Meerjarenplan Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer Haaglanden 2006 - 2009

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Meerjarenplan Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer Haaglanden 2006 - 2009 Meerjarenplan Sociale veiligheid Openbaar Vervoer Haaglanden 2006 - 2009 Latj 050728 2 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC Inhoud 1. Inleiding pag. 3 1.1 Meerjarenplan Sociale Veiligheid OV 3 1.2 Resultaten 3 1.3 Verhogen controledruk 3 1.4 Verdere investeringen 4 2. Beleidsdoelstellingen en –ambities 5 2.1 Inleiding 5 2.2 Formulering van beleidsdoelstellingen 5 2.3 Wensbeeld 5 3. Verantwoordelijkheden 6 3.1 Inleiding 6 3.2 Taken stadsgewest Haaglanden 6 3.3 Taken vervoerders 6 3.4 Taken gemeenten 6 3.5 Taken politie 7 3.6 Taken justitie/OM 7 3.7 De overige partijen 7 4. Begeleiding en controle 8 5. Beveiliging, service en informatie 12 6. Cameratoezicht 13 7. Beheerste Toegang Stations (BTS) 14 8. Opleiding personeel 15 9. Voertuigen 16 10. Veiligheidsarrangementen 17 11. Haltes en de halteomgeving 18 12. Voorlichting en publiekscampagnes 19 13. Souterrain 20 14. RandstadRail 21 15. Financiën 24 15.1. Subsidiestromen 24 15.2 Verdeling en besteding van de subsidies 24 Bijlage 1 Prestatiegegevens 26 1. ontwikkeling waardering veiligheidsgevoel reizigers 26 2a. ontwikkeling door HTM personeel meegemaakte incidenten 26 2b. ontwikkeling door passagiers meegemaakte incidenten 26 3. ontwikkeling percentage zwartrijden 27 4. ontwikkeling waardering veiligheidsgevoel personeel HTM 27 Latj 050728 3 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC 1. Inleiding 1.1 Meerjarenplan Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer In 2003 is een eerste voortschrijdend Meerjarenplan Sociale Veiligheid 2005-2008 verschenen als uitwerking van het Aanvalsplan voor de Sociale Veiligheid in het openbaar vervoer van de minister van Verkeer en Waterstaat. Op initiatief van de Tweede Kamer is vervolgens besloten dat er extra budget moet worden uitgetrokken voor verbetering van de sociale veiligheid, vooral in de vier grote steden. Als gevolg daarvan is het aan Haaglanden beschikbaar gestelde budget voor sociale veiligheid in het openbaar vervoer (SVOV) gestegen van € 2,6 mln. in 2001 naar bijna € 10 mln. in 2004. Dit bedrag is vanaf 1 januari 2005 in de BDU opgenomen. Daarmee is het in principe vrij besteedbaar, maar het DB en AB van Haaglanden hebben in de regionale Nota Mobiliteit uitgesproken dat een bedrag van rond € 10 mln. uit de BDU ook de komende jaren structureel aan sociale veiligheid in en rond het OV zal worden uitgegeven. Afgesproken is verder dat er jaarlijks een meerjarenplan wordt opgesteld waarin het beleid met betrekking tot sociale veiligheid in het openbaar vervoer voor de komende vier jaar wordt beschreven en dat dit aan het Ministerie van Verkeer en Waterstaat wordt toegezonden, zodat het Rijk op de hoogte is van de vorderingen op het gebied van sociale veiligheid. In dit plan, waarbij de nadruk ligt op 2006 en 2007, staan de de inzet op sociale veiligheid door de komst van RandstadRail en de overname van de Zoetermeerlijn en de Hofpleinlijn van het Rijk c.q. NS en Prorail centraal. 1.2 Resultaten Uit de diverse monitoren blijkt dat de cijfers voor sociale veiligheid in de regio Haaglanden zeer bemoedigend zijn (zie bijlage 1). Uit de door een onafhankelijk bureau opgestelde Klantenbarometer blijkt dat de SVOV door het publiek zowel in het voertuig als op de halte hoger wordt gewaardeerd dan in voorgaande jaren. In het voertuig Op de halte 2002 2003 2004 2002 2003 2004 HTM tram 7,2 7,4 7,4 6,8 7,1 7,3 HTM bus 7,0 7,4 7,9 6,6 6,9 7,5 Streekvervoer 7,4 7,5 8,2 7,0 7,1 7,7 Delft- 7,6 7,6 8,5 7,1 7,2 8,0 Zoetermeer Bron: Klantenbarometer CVOV Naast een verbetering van het veiligheidsgevoel is ook het zwartrijden op de tram gedaald van 10,2% in 2003 naar 8,9% in 2004. 