A. CHRONOLOGISCHE LIJST VAN DE BELANGRIJKSTE AMBTSDRAGERS VAN HET NILCO Voorzitter Prins Leopold (tot 23 februari 1934) Pierre Ryckmans Generaal Tilkens Robert Godding (1946-1953) Prins Albert (1953-1962)
Directeur-generaal in Europa Jean Claessens (tot 1940) Marcel Van den Abeele (1946-1949) Floribert Jurion (1949-1962)
Directeur-generaal in Afrika Floribert Jurion in (1937-1949) Becquet Lecomte Henry Brynaert
Secretaris-generaal 1934: Baron Fallon 1939 Jean Lebrun
B. GRAFIEK VAN DE EVOLUTIE VAN HET NILCO-PERSONEELSBESTAND IN AFRIKA
Evolutie van het Nilco-personeelsbestand in Afrika 400 14000
350 12000
300
10000
250 8000 200 6000
150 Afrikaans personeel Afrikaans Europees personeel Europees 4000 100
50 2000
0 0
1940 1934 1936 1938 1942 1944 1946 1948 1950 1952 1954 1956 1958 Jaar Europees personeel Afrikaans personeel C. ORGANISATIESCHEMA’S VAN HET NILCO IN AFRIKA
1. ORGANISATIESCHEMA 1937 Centrale sector / Secteur Centrale Sectie van Wetenschappelijke onderzoeken / Section de Recherches scientifiques Afdeling Plantkunde / Division Botanique (inclusief Rijksplantentuin van Eala / Jardin Botanique d’Eala) Afdeling Bodemkunde / Division d’Agrologie Afdeling Technologie / Division de Technologie Afdeling Bosbouw / Division Forestière Sectie van Landbouwkundige onderzoeken / Section des Recherches Agronomiques Afdeling Elaeis / Division de l’Elaeis Afdeling Hevea / Division de l’Hevea Afdeling Koffie-Cacao / Division Café-Cacao Afdeling Voedingsgewassen / Division des Plantes Vivrières Sectie van Plantages / Section des Plantations Centrale plantage / Plantation Centrale Plantage van Gazi / Plantation de Gazi Plantage van Lula / Plantation de Lula Plantage van Barumbu / Plantation de Barumbu Plantage van Yangambi / Plantation de Yangambi Sector van de oostelijke gebieden / Secteur des Régions-Est (omvattende Ituri, Kivu en Ruanda-Urundi) Station van / de Nioka Station van / de Mulungu-Tshibinda Sector van Neder-Congo / Secteur du Bas-Congo Fruitstation van Mvuazi / Station fruitière de Mvuazi Proefstation van Kondo / Station expérimentale de Kondo Station van / de Gimbi (in voorbereiding) Stations voor de selectie van katoen / Station de Sélection cotonnière Station van / de Bambesa (noorden) Onderstation van Tukpwo / Sous-station de Tukpwo Station van / de Gandajika (zuiden) Stations van / de Ruanda-Urundi (onder technische leiding van het NILCO) Station van / de Rubona Station van de Kisozi Station van Zijdecultuur en Bijencultuur van de Hawa-berg / Station de Sériciculture et d’Apiculture du Mont-Hawa (onder technische leiding van INÉAC).
Tot 1939 worden de SRS en de SRA beschouwd als aparte entiteiten. In 1939 ‘fuseren’ beiden om voortaan het Centre de Recherches de Yangambi (CRY) te vormen. Abiron Beirnaert zal tot 1941 directeur van het CRY zijn. Floribert Jurion zal van 1941 tot 1947 naast zijn functie van DGA ook de functie van directeur van het CRY waarnemen. In 1947 worden beide secties van het CRY opnieuw ontdubbeld.
