Niet langer met de ruggen naar elkaar

Een advies over verbinden

Advies 37

Den Haag, oktober 2005 De Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) is de adviesraad van het kabinet en de Staten-Generaal op het gebied van maatschappelijke participatie en stabiliteit. De RMO adviseert zowel gevraagd als ongevraagd over de hoofdlijnen van beleid. De RMO bestaat uit negen onafhankelijke kroonleden: de heer prof. dr. H.P.M. Adriaansens (voorzitter), de heer prof. mr. J.M. Barendrecht, mevrouw prof. dr. T.V. Blokland-Potters, mevrouw prof. dr. J. van Doorne-Huiskes, de heer prof. dr. P.H.A. Frissen, de heer mr. S. Harchaoui, mevrouw Y. Koster-Dreese, mevrouw drs. J.G. Manshanden MPA en de heer prof. dr. M. de Winter. De heer dr. K.W.H. van Beek is algemeen secretaris van de Raad. Niet langer met de ruggen naar elkaar

2

RMO Parnassusplein 5 Postbus 16139 2500 BC Den Haag advies 37 Tel. 070 340 52 94 Fax 070 340 54 46 [email protected] www.adviesorgaan-rmo.nl

Auteursrecht voorbehouden © Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, Den Haag 2005 © Sdu Uitgevers, Den Haag 2005 © Fotograaf Joop Reyngoud, 2005

Niets in deze uitgave mag worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, opgeslagen in een dataverwerkend systeem of uitgezonden in enige vorm door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook zonder toestemming van de RMO. Voorwoord

In maart 2005 adviseerde de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling het kabinet over hoe hij sociale samenhang kan bevorderen in een samenleving met concentratietrends langs etnische lijnen. De RMO presenteerde met Eenheid, verscheidenheid en binding een nieuw model voor het integratiebeleid. Het kabinet stelt in zijn reactie onder andere dat het de uitwerking van het element 'binding' nog te algemeen van aard vindt om het te kunnen omzetten in concreet beleid. Om deze reden heeft de minister van Vreemdelingenzaken en Integratie de RMO gevraagd om een vervolgadvies te schrijven dat een nadere uitwerking biedt van dit derde element.

In dit vervolgadvies werkt de RMO binding, nu gedefinieerd als verbinden, verder uit. Door verbinden conceptueel en praktisch te definiëren schetsen we een basis voor effectieve strategieën. Vervolgens werken we die uit zowel in concrete als in meer algemene ideeën en handvatten voor beleid. De gemeenschappelijke noemer is dat het zaak is om in te zetten op infrastructurele maatregelen die de kans op en gelegen- heid tot verbinden tussen autochtonen en allochtonen vergroten. Voorwoord

Bij de uitwerking van het adviesthema heeft de RMO dankbaar gebruik gemaakt van de deskundigheid van verschillende mensen. Een overzicht van de deskundigen die we in dit adviestraject hebben gesproken is te vinden in bijlage 4. We zijn hen allen zeer erkentelijk voor het feit dat zij hun tijd en inzichten aan ons ter beschikking stelden. Verder hebben Erik Snel (Universiteit Twente) en Nanne Boonstra (Verwey Jonker 3 Instituut) een zeer nuttige inventarisatie en analyse gemaakt van bestaande initiatieven

in vier grote steden om binding tussen etnische groepen te bevorderen. Hun eindrapport RMO is te vinden in bijlage 3. advies 37 De commissie die het advies heeft voorbereid, bestond uit:

Mw. prof. dr. T. V. Blokland-Potters (raad) Dhr. drs. T. Schillemans (secretariaat) Dhr. dr. S.M. Verhagen (secretariaat)

De verantwoordelijkheid voor het advies berust bij de raad.

prof. dr. H.P.M. Adriaansens dr. K.W.H. van Beek voorzitter secretaris Niet langer met de ruggen naar elkaar

4 RMO advies 37 Inhoud

Samenvatting 7 Inleiding 13

1 Van binding naar verbinden 15 1.1 Enkele ongemakkelijke feiten 15 1.2 Verbinden gedefinieerd 15 1.3 Vier typen verbindingen 17 1.4 Conclusie 19

2 Beleid 20 2.1 Beleidslijnen op macro-, meso- en microniveau 20 2.2 Vooronderstellingen nader beschouwd 25 2.3 Conclusie 35

3 Mogelijkheden voor verbinden op drie niveaus 37 Inhoud 3.1 Het blijvend belang van arbeidsmarkt en onderwijs 37 3.2 Ontmoetingsruimten 45 3.3 Verbinden langs andere lijnen 48 3.4 Conclusie 58 5 4 Een infrastructurele benadering van verbinden 60

4.1 Indirect verbinden door het bestrijden van achterstanden 61 RMO 4.2 Vanzelfsprekend verbinden in ontmoetingsruimten 62 4.3 Direct verbinden langs andere lijnen 63 advies 37

5 Epiloog: verbinden tussen eenheid en verscheidenheid 65

Literatuur 67

Bijlage 1: Adviesvraag 75 Bijlage 2: Reflecties over eenheid (en verscheidenheid) 79 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact. Een onderzoek 87 over intitatieven en beleidsprojecten om interetnisch contact te bevorderen. Erik Snel en Nanne Boonstra Bijlage 4: Lijst van deskundigen 171

Overzicht van uitgebrachte publicaties 174 Niet langer met de ruggen naar elkaar

6 RMO advies 37 Samenvatting

Het schrikbeeld voor multi-etnische samenlevingen is dat groepen volstrekt langs elkaar heen leven. Dit is in Nederland niet het geval. De integratie van de meeste allochtonen is gedeeltelijk of geheel geslaagd. Wel zijn er enkele ongunstige ontwikkelingen. Zo neemt het aantal interetnische contacten af, zijn achterstanden hardnekkig en ver- slechtert de beeldvorming tussen allochtonen en autochtonen. Dit roept de vraag op hoe de overheid kan bevorderen dat er meer verbindingen ontstaan tussen allochtonen en autochtonen.

Verbinden is het duurzaam of herhaald bij elkaar brengen van mensen met andere mensen, groepen of instituties, zodat er gemengde sociale netwerken ontstaan. De overheid probeert dat op dit moment vooral te bevorderen door tijdelijke ontmoetings- projecten en (indirect) spreidingsbeleid. Verbinden wordt bovendien primair als een hoogstpersoonlijke keuze voorgesteld en zo onafhankelijk van de economische struc- tuur aan de orde gesteld. We werken dit in de volgende paragraaf kort uit. Samenvatting

De RMO bepleit in dit rapport een infrastructurele benadering van verbinden. Dit betekent dat verbinden zich niet naast maar in de dagelijkse routines en netwerken van burgers dient af te spelen. Mensen zullen zich zelf moeten verbinden, de overheid kan de kans hierop vergroten. De overheid is als de operator in de vroege jaren van de telefonie. Zij voert het gesprek niet zelf, maar verbindt zender en ontvanger, verhindert ruis en bewaakt de kwaliteit van de kabels. Zij kan investeren in de bagage van personen 7 zodat zij gemakkelijker kiezen voor verbinden. Zij kan investeren in de inrichting, het

onderhoud en de benutting van publieke domeinen zodat verbindingen eerder tot stand RMO komen. En zij kan de projecten (helpen) organiseren die de grootste kansen bieden op verbinden. Dit zijn duurzame en etniciteitoverstijgende projecten. We werken dit advies 37 in het tweede deel van de samenvatting verder uit.

Drie vooronderstellingen van beleid Er zijn tal van overheidsmaatregelen die verbinden impliciet of expliciet willen bevor- deren. Het Breed initiatief maatschappelijke binding, dat het kabinet begin 2005 pre- senteerde, toont het brede palet aan ideeën en initiatieven. Het beleid stoelt op drie niet (geheel) juiste assumpties. De eerste assumptie is dat verbinden een vrije keuze van individuen is. Daarmee wordt gesuggereerd dat mensen die zich niet met anderen verbinden dat domweg niet willen. Op de wil van mensen kun je echter nauwelijks beleid voeren. De vraag of mensen zich met elkaar verbinden hangt sterk samen met zaken als opleidingsniveau, taalvaardigheid en beroepsniveau. Juist in de centrale infrastructuur van de samenleving - werk, taal en onderwijs - valt daarom winst te boeken voor verbinden. De tweede onterechte assumptie is dat spreiding vanzelf tot gemengde netwerken leidt. Deze aanname wordt vertaald in maatregelen voor spreiding van allochtonen over wijken en scholen. Onderzoek laat echter zien dat ruimtelijke menging niet vanzelf leidt tot gemengde sociale netwerken. Een cruciale bouwsteen is publieke familiariteit (herkenbaarheid). Herhaalde ontmoeting met anderen, op de plaatsen waar we veel komen, leidt tot de familiariteit waarop verbinden gedijt. Het is zaak te investeren in vanzelfsprekende manieren van verbinden in ontmoetingsruimten, zoals scholen, buurten, instellingen en parken.

Niet langer met de ruggen naar elkaar De derde onterechte assumptie is dat incidentele ontmoetingen tussen allochtonen en autochtonen vanzelf tot wederzijds begrip en sympathie leiden. Om die reden zijn er tal van lokale initiatieven waarin bevolkingsgroepen elkaar moeten ontmoeten. De initiatieven zijn vaak van tijdelijke aard en ze worden georganiseerd rondom etnische verschillen. Onderzoek laat echter zien dat incidentele ontmoetingen vooral vooroor- delen bevestigen. Het is daarom effectiever projecten op duurzame wijze en rond etniciteitoverstijgende thema's te organiseren.

Een infrastructurele benadering van verbinden De RMO adviseert de overheid verbinden te bevorderen met infrastructurele maatre- gelen. Maatregelen zijn het meest effectief wanneer zij direct en continu zijn verweven met het dagelijks leven. Infrastructurele maatregelen zijn bovendien minder stigmati- serend, omdat ze etniciteit niet benaderen als een onlosmakelijk met de cultuur van de Ander verbonden gegeven. Er zijn drie aangrijpingspunten: sociaal-economische 8 achterstanden, de inrichting en werking van (openbare) ruimten en duurzame- en etniciteitoverstijgende projecten. RMO

1 Indirect verbinden door het bestrijden van achterstanden advies 37 Sociaal-economische positieverbetering van minderheden - hogere opleiding, meer werk, betere banen - gaat samen met meer interetnische verbindingen. Werk, onderwijs en taal zijn dus van groot belang voor verbinden.

• Arbeidsmarkt. Specifiek beleid kan de positie van allochtonen op de arbeidsmarkt verbeteren. Aan de vraagzijde van de arbeidsmarkt kan de positie van allochtonen met convenanten en andere samenwerkingsvormen worden bevorderd. Aan de aanbodzijde gaat het erom de overgang van niet-werken naar werken te versoepelen. Bovendien kunnen alternatieve intermediairs, via netwerken of alumnibeleid van onderwijsinstellingen, vooral hoger opgeleide allochtonen helpen aan een baan. Dit is belangrijk omdat er niets zo dramatisch is als gehalveerde emancipatie: wel een goed diploma, geen goede baan. • Onderwijs. Het onderwijs kan leerlingen de vaardigheden bijbrengen waardoor zij zich sneller met elkaar verbinden. Daarnaast zijn onderwijsinstellingen bij uitstek ontmoetingsruimten voor kinderen én ouders met verschillende achtergronden. Onderwijssegregatie is daarom, hoewel deels onvermijdelijk, niet wenselijk. Waar mogelijk moet segregatie samen met ouders worden voorkomen. Als segregatie een feit is, is het zaak duurzame en intensieve uitwisselingsverbanden tussen verschillende scholen te bevorderen. • Taal. Het spreken van dezelfde taal is een cruciale voorwaarde om elkaar te kunnen verstaan. Het is daarom goed dat het verwerven van de Nederlandse taal voor allochtonen een verplichtend karakter heeft gekregen. Deze verplichting vraagt om een tegenprestatie van de overheid. Zij moet garanderen dat allochtonen voldoende en hoogwaardige lessen kunnen krijgen. Samenvatting

9 RMO advies 37 2 Vanzelfsprekend verbinden in ontmoetingsruimten Publieke familiariteit is een cruciale bouwsteen voor sociale relaties. Mensen kunnen publieke familiariteit opbouwen door de ander herhaald te ontmoeten. De ruimtelijke inrichting en het functioneren van publieke instituties vormen hier de aangrijpings- punten.

• Vanzelfsprekende ontmoetingsruimten. Creëer of benut plaatsen waar mensen komen om andere redenen dan integratie. Richt je - in scholen, verenigingen, openbare ruimten - op zaken die voor burgers belangrijk, handig, leuk of verplicht zijn in hun

Niet langer met de ruggen naar elkaar alledaagse routines. Benut bijvoorbeeld een park dusdanig, dat het niet alleen groenvoorziening is, maar ook de kortste weg van A naar B. Dit vergroot de kans op herhaalde ontmoetingen, waardoor publieke familiariteit ontstaat. • Multifunctionele ontmoetingsruimten. Creëer of benut ruimten waar mensen met elkaar in contact komen om andere redenen dan om die contacten zelf. Verbindt gescheiden circuits door verschillende activiteiten zo veel mogelijk op dezelfde plaats en tijd te organiseren. De veertiendaagse bingo, bijvoorbeeld, kan het best tegelijk met de werkgroep sociale veiligheid en de taalles plaatsvinden. • Levensloopbestendige ontmoetingsruimten. Creëer of benut ruimten voor vanzelf- sprekende ontmoetingen tussen mensen die in dezelfde levensfase zitten en daardoor dezelfde interesses, belangen of onzekerheden hebben. Er zijn verbindingskansen rond vraagstukken die met 'ouderschap' te maken hebben. Dit kan leiden tot verbinden op de school, het consultatiebureau, de kinderopvang of oudervereniging.

10 RMO advies 37 3 Direct verbinden langs andere lijnen Lokale ontmoetingsprojecten zijn vaak kortstondig, richten zich op affectieve relaties en zijn georganiseerd rond etnische verschillen. Het voorbeeld bij uitstek is de multi- culturele straatbarbecue die de deelnemers, hoe gezellig dat ook kan zijn, vooral leert wat er anders is aan de ander. De RMO stelt daarom voor de aandacht te verplaatsen naar duurzame projecten die zijn georganiseerd rond etniciteitoverstijgende factoren.

• Etniciteitoverstijgende verbindingen. Organiseer projecten niet rondom etnische verschillen maar rond zaken die mensen belangrijk, nuttig of gewoon leuk vinden. Zaalvoetbalcompetities (niet toernooien, want die zijn eenmalig) tussen witte, gemengde en zwarte wijken zijn hiervan een mooi voorbeeld, omdat ze over voet- ballen gaan (en niet over etniciteit). Samenvatting

11 RMO advies 37 • Transactionele verbindingen. De belangen van allochtonen en autochtonen voor verbinden zijn niet altijd gelijk. Publieke instanties kunnen als derde partij bevorderen dat er verbindingen ontstaan die voor beiden profijtelijk zijn. Bijvoorbeeld: de student geeft Nederlandse les aan de nieuwkomer, de overheid of universiteit geeft als derde partij reductie op het collegegeld. • Interdependenties en duurzame projecten. De meeste projecten hebben een korte looptijd tot de financiering stopt. De kracht van bijvoorbeeld Thuis op straat is dat het openbare ruimten langjarig benut, vrijwaart van vandalisme en zo ouders en kinderen gelegenheid tot verbinden biedt. Niet langer met de ruggen naar elkaar

12 RMO advies 37 Inleiding

De Nederlandse bevolkingssamenstelling is veranderd door de relatief omvangrijke immigratie van de afgelopen decennia. De integratie van nieuwkomers en hun kinderen gaat gepaard met allerlei brandende vraagstukken. Een van die vraagstukken is het vraagstuk van sociale samenhang. In het rapport Eenheid, verscheidenheid en binding adviseerde de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling over dit vraagstuk van sociale samenhang tegen de achtergrond van de toenemende concentratie van minderheden in wijken, scholen en verenigingen. De raad heeft het enthousiasme van veel beleids- makers voor spreidingsbeleid willen temperen door te wijzen op de juridische, politieke, sociologische en demografische begrenzingen ervan. We hebben deze belemmeringen aangewezen en hebben bovendien laten zien dat waar spreiding wel mogelijk is, dat nog niet automatisch leidt tot de gewenste gemengde sociale netwerken. In aanvulling bepleitte de RMO daarom een alternatief model voor het integratiebeleid. De basis daarvan is eenheid, hetgeen ruimte schept voor verscheidenheid, onder de voorwaarde dat er ook binding bestaat (zie verder RMO 2005). Inleiding

In haar reactie op het rapport spreekt de regering haar waardering uit voor de analyse van de RMO. Zo beschouwt het kabinet het element 'binding', dat de RMO van drie beleidsaanbevelingen voorzag, als “een waardevolle aanvulling op zijn integratie- beleid” (TK: kabinetsreactie op RMO 2005). De RMO gaf aan dat de overheid binding kan bevorderen door: 13 1) het stimuleren van contacten tussen burgers op andere manieren dan via spreiding;

2) het bevorderen van overbruggend leiderschap bij organisaties; RMO 3) het versterken van de sociaal-economische positie van minderheden. advies 37 Volgens het kabinet is (de invulling van) deze set beleidsaanbevelingen “nog te alge- meen van aard om direct te worden omgezet in concreet beleid”. Om deze reden vraagt de minister van Vreemdelingenzaken en Integratie om een nadere uitwerking en om het identificeren van manieren waarop de overheid binding tussen allochtonen1 en autochtonen kan bevorderen (Zie bijlage 1).

Om deze adviesvraag te kunnen beantwoorden zijn we als raad in drie stappen te werk gegaan. In de eerste plaats hebben we 'binding' preciezer uitgewerkt. Met een koerswijziging naar 'verbinden' in plaats van 'binding' hebben we ons afgevraagd binnen welke domeinen de overheid verbinden kan faciliteren en tot hoever zij dat kan doen. We laten zien hoe onze uitwerking van verbinden aansluit bij bestaande sociale problemen. Door een preciezer kader voor verbinden te schetsen kan het op binding gerichte beleid effectiever worden.

1 In dit rapport doelen we met 'allochtonen' steeds op niet-westerse allochtonen. In de tweede plaats zijn we nagegaan in hoeverre de uiteenlopende initiatieven ter bevordering van binding ook daadwerkelijk tot verbindingen leiden, en daarmee bij- dragen aan integratie. We hebben hiervoor de bestaande projecten in de in Rotterdam, Overtoomse Veld in Amsterdam, Dordrecht-West en Zaanstad-Zuidoost laten inventariseren (zie bijlage 3). Gezien de termijn voor dit advies hebben we ons tot een krappe selectie van locaties moeten beperken. We willen aanwijzen welke typen projecten in de betreffende buurten verbinden en vanuit dit perspectief de moeite (of de subsidie) waard zijn. Of de projecten om andere redenen bestaansrecht hebben, valt buiten dit advies. Ons doel is het wijzen van richtingen die binnen onze benadering

Niet langer met de ruggen naar elkaar van verbinden veel, weinig of geen potentie voor integratie hebben. In de derde plaats hebben we gesproken met onderzoekers en beleidsmakers over lokale en nationale initiatieven, omdat zij veel kennis hebben van wat succes heeft en wat niet (zie bijlage 4 voor een lijst van geraadpleegde deskundigen).

De opbouw van dit rapport is als volgt. In het eerste hoofdstuk werken we de centrale begrippen in dit advies uit. In het tweede hoofdstuk beschrijven we het bestaande beleid dat zich richt op het bevorderen van binding (of liever: verbinden). In het derde hoofdstuk doen we aanvullende voorstellen om verbinden te bevorderen, op macro- en meso- en microniveau. We schetsen in het vierde hoofdstuk puntsgewijs onze concrete aanbevelingen. In de epiloog staan we stil bij de vraag hoe deze uitwerking van verbinden past binnen het bredere model van integratie uit ons vorige advies.