1.3 Verhogen controledruk Uit deze goede cijfers valt de conclusie af te leiden dat de in de afgelopen jaren genomen maatregelen om de sociale veiligheid te verbeteren succes hebben gehad. Latj 050728 4 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC De meest kostbare en ook meest zichtbare maatregel hierbij is het verhogen van de controledruk (de kans dat men wordt gecontroleerd) in het railvervoer. Die druk is verhoogd van 1,6% in 2002 via 2,6% in 2003 naar 4,36% in 2004. Dit resultaat werd voornamelijk bereikt door op drukke punten in het net (o.a. bij Den Haag CS) controle teams in- en uitgangscontroles te laten uitvoeren (zie verder hoofdstuk 7). Daarmee hebben HTM en het stadsgewest Haaglanden niet gekozen voor een vaste conducteur op de tram, maar voor flexibele inzet van controleteams. Deze flexibele inzet is zoals uit de resultaten kan worden afgelezen ruim afdoende gebleken. De controledruk is flink gestegen en het zwartrijden gedaald. Uit vergelijkingen blijkt dat een vaste conducteur op de tram weliswaar tot betere resultaten zou leiden, maar dat de winst die daarmee geboekt wordt niet in verhouding staat tot de ca € 29 mln. die hiervoor extra nodig zijn. 1.4 Verdere investeringen Uit onderzoek is gebleken dat het veiligheidsgevoel op de halte bij de reiziger achter blijft bij dat in het voertuig. Daarom heeft het stadsgewest Haaglanden er voor gekozen om ook in de halte-infrastructuur te investeren: in 2003 in een ingrijpende verbetering van o.a. verlichting en informatievoorziening op het busplatform bij Den Haag CS. In 2004 is bovendien aan de Haaglanden-gemeenten € 300.000 beschikbaar gesteld voor betere fietsenstallingen en -overkappingen bij de openbaar vervoerhaltes. Ook heeft het stadsgewest een subsidie van € 150.000 aan de gemeente Delft verstrekt voor de uitbreiding van dynamische reisinformatie. Actuele reisinformatie vergroot immers het gevoel van sociale veiligheid op de halte, omdat bekendheid over de feitelijke wachttijd qua beleving het wachten verkort. Met name voor de avonduren is dit van belang. Ook is door het stadsgewest een financiële bijdrage geleverd voor extra begeleiding op ritten van buslijn 130. Dit had tot doel de overlast van scholieren van het Atlascollege, die gebruik maken van deze bus, terug te brengen. De extra begeleiding heeft inderdaad in 2004 en 2005 tot minder overlast geleid. Tenslotte is, vooruitlopend op de in 2006 over te nemen verantwoordelijkheid voor de Zoetermeerlijn, al enkele jaren een bedrag van € 50.000 besteed om de controle op de Zoetermeerlijn te intensiveren. Met merkbaar effect! Latj 050728 5 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC 2. Beleidsdoelstellingen en -ambities 2.1 Inleiding De resultaten op het gebied van sociale veiligheid zijn als eerder geconstateerd in Haaglanden aanzienlijk verbeterd. De gemiddelde waardering door de reiziger voor het OV is van een 6,8 in 2002 naar maar liefst een 7,5 in 2004 gestegen. Daarmee voldoen Connexxion en HTM nu al bijna, zowel op de haltes als in de voertuigen, aan de door de Tweede Kamer voor 2008 gestelde richtlijn voor sociale veiligheid. De doelstelling waar Haaglanden en de vervoerbedrijven de komende jaren voor gesteld zien is dit waarderingscijfer van de reizigers minimaal vast te houden en zo mogelijk te verbeteren. Dit is een uiterst ambitieuze doelstelling, aangezien het railvervoer en de railinfrastructuur van het stadsgewest Haaglanden de komende jaren met de Tramtunnel, RandstadRail, Centraal Station en lijn 19 de komende jaren nog fors wordt uitgebreid. Bovendien zal Haaglanden de controle overnemen van de NS op de huidige Zoetermeerlijn en de Hofpleinlijn. 2.2 Formulering van beleidsdoelstellingen De algemene doelstelling voor SVOV is: ‘Vermindering van het aantal feitelijke incidenten (objectief) en het onveiligheidsgevoel (subjectief) in en rond het openbaar vervoer tot een aanvaardbaar niveau voor reizigers en personeel.’ Concrete operationele doelstellingen van stadsgewest Haaglanden zijn: · ultimo 2008 waarderen de reizigers de sociale veiligheid op de halte en in het voertuig met ten minste 7,5. · ultimo 2008 waardeert het personeel van de vervoerbedrijven de sociale veiligheid in het bedrijf met ten minste 6,5. · ultimo 2008 is het totaal aantal feitelijke ‘incidenten’, waar het personeel van de vervoerbedrijven bij is betrokken, afgenomen ten opzichte van de situatie in 2006 (het exacte aantal incidenten kan pas worden bepaald na ingebruikname van RandstadRail). · het percentage zwartrijden op de trams en RandstadRail is in 2008 maximaal 8%. Het percentage zwartrijders op de bussen is maximaal 2% In bijlage 1 is de ontwikkeling van de diverse prestatie-indicatoren aangegeven. 