Meerjarenplan Sociale veiligheid Openbaar Vervoer Haaglanden 2006 - 2009

Latj 050728 2 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC

Inhoud

1. Inleiding pag. 3 1.1 Meerjarenplan Sociale Veiligheid OV 3 1.2 Resultaten 3 1.3 Verhogen controledruk 3 1.4 Verdere investeringen 4 2. Beleidsdoelstellingen en –ambities 5 2.1 Inleiding 5 2.2 Formulering van beleidsdoelstellingen 5 2.3 Wensbeeld 5 3. Verantwoordelijkheden 6 3.1 Inleiding 6 3.2 Taken stadsgewest Haaglanden 6 3.3 Taken vervoerders 6 3.4 Taken gemeenten 6 3.5 Taken politie 7 3.6 Taken justitie/OM 7 3.7 De overige partijen 7 4. Begeleiding en controle 8 5. Beveiliging, service en informatie 12 6. Cameratoezicht 13 7. Beheerste Toegang Stations (BTS) 14 8. Opleiding personeel 15 9. Voertuigen 16 10. Veiligheidsarrangementen 17 11. Haltes en de halteomgeving 18 12. Voorlichting en publiekscampagnes 19 13. Souterrain 20 14. RandstadRail 21 15. Financiën 24 15.1. Subsidiestromen 24 15.2 Verdeling en besteding van de subsidies 24

Bijlage 1 Prestatiegegevens 26 1. ontwikkeling waardering veiligheidsgevoel reizigers 26 2a. ontwikkeling door HTM personeel meegemaakte incidenten 26 2b. ontwikkeling door passagiers meegemaakte incidenten 26 3. ontwikkeling percentage zwartrijden 27 4. ontwikkeling waardering veiligheidsgevoel personeel HTM 27

Latj 050728 3 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC

1. Inleiding

1.1 Meerjarenplan Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer

In 2003 is een eerste voortschrijdend Meerjarenplan Sociale Veiligheid 2005-2008 verschenen als uitwerking van het Aanvalsplan voor de Sociale Veiligheid in het openbaar vervoer van de minister van Verkeer en Waterstaat. Op initiatief van de Tweede Kamer is vervolgens besloten dat er extra budget moet worden uitgetrokken voor verbetering van de sociale veiligheid, vooral in de vier grote steden. Als gevolg daarvan is het aan Haaglanden beschikbaar gestelde budget voor sociale veiligheid in het openbaar vervoer (SVOV) gestegen van € 2,6 mln. in 2001 naar bijna € 10 mln. in 2004.

Dit bedrag is vanaf 1 januari 2005 in de BDU opgenomen. Daarmee is het in principe vrij besteedbaar, maar het DB en AB van Haaglanden hebben in de regionale Nota Mobiliteit uitgesproken dat een bedrag van rond € 10 mln. uit de BDU ook de komende jaren structureel aan sociale veiligheid in en rond het OV zal worden uitgegeven.

Afgesproken is verder dat er jaarlijks een meerjarenplan wordt opgesteld waarin het beleid met betrekking tot sociale veiligheid in het openbaar vervoer voor de komende vier jaar wordt beschreven en dat dit aan het Ministerie van Verkeer en Waterstaat wordt toegezonden, zodat het Rijk op de hoogte is van de vorderingen op het gebied van sociale veiligheid.

In dit plan, waarbij de nadruk ligt op 2006 en 2007, staan de de inzet op sociale veiligheid door de komst van RandstadRail en de overname van de Zoetermeerlijn en de Hofpleinlijn van het Rijk c.q. NS en Prorail centraal.

1.2 Resultaten

Uit de diverse monitoren blijkt dat de cijfers voor sociale veiligheid in de regio Haaglanden zeer bemoedigend zijn (zie bijlage 1). Uit de door een onafhankelijk bureau opgestelde Klantenbarometer blijkt dat de SVOV door het publiek zowel in het voertuig als op de halte hoger wordt gewaardeerd dan in voorgaande jaren.

In het voertuig Op de halte 2002 2003 2004 2002 2003 2004 HTM 7,2 7,4 7,4 6,8 7,1 7,3 HTM bus 7,0 7,4 7,9 6,6 6,9 7,5 Streekvervoer 7,4 7,5 8,2 7,0 7,1 7,7 Delft- 7,6 7,6 8,5 7,1 7,2 8,0 Bron: Klantenbarometer CVOV

Naast een verbetering van het veiligheidsgevoel is ook het zwartrijden op de tram gedaald van 10,2% in 2003 naar 8,9% in 2004.

1.3 Verhogen controledruk

Uit deze goede cijfers valt de conclusie af te leiden dat de in de afgelopen jaren genomen maatregelen om de sociale veiligheid te verbeteren succes hebben gehad.

Latj 050728 4 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC

De meest kostbare en ook meest zichtbare maatregel hierbij is het verhogen van de controledruk (de kans dat men wordt gecontroleerd) in het railvervoer. Die druk is verhoogd van 1,6% in 2002 via 2,6% in 2003 naar 4,36% in 2004. Dit resultaat werd voornamelijk bereikt door op drukke punten in het net (o.a. bij Den Haag CS) controle teams in- en uitgangscontroles te laten uitvoeren (zie verder hoofdstuk 7). Daarmee hebben HTM en het stadsgewest Haaglanden niet gekozen voor een vaste conducteur op de tram, maar voor flexibele inzet van controleteams. Deze flexibele inzet is zoals uit de resultaten kan worden afgelezen ruim afdoende gebleken. De controledruk is flink gestegen en het zwartrijden gedaald. Uit vergelijkingen blijkt dat een vaste conducteur op de tram weliswaar tot betere resultaten zou leiden, maar dat de winst die daarmee geboekt wordt niet in verhouding staat tot de ca € 29 mln. die hiervoor extra nodig zijn.

1.4 Verdere investeringen

Uit onderzoek is gebleken dat het veiligheidsgevoel op de halte bij de reiziger achter blijft bij dat in het voertuig. Daarom heeft het stadsgewest Haaglanden er voor gekozen om ook in de halte-infrastructuur te investeren: in 2003 in een ingrijpende verbetering van o.a. verlichting en informatievoorziening op het busplatform bij Den Haag CS. In 2004 is bovendien aan de Haaglanden-gemeenten € 300.000 beschikbaar gesteld voor betere fietsenstallingen en -overkappingen bij de openbaar vervoerhaltes. Ook heeft het stadsgewest een subsidie van € 150.000 aan de gemeente Delft verstrekt voor de uitbreiding van dynamische reisinformatie. Actuele reisinformatie vergroot immers het gevoel van sociale veiligheid op de halte, omdat bekendheid over de feitelijke wachttijd qua beleving het wachten verkort. Met name voor de avonduren is dit van belang.

Ook is door het stadsgewest een financiële bijdrage geleverd voor extra begeleiding op ritten van buslijn 130. Dit had tot doel de overlast van scholieren van het Atlascollege, die gebruik maken van deze bus, terug te brengen. De extra begeleiding heeft inderdaad in 2004 en 2005 tot minder overlast geleid.

Tenslotte is, vooruitlopend op de in 2006 over te nemen verantwoordelijkheid voor de Zoetermeerlijn, al enkele jaren een bedrag van € 50.000 besteed om de controle op de Zoetermeerlijn te intensiveren. Met merkbaar effect!

Latj 050728 5 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC

2. Beleidsdoelstellingen en -ambities

2.1 Inleiding

De resultaten op het gebied van sociale veiligheid zijn als eerder geconstateerd in Haaglanden aanzienlijk verbeterd. De gemiddelde waardering door de reiziger voor het OV is van een 6,8 in 2002 naar maar liefst een 7,5 in 2004 gestegen. Daarmee voldoen Connexxion en HTM nu al bijna, zowel op de haltes als in de voertuigen, aan de door de Tweede Kamer voor 2008 gestelde richtlijn voor sociale veiligheid. De doelstelling waar Haaglanden en de vervoerbedrijven de komende jaren voor gesteld zien is dit waarderingscijfer van de reizigers minimaal vast te houden en zo mogelijk te verbeteren. Dit is een uiterst ambitieuze doelstelling, aangezien het railvervoer en de railinfrastructuur van het stadsgewest Haaglanden de komende jaren met de Tramtunnel, RandstadRail, Centraal Station en lijn 19 de komende jaren nog fors wordt uitgebreid. Bovendien zal Haaglanden de controle overnemen van de NS op de huidige Zoetermeerlijn en de Hofpleinlijn.

