DE KRACHT VAN HET WOORD. De Barok Van Benedetto Croce in Het

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

DE KRACHT VAN HET WOORD. De Barok Van Benedetto Croce in Het Universiteit Gent Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Masterproef geschiedenis 2008-2009 DE KRACHT VAN HET WOORD. De Barok van Benedetto Croce in het licht van het Contrareformatie versus katholieke Reformatie debat. Joris R. Pinseel 20034467 Laat de stilte voor wat ze is… i Inhoud Inhoud. ii Voorwoord. iii Abstract en scriptieverslag v Verklaring i.v.m. de raadpleging van de scriptie. vii 1. Inleidende Casus: De Kaas en de Wormen. 1 2. Het Contrareformatie versus katholieke Reformatie debat. 12 2.1. A Rose still smells as sweet? 12 2.2. Een overzicht. 21 2.3. Van Hubert von Jedin tot John W. O’Malley S.J. 27 2.4. De Nederlanden. 32 2.5. Conclusie. 36 3. Een Babelse historiografie. 39 4. Methodologie. 52 4.1. Een microgeschiedenis. 52 4.2. Een theoretische microgeschiedenis. 60 4.3. Een theoretische microgeschiedenis in de hermeneutische traditie. 68 4.4. Een breder theoretisch kader. 73 5. Toe-eigening. 81 5.1. Toe-eigening door de zwakke. 86 5.2. Toe-eigening door de machtige. 89 6. De Casus Mussolini-Croce: De Barok. 93 6.1. De Risorgimento (1870-1924). 101 6.2. Het monsterverbond (1924-1929). 119 6.3. De slotperiode van Mussolini’s toe-eigening (1930-1943). 128 7. Conclusie. 134 7.1. De Italiaanse connectie. 134 7.2. Croce’s zoektocht naar waarachtige poëzie. 137 7.3. All history is contemporary? 141 7.4. Een probatio pennae . 145 8. Repertorium. 155 ii Voorwoord Waartoe dient dat, een voorwoord? Ik denk dat het een vehikel is dat niemand ooit leest en dient om de juiste mensen te bedanken voor hun inzet, die het voltooien van een of ander werk mogelijk maakte. Bij deze wil ik graag enkele mensen bedanken. Vooreerst is er natuurlijk mijn promotor prof. dr. Anne-Laure van Bruaene, die me steevast bijstond met raad en daad, en die een waar engelengeduld aan de dag legde, toen ik nog twijfelde waarover mijn scriptie dan wel diende te gaan, nu zo’n drietal jaar en enkele maanden terug. Ook wil ik langs de weg van dit voorwoord mijn erkentelijkheid publiek maken. Een erkentelijkheid aan mensen die me raad gegeven hebben, niet alleen op het vlak van de historiografie, maar ook op het vlak van de alledaagse dingen. Mijn vriendin Jessica Roggeman is werkelijk virtuoos in het met overgave leven en leerde me enkele slimme binnenweggetjes kennen die ik nooit nog zal vergeten. Ze weet wel waarover ik het heb. Omdat liefde iets is dat men geheim moet houden voor nieuwsgierige ogen, koester ik ze zonder er hier verder over te schrijven. Mijn grootmoeder Ida Dutoo mag ook niet over het hoofd gezien worden. Zij gaf me een plaats om te werken, eten en slapen. Zij voorzag me van onderdak toen ik op straat stond. Voorts is er nog mijn vader, Rik Pinseel, die deze hele scriptie uitvlooide op zoek naar fouten in spelling en schimmige zinsconstructies die de verstaanbaarheid van mijn werk niet echt dienden. Zijn ervaring als leraar Nederlands, Engels, Duits en Geschiedenis kwam zeker goed van pas. Voor de nieuwsgierige ogen: heden ten dage werkt hij op het Ministerie van Onderwijs. U weze gewaarschuwd! Indien dit u mocht geruststellen: hij heeft er geen lange armen. U kunt me bijgevolg met een gerust hart mijn masterdiploma ontzeggen, als u deze scriptie, die mijns inziens een berekend risico inhoudt gezien de pogingen tot originaliteit, ondermaats mocht vinden. Maar naar eer en geweten kan ik u zeggen, dat ik eindelijk de scriptie geschreven heb waarvan ik al droomde in mijn eerste kandidatuur geschiedenis in 2003-2004. Mocht ik niet slagen schrijf ik wel een nieuwe. Ik hou van schrijven en heb van het werk dat in deze scriptie is gekropen, waarlijk genoten. Zelfs het schrijven van een voorwoord bevalt me beter dan verwacht. Daarnaast is er mijn tante, Rita Pinseel, die me bij het vertalen van de Italiaanse teksten van Benedetto Croce