2.3 Wensbeeld De optimaal gewenste situatie ten aanzien van de sociale veiligheid in het openbaar vervoer in Haaglanden is dat het een bijdrage levert aan een wervend en aantrekkelijk openbaar vervoer. Dit kan worden omschreven in de vorm van het volgende wensbeeld: · schoon, heel en veilig materieel, stationspleinen, busstations en haltes; · cameratoezicht in de voertuigen en halteomgeving en een goede reactieorganisatie door duidelijke operationele afspraken tussen de verschillende partijen in de handhavingketen over de opvolging van meldingen en calamiteiten; · voldoende menselijk toezicht op de juiste tijd en plaats; · personeel dat een adequate opleiding heeft gehad, goed weet om te gaan met conflicten en agressie en gebruik kan maken van additionele hulpmiddelen; · reizigers die betalen voor hun reis; · reizigers die weten welke regels gelden bij gebruik van het openbaar vervoer, zich gedragen volgens deze regels en anderen wijzen op ongewenst gedrag. Latj 050728 6 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC 3. Maatregelen Korte samenvatting Om de in de vorige hoofdstuk genoemde doelstellingen te bereiken blijft investeren in de sociale veiligheid in vooral het railvervoer hard nodig. De vervoerbedrijven zullen dan ook meer budget vrij maken om de controle en beveiliging te verscherpen en te verbeteren. Dit zal besteed worden aan een vergroting van het aantal flexibele controleteams, extra beveiligingscamera’s, betere opleidingen voor het rijdend en controlerend personeel. (zie verder hoofdstukken 5, 6, 7 en 8). Ook zullen de vervoerbedrijven meer aandacht gaan besteden aan het onderhoud en de reiniging van de voertuigen, omdat uit onderzoeken is gebleken dat het veiligheidsgevoel van de reiziger positief beïnvloed wordt wanneer de voertuigen schoon en heel zijn (zie verder hoofdstuk 9).
Recommended publications
  • Uitwerkingsplan Onderdoorgang Houtkade
    Gemeente Oen ! laag üicnsc Stedelijke Ontwikkeling Uitwerkingsplan Onderdoorgang Houtkade (Bestemmingsplan Leidschenveen) (voorontwerp) februari 2005 Al. O Uitwerkingsplan Onderdoorgang Houtkade (Bestemmingsplan Leidschenveen) (voorontwerp) februari 2005 Inhoudsopgave Blz. Toelichting 1. Inleiding -1- a. Aanleiding voor het uitwerkingsplan -1- b. Plangrenzen -1- c. Leeswijzer -1- 2. Gebiedsbeschrijving -1- a. Landschappelijke kenmerken -1- b. Omgevingskenmerken -1- 3. Project- en gebiedsbeschrijving -2- 4. Beleidsvoorwaarden -3- a. Het bestemmingsplan -3- b. Milieuaspecten -3- 5. Juridisch plan -5- a. Toelichting op de voorschriften -5- 6. Economische uitvoerbaarheid -5- Voorschriften Toelichting 1. Inleiding a. Aanleiding voor het uitwerkingsplan Het gebied tussen Den Haag, Rotterdam en Zoetermeer verstedelijkt in hoog tempo. Op een groot aantal plekken verrijzen Vinex-locaties en bedrijvenlocaties. Om te wonen, Viferken en recreëren hebben steeds meer mensen behoefte aan comfortabel openbaar vervoer. RandstadRail maakt voor het grootste gedeelte gebruik van bestaand spoor: de Zoetermeer Stadslijn en de Hofpleinlijn. Deze bestaande verbindingen worden omgebouwd en gekoppeld aan het lokale tram- of metronel en zal in 2006 gaan rijden. Vanwege de hoge frequentie waarmee RandstadRail gaat rijden, zullen vrijwel alle gelijkvloerse kruisingen worden afgesloten of vervangen door ongelijkvloerse kruisingen. Voor de bestaande overweg bij de Roeleveenseweg (Houtkade) betekent dit dat deze zal wovden vervangen door een onderdoorgang welke bestemd is voor fiets- en voetverkeer, bestemmingsverkeer (personenauto's en tractoren) en hulpdiensten. b. Plangrenzen Plangebied ' Uitwerkingsplan Onderdoorgang Houtkade' wordt begrensd door: - Aan de zuidkant de Roeleveenseweg met de bestaande agrarische bedrijven; - Aan de noordkant de Zoetermeerse Rijweg en de rotonde die toegang geeft tot de wijk Wateriand; - Het plangebied wordt van oost naar west doorsneden door het bestaande spoor.