2.2 Formulering van beleidsdoelstellingen

De algemene doelstelling voor SVOV is: ‘Vermindering van het aantal feitelijke incidenten (objectief) en het onveiligheidsgevoel (subjectief) in en rond het openbaar vervoer tot een aanvaardbaar niveau voor reizigers en personeel.’ Concrete operationele doelstellingen van stadsgewest Haaglanden zijn: · ultimo 2008 waarderen de reizigers de sociale veiligheid op de halte en in het voertuig met ten minste 7,5. · ultimo 2008 waardeert het personeel van de vervoerbedrijven de sociale veiligheid in het bedrijf met ten minste 6,5. · ultimo 2008 is het totaal aantal feitelijke ‘incidenten’, waar het personeel van de vervoerbedrijven bij is betrokken, afgenomen ten opzichte van de situatie in 2006 (het exacte aantal incidenten kan pas worden bepaald na ingebruikname van RandstadRail). · het percentage zwartrijden op de en RandstadRail is in 2008 maximaal 8%. Het percentage zwartrijders op de bussen is maximaal 2% In bijlage 1 is de ontwikkeling van de diverse prestatie-indicatoren aangegeven.

2.3 Wensbeeld

De optimaal gewenste situatie ten aanzien van de sociale veiligheid in het openbaar vervoer in Haaglanden is dat het een bijdrage levert aan een wervend en aantrekkelijk openbaar vervoer. Dit kan worden omschreven in de vorm van het volgende wensbeeld: · schoon, heel en veilig materieel, stationspleinen, busstations en haltes; · cameratoezicht in de voertuigen en halteomgeving en een goede reactieorganisatie door duidelijke operationele afspraken tussen de verschillende partijen in de handhavingketen over de opvolging van meldingen en calamiteiten; · voldoende menselijk toezicht op de juiste tijd en plaats; · personeel dat een adequate opleiding heeft gehad, goed weet om te gaan met conflicten en agressie en gebruik kan maken van additionele hulpmiddelen; · reizigers die betalen voor hun reis; · reizigers die weten welke regels gelden bij gebruik van het openbaar vervoer, zich gedragen volgens deze regels en anderen wijzen op ongewenst gedrag.

Latj 050728 6 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC

3. Maatregelen

Korte samenvatting

Om de in de vorige hoofdstuk genoemde doelstellingen te bereiken blijft investeren in de sociale veiligheid in vooral het railvervoer hard nodig. De vervoerbedrijven zullen dan ook meer budget vrij maken om de controle en beveiliging te verscherpen en te verbeteren. Dit zal besteed worden aan een vergroting van het aantal flexibele controleteams, extra beveiligingscamera’s, betere opleidingen voor het rijdend en controlerend personeel. (zie verder hoofdstukken 5, 6, 7 en 8).

Ook zullen de vervoerbedrijven meer aandacht gaan besteden aan het onderhoud en de reiniging van de voertuigen, omdat uit onderzoeken is gebleken dat het veiligheidsgevoel van de reiziger positief beïnvloed wordt wanneer de voertuigen schoon en heel zijn (zie verder hoofdstuk 9).

Ook zal in samenwerking met Haaglanden in 2005 een raamveiligheidsarrangement worden opgesteld voor vervoerders, politie en justitie en zal er door Connexxion en HTM veel aandacht worden besteed aan communicatie en voorlichting (zie verder hoofdstuk 10 en 12).

Haaglanden is van plan de komende jaren de fietsvoorzieningen bij RandstadRailhaltes te verbeteren en ook staat de uitbreiding van dynamische reisinformatie op de tramhaltes in de regio op de rol, te beginnen bij de haltes van RandstadRail. Actuele reisinformatie vergroot immers het gevoel van sociale veiligheid op de halte, omdat bekendheid over de feitelijke wachttijd qua beleving het wachten verkort. Vooral voor de avonduren is dit van belang. Daarnaast stelt het stadsgewest budget ter beschikking aan gemeenten om de haltes en de directe omgeving op orde te houden (zie verder hoofdstuk 11).

Speciale aandacht zal als eerder gezegd de komende jaren uitgaan naar de komst van RandstadRail en de overname van de Zoetermeerlijn en de Hofpleinlijn. Haaglanden heeft de ambitie om deze huidige treinlijnen niet alleen te vernieuwen wat betreft stations, frequenties e.d, maar ook om deze op het punt van sociale veiligheid een extra impuls te geven. Voor een deel is dat tijdelijk, omdat Haaglanden en HTM een goede start willen maken op de Zoetermeerlijn met een extra verhoogd controleniveau. Daarnaast zijn er structurele kosten, omdat zowel alle stations als alle voertuigen worden voorzien van camerabewaking. Op de stations komen ook palen voor een noodoproep en een omroepinstallatie. De investeringen worden direct of indirect door HTM gedaan en door Haaglanden op jaarbasis vergoed. De extra jaarlast kan worden betaald uit de uitbreiding van het OV-budget in verband met RandstadRail van € 20,7 mln. per jaar. (zie verder hoofdstuk 14).

Begin 2007 zal in heel Haaglanden de OV-chipkaart zijn ingevoerd. De verwachting is dat deze vervanger van de papieren strippenkaart en abonnementen nog eens zal zorgen voor een extra daling van het zwart- en grijsrijden, en daarmee een belangrijke postieve impuls zal geven aan de sociale veiligheid in het openbaar vervoer.

Latj 050728 7 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC

4. Begeleiding en controle

4.1 Problematiek

4.1.1 Zoetermeerlijn

Op de Zoetermeerlijn was het aantal agressiemeldingen dusdanig hoog dat politie, NS en gemeente Zoetermeer hebben besloten om door gerichte lik-op-stuk-acties in de eerste maanden van 2003 dit probleem aan te pakken. Hierdoor daalde het aantal agressiemeldingen sterk. Ook het zwartrijden daalde. Zodra de acties stopten nam de agressie en het zwartrijden weer toe. Om de behaalde positieve resultaten te bestendigen is in 2003, 2004 en 2005 met een subsidie van € 50.000 van het stadsgewest Haaglanden een particulier beveiligingsbedrijf ingezet.

4.1.2 RandstadRail

Met de komst van RandstadRail komt ook de problematiek rondom sociale veiligheid op de huidige Zoetermeerlijn mee naar Haaglanden. Dit vraagt een aparte aanpak om de sociale veiligheid op dit nieuwe traject te waarborgen (zie hoofdstuk 14).

4.1.3 Lijn 19

Volgens planning zal de tangent tramlijn 19 met ingang van medio december 2007 gaan rijden. Hiervoor zal bij de start extra controlepersoneel worden ingezet.

4.1.4 Preventieve maatregelen

Onderzoek bij een aantal vervoerbedrijven toont aan dat zwartrijden (het niet hebben van een geldig vervoerbewijs) één van de belangrijkste oorzaken is voor agressie bij de ‘betrapte’ reiziger, namelijk in 60-70% van deze gevallen. Naar verwachting zal de vervanging van het systeem van Nationale Vervoerbewijzen (de strippenkaart) door de OV-chipkaart het zwartrijden, en daarmee de agressie in het openbaar vervoer, verminderen. Verder zijn, om de agressie te verminderen, vooral preventieve maatregelen om zwartrijden tegen te gaan noodzakelijk. Hieraan wordt bij de vervoerbedrijven veel aandacht besteed: · Op de 12- en 18-meterbussen in Haaglanden komen alle passagiers bij het instappen langs de bestuurder. · Alle frontliners bij Connexxion en HTM worden getraind in en geïnstrueerd over het voorkomen en beheersen van conflicten. Daartoe zijn opleidingsprogramma’s ontwikkeld en trainingsfaciliteiten gecreëerd. HTM heeft hiervoor zelfs een eigen trainer aangetrokken. · Het personeel wordt getraind in de kwaliteit van optreden en klantvriendelijkheid. · HTM houdt selectieve instapcontroles op haltes. Hierbij wordt de halte afgesloten en uitgeroepen tot OV-gebied, waar een geldig plaatsbewijs vereist is. · Door de controledruk te verhogen, en daarmee de kans te vergroten dat men wordt gecontroleerd, zorgen passagiers eerder dat zij in het bezit zijn van een geldig plaatsbewijs. · Connexxion beschikt, specifiek voor Haaglanden, sinds januari 2004 over 3 FTE medewerkers Veiligheid, Informatie en Controle (VIC).

Latj 050728 8 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC

4.1.5 Repressieve maatregelen

Ook bij de repressieve controles is het beleid van HTM gericht op deëscalatie. Hierin past gebruik van het controlekaartje. Dit kaartje kostte bij de start in 2003 nog € 10, inmiddels is het via € 15 gebracht op € 20, een tarief dat ligt tussen de kosten van een gewoon kaartje en een proces verbaal. In bepaalde gevallen kunnen reizigers, die geen geldig plaatsbewijs hebben, deze kaart aanschaffen en daarmee een proces-verbaal voorkomen. Connexxion past in Haaglanden dezelfde regels en hetzelfde tarief toe. De HTM controleurs worden ingezet op die tijden en plaatsen waar het meeste zwartrijden is geconstateerd. Daar is de controledruk dan ook aanzienlijk hoger dan het gemiddelde.