14 RMO advies 37 1 Van binding naar verbinden

1.1 Enkele ongemakkelijke feiten Het thema binding gaat over de contacten en interactie tussen autochtonen en alloch- tonen. De roep om 'binding' valt te begrijpen tegen het licht van een aantal trends in de multi-etnische samenleving. De commissie-Blok (TK 2004) concludeerde terecht dat de integratie van de meeste leden van minderheidsgroepen gedeeltelijk of geheel is geslaagd. Dit laat onverlet dat een aantal 'ongemakkelijke' onderzoeksgegevens de maatschappelijke roep om binding (of synoniemen van dit woord) begrijpelijk maken.

Ten eerste hebben allochtonen een hardnekkige sociaal-economische achterstand2, al Van binding naar verbinden bestaan er verschillen tussen groepen minderheden. Ten tweede neemt het aantal interetnische contacten van vooral Turken, Marokkanen en autochtonen in de loop van de jaren niet toe, maar af (zie SCP 2005a; Van der Laan Bouma Doff 2005). Ten derde verslechteren de opvattingen van autochtonen en allochtonen over elkaar. De tweede generatie allochtonen blijkt zich in Nederland minder thuis te voelen dan de eerste generatie en oordeelt ook verhoudingsgewijs negatiever over autochtonen. Dit geldt het sterkst voor hoger opgeleide allochtonen, hetgeen het SCP (2005a: 82-84) toeschrijft aan de falende doorstroming op de arbeidsmarkt van juist deze groep. Allochtonen met hogere inkomens oordelen naar verhouding wél positief over autochtonen. Autochtonen oordelen op hun beurt relatief negatief over allochtonen, vooral over Marokkanen, maar storen zich bovenal aan aantallen allochtonen. Een snelle verkleuring 15 van wijken gaat samen met een verslechterende beeldvorming.

Ten slotte zijn er allochtonen die zich in stilte of met geweld afkeren van de RMO Nederlandse samenleving. Hoeveel dat er zijn, is onduidelijk. Wel stellen verschillen- de onderzoeken dat met name islamitische minderheden zich de afgelopen jaren advies 37 gemiddeld minder thuis zijn gaan voelen in Nederland.3 De onderzoekers relateren dit aan de verharde toon van het integratiedebat. Omgekeerd verfoeien sommige autochtonen de demografische veranderingen van de afgelopen jaren. Zij zien de toegenomen etnische diversiteit uitsluitend als een probleem (SCP 2005a). Integratie houdt voor hen niets anders in dan dat minderheden Hollands moeten worden.

1.2 Verbinden gedefinieerd Vanuit de 'ongemakkelijke onderzoeksgegevens' uit de vorige paragraaf adviseerden we het kabinet in Eenheid, verscheidenheid en binding om meer te investeren in 'binding'. Bij nader inzien prefereren we, als het gaat om beleid en om overheidsin- terventies, het gebruik van het begrip 'verbinden'.

2 Het kabinet geeft hier een bondige beschrijving van in zijn reactie op de commissie-Blok (Tweede Kamer 28 689, nr. 17). 3 Zie bijvoorbeeld: SCP 2004; 2005a; TK 2003-2004, 27 925, nr. 10; AIVD 2005; Van Donselaar en Rodrigues 2004. Het begrip 'verbinden' past om drie redenen beter bij beleid dan 'binding'. Allereerst verwijst 'binding' net als andere begrippen van dezelfde familie (cohesie, solidariteit, loyaliteit, integratie) naar een ideaal van gemeenschap, dat afhankelijk van politiek normatieve uitgangspunten uiteenlopend kan worden ingevuld. Het begrip binding kan dus vooral lading krijgen in politiek-ideologische beschouwingen, maar hier willen we het hebben over praktische beleidsmogelijkheden. Daarnaast is 'binding' statisch, alsof je er meer of minder van kan hebben (maar nie- mand weet hoeveel genoeg is) en alsof dit als een soort kenmerk bij individuen te meten zou zijn. Dit statische karakter onthoudt ons het zicht op precies datgene waar

Niet langer met de ruggen naar elkaar de overheid wél mee aan de slag kan: de voorwaarden die de processen mogelijk maken, waardoor mensen zich zelf aan elkaar kunnen verbinden. Daar liggen de belangrijkste aangrijpingspunten voor beleid. Verbinden is een werkwoord. Het ver- onderstelt een actieve rol van degenen die zich met elkaar verbinden (burgers, zowel allochtonen als autochtonen) en van degene die hun daartoe in staat stelt (de overheid, publieke instanties en andere maatschappelijke organisaties). 'Verbinden' omzeilt bovendien het probleem dat 'binding' te veel binding 'aan iets' suggereert, analoog aan integratie in iets ('de Nederlandse Samenleving'). 'Binding' veronderstelt dat er zo'n samenleving bestaat buiten individuele burgers, hun orga- nisaties en hun instituties om. De Nederlandse Samenleving wordt zo ten onrechte een vaststaand, onveranderlijk geheel waar je al dan niet bij kunt horen, toegang toe kunt hebben of aan mee kunt doen, terwijl het de aandacht afleidt van de relaties waarmee mensen zich met elkaar verbinden.

16 'Verbinden' is iets aan iets anders knopen, in dit geval mensen aan mensen. We zullen nog laten zien dat dit wel duurzaam moet gebeuren. 'Verbinden' definiëren we daarom

RMO als het duurzaam of herhaald bij elkaar brengen van mensen met andere mensen, groepen of instituties, zodat er sociale netwerken kunnen ontstaan - vooral daar waar mensen nu met de ruggen naar elkaar staan. advies 37

Mensen zullen zich uiteindelijk zelf met elkaar moeten verbinden, en doen dat natuurlijk vaak ook. Zowel van allochtonen als van autochtonen vraagt verbinden een actieve, maar niet perse dezelfde, inzet. Allochtonen die uit eigen beweging naar Nederland zijn gekomen deden dat niet toevallig. Zij kunnen daarom 'harder' worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid om er hier het beste van te maken. Maar de nuancering is op zijn plaats - en we zullen daarvan in het navolgende voorbeel- den zien - dat allochtonen minder mogelijkheden hebben tot verbinden met autoch- tonen dan autochtonen met elkaar. Omgekeerd is niet altijd duidelijk waarom autoch- tonen zich met allochtonen zouden moeten verbinden en zullen we moeten naden- ken over hoe we hen kunnen verleiden niet met hun ruggen naar allochtonen toe te staan. Nemen we aan dat er geen reden is waarom allochtonen of autochtonen zich niet met elkaar zouden willen verbinden en integratie dus geen kwestie is van 'schuld', dan zijn de kanalen waarmee allochtone en autochtone burgers zich met elkaar in verbinding stellen nu klaarblijkelijk (zie paragraaf 2.1) onvoldoende. Het uiteindelijk tot stand brengen van verbindingen kan de overheid niet, maar zij kan wel de kanalen helpen openstellen zodat burgers dat zelf, meer dan nu het geval is, kunnen doen. In die zin kan de overheid de kansen op verbinden vergroten en zo verbinden.

'Verbinden' verwijst niet toevallig naar de vroegere telecommunicatie: de operator bracht de verbinding tot stand, maar ging niet over de inhoud van de conversaties. Evenzo kan de overheid niet dwingen tot bepaalde inhouden van verbindingen tussen mensen. Politici kunnen wel visies ontwikkelen over wat deze inhouden zouden moeten zijn en daarover maatschappelijk debat entameren. Maar de overheid beschikt nauwe- lijks over middelen om de invulling van verbindingen af te dwingen. Eigenlijk kan de overheid niet meer doen dan paal en perk stellen aan onwenselijke verbindingen, bij- Van binding naar verbinden voorbeeld door rechtshandhaving wanneer mensen elkaar een kopje kleiner proberen te maken. Uiteindelijk zijn het de burgers die beslissen of zij met elkaar communiceren: als aan een van de zijden van de verbinding niet wordt opgenomen of bij het minste of geringste de hoorn op de haak wordt gesmeten, kan de operator casu quo de over- heid daar niet op worden aangesproken. Anders dan in de telecommunicatie kan de overheid er echter wel voor zorgen dat mensen wat moeilijker niet thuis kunnen geven of elkaar beter kunnen bereiken omdat zij beter voor elkaar bereikbaar zijn in een veelheid van situaties (en meer dan een traditionele telefoonlijn dus pogen iedereen meer continu 'on line' te krijgen). 17 1.3 Vier typen verbindingen

Hoewel we over de inhoud van verbinden niet veel kunnen zeggen, kunnen we ver- RMO bindingen wel classificeren in vier typen (zie T. Blokland 2005). Het zijn theoretische typen, die we in ons alledaags spraakgebruik nogal eens door elkaar gooien. Uit het advies 37 ene type verbinding kan een ander type voortkomen. Geen enkele feitelijke verbinding tussen twee mensen hoeft uitsluitend tot het ene of het andere type te behoren. Elk type verschaft echter zijn eigen aanknopingspunt voor het (al dan niet) voeren van een op verbinden gericht beleid.

Allereerst kunnen verbindingen tussen mensen interdependenties zijn. Dit zijn relaties waarin betrokkenen elkaar zelden direct ontmoeten, maar waarin wel een indirecte afhankelijkheid bestaat. Men weet wel dat er een andere partij bestaat, maar denkt daar al doende nauwelijks aan. Een arbeider ergens in de Derde Wereld naaide ver- moedelijk uw pak. U kent die arbeider niet en zult hem of haar ook nooit kennen, en er zitten een heleboel schakels van indirecte afhankelijkheid tussen. Zonder die arbeider hebt u geen pak, en zonder mensen die pakken dragen heeft die arbeider geen werk. Ook buurtbewoners hoeven elkaar niet te kennen om een interdependente relatie te hebben. Het woongenot van mensen in dichtbevolkte wijken is sterk afhankelijk van de 'medewerking' van talloze anderen, die ze niet kennen en misschien zelfs nooit zien, maar waarmee ze wel te maken hebben. Als je in een portiekwoning woont, hoef je niet te weten wie er voortdurend luidruchtige feestjes viert om er toch last van te hebben. Voorts gaan mensen transacties met elkaar aan, waarin rationele ruil het hoofdmotief is. Een caissière in een supermarkt scant bijvoorbeeld de boodschappen, de klant betaalt, zij geeft het wisselgeld, einde verhaal. Maar transacties kunnen ook intensiever zijn: tussen moeder en crècheleidster of juf, tussen bewoner en werkster, tussen autobezitter en automonteur, enzovoort.

Niet langer met de ruggen naar elkaar Sociabele banden zijn gericht op anderen, maar niet vanuit emotionele betrokken- heid voor die ander als persoon zelf. Zij komen voort uit een principe of verwijst naar een gezamenlijk lidmaatschap van een vereniging of genootschap. Als de leden van een kerk zich verzamelen voor hun zondagsmis, hoeven ze elkaar niet allemaal per- soonlijk te kennen om toch te ervaren dat zij bepaalde principes met elkaar delen.4 Bij sociabele banden kan het gaan om gevoelens van 'erbij horen'. Het kan ook gaan om relaties die je aangaat uit principes over wat je 'hoort' te doen. Je helpt de Turkse buurvrouw omdat je vindt dat je dat doen moet als goede buur, niet omdat je per- soonlijk zo op haar bent gesteld. Ten slotte zijn er affectieve banden. Deze relaties zijn primair gebaseerd op de emoti- onele betrokkenheid tussen twee personen, zoals bij twee geliefden.

Figuur 1: Een model van vier kwadranten van verbindingen

rationaliteit 18

TRANSACTIE SOCIABELE BANDEN RMO (caissière en klant in supermarkt) (leden kerkgenootschap)

advies 37

Instrumentaliteit Sociabiliteit

(lange ketens van afhankelijkheid) (twee geliefden)

INTERDENPENTIE AFFECTIEVE BANDEN non-rationaliteit

4 In het oorspronkelijke model heetten deze relaties 'verbindingen' (T. Blokland 2005). Maar dit begrip is hier gebruikt als verzamelterm en daarom voor deze specifieke categorie veranderd in 'sociabele banden'. Sociabele banden worden in de sociologie omschreven als niet-instrumentele relaties (Allen 1979). We onderscheiden ze hier van affectieve banden. 1.4 Conclusie Het thema 'binding' staat op de beleidsagenda vanwege de nog altijd grote sociaal- economische achterstand van minderheden, afnemende interetnische contacten en de verslechterende beeldvorming tussen groepen. Het begrip 'binding' roept echter, zo hebben we laten zien, niet de juiste associaties op. Liever gebruiken we daarom verbinden: het duurzaam of herhaald bij elkaar brengen van mensen met andere mensen, groepen of instituties, zodat er sociale netwerken kunnen ontstaan - vooral daar waar mensen nu met de ruggen naar elkaar staan.

Bij verbinden gaat het om relaties. We hebben in een ideaaltypisch model vier typen verbindingen onderscheiden. Interdependenties kenmerken zich door afhankelijk- heid. Transacties kenmerken zich door ruil. Sociabele banden betreffen mensen die betrokken zijn bij hetzelfde (de kerk, de school of wat dan ook) of zich laten drijven Van binding naar verbinden door een principe (“je helpt je buren”). Affectieve banden ten slotte berusten op per- soonlijke emotionele betrokkenheid bij concrete anderen.

Met verbinden kiezen we bewust voor een metafoor uit de vroege tijd van de tele- communicatie. De metafoor laat goed zien wat de rol van de overheid kan zijn, maar ook waar die eindigt. De overheid kan de inhoud van verbindingen niet bepalen, want daarover gaan zender en ontvanger. Maar de overheid kan wel de kwaliteit van de infrastructuur verbeteren om verbindingen te realiseren. Bovendien kan zij investeren in de bagage van zender en ontvanger, opdat de kans groter wordt dat zij ervoor kiezen om zich met elkaar in verbinding te stellen. Mensen die dezelfde taal spreken, bijvoorbeeld, kunnen zich gemakkelijker en succesvoller met elkaar in ver- 19 binding stellen. Ook hebben mensen elkaar vermoedelijk meer te vertellen wanneer

ze elkaar bereiken via gezamenlijke interesses of belangen - maar die moeten ze dan RMO wel van elkaar kunnen ontdekken. Hier komen we in hoofdstuk drie op terug. advies 37 2 Beleid

2.1 Beleid op macro-, meso- en microniveau In het huidige overheidsbeleid wordt 'binding'5 op drie niveaus nagestreefd. Ten eerste het landelijk niveau van het algemene integratiebeleid, waarin het accent sterk op het sociaal-culturele aspect is komen te liggen. Ten tweede het stedelijke of mesoniveau, dat is gericht op het spreiden van burgers over wijken en scholen. Ten derde het microniveau van de georganiseerde ontmoeting, waar lokale projecten en programma's

Niet langer met de ruggen naar elkaar de boventoon voeren. We bespreken ze hierna alledrie kort.

2.1.1 Macroniveau: Hoofdlijnen integratiebeleid Over de verhouding tussen sociaal-economische en sociaal-culturele integratie is in de loop der tijd verschillend gedacht (zie figuur 2). Steeds gaat het om de waardering van 'culturele eigenheid' van etnische minderheden. In de jaren tachtig zagen de meeste beleidsmakers een positief verband tussen culturele eigenheid en integratie. Het zelfvertrouwen dat minderheden binnen de eigen groep konden opdoen zou hen vooruit helpen op de arbeidsmarkt. De overheid subsidieerde daarom zelforganisaties. Het integratiebeleid van de jaren negentig concentreerde zich op de sociaal-economische kant van integratie. Achtereenvolgende kabinetten probeerden de onderwijsachter- standen van minderheden te verkleinen en hun arbeidsmarktparticipatie te vergroten. De ontwikkelingen waren in de jaren negentig op deze punten gunstig. Vooral de 20 werkloosheid vertoonde een dalende lijn. Dit hing samen met een lange periode van gunstige economische conjunctuur. Verder was het beleid minder groepsgericht dan

RMO het tot in de jaren tachtig was geweest. Het ging nu vooral over individuen in achter- standsposities (TK commissie-Blok 2004: 39-40). advies 37

5 Omdat we in dit hoofdstuk het beleid van het huidige kabinet beschrijven, zullen we soms toch het woord 'binding' gebruiken. Vanaf het volgende hoofdstuk spreken we consequent van 'verbinden'. Figuur 2: Beleidsvisies op de verbanden tussen de sociaal-culturele positie en sociaal- economische positie in de loop van de tijd

Positief verband Weinig verband Sociaal-culturele eigenheid versterkt Accent op sociaal-economische kwesties, sociaal-economische integratie. cultuurverschil geen kwestie van overheidsbeleid; sociaal-economische integratie zou de sociaal-culturele wellicht bevorderen.

+ 2000 - 1970 1980 1990

Geen verband Negatief verband Geen verband ‘Behoud identiteit’ staat Sociaal-cultureel verschil Cultureel verschil ook een naast sociaal-economische houdt sociaal-economische zelfstandig probleem in verband integratie, althans voor achterstand in stand met gebrekkige sociale cohesie groep gastarbeiders. (of veroorzaakt deze zelfs) in samenleving.

Overgenomen uit Duyvendak en Rijkschroeff 2004 Beleid

Met het aantreden van het kabinet-Balkenende I en daarna Balkenende II veranderde de toon en de inhoud van het integratiebeleid, gesymboliseerd door de verhuizing van dat beleid van het ministerie van Binnenlandse Zaken naar het ministerie van Justitie. Het kabinet scherpte het toelatingsbeleid voor minderheden aan en legde meer nadruk 21 op het verplichtende karakter van de inburgeringscursus. Bovendien moest de inbur-

gering een onderdeel van de toelatingsprocedure worden (zie TK kabinetsreactie op RMO Commissie-Blok 2005; zie ook RMO 2003). Voorgesteld is dat minderheden al vóór toelating de taal leren en aan het inburgeringstraject beginnen. advies 37 Verder beëindigde het ministerie van SZW veel specifiek op minderheden gericht arbeidsmarktbeleid. De laatste jaren zijn veel op de vraagzijde van de arbeidsmarkt gerichte maatregelen beëindigd (Dagevos 2003: 359-363). Dit beleid spoorde werkge- vers aan meer allochtonen aan te nemen. Zo zijn het Raamconvenant grote onderne- mingen, het KOM-project, de Wet Samen en het MKB-convenant beëndigd, hoewel dit laatste project onlangs in een nieuwe vorm werd heringevoerd. Deze beëindiging is opmerkelijk omdat het kabinet de positie van minderheden op de arbeidsmarkt wil verbeteren en deze projecten niet onsuccesvol waren. Zo vonden via het MKB-convenant zo'n 62.000 allochtonen werk. Via de zogenoemde SPAG-projecten hebben ruim 2.200 allochtonen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, via inten- sieve één-op-éénbemiddeling, de weg naar werk, scholing of een ander programma gevonden (Mateman et al. 2004).6

6 Overigens, door de tegenvallende economische ontwikkeling zijn veel van deze mensen later hun baan weer kwijtgeraakt. Verder zijn tal van sociaal-culturele subsidies beëindigd. Alleen als de zogenoemde zelforganisaties kunnen aantonen bij te dragen aan de integratie krijgen ze nog subsidie. Kortom, in de eerste periode gebruikte dit kabinet betrekkelijk 'harde' woorden en bepleitte 'stevige' maatregelen. In de woorden van het kabinet: “Het kabinet neemt (…) afstand van het multiculturalisme als normatief ideaal, van de vrijblijvendheid van het verleden en van een overheid die etnische minderheden bij de hand neemt als waren zij een zorgcategorie. Gedeeld burgerschap, eigen verantwoordelijkheid, concrete en controleerbare doelen, vergroting van keuzemogelijkheden en, waar nodig, verplichtingen, zijn sleutelbegrippen van het Integratiebeleid Nieuwe Stijl.”

Niet langer met de ruggen naar elkaar (TK: kabinetsreactie op commissie-Blok).