hielp. Zonder haar had ik heel wat minder genuanceerd kunnen werken en had ik moeten vertrouwen op vertalingen, die niet altijd van een goede kwaliteit schenen te zijn. Deze scriptie zou er zonder haar hulp heel anders hebben uitgezien, waardoor ik misschien zou hebben gewenst dat mijn vader lange armen had. Meestal hebben we ons echter niet aan een vertaling van de teksten van Croce gewaagd. Gezien zijn rijmvol proza leek dit een onmogelijke opgave. Het zou zijn werk onrecht aangedaan hebben. Hij beweerde zelf immers dat elke vertaling in principe niet mogelijk is. Wel kwam ik dankzij mijn tante en mijn – eerder passieve – kennis van het Latijn te weten wat Croce te vertellen had. Ik heb dan ook de Italiaanse citaten volledig voor u opgenomen, na er een samenvatting in het Nederlands van gegeven te hebben. Dit moet, aangevuld met de literatuur over en de vertalingen van Croce’s oeuvre, een voldoende genuanceerde basis vormen voor mijn scriptie, die onder andere een casus over Croce bevat. iii De lengte van mijn vaders armen daargelaten, hoe lang een voorwoord moet zijn weet ik niet. Ik hoop dat dit voldoende is. En als u het toch las – ikzelf sla die dingen altijd over – dan ben ik u dankbaar. Ik wil er nog een laatste dankbetuiging aan toevoegen. Deze scriptie draag ik op aan mijn moeder. Door de bibliotheek die zij me naliet, kreeg ik, voorbij de dood heen, toch haar lieve raad ingefluisterd, alsof zij mijn lieve muze was. En omdat ik mijn overleden grootvader Roger Pinseel, die wilde verder studeren maar dat niet kon, op de een of andere manier wil gedenken, zal ik deze scriptie ondertekenen met Joris R. Pinseel iv Abstract Als onderwerp voor mijn scriptie koos ik het Contrareformatie versus katholieke Reformatie debat. Er is een vinnige discussie aan de gang over de toepasbaarheid van deze termen op het vroegmoderne katholicisme. Zo werpen sommige historici op dat men de Contrareformatie niet mag gebruiken als pars pro toto voor heel het katholicisme uit de vroegmoderne periode. De vernieuwingsbewegingen binnen de Kerk dateerden toch van voor de protestantse Reformatie, redeneert men. Maar een term zoals de Contrareformatie impliceert dat dit niet het geval is geweest. Daarom verkiezen sommige historici de term katholieke Reformatie boven de andere. Dit zijn niet toevallig voornamelijk katholieke historici. Hubert von Jedin en John W. O’Malley S.J. zijn enkele onder hen. Deze laatste stelde als oplossing de term early modern catholicism voor. Vrijzinnige of protestante historici hebben geen problemen met de term Contrareformatie. Het hoeft nauwelijks te verbazen dat Leopold von Ranke, die de term haalde bij Johann Stephan Pütter, deze maar al te graag gebruikte. Met behulp van de casus van Benedetto Croce, waarin hij in de jaren dertig schreef dat de kunst van de Contrareformatie, te weten de Barok, het predicaat ‘lelijk’ verdiende, wil ik ingang krijgen in dit debat. Voor de methodologische aanpak baseerde ik me op de microgeschiedenis van Carlo Ginzburg. Ik wilde net zoals hij had gedaan in zijn Kaas en de Wormen gebruik maken van een spraakverwarring. In zijn boek heerste er tussen de molenaar en de Inquisitor een Babelse kloof, die Ginzburg als een methodologisch instrument aanwendde. Menocchio, zoals de molenaar heette, kwam tot andere en ketterse conclusies dan de Inquisitor op basis van dezelfde teksten. Maar vandaag verbrand men geen mensen meer. Dit neemt niet weg dat men dit soort kloof terug vindt in het Contrareformatie versus katholieke Reformatie debat. Door deze ‘gap’ methodologisch aan te wenden en door de ‘thick description’ van Clifford Geertz toe te passen, wil deze scriptie door een intensieve studie van de casus Croce in wat ik maar een theoretische microgeschiedenis in de hermeneutische traditie zal noemen tot grotere inzichten komen aangaande de historiografie en de vraag wat betekenis eigenlijk is, of hoe men betekenis nu moet definiëren. Hierbij is het theoretisch kader van Michel