2. ORGANISATIESCHEMA 1947 Onderzoekscentrum van Yangambi / Centre de Recherches de Yangambi Sectie van Wetenschappelijke onderzoeken / Section de Recherches scientifiques Afdeling Plantkunde / Division Botanique Plantentuin van Eala / Jardin Botanique d’Eala Gedetacheerde assistent in Nioka / Assistant détaché à Nioka Afdeling Bodemkunde / Division d’Agrologie Afdeling Bosbouw / Division Forestière Bosreservaat van Luki / Réserve forestière de la Luki Afdeling Klimaatkunde / Division de Climatologie Afdeling Plantenziekten en Insecten / Division de Phytopathologie et d’Entomologie Regionaal laboratorium van Bambesa / Laboratoire régional de Bambesa Regionaal laboratorium van Mulungu / Laboratoire régional de Mulungu Regionaal laboratorium van Gandajika / Laboratoire régional de Gandajika Regionaal laboratorium van Keyberg / Laboratoire régional de Keyberg Afdeling Hydrobiologie / Division d’Hydrobiologie Afdeling Plantenfysiologie / Division de Physiologie végétale Afdeling Technologie / Division de Technologie Sectie van Landbouwkundige onderzoeken / Section des Recherches Agronomiques Afdeling Oliepalm / Division du Palmier à huile Afdeling Hevea / Division de l’Hévéa Afdeling Koffie- en Cacaoboom / Division du Caféier et du Cacaoyer Afdeling Voedingsgewassen / Division des Plantes vivrières Dienst voor proefondervindelijke plantages / Service des Plantations expérimentales Plantage van Barumbu / Plantation de Barumbu Plantage van Gazi / Plantation de Gazi Plantage van Lula / Plantation de Lula Plantage van Yangambi / Plantation de Yangambi Proefondervindelijke centra voor heveacultuur / Centres expérimentaux d’hévéaculture Plantage van Bongabo / Plantation de Bongabo Plantage van Mukumari / Plantation de Mukumari Sector van de oostelijke gebieden / Secteur des Régions-Est Proefondervindelijk station van Nioka / Station expérimentale de Nioka Proefondervindelijk station van Mulungu-Tshibinda / Station expérimentale de Mulungu-Tshibinda Diergeneeskundig laboratorium van Gabu / Laboratoire vétérinaire de Gabu Station van Zijdecultuur en Bijencultuur van de Hawa-berg / Station de Sériciculture et d’Apiculture du Mont-Hawa Sector van Neder-Congo / Secteur du Bas-Congo Proefondervindelijk station voor fruitplanten van Mvuazi / Station expérimentale des plantes fruitières de Mvuazi) Proefstation voor vezelplanten van Gimbi / Station d’Essais des plantes à fibres de Gimbi Proefstation van Kondo / Station d’Essais de Kondo Selectie- en proefondervindelijke stations voor katoen / Stations de sélection et d’expérimentation cotonnières Proefondervindelijk station van Bambesa / Station expérimentale de Bambesa Proefondervindelijk station van Gandajika / Station expérimentale de Gandajika Centres de multiplication et d’ expérimentation cotonnières Centrum van Boketa / Centre de Boketa Centrum van Lubarika (Ruzizi) / Centre de Lubarika (Ruzizi) Sector van Katanga / Secteur du Katanga Station van Keyberg / Station de Keyberg Stations van Ruanda-Urundi / Stations du Ruanda-Urundi Proefstation van Rubona / Station d’Essais de Rubona Proefstation van Kisozi / Station d’Essais de Kisozi Boerderij van Nyamyaga / Ferme de Nyamyaga
