 55/65: Van Koning Boudewijn tot president Mobutu, p. 157. 2 ETAMBALA, Congo 55/65: Van Koning Boudewijn tot president Mobutu, p. 159. 2 1. Historiografisch bilan Voor de standaardwerken die de volledige geschiedenis van Congo behandelen, verwijzen we voor de Belgische visie op de kolonie onder meer naar: VELLUT, J.L. red., Het geheugen van Congo: de koloniale tijd , Gent, 2005., EYNIKEL, H., Onze Kongo , Leuven, 1997. en STENGERS, J., Congo. Mythes et réalités. 100 ans d'histoire , Brussel, 1989. De visie van de Congolezen, of toch zeker deze van bepaalde antropologen op de koloniale periode, komt onder meer tot uiting in: VANGROENWEGHE, D. en VANDERVELDE, L., Rood rubber: Leopold II en zijn Kongo , Leuven, 1985., CEUPPENS, B., Onze Congo? Congolezen over de kolonisatie , Leuven, 2003., CEUPPENS, B., Congo made in Flanders? Koloniale Vlaamse visies op blank en zwart in Belgisch Kongo , Gent, 2003. en NDAYWEL È NZIEM, I., Histoire générale du Congo: de l'héritage ancien à la République Démocratique , Brussel, 1998. Uit bovenstaande recente literatuur blijkt dat voornamelijk tijdens de laatste twee decennia de Congolese visie sterk naar voor is gekomen. Onder de oudere literatuur omtrent Congo, die tijdens en juist na de koloniale periode werd geschreven, is er echter weinig sprake van tegengestelde visies op het koloniaal beleid en betreft het voornamelijk verheerlijkende nationalistische werken. Naast standaardwerken die de gehele geschiedenis beschrijven, bestaan er eveneens overzichtswerken die een bepaalde periode van de hedendaagse geschiedenis van Congo behandelen. Het betreft de volgende vier tijdspannes: vooreerst de periode vanaf het congres van Berlijn in 1884-1885 tot en met 1908, zijnde het Congo van Leopold II, Congo Vrijstaat , ten tweede de periode 1908-1960, zijnde Belgisch Congo , en ten derde de periode vanaf 1960, onafhankelijk Congo, later Zaïre. Vandaag de dag kan er nog een vierde periode toegevoegd worden, namelijk de periode die begint bij de machtsovername van Kabilla senior in 1996. Of er op 31 juli 2006 een vijfde periode begint, met de ‘democratische’ verkiezingen, valt nog af te wachten. Voor de periode van Congo Vrijstaat, kunnen we onder meer informatie vinden in de volgende werken: HOCHSCHILD, A., King Leopold's Ghost. A Story of Greed, 3 Terror and Heroism in Colonial Africa , New York, 1998. STENGERS, J., Belgique et Congo: l'élaboration du charte coloniale , Brussel, 1989. Over Congo tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn er eveneens afzonderlijke werken geschreven, zo bijvoorbeeld: HEYSE, T., Grandes lignes du régime des terres du Congo Belge et du Ruanda-Urundi et leurs applications (1940-1946), Brussel, 1947. of nog Le Congo belge durant la Seconde guerre mondiale: recueil d’étude , Brussel, 1983 . en CRISP (Centre de recherche et d’information socio-politiques)., Le Congo dans la guerre : les accords tripartites Belgique, Grande-Bretagne, Etats-Unis , Brussel, 1977. Verder behoorden VAN BILSEN, J ., Kongo, 1945-1965. Het einde van een Kolonie , Leuven, 1993., ETAMBALA, Z.A., Du Congo belge au Congo indépendant, 1940-1960 , Kinshasa, 1998. en RENO, W., Congo: from state collapse to absolutism, to state failure , Abingdon, 2006. tot de basiswerken betreffende onafhankelijk Congo. Informatie over de recente periode, vinden we onder andere in: BRAECKMAN,C., GASIBIREGE RUGEMA, S. en GERARD- LIBOIS, J., Congo – Zaïre: la colonisation, l’indépendence, le régime Moubutu, et demain? , Brussel, 1990. Deze lijsten zijn natuurlijk alles behalve exhaustief. Buiten de algemene