In de tweede helft van zijn regeerperiode neemt het kabinet-Balkenende II tevens een aantal 'zachtere' aspecten van integratie in het integratiebeleid op. Op 26 januari 2005 lanceerde het kabinet het Breed initiatief maatschappelijke binding. Het kabinet stelt dat binding 'meedoen' betekent, alsmede het hebben van 'kennis van de maat- schappij, de rechtsstaat en van elkaar'. En bovenal van 'respect voor de eigenheid van anderen, zowel cultureel als religieus.' Vervolgens stelt het kabinet dat mensen zich 'daadwerkelijk betrokken' zouden moeten 'voelen' bij het geheel en 'loyaal' aan 'de samenleving' zouden moeten zijn. De overheid kan zo nadrukkelijker aandacht besteden aan sociale samenhang. Zij introduceert daarbij maatregelen die in de eerste kabinetsperiode niet voor de hand lagen, zoals: het wekelijks op televisie uitzenden van de preken uit moskeeën (Nota weerbaarheid 2005); het realiseren en versnellen van (universitaire) imamopleidingen in Nederland (Imamopleiding 2004); het faciliteren 22 van taallessen aan huis voor allochtone vrouwen met een taalachterstand (zie o.a. TK Rapport Integratiebeleid, 2005); en het versterken van de positie van ondernemers

RMO uit etnische minderheden (Actieplan 2005).

Het Breed initiatief maatschappelijke binding is, de naam geeft het al aan, breed van advies 37 opzet. Dit roept de vraag op wat de verschillende plannen precies moeten bereiken. Wanneer is een Breed initiatief maatschappelijke binding geslaagd? Langs wat voor meetlat moeten we het leggen om dat vast te stellen? Het kabinet stelt in het Breed initiatief maatschappelijke binding zoals gezegd dat mensen zich 'daadwerkelijk betrokken' zouden moeten voelen bij het geheel en 'loyaal' moeten zijn aan 'de samenleving'. Maar hoeveel betrokkenheid dan genoeg is en hoe we meten wie loyaal is en wie niet, en aan wat precies, is moeilijk duidelijk te maken. Waar ligt voorts het onderscheid tussen 'betrokken' zijn en 'daadwerkelijk betrokken' zijn? We bepleiten in dit advies een preciezere opvatting van verbinden en geven aan aan welke voorwaarden beleid moet voldoen wil het kansen bieden op verbinden.

2.1.2 Mesoniveau: Concentraties bestrijden Mensen kunnen zich pas met elkaar verbinden als ze elkaar ook daadwerkelijk tegen- komen. Kansrijke ontmoetingsplekken zijn de wijk en de school. Reden waarom er zowel in het ruimtelijk beleid als in het onderwijsbeleid pogingen worden gedaan om verschillende bevolkingsgroepen te mengen.

In het ruimtelijke beleid voor de (middel)grote steden wordt sinds het midden van de jaren negentig geprobeerd verschillende bevolkingsgroepen te mengen. Ten eerste door herstructurering. Om de eenzijdige bevolkingssamenstelling van wijken te doorbreken, worden oudere, goedkopere (huur)woningen vervangen door nieuwe, duurdere (koop)woningen. Hiervoor heeft het Rijk 1,4 miljard euro gereserveerd voor de periode 2005-2009.7 Het tweede aangrijpingspunt voor menging van bevolkingsgroepen is het straat- of complexniveau in de sociale huursector. Hoewel dit niet expliciet wordt gemaakt, wijzen verschillende bronnen erop dat woningcorporaties bij het toewijzen van huizen een spreidingsbeleid voeren: “Formeel is het er niet, maar feitelijk worden allerlei vuistregels gehanteerd die maar één doel hebben: het aandeel minderheden op een bepaald niveau houden” (Bolt 2004: 63, zie ook Veldboer en Duyvendak 2004: 40-1). De wethouders van de vier grote steden bevestigen dat dit het geval is (Mijnheer 2004: 14-15). Ook de commissie-Blok constateert dat er, ondanks juridische belemme- ringen, de facto spreidingsbeleid wordt gevoerd (TK: commissie-Blok 2004: 353, 362 en 370). Beleid

De laatste jaren is de intensiteit waarmee menging van allochtonen en autochtonen in de wijk wordt nagestreefd toegenomen. Hetzelfde geldt voor de inventiviteit waar- mee wordt gezocht naar methoden om menging te realiseren. Het is steden inmiddels, onder bepaalde voorwaarden, toegestaan om arme bewoners de toegang tot pro- 23 bleemwijken (althans, in de sociale huursector) te weigeren. Daarnaast is nagedacht

over de vraag of het mogelijk is minderheden het recht op vrije vestiging te ontzeggen RMO zolang ze niet voor hun inburgerexamen zijn geslaagd (Zie TK Rotterdamwet). advies 37 Ook in het onderwijs probeert men via indirect spreidingsbeleid te mengen, binnen de grenzen van de wet. Leerlingen hebben de vrijheid van schoolkeuze en scholen de vrijheid van onderwijs. Dit laat onverlet dat lokale overheden of scholen toch probe- ren te spreiden. Zo hanteert basisschool De Pijler in Rotterdam een dubbele wacht- lijst, om te voorkomen dat zij een witte enclave wordt in de (multiculturele) wijk (zie verder Onderwijsraad 2005). Hetzelfde geldt voor basisschool De Fakkel in Utrecht, die sinds zij een Dalton-programma voert steeds 'witter' is geworden. Rutten en Peters (2005) laten zien dat inmiddels achttien procent van de gemeenten maatregelen neemt of overweegt om de etnische samenstelling van scholen te beïnvloeden. Het kabinet gaat hier verder dan in het verleden mogelijk was. In de eerste plaats dringt het aan op afspraken tussen naast elkaar gelegen gemeenten over het opnemen van allochtone leerlingen. Zo hoopt het te voorkomen dat witte leerlingen uit grote steden uitwijken naar witte scholen in randgemeenten. In de tweede plaats wijzigt

7 Overigens zijn er ook fysieke redenen voor de herstructurering. Voor een deel van de te slopen of te renoveren woningen geldt dat ze verouderd zijn. het kabinet de financiering van scholen. Tot dusver kregen scholen extra middelen (gewichtenregeling) voor leerlingen uit etnische minderheden. In de toekomst komt er een plafond voor aanvullende financiering die tot gevolg heeft dat zwarte scholen minder geld krijgen8. In de derde plaats staat het kabinet de dubbele wachtlijst toe, maar op basis van achterstand en niet op basis van etniciteit. In de meeste gevallen betekent dit het legaliseren van beleid dat in sommige gemeenten al impliciet werd gevoerd (zie Rutten en Peters 2005; Smissaert et al. 2005).

2.1.3 Microniveau: Verbinden door gearrangeerde ontmoetingen

Niet langer met de ruggen naar elkaar Lokale partijen trachten verbinden te realiseren door het organiseren van projecten voor interetnische contacten. Deze praktijken kennen een lange geschiedenis. Ze ver- schillen in de mate van overheidsbetrokkenheid. Ze zijn de afgelopen jaren vanwege politieke zorgen om normen en waarden, sociale cohesie of andere, soortgelijke problemen nadrukkelijk in beeld gebracht op het landelijke niveau9. Snel en Boonstra rangschikken zulke projecten in bijlage 3 op een bindingsladder die vier sporten telt. Op iedere sport neemt de intensiteit en duurzaamheid van het in projecten nagestreefde interetnische contact toe. Ontmoeting is het eerste niveau van de bindingsladder. Projecten van dit niveau beogen de leden van verschillende etnische groepen met elkaar in contact te brengen, zoals op straatfeesten en intercul- turele festivals. Elkaar leren kennen is het tweede niveau. Projecten op dit niveau hebben het doel begrip en respect tussen diverse bevolkingsgroepen te stimuleren. Voorbeelden zijn de interculturele dialogen die overal in den lande worden gehouden. Een geliefd voorbeeld zijn tevens de bijeenkomsten waar diverse etnische groepen 24 eten of kleding uit hun herkomstland presenteren. Zo hoopt men op beter begrip voor de verschillende culturele achtergronden waaruit de desbetreffende mensen

RMO afkomstig zijn. Op het derde niveau van de ladder hebben projecten het specifieke doel om collectief handelen te realiseren. Veelal draaien zij om het maken van afspraken over de gang advies 37 van zaken en de (gewenste) omgangsvormen in de buurt, in de openbare ruimte of op school. Voorbeelden hiervan zijn projecten waarin mensen samen een stadsetiquette of leefregels in een park of straat opstellen. Op de vierde en hoogste sport van de ladder is het doel het realiseren van wederzijdse hulprelaties, in het bijzonder tussen kansrijken en kansarmen. Te denken valt aan mentorprojecten waarin leden van middengroepen een kansarme allochtone jongere begeleiden op school of bij het zoeken naar werk.

8 In september 2005 maakte minister Van der Hoeven overigens bekend dat de concentratiescholen in de grote steden tot 2009 voor deze achteruitgang zouden worden gecompenseerd. Over de verandering van de financiering van scholen stelden we in RMO 2005:65 het volgende: “Wel dient één uitgangspunt in ieder geval te worden gerealiseerd: juist in achterstandsscholen dient te worden geïnvesteerd. Een uitkomst die tot gevolg heeft dat achterstandsscholen worden gekort is een achteruitgang.” 9 Bijvoorbeeld de verkenning van lokale projecten rond het thema 'normen en waarden' (Zunderdorp en Van Bruggen, 2003); de website over normen en waarden met een database met ruim 700 initiatieven van buurtbewoners, vrijwilligers en maatschappelijke organisaties (www.16miljoenmensen.nl); de bijlage bij het WRR-rapport Vertrouwen in de buurt (WRR 2005), waarin 28 initiatieven uitvoerig werden geanalyseerd (Hazeu et al. 2005). Uit de inventarisatie in bijlage 3 blijkt dat de meeste projecten op de laagste twee sporten van de ladder worden georganiseerd. De onderzoekers vonden in hun inventarisatie buitengewoon veel projecten op het eerste en tweede niveau, en konden in hun beschrijving kiezen voor de meest aantrekkelijke. Op de twee volgende niveaus troffen zij vervolgens veel minder projecten aan. Klaarblijkelijk concentreren beleidsmakers en andere organisatoren van dergelijke activiteiten zich dus op projecten waarin burgers met verschillende etnische achtergronden elkaar kunnen ontmoeten. De betrokkenen hopen daarbij wel vaak, zoals blijkt uit verschillende citaten in bijlage 3, dat deze eerste georganiseerde ontmoeting leidt tot meer duurzame contacten. Bekijken we de geïnventariseerde projecten vervolgens vanuit ons model van vier typen verbindingen, dan valt op dat ze zich vooral richten op affectieve banden, dus relaties van emotionele betrokkenheid en wederzijdse sympathie. Veel minder nadruk is er in deze projecten voor relaties die voortvloeien uit een principe of een gemeenschappe- lijk toebehoren (sociabele banden) of rationele ruil (transacties). Kort gezegd wordt er in de bestaande projecten van uitgegaan dat gelijkwaardige deelnemers elkaar via (incidentele) ontmoetingen aardig gaan vinden.

2.2 Vooronderstellingen nader beschouwd

In het voorgaande hebben we het overheidsbeleid in relatie tot binding geschetst op Beleid drie niveaus: het algemene integratiebeleid (macroniveau), het beleid dat probeert om de samenstelling van wijken en scholen te beïnvloeden (mesoniveau) en het specifiek op het realiseren van interetnische ontmoetingen gerichte beleid (microniveau). Voor een deel steunt dit bindingsbeleid op - voornamelijk impliciet gebleven - vooronder- stellingen die niet juist zijn. We zullen in de volgende drie subparagrafen laten zien 25 wat er schort aan deze vooronderstellingen. In hoofdstuk 4 zullen we aangeven op

welke manier het bestaande beleid door meer structurele maatregelen effectiever RMO kan worden. advies 37 2.2.1 Misvatting I: Culturele integratie is een kwestie van 'willen' en staat los van sociaal-economische achterstanden In het integratiebeleid zijn de sociaal-economische en de sociaal-culturele dimensie de laatste jaren sterker gescheiden. Het gevolg van deze scheiding is dat voorondersteld wordt dat 'verbinden' meer een mentale dan een materiële kwestie is. Dit is echter een ongeoorloofde reductie van een veel complexer fenomeen. Het thema verbinden refereert aan een algemeen gevoel van onbehagen over de samenleving, dat samenhangt met grote maatschappelijke, technologische en econo- mische veranderingen. Tenminste sinds het begin van de industrialisering en de daar- mee gepaard gaande verstedelijking heeft de vraag hoe de samenleving in tijden van rationalisering, schaalvergroting, bureaucratisering, globalisering en individualisering bij elkaar te houden, en wat daarin de rol van democratie en politiek kan zijn, de gemoederen beziggehouden. Het vraagstuk van sociale samenhang in tijden van modernisering wordt in steeds nieuwe bewoordingen aan de orde gesteld in het politieke debat en in de sociale wetenschappen (H. Blokland 1995). Het onbehagen over de samenleving is de afgelopen drie decennia meer uitgesproken geworden. Maar tot ongeveer het jaar 2000 werd dit onbehagen nog vooral gezien als een algemeen probleem van sociale cohesie, met de introductie van de noemer 'binding' is het gereduceerd tot een hoofdzakelijk interetnisch probleem of 'multicultureel drama'. Het gevoel dat er 'iets' aan de hand is met sociale samenhang zijn we in heel korte tijd gaan definiëren in termen van 'wij' en 'zij'.

De benadering van de huidige integratieproblemen is tenminste ook een uitdrukking

Niet langer met de ruggen naar elkaar van het algemene met de modernisering verbonden vraagstuk van gemeenschap. Dit betekent niet dat men het huidige integratievraagstuk mag wegwimpelen als 'eigenlijk niets nieuws'. Integendeel: immigratie is een van de deelprocessen van voortgaande modernisering. De structurele barrières in het onderwijs en op de arbeidsmarkt en de 'etnisering' van kleine criminaliteit en terrorisme tonen dat immigratie specifieke problemen van integratie met zich meebrengt, hoe moeilijk die misschien ook te benoemen zijn. Nederland kent een lange traditie als immigratieland, maar in het collectieve geheugen is de problematische positie van minderheden relatief nieuw, of althans lang niet voldoende onderkend. De schaal van de migratie van de tweede helft van de twintigste eeuw kent in Nederland bovendien geen historisch precedent. Er is dus sprake van een specifieke historische constellatie die we niet te veel mogen relativeren. Dit laat onverlet dat het integratievraagstuk een specifieke vertaling blijft van de algemenere en minder 'nieuwe' onzekerheid over sociale samenhang in de moderniserende samenleving. Terwijl enerzijds het vraagstuk van samenhang wordt 26 gereduceerd tot een kwestie van allochtonen die te weinig meedoen, dreigt integratie anderzijds alleen nog een probleem van sociaal-culturele 'binding' te worden en niet

RMO van sociaal-economische achterstand. Deze probleemreductie maakt het integratievraagstuk al gauw tot een sociaal-culturele kwestie van allochtonen die kiezen voor het 'vasthouden aan de eigen cultuur'. De advies 37 'Nederlandse samenleving' zou de integratie van allochtonen moeten 'eisen'. Allochtonen moeten niet alleen Nederlands leren, maar zich ook inleven in de Nederlandse identiteit en cultuur (Troonrede 17 September 2002). Via zulke 'retoriek van de onwil' veranderen gevolgen van grove maatschappelijke processen terloops in een kwestie van wil en onwil van bepaalde individuen en groepen (zie ook: T. Blokland 2003). Toen in de jaren zeventig en tachtig de aantallen migranten begonnen te stijgen, overheerste de opvatting dat 'de achterblijvers in de oude wijken' geen allochtonen in hun midden wilden opnemen (zie Bovenkerk et al. 1985). Deze retoriek van de onwil van de autochtoon is inmiddels vervangen door de retoriek van de onwil van de allochtoon; en beide retorieken zijn contraproductief. Eerst waren de autochtone arbeiders in achterstandswijken intolerante mensen met een pathetische afwijking ('racisme'). Antiracismebeleid moest hun vooroordelen bestrijden en zo integratie bevorderen. Samen dingen doen in de buurt moest de autochtoon afhelpen van zijn racisme en overtuigen van de schoonheid van de cultuur van de Ander. Waar een wil was, moest een weg zijn, en wie niet wilde kon met het wetboek in de hand worden beschuldigd van 'racisme!'. Thans lijkt alles gezegd te mogen worden: 'de problemen moeten worden benoemd' en 'naar de bewoners van de oude wijken is niet geluisterd.'10 Buiten kijf staat nu de bereidheid van autochtonen om allochtonen in hun midden op te nemen. Allochtonen moeten nu worden aangezet, zo niet gedwongen, zich in de Nederlandse samenleving te laten opnemen. Onwil om zich aan te passen, of die zich nu uit in de bereidheid handen te schudden of het dragen van hoofddoeken door meiden die voorheen ongesluierd gingen, begrijpen we binnen zo'n kader niet als gedragingen die tot stand komen in interactie met de autochtone meerderheid, en dus als relationele problemen van communicatie en verbinding, maar als onwil van starre individuen die vasthouden aan 'hun cultuur'. Het ontstaan van een geëtniseerde onderklasse is in dit redeneerschema dus een gevolg van keuzen en van een mentaliteit van individuen om zich niet te willen binden.

In het redeneerschema van de onwil verdwijnt ook het zicht op mogelijk discriminerende processen. Immers, in een samenleving waarin integratie een probleem is van onwil (of, want dat komt in consequenties op hetzelfde neer, onvermogen) tot sociaal-culturele Beleid aanpassing van allochtonen, kan geen discriminatie of racisme bestaan. Het is voor een goed begrip van de zaak echter van belang te erkennen dat discriminatie en racisme in Nederland wel degelijk voorkomen.

Met klem willen we er hier op wijzen dat het 'bindingsvraagstuk' niet alleen een sociaal- 27 culturele, maar ook een sociaal-economische kwestie is. De mogelijkheden van (groepen)

mensen om zich aan de samenleving te 'binden', hangen in belangrijke mate samen RMO met factoren van achterstand, uitsluiting en ongelijkheid. Hoogopgeleide minderheden blijken vaak meer en betere contacten met autochtonen te hebben dan lager opgeleide advies 37 minderheden. Hetzelfde geldt voor minderheden met een hoog functieniveau. Eerder wezen we erop dat de opvattingen van autochtonen en allochtonen over elkaar aan het verslechteren zijn en dat dit het sterkst geldt voor hoger opgeleide allochtonen. Hoger opgeleide allochtonen met hogere inkomens (lees: met werk dat past bij hun opleidingsniveau) blijken echter wél positief over autochtonen te oordelen, hetgeen nogmaals onderstreept hoezeer het van belang is dat minderheden naar gemiddeld genomen hogere opleidingen en daarmee corresponderende functies doorstromen. Vandaar dat we ons vanuit het perspectief van verbinden ook dienen te verdiepen in de institutionele praktijken die deze doorstroming verhinderen of bemoeilijken. Wanneer minderheden stijgen op de maatschappelijke ladder, neemt vaak hun kennis van en oriëntatie op de Nederlandse samenleving toe. Vandaar ook dat de overheid, wanneer zij verbinden wil bevorderen, dient te (blijven) investeren in het bestrijden

10 Deze retoriek is ook in andere Europese landen te zien. Zo werd het in Noorwegen weinig subtiel geformuleerd als de trol moet uit het duister. van ongelijkheid, achterstand en uitsluiting langs etnische lijnen. In het volgende hoofdstuk gaan we nader in op de mogelijkheden die de overheid heeft om dit te doen.

2.2.2 Misvatting II: Gemengde wijken leiden automatisch tot gemengde netwerken Op het mesoniveau van onze analyse trachten beleidsmakers etnisch diverse netwerken te realiseren in wijken en scholen. De vooronderstelling of in ieder geval hoop die hier achter schuilt, is dat gemengde wijken als vanzelf tot (affectieve) interetnische banden leiden. Hoewel dat inderdaad het geval kan zijn, hoeven er geen wonderen van te

Niet langer met de ruggen naar elkaar worden verwacht. Onderzoek laat zien dat stedelijke herstructurering onder andere kan leiden tot rijke eilandjes in voor de rest homogeen kansarme buurten (zie Loopmans 2000 en Kleinhans et al. 2000).