de Certeau, waaronder men ook de toe-eigening vindt, onontbeerlijk, net zoals de geschriften van Jacques Derrida en Frank Ankersmit. Carlo Ginzburg is net zoals Benedetto Croce een Italiaans historicus. Men kan Ginzburg indelen in de generatie die deze van Croce opvolgde. Beiden hebben geschiedtheoretisch bijgedragen tot de betekenisvraag. Gezien hun gemeenschappelijke Italiaanse achtergrond en het belang van beiden voor het Contrareformatie versus katholieke Reformatie debat – de eerste met zijn vernietigend oordeel over de barokke kunst en de tweede met zijn boek over de Inquisitie – kunnen hun theoretische excursies bijdragen tot een studie van het eerder aangehaalde debat. Hun werken over de Contrareformatie belichamen hun theoretische paradigmae en dat maakt hen uitermate bruikbaar. Op deze wijze is een concrete benadering van het Contrareformatie versus katholieke Reformatiedebat, eigen aan de microgeschiedenis, mogelijk. v Naast dit korte abstract heb ik nog enkele opmerkingen, om dit scriptieverslag te vervolledigen. Ten eerste was het afbakenen van mijn onderwerp in ruimte en tijd geen eenvoudige opgave. Lange tijd speelde ik met de gedachte om een extra casus toe te voegen, die over Michel Cloet zou gaan. Ik denk dat het een goede keuze was om deze gedachte te laten varen. Het onderzoek dat ik al gevoerd had naar Cloet in het bijzonder en naar de historiografie aangaande het vroegmoderne katholicisme in en over de Nederlanden in het algemeen heb ik gebruikt in mijn algemeen overzicht van de historiografie over de Contrareformatie. Hetgeen zeker heeft bijgedragen tot mijn onzekerheid omtrent de reikwijdte van mijn onderwerp, was de onzekerheid omtrent de reikwijdte van mijn theoretische vragen aangaande de historiografie. Zo was ik in aanraking gekomen doorheen de theoretische vakken in mijn curriculum met het postmodernisme. Dit stelde me voor een dilemma: als er geen zekere kennis mogelijk is, waarom ze dan nog vergaren? Uiteindelijk kwam ik tot het besef dat de ware vraag niet die naar de zekerheid van kennis is, maar die naar de betekenis van het begrip betekenis .
Recommended publications
  • INTRODUCTION 1. Charles Esdaile, the Wars of Napoleon (New York, 1995), Ix; Philip Dwyer, “Preface,” Napoleon and Europe, E
    Notes INTRODUCTION 1. Charles Esdaile, The Wars of Napoleon (New York, 1995), ix; Philip Dwyer, “Preface,” Napoleon and Europe, ed. Philip Dwyer (London, 2001), ix. 2. Michael Broers, Europe under Napoleon, 1799–1815 (London, 1996), 3. 3. An exception to the Franco-centric bibliography in English prior to the last decade is Owen Connelly, Napoleon’s Satellite Kingdoms (New York, 1965). Connelly discusses the developments in five satellite kingdoms: Italy, Naples, Holland, Westphalia, and Spain. Two other important works that appeared before 1990, which explore the internal developments in two countries during the Napoleonic period, are Gabriel Lovett, Napoleon and the Birth of Modern Spain (New York, 1965) and Simon Schama, Patriots and Liberators: Revolution in the Netherlands, 1780–1813 (London, 1977). 4. Stuart Woolf, Napoleon’s Integration of Europe (London and New York, 1991), 8–13. 5. Geoffrey Ellis, “The Nature of Napoleonic Imperialism,” Napoleon and Europe, ed. Philip Dwyer (London, 2001), 102–5; Broers, Europe under Napoleon, passim. 1 THE FORMATION OF THE NAPOLEONIC EMPIRE 1. Geoffrey Ellis, “The Nature of Napoleonic Imperialism,” Napoleon and Europe, ed. Philip Dwyer (London, 2001), 105. 2. Martyn Lyons, Napoleon Bonaparte and the Legacy of the French Revolution (New York, 1994), 43. 3. Ellis, “The Nature,” 104–5. 4. On the Revolutionary and Napoleonic Wars and international relations, see Tim Blanning, The French Revolutionary Wars, 1787–1802 (London, 1996); David Chandler, The Campaigns of Napoleon: the Mind and Method of History’s Greatest Soldier (London, 1966); Owen Connelly, Blundering to Glory: Napoleon’s Military 212 Notes 213 Campaigns (Wilmington, DE, 1987); J.