werken die chronologisch afgebakend werden, blijkt uit de heuristiek dat er daarenboven werken bestaan die zich niet toespitsen op een bepaalde periode maar op een bepaald thema, zoals bijvoorbeeld gezondheid, onderwijs, missionering, of economie: Enkele voorbeelden hiervan zijn: LYONS, M., The Colonial Disease: A social History of Sleeping Sickness in northern Zaire, 1900-1940 , Cambridge, 1992., DEPAEPE, M. en VAN ROMPAEY, L., In het teken van de bevoogding. De educatieve actie in Belgisch-Kongo (1908-1960), Leuven, 1995., MARKOWITZ, M.D., Cross and Sword: The Political Role of Christian Missions in Belgian Congo, 1908-1960Stanford, 1993 ., en VANDEWALLE, G., De conjuncturele evolutie in Kongo en Ruanda-Urundi van 1920 tot 1939 en van 1949 tot 1958 , Gent, 1966. Ook deze lijst is natuurlijk weer alles behalve uitputtend. Uit bovenstaand historiografisch bilan blijkt duidelijk dat voor de periode van Belgisch Congo (1908-1960), en dan voornamelijk voor het interbellum, het koloniaal beleid nauwelijks onderzocht werd. Bestaande werken omtrent het koloniaal beleid zijn: GANN, L.H. en DUIGNAN, P., The Rulers of Belgian Africa, 4 1884-1914 , Princeton, N.J., 1979. en VANTHEMSCHE, G. Genèse et portée du Plan décennal du Congo belge (1949-1959), Brussel, 1994. Het proefschrift van Ingeborg Vijgen, waarin de geschiedenis van de koloniale politiek over de mandaatgebieden Ruanda-Urundi in de periode 1916-1932 onder de loep wordt genomen: VIJGEN, I., Tussen mandaat en kolonie. Rwanda, Burundi en het Belgische bestuur in opdracht van de Volkenbond (1916-1932) , Leuven, 2005. is zeker het vermelden waard voor het ‘koloniaal beleid’ van België tijdens het interbellum. Dit proefschrift behandelt echter enkel de Belgische mandaatgebieden Ruanda-Urundi, en niet de Congolese kolonie. We zullen in ons onderzoek deze lacune trachten op te vullen, door het koloniaal beleid te bespreken voor het interbellum, meer bepaald voor de beperkte periode 1919-1929. Door het aparte karakter van de oorlogssituatie gedurende de periode 1914-1918, waarbij de kolonie afgezonderd was van het moederland, is er voor geopteerd om het onderzoek te laten starten in 1919 en niet 1914. Na de Eerste Wereldoorlog zou er bovendien een nieuwe minister van Koloniën aangesteld worden. Gezien de overvloed aan bronnen, is het echter niet mogelijk om binnen het bestek van een licentiaatsverhandeling het hele Interbellum te beschrijven. We zullen ons bijgevolg beperken tot de jaren 1920. Bovendien fungeert het jaar 1929 als een belangrijk scharniermoment. De grote crisis, die zich in het Congo van het begin van de jaren 1930 begon te manifesteren, nam immers een aanvang op donderdag 24 oktober 1929 met de beurskrach van Wall Street. Voor een bespreking van het koloniaal beleid in de vlak hieraan voorafgaande periode verwijzen we naar de eindverhandeling van Domien Piens: PIENS, D ., Il faut à la Belgique une colonie modèle: de Belgische koloniale politiek met betrekking tot Belgisch Congo (1908-1914) , Onuitgegeven licentiaatsverhandeling, Katholieke Universiteit Leuven, departement Geschiedenis, 2006. Naast de historiografische lacune omtrent dit onderwerp, is de te onderzoeken periode eveneens interessant, aangezien de situatie waarin de kolonie verkeerde in 1960, die zo gelauwerd werd door koning Boudewijn in zijn toespraak, niet enkel het gevolg was van de ontwikkelingen sinds de Tweede Wereldoorlog, maar eveneens werd bepaald door evoluties uit het interbellum en uit de daaraan voorafgaande periodes. 5 2. Bronnen en vraagstelling Om het koloniaal beleid van België