Provincie Overijssel Door De Minister Van VROM Uitgenodigd Om Een Voorbeeldproject Ontwikkelingsplanologie Voor Te Stellen

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Provincie Overijssel Door De Minister Van VROM Uitgenodigd Om Een Voorbeeldproject Ontwikkelingsplanologie Voor Te Stellen Statenvoorstel nr. PS/2006/681 Vaststelling Masterplan Usseldelta-Zuid Jaargang Datum Ons kenmerk Inlichtingen bij 2006-29 22 augustus 2006 RWB/2006/2611 mr. ir. J. Pierey, telefoon 038 499 81 09 Aan Provinciate Staten Onderwerp Vaststelling Masterplan Dsseldelta-Zuid. Bijlagen I. Ontwerpbesluit PS/2006/681 (bijgevoegd) II. Masterplan Dsseldelta-Zuid (bijgevoegd) 1 Samenvatting Door een aantal publieke partijen is samengewerkt met als doel om een gemeenschap- pelijke ontwikkelingsvisie op te stellen voor Usseldelta-Zuid. Deze gemeenschappelijke ontwikkelingsvisie is nu in concept gereed en wordt ter vaststelling voorgelegd aan de hoogste organen van de partners in dit project. Net Masterplan geeft een visie op de ontwikkeling van de IJsseldelta ten zuiden van de IJssel. Belangrijkste onderdelen daarvan zijn: • aanleg bypass, duurzame waterveiligheid voor de gehele IJsseldelta; • Hanzelijn (inclusief aanpassingen daarvan); • N 50; • N 23/307; • ontwikkeling stationsgebied Kampen; • bedrijfsterrein langs de N 50; • woningbouw ten behoeve van Kampen (en de regio): 4.000-6.000 woningen ten westen van de Zwarten Dijk; • nieuwe natuur en recreatiemogelijkheden; • agrarische structuurversterking; • aandacht leefbaarheid kleine kernen. Provinciale Staten hebben medio 2005 de "Kaderstellende keuzen' geamendeerd en vast- gesteld. Binnen deze kaderstelling is Net Masterplan opgesteld. Voorgesteld wordt om het Masterplan vast te stellen en de uitvoering daarvan op een aantal punten voor te gaan bereiden. 2 Inleiding In het voorjaar 2004 is de provincie Overijssel door de minister van VROM uitgenodigd om een voorbeeldproject ontwikkelingsplanologie voor te stellen. Ontwikkelingsplanologie werd in de Nota Ruimte als oplossing voorgesteld voor de stroperige en verkokerde besluitvormingsprocessen die de Nederlandse ruimtelijke ordening kenmerken. Door met meerdere overheden gebiedsgericht en niet- hierarchisch samen te werken zou een veel beter en sneller resultaat bereikt moeten kunnen worden. Ontwikkelingsplanologie houdt tevens in dat ruim plaats wordt gegeven voor participatie provincie verijssel van bewoners, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Maatschappelijk draagvlak voor het eindresultaat moet daarvan het resultaat zijn. Overijssel heeft het project IJsseldelta ingediend, later verbijzonderd naar een deelproject Dsseldelta-Noord/Nationaal Landschap en Dsseldelta-Zuid/Bypass Dssel. In Dsseldelta-Zuid loopt het project samen met de Planologische Kernbeslissing Ruimte voor de Rivier (PKB), die immers ook een claim op dit gebied legt. Vanaf november 2004 is onder regie van de provincie Overijssel samen met de gemeenten Kampen, Zwolle, Dronten en Oldebroek, het Waterschap Groot Salland, de provincie Flevoland alsmede de Ministeries van VROM, V&W en LNV gewerkt aan een gemeenschappelijke visie. In dat proces werd ook plaats ingeruimd voor maatschappelijke organisaties als bewoners- en beroepsverenigingen (Streekbelangen Kamperveen, Belangenvereniging Noordeinde, Belangenvereniging bewoners bypass en Pachtersbond) en maatschappelijke organisaties (Watersportverbond, Kavelruilcommissie, Natuur en Milieu Overijssel, LTO, VNO/NCW, ANWB en Staatsbosbeheer). Al doende is met vallen en opstaan oog en oor ontstaan voor elkaars opgaven en belangen, en heeft men gezamenlijk geleerd om mee te denken in andermans beleidsverantwoordelijkheid. Dsseldelta-Zuid was een ontdek- kingstocht, soms moeizaam en soms verrassend. Op basis van groeiend onderling begrip en vertrou- wen is dit voorjaar een