3. ORGANISATIESCHEMA 1957 Onderzoekscentrum van Yangambi / Centre de Recherches de Yangambi Directeur - Afdeling Oliepalm / Division du Palmier à huile - Afdeling Hevea / Division de l’Hévéa - Afdeling Koffie- en Cacaoboom / Division du Caféier et du Cacaoyer - Afdeling Voedingsgewassen / Division des Plantes vivrières - Afdeling Plantkunde / Division de Botanique - Afdeling Plantenziekten en Insecten / Division de Phytopathologie et d’Entomologie agricole - Afdeling landbouwscheikunde / Division de Chimie agricole - Afdeling Bosbouw / Division forestière - Afdeling Bodemkunde / Division d’Agrologie - Afdeling Genetica / Division de Génétique - Afdeling Klimaatkunde / Division de Climatologie - Afdeling Plantenfysiologie / Division de Physiologie végétale - Afdeling Landbouwmechanica en Boerderijbouw / Division de Mécanique agricole et du Génie rural - Afdeling Veeteelt / Division de Zootechnie - Afdeling Hydrobiologie voor de Visteelt / Division d’Hydrobiologie piscicole - Afdeling Biometrie / Division de Biométrie - Afdeling diverse handelsgewassen / Division des Plantes économiques diverses - Afdeling Landbouweconomie en -sociologie / Division d’Économie rurale - Meststoffenbureau / Bureau des Engrais - Bibliotheek / Bibliothèque - Bureau Proefvelden voor Gemeenschappelijk Onderzoek / Bureau de l’Essai de Phytotechnie générale - Centrum voor Volmaking van Landbouwassistenten / Centre de perfectionnement pour Assistants agricoles Sector van Centraal-Congo / Secteur du Congo central - Proefaanplanting van Yangambi / Plantation expérimentale de Yangambi - Proefaanplanting van Gazi / Plantation expérimentale de Gazi - Proefaanplanting van Barumbu / Plantation expérimentale de Barumbu - Proefaanplanting van Bongabo / Plantation expérimentale de Bongabo - Proefaanplanting van Mukumari / Plantation expérimentale de Mukumari / - Centrum voor Oliepalmcultuur van Binga / Centre d’Élaeiculture de Binga / - Centrum voor Oliepalmcultuur van Élisabetha / Centre d’Élaeiculture d’Élisabetha / - Centrum voor Oliepalmcultuur van Bokondji / Centre d’Élaeiculture de Bokondji / - Centrum voor Oliepalmcultuur van Bembelota / Centre d’Élaeiculture de Bembelota / - Proefcentrum van Bumba / Centre expérimental de Bumba Sector van Leopoldstad / Secteur de Léopoldville - Proefondervindelijk station van Kiyaka / Station expérimentale de Kiyaka - Proefcentrum van Bena Longo / Centre expérimental de Bena Longo - Proeftuin van Eala / Jardin d’Essais d’Eala Sector van Neder-Congo / Secteur du Bas-Congo - Station voor Landbouwkundig onderzoek van Mvuazi / Station de Recherches agronomiques de Mvuazi - Proefstation van Gimbi / Station d’Essais de Gimbi - Proefstation van Kondo / Station d’Essais de Kondo - Bosbouwkundig station van Mayumbé (Luki) / Station forestière du Mayumbé (Luki) Noordelijke sector / Secteur du Nord - Station voor Landbouwkundig onderzoek van Bambesa / Station de Recherches agronomiques de Bambesa / - Proefstation van Boketa / Station expérimentale de Boketa (Ubangi) - Proefcentrum van Magombo / Centre expérimental de Magombo (Niangara) - Centrum voor Koffiecultuur van Uele / Centre de Caféiculture de l’Uele - Proefcentrum van Kutubongo / Centre expérimental de Kutubongo (Noord-Ubangi) - Proefcentrum van Nepoko / Centre expérimental du Nepoko Zuidelijke sector / Secteur du Sud - Station voor proefondervindelijk onderzoek van Gandajika / Station expérimentale de Gandajika - Proefstation van Lubarika / Station d’Essais de Lubarika - Proefcentrum van Kibangula / Centre expérimental de Kibangula Sector van Katanga / Secteur du Katanga - Station voor proefondervindelijk onderzoek van Keyberg / Station expérimentale de Keyberg - Proefstation van Kaniama (Boven- Lomami) / Station d’Essais de Kaniama - Centrum voor Landbouwplanning van de Lufira (Simama) / Centre de Planning agricole de la Lufira - Station voor Visteelt van de Kipopo / Station piscicole de la Kipopo. (inclusief