    [Show full text]
  • Die Nordmark Im Glaubenskampf Eine Antwort Der Kirche an Gustav
    Die Nordmark im Glaubenskampf Eine Antwort der Kirche an Gustav Frenssen Herausgegeben von Johannes Lorentzen Pastor in Kiel [1936] Verlag: Missionsbuchhandlung Breklum [1] Druck: Missionsbuchhandlung Breklum. [2] Inhalt Johannes Lorentzen: Vorwort ................................................................................................................. 2 Otto Dibelius: Frenssens Abschied vom Christentum ............................................................................. 2 Johannes Tonnesen: Die Wandelbarkeit Gustav Frenssens .................................................................... 7 Johannes Lorentzen: Gustav Frenssens Christusbild ............................................................................ 11 Wolfgang Miether: Frenssens Gottesbotschaft ..................................................................................... 16 Hans Dunker: Die Verschwommenheit des heidnischen Glaubens – Die Klarheit des christlichen Glaubens ................................................................................................................................................ 20 Hans Treplin: Anmerkungen zum ersten Psalm .................................................................................... 23 Frau Tonnesen: An Gustav Frenssen. Das Wort einer Mutter aus der Nordmark ................................. 28 Heinrich Voß: Um die Jugend der Nordmark. Wort eines Lehrers ....................................................... 32 Johannes Tramsen: Frenssens Urteil über die Kirche der Nordmark und
    [Show full text]
  • Europe (In Theory)
    EUROPE (IN THEORY) ∫ 2007 Duke University Press All rights reserved Printed in the United States of America on acid-free paper $ Designed by C. H. Westmoreland Typeset in Minion with Univers display by Keystone Typesetting, Inc. Library of Congress Cataloging-in- Publication Data appear on the last printed page of this book. There is a damaging and self-defeating assumption that theory is necessarily the elite language of the socially and culturally privileged. It is said that the place of the academic critic is inevitably within the Eurocentric archives of an imperialist or neo-colonial West. —HOMI K. BHABHA, The Location of Culture Contents Acknowledgments ix Introduction: A pigs Eye View of Europe 1 1 The Discovery of Europe: Some Critical Points 11 2 Montesquieu’s North and South: History as a Theory of Europe 52 3 Republics of Letters: What Is European Literature? 87 4 Mme de Staël to Hegel: The End of French Europe 134 5 Orientalism, Mediterranean Style: The Limits of History at the Margins of Europe 172 Notes 219 Works Cited 239 Index 267 Acknowledgments I want to thank for their suggestions, time, and support all the people who have heard, read, and commented on parts of this book: Albert Ascoli, David Bell, Joe Buttigieg, miriam cooke, Sergio Ferrarese, Ro- berto Ferrera, Mia Fuller, Edna Goldstaub, Margaret Greer, Michele Longino, Walter Mignolo, Marc Scachter, Helen Solterer, Barbara Spack- man, Philip Stewart, Carlotta Surini, Eric Zakim, and Robert Zimmer- man. Also invaluable has been the help o√ered by the Ethical Cosmopol- itanism group and the Franklin Humanities Seminar at Duke University; by the Program in Comparative Literature at Notre Dame; by the Khan Institute Colloquium at Smith College; by the Mediterranean Studies groups of both Duke and New York University; and by European studies and the Italian studies program at the University of North Carolina at Chapel Hill.
    [Show full text]
  • Defining and Perceiving Peoples in the Chronicles of Norman Italy" (2011)
    Western Michigan University ScholarWorks at WMU Master's Theses Graduate College 6-2011 "Videbantur Gens Effera": Defining and erP ceiving Peoples in the Chronicles of Norman Italy Jesse Hysell Follow this and additional works at: https://scholarworks.wmich.edu/masters_theses Part of the European History Commons Recommended Citation Hysell, Jesse, ""Videbantur Gens Effera": Defining and Perceiving Peoples in the Chronicles of Norman Italy" (2011). Master's Theses. 394. https://scholarworks.wmich.edu/masters_theses/394 This Masters Thesis-Open Access is brought to you for free and open access by the Graduate College at ScholarWorks at WMU. It has been accepted for inclusion in Master's Theses by an authorized administrator of ScholarWorks at WMU. For more information, please contact [email protected]. "VIDEBANTUR GENS EFFERA": DEFINING AND PERCEIVING PEOPLES IN THE CHRONICLES OF NORMAN ITALY by Jesse Hysell A Thesis Submitted to the Faculty ofThe Graduate College in partial fulfillment ofthe requirements for the Degree of Master ofArts Department of History Advisor: Luigi Andrea Berto, Ph.D. Western Michigan University Kalamazoo, Michigan June 2011 "VIDEBANTUR GENS EFFERA": DEFINING AND PERCEIVING PEOPLES IN THE CHRONICLES OF NORMAN ITALY Jesse Hysell, M. A. Western Michigan University, 2011 The goal ofthis project is to analyze the ways different cultural groups in Sicily and southern Italy were depicted in a set ofhistorical texts associated with the Norman takeover ofthose regions in the eleventh and twelfth centuries. To achieve that aim, I consider social vocabulary applied to three distinct peoples (native Italians, Greeks, and Muslims) in five sources written by Amatus ofMontecassino, Geoffrey Malaterra, William ofApulia, Alexander ofTelese, and Hugo Falcandus.