4.1.6 Flexibele controles

Het beleid binnen Haaglanden is dat op de trams met een hoge frequentie controles worden uitgevoerd door gerichte inzet van ploegen goed opgeleide controleurs. Daarmee is, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Amsterdam en , niet gekozen voor het inzetten van vaste conducteurs. Hiertoe is besloten om dat de inzet van vaste conducteurs de volgende nadelen heeft: · op iedere tram een conducteur vraagt de inzet van 570 conducteurs. De kosten bedragen in dat geval € 29 mln. per jaar extra. Deze kosten staan in geen verhouding tot de wegvallende opbrengsten als gevolg van zwartrijden; · ervaringen in andere steden leren dat dit werk snel leidt tot demotivatie en extra gevoelens van onveiligheid van het betrokken personeel. Werken met gerichte inzet van ploegen daarentegen wordt door het betrokken personeel zinvoller, afwisselender en minder bedreigend ervaren. Het zorgt voor een hogere arbeidsmotivatie en is bovendien efficiënter.

Bij controles op de voertuigen wordt, afhankelijk van de omstandigheden, direct een proces-verbaal aan zwartreizigers gegeven of worden reizigers in eerste instantie in de gelegenheid gesteld om een controlekaartje aan te schaffen. De eerste vorm van controle wordt uitgevoerd door controleurs met opsporingsbevoegdheid. Bij de tweede vorm worden zowel controleurs met als zonder opsporingsbevoegdheid ingezet. De voordelen hiervan zijn: · minder direct hard optreden levert minder agressie op; · laagdrempelig optreden zonder formaliteiten levert tijdwinst op (geen aanhoudingen) waardoor het aantal controles per controleur stijgt; · de formatie kan snel worden aangevuld met niet-opsporingsbevoegde controleurs

4.1.7 Controledruk en zwartrijdpercentage

Door de verbeterde controlemethodieken, mogelijk geworden door de inhuur van externe controleurs en de aanname van extra personeel, is de controledruk over het hele HTM-gebied van 1,6% in 2002 via 2,6% in 2003 gestegen naar 4,36% in 2004.

Op initiatief van het ministerie van Verkeer en Waterstaat is in 2004 landelijk een nieuwe methode ingevoerd voor het meten van zwartrijden. Doordat alle vervoerbedrijven dezelfde methodiek hanteren zijn de cijfers beter vergelijkbaar. Helaas is deze wijze van meten minder nauwkeurig dan de methode die daarvoor door HTM werd gehanteerd. De cijfers van HTM liggen bij deze nieuwe meetmethode

Latj 050728 9 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC

ruim 1% hoger, maar de trend is wel vergelijkbaar. Daarom zal Haaglanden met ingang van dit jaarplan de nieuwe cijfers hanteren. Dankzij de verbeterde controlemethodieken is het percentage zwartrijders op de tram gedaald van 10,2% in 2003 naar 8,9% bij de meting in 2004, dit laatste conform de nieuwe wegingsfactoren. Op de HTM-bussen is het zwartrijdpercentage 2,2% in 2004. Doordat bij Connexxion alle passagiers bij het instappen langs de chauffeur komen is bij het instappen de controledruk nagenoeg 100%. Verder heeft Connexxion met 3 Vic’s een controledruk c.q. zichtkans in de bus van 0,35% weten te realiseren. Bij Connexxion was het zwart- en grijsrijdpercentage over het gehele jaar 2004 2,4%.

4.2 Maatregelen

4.2.1 Zoetermeerlijn / RandstadRail

Voor ondersteuning van en vervolg op politieacties op en rond de Zoetermeerlijn zal in 2006 de inzet van particuliere beveiligers worden herhaald zoals dat ook in voorgaande jaren het geval is geweest. De maatregelen op RandstadRail (zie hfdst. 14) zijn er op gericht de doelstelling van max. 8% zwartrijden te realiseren.

4.2.2 Lijn 19

Naar verwachting zal lijn 19 geen risicolijn zijn waarop extra begeleiding en controle nodig is. Wel zal bij de start van lijn 19 in december 2007 tijdelijk extra worden gecontroleerd op zwartrijden als signaal aan potentiële zwartrijders.

4.2.3. Lijn 130

Door toenemende overlast van scholieren van het Atlas College in 2004 en 2005 zijn de scholieren, die van deze lijn gebruikmaken, op de kritieke ritten extra begeleid. Hiervoor heeft het stadsgewest in 2005 een financiële bijdrage geleverd. Omdat uit evaluatie is gebleken dat alleen via permanente aandacht de overlast kan worden voorkomen zal Haaglanden deze bijdrage in de planjaren continueren.

4.2.4 Extra controlemaatregelen

Om het zwartrijden en de daarbij gepaard gaande agressie aan te pakken en te brengen op een acceptabel niveau worden, naast handhaving van de bij 4.1.4 genoemde preventieve maatregelen, de volgende maatregelen genomen: 1. de formatie HTM-controleurs ultimo 2005 is vastgesteld op 152 fte, inclusief de ondersteuningseenheid en de benodigde controleurs voor RandstadRail. 2. uitbreiding van instapcontroles door HTM naar avonduren en weekeinden; 4. inhuur van externe beveiligers; 5. de 152 fte vaste controleurs van HTM krijgen in tranches van 30 per jaar een BOA-opleiding (zie hfdst. 8); 6. de formatie VIC’s (Veiligheid, Informatie en Controle), die Connexxion inzet in Haaglanden, blijft 3,0 fte. Zonodig assisteren medewerkers Support (zie hfdst. 5) de VIC’s, dan wel voeren zelfstandig VIC-werkzaamheden uit.

4.3 Beoogd resultaat

Latj 050728 10 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC

Door de hierboven genoemde maatregelen komt het percentage zwartrijders in 2008 op de bussen bij HTM en Connexxion op maximaal 2,0%. Het zwartrijden op de trams daalt van 8,9% in 2004 naar 8,0% ultimo 2008. De controledruk op de trams en RandstadRail gaat van 2,6% in 2003 naar 4,5% in 2008.

4.4 Verantwoordelijkheid

De gemeente Zoetermeer gebruikt de subsidie voor inhuur van externe beveiligers. HTM en Connexxion zijn verantwoordelijk voor de organisatie van de bestrijding van het zwartrijden op de door hen geëxploiteerde lijnen en voor het realiseren van de gestelde doelen.

4.5 Financiële consequenties

- € 50.000 voor Zoetermeer ter ondersteuning van en vervolg op politieacties op en rond de Zoetermeerlijn; - € 2.100.000 voor 52 fte van de 152 fte van de HTM Sector Controle (100 fte financiert HTM uit de reguliere exploitatie); - € 200.000.- voor de kosten van de stafondersteuning HTM (projectleider Sociale Veiligheid, dienstindeling, administratie e.d.); - € 180.000 voor VIC’s van Connexxion; - € 70.000 voor Connexxion voor begeleiding van scholierenritten Atlas College.

4.6 Planning

In 2006 en 2007 geeft HTM 30 vaste controleurs per jaar een BOA-opleiding (zie hoofdstuk 8).

Latj 050728 11 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC

5. Beveiliging

5.1 Problematiek

Ontevreden reizigers geven eerder aanleiding tot incidenten dan tevreden reizigers. Ontevredenheid ontstaat onder andere bij onvoldoende informatie over uitval of vertraging van voertuigen en onvoldoende begeleiding bij calamiteiten en evenementen. Voor veel beveiligingstaken wordt door HTM extern personeel ingehuurd. Zij worden aangestuurd door vaste HTM-medewerkers. Bij Connexxion werken 7 fte in het stadsgewest Haaglanden als medewerker ‘support’. Zij controleren de dienstuitvoering, lossen knelpunten op, gaan incidenten tegen en verlenen bijstand bij calamiteiten. Een flink deel van hun werk kan worden beschouwd als inzet in het kader van sociale veiligheid. Daarnaast staat de centrale verkeersleiding van beide bedrijven deels ten dienste van de sociale veiligheid.

5.2 Maatregelen

Connexxion continueert de inzet van 7 fte medewerkers Support in Haaglanden. HTM heeft inmiddels een Sector Beveiliging opgezet. Deze is onderverdeeld in Cameratoezicht, Sociale Veiligheid en Toegangscontrole. De totale Sector Beveiliging, inclusief de reactie-organisatie, bestaat in 2006 uit 75 fte. Daarnaast huurt HTM gekwalificeerde externe beveiligers in ten behoeve van beveiligingstaken, schooljeugdbegeleiding en toegangscontroles. Ten aanzien van de exploitatie RandstadRail (lijndeel binnen Zoetermeer), zet HTM bij de start extra beveiligers in, met een geleidelijke afbouw naar een ‘normaal’ patroon. Zie paragraaf 14.2.1

5.3 Beoogd resultaat

De inzet van de medewerkers ‘support’ van Connexxion, de centrale verkeersleiding van Connexxion en HTM draagt bij aan realisatie van de algemene operationele doelstelling zoals verwoord in paragraaf 2.2 van dit plan.