Arboretum de l’Étoile). Sector van Kivu / Secteur du Kivu - Station voor Landbouwkundig Onderzoek van Mulungu-Tshibinda / Station de Recherches agronomiques de Mulungu-Tshibinda / - Proefcentrum van Noord-Kivu (Ndihira) / Centre expérimental du Kivu-Nord - Proefaanplanting in de streek van Walikale / Plantation expérimentale en région de Walikale Sector van Ituri / Secteur de l’Ituri - Station voor Landbouwkundig Onderzoek van Nioka / Station de Recherches agronomiques de Nioka - Diergeneeskundig laboratorium van Gabu / Laboratoire vétérinaire de Gabu - Station voor proefondervindelijk onderzoek van Hawa-berg / Station expérimentale du Mont Hawa Sector van Ruanda-Urandi / Secteur du Ruanda-Urandi - Station voor Landbouwkundig onderzoek van Rubona / Station de Recherches agronomiques de Rubona - Proefstation van Kisozi / Station d’Essais de Kisozi - Veeteeltcentrum van de Luvironza / Centre zootechnique de la Luvironza - Centrum voor Landbouwplanning van Mosso / Centre de Planning ageicole du Mosso (Musasa) - Proefcentrum van Rwerere / Centre expérimental de Rwerere (Noord-Ruanda) - Centrum voor Landbouwplanning van Bugesera / Centre de Planning agricole du Bugesera
E. KLIMATOLOGISCH MEETNET VAN NILCO-STATIONS IN BELGISCH CONGO EN RUANDA-URUNDI Code Station 001. Yangambi km. 5. 002. Yangambi Essai Commun. 003. Yaosuka. 004. Yaekama. 005. Yangambi Lokele. 101. Gimbi Plateau. 102. Gimbi Vallée. 103. Kondo. 104. Luki Plateau. 105. Luki Vallée. 106. Mvuazi Poste. 107. Mvuazi Vallée. 109. Zomfi SAL. 201. Gazi. 202. Yaligimba. 203. Binga. 204. Bongabo. 205. Eala. 206. Mukumari. 207. Bokondji. 210. Bembelota. 301. Bambesa. 302. Boketa. 303. Tukpwo. 304. Kutubongo. 305. Magombo. 401. Lubarika. 402. Kiyaka Plateau. 403. Kiyaka Vallée. 404. Bena Longo. 405. Gandajika. 406. Kibangula. 501. Keyberg Plateau. 502. Keyberg Verger. 503. Kaniama. 504. Kipopo. 505. Simama. 601. Mole. 602. Nyamunyunye. 603. Tshibinda. 604. Mulungu Kanonzi. 605. Mont Bukulamisa. 606. Kisuma. 607. Ndihira. 701. Nioka Drusi. 702. Nioka Lekwa. 703. Mont Hawa. 704. Nioka Marais. 801. Kisozi Colline. 802. Kisozi Marais. 803. Luvironza. 804. Musasa Plateau. 805. Musasa Marais. 806. Rubona Colline. 807. Rubona Marais. 808. Rwerere. 809. Rwerere Rugezi. 901. Lusinga. 902. Gabiro. 903. Rumangabo. 904. Rwindi. 905. Mutsora. 906. Nagero. 907. Mont Delele.
F. ADMINISTRATIEVE ORGANISATIE VAN BELGISCH CONGO
Bij de stichting in 1885 was Congo-Vrijstaat ingedeeld in vier districten, geleid door een Chef de Division. Er volgden de jaren nadien verschillende reorganisaties en afsplitsingen zodat tegen 1912 het aantal districten was opgelopen tot 22, inclusief de vier districten waarin Katanga was verdeeld na de integratie in Congo in 1910. Vanaf 1913 werden de districten buiten Katanga gehergroepeerd in drie provincies. De Province Orientale / Oostprovincie werd gevormd in 1913 door de de samenvoeging van 8 districten: Arumiwi, Bas-Uele and Haut-Uele, Ituri, Kivu, Lowa, Maniema en Stanleystad. De provincie Équateur / Evenaar volgde vier jaar later in 1917 met de fusie van de voormalige districten Bangala, Équateur, Lac Léopold II, Lulonga en Ubangi. De provincie Congo-Kasaï werd opgericht in 1919 door de samensmelting van de districten Bas-Congo, Moyen-Congo, Kasaï, Kwango and Sankuru. Vanaf 1924 verkregen drie provincies of vice-gouvernementen, met name Congo-Kasaï, Équateur / Evenaar en Province Orientale / Oostprovincie een zekere graad van autonomie - zoals Katanga al sinds 1910 genoot - en kregen Vice-gouverneurs-generaals de leiding.