concept-Masterplan Dsseldelta-Zuid tot stand gekomen. In het bestuurlijke kernteam Dsseldelta-Zuid van 5 juli 2006 en de stuurgroep Zwolle Kampen Netwerkstad van 20 juli 2006 is door bestuurlijke vertegenwoordigers van alle partners met het concept-Masterplan ingestemd. Al de eerdergenoemde publieke overheden stellen hun hoogste bestuursorganen (raden, Staten, AB waterschap) nu voor om het Masterplan Dsseldelta-Zuid, dat met inbreng van al deze genoemde maatschappelijke organisaties tot stand is gekomen vast te stellen. In onderling overleg is voorgesteld dat te laten plaatsvinden in September en oktober a.s. De gemeenteraad van Kampen zal op 2 november een besluit nemen over het Masterplan. Naast het Masterplan wordt er momenteel ook gewerkt aan een concept-intentieovereenkomst. De intentieovereenkomst legt de intentie vast om het Masterplan in eendrachtige samenwerking tot realisering te brengen. In die zin is het een uitwerking van het Masterplan. IJsseldelta is een voor Overijssel belangrijk project. Daarin kan Overijssel laten zien dat het middenbestuur een belangrijke regierol kan spelen in de ruimtelijke inrichting van het land. Met het Masterplan wordt een belangrijke mijlpaal bereikt. Een complexe ontwikkelingsvisie die door elf overheden wordt onderschreven en die in samenwerking met ten minste tien maatschappelijke organisaties in een beperkt tijdsbeslag tot stand is gekomen is uniek. IJsseldelta bewijst dat ontwik- kelingsplanologie nieuwe kansen en nieuw elan creeert. IJsseldelta bewijst dat nauwe communicatie met betrokkenen en belanghebbenden vruchten afwerpt. Ook de belangen van bewoners en bedrij- ven hebben een nadrukkelijke plek gekregen in het Masterplan. Maar het project is zeker nog niet afgerond. Nu het Masterplan als gemeenschappelijk basis kan worden vastgelegd rest nog de belangrijke taak om op basis van dit plan en op basis van het bereikte bondgenootschap financiering te vinden voor het gehele project. Dat is de belangrijkste opgave voor de komende twee jaar. In diezelfde periode zal ook al ander voorbereidend werk ter hand worden genomen. Het Streekplan Overijssel 2000+ zal in overeenstemming met het Masterplan worden gebracht. Door een aantal partners zal gewerkt worden aan een MER en aan herziening van relevante bestemmingsplannen. In die zin is het Masterplan een belangrijke mijlpaal in een langer lopend proces. Door Provinciate Staten is onlangs gevraagd om te onderzoeken of een actievere grandverwerving mogelijk is. In IJsseldelta kan dat het proces sterk positief beinvloeden. Het is wenselijk om daar waar de markt kansen geeft, en daar waar een bijdrage geleverd kan worden aan versterking van de agrarische structuur een grondpositie op te bouwen. 3 Inhoud Masterplan De PKB Ruimte voor de Rivier voorziet als kortetermijnoplossing voor de waterveiligheidsopgave tot 2015 het over een lengte van 22 km extra uitdiepen van het zomerbed van de Dssel. In de PKB wordt de bypass voorzien als een noodzakelijke langetermijnmaatregel. De PKB laat evenwel de ruimte om deze langetermijnmaatregel in te wisselen voor de kortetermijnmaatregel. Het uitdiepen zou dan vervallen ten gunste van de aanleg van de bypass. Op die mogelijkheid is het Masterplan gestoeld. Het Masterplan kiest voor het benutten van deze omwisseling op korte termijn, en het benutten van de aanleg van de bypass als motor voor een integrate gebiedsontwikkeling van Dsseldelta-Zuid. Immers, los van elkaar en zonder wezenlijk afstemming was hier al de aanleg van Statenvoorstel nr. PS/2006/681 de N 50, de Hanzespoorlijn, een nieuwe woonwijk van Kampen en de bypass voorzien. Met deze integrate aanpak wordt voor een duurzame oplossing gekozen: en veiligheid voor het water en ruimtelijke kwaliteit en een voortvarende realisering. Het Masterplan geeft een visie op de ontwikkeling van de IJsseldelta ten zuiden van de