    [Show full text]
  • Giuseppe Mazzini's International Political Thought
    Copyrighted Material INTRODUCTION Giuseppe Mazzini’s International Political Thought Giuseppe Mazzini (1805–72) is today largely remembered as the chief inspirer and leading political agitator of the Italian Risorgimento. Yet Mazzini was not merely an Italian patriot, and his influence reached far beyond his native country and his century. In his time, he ranked among the leading European intellectual figures, competing for public atten­ tion with Mikhail Bakunin and Karl Marx, John Stuart Mill and Alexis de Tocqueville. According to his friend Alexander Herzen, the Russian political activist and writer, Mazzini was the “shining star” of the dem­ ocratic revolutions of 1848. In those days Mazzini’s reputation soared so high that even the revolution’s ensuing defeat left most of his Euro­ pean followers with a virtually unshakeable belief in the eventual tri­ umph of their cause.1 Mazzini was an original, if not very systematic, political thinker. He put forward principled arguments in support of various progressive causes, from universal suffrage and social justice to women’s enfran­ chisement. Perhaps most fundamentally, he argued for a reshaping of the European political order on the basis of two seminal principles: de­ mocracy and national self­determination. These claims were extremely radical in his time, when most of continental Europe was still under the rule of hereditary kingships and multinational empires such as the Habs­ burgs and the ottomans. Mazzini worked primarily on people’s minds and opinions, in the belief that radical political change first requires cultural and ideological transformations on which to take root. He was one of the first political agitators and public intellectuals in the contemporary sense of the term: not a solitary thinker or soldier but rather a political leader who sought popular support and participa­ tion.
    [Show full text]
  • Der Skatfreund Nr
    Die Zeitschrift des Deutschen Skatverbandes Der Skatfreund Nr. 4 August/September 53. Deutsche Einzelmeisterschaften Braunlage 3. Skatolympiade Altenburg/Thüringen $EUTSCHLANDPOKAL V ÌÀ>ÕV iÀÛiÀ>ÃÌ>ÌÕ} ÊÓΰÊÕ}ÕÃÌÊÓäänÊÊ`iÊiÃÃi >iÊ£ÊÕ`ÊÓÊÊ ÀiÃ`iÊ­iÃÃiÀ}ÊÈ]Êä£äÈÇÊ ÀiÃ`i® "vviiÊ6iÀ>ÃÌ>ÌÕ}ÊqÊÌ}i`ÃV >vÌÊÊiiÊ6iÀiÊÃÌÊV ÌÊiÀvÀ`iÀV -V À iÀÀ\Ê Ê ÀÊLiÀÌ]Ê ØÀ}iÀiÃÌiÀÊvØÀÊ7ÀÌÃV >vÌÊ`iÀÊ-Ì>`ÌÊ ÀiÃ`i° 6iÀ>ÃÌ>ÌiÀ\Ê iÕÌÃV iÀÊ->ÌÛiÀL>`Êi°6° ÕÃÀV ÌiÀ\Ê Ê -BV ÃÃV iÀÊ->ÌÛiÀL>`ÊÊ6iÀL>`Ã}ÀÕ««iÊ ÀiÃ`iÊi°6° /ÕÀiÀiÌÕ}\Ê *ÀBÃ`ÕÊ`iÃÊ -6° -V i`ÃÀV ÌiÀ\Ê Ì}i`iÀÊ`iÃÊ iÕÌÃV iÊ->Ì}iÀV Ìð ÕÀÀiâi\Ê âi]Ê/>`iÊÕ`ÊÝi`7iÀÌÕ}° /ii iÀ\Ê Ê iÊ/ii