De belangrijkste zwakte in de redering ligt erin dat de buurt door de geografische nabijheid van anderen, vooral in wijken waarin men dicht op elkaar woont, een spe- cifieke context is voor sociale relaties, maar dat die nabijheid niet de inhoud van de relaties bepaalt (vgl. Bulmer 1986). Anders gezegd: het veel gehoorde rijtje 'buren, familie, vrienden' snijdt nauwelijks hout. Want waar familierelaties en vriendschappen wel in een 'type' relatie passen, namelijk het type dat gekenmerkt wordt door emotionele betrokkenheid tussen personen (affectieve banden, in het model uit paragraaf 2.3), geldt dat voor burenrelaties niet. Welke inhoud burenrelaties krijgen, hangt geheel af van de inhoud die mensen eraan geven. Burenrelaties kunnen in de praktijk behoren tot elk van de vier typen verbindingen. 28 Hoe interdependent buren zijn, blijkt in situaties van overlast van buurtbewoners die verder langs elkaar heen leven. Maar terwijl er altijd interdependenties zijn, vullen

RMO mensen verbindingen in de buurt verder heel verschillend in. De een onderhoudt een transactie: elkaars plantjes water geven in de vakantie, elkaars kinderen naar zwemles brengen. De ander onderhoudt goede relaties uit principe: daar hoef je elkaar niet aardig advies 37 voor te vinden (geen koffie drinken, maar wel klaarstaan voor elkaar in tijden van nood). Weer een ander heeft vrienden onder de buren of trouwt met het overbuurmeisje. Wie beseft dat er meerdere invullingen zijn van de betekenis van buren zijn, begrijpt ook waarom het nastreven van verbindingen op buurtniveau maar beperkt zinvol is. Althans, als dat gebeurt met de bedoeling en in de veronderstelling dat dit resulteert in begrip, elkaar 'aardig vinden', emotionele betrokkenheid en leuke contacten van langere duur.

Er is nog maar betrekkelijk weinig onderzoek gedaan naar de vraag welke factoren dan wél bijdragen aan de totstandkoming van beklijvende contacten in de buurt. Het is verleidelijk - en deels ook terecht - om aan te nemen dat 'de mate van segregatie in een buurt' zo'n factor zal zijn. Recent onderzoek van Van der Laan-Bouma Doff (2005) en het SCP (2005a) laat zien dat het al dan niet wonen in een concentratiewijk van invloed is op het aantal contacten dat allochtonen en autochtonen met elkaar aangaan.11 Met name Turken en Marokkanen blijken de laatste jaren minder informele contacten met autochtonen te onderhouden, en vice versa. Toch is de segregatie in een buurt slechts één van de factoren die de kans op interetnisch contact bepaalt. Er is dus wel een buurteffect op contacten, maar het is niet erg sterk. Zoals Van der Laan-Bouma Doff (2005) zelf stelt: “Deze nuancering lijkt te worden onderschreven door het feit dat Molukkers een hogere mate van integratie laten zien dan de klassieke groepen, ondanks hun huisvesting in etnisch homogene wijken, waar zij bovendien langdurig in de nabijheid van de eigen groep wonen” (p. 85). Er is dus zeker een buurteffect op interetnische contacten, maar het is niet heel sterk. Het beheersen van de Nederlandse taal, de culturele oriëntatie van allochtonen, sociaal- economische kenmerken en demografische factoren leggen (iets) meer gewicht in de schaal. Daar komt bij dat de verschillen tussen concentratiewijken en gemengde wijken zich eerst en vooral manifesteren met betrekking tot de korte, incidentele contacten en nauwelijks met betrekking tot duurzamere contacten.

Meten we die duurzame netwerken, in plaats van dat we erop afgaan dat mensen in het algemeen zeggen veel of weinig interetnische contacten te hebben, dan blijken deze netwerken volgens de (sporadisch) beschikbare studies sterk homogeen te zijn.

In een gemengde Rotterdamse wijk, ter illustratie, rekent ruim 84 procent van de Beleid autochtonen alleen autochtonen tot dit duurzame netwerk, terwijl ruim 71 procent van de allochtonen alleen andere allochtonen (maar niet noodzakelijk van de 'eigen' groep!) in hun netwerk heeft (zie Blokland 2004). Uit gesprekken met allochtonen blijkt onder meer dat het opbouwen van duurzame relaties met autochtonen, en dus het ontwik- kelen van een identificatie met Nederlanders en de Nederlandse samenleving, afhan- 29 kelijk is van meer dan enkel het wonen in een gemengde wijk (zie kader 1). RMO

Kader 1: “Je komt de Nederlanders nergens tegen” advies 37

Habiba Habiba is een Marokkaanse van begin dertig, moeder van drie kinderen. Ze kwam uit Casablanca naar Nederland om te trouwen met een Marokkaans-Nederlandse man, die in Rotterdam was opgegroeid, op wie ze tijdens zijn vakantie verliefd was geworden. Habiba woont in een benedenwoning uit de sector sociale woningbouw in een wijk zonder concentratieproblemen. Habiba zou graag met Nederlanders omgaan, Nederlandse vriendinnen hebben, bij Nederlanders over de vloer komen, maar ze komt ze nooit tegen op de plekken waar ze meer dan een incidentele con- versatie heeft. De Nederlandse buren uit het portiek zijn voortdurend in het buiten- land, of verkeren, zoals de aardige buurjongen van boven die rechten studeert,

11 Met betrekking tot de andere aspecten van integratie is het zelfstandig buurteffect overigens niet of nauwelijks aanwezig (Van der Laan-Bouma Doff 2005: 84). Het betreft dan de aspecten 'taalvaardigheid', 'culturele oriëntatie' en het 'hebben van werk'. simpelweg in een andere levensfase. En de Nederlanders van de overkant zijn geen geschikte mensen: altijd ruzie, altijd drinken, altijd de muziek keihard. Dat is niet haar stijl. Habiba voelt zich in Nederland niet echt thuis; ze wil niet terug ('ik hou van Nederland, echt waar') maar zeker na 11 september heeft ze steeds meer het gevoel gekregen dat “de Nederlandse mensen (...) mij niet [willen]”. Ze doet haar best om ergens bij te horen. Ze helpt altijd mee op de school van haar kinderen, ze kookt Harira voor het multiculturele kerstfeest en gaat naar elk oudergesprek van tien minuten. Naar de incidentele koffieochtenden van de school gaat ze echter niet, want daar komen enkel 'buitenlanders': 'Nederlandse vrouwen die werken allemaal.' Zij straks

Niet langer met de ruggen naar elkaar ook, zo hoopt ze. Ze zit op taalles en gaat doorleren, want ze wil graag in de kin- deropvang werken. Ze hoopt daar dan wel met Nederlanders om te kunnen gaan. Ze gaat, zo heeft ze zich op de voorlichting laten vertellen, stage lopen op een peu- terspeelzaal. (Ons bange voorgevoel zegt dat het daar ongetwijfeld niet veel anders zal zijn dan op de peuterspeelzaal waar haar dochtertje heenging: percentage allochtone kinderen: 95 procent ; percentage allochtone leidsters: 100 procent ).

Gülten en Achmet Gülten en Achmet kwamen met hun baby uit Iraaks Kurdistan via een mensen- smokkelaar naar Nederland, waar ze begin jaren negentig als asielzoeker verblijfs- status kregen. Gülten deed sterk haar best om 'mee te doen' aan de Nederlandse samenleving. Bij de kerstsamenzang in een gemengde Rotterdamse wijk bijvoorbeeld stond ze weliswaar wat afzijdig, maar probeerde ze wel de Christelijke kerstliedjes mee te zingen. In het voorjaar van 2005 keerde het gezin terug naar Kurdistan, 30 inmiddels twee jonge kinderen rijker. Een huis moesten ze er nog bouwen. Ze hoopten dat de oudste, inmiddels een knul van twaalf met een plat Rotterdams

RMO accent, naar een Engelstalige school kon. Ze hoopten dat de medische voorzieningen voldoende waren om hun jongste, die gezondheidsproblemen had, te kunnen helpen. En dat de astma en rugklachten van Achmet zouden verdwijnen. Maar ze misten advies 37 hun vaderland en zagen in Nederland geen toekomst. De belangrijkste reden was niet hun financiële positie (ze hadden beiden een gesubsidieerde baan waar ze net van konden rondkomen) of gebrek aan sociale mobiliteit. Evenmin deed het feit dat ze geen huis konden kopen dat binnen hun budget viel in een minder stedelijke wijk de deur dicht, al hadden ze zich wel voorgesteld ooit in Ridderkerk of zo te wonen. Naarmate ze hier langer waren en beter Nederlands spraken, voelden ze zich hier vooral minder in plaats van meer welkom. Nederlanders moesten de buitenlanders niet, dat zag je toch op TV, en dat merkten ze zelf. De bejaarden die Achmet met zijn servicebus vervoerde waren vriendelijk, maar je moest eens zien hoe je op de markt werd behandeld. Maar belangrijker nog, hoe je ook elke gelegenheid probeerde aan te grijpen, van de kerstsamenzang tot het schoolreisje, contacten leggen lukte nooit. Waar kon je Nederlandse vrienden maken? Waarom kwamen Nederlanders als je ze dan ergens ontmoette vervolgens nooit eens bij je thuis, al had je ze gevraagd? Die Nederlanders waren altijd met elkaar bezig, die zaten helemaal niet op 'ons' te wachten. En, zoals Achmet zei: “Zij zien ons niet, zij alleen zien buitenlander, bui- tenlander.” Zonder sociaal leven van betekenis en met de veranderde omstandig- heden in Irak gingen ze dus opnieuw een gok wagen: terug naar het land waar mensen wel voor elkaar openstonden - politieke en economische puinhoop of niet.

Bron: Ongepubliceerd etnogafisch onderzoek, T. Blokland

2.2.3 Misvatting III: Meeting leidt tot mating Ook op het niveau van ontmoetingen, ten slotte, koesteren beleidsmakers hoge ver- wachtingen. De redenering achter veel 'ontmoetingsprojecten' luidt dat het met elkaar in contact brengen van mensen ertoe zal leiden dat deze mensen hun contacten vanzelf wel zullen uitbouwen of, nog verdergaand, dat er wederzijdse hulprelaties ontstaan (zie bijlage 3). In de literatuur wordt deze (vaak impliciete) verwachting aangeduid als de contacthypothese (zie Homans 1951; Cook 1978; Allport 1979; Pettigrew 1980; Forbes 1997).

Wanneer mensen van diverse pluimage elkaar in het dagelijks leven ontmoeten, heeft dit potenties voor het uitwisselen van kennis over elkaar. Of dat vervolgens ook leidt tot een prettig en beklijvend contact, gebaseerd op een realistisch beeld van de Beleid 'ander', valt op voorhand niet te voorzien. Ook het tegenovergestelde is mogelijk. Zo blijkt uit onderzoek van bijvoorbeeld Niekerk et al. (1989: 11) dat mensen die met elkaar in contact treden daarin evengoed een bevestiging kunnen vinden van bestaande wij-zij opvattingen (zie ook kader 2). Veldboer, Boonstra en Duyvendak (1998) komen tot een soortgelijke conclusie met betrekking tot het gemengde sporten. 31 In dergelijke gevallen vormt contact juist een bron van informatie om een wij-zij

onderscheid scherper te maken en opvattingen over wat er mis is met de ander RMO (allochtoon of autochtoon) te bevestigen of zelfs aan te scherpen. Immers, mensen nemen informatie niet neutraal tot zich, maar doen dat via interpretatiekaders die advies 37 zijn gebaseerd op eerdere ervaringen en indrukken.

Kader 2: Contact kan vooroordelen en wij-zij onderscheid bevestigen

Sommige autochtonen in zagen in contacten met allochtonen hun vooroordelen steeds bevestigd. Alles wat zij over allochtonen naar voren brachten, plaatste allochtonen in een negatief daglicht, vooral waar het ging om mensen van de tweede en derde generatie. 'Virtue' werd zo steeds weer 'vice'. Zo vertelde een voormalige havenarbeider een buur- man dat de eerste gastarbeiders hardwerkende mensen waren, want een Nederlander tilde geen baal van zestig kilo in de haven, maar zijn buitenlandse collega's deden dat wel. Zijn gesprekspartner merkte op: “Ja, die gastarbeiders pleegden roofbouw op hun eigen lichaam.” Het gesprek vervolgt zich: zo zijn al die allochtonen in de WAO terecht gekomen en die is nu onbetaalbaar. Daarom moet nu overal op worden bezuinigd. Een oude vrouw in de buurt is pas overleden, haar dochter had haar twintig jaar verzorgd. Want met de professionele zorg is het slecht gesteld, want “het accent is naar de allochtonen verschoven”; oude mensen verpauperen, maar “de Nederlandse overheid heeft allerlei hulp- verleningsinstellingen voor allochtonen.” (T. Blokland 2005, H:8)

Met het voorgaande willen we aangeven, dat incidentele contacten niet automatisch tot duurzame verbindingen of betere beeldvorming leiden. Maar zonder contacten zijn beklijvende verbindingen per definitie helemaal onmogelijk. We moeten dus wat

Niet langer met de ruggen naar elkaar dieper gaan spitten in de verhouding tussen contact en verbinding.

Of we met anderen (beklijvende) sociale verbindingen aangaan, hangt onder meer af van de vraag of wij anderen vertrouwen. Vertrouwen hangt weer samen met sociale identificatie, ofwel onze positiebepaling in het sociale leven ten opzichte van andere mensen (Lemert 1995; Mannheim 1996; De Swaan 1995: 28). Ons sociaal identificeren doen we door voortdurende definiëring van 'wij' en 'zij'. Een 'wij' impliceert altijd ook een 'zij' waarmee we vergelijken (Merton 1968: 232). De hedendaagse keuzevrijheid in waar we bij willen horen, doet niet af aan dit principe. Zelfs niet waar deze keuze- vrijheid niet gelijkelijk over etnische groepen en klassen is verdeeld (zie kader 3).

Kader 3: Wie is Laetitia Griffith?

De ongelijke verdeling in vrijheid om onze eigen sociale positie ten opzichte van andere te 32 bepalen is het gevolg van de spanning tussen categorisering (hoe delen andere mensen jou in?, waar hoor je volgens anderen bij?) en identificatie (waar voel je jezelf thuis?, waar

RMO hoor je bij?). Terwijl autochtonen hierin relatief gemakkelijk kunnen veranderen, bijvoorbeeld door zich anders te kleden of te praten, kunnen allochtonen alle codes leren en toch hun etnische identiteit niet 'afleggen'. De Amsterdamse wethouder Griffith zei in NRC Handelsblad advies 37 van 17 mei jl. dat ze allereerst Laetitia Griffith, dan vrouw, en dan pas zwart was. Maar hoewel zij zichzelf zo kan zien, zal ook zij in menig situatie bemerken dat anderen haar zwarte identiteit op de voorgrond blijven stellen. Een jurist met een Marokkaanse achtergrond wist ook te vertellen dat wanneer men hem als expert uitnodigde om over een juridisch onderwerp te praten, men altijd ook weer begon over Marokkanen en men hem nooit alleen als jurist aansprak. Paulle (2003) laat zien hoe dit mechanisme ook, wranger en diepgaander, werkt onder Surinaamse en Antilliaanse jongens op een vmbo in Amsterdam. Zij leggen Paulle uit dat ze stelen, ”want wij zijn negers, weet je!”

Om te vergelijken en te bepalen wie we vertrouwen, moeten we anderen als het ware 'lezen'. Zo kunnen we bepalen wie 'zij' zijn en - dus - wie 'wij' zelf zijn. Hoe we dat doen, hangt onder meer af van een continuüm van toegang (publiek versus privaat als de twee ideaaltypische uitersten) en een continuüm van privacy (in hoeverre we kunnen bepalen wanneer, hoe en welke informatie we over onszelf geven, met intiem en anoniem als uitersten), schematisch weergegeven in figuur 3. Figuur 3: De twee dimensies van publieke familiariteit

anoniem

publiekpubliekepublieke familiariteitfamiliariteit privaat Beleid intiem

33 RMO We zijn anderen vrijwel in elke situatie aan het 'lezen'. Maar zoals men in het Engels zo mooi zegt: you can't tell the book by its cover. En zoals wij daaraan toevoegen: er advies 37 moet dan wel gelegenheid zijn van meer dan de buitenkant kennis te nemen. Alleen herhaalde observatie van dezelfde personen levert ons kennis die ons verder brengt dan publieke anonimiteit waarin we over niet meer dan simpele stereotyperingen beschikken om wat we ervaren te ordenen: indelingen op uiterlijkheden, incidentele gebeurtenissen of uit de media opgepikte algemeenheden (vgl. Coyle 1930: 16-8). De beste kennisbasis om te bepalen of we anderen al dan niet kunnen vertrouwen, hebben we in bijvoorbeeld de private intimiteit van de eigen vriendenkring. We komen echter ook geregeld dezelfde mensen op dezelfde plekken tegen zonder dat we met hen persoonlijk contact hebben.

Mensen die elkaar herhaald tegenkomen zonder persoonlijk contact met elkaar te hebben, zijn niet anoniem voor elkaar. Maar zij zijn ook niet intiem met elkaar in de zin dat zij bijzonder veel van elkaars persoonlijk leven weten. Zij ontwikkelen familiariteit met elkaar in de openbare ruimte waar ze elkaar herhaaldelijk treffen. Wat mensen daar over anderen leren, biedt het kader voor sociale identificaties. Maar zulke contacten staan niet gelijk aan private intimiteit:

“Publieke familiariteit wordt vaak aangezien (…) voor private intimiteit, en publieke onpersoonlijkheid voor private vervreemding (…). Maar zulke publieke familiariteit heeft niets van doen met de privé-levens van mensen. De vriendelijke voorbijganger die je groet op straat kan weinig vrienden hebben, terwijl de gereserveerde passagier in de metro een bloeiend sociaal leven kan hebben” (Fischer 1982: 61-2, onze vertaling).

Niet langer met de ruggen naar elkaar Nu is juist de publieke familiariteit in buurten, dorpen en steden afgenomen (zie voor voorbeelden: T. Blokland 2005). De herhaalde ontmoeting die publieke familiariteit teweegbrengt, hebben we steeds minder, als gevolg van de schaalvergroting en technologische veranderingen van de modernisering.12 Was de buurt een eeuw gele- den evenmin een integratiekader, zij was wél een identificatiekader (vgl. Van Doorn, 1955). Omdat mensen veel van elkaar zagen, deden zij kennis op over anderen die niet tot hun kring van vrienden en familie behoorden. Publieke familiariteit betekent niet dat mensen elkaar meer vertrouwen. Wel zorgt publieke familiariteit ervoor dat mensen kunnen bepalen wie zij menen te vertrouwen - of niet.

In de sociaal-wetenschappelijke literatuur over vertrouwen omschrijft men vertrou- wen (trust) wel als een 'inschatting van het toekomstig handelen van anderen' (Sztompka 1999: 25) in positieve zin. Als we anderen vertrouwen, anticiperen we erop dat hun handelen onze behoeften en belangen ten goede zullen komen. Voelen 34 we daarentegen wantrouwen (distrust), dan maken we de 'negatieve inschatting' (idem: 26) dat anderen erop uit zijn ons schade te berokkenen. Sztompka noemt deze

RMO twee concepten elkaars spiegelbeeld. En terecht: voor beide is publieke familiariteit nodig, omdat we met kennis over anderen zulke inschattingen maken. advies 37 Veel van de problemen van interetnische contacten gaan echter niet over vertrouwen of wantrouwen, maar juist over wat in het Engels zo mooi mistrust genoemd kan worden. Het is een onzekere situatie waarin men niet weet of men positieve of nega- tieve inschattingen van het handelen van anderen moet maken, omdat men niet over voldoende kennis van die anderen beschikt om zich met hen te identificeren of zich van hen te distantiëren. Familiariteit faciliteert dus identificatie. En herhaalde samen- komst faciliteert familiariteit, ook als het slechts vluchtige contacten betreft.