Dssel. Belangrijkste onderdelen daarvan zijn: • aanleg bypass, duurzame waterveiligheid voor de gehele IJsseldelta; • Hanzelijn (inclusief aanpassingen daarvan); • N 50; • N 23/307; • ontwikkeling stationsgebied Kampen; • bedrijfsterrein langs de N 50; • woningbouw ten behoeve van Kampen (en de regio): 4.000-6.000 woningen ten westen van de Zwarten Dijk; • nieuwe natuur en recreatiemogelijkheden; • agrarische structuurversterking; • aandacht leefbaarheid kleine kernen. In eerste instantie richtte de aandacht zich vooral op de bypass. Na het oplossen van de belang- rijkste watertechnische vragen ontstond ruimte om de opgave op te pakken als een integrate ont- wikkeling van het gebied ten zuiden van de Dssel. Dat was ook de opgave voor een voorbeeld- project Ontwikkelingsplanologie. De gemeente Kampen heeft een verbinding gelegd tussen de eigen structuurvisie-in-ontwikkeling en het project IJsseldelta. Vele elementen uit die aanstaande struc- tuurvisie zijn verweven in het Masterplan. Ook het Waterschap Groot Salland kan zich prima in het Masterplan vinden. Aandacht is gegeven aan risico van kwel en watervervuiling. Met de keuze voor een apart polderpeil in de bypass heeft Statenvoorstel nr. PS/2006/681 ook het waterschap het vertrouwen gekregen dat de integrate gebiedsontwikkeling strookt met de belangen van een goede waterhuishouding. Voor VROM zit er ruim voldoende bewijs in het Masterplan dat ontwikkelingsplanologie een werkend concept is. Ook is de winst in termen van ruimtelijke kwaliteit evident. Voor V&W blijkt dat het project voldoet aan de hydraulische randvoorwaarden, zonder dat de aanleg yan de Hanzelijn vertraagd wordt. De bypass is een inhoudelijk volwaardig alternatief voor het "uitdiepen van de Dssel gebleken. 4 Procedure Via een aantal rapportages en presentaties zijn de Staten tussentijds gemformeerd over de voort- gang van het project. Voorjaar 2005 heeft u de 5 ontwikkelingsscenario's behandeld. Medio 2005 heeft u de uitkomsten van de participatie behandeld en de zogenaamde "Kade,rstellende keuzen' vastgesteld. In december 2005 is de Tussenrapportage aan u ter kennisname voorgelegd. Aan u is in december 2005 tevens instemming gevraagd
Recommended publications
  • Besluit Interne Relatieve Bevoegdheid Rechtbank Overijssel Vastgesteld 11 Maart 2014
    Besluit interne relatieve bevoegdheid rechtbank Overijssel Vastgesteld 11 maart 2014 Nadere regels als bedoeld in artikel 6 van het zaaksverdelingsreglement 1. Indien in het schema onder punt 2 van het zaaksverdelingsreglement in de kolom “loket” één locatie is vermeld, dienen (de stukken inzake) deze zaken op de desbetreffende locatie te worden ingediend. 2. Indien in het schema onder punt 2 van het zaaksverdelingsreglement in de kolom “loket” meerdere locaties zijn vermeld bij een categorie zaken, zijn voor de beantwoording van de vraag bij welke locatie (de stukken inzake) deze zaken moeten worden ingediend, de wettelijke bevoegdheidsregels van overeenkomstige toepassing. 3. Voor het dagvaarden in een zaak over huur, arbeid, pacht, consumentenaangelegenheden, alsmede voor het indienen van civiele vorderingen tot € 25.000 en verzoeken tot het instellen van bewind, mentorschap, voogdij of curatele, bevatten de in bijlage 1 genoemde locaties de daarbij genoemde gemeenten. 4. Voor het indienen van alle andere zaken bevatten de in bijlage 2 genoemde locaties de daarbij genoemde gemeenten. 5. Kan aan de hand van het vorenstaande niet worden vastgesteld waar een zaak moet worden ingediend, dan moet de zaak worden ingediend bij de locatie Zwolle. 6. De rechter-commissaris in strafzaken van de locatie waar een zaak volgens dit besluit moet worden ingediend, kan zijn werkzaamheden overdragen aan een rechter-commissaris op een andere locatie. Vastgesteld door het gerechtsbestuur te Zwolle op 11 maart 2014 datum 11 maart 2014 pagina 2 van 3 BIJLAGE