5.4 Verantwoordelijkheid

De vervoerders zijn verantwoordelijk voor een zodanige inzet van hun medewerkers dat dit maximaal bijdraagt aan verbetering van de sociale veiligheid in Haaglanden.

5.5 Financiële consequenties

- kosten van de medewerkers support en de centrale verkeersleiding betaalt Connexxion uit de reguliere exploitatiesubsidie. - € 3.000.000 voor Sector Beveiliging van HTM (75 fte) - € 3.500.000 (2006), € 4.250.000 (2007), € 3.500.000 (2008) en € 2.750.000 (2009) voor de inhuur door HTM van externe beveiligers

5.6 Planning

Connexxion handhaaft ook in de jaren 2006 t/m 2010 de inzet van medewerkers ‘support’. HTM vervangt wegstromende ID-ers geleidelijk door ingehuurde externe beveiligers. Deze externe beveiligers worden vanaf de start ook ingezet op RandstadRail.

Latj 050728 12 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC

6. Cameratoezicht

6.1 Problematiek

Een additioneel middel in de strijd tegen sociale onveiligheid is cameratoezicht. Het gebruik van camera’s is vooral gericht op een preventieve aanpak van vandalisme en agressie. Camera’s leveren, mits er een goede reactieorganisatie paraat is en strafbare feiten worden aangepakt, een bijdrage aan objectieve en subjectieve veiligheid bij zowel de reiziger als het personeel, en aan het terugdringen van (de kosten door) vandalisme. HTM heeft de reactieorganisatie opgebouwd door middel van goed opgeleid camera-toezichtpersoneel en afspraken met de politie Haaglanden en Justitie. In 2005 zijn alle HTM-trams uitgerust met camera’s evenals 23 gelede bussen en zes 12-meter bussen. De 30 nieuwe 12-meterbussen welke in de loop van 2005 worden afgeleverd, zijn eveneens voorzien van camerasystemen. Deze 12- meterbussen worden gericht ingezet op trajecten of ritten waar problemen worden gemeld of verwacht.

6.2 Maatregelen

In 2004 zijn de eisen beschreven welke gesteld worden aan de camera’s op voertuigen en haltes van RandstadRail. In overleg met PORR is in 2005 een cameraplan t.b.v. de RandstadRail-haltes opgesteld, waarmee wordt bepaald hoeveel camera’s moeten worden aangeschaft. Tevens is besloten om palen voor een noodoproep en een omroepinstallatie te plaatsen. De voertuigen van RandstadRail zijn conform het ‘Programma van Eisen Voertuigen’ uitgevoerd met camera’s.

6.3 Beoogd resultaat

Het doel van het gebruik van camera’s, palen voor noodoproep e.d. is verbetering van de veiligheidsgevoelens van de passagiers, een verhoogde pakkans en daardoor een preventief effect op potentiële daders. Beoogd resultaat is verbeterde veiligheidsgevoelens van de passagiers en verlaging van het aantal delicten.

6.4 Verantwoordelijkheid

HTM is verantwoordelijk voor plaatsing en gebruik van camera’s in de voertuigen en voor de reactieorganisatie. De RandstadRail-organisatie is verantwoordelijk voor plaatsing van camera’s, palen met mogelijkheid voor een noodoproep en een omroepinstallatie op perrons en haltes van RandstadRail.

6.5 Financiële consequenties

- De personeelskosten van het cameratoezicht en de reactie-organisatie zijn opgenomen in hoofdstuk 5 Beveiliging. - € 25.000 voor kosten van de camera’s in HTM trams en bussen; - Aanschaf van camera’s en uitleesapparatuur, noodoproeppalen en omroepinstallaties op haltes van RR kost ca € 6,2 mln. De investeringen worden direct of indirect door HTM gedaan en door Haaglanden op jaarbasis vergoed uit de uitbreiding van het OV-budget in verband met RandstadRail. - Financiering van camera’s in RandstadRailvoertuigen is geregeld in het explotatiecontract met HTM en drukt niet op het SV-budget.

Latj 050728 13 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC

7. BTS (Beheerste Toegang stations en haltes)

7.1 Problematiek

In- en uitgangscontroles, ook wel Beheerste Toegang Stations (BTS) genoemd, blijken zeer effectief te zijn in het voorkomen van zwartrijden en onveiligheid. Dit komt voort uit het feit dat zo’n 60% van de agressie-incidenten tegen het controlerende personeel wordt veroorzaakt door mensen zonder geldig vervoerbewijs. Deze incidenten leiden ook in hoge mate tot onveiligheidsgevoelens bij zowel personeel als reizigers. Veel NS- en metrostations worden fysiek afgesloten met poortjes die alleen kunnen worden geopend als men in het bezit is van een geldig plaatsbewijs. Binnen Haaglanden zijn de haltes fysiek niet volledig afgesloten. Hier worden, op tijden waar het nodig wordt geacht, door controleteams in- en uitgangscontroles gehouden.

7.2 Maatregel

Haaglanden ondersteunt de wenselijkheid van voortzetting van de door HTM in 2004 geïntroduceerde methodiek om via toezichthouders in- en uitgangscontroles op diverse tramhaltes te houden. Regelmatig worden hiertoe controleteams ingezet. Dit gebeurt bij Den Haag CS en HS, in de Tramtunnel en bij enkele andere drukke haltes in Den Haag. Op de Zoetermeer Stadslijn wordt dagelijks op minimaal 5 stations toegangscontroles gehouden. Omdat op de Hofpleinlijn van Rotterdam tot en met Pijnacker Zuid de stations door poortjes worden afgesloten, geldt op deze lijn een gemengd regime.

7.3 Beoogd resultaat

Voorkomen van zwartrijden, agressie en overlast van lastige groepen (m.n. verslaafden, zwervers en jeugd). Realiseren van meer betaalde OV-reizen en reductie van het mijdingsgedrag van reizigers. Terugdringing ziekteverzuim personeel en creëren van een prettige werkomgeving.

7.4 Verantwoordelijkheid

De verantwoordelijkheid voor de realisatie van BTS ligt bij de betrokken OV-bedrijven waarbij de opdrachtgever kan aangeven welke haltes of punten extra aandacht behoeven. Stadsgewest Haaglanden is verantwoordelijk voor het opnemen in de concessievoorwaarden van de uitwerking van het besluit over toepassing van BTS voor de uitvoering door vervoerders.

7.5 Financiële consequenties

Voor uitvoering van BTS op RandstadRail-stations zal HTM, door een andere prioriteitsstelling in het hele vervoergebied, controleteams vrijmaken die worden ingezet op drukke haltes.

Latj 050728 14 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC

8. Opleiding personeel

8.1 Problematiek

Vergelijkend onderzoek naar de kans om slachtoffer van (fysieke of verbale) agressie te worden laat zien dat het openbaar vervoer voor het personeel relatief gezien onveilig is. Het personeel loopt gemiddeld zelfs tweemaal zoveel kans om slachtoffer van agressie te worden als bijvoorbeeld de beroepsgroep ‘toezichthouders’ (stadswachten en dergelijke) of taxichauffeurs. De gevolgen zijn vermindering van arbeidsplezier, motivatie, bereidheid of mogelijkheid om service te verlenen en om corrigerend op te treden. Om hierin verandering te brengen wordt veel geïnvesteerd in fysieke en mentale trainingen. HTM heeft een eigen trainer, goede trainingsfaciliteiten en opleidingsprogramma’s. In verband met de toename van het aantal fte’s binnen de afdeling Informatie & Controle, stelt HTM een tweede – parttime - trainer aan.

8.2 Maatregelen

In de vervoerbedrijven worden alle frontliners fysiek en mentaal getraind en geïnstrueerd om conflicten te voorkomen en te beheersen. Tevens wordt aandacht besteed aan de kwaliteit van optreden en klantvriendelijkheid van het personeel. Alle vaste controleurs van HTM en de VIC’s van Connexxion krijgen een BOA-opleiding (BOA = Bijzondere Opsporings Ambtenaar). Per jaar worden bij HTM hiervoor 30 controleurs opgeleid.

8.3 Beoogd resultaat

Frontliners zijn getraind om conflicten te voorkomen. Alle controleurs (HTM) en VIC’s (Connexxion) hebben een BOA-bevoegdheid. Dit leidt tot een lager ziekteverzuim in de bedrijven, vermindering van het aantal zwartrijders en minder incidenten en een groter veiligheidsgevoel bij de passagiers.