iÀâ> ÊÃÌÊ>ÕvÊ£°{ääÊLi}ÀiâÌtÊ1ÊvÀØ âiÌ}iÊi`Õ}ÊÜÀ`Ê}iLiÌi° `>ÌBÌi\Ê ÎÊ-iÀiÊDÊ{nÊ-«ii]Ê`iÊΰÊ-iÀiÊÜÀ`Ê}iÃiÌâÌ]Ê<iÌÌÊiÊ-iÀiÊÓÊ-ÌÕ`i] ÊÊ Ê Ê />`iÊÕ`ÊÝi`7iÀÌÕ}ÊÕÀÊvØÀÊ-iÀiÊ£ÊÕ`ÊÓ° -«iLi}\ÊÊ ->ÃÌ>}]ÊÓΰÊÕ}ÕÃÌÊÓäänÊÕÊ£ä\ääÊ1 ÀÊ­ >ÃÃ\Ê>LÊän\ääÊ1 À®° -Ì>ÀÌ}i`\Ê Ê âi\Ê£x]ääÊEÊ°Ê>ÀÌi}i`ÊLiÊ6À>i`Õ}Ê­>Ê-«iÌ>}Ê£n]ääÊE®° ÊÊÊ Ê Ê />`iÊÕ`ÊÝi`ÊiÊ-«iiÀÊ£ä]ääÊ° 6iÀÀiiÊ-«ii\Ê ÛÊ-«iÊ£ÊqÊÎÊiÜiÃÊä]xäÊE]Ê>LÊ`iÊ{°Ê-«iÊiÊ£]ääÊE° -Ì>ÀÌ>ÀÌiÊÊ ÀiÌ>}]ÊÓÓ°ÊÕ}ÕÃÌÊ>LÊ£Ç\ääÊ1 ÀÊâÕÊ6ÀÌÕÀiÀ° >ÕÃ}>Li\Ê Ê ->ÃÌ>}]ÊÓΰÊÕ}ÕÃÌÊÛÊän\ääÊ1 ÀÊLÃÊä\ÎäÊ1 À° i`Õ}\ÊÊ i`iÃV ÕÃÃÊLÃʣȰÊÕ}ÕÃÌÊÓääntÊ iÀØVÃV Ì}Õ}Ê>V ÊLiâ> ÌiÀÊÕ`ÊÃV ÀvÌÊ Ê Ê Ê V iÀÊi`Õ}ÊLiÊ -6°Ê/>}iÃ>i`Õ}Ê­ âiÜiÌÌLiÜiÀL®ÊÕÀÊLÃÊä\ÎäÊ1 À Ê Ê Ê ÛÀÊ"ÀÌ]ÊÃÜiÌÊV ÊvÀiiÊ*BÌâiÊÛÀ >`iÊÃ`ÊâÕÊ*ÀiÃÊÛÊ£n]ääÊE° Ê Ê Ê i`Õ}iÊÕ`Ê â> Õ}iÊiÀv}iÊLi\ ÊÊÊÊ ÕLiÀÌÊ7>V i`Àv]ÊÕ«iÜi}ÊÇ]ÊxÎn{äÊ/ÀÃ`Àv] Ê Ê Ê >\Ê ÕLiÀÌÜ>V i`ÀvJÌi°`i° Ê Ê Ê >ÛiÀL`Õ}\ Ê Ê Ê -6ÊqÊ *Ê ÀiÃ`i]ÊÌÊ{äÊ£ÈÊäxÊÎäÊx]Ê Ê Ê Ê <ÊnÎäÊÈx{Êän]Ê6,Ê >ÊÌiLÕÀ}iÀÊ>` Ê Ê Ê iÊ`ÀiÌiÊi`Õ}ÊiÀv}ÌÊÕÌiÀÊÜÜÜ°`«Óään°`ÃÛ°`i
    [Show full text]
  • The Rules of Bonken • Bonken Consists of 13 Separate Games, 8 Minus Games and 5 Plus Games
    The rules of Bonken • Bonken consists of 13 separate games, 8 minus games and 5 plus games. With every game a different number of points can be earned. The way these points can be earned is different for different games. The so-called minus games yield minus points and plus games yield plus points. There are as many plus points as there are minus points, so that the total number of points of all players is zero. The objective of the game is to get as many points as possible. In a bonk session 12 games will be played, and every game only once. Everybody is obliged to play a plus game once, and only once. Therefore 1 plus game will never be played. • Bonken is played with 52 cards. 13 cards per suit (Spades, Hearts, Diamonds and Clubs). The order of the cards for all the games from low to high is: 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, jack, queen, king, ace. • One person deals the cards. The person who sits opposite the dealer chooses the game. The person on the left of the chooser starts bidding (see below). And the person on the right of the chooserleads.Theveryfirstgame,though,ischosenbythepersonwhohas the seven of spades in his hand. Each player has to follow suit when possible (for the domino game see below). The person who wins the trick leads next. After every game we rotate clockwise forthenextdealer,chooser,bidderandthepersonwholeadsfirst. Towards the end of the game, it could be that a chooser is passed. This situation occurs when all minus games have been played and the chooser has already chosen a plus game.