    [Show full text]
  • A Geological History of Groningen's Subsurface
    A geological history of Groningen’s subsurface Erik Meijles, University of Groningen Date June 2015 Editors Jan van Elk & Dirk Doornhof Translated by E.L. Howard General introduction Ground acceleration caused by an induced earthquake is strongly dependent on the composition of local shallow soils. NAM commissioned Deltares to conduct a detailed survey of the shallow subsurface above the Groningen gas field. The survey focuses on Quaternary geology with an emphasis on the upper 50 metres. This report provides an introduction to Groningen’s Quaternary geology as a background to the comprehensive Deltares report, which has culminated in a detailed model of Groningen’s shallow subsurface. This report was written by Dr ir Erik Meijles, Assistant Professor of Physical Geography at the University of Groningen. Wim Dubelaar, Dr Jan Stafleu and Dr Wim Westerhoff of TNO Geological Survey of the Netherlands (TNO- NITG) in Utrecht assisted with editing this report and provided a number of key diagrams. Title A geological history of Groningen’s subsurface Date June 2015 Client NAM Author Erik Meijles, Assistant Professor Edited by Jan van Elk of Physical Geography and Dirk Doornhof Organization University of Groningen Organization NAM Significance for Research theme: earthquake Predicting ground acceleration research Explanation: Ground acceleration caused by an induced earthquake is strongly dependent on the composition of local shallow soils. NAM commissioned Deltares to conduct a detailed survey of the shallow subsurface above the Groningen gas field. This survey focuses on the Quaternary geology of Groningen with an emphasis on the upper 50 metres. Directly This research serves as background to the report entitled ‘Geological schematisation of related the shallow subsurface of Groningen’ written by various Deltares staff members.
    [Show full text]
  • Viral and Bacterial Infection Elicit Distinct Changes in Plasma Lipids in Febrile Children
    bioRxiv preprint doi: https://doi.org/10.1101/655704; this version posted May 31, 2019. The copyright holder for this preprint (which was not certified by peer review) is the author/funder. All rights reserved. No reuse allowed without permission. 1 Viral and bacterial infection elicit distinct changes in plasma lipids in febrile children 2 Xinzhu Wang1, Ruud Nijman2, Stephane Camuzeaux3, Caroline Sands3, Heather 3 Jackson2, Myrsini Kaforou2, Marieke Emonts4,5,6, Jethro Herberg2, Ian Maconochie7, 4 Enitan D Carrol8,9,10, Stephane C Paulus 9,10, Werner Zenz11, Michiel Van der Flier12,13, 5 Ronald de Groot13, Federico Martinon-Torres14, Luregn J Schlapbach15, Andrew J 6 Pollard16, Colin Fink17, Taco T Kuijpers18, Suzanne Anderson19, Matthew Lewis3, Michael 7 Levin2, Myra McClure1 on behalf of EUCLIDS consortium* 8 1. Jefferiss Research Trust Laboratories, Department of Medicine, Imperial College 9 London 10 2. Section of Paediatrics, Department of Medicine, Imperial College London 11 3. National Phenome Centre and Imperial Clinical Phenotyping Centre, Department of 12 Surgery and Cancer, IRDB Building, Du Cane Road, Imperial College London, 13 London, W12 0NN, United Kingdom 14 4. Great North Children’s Hospital, Paediatric Immunology, Infectious Diseases & 15 Allergy, Newcastle upon Tyne Hospitals NHS Foundation Trust, Newcastle upon 16 Tyne, United Kingdom. 17 5. Institute of Cellular Medicine, Newcastle University, Newcastle upon Tyne, United 18 Kingdom 19 6. NIHR Newcastle Biomedical Research Centre based at Newcastle upon Tyne 20 Hospitals NHS Trust and Newcastle University, Newcastle upon Tyne, United 21 Kingdom 22 7. Department of Paediatric Emergency Medicine, St Mary’s Hospital, Imperial College 23 NHS Healthcare Trust, London, United Kingdom 24 8.