8.4 Verantwoordelijkheid

De vervoerbedrijven zijn verantwoordelijk voor aanname van personeel, trainings- en opleidingsprogramma’s en het faciliteren daarvan.

8.5 Financiële consequenties

- € 650.000,-. subsidie voor opleidingen bij HTM. Dit wordt besteed aan cursussen agressiehantering (inclusief weerbaarheid personeel en basisopleiding BOA’s), instandhouding trainingsfaciliteiten (sport-, praktijk- en theorieruimte), externe opleidingskosten en -middelen RandstadRail, twee interne trainers, training management, werving en selectie. - € 40.000 per jaar voor cursuskosten van Connexxion. - De opleidingskosten voor de VIC’s worden door Connexxion zelf gedragen.

Latj 050728 15 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC

9 Voertuigen

9.1 Problematiek

Veiligheidsgevoelens worden beïnvloed door de mate waarin de voertuigen schoon en heel zijn. Bij de kwaliteitsmetingen van de vervoerders geven de passagiers van HTM voor reinheid van het materieel in 2002 een 6,2 en in 2003 een 6,6. Voor Connexxion was dat in 2002 een 7,0, in 2003 een 7,1 en in 2004 een 7,5. Voor bestrijding van het zwartrijden, maar ook voor het voorkomen van irritaties bij het in- en uitstappen, moet chipkaartapparatuur op een goede en logische plaats zijn geplaatst en vandalismebestendig zijn. Besteld Randstadmaterieel moet voldoen aan de eisen m.b.t. de sociale veiligheid (zie 9,2).

9.2 Maatregelen

De vervoerders hebben een onderhoudsprogramma met aandacht voor reiniging van voertuigen en snelle vervanging van kapotte stoelen. De vervoerders bepalen de beste plaats voor de OV-Chipkaart controleapparatuur. In het Programma van Eisen van RandstadRail-materieel staat dat het materieel sociaal veilig moet zijn.

9.3 Beoogd resultaat

- Alle voertuigen zijn schoon, heel en veilig. - De reizigers geven vanaf 2008 minimaal een 7 voor reinheid van de voertuigen. - Ieder voertuig heeft op een logische plaats check-in en check-out apparatuur. - Het bestelde RandstadRail-materieel is sociaal veilig.

9.4 Verantwoordelijkheid De vervoerders zijn verantwoordelijk voor schone, hele en veilige voertuigen. De vervoerders zijn verantwoordelijk voor de plaats van OV-chipkaartapparatuur. Stadsgewest Haaglanden is verantwoordelijk voor sociaal veilig RandstadRail- materieel.

9.5 Financiële consequenties

- € 60.000 voor Connexxion als bijdrage in de jaarlijkse kosten van vandalismeherstel in de bussen die in Haaglanden worden ingezet van circa € 100.000,-. Dit bedrag is exclusief de kosten voor verwijderen van graffiti en de extra schoonmaakbeurten; - € 150.000 voor HTM als bijdrage aan de kosten van herstel van vandalisme en voor graffiti-bestrijding van meer dan € 1.000.000 per jaar.

Latj 050728 16 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC

10. Veiligheidsarrangementen

10.1 Problematiek

Een van de maatregelen uit het Aanvalsplan is het ontwikkelen van een handreiking veiligheidsarrangementen sociale veiligheid openbaar vervoer. Deze handreiking is in april 2004 door het ministerie van Binnenlandse Zaken beschikbaar gesteld. Een veiligheidsarrangement is een set van inhoudelijke en procedurele afspraken die de belanghebbende partijen maken met als doel het van tevoren vastgesteld veiligheidsniveau in een bepaald openbaar vervoer gebied te bewerkstelligen. De verantwoordelijkheid en de bestuurlijke regie voor de totstandkoming van een dergelijk arrangement berust bij de gemeente. Voor de Zoetermeerlijn is er een dergelijk veiligheidsarrangement. Deelnemers hieraan zijn NS, NS Stations, KLPD/SP, politie Haaglanden, gemeente Zoetermeer en het OM. Dit arrangement zal voor RandstadRail opnieuw moeten worden aangegaan met als partners het stadsgewest Haaglanden en HTM samen met de politie Haaglanden, de gemeente Zoetermeer en het OM. In 2004 is in Den Haag tussen gemeente Den Haag, politie Haaglanden, justitie en HTM een veiligheidsarrangement voor het openbaar vervoer overeengekomen. Rijswijk volgde eind 2004. Inmiddels hebben ook Delft, Pijnacker-Nootdorp en Voorburg te kennen gegeven dat zij voor de stations en stationsomgeving in hun gemeente een veiligheidsarrangement willen.

10.2 Maatregelen

Op initiatief van het Platform Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer Haaglanden wordt een raamveiligheidsarrangement opgesteld dat kan worden gebruikt voor alle gemeenten in Haaglanden. De planning is dat dit raamarrangement eind 2005 kan worden vastgesteld door het Regionaal College.

10.3 Beoogd resultaat

Alle gemeenten hebben samen met vervoerders, politie en justitie in 2006 een veiligheidsarrangement.

10.4 Verantwoordelijkheid

Stadsgewest Haaglanden neemt het initiatief voor het opstellen van een raamveiligheidsarrangement dat per gemeente kan worden aangepast. De gemeenten zelf zijn verantwoordelijk voor de totstandkoming daarvan.

10.5 Financiële consequenties

Voor het budget sociale veiligheid van Haaglanden heeft het totstandkomen van veiligheidsarrangementen geen consequenties. De kosten die voortvloeien uit realisatie van de arrangementen zijn voor politie, gemeenten en vervoerbedrijven.

10.6 Planning

2005 Delft en Zoetermeer hebben een eigen veiligheidsarrangement. 2006 De overige 6 Haaglanden gemeenten hebben een veiligheidsarrangement.

Latj 050728 17 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC

11 Haltes en de halteomgeving

11.1 Problematiek

Een schone en hele halte wordt door de gebruikers van het openbaar vervoer als een veiliger halte ervaren dan een verwaarloosde en vuile halte. De vervoerders leveren hieraan een bijdrage door snel te reageren op geconstateerde vernielingen of verontreinigingen en schakelen wegbeheerders en eigenaren van abri’s in om de haltes weer in goede staat te brengen. In 2004 heeft Haaglanden aan de Haaglanden gemeenten € 300.000 beschikbaar gesteld voor verbetering van de fietsvoorzieningen op openbaar vervoerhaltes. De gemeenten besteden de aan hen toegekende bedragen in 2005. In het laatste kwartaal van 2004 heeft in opdracht van Haaglanden een onderzoeksbureau onderzoek gedaan naar de staat van de halte-infrastructuur. De gemeenten zijn geïnformeerd over het resultaat.

11.2 Maatregelen

- Het stadsgewest stelt € 100.000 ter beschikking aan de gemeenten om haltes en de directe omgeving daarvan op orde te houden. Dit bedrag wordt op basis van ingediende plannen verdeeld. - Het steekproefsgewijze onderzoek wordt jaarlijks herhaald. - HTM ontvangt € 200.000 voor schadeherstel aan HTM eigendommen op haltes - De fietsvoorzieningen bij haltes van de Zoetermeerlijn zijn niet alle optimaal. Voor verbetering hiervan is er contact met OV-Fiets. - Uit het budget 2005 en 2006 wordt per jaar € 150.000 gereserveerd voor verbetering van de fietsvoorzieningen bij RandstadRail-haltes. De verdeling van dit budget wordt door de RandstadRail-organisatie aangegeven waarbij in ieder geval de Haagse haltes Arnold Spoelplein en Leijweg aan de orde zullen komen. Om de kwaliteit en de sociale veiligheid in de directe omgeving van de haltes van RandstadRail op een substantieel hoger niveau te brengen investeert Zoetermeer zelf ca € 5.000.000 in de zgn. “Omgevingswerken RandstadRail. - Voor verbetering van andere haltes wordt in 2006 € 50.000 en vanaf 2007 € 200.000 per jaar uitgetrokken

11.3 Beoogd resultaat

Haltes zijn schoon, heel en veilig. Dit wordt gemonitoord door Haaglanden.

11.4 Verantwoordelijkheid

De vervoerders zijn verantwoordelijk voor afspraken met wegbeheerders. Haaglanden is verantwoordelijk voor het jaarlijks steekproefsgewijs onderzoek naar de staat waarin de halte-infrastructuur zich bevindt. De RandstadRail-organisatie maakt een verdeling van het beschikbaar gesteld budget van € 150.000.