Uit het voorgaande volgt dat meeting en mating niet perse bij elkaar horen. Meeting (elkaar ontmoeten) leidt alleen tot iets als sprake is van herhaalde ontmoeting. Vervolgens is mating (het ontstaan van een affectieve band) als resultaat van die

12 In de ouderwetse toonbankwinkel op de hoek, bijvoorbeeld, hoorde iedereen wat een vaste klant de kruidenier vertelde, zonder dat het voor andere wachtenden was bedoeld. Toen iedereen boodschappen deed bij de winkel op de hoek ver- wierven mensen geleidelijk meer kennis van elkaar waardoor zij 'familiair' met elkaar werden. Terecht stellen sommige stadsbewoners dat vroeger 'iedereen iedereen kende', maar 'kennen' betekende dan wel vooral 'kennis hebben over' of 'bekend zijn' met elkaar. Het gaat hier niet om persoonlijke netwerken van duurzame relaties van mensen die elkaar graag mogen. ontmoeting erg hoog gegrepen. Publieke familiariteit is wel een uitkomst van herhaald ontmoeten. Wie zich ten doel stelt affectieve banden tussen (groepen) burgers te creëren, schiet daarom betrekkelijk weinig op met het organiseren van een jaarlijkse kerstsamenzang op het pleintje of een eenmalig voetbaltoernooi in de wijk. Uit on- derzoek blijkt keer op keer dat er maar weinig projecten zijn die erin slagen duurzaam affectieve banden tussen burgers te realiseren op basis van eenmalige ontmoetingen (zie ook bijlage 3). Over de manier waarop herhaalde ontmoeting concreet gestalte kan krijgen, gaat het volgende hoofdstuk.

2.3 Conclusie In dit hoofdstuk hebben we het overheidsbeleid rondom binding beschreven op drie schaalniveaus (macro-, meso- en microniveau). We hebben vervolgens drie vooronder- stellingen besproken waarop dit beleid tenminste ten dele is gebaseerd. Het geheel laat zich samenvatten in onderstaande drie stellingen.

1. Zolang achterstanden van minderheden niet kleiner worden, valt er van een specifiek op verbinden gericht beleid niet veel te verwachten. Verbinden moet samengaan met afnemende achterstanden bij etnische minderheden. Het belang van maatschap-

pelijke kerninstituties als werk en school voor verbinden kan moeilijk worden Beleid overschat. Interetnische verbindingen worden sterk positief beïnvloed door zaken als het hebben van werk, doorstromen naar betere banen en succesvol deelnemen aan een opleiding.

2. Gemengd wonen leidt niet vanzelf tot gemengde sociale netwerken. Wel kan er in 35 stabiele, veilige en gemengde wijken, waar herhaalde ontmoetingen plaatsvinden,

de publieke familiariteit ontstaan die aan veel verbindingen vooraf gaat. Dit geldt RMO overigens ook de andere onderdelen van de publieke ruimte waar burgers komen, zoals scholen, parken, verenigingen, winkelcentra en vrije tijdsgelegenheden. advies 37

3. Korte interetnische contacten hebben de potentie om te leiden tot wederzijds begrip, respect en sympathie, maar zij kunnen evengoed resulteren in het bevestigen of verscherpen van vooroordelen. Opnieuw geldt dat herhaalde contacten de meeste potenties bieden voor verbinden. Al te gemakkelijk veronderstellen beleidsmakers dat (incidentele) meeting leidt tot (duurzame) mating. Al te zeer lijken zij de vriend- schapsband te hanteren als model voor verbindingen, vooral op buurtniveau. Beleidsmakers, zo leiden we daaruit af, benutten daarmee onvoldoende de moge- lijkheden die er zijn door andere typen verbindingen: transacties, interdependenties en sociabele banden.

In het volgende hoofdstuk zullen we deze drie stellingen vertalen naar enkele algemene richtingen en concrete aangrijpingspunten waarmee de overheid en andere publieke instanties verbinden kunnen bevorderen. De kern hiervan is, dat we een gemeenschap- pelijke noemer voor verbinden willen uitwerken, die de effectiviteit (in termen van verbinden) van beleid kan vergroten door in te zetten op structurele in plaats van suprastructurele maatregelen. Niet langer met de ruggen naar elkaar

36 RMO advies 37 3 Mogelijkheden voor verbinden op drie niveaus

In het vorige hoofdstuk hebben we het beleid en de onderliggende vooronderstellingen geanalyseerd op drie niveaus. In dit hoofdstuk hanteren we dezelfde indeling voor onze aanbevelingen. De invulling van de RMO is eerder 'infrastructureel' dan 'projectmatig' Mogelijkheden voor verbinden op drie niveaus van aard. Allereerst behandelen we het algemene niveau van het integratiebeleid. We zetten uiteen hoe de voorwaarden voor verbinden kunnen worden gecreëerd door het bestrijden van sociaal-economische achterstanden. Ten tweede gaan we in op het niveau van ontmoetingsruimten. We laten zien hoe het mogelijk is om ruimtelijke en institutionele gelegenheden tot verbinden te vergroten. Ten slotte komt het niveau van georganiseerde ontmoetingen in buurt en straat aan de orde. We geven aan dat initiatieven langs andere dan etnische lijnen de grootste kans van slagen hebben. Waar het huidige beleid in hoge mate wordt bepaald door tijdelijke projecten, vullen we deze op zichzelf vaak waardevolle interventies aan met infrastructureel beleid; beleid dat continu en 'vanzelfsprekend' aanwezig is, in de wijk, op scholen en op de overige domeinen van het alledaagse leven. Aan de ene kant kan dit beleid een deel van de bestaande interventies versterken en van een structurele basis voorzien. Aan de andere kant is het minder stigmatiserend en meer includerend dan beleid dat etniciteit al dan niet bewust benadert als een onlosmakelijk met de cultuur van de Ander verbonden gegeven.

3.1 Het blijvend belang van arbeidsmarkt en onderwijs 37 In het vorige hoofdstuk zijn we uitgebreid ingegaan op het overheidsbeleid dat ver-

binden wil bevorderen. Daarmee bevonden we ons op de sociale dimensie van het RMO integratiedebat: interetnische ontmoetingen, netwerken en contacten. Interactie vindt echter niet plaats in een maatschappelijk vacuüm. Wanneer de ontwikkelingen in de advies 37 wijdere samenleving de verkeerde kant op gaan, dan valt van verbinden niet veel te verwachten. Deze inzet op 'verbinden' heeft alleen maar zin wanneer dit gebeurt binnen een kader dat de meest optimale voorwaarden schept voor die andere dimensie van integratie, namelijk de sociaal-economische. We hechten grote waarde aan dit punt, omdat sociaal-economische maatregelen ter bevordering van scholing en arbeids- marktparticipatie, en ter bestrijding van armoede en inkomensongelijkheid, het dichtst komen bij de aanpak van de problemen die zich zo uitgesproken voordoen in met name de grote steden (zie bijvoorbeeld Engbersen et al. 2005, hoofdstuk 2). In het volgende gaan we, vanuit het perspectief van verbinden, in op het belang van het bevorderen van de onderwijskansen en arbeidsmarktparticipatie van (autochtonen en) allochtonen, inclusief het bestrijden van discriminatie en institutioneel racisme. Ook gaan we in op het belang van het bevorderen van de beheersing van de Nederlandse taal. Het verbeteren van de positie van etnische minderheden op de terreinen onderwijs, arbeid en inkomen is een doel op zichzelf. Tegelijkertijd is het aannemelijk dat het verkleinen van achterstanden resulteert in een toename van het aantal contacten dat allochtonen en autochtonen met elkaar onderhouden (zie SCP 2005b en bijlage 3). Juist onder het huidige, ongunstige economische gesternte is het nodig dat de over- heid een arbeidsmarktbeleid voert waar allochtonen (en autochtonen) van kunnen profiteren. De arbeidsmarktpositie van etnische minderheden is de afgelopen jaren snel verslechterd (SCP 2005c; SCP 2003). De grote werkloosheid onder minderheden van de vroege jaren negentig is weliswaar verdwenen, maar de werkloosheid neemt, met

Niet langer met de ruggen naar elkaar name onder Turken en Marokkanen, verhoudingsgewijs weer snel toe. Onder meer is het zorgelijk dat hoger opgeleide minderheden er betrekkelijk slecht in slagen om na hun opleiding goede banen te verwerven. Door directe en indirecte discriminatie bij werving en selectie blokkeert de instroom van etnische minderheden tot de arbeids- markt (SCP 2003). Bijna 40 procent van de kleine en middelgrote bedrijven heeft bij- voorbeeld geen niet-westerse minderheden in dienst (Stichting Trendmeter 2004). Bovendien verlaten etnische minderheden relatief vaker dan autochtone werknemers voortijdig de arbeidsorganisatie en stromen zij relatief veel minder snel dan autoch- tonen door naar hogere functies (RegioPlan 2005).

3.1.1 Arbeidsmarktbeleid Het arbeidsmarktbeleid kan zich op werkgelegenheid in het algemeen of op de werk- gelegenheid van specifieke groepen zoals minderheden in het bijzonder richten. Waar tijdens de twee paarse kabinetten sterke aandacht was voor het laatste, ligt het 38 accent sinds het kabinet-Balkenende II op het algemene arbeidsmarktbeleid. Het doel is het algemene arbeidsmarktbeleid zodanig in te richten dat etnische minderheden

RMO daarvan evenredig profiteren. Deze koerswijziging heeft, zoals we in het vorige hoofdstuk hebben laten zien, ertoe geleid dat allerlei niet onsuccesvolle maatregelen voor de arbeidsmarktpositie van minderheden zijn afgeschaft. Het regeringsbeleid advies 37 van de afgelopen tien jaar kent zodoende een eigenaardige paradox. Toen de arbeidsmarkt ruim was en minderheden relatief de minste behoefte hadden aan specifieke ondersteuning, bestonden er veel specifiek op hen gerichte maatregelen. Maar ten tijde van de recessie die in 2001 inzette, heeft de overheid veel van deze maatregelen geschrapt. Het kabinet is daar in 2005 overigens gedeeltelijk van teruggekomen. Dit is volgens de raad een verstandige zaak, omdat uit beleidsevaluaties en wetenschappelijke studies blijkt dat het specifieke beleid gedeeltelijk effectief is geweest en dat het bovendien nog had kunnen worden verbeterd (zie Regioplan 2005 voor een overzicht van de mogelijkheden). Specifiek op minderheden gericht arbeidsmarktbeleid is dus zinvol. In het algemeen gaat het daarbij om het bij elkaar brengen van (allochtoon) aanbod en vraag, eventueel via intermediairs. Dit kan langs een aantal wegen. In de eerste plaats door te investeren in de aanbodzijde: de hulpbronnen die werk- zoekenden en werkenden gebruiken om vooruit te komen. We weten allemaal dat diploma's essentieel zijn op de arbeidsmarkt. Vandaar dat het cruciaal is om a. te blijven investeren in onderwijs (zie volgende paragraaf), b. aandacht te blijven besteden aan taalbeheersing (zie daaropvolgende paragraaf) en c. meer werk te maken van duale trajecten (leerwerktrajecten), die sinds 2001 in het leven zijn geroepen voor onder meer vmbo-leerlingen. Duale trajecten worden vrij algemeen gezien als de meest Mogelijkheden voor verbinden op drie niveaus succesrijke wijze van integratie, en de RMO juicht het dan ook toe dat het kabinet per januari aanstaande 36 miljoen euro in leerwerktrajecten gaat steken. Daarnaast biedt ketenstimulering kansen. Ketenstimulering betreft projecten waar werken, leren én wonen worden gecombineerd, zoals nu in het woon-leer-werkschip in Rotterdam gebeurt (SEV 2005). Dit voormalige vlaggenschip van de Holland-Amerika Lijn, dat moet worden opgeknapt en onderhouden, biedt (binnenkort) aan ongeveer duizend jongeren een woning plus stageplaats of werk. Verder is het nodig om de sterk geëtniseerde zwarte dienstensector te verwitten door legalisatie. De Nederlandse dienstensector voor huishoudelijk werk - schoonmaakwerk, strijken, honden uitlaten, boodschappen doen, kleding naar de stomerij brengen en zelfs koken - is (op papier) veel kleiner dan in andere westerse landen. Met betrekking tot de Verenigde Staten spreken sociale wetenschappers soms van 'duale steden', waar de WASP's (white anglo saxon protestants) in de kenniseconomie werken terwijl de zwarten en latino's de economie van huishoudelijke dienstverlening bemensen. In Nederland bestaat deze gepolariseerde arbeidsmarkt op papier niet tot nauwelijks. Echter, dit verhult dat dergelijke diensten in Nederland veelal zwart worden verricht, omdat ze 'wit' te moeilijk te organiseren zijn. De prijs voor een zwartwerkende werk- 39 ster is inmiddels ongeveer even hoog als die voor een witte werkster. Deze ligt in de

Randstad rond de 10 euro per uur, terwijl witte werksters ongeveer 11.50 euro per uur RMO ontvangen. Het is daarom zaak om creatief na te denken over de vraag hoe dit reeds bestaande circuit, bijvoorbeeld via het uitkeringsbeleid, het witte circuit in kan worden advies 37 gehaald. Nu worden uitkeringsgerechtigden met een (gedeeltelijk) werkverband gekort op hun uitkering. Zwart werken is dan aantrekkelijk. Dit kan worden tegengegaan door te werken met een kortingsvrije ruimte binnen de uitkering, of beter door de introductie van een toeslagstelsel (vgl. RMO 2004).

In de tweede plaats kan arbeidsmarktbeleid vorm krijgen door te investeren in de intermediairs tussen vraag en aanbod, zoals reïntegratiebedrijven, head hunters en CWI's. Echter, ook (georganiseerde) netwerken kunnen die rol vervullen. Mensen uit achterstandssituaties missen vaak netwerken waarin mensen met hogere functies zijn vertegenwoordigd. Daardoor hebben zij geen toegang tot allerlei voor de arbeidsmarkt vruchtbare kanalen. Het behalen van een diploma lost dat probleem niet op. Sterker: dat kan het juist soms zichtbaar maken. Het gemis aan netwerken kan gedeeltelijk worden ondervangen. Onderwijsinstellingen en verenigingen zouden, eventueel met financiële steun van de overheid, netwerken tussen werkenden en werkzoekenden kunnen creëren. Of tussen werkgevers en intermediairs, zowel nationaal als lokaal, en zowel op kleine als grote schaal. De variëteit aan mogelijkheden is hier groot. Maar telkens gaat het om het organiseren van alternatieven voor de vanzelfsprekende netwerken waarover veel autochtonen beschikken. Onderwijsinstellingen zouden bijvoorbeeld van alumni-aangelegenheden een meer serieuze zaak kunnen maken. Een succesvolle doorstroming op de arbeidsmarkt hangt samen met het kennen van de juiste mensen, mores, gedragscodes en wat dies meer zij. Benut daarom de relatie van oud-leerlingen en oud-studenten met hun school of opleiding. Uiteraard gaat het bij het vinden van werk niet alleen om kruiwagens.

Niet langer met de ruggen naar elkaar Maar dat laat onverlet dat de loyaliteit en eventuele dankbaarheid van ex-studenten voor hun opleiding beter kan worden benut. Uit dankbaarheid kunnen (werkende) ex- studenten waarschijnlijk worden gemotiveerd om de mogelijkheden en belemmeringen die zij op hun weg naar de arbeidsmarkt zijn tegengekomen, uit te dragen aan de dan zittende generaties leerlingen en studenten, vooral maar niet alleen van allochtone herkomst. Dit is vooral belangrijk voor het toenemende aantal allochtonen dat wél een hbo- of wo-opleiding afrondt, maar er vervolgens niet in slaagt een functie op het bijbehorende niveau te vinden.

In de derde plaats zijn er mogelijkheden aan de vraagzijde van de arbeidsmarkt, dus bij werkgevers. Een van de lastigste belemmeringen voor minderheden op de arbeids- markt wordt gevormd door institutioneel racisme. Institutioneel racisme betreft de (vaak ongeschreven) regels en mores binnen een bedrijf of overheidsinstelling die niet intentioneel tegen minderheden zijn gericht, maar in hun consequenties wel nadelig 40 uitwerken voor minderheden. Institutioneel racisme is een in concrete gevallen moeilijk aanwijsbare, maar statistisch wel aannemelijk te maken factor. In individuele

RMO gevallen is discriminatie zelden te bewijzen. Hoezeer het ook van belang is dat individuele werknemers die door hun individuele P&O-functionaris (menen te) worden gediscri- mineerd, actie ondernemen, zulke acties zullen de invloed van institutioneel racisme advies 37 op structurele achterstand niet verminderen. Wat wél gunstige effecten kan sorteren, zijn ambitieuze plannen om de werkgelegenheid van groepen minderheden terug te brengen tot landelijke gemiddelden. Dit werkt het beste via convenanten en overige vormen van partnership met werkgevers. Met het 1000-banenplan ten behoeve van Molukkers zijn hier in de jaren negentig bijvoorbeeld positieve ervaringen opgedaan. De kracht van dergelijke samenwerkingsverbanden is dat zij commitment realiseren aan de top en in de praktische uitvoering ruimte laten voor maatwerk. De overheid kan tot slot het goede voorbeeld geven. De overheid blijkt als werkgever niet erg toegankelijk te zijn voor etnische minderheden. Er zijn bij de overheid relatief weinig allochtone ambtenaren in dienst, los van de medewerkers in de catering, repro, schoonmaak en huishoudelijke dienst. De 'bij gelijke geschiktheid genieten allochtone kandidaten de voorkeur'-frases mogen zeker bij de overheid niet hol blijven. Maar niet minder belangrijk is dat de overheid krachtig stelling neemt tegen de etniserende arbeidsmarktproblemen en duidelijk aangeeft de verslechterende in-, door- en uit- stroming van minderheden op de arbeidsmarkt serieus te nemen. De regering kan in Algemene Beschouwingen, nota's, lezingen en publieke optredens niet genoeg onderstrepen hoe betreurenswaardig het is dat allochtonen het op dit moment op alle opleidingsniveaus minder ver schoppen dan autochtonen. En duidelijk maken dat 'de cultuur van allochtonen' die achterstand niet kan verklaren, want daarvoor is de groep allochtonen namelijk te divers. De regering kan deze zorg vervolgens vertalen in ambitieuze convenanten en andere samenwerkingsverbanden met maatschappelijke Mogelijkheden voor verbinden op drie niveaus partijen. Daardoor vestigt en onderhoudt de overheid de norm en komt zij met maat- schappelijke partijen overeen dat zij op dit punt hun maatschappelijke verantwoorde- lijkheid nemen.