    [Show full text]
  • EPOU 08 0763J BW Dokter Voor Het Volk DEF.Indd
    Dokter van het volk Bij EPO verschenen ook: Dokter in overall Karel Van Bever De cholesteroloorlog. Waarom geneesmiddelen zo duur zijn Dirk Van Duppen De kopervreters. De geschiedenis van de zinkarbeiders in de Noorderkempen Staf Henderickx Wiens Belang? Het Vlaams Belang over inkomen, werk, pensioenen Norbert Van Overloop Een kwarteeuw Mei 68 Ludo Martens en Kris Merckx KRIS MERCKX DOKTER VAN HET VOLK Omslagontwerp: Compagnie Paul Verrept Foto cover: © Thierry Strickaert Foto achterfl ap: © [email protected] Linografi eën titelbladzijden delen: © Marc Jambers Kaart p.350-351: © Lusn Van Den Heede Vormgeving: EPO Druk: drukkerij EPO © Kris Merckx en uitgeverij EPO vzw, 2008 Lange Pastoorstraat 25-27, 2600 Berchem Tel: 32 (0)3 239 68 74 Fax: 32 (0)3 218 46 04 E-mail: [email protected] www.epo.be Geneeskunde voor het Volk www.gvhv.be Isbn 978 90 6445 497 4 D 2008/2204/19 Nur 740 Verspreiding voor Nederland Centraal Boekhuis BV Culemborg De uitgever zocht vergeefs naar de houders van het copyright van sommi- ge illustraties in dit boek. Personen of instellingen die daarop aanspraak maken, kunnen contact opnemen met de uitgever. Inhoud Dankwoord 9 Deel 1. Een nieuwe wind 13 1. De wieg van Geneeskunde voor het Volk 15 Na mei ’68: de daad bij het woord 15 Naar de mijncités 19 De scheepsbouwers van Cockerill Yards, hun vrouwen en onze wieg 22 2. Gratis en kwaliteit gaan samen 30 Werken aan terugbetalingstarieven 30 Kwaliteit leveren 55 3. Geneeskunde en politiek engagement 72 Ziekte en dood vanuit mondiaal perspectief 72 Kan een arts alleen maar wonden helen? 77 Twee dokters die ons inspireerden 87 Deel 2.
    [Show full text]
  • Classical Liberalism and the Austrian School
    Classical Liberalism and the Austrian School Classical Liberalism and the Austrian School Ralph Raico Foreword by Jörg Guido Hülsmann Preface by David Gordon LvMI MISES INSTITUTE The cover design by Chad Parish shows the Neptune Fountain, at the Schönbrunn Palace, in Vienna. Copyright © 2012 by the Ludwig von Mises Institute. Permission to reprint in whole or in part is gladly granted, provided full credit is given. Ludwig von Mises Institute 518 West Magnolia Avenue Auburn, Alabama 36832 mises.org ISBN: 978-1-61016-003-2 Dedicated to the memory of the great Ludwig von Mises Table of Contents Foreword by Jörg Guido Hülsmann . ix Preface by David Gordon . xiii Introduction . .xxv 1. Classical Liberalism and the Austrian School . .1 2. Liberalism: True and False . .67 3. Intellectuals and the Marketplace. 111 4. Was Keynes a Liberal? . .149 5. The Conflict of Classes: Liberal vs. Marxist Theories. .183 6. The Centrality of French Liberalism . .219 7. Ludwig von Mises’s Liberalism on Fascism, Democracy, and Imperalism . .255 8. Eugen Richter and the End of German Liberalism. .301 9. Arthur Ekirch on American Militarism . .331 Index. .339 vii Foreword “History looks backward into the past, but the lesson it teaches concerns things to come. It does not teach indolent quietism; it rouses man to emulate the deeds of earlier generations.” Ludwig von Mises1 The present book contains a collection of essays written through- out the past twenty years. I read virtually all of them when they were first published. They have been a central part of my education in the history of liberalism and of the Austrian School of economics, and I consider myself privileged indeed to have encountered Professor Raico and his work early on in my intellectual development.