11.5 Financiële consequenties

- € 200.000 per jaar voor herstel van schades aan HTM eigendommen op haltes; - € 100.000 per jaar voor het op orde houden en € 200.000 voor verbeteringen aan haltes (waarvan € 150.000 in 2006 te besteden aan fietsvoorzieningen RandstadRail); - € 24.000 per jaar voor monitoring van de haltes.

Latj 050728 18 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC

12. Voorlichting / publiekscampagnes

12.1 Problematiek

Bij (potentiële) gebruikers van het openbaar vervoer moet kennis en inzicht in sociale veiligheid worden vergroot. HTM informeert daarom de reizigers, bijvoorbeeld via het informatiemagazine, over de door het bedrijf genomen maatregelen. HTM, Bereikbaar Haaglanden en vanaf medio 2005 ook Connexxion geven informatie via TV West. Connexxion heeft eigen reisregels opgesteld en breed gepromoot. De vervoerders besteden bijzondere aandacht aan scholieren. Door anti-vandalisme lessen te geven maken zowel HTM als Connexxion leerlingen bewust van de materiële en immateriële gevolgen van hun eventuele vandalistisch gedrag.

12.2 Maatregelen

1. Voorlichting scholieren HTM en Connexxion maken scholieren in de leeftijd van ca 8 tot 15 jaar via voorlichtingsprojecten bewust van de materiële en immateriële gevolgen van hun eventuele vandalistisch gedrag. Publiekscampagne Samen met de vervoerders onderzoekt Haaglanden de mogelijkheden van een publiekscampagne waarin aandacht aan de sociale veiligheid zal worden besteed. 3. SV-motto en –logo van Verkeer en Waterstaat Bij alle uitingen in het kader van sociale veiligheid gebruiken Haaglanden en de vervoerbedrijven het door Verkeer en Waterstaat ontwikkelde logo en motto.

12.3 Beoogd resultaat

Doelstelling van de voorlichtingsprojecten aan scholieren is positiever gedrag in en rond het openbaar vervoer. Doelstelling van de publiekscampagne is om de veiligheidsbeleving van de passagiers positief te beïnvloeden.

12.4 Verantwoordelijkheid

Voorlichting aan scholen is de verantwoordelijkheid van de vervoerbedrijven. Haaglanden is verantwoordelijk voor de publiekscampagne.

12.5 Financiële consequenties

- € 30.000,-. per jaar voor Connexxion (voorlichter, vandaalbus en lesmateriaal) - Bij HTM zijn de kosten (4 vaste schooljeugdbegeleiders) ondergebracht in het budget van de Sector Beveiliging, hoofdstuk 5. - € 70.000 voor schooljeugdbegeleiders vanuit de HTM-sectoren Tram en Bus - € 30.000 kosten publiekscampagne Haaglanden.

12.6 Planning

2006 Haaglanden ontwikkelt samen met de vervoerders een publiekscampagne.

Latj 050728 19 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC

13. Souterrain

13.1 Problematiek

Op 16 oktober 2004 is het Souterrain in het centrum van Den Haag in gebruik genomen. Het gehele Souterrain heeft twee hoofdfuncties: de tramtunnel en de parkeergarage. De tramtunnel is 1250 meter lang met daarin de stations Spui en Grote Markt. Omdat deze twee belangrijke tramhaltes ondergronds zijn gesitueerd vraagt de sociale veiligheid op deze haltes extra aandacht.

13.2 Maatregelen

13.2.1 Inleiding De sociale veiligheid richt zich op een veilige beleving van de tramtunnel. Dit moet worden bereikt door handhaving van de algemene gebruikelijke fatsoensnormen. Middelen die hiervoor worden ingezet zijn: het stellen van huisregels, toezicht, camerabewaking en controle. Gedurende de vastgestelde openingsuren worden ongewenste bezoekers geweerd. Tussen 01.00 en 05.00 uur is de tunnel afgesloten.

13.2.2 Toezicht in de Tramtunnel Tussen 05.30 en 00.30 uur is op elk van de 4 perrons minimaal één medewerker aanwezig, in het kader van de sociale veiligheid, de BHV-organisatie en verdere dienstverlening. Voorts is door HTM het cameratoezicht voor de perrons gegarandeerd. Het benodigd aantal fte ten behoeve van cameratoezicht is ondergebracht in het budget van de Sector Beveiliging, hoofdstuk 5.

13.2.3 Veiligheidsarrangement Het veiligheidsniveau in de tramtunnel wordt gehandhaafd conform de afspraken die zijn gemaakt tussen gemeente, politie, justitie en HTM (zie hiervoor hoofdstuk 10).

13.3 Beoogd resultaat

Het beoogd resultaat van de extra inspanningen is dat de gebruikers de tramtunnel even veilig ervaren als de overige haltes van het openbaar vervoer.

13.4 Verantwoordelijkheid

HTM is verantwoordelijk voor handhaving van de sociale veiligheid in de tramtunnel.

13.5 Financiële consequenties

Voor financiële verantwoording zie budget Sector Beveiliging, hoofdstuk 5.

Latj 050728 20 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC

14. RandstadRail

14.1 Problematiek

Al enige jaren wordt gewerkt aan plannen van het stadsgewest Haaglanden en de stadsregio Rotterdam om te komen tot een light railvervoersysteem: RandstadRail. Hierbij worden de Hofpleinlijn en de Zoetermeerlijn ontvlochten uit het spoorwegnet, gekoppeld met het Rotterdamse metronet resp. het Haagse tramnet en de Zoetermeerlijn uitgebreid met een nieuwe tak naar de Vinex-locatie Oosterheem. Veiligheid voor zowel de omgeving als de gebruikers is daarbij een belangrijk aandachtspunt. In het najaar van 2006 zal het Zoetermeerse en ultimo 2006 ook het Haagse lijndeel van RandstadRail in opdracht van het stadsgewest Haaglanden worden uitgevoerd door HTM. Daarmee hebben Haaglanden en HTM ook de taak gekregen om de reizigers een sociaal veilig vervoer aan te bieden. De Zoetermeerlijnen staan bekend als sociaal onveilig. Doordat politie, gemeente Zoetermeer en NS regelmatig extra aandacht schenken aan de veiligheid op de Zoetermeerlijnen blijven de problemen beheersbaar. Veel reizigers zien zichtbaar menselijk toezicht en controle in de trein als essentieel voor verhogen van het veiligheidsgevoel en terugdringen van slachtofferschap.

14.2 Maatregelen

14.2.1 Invulling sociale veiligheid RandstadRail door HTM

In het kader van sociale veiligheid onderscheidt HTM een drietal trajecten, t.w.: A. het traject van de huidige (2004) lijnen 3 en 6 binnen de Haagse regio; B. het traject Den Haag centraal – Zoetermeer Voorweg; C. de binnen de gemeente Zoetermeer gelegen stations.

Het gedrag van de passagiers op de trajecten A en B is vergelijkbaar met dat van de passagiers op de andere lijnen in het HTM-gebied. Gebied C wijkt in belangrijke mate af van de gebieden A en B. Aan dit gebied wordt specifieke aandacht geschonken in het kader van een sociaal veilige exploitatie. Begonnen wordt met de inzet van 50 extra controleurs bij de start van RandstadRail in 2006. In 2007 blijft deze extra inzet gehandhaafd. In 2008 wordt de extra inzet geleidelijk afgebouwd naar een “normaal “ patroon. Een voortdurende evaluatie zal adequate bijsturing borgen. HTM wil een sociaal veilige exploitatie bereiken door: · flexibele controlemethodieken met opsporingsbevoegd controlepersoneel (BOA); · beheerste toegang door inzet van beveiligingspersoneel, aangestuurd door BOA’s, op daarvoor in aanmerking komende tijden en plaatsen over alle haltes binnen de gemeente Zoetermeer; · waar nodig begeleiding van- en toezicht op schooljeugd, preventief en repressief; · ’s avonds flexibele hoog frequente en adequate inzet van beveiligingspersoneel; · controleacties in samenwerking met de politie; · gecombineerde camera- en reactieorganisatie met toezichthoudende surveillance; · nakomen afspraken conform het handhavingsarrangement (zie 14.2.4); · intensief overleg met de “omgeving”; · gegarandeerde ondersteuning van het personeel d.m.v. ondersteuningsbusjes.

Latj 050728 21 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC

Aspecten die de aandacht vragen zijn: - Toegangscontroles: HTM houdt flexibele toegangscontroles door middel van de inzet van mensen. Van de 14 haltes van de Zoetermeer Stadslijn wordt dagelijks op minimaal 5 stations toegangscontroles gehouden. - Schooljeugdbegeleiding: Om overlast van schoolgaande jeugd te voorkomen worden gedurende de weekdagen per dag 1 uur in de ochtend en 2 uren in de middag ca 3 fte ingezet. - De avonduren: ‘s avonds voelen veel (potentiële) reizigers zich erg onveilig. Om dit positief te beïnvloeden surveilleren continu 4 fte extra toezichthoudend personeel over de haltes. - Controles in de voertuigen door flexibele controleploegen. - Cameratoezicht: de voertuigen van RandstadRail zijn alle uitgerust met camera’s. Buiten de voertuigen worden op de haltes op een zodanige wijze camera’s geplaatst dat daarmee een goed beeld wordt verkregen van de volledige halte. - Noodknoppen. Op de haltes zijn palen met noodknoppen aanwezig.