    [Show full text]
  • Transit Oriented Development: a Study Into the Relation Between Spatial Developments and Public Transport Use Case Study: Stedenbaanplus
    Transit Oriented Development: a study into the relation between spatial developments and public transport use Case study: StedenbaanPlus Final report MSc. Thesis project June 11, 2014 M.C.J. Schouwenaars, BSc Delft University of Technology Section of transport and planning Student Thesis professor Daily supervisor External supervisor 1 External supervisor 2 Thesis coordinator M.C.J. Schouwenaars, Prof. dr. ir. Dr.Ir. R. van Nes Dr. ir. J.H. Baggen Ir. M.W.J. Bus Ir. P.B.L. Wiggenraad BSc B. van Arem (Panteia) Transit Oriented Development: a study into the relation between spatial developments and public transport use Case study: StedenbaanPlus Final report MSc. thesis project M.C.J. Schouwenaars, BSc 1304208 marc.schouwenaars.1988 –at– gmail.com Delft University of Technology Civil Engineering, master track Transport and Planning Committee: Prof. dr. ir. Bart van Arem Chairman Delft University of Technology Faculty of Civil Engineering Section of transport and planning Dr. ir. Rob van Nes Daily supervisor Delft University of Technology Faculty of Civil Engineering Section of transport and planning Dr. ir. John Baggen External member TU Delft Delft University of Technology Faculty of Technology, Policy and Management Section of Engineering Systems and Services Ir. Marcel Bus External member Panteia Panteia Zoetermeer (NEA) Ir. Paul Wiggenraad Graduation coordinator Delft University of Technology Faculty of Civil Engineering Section of transport and planning Delft, 11th of June 2014 Final report MSc. thesis M.C.J. Schouwenaars, BSc PREFACE This thesis is presented in partial fulfillment of the requirements for the degree of MSc. in Civil Engineering, track Transport & Planning, and has been completed at the Delft University of Technology.
    [Show full text]
  • Randstadrail: Kwaliteitssprong in Operationele Kwaliteit Door Exploitatiebeheersing
    RandstadRail: Kwaliteitssprong in operationele kwaliteit door exploitatiebeheersing Paper voor het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk november 2005 ir. N. van Oort HTM Personenvervoer N.V. Afdeling Vervoersontwikkeling Postbus 28503 2502 KM Den Haag Telefoon: 070-3848518 Fax: 070-3848476 E-mail: [email protected] drs. M.R. Post HTM Personenvervoer N.V. Afdeling Vervoersontwikkeling Postbus 28503 2502 KM Den Haag Telefoon: 070-3848543 Fax: 070-3848476 E-mail: [email protected] Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Aanleiding voor beheersing 6 3. Het beheersingssysteem 7 4. Exploitatiebeheersing in andere steden 16 5. Conclusie 19 Bronnen 19 Samenvatting RandstadRail: Kwaliteitssprong in operationele kwaliteit door exploitatiebeheersing RandstadRail (RR) is het nieuwe, regionale OV systeem tussen Den Haag, Zoetermeer en Rotterdam. RR wordt in veel opzichten een hoogwaardig systeem: snel, hoogfrequent, comfortabel met een moderne uitstraling. Op de drukste trajecten rijdt RR om de 2,5 min. in de spits, afwisselend gecombineerd met metro’s van RET en Haagse trams. Bij deze hoge frequenties is een vorm van beheersing noodzakelijk: enerzijds om kwaliteit te bieden m.b.t. wachttijden en zitplaatskans en anderzijds in verband met de capaciteit van de infrastructuur. Om congestie te voorkomen moet de dienstuitvoering zo goed mogelijk overeen komen met de dienstregeling. Voor RR heeft HTM een beheersingsfilosofie opgesteld. In drie stappen wordt het systeem beheerst. Belangrijkste aspect hierbij is spreiding in de rijtijd. Allereerst wordt de spreiding zoveel mogelijk uitgebannen: de infrastructuur wordt waar mogelijk autonoom gemaakt, prioriteit wordt op bijna elk kruispunt aan RR toegekend. RR halteert op elke halte en er wordt nooit te vroeg van een halte vertrokken.