    [Show full text]
  • 1 ENTER the GHOST Cashless Payments in the Early Modern Low
    ENTER THE GHOST Cashless payments in the Early Modern Low Countries, 1500-18001 Oscar Gelderbloma and Joost Jonkera, b Abstract We analyze the evolution of payments in the Low Countries during the period 1500-1800 to argue for the historical importance of money of account or ghost money. Aided by the adoption of new bookkeeping practices such as ledgers with current accounts, this convention spread throughout the entire area from the 14th century onwards. Ghost money eliminated most of the problems associated with paying cash by enabling people to settle transactions in a fictional currency accepted by everyone. As a result two functions of money, standard of value and means of settlement, penetrated easily, leaving the third one, store of wealth, to whatever gold and silver coins available. When merchants used ghost money to record credit granted to counterparts, they in effect created a form of money which in modern terms might count as M1. Since this happened on a very large scale, we should reconsider our notions about the volume of money in circulation during the Early Modern Era. 1 a Utrecht University, b University of Amsterdam. The research for this paper was made possible by generous fellowships at the Netherlands Institute for Advanced Studies (NIAS) in Wassenaar. The Meertens Institute and Hester Dibbits kindly allowed us to use their probate inventory database, which Heidi Deneweth’s incomparable efforts reorganized so we could analyze the data. We thank participants at seminars in Utrecht and at the Federal Reserve Bank of Atlanta, and at the Silver in World History conference, VU Amsterdam, December 2014, for their valuable suggestions.
    [Show full text]
  • Main Results Test with Hydrogen Train in Groningen
    MAIN RESULTS TEST WITH HYDROGEN TRAIN IN GRONINGEN CONTENTS Main Results of the Hydrogen Train Test in Groningen Result of test with hydrogen train in Groningen .......................................................4 The Test Dispensation .................................6 The Trial Runs ................................................7 The Refueling Process ..............................17 Press- and Public Information Day ........21 RESULT OF TEST WITH HYDROGEN TRAIN IN GRONINGEN At the start of 2020, after a long preparation period of as much as one and a half year, the Province of Groningen, together with various partners, did a feasibility study in the form of a pilot test with a hydrogen (battery) train (running on green hydrogen) to explore whether this could be a full-fledged sustainable alternative to the current diesel trains. The Province of Groningen sees an important role for green hydrogen • For greening the chemical sector (raw material). • As a fuel in heavy mobility (buses, trains, trucks, ships, aircraft). • As an essential piece of the puzzle regarding energy transition (storage, transportation). • This will also create new economic opportunities and employment. Pilot The trial runs were done on the track between Groningen and Leeuwarden during nighttime for a period of two weeks, with a passenger train running on green hydrogen. During the tests, the train ran a number of times at normal speed – without passengers – alternately as an intercity- and a local train – between the stations of Groningen and Leeuwarden. By these trial runs, practical experience was gained in running on hydrogen. This was the first time a train ran on hydrogen in the Netherlands. The tests focused on, among other things, the actual running, fuel consumption, and refueling.