14.2.2. Afspraken tussen HTM en RET ten aanzien van Sociale Veiligheid

HTM en RET hebben op basis van het PvE RandstadRail een serie afspraken vastgelegd in een Intentieverklaring. Doel hiervan is om een optimaal gevoel van sociale veiligheid onder reizigers en personeel van RandstadRail te bewerkstelligen.

HTM heeft de volledige regiefunctie op het traject Den Haag CS – Zoetermeer. Op het traject Den Haag CS – Leidschenveen heeft HTM voor zowel HTM als RET de regiefunctie van alle controle- toezicht- en cameratoezichtactiviteiten, evenals het beantwoorden van noodknop en liftintercom. Bij calamiteiten op het gebied van sociale veiligheid stelt HTM tevens haar ondersteuningsorganisatie ter beschikking. De RET heeft de regiefunctie tussen Rotterdam en de halte Nootdorp. Op dit traject werken de RET-medewerkers conform het bij RET geldende beleid. RET maakt nadere afspraken met de gemeente Pijnacker/Nootdorp.

Een belangrijk verschil tussen HTM en RET is dat de RET geen chipkaartapparatuur in de voertuigen heeft. Op de drie haltes binnen Haaglanden waar alleen de RET rijdt (Pijnacker Zuid, Pijnacker Centrum en Nootdorp) en op de haltes van het verdere samenlooptraject wordt daarom check-in/check-out apparatuur geplaatst.

14.2.3 Fietsvoorzieningen bij haltes

De fietsvoorzieningen bij de haltes van de Zoetermeerlijn zijn niet alle optimaal. Op basis van een afspraak met ProRail plaatst de gemeente bij deze haltes waar nodig voorzieningen bij. Bij de nieuwe RandstadRail-haltes in Oosterheem is geen rekening gehouden met fietsvoorzieningen. Om de fietsvoorzieningen op de haltes van RandstadRail op een kwalitatief hoger peil te brengen is er contact met OV-Fiets. Uit het SV-budget 2006 wordt, net zoals in 2005, € 150.000 gereserveerd voor verbetering van de fietsvoorzieningen bij RandstadRail-haltes (zie hoofdstuk 11). In de RandstadRail-organisatie zal de verdeling van dit budget worden aangegeven waarbij in ieder geval de Haagse haltes Arnold Spoelplein en Leijweg aan de orde zullen komen.

Latj 050728 22 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC

14.2.4 Veiligheidsarrangement

Voor de huidige Zoetermeerlijn zijn alle bij de sociale veiligheid op en rond deze lijn betrokken partijen een handhavingsarrangement overeengekomen. Deelnemers hieraan zijn NS, NS Stations, KLPD/SP, politie Haaglanden, gemeente Zoetermeer en het OM. Dit arrangement zal voor RandstadRail opnieuw moeten worden aangegaan met als partners het stadsgewest Haaglanden en HTM samen met de politie Haaglanden, de gemeente Zoetermeer en het OM. In 2004 is in Den Haag tussen gemeente Den Haag, politie Haaglanden, justitie en HTM een veiligheidsarrangement voor het openbaar vervoer overeengekomen.

14.2.5 DRI (Dynamische ReisInformatie)

Met uitzondering van de drie uitstaphaltes op de Oosterheemlijn wordt op alle Zoetermeerse halten van RandstadRail actuele vertrektijdeninformatie gegeven.

14.2.6 Verlichting

In het PvE RandstadRail is opgenomen dat de verlichting over de gehele lengte van het voertuig voldoende zicht moet geven aan zowel passagiers als bestuurder/conducteur. Verder is het verlichtingsniveau aangegeven en dient de verlichting gelijkmatig te zijn. In Pijnacker betaalt het stadsgewest mee aan plaatsing van hoge lichtmasten, die een lichtkoepel geven boven de hele verdiepte halte.

14.2.7 Voorlichting

Zowel Connexxion als HTM zijn actief op het gebied van voorlichting aan scholieren. In Zoetermeer, waar beide vervoerders actief zijn, zullen zij de bezoeken aan de scholen coördineren. De vervoerders onderzoeken of het mogelijk is om delen van Luisteris (het anti-vandalisme project van NS) te integreren in de eigen voorlichting. Connexxion onderzoekt of met Stichting Formaat workshops op scholen kunnen worden gehouden.

14.3 Beoogd resultaat

Het resultaat van alle activiteiten op RandstadRail moet zijn dat de onder 2.2 vermelde doelstellingen ook na de komst van RandstadRail worden gehaald.

14.4 Verantwoordelijkheid

HTM is verantwoordelijk voor bestrijding van het zwartrijden, toezicht op de stations, plaatsing en gebruik van camera’s in de voertuigen, gebruik van de camera’s op de haltes, de reactieorganisatie, voorlichting en afspraken met RET. Het stadsgewest is verantwoordelijk voor financiering, aanleg van sociaal veilige haltes met camera’s, informatiezuilen en goede verlichting; de financiering, implementatie en organisatie van DRI. De gemeente Zoetermeer is verantwoordelijk voor de omgeving van de haltes inclusief de fietsvoorzieningen; aanpassing van het veiligheidsarrangement.

14.5 Financiële consequenties en planning

De financiële consequenties en planning voor realisering van de voorgenomen acties zijn opgenomen bij de daarbij behorende hoofdstukken.

Latj 050728 23 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC

15. Financiën

15.1. Subsidiestromen

Voor verbetering van de sociale veiligheid in het openbaar vervoer verstrekt het stadsgewest Haaglanden jaarlijks € 9.994.000 subsidie (prijspeil 2004). Bij de start van RandstadRail is het nodig extra controles te houden. Hiervoor wordt aan HTM in 2006 € 750.000, in 2007 € 1.500.000 en in 2008 € 750.000 extra subsidie verstrekt.

Uit de generieke reguliere rijksbijdrage betalen de bedrijven ook een substantieel deel van sociale veiligheidsmaatregelen. Voor HTM is dit in 2006 ca. € 6.000.000 voor Connexxion ca. € 500.000.

15.2 Verdeling en besteding van de subsidies

De subsidies (prijspeil 2004) worden per bedrijf aan de volgende posten besteed.

15.2.1 HTM hfdst 2006 2007 2008 2009 52 fte sector Controle 4 2.080.000 2.080.000 2.080.000 2.080.000 Staf ondersteuning 4 200.000 200.000 200.000 200.000 75 fte sector Beveiliging 5 3.000.000 3.000.000 3.000.000 3.000.000 Inhuur beveiligers 5 2.750.000 2.750.000 2.750.000 2.750.000 Inhuur beveiligers R.R. 5 750.000 1.500.000 750.000 - Onderhoud camera’s 6 25.000 25.000 25.000 25.000 Agressiebestrijding 8 200.000 200.000 200.000 200.000 Sport- en theorieruimte 8 25.000 25.000 25.000 25.000 Externe opleiding/ 8 200.000 200.000 200.000 200.000 training Opleiding management 8 10.000 10.000 10.000 10.000 Instructeurs F.M.T. 8 85.000 85.000 85.000 85.000 Werving, selectie en 8 130.000 130.000 130.000 130.000 opleiding Vandalismeherstel 9 150.000 150.000 150.000 150.000 Haltes en omgeving 11 200.000 200.000 200.000 200.000 Schooljeugdbegeleiding 12 70.000 70.000 70.000 70.000 Monitoring pers- en reiz. Bijl.1 30.000 30.000 30.000 30.000 Totaal 9.905.000 10.655.000 9.905.000 9.155.000

15.2.2 Connexxion hfdst 2006 2007 2008 2009 2,6 VIC’s 4 156.000 156.000 156.000 156.000 0,4 VIC’s/mw Support 4 24.000 24.000 24.000 24.000 Atlascollege 4 70.000 70.000 70.000 70.000 Agressiehantering 8 40.000 40.000 40.000 40.000 Vandalismeherstel 9 60.000 60.000 60.000 60.000 Voorlichting jeugd 12 30.000 30.000 30.000 30.000 Totaal 380.000 380.000 380.000 380.000