In 1933 volgde er een nieuwe grondige reorganisatie en werden de vice-gouvernementen met hun vice-gouverneurs opgeheven en herverdeeld in 6 provincies die rechtstreeks afhingen van het centrale bestuur. De nieuwe provincies waren: Coquilhatville / Coquilhatstad, Lusambo, Elisabethville/Elisabethstad, Costermansville / Costermansstad, Léopoldville / Leopoldstad, Stanleyville / Stanleystad. Oorspronkelijk werden de provincies vernoemd naar hun hoofd- stad. Er waren twee nieuwe provincies, met name de provincies Leopoldstad en Costermansstad. De zuidelijke districten van het voormalige vice-gouvernement Oostprovincie, met name Kivu and Maniema, vormden vanaf 1933 de provincie Costermansstad. Verder vonden er een aantal ingrijpende grenscorrecties plaats. Zo was de provincie Lusambo het resultaat van de samenvoeging van Kasaï en Sankuru, de twee oostelijke districten van het voormalige vice government général van Congo-Kasaï en delen van de districten Léopold II (Evenaar) en Lomami (Katanga).
In 1947 wijzigde de benaming van de vermelde provincies:
1933-1947 1947-1960 Coquilhatville / Coquilhatstad Équateur / Evenaar Lusambo Kasaï Elisabethville/Elisabethstad Katanga Costermansville / Costermansstad Kivu Léopoldville / Leopoldstad Léopoldville / Leopoldstad Stanleyville / Stanleystad Province Orientale / Oostprovincie
G. MINISTERS BEVOEGD VOOR HET NILCO
Naam Politieke familie Mandaatsperiode Jules Renkin Katholiek 30 okt. 1908 - 21 nov. 1918 Louis Franck Liberaal 21 nov. 1918 - 11 mrt. 1924 Henri Carton Katholiek 11 mrt. 1924 - 20 mei 1926 Maurice Houtart Katholiek 20 mei 1926 - 15 nov. 1926 Edouard Pecher Liberaal 16 nov. 1926 - 27 dec. 1926 Maurice Houtart Katholiek 29 dec. 1926 - 18 jan.1927 Henri Jaspar Katholiek 18 jan.1927 - 19 okt. 1929 Paul Tschoffen Katholiek 19 okt. 1929 - 24 dec.1929 Henri Jaspar Katholiek 27 feb. 1930 - 18 juni 1931 Paul Charles Extra-parlementair (kath) 18 mei 1931 - 16 aug. 1931 Paul Crockaert Katholiek 6 juni 1931 - 25 mei 1932 Paul Tschoffen Katholiek 23 mei 1932 - 13 nov.1934 Paul Charles Extra-parlementair (kath) 20 nov.1934 - 25 mrt. 1935 Edmond Rubbens Katholiek 25 mrt. 1935 - 27 apr. 1938 Charles du Bus de Warnaffe Katholiek 28 apr. 1938 - 12 mei 1938 Albert De Vleeschauwer Katholiek 15 mei 1938 - 22 feb. 1939 Gaston Heenen Extra-parlementair (kath) 21 feb. 1939 - 16 apr. 1939 Albert De Vleeschauwer Katholiek 16 apr.1939 - 31 jan. 1945 Edgard De Bruyne Katholiek 12 feb. 1945 - 16 juni 1945 Robert Godding Liberaal 2 aug. 1945 - 18 feb. 1946 Lode Craeybeckx Socialist 13 mrt. 1946 - 20 mrt. 1946 Robert Godding Liberaal 31 mrt. 1946 - 11 mrt. 1947 Pierre Wigny Christendemocraat 20 mrt. 1947 - 12 aug. 1950 André [Dries] Dequae Christendemocraat 15 aug. 1950 - 12 apr. 1954 