3.1.2 Verbinden dankzij onderwijs Op de langere termijn blijft het onderwijs het allerbelangrijkste aangrijpingspunt voor verbinden, zelfs wanneer dat onderwijs is gesegregeerd. Verschillende onderzoeken hebben duidelijk laten zien dat het opleidingsniveau de belangrijkste bepalende factor is voor integratie (zie onder meer SCP 2003; Van der Laan Bouma-Doff 2005; Jaarrapport integratie 2005). Er is een duidelijke concentratietrend te zien op de scholen in de (middel)grote steden. Dit is op zich niet wenselijk, maar duidelijk is wel dat deze trend om tal van redenen de komende decennia eerder zal toenemen dan afnemen (zie RMO 2005; Distelbrink 2005). Het spreekt voor zich dat leerlingen van concentratiescholen tijdens schooltijd weinig gelegenheid tot verbinden hebben met kinderen van allochtone (bijvoorbeeld in Kijkduin) of autochtone (Schilderswijk) herkomst. Dit gegeven rechtvaardigt de bestaande pogingen om de onderwijssegregatie te doorbreken (zie Onderwijsraad 2005). Echter, 41 omdat er in de vier grote steden inmiddels een meerderheid aan minderhedenleerlingen

is, stuit dit beleid op duidelijke demografische grenzen. Maar ook in situaties van RMO onderwijssegregatie zijn er mogelijkheden tot verbinden. We noemen er twee. advies 37 In de eerste plaats kunnen scholieren van verschillende scholen publieke familiariteit opbouwen door via structurele uitwisseling met elkaar bekend te raken. Een voorbeeld is te vinden in Enschede-Noord. In die wijk staan drie scholen die ondanks stedelijke herstructurering uiteenlopende leerlingenpopulaties kennen. Deze leerlingen bouwen een zekere publieke familiariteit met elkaar op doordat de lessen gedeeltelijk op andere scholen plaatsvinden. Een van de drie scholen is de locatie voor de sport- en bewegingslessen van alledrie de scholen. Een andere van de drie scholen is de locatie voor dans, zang, toneel of andere culturele lessen. En de derde is de locatie voor handvaardigheidsvakken. Op die manier ontstaan er voor de leerlingen alsnog mogelijkheden voor bekendheid en verbinden, zonder dat de constitutionele vrijheid van de schoolkeuze wordt aangetast. In Zaanstad wordt uitwisseling van scholieren op een andere interessante manier georganiseerd. Sinds 1996 bestaat daar het uitwisselingsproject 'Logeren om te leren' (LOL). Aan LOL doen vijf Zaanse basisscholen mee. Kinderen van verschillende scholen en met een andere etnische achtergrond gaan bij elkaar logeren, hetgeen wordt begeleid door de school en ingebed in lessen. De gedachte is dat kinderen door bij elkaar te logeren de dagelijkse gang van zaken in de huishouding zien van een andere, dan hun eigen, cultuur. Het interessante is dat de scholen die aan het LOL-project meedoen qua etnische samenstelling sterk van elkaar verschillen. Van de vijf betrokken basisscholen kan er één (een christelijke basisschool) als 'zwart' geka- rakteriseerd worden, met overwegend allochtone leerlingen. Twee andere basisscholen (een openbare en een christelijke) kunnen met slechts tien procent leerlingen van buitenlandse komaf 'wit' genoemd worden. De resterende twee scholen zijn qua etni-

Niet langer met de ruggen naar elkaar sche samenstelling redelijk gemengd. Het LOL project fungeert als brug tussen de etnisch gesegregeerde basisscholen en brengt kinderen én ouders van witte en zwarte basisscholen in Zaandam Zuidoost jaarlijks in ieder geval voor minimaal één nacht letterlijk dicht bij elkaar. In zijn reactie op het rapport Eenheid, verscheidenheid en binding stelt het kabinet terecht dat uitwisseling tussen scholen, met een chique woord jumelage genoemd, een vast onderdeel is van het onderwijsbeleid. Echter, bij veel scholen komt dit in praktijk neer op een eenmalig dagje ontmoeten. Dit is lang genoeg om negatieve beelden te versterken, te kort om familiariteit en bekendheid te genereren en veel te schamel om etniciteit overstijgende identificatiekaders te ontdekken. Uitwisselingsactiviteiten hebben vanuit het perspectief van verbinden daarom alleen zin onder twee condities. In de eerste plaats: vanzelfsprekendheid en duurzaamheid. Beter is het om een jaar lang gymnastiek te hebben met kinderen van een andere school, waarbij etniciteit geen formele factor is, dan een eenmalige ontmoeting 42 waarin leerlingen met verschillende achtergronden elkaar moeten leren kennen. In de tweede plaats moet een dergelijke vorm van ontmoeten goed worden begeleid

RMO en beheerd om ruzies en spanningen te beheersen. Het TOS-plein, waarop we ver- derop terugkomen, werkt pas als de TOS-baas op zijn taak is berekend. De voetbal- competitie tussen scholen werkt pas bij goede scheidsrechters en elftalbegeleiders. advies 37 In een samenleving als de Nederlandse, waarin het denken in etnische termen inmiddels vergaand is doorgedrongen, zijn coaching, begeleiding, het bevorderen van de dialoog en het benadrukken van overeenkomsten in plaats van verschillen tussen mensen van groot belang. Dit vergt van docenten en buurtprofessionals dat zij over de kennis en kunde beschikken om verbindende activiteiten te organiseren en samenwerkingsverbanden mogelijk te maken. En dit vergt van de overheid, dat zij de professionals en overige betrokkenen die zich daarvoor inspannen, ondersteunt en erkent, en waar nodig faciliteert.

Voorts zijn er - met behulp van ouders - mogelijkheden om de effecten van concen- tratie tegen te gaan, waarvoor ook draagvlak te vinden is. Gedacht kan worden aan een segregatiedoorbrekend woningbouwbeleid (zoals in de Amsterdamse Staatsliedenbuurt is gebeurd), aan vrijwillige afspraken tussen schoolbesturen om allochtone leerlingen evenwichtiger te spreiden (waar verschillende gemeenten met meer of minder succes aan werken), aan het aantrekkelijk maken van zwarte scholen (een mooi multifunctioneel gebouw, naschoolse opvang, brede school), aan acties om witte ouders als groep te bewegen voor een zwarte school te kiezen en aan het zodanig toerusten van zwarte scholen dat de kwaliteit van het onderwijs op die scho- len uitstijgt boven hetgeen elders wordt geboden. Soms blijken dit soort alternatie- ven te werken. Stimuleer dus de collectieve afspraken tussen ouders, waarmee etni- sche concentraties op zwarte scholen kunnen worden doorbroken en ondersteun Mogelijkheden voor verbinden op drie niveaus experimenten in het onderwijs die dat proberen. Een voorbeeld is het Meldpunt Schoolkeuze in Amsterdam, waar ouders die bang zijn dat hun school te zwart of te wit zal worden zich kunnen melden en in contact kunnen worden gebracht met ouders met dezelfde zorgen. Op die manier kunnen zij het defensieve mechanisme doorbreken dat mede ten grondslag ligt aan de witte vlucht (“ik heb niks tegen alloch- tonen, maar als iedereen z'n blanke kinderen van school gaat halen, dan word ik gedwongen dat ook te doen”). Een ander voorbeeld is het initiatief dat ouders stimu- leert hun kinderen in allochtoon-autochtoonkoppels aan te melden (kader 4):

Kader 4: Contactadvertentie

Gevraagd: autoch. gez. 2 knd gr. 1+3 zkt. kennism. allocht. gez. omg. R-d Noord voor duo- aanmelding basissch., aangeboden: alleenst. Antill. vr, knd gr. 1, zkt, kennism. met autocht. moeder / gezin voor gezamenl. aanmelding Madeliefschool en event. speelkameraadje.

In de derde plaats is het zaak ervoor te zorgen dat goedbedoelde maatregelen niet in hun tegendeel verkeren. Het duidelijkste voorbeeld is te vinden in de voorschoolse 43 educatie en bij de peuterspeelzaal en kinderopvang, die nu om organisatorische en

financiële redenen in sterke mate zijn gesegregeerd. Inhoudelijk is er niet veel verschil RMO tussen beide instituties. Er worden kleine kinderen opgevangen waarvoor een pro- gramma wordt verzorgd met ontspannende en educatieve elementen. Maar door de advies 37 specifieke juridische constellatie wordt het ene vooral bezocht door de kinderen van goedopgeleide, doorgaans autochtone ouders, het andere door de kinderen van veelal lager opgeleide allochtone burgers. Door beide voorzieningen in een en hetzelfde wettelijke kader onder te brengen, zou deze onbedoelde en onnodige segregatie kunnen worden opgeheven.

Echter, zelfs in de situatie dat leerlingen elkaar op school nooit tegenkomen, kan de school er toch aan bijdragen dat zij op langere termijn in staat en bereid zullen zijn tot verbinden. Dit doet de school wanneer zij eraan bijdraagt dat allochtone leerlingen verdere vooruitgang boeken in het onderwijs en vervolgens op de arbeidsmarkt. Wat dit betreft doen zwarte scholen het niet slecht: de leerlingen presteren er nauwelijks lager dan op gemengde scholen en zij boeken tijdens hun schoolcarrière relatief de grootste leerwinst (SCP 2003). 3.1.3 Verbinden door gedeelde taal Het spreken van een gemeenschappelijke taal is een cruciale voorwaarde voor burgers om zich met elkaar te verbinden en elkaar te kunnen verstaan. Het feit dat omstreeks de eeuwwisseling ongeveer een half miljoen minderheden het Nederlands niet of nauwelijks beheerste (TK: kabinetsreactie op commissie-Blok), geeft aan dat dit gemeenschappelijke kader in het verleden niet goed is bewaakt. Het is daarom goed dat het verwerven van de Nederlandse taal een verplichtend karakter krijgt. Het voor- deel van een verplichting is dat dit een verplichting naar twee kanten schept: naar allochtonen om Nederlands te leren en naar de overheid om condities te creëren

Niet langer met de ruggen naar elkaar waaronder dit mogelijk is (geen wachtlijsten, bijvoorbeeld). De overheid hoeft de lessen wat de raad betreft niet zelf aan te bieden, maar moet zich er wel van verzekeren dat allochtonen voldoende en hoogwaardige lessen kunnen krijgen. Daarmee bedoelen we niet alleen dat de scholingsplaatsen toegankelijk en kwalitatief goed moeten zijn, maar ook dat de leslokalen op gemakkelijk te bereiken locaties liggen en dat de lestijden te combineren zijn met kinderopvangschema's en werk- en zorgtaken. Interessant is overigens dat begin jaren negentig migrantenorganisaties in Rotterdam daarvan voorstanders waren.13 Zij hadden de indruk dat een verplichte taal- en integra- tiecursus zou betekenen dat de overheid ook wachtlijsten moest bestrijden en vol- doende cursusplaatsen moest creëren, volgens het principe van 'verplichting naar twee kanten', net als bij de leerplicht. Een verplichting kan bovendien bevrijdend werken voor vrouwen die van hun echt- genoten niet aan taalcursussen mogen deelnemen. Hoe vaak dit precies voorkomt is onbekend, maar het komt voor (zie kader 5). Een overheid die verbinden wil realiseren, 44 dient taallessen dus als een belangrijk speerpunt van beleid te houden en het ver- plichtend karakter ervan te handhaven of zelfs uit te breiden. RMO Kader 5: Fatima wil graag dat de Minister taalles afdwingt advies 37 Fatima is moeder van vijf zoons; ze kwam een jaar of twaalf geleden uit een klein dorp in Marokko naar Nederland en woont sindsdien in een binnenstadswijk in Rotterdam die geen achterstandsscore heeft. Het gezin woont in een vierkamerbovenwoning, waar het schaarse meubilair en de beperkt gevulde koelkast getuigen van de moderne armoede van een groot gezin met een uitkering. Fatima kan niet lezen en schrijven, want is nooit naar school geweest. Ze heeft zichzelf een beetje Nederlands geleerd en spreekt het vol- doende om met enkele autochtone buren wat te kunnen communiceren en zelf naar de dokter te gaan omdat ze nu 'echt niet kinderen' meer wil, maar niet genoeg om goed de problemen met haar opgroeiende zoons met het Consultatiebureau door te spreken. Want Fatima heeft het 'heel moeilijk', zoals ze zelf zegt, en is 'altijd moe, ik altijd moe'. Het Consultatiebureau antwoordt op de vraag van een autochtone kennis of ze weten van de problemen van haar oudste zoon, die in toenemende mate op straat hangt en 'hij niet

13 De discussie over verplichten werd gevoerd over wat toen het Project Integratie Nieuwkomers heette. luisteren', dat ze een dossier over het gezin hebben en 'ervan weten'. Hoewel Fatima denkt dat 'iemand moet helpen mijn zoon', kan ze de stap niet zetten om een maatschappelijk werker te bellen, van wie ze via haar kennis het nummer kreeg: bang dat haar man erach- ter komt. En geen van de instituties die het gezin kennen, beschouwen het kennelijk als ontspoord genoeg om zelf hulp te initiëren. Fatima's man is weinig thuis,'altijd koffiehuis', maar controleert op afstand. De mobiele telefoon blijkt een uitkomst voor Fatima: ze hoeft niet langer binnen te blijven, maar kan bluffen waar ze is als hij haar belt. Als Fatima met Mogelijkheden voor verbinden op drie niveaus twee Marokkaanse vriendinnen, die wat meer vrijheid hebben, op weg naar de Wibra hoort dat de Minister het leren van Nederlands verplicht wil stellen voor mensen met een uitkering, vraagt ze onmiddellijk 'Vrouw ook? Vrouw ook?' Ze wil graag weten of de Minister ook haar man zal korten op zijn uitkering als hij haar niet laat gaan, en wanneer ze dan kan beginnen, want als het geld gaat kosten zal hij z'n principes wel laten varen: 'Hij al lang hier, hij net als Nederlands.' Of het zover zal komen is gezien de bezuinigingen op het Nederlands taalonderwijs echter maar de vraag.

(Bron: Ongepubliceerd etnografisch onderzoek T. Blokland)

Samengevat acht de RMO het vanuit het perspectief van verbinden van cruciaal belang dat de sociaal-economische positie van minderheden verbetert. Beleid op de terreinen van scholing, taalonderwijs en werkgelegenheid komt uiteindelijk het dichtst bij de aanpak van de problemen die zich voordoen in met name de grote steden. Als de overheid erin slaagt daarin verbetering te realiseren, krijgt zij 'verbinden' er als het ware gratis bij. 45 3.2 Ontmoetingsruimten RMO 3.2.1 Vanzelfsprekende, multifunctionele en levensloopbestendige ontmoetingsruimten Hoewel zomaar kortstondig contact stimuleren weinig op zal leveren, staat daar tegen- advies 37 over dat wil er überhaupt sprake kunnen zijn van contacten, laat staan relaties, er eerst 'sociaal verkeer' moet bestaan. Mensen moeten met andere woorden kunnen komen tot het omzetten van statistische ontmoetingskansen in kansen op netwerken en andere mooie dingen door ontmoeting. Welke ontmoetingen spin-offeffecten zullen hebben, hangt ons inziens vooral af van de vraag of de organisatie van ontmoetingen tot eenmalige, kortlopende of weinig frequente initiatieven leidt of juist tot herhaalde ontmoeting. Verbinden kan dus onder meer betekenen dat wordt gezocht naar moge- lijkheden om van incidentele ontmoetingen herhaalde ontmoetingen te maken. In 'Vertrouwen in de buurt' constateert de WRR terecht dat het belang van alledaagse ontmoetingsplekken is onderschat (WRR 2005: 216). Er ligt een uitdaging om het WRR- advies, waarin staat dat dergelijke ontmoetingsplekken moeten worden gecreëerd, verder te doordenken. Zulke ontmoetingsplekken zijn niet altijd succesvol in het bieden van een identificatiekader (voor identificatie en distantie, voor vertrouwen en wantrouwen). Terrasjes, een voorbeeld bij de WRR, roepen bij sommige mensen warme gevoelens op, maar zijn niet het domein van alle gebruikers van de stedelijke ruimte. Bovendien genereert terrasbezoek niet zonder meer publieke familiariteit, soms zelfs in tegendeel (May 1996).

Volgens de raad is een van de belangrijkste voorwaarden voor publieke familiariteit gelegen in ontmoetingsruimten die impliciet in plaats van expliciet op de bevordering van integratie zijn gericht. Dat zijn ruimten waar mensen elkaar ontmoeten omdat zij andere redenen hebben dan die welke gewoonlijk onder het kopje van 'integratie' worden verstaan om zich naar die ruimten te begeven. Het gaat om de vanzelfsprekende

Niet langer met de ruggen naar elkaar redenen die onderdeel zijn van alledaagse routines. We gaan dus een stap verder dan in ons vorig advies, waarin we meer algemeen spraken over het bevorderen van 'het ontmoetingsaspect' of 'mechanismen waardoor mensen elkaar tegenkomen' (RMO 2005: 70).

Vanzelfsprekende ontmoetingsruimten moeten aan een aantal voorwaarden voldoen om als stimulerende verbindingskanalen te kunnen functioneren. Allereerst zou het moeten gaan om multifunctionele ontmoetingsplekken, en dan wel zo dat niet een veertiendaagse bingo de autochtone vrouwen op woensdagavond naar het buurthuis brengt, de werkgroep sociale veiligheid er op donderdagavond vergadert en de Turkse bewoonsters er op maandagmorgen taalles krijgen. De 'ons kent ons'-kringetjes blijven dan ontstaan en er komt nauwelijks nieuwe publieke familiariteit tot stand.

Ten tweede zouden het vanzelfsprekende ontmoetingsruimten moeten zijn. Het zijn 46 openbare ruimtes, instituties, voorzieningen of zelfs commerciële bedrijven waarheen allochtonen en autochtonen niet perse moeten willen gaan om de ander te ontmoeten

RMO om er toch te komen. Jacobs (1961) constateerde reeds dat een park dat naast groen- voorziening ook de kortste weg van A naar B is, beter functioneert dan een park aan een fysieke grens zoals een spoorbaan of een grote weg. Parken en pleinen hebben advies 37 centrale functies, geen opvulfuncties. Om vanzelfsprekend te kunnen zijn, dienen plaatsen ook bereikbaar te zijn. Problemen die we met integratie verbinden, hebben soms gewoon een logistieke component. Als het voor autochtone autobezittende ouders al moeilijk is om hun kinderen over de voetbalclubs, hockeyteams en piano- lessen van de stad te verdelen, hoe moet het dan met Habiba nu Sherif, haar oudste zoon van zes, op basketbal is gegaan aan de andere kant van de stad? Omdat haar man een nieuwe baan heeft en op woensdagen weg is en omdat ze zelf geen auto rijdt, laadt ze nog twee keer haar zoon en twee dochters de tram in om hem via twee overstaphaltes naar de basketbal te brengen. Bij de derde keer rekent ze uit wat haar dat aan reisgeld en tijd kost en hangt Sherifs basketbalcarrière aan een zijden draadje.

Ten derde hebben ontmoetingsruimten een langetermijnperspectief nodig: hoe voor- kom je dat het jonge middenklassenstel met een peuter toch verhuist naar een nog kindvriendelijker buurt, nadat ze eerst drie jaar van publieke familiariteit hebben opgebouwd met andere peuterouders bij de lokale wipkippen? De openbare ruimte voor hen inrichten is mooi, maar het middenklassengezin dat nu nog gecharmeerd is van de wipkip denkt anders over de openbare ruimte als hun kleuter tien jaar verder is. Publieke familiariteit in de buurt vereist geringe verhuisgeneigdheid, omdat herhaalde vanzelfsprekende ontmoetingen zich anders niet kunnen voordoen. Zulke stabiliteit valt eerst te bewerkstelligen als we niet langer nadenken over de inrichting van de openbare ruimte voor bestaande gebruikersgroepen, maar ook voor die groepen op de langere Mogelijkheden voor verbinden op drie niveaus termijn. Woningbouwcorporaties die nadenken over de levensloopbestendige buurt doen dat hier en daar ook al, maar zij zijn niet de enige spelers. We redeneren bepaald niet vanuit het ruimtelijke determinisme dat goede planning van de openbare ruimte vanzelf wel integratie zal brengen. Omgekeerd geldt wel dat onzorgvuldige of ondoordachte inrichting van de openbare ruimte de potentie om vanzelfsprekende ontmoetingsruimte te worden, in de kiem smoren. Ontmoeten verbindt nog niet, maar herhaalde ontmoeting kan leiden tot familiariteit, en familiair zijn met anderen kan de nodige kennis verschaffen voor verbinden in allerlei vormen. Waar het ons vooral om gaat, is dat de potenties van multifunctionele ontmoetingsruimten nog onvoldoende worden onbenut. Een Rotterdamse speel-o-theek bijvoorbeeld telt veel (werkende) autochtone ouders onder hun leners, maar op de doordeweekse koffie- en sjoelochtenden treft men vrijwel uitsluitend allochtone moeders. Simpele planning van activiteiten waardoor deze synchroon in plaats van gescheiden lopen, lijkt een eenvoudige en kansrijke manier om te verbinden. Ook kunnen cultuur- instellingen voor jongeren, zoals muziekscholen, jeugdtheateropleidingen en kunst- klasjes, van wier aanbod vooral de beter opgeleide autochtone bewoners profiteren, uit hun statige locaties treden om hun programma's onder andere daken aan te 47 bieden. Nu hebben zulke instellingen veelal centrale stedelijke locaties die met name

voor kinderen van de achterbankgeneratie goed zijn te bereiken. En omdat die kinderen RMO toch de wijk uit gaan om te participeren, hoeft dat goedbeschouwd niet perse naar een centrumlocatie. Ook dit zorgt voor statistische ontmoetingskansen. Wat de mensen advies 37 die elkaar dan wel tegen het lijf lopen vervolgens van die verbindingen maken, valt niet te sturen. De statistische ontmoetingskans wordt dan echter een reële kans op het aangaan van relaties, omdat er ruimte voor ontmoeting is.