    [Show full text]
  • De Blauwe Tram
    De Blauwe Tram een literaire fietsroute Om werkelijk van een tocht te kunnen genieten, om geheel tot rust en inkeer te komen, om nieuwe krachten op te doen voor het bestaan in de zo harde maat- schappij, blijft er werkelijk maar één ding over: de fiets. Bob den Uyl (1930-1992) Colofon Tekst en foto’s: André Brouwer (Brouwervanteksten) Vormgeving: Franz Berendsen (ProBiblio) Cartografie: Aad Mak, Barneveld Correcties: Ellie Nieuwenhuizen Uitgave: ProBiblio 2012 Deze uitgave wordt mogelijk gemaakt door een bijdrage van de provincie Zuid-Holland 3 Voorwoord Gerard Reve wilde ooit een boek schrijven dat alle andere boeken (behalve de Bijbel en het telefoonboek) overbodig zou maken. Dit boek- je heeft die pretentie uiteraard niet, maar het onderscheidt zich wel duidelijk van andere fietsroutes. Die kiezen vaak zo veel mogelijk vrij liggende fietspaden of lommerrijke weggetjes, waar de auto zo veel mogelijk uit de fietsbeleving verbannen wordt. Daar deze route zoveel mogelijk het voormalig tracé van de Blauwe Tram volgt, fietst u nood- gedwongen wel eens langs drukke wegen. Overigens wel altijd op een fietspad, gevaarlijk is deze route dus niet. Toch heeft dit zijn aparte charme. U ervaart hoe het voor de reiziger van meer dan een halve eeuw geleden geweest moet zijn om per tram de dorpen langs zich heen te zien trekken. Wat is de Blauwe Tram? De Blauwe Tram is de verzamelnaam voor de tram zoals hij gereden heeft tussen 1881 en 1961 in het gebied tussen Den Haag, Leiden, Katwijk, Noordwijk, Haarlem, Zandvoort, Amsterdam, Purmerend, Edam en Volendam. De trams hadden vanaf 1924 een donkerblauwe kleur.
    [Show full text]
  • Speurwerk 7997
    Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk 7997 Bundeling van bijdragen aan het colloquium gehouden te Amsterdam op 27 - 28 november 1997 Redactie B. Egeter N. Kalfs Dee13 Kafiontwerp: Jos’ Ontwerp Studio, Breda COLLOQUIUM VERVOERSPLANOLOGISCH SPEURWERK Het doe1 van het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk is een ontmoetingsplaats te vormen waar nieuwe inzichten en idee&n met betrekking tot de vervoersplanning en de raakvlakken hiervan met de ruimtelijke planning worden gepresenteerd en besproken. De auteurs bezitten auteursrechten van hun bijdragen. Bestelling van boeken: Dit verslag, dat uit drie delen bestaat, kan worden besteld door overmaking van f 150,- op girorekening 58.06.21 ten name van de penningmeester van het Colloquium Vervoers- planologisch Speurwerk, Legmeerstraat 62/2h, 1058 NG Amsterdam, onder vermelding van TVS 1997” en de naam en adres van de besteller. Aanbevolen literatuurverwijzing: B. Egeter & N. Kalfs (red.). “Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk - 1997 - Sprang in het duister? Lange termijn ontwikkelingen in het vervoersplanologisch onder- zoek”. Delft 7 C.V.S. 9 1997. TRANSPORTATION PLANNING RESEARCH COLLOQUIUM The purpose of the Transportation Planning Research Colloquium is to provide a meeting ground for the presentation and discussion of new insights and ideas in the field of transportation and its relationship with spatial planning. Authors retain all rights in their papers. Orders for books: Copies of this publication CVS-1997, which exists of three volumes, can be ordered from the treasurer of the Transportation Planning Research Colloquium, Legmeerstraat 62/2h, NL-1058 NG Amsterdam, The Netherlands. Suggested citation: B. Egeter & N. Kalfs (red.). “Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk - 1997 - Sprong in het duister? Lange termijn ontwikkelingen in het vervoersplanologisch onder- zoek”.