Auguste Buisseret Liberaal 23 apr. 1954 - 2 juni 1958 Léon Pétillon Extra-parlementair 5 juli 1958 - 6 nov. 1958 (christendemocraat) Maurice Van Hemelrijck Christendemocraat 6 nov. 1958 - 2 sep. 1959 Auguste De Schrijver Christendemocraat 3 sep. 1959 - 2 sep. 1960 Raymond Scheyven Christendemocraat 17 nov. 1959 - 2 sep. 1960 Walter Ganshof Van der Meersch Extra-parlementair 16 mei 1960 - 20 juli 1960 Harold d'Aspremont-Lynden Christendemocraat 3 sep. 1960 – 24 apr. 1961 Paul-Henri Spaak Socialist 25 apr.1961 H. CHRONOLOGISCHE LIJST VAN DE BELANGRIJKSTE AMBTSDRAGERS VAN DE KOLONIALE ADMINISTRATIE IN BELGISCH CONGO EN RUANDA- URUNDI
1. GOUVERNEURS-GENERAAL IN BELGISCH CONGO Baron Théophile Wahis 15 nov. 1908 - 20 mei 1912 Félix Fuchs 20 mei 1912- 5 jan. 1916 Eugène Henry 5 jan. 1916 - 30 jan. 1921 Maurice Lippens 30 jan. 1921 - 24 jan. 1923 Martin Rutten 24 jan. 1923 - 27 dec. 1927 Auguste Tilkens 27 dec. 1927 - 14 sep. 1934 Pierre Ryckmans 14 sep. 1934 - 31 dec. 1946 Eugène Jungers 31 dec. 1946 - 1 jan. 1952 Léon Pétillon 1 jan. 1952 - 5 juli 1958 Henri Cornelis 5 juli 1958 - 30 juni 1960.
2. GOUVERNEURS VAN RUANDA - URUNDI Vanaf 28 augustus 1926 werd de gouverneur van Ruanda-Urundi bekleed met de titel Vice- gouverneur-generaal Henri Postiaux 5 feb. 1929 - 4 juli 1930 (waarnemend gouverneur) Charles Voisin 4 juli 1930 - 18 aug. 1932 Eugène Jungers 18 aug. 1932 - 5 juli 1946 Maurice Simon 5 juli 1946 - aug. 1949 (waarnemend gouverneur tot 1947) Léon Pétillon aug. 1949 - 1 jan. 1952 Alfred Claeys-Bouüaert 1 jan. 1952 - 1 mrt. 1955 (waarnemend gouverneur) Jean-Paul Harroy 1 mrt. 1955 – 1 juli 1962.
I. CONCORDANTIETABELLEN Jaarverslagen 3072-3073. 1-2. Palmier à Huile. 3087-3088. 3-4. Hévéa. 3110-3111. 5-6. Caféier - Cacaoyer. 3130-3133. 7-10. Plantes Vivrières. 3151. 11. Botanique en Génétique. 3202. 12. Entomolgie Phytopathologie. 3233-3234. 13-14. Forestière. 3272-3273. 15-16. Agrologie. 3307. 17. Climatologie. 3314. 18. Physiologie Végétale. 3315. 19. Physiologie Végétale en Bureau Engrais. 3340. 20. Mécanique Agricole. 3372. 21. Piscicole. 3353. 22. Zootechnie. 3223. 23. Biométrie; Plantes Économiques; Chimie Agricole; Phytotechnie. 3658-3661. 24-27. Mvuazi. 3713-3714. 28-29. Gimbi. 3735. 30. Kondo. 3758. 31. Luki. 3579. 32. Kiyaka. 3580. 33. Kiyaka; Sect. Bas-Congo. 3449. 34. Yangambi. 3465. 35. Gazi en Barumbu. 3491. 36. Bongabo. 3533. 37. Binga; Bokondji; Bambelota; Elisabetha. 3515. 38. Mukumari en Eala. 3807-3810. 39-42. Bambesa. 3811. 43. Bambesa. en Secteur Nord. 3866-3867. 44-45. Boketa. 3902. 46. Uele (Nebanguma); Kutubongo; Magombo. 3958-3963. 47-52. Gandajika. 4000-4002. 53-55. Lubarika. 4031. 56. Kibangula; Bena Longo; Secteur Sud. 4069-4072. 57-60. Keyberg. 4053. 