    [Show full text]
  • Ex Post Evaluation Objective 1 1994-1999 Member State Report
    Ex post evaluation Objective 1 1994-1999 Member state report Netherlands Final report Client: European Commission, DG Regio ECORYS-NEI Regional & Urban Development Luc Boot Sacha Koppert Rotterdam, 24 June 2003 B/ib7212 ECORYS-NEI P.O. Box 4175 3006 AD Rotterdam K.P. van der Mandelelaan 11 3062 MB Rotterdam The Netherlands T +31 10 453 88 00 F +31 10 453 07 68 E [email protected] W www.ecorys.com Table of contents Executive Summary 7 1 Introduction 12 2 Methodology 13 3 Appropriateness of the strategy adopted 14 3.1 Introduction 14 3.2 Key issues in 1994 and their Evolution to 1999 14 3.3 Description of the SPD 18 3.4 Planned expenditure versus actual expenditure 22 3.5 Conclusions on appropriateness of the strategy 31 4 Effectiveness 36 4.1 Introduction 36 4.2 Programme outputs and results 36 4.3 Programme effects 40 4.4 Assessment of Community Added Value 55 4.5 Changes to policy and practice 59 5 Impact 60 5.1 Introduction 60 5.2 Achievement of the programme objectives 60 5.3 Impact assessment 65 6 Management and implementation systems 69 6.1 Institutional arrangements 69 6.2 Project selection process 74 6.3 Financial systems 76 6.4 Monitoring structures 77 6.5 Programme evaluations 78 6.6 Synergy effects 80 6.7 Equal opportunities and the environment 81 6.8 Conclusion 84 7 Strengths and weaknesses 86 7.1 Process issues 86 7.2 Achievements 87 7.3 Overall efficiency 88 8 Conclusions and recommendations 90 Executive Summary In the Netherlands there is only one Objective 1 region, Flevoland.
    [Show full text]
  • University of Groningen Struggling for Recognition and Affordable Housing
    University of Groningen Struggling for recognition and affordable housing in Amsterdam and Hamburg Buchholz, Tino IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below. Document Version Publisher's PDF, also known as Version of record Publication date: 2016 Link to publication in University of Groningen/UMCG research database Citation for published version (APA): Buchholz, T. (2016). Struggling for recognition and affordable housing in Amsterdam and Hamburg: Resignation, resistance, relocation. University of Groningen. Copyright Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons). The publication may also be distributed here under the terms of Article 25fa of the Dutch Copyright Act, indicated by the “Taverne” license. More information can be found on the University of Groningen website: https://www.rug.nl/library/open-access/self-archiving-pure/taverne- amendment. Take-down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum. Download date: 28-09-2021 Struggling for recognition and affordable housing in Amsterdam and Hamburg: resignation, resistance, relocation Tino Buchholz dedicated to M ISBN: 978-90-367-8973-8 Copyright © 2016, Tino Buchholz.
    [Show full text]
  • Zwolle, Leeuwarden/Groningen
    richting/direction Zwolle, Leeuwarden/Groningen SteenwijkHeerenveenLeeuwarden AmersfoortAmersfoortAmersfoort CentraalNijkerk SchothorstPutten VathorstErmeloHarderwijkNunspeet't HardeWezepZwolleMeppel _` _` _` _` ` ` ` _` ` AssenGroningen _` _` De informatie op deze vertrekstaat kan zijn gewijzigd. Plan uw reis op ns.nl, in de app of raadpleeg de schermen met actuele vertrekinformatie op dit station. The information on this board may be subject to changes. Check your journey plan on ns.nl or consult the displays with real-time travel information at this station. Vertrektijd/ Treinen rijden op/ Spoor/ Soort trein/ Eindbestemming/ Vertrektijd/ Treinen rijden op/ Spoor/ Soort trein/ Eindbestemming/ Departure Trains run on Platf. Transportation Destination Departure Trains run on Platf. Transportation Destination 12 ma di wo 1 Sprinter Zwolle via Harderwijk 04 ma di wo do vr za zo 2 Intercity Groningen via Zwolle-Assen 6 12 do vr za 2 Sprinter Zwolle via Harderwijk 16 12 ma di wo do vr za zo 2 Sprinter Zwolle via Harderwijk 34 ma di wo do vr 2 Intercity Leeuwarden via Zwolle-Steenwijk-Heerenveen, stopt ook in/also calls 22 ma di wo do vr za zo 2 Intercity Amersfoort Schothorst at Meppel 29 ma di wo do vr za zo 1 Sprinter Amersfoort Vathorst 42 ma di wo do vr za 2 Sprinter Zwolle via Harderwijk 34 ma di wo do vr za zo 2 Intercity Leeuwarden via Zwolle-Steenwijk-Heerenveen, stopt ook in/also calls 49 ma di wo do vr 1 Intercity Amersfoort Schothorst at Meppel 59 ma di wo do vr 1 Sprinter Amersfoort Vathorst 39 ma di wo do vr 5b Sprinter Harderwijk,