    [Show full text]
  • Evaluatie Randstadrail Eindrapport
    ii Het RandstadRail-project: Lightrail, Zware Opgave Onafhankelijk Onderzoek RandstadRail Haagse Deel In opdracht van stadsgewest Haaglanden Ernst ten Heuvelhof Joop Koppenjan Bertien Broekhans Martijn Leijten Wijnand Veeneman Haiko van der Voort Met medewerking van: Thijs Derksen Ivar de Maa Menno Nederveen Suzan Stoter Peter Wilms (onafhankelijk consultant) Stefan Wissing 26 februari 2008 ISBN 9789056381929 iii iv Samenvatting Op 13 december 2006 heeft de verantwoordelijk bestuurder mr P.T. van Woensel in het Algemeen Bestuur van het stadsgewest Haaglanden (SGH) een extern, onafhankelijk onderzoek aangekondigd naar de gehele gang van zaken rond de bouw en indienstneming van het openbaar-vervoersysteem RandstadRail gedurende de afgelopen vijf jaar. Onderzoeksopdracht en onderzoekvragen Doel van het onderzoek was het tot stand brengen van een rapport, op basis waarvan de verantwoordelijk bestuurder verantwoording kan afleggen aan het Algemeen Bestuur van Haaglanden en lessen getrokken kunnen worden voor de aanpak van toekomstige grote infrastructuurprojecten. De volgende vragen stonden in het onderzoek centraal: Wat was de feitelijke gang van zaken rond de gebeurtenissen en incidenten die zich bij de bouw en indienstneming van RandstadRail voordeden? Welke rol speelde de organisatie en aansturing van het project op strategisch en bestuurlijke niveau daarbij in de periode vanaf 2001? In hoeverre voldeden deze aan de eisen die daar, gegeven (toentertijd) geldende normen betreffende adequaat bestuur en management, aan gesteld dienen te worden? Welke lessen kunnen hieruit geleerd worden ten aanzien van de organisatie en aansturing van toekomstige infrastructurele projecten? Onderzoeksaanpak De werkwijze is als volgt geweest. Uitgaande van de incidenten is nagegaan welke gebeurtenissen en beslissingen daaraan ten grondslag lagen en welke actoren daarbij betrokken waren.
    [Show full text]
  • Handout from the Netherlands
    "City-University Partnerships: Best Practices in Urban Sustainability in Europe and the US" 24-26 January 2011, Washington D.C. Content Part I: From EU to national to local Dutch policies: • Context for Dutch cities for improving energy efficiency and increasing the use of renewable energy in the built environment; • The Hague: Becoming a sustainable city; • The City of Rotterdam and urban transition management. Part II: Factsheets on projects: • Projects of the city The Hague; • Project Full retrofit of neighbourhood; • Project Establishing a local energy company: DEVO; • Rotterdam Climate Initiative. Part III: The Netherlands’ delegation: • Bio’s/contact details. “Part I: From EU to national to local Dutch policies” Context for Dutch cities for improving energy efficiency and increasing the use of renewable energy in the built environment EU’s three corner stones for energy & climate policy making (Lisbon Strategy 2005) • Improving energy security • Increase Europe’s competiveness • Combating climate change EU’s Climate & Energy Package (2009) • The Climate & Energy Package is one of Europe’s headline targets for 2020 (Europe 2020), others focusing on employment, R&D, education and poverty/social exclusion • 20% GHG reduction in 2020 compared to 1990 emission levels • 20% renewable energy in 2020 as a share of final energy consumption (14% for the Netherlands) • Both the GHG reduction target and the RES target are binding • In case of (new) international agreement on combating climate change, Europe is intending to increase the GHG reduction target to –30% EU’s Energy Efficiency Action Plan (2006) • Europe has a non-binding energy savings target of 20% in 2020, resembling a 14% reduction of primary energy use in 2020 compared to the 2005 level Status: The EU is not on track in meeting its energy savings target • Official EU projections show that Europe is not on track in meeting its energy savings target and will achieve only half of it • For achieving the –20% GHG target, meeting the 14% energy savings target is not needed, i.e.