60ª. I.N.E.A.KAT (Institut National pour l’étude agronomique au Katanga). 4114. 61. Kaniama. 4152. 62. Lufira; Kipopo en Kabelenge. 4230-4235. 63-68. Mulungu. 4236. 69. Mulungu, Ndihira, en Sect. Kivu. 4293-4300. 70-77. Nioka. 4395. 78. Gabu. 4408-4409. 79-80. Mont Hawa. 4525-4528. 81-84. Rubona. 4638-4639. 85-86. Kisozi. 4707. 87. Mosso. 4679. 88. Luvironza; Rwerere en Karama. 4448. 89. Secteur Rwanda-Burundi. Documents Techniques (DT), ingebonden verzameling van technische documenten 3070-3071. 90-91. Palmier à Huile. 3086. 92. Hévéa; Chimie Agricole. 3108-3109. 93-94. Caféier – Cacaoyer. 3137-3138. 95-96. Plantes Vivrières. 3149-3150. 97-98. Botanique. 3204-3207. 99-102. Entomologie Phytopathologie. 3238-3239. 103-104. Div. Forestière. 3264-3270. 105-111. Agrologie. 3291. 112. Génétique. 3293-3295. 113-115. Climatologie. 3328-3329. 116-117. Physiologie Végétale. 3341. 118. Mécanique Agricole. 3355. 119. Zootechnie en Plantes Économiqeus Diverses. 3364-3365. 120-121. Hydrobiologie. 3386. 122. Division de Biométrie. 3397. 123. Division d’Économie Agricole. 3422-3424. 124-126. Bureau des Engrais. 3665. 127. Secteur du Bas-Congo. 3628. 128. Secteur du Bas-Congo. 3584. 129. Secteur du Bas-Congo. 3771-3773. 130-132. Secteur du Nord. 3928-3930. 133-135. Secteur du Sud. 4044-4047. 136-139. Secteur du Katanga. 4191-4193. 140-142. Secteur du Kivu. 4270-4271. 143-144. Secteur de L’Ituri. 4451-4456. 145-150. Secteur du Rwanda-Burundi. 9369-9374. 151-156. Missions et Congrès. 4789. 157. Paysannats indigènes. 3011-3018. 158-165. Commission de Coordination des Recherches. 5011-5015. 166-170. Réunions INTER-INEAC. 3052-3054. 171-173. Réunions du Personnel Universitaire. 3056. 174. Réunions du Personnel Adjoint. 501-512. 175-186. Réunions des Services de l’Agriculture-INEAC. 5330-5331. 187-188. Réunions Cotonnières. 641. 189. Réunions HCB- INEAC. 346. 190. Programmes.
J. TABEL MET KOLONIALE EN CONGOLESE PLAATSNAMEN In de inventaris werden de koloniale (Nederlandstalige) plaatsnamen gebruikt. Uitgangspunt vormde de toestand omstreeks 1959-1960. Na de onafhankelijkheid kregen verschillende plaatsen een nieuwe Congolese benaming. Onderstaande tabel kan op dit vlak duidelijkheid brengen.
Koloniale naam Congolese naam Aketi Chaltin-Haven Aketi Albertstad Kalemie Bakwanga Mbuji-Mayi Banningstad Bandundu Banzystad Mobayi-Mbongo Boudewijnstad Moba Cattier Lufu-Toto Charlesstad Djokupunda Coquilhatstad Mbandaka Costermansstad Bukavu Élisabetha Lukutu Élisabethstad Lubumbashi Jadotstad Likasi Kilomijnen Bambumines Leopoldstad Kinshasa Leverstad Lusanga Luluaburg Kananga Moerbeke Kwilu-Ngongo Nieuw Antwerpen Makanza Paulis Isiro Ponthierstad Ubundu Francqui Haven Ilebo Sentery Lubao Stanleystad Kisangani Thysstad Mbanza-Ngungu Vista Nsia Mfumu Wolter Luila