    [Show full text]
  • The Alexandrian
    2017 Volume 6 Issue 2 1 The Alexandrian Troy University Division of History and Philosophy & Phi Alpha Theta-Iota Mu Conference Proceedings for the Alabama Regional Meeting of Phi Alpha Theta February 25, 2017 Conference Organizers Scott Merriman Dan Puckett Marty Olliff Aaron Hagler Editors Ansley Markwell & Karen Ross 2 The Alexandrian 2017 Volume 6 Issue 2 3 Special Issue of the Alexandrian This special issue of the Alexandrian celebrates the 2017 Alabama Regional Meeting of Phi Alpha Theta, held February 25th on the Montgomery campus of Troy University. It includes participants’ abstracts and the each paper selected as best in session. Congratulations to all of our presenters! Editors Ansley Markwell and Karen Ross would like to thank the many people who made this conference possible: Organizers: Troy University professors Scott Merriman, Dan Puckett, Marty Olliff, and Aaron Hagler. Session moderators: Robert Barone (University of Montevallo), Timothy Buckner (Troy University), Joe Frazer (Judson College), Marty Olliff (Troy University), Dan Puckett (Troy University), LeeAnn Reynolds (Samford University), Karen Ross (Troy University), and Richard Schellhammer (University of West Alabama). Keynote Address: A very special thank you to our guest speaker, Dr. J. Mills Thornton, Emeritus Professor of the University of Michigan. Lunch was provided by the Troy University Foundation. We also wish to express our appreciation for the continued support of the Alexander family. The Alexandrian is named in memory of Professor Nathan Alexander,
    [Show full text]
  • Hitler and Mussolini: a Comparative Analysis of the Rome-Berlin Axis 1936-1940 Written by Stephanie Hodgson
    Hitler and Mussolini: A comparative analysis of the Rome-Berlin Axis 1936-1940 Written by Stephanie Hodgson This PDF is auto-generated for reference only. As such, it may contain some conversion errors and/or missing information. For all formal use please refer to the official version on the website, as linked below. Hitler and Mussolini: A comparative analysis of the Rome-Berlin Axis 1936-1940 https://www.e-ir.info/2011/07/29/hitler-and-mussolini-a-comparative-analysis-of-the-rome-berlin-axis-1936-1940/ STEPHANIE HODGSON, JUL 29 2011 Nazi Germany and fascist Italy have often been depicted as congruent cases[1] during the period in discussion in which their supposed inherent links formed the basis of their relationship. These inherent links include their common ideology, albeit there are minor differences,[2] their similar foreign policy, expansionist aims and finally common enemies – Britain, France and communist Russia. Furthermore, they shared parallel leadership principles and referred to as Duce and Führer (both mean leader), and additionally both held great hostility towards parliamentary democracy.[3] Although these factors hold a great deal of truth and certainly some weight, it is difficult to argue that the Rome-Berlin axis was established purely on this basis. This paper will predominately argue that Germany and Italy had little in common but common enemies and more significantly the shared aim of both wanting to assert themselves as revisionist powers of the interwar period. Thus, their alliance was one of more convenience than anything else in that both powers were aware that they needed an ally within Europe as a means of achieving their ambitious and aggressive foreign policies.
    [Show full text]
  • Political Ideologies
    Downloaded by [University of Defence] at 23:48 30 May 2016 Political Ideologies Now in its fourth edition, Political Ideologies: An introduction continues to be the best introductory textbook for students of political ideologies. Completely revised and updated throughout, this edition features: • A comprehensive introduction to all of the most important ideologies • Brand new chapters on multiculturalism, anarchism, and the growing infl uence of religion on politics • More contemporary examples of twenty-fi rst-century iterations of liberalism, socialism, conservatism, fascism, green political theory, nationalism, and feminism • Enhanced discussion of the end-of-ideology debates and emerging theories of ideological formation • Six new contributors. Accessible and packed with both historical and contemporary examples, this is the most useful textbook for scholars and students of political ideologies. Vincent Geoghegan is Professor of Political Theory at Queen’s University Downloaded by [University of Defence] at 23:48 30 May 2016 Belfast, UK. Rick Wilford is Professor of Politics at Queen’s University Belfast, UK. The contributors to this volume have all taught or carried out research at the School of Politics, International Studies and Philosophy at Queen’s University Belfast, or have close research connections with the School. This page intentionally left blank Downloaded by [University of Defence] at 23:48 30 May 2016 Political Ideologies An introduction Fourth edition Edited by Vincent Geoghegan and Rick Wilford Downloaded by [University of Defence] at 23:48 30 May 2016 First edition published in 1984 Trademark notice: Product or corporate names by Unwin Hyman may be trademarks or registered trademarks, and are used only for identifi cation and Third edition published in 2003 by Routledge explanation without intent to infringe.
    [Show full text]