    [Show full text]
  • Het Effect Van De Aanwezigheid Van Lightrail Op De Waarde Van Woningen
    2011 Het effect van de aanwezigheid van lightrail op de waarde van woningen Een casestudie naar het effect van de RandstadRail op de waarde van woningen in de gemeente Zoetermeer Nicole Baggen Universiteit Utrecht 25-7-2011 1 Het effect van lightrail op de waarde van woningen in haar omgeving Een casestudie naar het effect van de RandstadRail op de waarde van woningen in de gemeente Zoetermeer 3279200 [25 juli 2011] Masterthesis Planologie Juli 2011 Nicole Baggen BEc Studentnummer: 3279200 Onder begeleiding van: Dhr. Prof. Dr. T.J.M. Spit Hoogleraar Planologie Universiteit Utrecht Faculteit Geowetenschappen Departement Sociale Geografie en Planologie Dhr. W. De Jong MSc Projectleider/adviseur verkeer en mobiliteit Dhr S. Van Der Vliet Adviseur 2 Voorwoord Na het afronden van mijn HBO management, economie en recht, nam ik het besluit om door te studeren. Tijdens deze opleiding groeide mijn interesse voor de vastgoed en makelaardij, wat tevens mijn afstudeerrichting was. Hoewel ik mezelf al zag werken in de makelaardij, werd in het laatste jaar mijn interesse voor de vastgoed- en projectontwikkeling gewekt. Het uitvoeren van een herontwikkelingsproject deed mijn interesse dermate groeien dat in mijn zoektocht naar wat te doen na de studie, viel mijn oog op de master Planologie en na het bezoeken van een open dag stond mijn beslissing vast, deze master sluit perfect aan op mijn groeiende interesse. Deze situatie ligt inmiddels al weer vier jaar achter me en heeft geleid tot het uitvoeren van een onderzoek en het schrijven van een masterthesis. Mijn interesse voor de woningmarkt en de makelaardij is nooit verdwenen.
    [Show full text]
  • Use the Randstadrail?
    Public transport 2.0: why (not) use the RandstadRail? A study of travel behaviour Master thesis Urban Geography, Faculty of Geosciences, Utrecht University Supervisor: Jan Prillwitz September 2011 Martje Wedman ([email protected]) Enny Vredelaan 191, 3584 ZG Utrecht 2 Summary This thesis tries to give a theoretically grounded and empirically based insight in the travel behaviour of people. The travel behaviour researched is the use of the RandstadRail, a light rail network in the Randstad area in the West of the Netherlands. The development and introduction of this network encountered many problems and made sure that the start of service was delayed by several months. As one of the main goals of the project was to attract people to use public transport instead of their car, it is interesting to see if this was accomplished, and why (not). Therefore, the main question of this thesis was: Which factors determine whether travellers use the RandstadRail or not? A survey was held among 119 respondents living near two RandstadRail stations (Leidschendam‐Voorburg and Leidschenveen). In addition, five interviews were held to further explore the motives for (not) using the RandstadRail. The most important findings are the value of information and knowledge. These factors prove to be of influence on attitude towards the RandstadRail, desire and intention to use it, and actual use. Also, it would be advised to invest in more parking space at the stations, and in ticket buying possibilities at the stations. Both features appeared to be influential on the likelihood to use the RandstadRail. Finally, regarding to possible future developments of the RandstadRail, a better marketing and information campaign would be necessary, since many people regarded this as insufficient.
    [Show full text]
  • Mott Macdonald Report Template
    RandstadRail Performance Review January 2016 HTM RandstadRail Performance Review 354355 ERA EDE 02 D Performance Review RandstadRail - stage 2 25 February 2016 RandstadRailPerformance Review January 2016 HTM Postbus 28503 2502 KM Den Haag Mott MacDonald, Amsterdamseweg 15, 6814 CM Arnhem, Netherlands T +31 (0)26 3577 111 F +31 (0)26 3577 577 W www.mottmac.com RandstadRailPerformance Review Issue and revision record Revision Date Originator Checker Approver Description R. Arends M. Terry M. Donders A 21/07/2015 A. Palmer Draft report for review after stage 1 J. Bolck I. Croese C. Pennington A. Palmer R. Arends B 11/01/2016 C. Pennington J. Bolck Draft report for review after stage 2 J. Tax T. Teunissen C 05/02/2016 J. Tax R. Arends I. Croese Final report D 25/02/2016 J. Tax R. Arends J. Bolck Final report; released for public Information class: Standard This document is