Latj 050728 24 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC

15.2.3 Haaglanden hfdst 2006 2007 2008 2009 Inhuur Zoetermeerlijn 4 50.000 50.000 - - Onderhoud haltes 11 100.000 100.000 100.000 100.000 Monitoring haltes 11 24.000 24.000 24.000 24.000 Haltes (RandstadRail 11 200.000 200.000 200.000 200.000 Publiekscampagne) 12 30.000 30.000 30.000 30.000 Onvoorzien 55.000 55.000 105.000 105.000 Beschikbaar 459.000 459.000 459.000 459.000

Latj 050728 25 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC

16 Verantwoordelijkheden

16.1 Inleiding

Binnen Haaglanden zijn vele instanties bezig met sociale veiligheid in het openbaar vervoer. Ieder heeft hierbij zijn eigen verantwoordelijkheden. Kort samengevat gaat het om de volgende taakverdeling:

16.2 Taken stadsgewest Haaglanden

Het stadsgewest Haaglanden is opdrachtgever van de bedrijven die openbaar vervoer verrichten in het gebied van Haaglanden. Vanuit deze rol is er ook aandacht voor de sociale veiligheid in en om het openbaar vervoer. De aandacht van het stadsgewest Haaglanden richt zich vooral op coördinatie van beleid en uitvoering van alle zaken die binnen Haaglanden een relatie hebben met sociale veiligheid in en rond het openbaar vervoer, op het formuleren van eisen aan de vervoerders bij aanbesteding van (delen van) het openbaar vervoer en op informatie aan wegbeheerders (de Haaglanden-gemeenten, provincie en rijkswaterstaat) over mogelijke of noodzakelijke infrastructurele verbeteringen. Voor beheer, onderhoud en schoonhouden van de niet-maaiveldhaltes van RandstadRail is Haaglanden zelf verantwoordelijk. Het stadsgewest verleent subsidies aan de vervoerders en op beperkte schaal aan gemeenten om het overeengekomen beleid uit te kunnen voeren.

16.3 Taken vervoerders

De vervoerder is primair verantwoordelijk voor de veiligheid in het vervoermiddel. Taken van de bedrijven die in opdracht van het stadsgewest Haaglanden openbaar vervoer verzorgen: - invullen van eisen m.b.t. lijnvoering, dienstregeling, objectieve- en subjectieve wachttijden, voor- en natransport bij nieuwe en bestaande verbindingen; - zorgen voor voldoende menselijk toezicht op de juiste plaats en tijd; - exploiteren van camerasystemen, toegangsdetectie etc.; - preventief toezicht in het vervoermiddel en op de haltes/perrons; - zwartrijden binnen de met Haaglanden overeengekomen normen houden, o.a. door het voorkomen en verbaliseren van zwartrijden; - duidelijke kaartverkoop en controle; - communicatie met de reiziger; - veiligheid een vaste plaats geven in alle aspecten van het personeelsmanagement.

16.4 Taken gemeenten

· Verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde alsmede meer specifiek voor de veiligheid bij de openbaar vervoer haltes en in de stationsomgeving (burgemeester). Met betrekking tot die verantwoordelijkheid is de burgemeester, naast gemeentelijk bestuursorgaan, ook gezagsdrager over de politie wat betreft openbare orde aangelegenheden. · Regierol bij de totstandkoming, implementatie en monitoring van het lokale, integrale veiligheidsbeleid.

Latj 050728 26 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC

· Het nemen van maatregelen (bijvoorbeeld inzet jongeren- en buurtwerk) om overlast in en rondom de stationsomgeving, haltes en dergelijke zoveel mogelijk te voorkomen. · Beheer, onderhoud en schoonhouden van de bus- en tramhaltes en stationsomgeving. · De gemeenten kunnen de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) inzetten ter bevordering van de veiligheid en het veiligheidsgevoel in de stationsgebieden.

16.5 Taken politie

· Het uitoefenen van politietaken in de omgeving van stations en haltes, conform artikel 2 van de Politiewet, dus inclusief de hulpverlening aan burgers en (BOA)collega's van de vervoersmaatschappijen. · Handhaving van de orde in het vervoermiddel en op stations en perrons bij aantasting van de orde (conform Wet personenvervoer), aanvullend op de primaire verantwoordelijkheid van de vervoerder in deze, bij geweld of indien de brede opsporingsbevoegdheid vereist is. · Het opvolgen van assistentieverzoeken van het OV-personeel. · Verantwoordelijk voor preventief toezicht in stations en stationsgebieden aanvullend op de primaire verantwoordelijkheid van de vervoerder in deze.

16.6 Taken justitie/OM

· Verantwoordelijk voor de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde (ook wel justitiële handhaving genoemd), hierbij gaat in het geval van sociale veiligheid de aandacht met name uit naar de veelplegers en geweldsdelicten. · Het onderzoeken en aandragen van innovatieve en creatieve alternatieve vervolgingsmethodes. · Informeren van de bij een delict betrokken geraakte benadeelden.

16.7 De overige partijen

Naast bovenvermelde vijf belangrijkste partijen zijn er nog vele andere partijen die te maken hebben met of van invloed zijn op de sociale veiligheid in het openbaar vervoer.

Latj 050728 27 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC

Bijlage 1 pag. 1

Onderwerp: prestatiegegevens

1. Ontwikkeling waardering veiligheidsgevoel reizigers Tabel 1 Bron: Klantenbarometer CVOV gebied historie toekomst 2002 2003 2004 2006 2008 HTM tram - voertuig 7,2 7,4 7,4 7,4 7,5 - halte 6,8 7,1 7,3 7,2 7,5 HTM bus - voertuig 7,0 7,4 7,9 7,5 7,5 - halte 6,6 6,9 7,5 7,2 7,5 Streekv.v. - voertuig 7,4 7,5 8,2 8,0 7,5 - halte 7,0 7,1 7,7 7,7 7,5 Delft/Zoetermeer - voertuig 7,6 7,6 8,5 7,3 7,5 - halte 7,1 7,2 8,0 7,1 7,5

2a. Ontwikkeling door HTM personeel meegemaakte incidenten Tabel 2a Bron: HTM personeelsmonitor Aantal overtredingen historie toekomst ri. HTM personeel 2002 2003 2004 2006 2008 HTM totaal A-overtredingen ¹) 199 214 156 150 150 B-overtredingen ²) 303 280 279 250 230 HTM buspersoneel A-overtredingen ¹) 28 55 49 45 45 B-overtredingen ²) 67 82 54 50 50 HTM trampersoneel A-overtredingen ¹) 62 56 67 50 45 B-overtredingen ²) 120 90 109 90 75 HTM toezichthouders A-overtredingen ¹) 109 103 40 50 50 B-overtredingen ²) 116 108 116 100 95 ¹) overtredingen Wetboek van Strafrecht en APV ²) overtredingen Wet Personenvervoer

2b. Ontwikkeling door passagiers meegemaakte incidenten Tabel 2b Bron: Klantenbarometer CVOV % slachtoffers onder historie toekomst reizigers 2002 2003 2004 ¹) 2006 ²) 2008 ²) Haaglanden totaal 13 6 Haaglanden bus 11 6 Haaglanden tram / RR 17 8 ¹) klantenbarometer 2004 geeft onvoldoende informatie. ²) er is onvoldoende bekend over incidenten op de huidige Zoetermeerlijn om een toekomstverwachting te kunnen geven inclusief RandstadRail

Latj 050728 28 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC

3. Ontwikkeling percentage zwartrijden Tabel 3 Bron: Bedrijfseigen meting (2002 en 2003) en uniforme meting zwartrijden (2004) gebied historie toekomst 2002 2003 2004 2005 2008 HTM bus 0,7 2,2 (G) ²) 2,0(G) ²) 2,0(G) ²) HTM tram / RR 10,2 10,2 (O) 8,9(O) ²) 8,6(O) ²) 8,2(O) ²) Connexxion streek 1,5 (G) ¹) 1,0 (G) ¹) 2,4 (G) ²) 2,0 (G) ²) 2,0 (G) ²) Connexxion 1,5 (G) ¹) 1,0 (G) ¹) 2,4 (G) ²) 2,2 (G) ²) 2,0 (G) ²) Zmr/Delft O = open instapregime; G = gesloten instapregime ¹) exclusief grijsrijden ²) uniforme meetmethode inclusief grijsrijden

4. Ontwikkeling waardering veiligheidsgevoel personeel HTM Tabel 4 Bron: HTM personeelsmonitor personeelscategorie historie toekomst 2002 2003 2004 2006 2009 HTM personeel bus 6,3 6,2 6,8 6,4 6,5 HTM pers. tram / RR 5,6 5,8 6,0 6,4 6,5 HTM toezichthouders 5,6 6,3 6,1 6,4 6,5 Totaal 5,8 6,0 6,2 6,4 6,5

Latj 050728 29 I:\DATA\DOC\VV\DOCBASE\CRIB0276.DOC