    [Show full text]
  • Regioscan Salland
    Regioscan Salland Verdienvermogen | Levensloop | Leefomgeving Salland m LEGENDA Banengroei Concentratie ver oge (index 2008=100) voedselproductie n n Waarde ten groot/hoog ie NL Regio d opzichte van 102 r Nederland hoog 100 e Kenmerkende als geheel V gemiddeld sectoren 98 96 94 klein/laag NL regio 2008 2016 Aandeel in de economie van: landbouw Snelgroeiende groot Zzp’ers groot Innovatieve groot ondernemers sectoren industrie zorg klein klein klein op Aandeel in de bevolking van: Mensen met een niet-westerse lo migratieachtergrond ns NL = klein in grijs Gezinnen 9% 12% e Jongeren (<25 jr) v 35% 33% e Ouderen 29% 29% L 18% hoog 18% positief Migratiesaldo Gezondheid nul jongvolwassenen ouderen (15-24 jr) laag negatief Gestandaardiseerd besteedbaar Prognose bevolkingsgroei 2017-2025 Inkomensongelijkheid huishoudinkomen 3 €23.900 NL + 3,1% 2 laag L 1 +1,2% 0 geving m fo e Energieverbruik hoog Vervuiling door hoog Krapte op de hoog Intensiteit hoog e door huishoudens huishoudens woningmarkt stedelijk L grondgebruik laag laag laag laag Regioscan Salland Salland1 is gelegen in de regio Zuidwest-Overijssel. Een regio die Levensloop: stagnatie na hoge bevolkingsgroei en zich enerzijds kenmerkt door een zeer lage arbeidsproductiviteit, welzijn op peil anderzijds door een zeer hoge brede welvaart. De bevolkings- en In de periode rondom de eeuwwisseling kende Salland een forse banendichtheid zijn hoog in Deventer, maar juist laag in de andere bevolkingsgroei. Daar kwam tien jaar geleden een einde aan. gemeenten. Deventer is dan ook het economische en voorzienin- Sindsdien verlaten per saldo meer mensen het gebied dan er gencentrum van het gebied, hoewel Raalte ook een werkfunctie naartoe verhuizen, vooral jongvolwassenen die voor hun werk of vervult.
    [Show full text]
  • Watervergunningen Aan Vitens Overijssel, De Gemeente Raalte, De
    Nr. 7767 2 oktober WATERSCHAPSBLAD 2015 Officiële uitgave van Waterschap Groot Salland. Watervergunningen aan Vitens Overijssel, de gemeente Raalte, de gemeente Dalfsen, Combinatie IJsselweide vof, het waterschap Groot Salland, de provincie Overijssel en NEM Zwolle BV Het dagelijks bestuur van het Waterschap Groot Salland heeft besloten de navolgende vergunningen (onder voorschriften) op grond van de Waterwet te verlenen: 1. Op 25 september 2015 aan Vitens Overijssel voor het aanleggen van een waterleiding op het perceel aan de Cellemuiden 36 in Hasselt. (dossiernummer Vergunningen-2840) 2. Op 24 september 2015 aan de gemeente Raalte voor het gebruik maken van waterstaatswerken en beschermingszones ten behoeve van o.a. het verwijderen van de bestaande brug, het realiseren van een nieuwe brug ter hoogte van de Van Dongenstraat 46 in Broekland. (dossiernummer Vergunningen-2891) 3. Op 28 september 2015 aan de gemeente Dalfsen voor het gebruik maken van waterstaatswerken en beschermingszones ten behoeve van het herinrichten van de Mölnhoek in Lemerlerveld. (dossiernummer Vergunningen-2928) 4. Op 28 september 2015 aan Combinatie IJsselweide VOF in Rijssen voor het gebruik maken van waterstaatswerken en beschermingszones ten behoeve van het aanleggen en hebben van een tijdelijke rijplatenbaan en van tijdelijke afrasteringen nabij Het Anem 3 in Wijhe. (dossiernummer Vergunningen-2955) 5. Op 25 september 2015 aan het waterschap Groot Salland in Zwolle voor het aanbrengen van di- verse kano-overstapvoorzieningen op diverse percelen binnen de polder Mastenbroek (dossier- nummer Vergunningen-3021) 6. Op 24 september 2015 aan de provincie Overijssel in Zwolle voor het gebruik maken van water- staatswerken en beschermingszones ten behoeve van het ontgraven van grond en het aanleggen van bermverharding over een traject van circa 10,04 km tot 11,40km langs de parallelweg De Velde en de Hasselterdijk tussen Zwartsluis en Hasselt.(dossiernummer Vergunningen-3029) 7.