Het gaat hier overigens niet alleen over fysieke ruimten als ontmoetingsruimten, maar evenzeer om instituties en verenigingen. Er bestaan indicaties - maar er is weinig onderzoek hiernaar gedaan - dat bredere verenigingen 'werken' in termen van ver- binden. Uit een case-onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat allochtonen die participeren in georganiseerde belangenbehartiging in de buurt ook significant meer autochtonen, zij het laag opgeleide autochtonen, tot hun netwerken kunnen rekenen. Mogelijk kunnen zij in andere opzichten iets aan die netwerkleden hebben (Blokland 2004). Dit kan, naast andere redenen (Lelieveldt en Van der Kolk 2005: 37), een reden zijn om buurt- gerichte organisaties te stimuleren en te steunen in plaats van erop te bezuinigingen. Structurele programma's voor participatie zijn daarom te verkiezen boven issuegeoriën- teerde projecten van korte duur, waarin mensen verbinden lastig blijft. Ziehier opnieuw het belang van het hebben van werk en het deelnemen aan onderwijs: de werkplek en de school zijn bij uitstek vanzelfsprekende en multifunctionele ontmoetingsruimten. Als vanzelfsprekende ontmoetingsruimte schept de werkplek contacten tussen alloch- tonen en autochtonen die er anders misschien niet zouden zijn geweest. De werkplek is bovendien een multifunctionele ontmoetingsruimte, omdat allochtonen en autoch- tonen elkaar hier om andere redenen ontmoeten dan 'integratie', zoals 'geld verdienen', 'de patiënt beter maken', 'zelfontplooiing', 'iets om handen hebben', et cetera.

Niet langer met de ruggen naar elkaar 3.3 Verbinden langs andere lijnen Het huidige 'bindingsbeleid' en veel van de huidige 'bindingsprojecten' zijn zoals gezegd gericht op het bevorderen van de contacten tussen allochtonen en autochtonen, uit- gaande van de idee dat dit goed is voor het wederzijdse begrip of, nog verdergaand, voor het ontstaan van wederzijdse hulprelaties (zie bijlage 3). Deze verwachting is in veel gevallen te hooggespannen. Sterker nog, door interetnische contacten in de buurt kunnen mensen juist ook ontdekken dat ze elkaar niet aardig vinden, wat weer kan uitmonden in vijandigheid, angst of discriminatie. De laatste jaren zijn in de Nederlandse steden veel integratieprojecten georganiseerd waarin etniciteit als thema centraal stond. Het voorbeeld bij uitstek is de multiculturele straatbarbecue, waar autochtonen en allochtonen met elkaar leren eten en zodoende leren begrijpen wat er 'anders' is aan de ander. Etniciteit wordt dan een statisch gegeven. Het leidt tot reïficatie van etniciteit, dat bovendien wordt gelijkgesteld aan een gegeven cultuur. De scheidslijnen tussen statische culturen worden zo eerder 48 scherper getrokken dan dat ze worden overbrugd. Voor het bevorderen van (beklijvend) interetnisch contact kunnen publieke instanties zich ons inziens beter richten op het

RMO activeren van allochtonen en autochtonen op andere dan etnische gronden, zoals zekere gedeelde belangen of interesses. Veel projecten voor interetnische ontmoetingen op lokaal niveau, zoals we in het vorige advies 37 hoofdstuk hebben laten zien, gaan verder uit van aardigheid en gelijkwaardigheid. Echter, bij integratieprojecten is van gelijkwaardigheid van begin af aan geen sprake. De belangen en de maatschappelijke posities van de allochtonen en de autochtonen zijn juist ongelijk. Het is volgens ons dan ook vruchtbaarder om aan te grijpen op de andere drie typen verbindingen: sociabele banden, transacties en interdependenties.

3.3.1 Sociabele banden door etniciteitoverstijgende activiteiten Sociabele banden zijn relaties waarin mensen wederzijds erkennen dat zij tot hetzelfde behoren, bijvoorbeeld dezelfde kerk of voetbalvereniging, zonder dat deze relatie verder een persoonlijke of emotionele lading heeft. Zij kunnen zo verbonden zijn zonder elkaar ooit te spreken. Ze schuifelen iedere zondag door dezelfde kerk op weg naar hetzelfde bankje en spreken elkaar pas aan wanneer ze elkaar volstrekt ergens anders toevallig tegen het lijf lopen. Dit type verbinding kan interetnisch zijn, namelijk wanneer mensen daarbij etniciteit overstijgende identificatiekaders hanteren. Verbinden via etniciteitoverstijgende identificatiekaders betekent het zoeken naar verbindingen op een andere dan de etnische dimensie. De manier waarop wij ons met anderen identificeren hoeft niet samen te hangen met etniciteit, tenzij we er voortdurend aan worden herinnerd dat we tot een bepaalde etnische groep behoren, bijvoorbeeld omdat anderen ons zo categoriseren en ons als zodanig aanspreken. Van Habiba (zie kader 1) wordt op het schoolkerstfeest al gauw harira verwacht en geen hutspot of friet met mayo. Surinaamse deelnemers aan een buurtvergadering over onveiligheid Mogelijkheden voor verbinden op drie niveaus worden aangesproken op het ongewenst gedrag van Surinaamse drugsverslaafden, Marokkaanse buurtvaders moeten Marokkaanse hangjongeren in toom houden en een Kaapverdiaanse hoger opgeleide vrouw komt in allerlei besturen terecht, omdat men haar als boegbeeld voor een multicultureel en progressief ideaal heeft ontdekt. In deze voorbeelden wordt etniciteit steeds gelijkgesteld aan een omvattende coherente cultuur en tot de grootste gemeenschappelijke deler - en verdeler - gemaakt. Het zou zinniger zijn te zoeken naar verbindingsmogelijkheden langs andere, gemeen- schappelijke noemers. Zaalvoetbalcompetities (niet toernooien!) tussen wijken op Rotterdam-Zuid zijn hiervan een aardig voorbeeld, omdat ze over voetballen gaan. En kunnen nog beter worden als wijken als , en andere blanke wijken ook aan dergelijke programma's zouden meedoen. We hebben weliswaar in ons eerdere advies opgemerkt dat menging op het sportveld niet tot sociaal-culturele menging buiten het veld lijkt te leiden, maar dat neemt niet weg dat herhaalde sportieve ont- moetingen vanzelf verbinden: al was het maar omdat men zich heerlijk met z'n allen kwaad kan maken op de scheidsrechter. Overigens, onderzoek naar sport en etniciteit laat zien dat etnische verschillen ook een bron van agressie kunnen zijn (Janssens en Bottenburg 1999; Veldboer, Boonstra en Duyvendak 2003). De scheidsrechter wordt 49 dan ontzien en de sporters maken zich op een bepaald niet heerlijke manier kwaad

op elkaar. Om deze potentiële spanning in goede banen te leiden, is daarom een serieuze RMO en goede begeleiding noodzakelijk. Verder kunnen maatschappelijke organisaties en instituties in opvoedingssituaties zoals op scholen en verenigingen belangrijke waarden advies 37 als respect, conflictmanagement en 'mediation'technieken proberen aan te leren om de kansen daarop in het verdere leven van kinderen en te jongeren te vergroten.

Interessant zijn in dit verband de recente initiatieven van woningcorporaties om 'leefstijlen' te gebruiken bij woningtoewijzing (zie ook RMO 2005). Er is niet onmiddellijk gezegd dat dit mensen verbindt, maar het zou voor de buurtgerichte Habiba (zie kader 1) wel betekenen dat de enige autochtoon in het portiek niet een aardige, maar afstan- delijke rechtenstudent hoeft te zijn. Zulke initiatieven doen namelijk precies dat: het negeren van etniciteit als a priori relevant voor wie mensen zijn en hoe zij leven. Onderzoeken naar woonvoorkeuren geven aan dat wonen een vorm van identiteits- beleving is en dat mensen derhalve graag in een buurt wonen met anderen met wie zij zich positief associëren (Buys en van der Schaar 2004; RMO 2005: 109). Er is echter geen a priori reden waarom men zou hoeven verwachten dat mensen die etnisch gezien anders zijn in hun leefstijl van elkaar zouden verschillen. In de publieke perceptie worden etniciteit en leefstijl echter al snel en ten onrechte gelijkgesteld. Opvoedingsondersteuning is een derde voorbeeld. Een cursus 'grenzen stellen' voor ouders van peuters kan gericht zijn op het aanleren van trucs om te voorkomen dat een peuter zich krijsend over de vloer van de supermarkt rolt (een fenomeen dat zich in alle lagen van de bevolking schijnt voor te doen), maar vervult tegelijk een functie doordat ouders met dezelfde dilemma's met elkaar communiceren over handige oplos- singen. In je eentje een boek over grenzen stellen raadplegen kan natuurlijk ook, maar levert niet dezelfde soort informatie en mogelijkheden op om ideeën te toetsen. Terloops bieden zulke netwerken, mits men geregeld bij elkaar komt, potenties voor speelka- meraadjes, het verkopen van kleding en speelgoed en het attenderen van elkaar op

Niet langer met de ruggen naar elkaar weer andere dingen. Zulke sociale relaties hebben niet alleen de functie van het leren van elkaar over opvoeden, maar vervullen tevens een functie in het kennis laten maken van autochtonen en allochtonen met elkaar onder een gemeenschappelijke noemer. Deze noemer overstijgt de factor etniciteit, mits autochtonen en allochtonen gezamen- lijk deelnemen. Dat is overigens over het algemeen geen praktijk. Het voorbeeld van de opvoedingsondersteuning laat zien dat er veel mogelijkheden tot interetnisch verbinden kunnen worden gezocht in de levensloop. Zo valt te denken aan alles wat te maken heeft met jeugd en gezin, van de verloskundigenpraktijk en het consultatiebureau tot de kinderopvang, de openbare bibliotheek en de ouder- vereniging. Dergelijke plekken hebben potenties om ouders te verbinden, zoals alles wat te maken heeft met ouder worden dat eveneens voor ouderen zou kunnen doen. Hetzelfde geldt bij verenigingen. Niet toevallig zijn vooral vrouwenprojecten in de inventarisatie van Snel en Boonstra succesvol in hun etnische overstijging (zie bijlage 3): vrouwen worden daar expliciet op een andere dan hun etnische identiteit aange- 50 sproken. Tegelijk zijn er ook bij patiëntenverengingen, homo-organisaties en gehandi- captenorganisaties ongetwijfeld zulke potenties.

RMO Er zijn veel eenvoudige manieren denkbaar om de kansen op verbinden onder de gemeenschappelijke noemer van de specifieke situaties van dat moment in levensfasen te vergroten. Natuurlijk zullen er autochtonen zijn die menen dat zij niks aan allochtonen advies 37 hebben, omdat die achterlijk zouden zijn. En natuurlijk zijn er allochtonen die menen dat autochtonen te zedeloos, te weinig strikt en te makkelijk met hun kinderen zijn om met hen over hun eigen kinderen te communiceren. Maar dat neemt niet weg dat 'levensfase' een relatief gemakkelijke gemeenschappelijke noemer is die, mits men daarop ook zo inzet, los van etniciteit kan staan.

Een laatste opmerking die we hier willen maken, betreft de wijze waarop mensen binnen instituties als scholen en verenigingen worden aangesproken. Verenigingen, scholen en andere instituties behoren tot de domeinen waar kan worden verbonden. Een niet nader te noemen montessorischool in een grote Nederlandse stad is er tot op heden in geslaagd haar leerlingenpopulatie betrekkelijk 'wit' te houden, omdat zij onder meer Marokkaanse ouders te verstaan geeft dat hun schoolsysteem ongeschikt is voor hun kinderen omdat het niet past bij 'hun cultuur'. De deelname van minderheden aan en kennis van maatschappelijke organisaties en instituties is voor velen op dit moment een bron van zorg. Het boek van journaliste Kleijwegt over een groepje allochtone ouders in Amsterdam-West, waar Mohammed B. vandaan komt, verbeeldt deze zorg om de kennis van Nederland bij minderheden (Kleijwegt 2005). Het boek laat zien dat de laagopgeleide, allochtone ouders met wie Kleijwegt sprak, geen idee hadden wat hun kind op school deed of zelfs naar welke school het kind ging. De afstand tussen de wereld thuis en buiten lijkt groot. Juist deze Mogelijkheden voor verbinden op drie niveaus spanning tussen de wereld in huis en buitenshuis is volgens sommige onderzoekers (zie bijvoorbeeld Pels 2003) een bron van spanning en problemen voor vooral Marokkaanse jongens. Natuurlijk zouden weldenkende ouders (hier of waar dan ook) met het oog op de toekomst van de kinderen moeten investeren in het kennen van de kennisindustrie waaraan zij hun kinderen toevertrouwen. Maar tekenend is ook dat het onderwijzend personeel in de loop der tijd zo onder druk is komen te staan dat de school zelf onvoldoende mogelijkheden heeft om te verbinden met ouders, en het initiatief tot het volgen van school en schoolprestaties in toenemende mate bij de 'mondige burger' is komen te liggen. In bepaalde omstandigheden blijkt die burger toch heel wat minder mondig te zijn. Als vervolgens klasse en etniciteit in toenemende mate samenvallende gronden voor sociale ongelijkheid zijn omdat de 'onderklasse' etniseert, kan men zich afvragen of onderwijzers en leraren voldoende tijd, geld en ruimte in het programma hebben om de rol van 'verbinder' - of in de termen van ons eerste rapport over integratie, van 'overbruggend leider' - te kunnen vervullen. Centrale instituties als de school dreigen zo hun belang als identificatiekaders te ver- liezen, omdat zij niet meer over voldoende mogelijkheden beschikken om die potentie om te zetten in feitelijk verbinden onder een gemeenschappelijke noemer. 51

Kader 6: Een voorbeeld van overbruggend leiderschap uit het basisonderwijs RMO

Jeltje was ooit maatschappelijk werkster, werkte vervolgens jaren in de opvoedingsonder- advies 37 steuning en is de moeder van vijf kinderen met wie ze, samen met haar Ghanese man, op een vierkamerbovenwoning in een Rotterdamse achterstandswijk woont. Jeltje wilde meer, werd klassenassistent en ging vervolgens naar de pabo. Ze verwezenlijkte zo een droom uit de jaren dat ze nog op de huishoudschool zat. Jeltje staat voor groep 1 en 2. Ze heeft uitgesproken ideeën over de wijze waarop bij haar op school met de steeds meer 'verkleurde' leerlingenpopulatie wordt omgesprongen. De formele ouderavonden worden altijd slecht bezocht. Anders dan andere leerkrachten laat Jeltje moeders 's morgens het klaslokaal binnenkomen en babbelt ze uitvoerig met deze of gene. Ze kent, zo beweert ze, alle moeders en een enkele vader. 'Natuurlijk' is haar directeur van mening dat ze onmiddel- lijk met de les zou moeten beginnen en dat ouders het belang van het lesgeven en de rust in het klaslokaal zouden moeten accepteren, en fronsen collega's hun wenkbrauwen over haar stijl van omgang met ouders. Maar ze heeft nu 'een keer het gevoel dat het werkt' om het zo te doen, want ze weet uit het sociaal-cultureel werk hoe moeilijk het is 'mensen zo gek te krijgen' dat ze 'een beetje mee doen', en hoewel ze niet bepaald het type is dat zich in wetenschappelijk onderzoek verdiept, voelt ze aan dat een goed gevoel van ouders over wat er in de klas gebeurt en de kansen om te zien wat daar gebeurt het makkelijker maken voor 'haar' kinderen om te leren en om eventuele problemen te bespreken. Zo heeft ze een Marokkaans meisje in de klas dat midden in de winter op slippers naar school kwam. Haar collega's praatten onder elkaar - maar niet met de moeder - over die Marokkanen en 'wat een trieste situatie het was dat het meisje op slippers kwam'. Niemand 'stak een vinger uit': 'die begonnen gelijk van, Marokkaans, Marokkaans.' Jeltje, daarentegen, sprak bij de eerstvolgende gelegenheid - ongetwijfeld een van die rommelige eerste twintig minuten van een dag waarop ze uiteraard te laat met het lesprogramma

Niet langer met de ruggen naar elkaar begon - de moeder van de kleuter aan als moeder met een kind op slippers. Ze vroeg haar simpelweg waarom het kind geen schoenen had 'zoals je dat bij een Nederlander ook zou doen' en kwam erachter dat de vrouw grote financiële problemen had. Jeltje vertelde haar dat zij zelf vijf kinderen had en alles wist van een krappe beurs, maar dat er dan maar wat anders moest worden gelaten, want koude voeten in de winter, da's niks.

Bron: ongepubliceerd etnografisch materiaal, T. Blokland

Samengevat: het gaat mensen bij etniciteitoverstijgende relaties niet om de relaties zelf, maar om het tezamen met anderen verwezenlijken van doelen of interesses die men alleen niet kan bereiken. In de inhoud van de verbindingen die burgers tot stand brengen, zal ieders 'cultuur' ongetwijfeld een rol gaan spelen. Over die inhoud gaat de overheid echter niet. Bovendien is de inzet van onze ideeën over vanzelfspre- kende, herhaalde en/of multifunctionele ontmoetingen niet dat men affectieve ban- 52 den met elkaar vormt, maar dat sociabele banden kunnen ontstaan: het type relaties waarin de ander niet primair persoonlijk relevant is - al kan dat wel zo uitpakken -

RMO maar waarin men een gemeenschappelijke interesse, probleem of situatie deelt. Dergelijke relaties zijn dus meer dan alleen maar 'leuk', omdat men bijvoorbeeld samen koffie drinkt. Ze bieden ook mogelijkheden voor - laten we zeggen - het advies 37 samen met anderen participeren in de politiek of de belangenvertegenwoordiging, zoals in bewonersorganisaties of patiëntenorganisaties.

3.3.2 Transacties Achter veel verbindingsprojecten gaat de aanname schuil dat deelnemers er op voet van gelijkwaardigheid aan deelnemen. Deze aanname verhult echter de kern van de zaak: er zit een scheefheid in de belangen van autochtonen om contacten op te bouwen met allochtonen, en vice versa. Wanneer die scheefheid er niet zou zijn, dan zouden die projecten ook niet worden georganiseerd. Sommige allochtonen kunnen het weliswaar leuk vinden om autochtonen tot hun netwerk te rekenen, maar zij hebben ook een instrumenteel belang. Toegang tot allerlei hulpbronnen in de Nederlandse samenleving kan immers eenvoudiger zijn als je relaties hebt met autochtonen. Wat voor andere inhoud de relatie ook mag krijgen, een instrumentele dimensie zit er al gauw in: naast sociabele of affectieve banden zijn transactionele aspecten van belang. Maar dat geldt voor autochtonen minder gauw. Zeker autochtonen met stevige maat- schappelijke posities hebben in de praktijk vaak weinig belang bij het aanknopen van verbindingen met allochtonen. Voor het aanboren van hulpbronnen hoeven zij dat doorgaans niet te doen. Ook autochtonen onderling hebben uiteraard niet in gelijke mate toegang tot allerlei hulpbronnen, zoals de vaardigheid om bureaucratieën de oren te wassen, zinvolle steun te geven of de weg weten te vinden naar rechtsbijstand of een medische second opinion. Echter, de sociale mobiliteit en de in het algemeen Mogelijkheden voor verbinden op drie niveaus betere maatschappelijke positie van autochtonen maakt de kans dat zij over zulke hulpbronnen beschikken aanmerkelijk groter. Sociaal wetenschappelijk onderzoek laat keer op keer zien dat er een verband bestaat tussen 'cultureel kapitaal' (opleiding et cetera), 'sociaal kapitaal' en 'economisch kapitaal' (zie Bourdieu 1983; Coleman 1974).