issued for the party which commissioned it We accept no responsibility for the consequences of this and for specific purposes connected with the above-captioned document being relied upon by any other party, or being used project only. It should not be relied upon by any other party or for any other purpose, or containing any error or omission used for any other purpose. which is due to an error or omission in data supplied to us by other parties. This document contains confidential information and proprietary intellectual property. It should not be shown to other parties without consent from us and from the party which commissioned it. 354355/ERA/EDE/02/D 25 February 2016
    [Show full text]
  • RANDSTADMAIL2007 Okt30e
    november 2007 november Sprong naar hoogwaardig openbaar vervoer Informatiekrant over RandstadRail 2007 voor bewoners, ondernemers, betrokkenen en reizigers RandstadRail rijdt Excuses Interview met archi- Rechtstreeks van weer Werkzaamheden tect van de netkous Zoetermeer naar in Rotterdam Wethouders aan de zoute zee het woord pagina 2 pagina 2 pagina 3 pagina 4 comfortabel, betrouwbaar voertuigen transparanter hoge frequentie nieuwe haltes sociaal veilig gelijkvloerse instap actuele informatie vertrektijden RandstadRail rijdt stipt en betrouwbaar op alle Vervoer van de toekomst trajecten RandstadRail in Haaglanden is helemaal klaar en rijdt op alle trajecten. Na de niet-voorziene ver- traging en het extra ongemak kunnen we nu zeggen dat onze regio met RandstadRail beschikt over frequent, stipt, comfortabel en betrouwbaar openbaar vervoer. RandstadRail biedt het openbaar vervoer waar reizigers behoefte aan hebben.. U kunt van Pijnacker-Nootdorp of Leidschendam- Voorburg snel alle kanten op: naar Den Haag of Rotterdam. In Zoetermeer stapt u gemakkelijk op RandstadRail voor een rechtstreekse verbinding met Den Haag, of met slechts één overstap naar Rotter- dam, om te gaan werken of winkelen. Op het traject Den Haag – Rotterdam rijdt Randstad- Rail vooralsnog tot eind 2008 tot Rotterdam Hofplein. Het Stadsgewest Haaglanden is, samen met de Stadsregio ondanks enorme bouwproblemen nu prachtige ondergrondse halten Medio 2009 kunt u doorrijden via Rotterdam Centraal Rotterdam, de opdrachtgever van RandstadRail en heeft bij de zijn): ‘En dan bedoel ik het positieve gevoel dat ons overvalt nu de Station tot aan Rotterdam Slinge. Reizigers hoeven totstandkoming van RandstadRail een coördinerende taak voertuigen tussen Zoetermeer, Den Haag en Rotterdam rijden. Maar ik nooit lang te wachten op een voertuig.
    [Show full text]
  • BIJLAGEN Marktontwikkelingen in Het Personenvervoer Per Spoor 1991-2020
    Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid BIJLAGEN Marktontwikkelingen in het personenvervoer per spoor 1991-2020 November 2007 Bijlage A Determinanten van treingebruik . A.1 Inleiding Mobiliteit komt niet uit de lucht vallen, maar is een afgeleide van maatschappelijke activiteiten die mensen op verschillende plaatsen uitvoeren. De omvang en samenstelling van de mobiliteit worden dan ook sterk door die activiteiten bepaald. In het algemeen worden vier groepen externe factoren - determinanten - onderscheiden die op de vervoervraag in brede zin inwerken. Dat zijn achtereenvolgens demografische, economische, ruimtelijke en sociaal-culturele factoren. Vanuit het perspectief van het spoorvervoer zijn daar nog twee groepen determinanten aan toe te voegen: ten eerste factoren binnen het verkeers- en vervoerssysteem in algemene zin (Productaanbod algemeen) en ten tweede factoren binnen het spoorsysteem zelf (Productaanbod spoor). Figuur A.1 laat de samenhang tussen de zes groepen invloedsfactoren zien. Figuur A.1 Determinanten van de vraag naar personenvervoer per trein In deze bijlage worden elk van de zes groepen besproken. Getracht wordt, de invloed op de vraag naar vervoer per spoor nader te typeren en te kwantificeren. Dat klinkt eenvoudiger en rechtlijniger dan het is. Een eenduidige, volledige scheiding van elk van deze factoren is niet mogelijk, omdat ontwikkelingen elkaar deels overlappen en beïnvloeden. Een voorbeeld is het autobezit en -gebruik dat een belangrijk kenmerk van het verkeers- en vervoerssysteem is, maar dat ook gezien kan worden als een gevolg van de toenemende welvaart. Daarmee past deze factor ook in het ‘hokje’ economische ontwikkeling. Een ander probleem is het operationaliseren van determinanten in de vorm van indicatoren waar kwantitatieve analyses mee gedaan kunnen worden.
    [Show full text]