    [Show full text]
  • Beleidsnota Toerisme En Recreatie
    BELEIDSNOTA TOERISME EN RECREATIE DRONTEN, september 2008 COLOFON Gemeente Dronten Afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling Postbus 100 8250 AC Dronten Website: www.dronten.nl Telefoon: 0321-388911 Gemeente Dronten - Beleidsnota Toerisme en Recreatie, september 2008 2 Inhoudsopgave Lijst van afkortingen ........................................................................................................................... 4 1. Inleiding ........................................................................................................................................... 5 2. Algemene context ........................................................................................................................... 6 2.1 Definitie toerisme en recreatie .................................................................................................... 6 2.2 Trends toerisme en recreatie...................................................................................................... 6 2.3 Overige trends en ontwikkelingen............................................................................................... 8 3. Dronten ‘Wat zijn we’? .................................................................................................................. 10 3.1 Dronten..................................................................................................................................... 10 3.2 Huidig aanbod toerisme en recreatie Dronten .........................................................................
    [Show full text]
  • The European CRT Survey: 1 Year (9–15 Months) Follow-Up Results
    European Journal of Heart Failure (2012) 14,61–73 doi:10.1093/eurjhf/hfr158 The European CRT Survey: 1 year (9–15 months) follow-up results Nigussie Bogale 1*, Silvia Priori 2,3, John G.F. Cleland 4, Josep Brugada 5, Cecilia Linde 6, Angelo Auricchio 7, Dirk J. van Veldhuisen 8, Tobias Limbourg 9, Anselm Gitt 9, Daniel Gras 10, Christoph Stellbrink 11, Maurizio Gasparini 12, Marco Metra 13, Genevie`ve Derumeaux 14, Fredrik Gadler 6, Laszlo Buga 4, and Kenneth Dickstein 1, Downloaded from on behalf of the Scientific Committee, National Coordinators, and Investigators 1Stavanger University Hospital, 4068 Stavanger and Institute of Medicine, University of Bergen, Norway; 2University of Pavia Maugeri Foundation, Pavia, Italy; 3Cardiovascular Genetics Program, New York State University, NY, USA; 4Castle Hill Hospital, Hull York Medical School, University of Hull, Kingston-upon-Hull, UK; 5Thorax Institute, Hospital Clinic, University of Barcelona, Barcelona, Spain; 6Karolinska University Hospital, Stockholm, Sweden; 7Division of Cardiology, Fondazione Cardiocentro Ticino, Lugano, Switzerland; 8University Medical Center Groningen, Groningen, The Netherlands; 9Institut fu¨r Herzinfarktforschung Ludwigshafen an der Universita¨t Heidelberg, Ludwigshafen, Germany; 10Nouvelles Cliniques http://eurjhf.oxfordjournals.org/ Nantaises, Nantes, France; 11Department of Cardiology and Intensive Care Medicine, Bielefeld Medical Center, Germany; 12IRCCS Istituto Clinico Humanitas, Rozzano (MI), Italy; 13Institute of Cardiology, Department of Experimental and Applied Medicine, University of Brescia, Brescia, Italy; and 14Universite´ Claude Bernard Lyon I, Lyon, France Received 16 September 2011; accepted 30 September 2011 Aims The European CRT Survey is a joint initiative of the Heart Failure Association (HFA) and the European Heart Rhythm Association (EHRA) of the European Society of Cardiology evaluating the contemporary implantation practice of cardiac resynchronization therapy (CRT) in Europe.
    [Show full text]