In plaats van te verwachten dat autochtonen belangeloos hun vriendenkringen zullen uitbreiden met allochtonen, ligt het ons inziens dan ook meer voor de hand te zoeken naar kaders om allochtonen en autochtonen te verbinden door transacties gebaseerd op rationele ruil. Reciprociteit of wederkerigheid is een belangrijk mechanisme voor duurzame ruilrelaties. Ongelijkheid in toegang tot hulpbronnen langs lijnen van alloch- toon versus autochtoon, gekoppeld aan klasse, bemoeilijkt de totstandkoming van reciprociteit. Daardoor bouwen relaties geen 'gunstenbank' ('favorbank') op die duur- zaamheid geeft, omdat de gever van sociale steun belang heeft bij het continueren van de relatie om in de toekomst opgebouwd krediet te kunnen verzilveren. Een van de partijen zal het contact dood laten bloeden. Dat hoeft niet perse de gever te zijn, maar dat kan ook degene zijn die hulp heeft ontvangen, omdat hij of zij zich in toene- mende mate ongemakkelijk voelt bij zijn of haar onvermogen om te retourneren. 53

Waar er buiten een intermediair om geen transacties plaatsvinden, kan de overheid RMO zich als zo'n intermediair opstellen. Enkele voorbeelden uit de Verenigde Staten kunnen dit illustreren. De hoge kosten van een studie aan Yale University vangen sommige advies 37 studenten op door deel te nemen aan een programma, waarin zij gekoppeld worden aan gezinnen in achterstandssituaties. Gedurende de gehele drie jaar van hun studie bezoeken deze studenten geregeld het gezin. Zij 'adopteren' het gezin als het ware. Het doel hiervan is het verbreden van 'uitzicht' (window to the world) naar twee kanten: door het uitvoeren van sociale activiteiten (met de kinderen een uitstapje maken, samen eten koken), maar ook door te begeleiden bij bureaucratische gevechten, belasting- formulieren, schooladviezen, huiswerk of collegeaanmelding. Gezien de populatie van Yale enerzijds en New Haven anderzijds zijn deze contacten vrijwel altijd interetnisch, interraciaal of tenminste overbruggend tussen klassen. In Nederland kennen we dergelijke projecten wel voor bijvoorbeeld tienermoeders - en die zijn ook al snel interetnisch. Het Amerikaanse project onderscheidt zich echter op een belangrijk punt: in ruil voor hun inzet krijgen de studenten een reductie op hun collegegeld. Hier komt nog bij dat ze in dit werk een stuk alledaagse praktijk tegenkomen waar geen collegedictaat aan kan tippen; hun inzet kan ook buitenge- woon leerzaam zijn. Hierdoor hebben de studenten niet alleen een ideëel, maar ook een instrumenteel belang om aan dit programma mee te doen. Dit transactionele aspect onderscheidt dit initiatief nadrukkelijk van vrijwilligerswerk pur sang.14 Dit laat onverlet dat de contacten wel degelijk kunnen uitgroeien tot goede vriendschaps- banden, en als men elkaar zelfs niet een beetje aardig vindt loopt zo'n project natuur- lijk ook gauw stuk, maar de inzet is van transactionele aard.

Een ander voorbeeld is LEAP (Leadership, Education, Athletics, Partnership). Het is een naschools programma gericht op huiswerkbegeleiding, leesbevordering en zin-

Niet langer met de ruggen naar elkaar volle invulling van vrije tijd voor kinderen van zeven tot veertien. Bij LEAP brengen groepjes kinderen, onder leiding van een ouderejaars middelbare scholier en een collegestudent, gedurende het schooljaar hun naschoolse uren en hele dagen in de vakantieperiode door. Dit programma gaat sterk uit van het idee van rolmodellen en is daarom niet nadrukkelijk of zelfs vaak niet interetnisch (de counselors zijn veelal zwarte studenten van staatsuniversiteiten die niet zo ver verwijderd zijn in afkomst van de kinderen in de armste wijken waarmee ze werken). Dat is een specifieke keuze in die specifieke context, waarop ook wel wat valt af te dingen. De counselors in dit programma worden ten dele betaald, maar ontvangen daarnaast ook training en begeleiding bij toelatingstesten voor en keuze van universiteiten of colleges. Ze worden ontslagen als ze onvoldoende scoren op school of de universiteit en zien een deel van de kosten van hun studie door het programma betaald. Het AmeriCorps- programma, dat nu overigens onder de Bush regering sterk is ingekrompen, betaalt ten dele mee aan LEAP, zoals het ook meebetaalt aan onderwijs voor gevangenen, 54 mentorsystemen voor probleemgezinnen en buddysystemen voor ex-verslaafden. Veelal gaat het om studenten die een tegemoetkoming in hun studiekosten ontvan-

RMO gen voor hun inzet. De waardering in de VS voor vrijwilligerswerk wordt niet zelden uitgedrukt in de vorm van een reciprociteit via een intermediair. Het zou goed zijn om Nederlandse vertalingen van deze maatregelen in te voeren. advies 37 Het hoeft niet tot studenten beperkt te blijven, al zijn er daar in Nederland wel erg veel van die nu via uitzendbureaus werk doen dat ook geschikt is voor werkloze allochtonen. Het zou wellicht maatschappelijk (en ook economisch) meer rendement opleveren wanneer zij ongeschoold werk voor ongeschoolden konden laten liggen en meer tijd overhielden om zich maatschappelijk betrokken te tonen - en daar ook nog zelf wat aan te hebben. Omgekeerd kan de overheid ook barrières slechten die stu- denten ervan weerhouden om dit te doen. Transacties gaan niet noodzakelijk over geldelijke beloning voor inzet, maar wel over ruil. Dit geldt ook voor andere burgers

14 De taallessen die Het Gilde op vrijwillige basis verzorgt, komen in Nederland enigszins bij dit voorbeeld in de buurt. Sterker is het bij Campus Nieuw West in Amsterdam, waaraan bijna 180 organisaties meewerken (waaronder ongeveer 75 bedrijven). Het project beoogt een brug te slaan tussen jongeren van 8 tot 16 jaar en het bedrijfsleven. Het wil jongeren uit de wijk laten kennismaken met bedrijven en instellingen en de organisaties omgekeerd aanspreken op hun maat- schappelijke verantwoordelijkheid. Dit wordt bewerkstelligd met een breed palet aan middelen, zoals 'snuffelstages', mentoren uit het bedrijfsleven voor jongeren, en realisatie en beheer van multifunctionele sportpleinen in achterstands- wijken (Richard Krajicek playgrounds). Interessant is dat dit project een verbinding legt tussen achterstandkinderen en- jongeren en mensen uit het bedrijfsleven, en dit bovendien doet op een duurzame en intensieve manier. Zie bijlage 3. dan voor studenten en het is nodig om langs deze lijnen meer creativiteit te ontwik- kelen. Zouden er niet meer mogelijkheden zijn om ruilrelaties tussen vutters en allochtone jongeren te creëren?

Het gaat er hier om dat elke vorm van verbinden uiteindelijk de integratie versterkt. Bovendien leidt herhaald contact tot familiariteit. Daarom is toepassing van dergelijke Amerikaanse praktijken, en uitbreiding en vertaling naar de Nederlandse situatie, goed Mogelijkheden voor verbinden op drie niveaus denkbaar en wenselijk.

3.3.3 Interdependenties en de toe-eigening van de openbare ruimte Ten slotte willen we de aandacht vestigen op situaties waarin niet zozeer hoeft te worden verbonden, maar waarin mensen steeds denken verkeerd te zijn verbonden of waar de kwaliteit van de verbindingen te wensen overlaat omdat men elkaar niet verstaat, maar dan om andere redenen dan 'taal' in letterlijke zin. Mensen die niet of slecht communiceren en geen netwerken vormen, maar desalniettemin afhankelijk van elkaar zijn in openbare ruimten, zien zich veelal geplaatst in situaties die tot conflicten of verwijdering kunnen leiden. Veelal gaan zulke conflicten over het zich symbolisch toe-eigenen van ruimte en de macht om de situatie te definiëren (zie kader 7).

Kader 7: De macht om symbolisch buurtgebruik te definiëren als complicerende factor in het verbinden van op elkaar aangewezen gebruikers

Tonnie, Carola en andere vrouwen in Hillesluis ergerden zich aan jeugd op het plein waar- aan zij woonden. De ergernis betrof het feit dat de jeugd op het plein voetbalde, in groepjes 55 rondhing en luidruchtig rondreed op scooters. De jongeren waren veelal Marokkaanse

Hillesluisers van veertien tot twintig jaar uit omliggende straten. De opbouwwerkers en RMO jongerenwerkers kregen hoogte van de klachten. Ze organiseerden bijeenkomsten voor bewoners en jongeren om samen te werken aan een herinrichting van het plein. De pro- advies 37 fessionals gingen ervan uit dat zij te maken hadden met meerdere 'gebruikersgroepen' die er door samenwerking uit zouden komen, en samen, in plaats van in concurrentie met elkaar, het plein sociale betekenis zouden geven. Maar de vrouwen vroegen zich af - buiten de officiële vergaderingen - waarom de jongeren überhaupt iets te zeggen moesten hebben. Zij hoorden niet op het plein. Ze gingen maar rondhangen in hun eigen straat. En het waren Marokkanen: waar moesten 'onze kinderen' dan spelen? 'Zij van de gemeente' (inclusief de opbouwwerkers) schonden de rechten van de mensen die er hoorden. De jongens moesten zich aanpassen aan hen, de symbolische eigenaren van de openbare ruimte. Dat 'de buitenlanders een streepje voor hadden' bij de bewonersorganisatie en andere professionals beperkte hun participatie op de vergaderingen tot een minimum. Ze lieten nimmer het achterste van hun tong zien, luisterden en zeiden weinig. Alleen toen een jongerenwerker voorstelde een straatfeest te organiseren, stribbelden zij tegen. Achteraf vertelden zij waarom. Daar hadden ze absoluut geen trek in, ze zouden niet weten waarom zij met hun wat dan ook zouden moeten vieren en als ze wat te feesten hadden, dan deden ze dat zélf wel. Daar hadden ze geen buitenstaanders, en zeker geen opbouwwerker, voor nodig.

De professionals streefden naar herstel van de 'verdwenen gezelligheid' en sociale con- trole op het plein. Terwijl de vrouwen het gezellig hadden onder elkaar, geloofden ze niet in herstel van sociale controle. Niemand corrigeerde 'de buitenlanders', omdat, zo stelde Tonnie:

Niet langer met de ruggen naar elkaar “de buitenlanders (...) een beetje de overhand [krijgen] hier en wij worden maar in de goot getrapt.”

Zij maakte mee dat Marokkaanse kinderen haar onbeschoft antwoordden wanneer ze hen corrigeerde. Hun opmerkingen vormden haar idee dat 'de Nederlanders straks niks meer te vertellen hebben':

“Een hoop dingen vind ik dat, dan denk ik dat moeten ze de kop in drukken, want wij hebben dadelijk niks meer te vertellen. Dat ze de macht hebben (...) doordat ze zelf al lopen te schreeuwen van, over zo veel jaar hebben wij de macht hier en dan hebben jullie niks meer te vertellen.”

De 'macht' hebben duidde vooral op bepalen wat hoort en wat niet hoort op straat of plein. De gedachte die de professionals met hun initiatieven uitdroegen van 'samen 56 delen' van de openbare ruimte op voet van gelijkheid, of tenminste van gelijke rechten, verwierpen deze vrouwen. Buitenlanders moesten zich aanpassen aan hun normen en

RMO waarden. Daarmee bedoelden zij allesbehalve hetzelfde als politici die het respecteren van 'de Nederlandse normen en waarden' centraal stellen in het integratiedebat. Zo hadden zij een Turkse buurman, die zeer religieus leefde, nauwelijks Nederlands sprak, niet werk- advies 37 te, zijn dochter pas na veel gesprekken naar een huiswerkklas in het buurthuis wilde laten gaan en haar steevast bracht en ophaalde, en in traditioneel Turkse kleding over straat wandelde met zijn vrouw een paar meter achter hem. Over hem waren de vrouwen zeer te spreken. Als hij de vrouwen op de stoep passeerde, zei hij: “Goede middag, dames” of “Lekker weer, dames”. Dat was nou een goede Turk: “Je hebt er niks mee, je wilt er niks mee, maar hij zegt je keurig gedag - en dus wil je hem ook best groeten.” Wel moest het initiatief van hem komen. Dit was een van de voorbeelden waarin bewoners via subtiele mechanismen concurreerden om de macht in de situatie te definiëren: wie paste zich aan wie aan?

Gemeenten kiezen vaak voor rondetafeloplossingen waar we met z'n allen omheen kunnen polderen om tot een oplossing te komen voor conflicten in buurten tussen interdependente mensen. Het idee is dat we er al pratende samen uit komen. Dat is echter niet altijd waar, niet altijd is er een uitweg. Ons inziens wordt aan dit idee wel eens wat te veel waarde toegeschreven. Er zijn ook alternatieve benaderingen die allereerst inzetten op gebruikspraktijken, en die niet over etnische tegenstellingen gaan, die te weinig voor het voetlicht worden gebracht. Bovendien zijn dergelijke ini- tiatieven vaak te kortlopend en te weinig in de bestaande instituties ingebed om veel duurzaamheid te hebben.

Thuis Op Straat (TOS) en Duimdrop zijn projecten die het verdienen om hier Mogelijkheden voor verbinden op drie niveaus genoemd te worden omdat zij in positieve zin afwijken. De filosofie van TOS is uitein- delijk de simpelheid zelve: laten we proberen het leuk te hebben met elkaar (wie jij en ik dan ook mogen wezen). Laten we er dus voor zorgen dat we ons de openbare ruimte toe-eigenen voor sport en spel in plaats van hangen en slopen.15 Dit leidt ertoe dat het plein van 'ons' wordt door het positief te gebruiken, en niet van 'ons' in de zin dat we de rest van de buurt terroriseren. Misschien kan er bij Tonnie en Carola voor de deur beter niet worden gevoetbald, maar is het wel een prima locatie voor zomeravondbasketbal. Een van de krachten van TOS en Duimdrop is dat er niet moei- lijk wordt gedaan over normen. Er wordt van iedereen die mee wil doen 'normaal gedrag' verwacht. En als wat er plaatsvindt zo leuk is dat alle jongeren wel mee willen doen, blijkt wat normaal gedrag is ineens helemaal niet zo etnisch bepaald of cultureel relatief. TOS lijkt daarom meer dan een leuk project, en zelfs een vrij fundamenteel antwoord op het probleem van interetnisch conflict, latent of manifest, in openbare ruimten van buurten en wijken - en het resulteert daarnaast ook in familiariteit. Er zijn ook andere manieren waarop we kunnen omgaan met onvermijdelijke stedelijke interdependenties. Allereerst kunnen woningcorporaties leefstijlen gebruiken als criterium bij woningtoewijzing. Bewoners worden dan aangesproken als medevormge- 57 vers van hun woonomgeving, hetgeen verantwoordelijkheidsbesef en verbindingen

kan bevorderen. Dit gebeurt bijvoorbeeld door WoonbronMaasoevers in Rotterdam. RMO “Bij het aanbod van woningen wordt informatie over leefstijlen gegeven, zodat potentiële huurders een keuze kunnen maken die aansluit op hun leefstijl. De hoop is advies 37 dat zo meer sociale samenhang kan ontstaan. Daarbij worden huurders gezien als medevormgevers van hun woonomgeving, onder meer door het faciliteren van het maken van woonafspraken, waarbij zittende bewoners hun eigen portiekregels vast- leggen. Nieuwkomers zijn welkom, mits ze gemaakte afspraken onderschrijven. Dit alles zal niet leiden tot geheel homogene stadsdelen, maar kleinere homogene gebiedjes zijn niet uitgesloten” (lichte bewerking van uitspraak, geciteerd door Scheffer 2004). Verder moeten publieke instanties overlast serieus nemen. Denk niet dat mensen het altijd met elkaar zullen oplossen. Juist bij moeizame interdependenties is het ter plaatse zijn van politie, welzijnswerkers of overige intermediairs van belang. Juich verder initiatieven van burgers om afspraken te maken over hun leven in de buurt of straat toe, maar laat dat niet alleen de verantwoordelijkheid van burgers zelf zijn.

15 We refereren hier op een aantal plaatsen positief aan Thuis Op Straat. Eén kanttekening moet er wel bij worden gemaakt, vanuit het perspectief van verbinden. Doorgaans doen weinig tot geen autochtonen mee aan activiteiten van TOS, zoals Snel en Boonstra in bijlage 3 laten zien. Het zorgt dus wel voor een 'positieve toe-eigening' van de publieke ruimte, zoals we hier betogen, maar leidt nauwelijks tot interetnische ontmoetingen. Sommige afspraken kunnen even uitsluitend zijn voor sommige (groepen) mensen als dat zij voor andere cohesie bevorderen, net zoals sommige vormen van buurtpre- ventie een feitelijke privatisering van beheer van de openbare ruimte inhoudt die uit- sluitend kan werken voor bepaalde groepen, en daarom negatief zal bijdragen aan hun ervaring 'thuis' te (mogen) zijn in de Nederlandse samenleving. Onderzoek laat bovendien zien dat gezamenlijke afspraken over de publieke ruimte pas tot stand komen na interventie door publieke instanties.

3.4 Conclusie Niet langer met de ruggen naar elkaar In dit hoofdstuk schetsten we drie hoofdrichtingen voor een op verbinden gericht beleid. Ze zijn alledrie 'infrastructureel' en niet 'projectmatig' van aard. Waar het huidige beleid in belangrijke mate wordt bepaald door tijdelijke projecten, vulden we deze op zichzelf vaak waardevolle interventies aan met infrastructureel beleid. Het gaat om interventies die continu en 'vanzelfsprekend' zichtbaar zijn in wijken, op scholen en andere belangrijke domeinen van het alledaagse leven. Aan de ene kant kan dit beleid een deel van de bestaande interventies versterken en van een structurele basis voorzien. Aan de andere kant is het minder stigmatiserend en meer includerend dan beleid dat etniciteit al dan niet bewust benadert als een onlosmakelijk met de cultuur van de Ander verbonden gegeven.

Allereerst behandelden we het algemene niveau van het integratiebeleid. We zetten uiteen dat het ook vanuit het perspectief van verbinden van cruciaal belang is dat de sociaal-economische positie van minderheden verbetert. Beleid op de terreinen van 58 scholing, taalonderwijs en werkgelegenheid komt uiteindelijk het dichtst bij een aanpak van de kern van de problemen die zich in met name de grote steden voordoen. Als

RMO de overheid erin slaagt sociaal-economische verbetering te realiseren, krijgt zij 'ver- binden' er gratis bij. advies 37 Ten tweede gingen we in op het niveau van ontmoetingsruimten. We behandelden drie kenmerken van ontmoetingsruimten, die de kans op het ontstaan van (interetnische) verbindingen vergroten. Om te beginnen zou het moeten gaan om multifunctionele ontmoetingsplekken. Dat zijn ruimten die mensen met elkaar in contact brengen, niet om de contacten zelf, maar omdat men samen doelen kan verwezenlijken. Het kan gaan om gedeelde belangen, zoals de leefbaarheid van de straat, en om gedeelde interesses, zoals sport of muziek. Vervolgens zouden het vanzelfsprekende ontmoetings- ruimten moeten zijn. Dat zijn openbare ruimtes, instituties, voorzieningen of commer- ciële bedrijven waarheen allochtonen en autochtonen niet perse moeten willen gaan om de ander te ontmoeten om er toch te komen. Ten slotte hebben ontmoetingsruimten een langetermijnperspectief nodig. Alleen als (groepen) burgers herhaald naar deze ruimten terugkeren, kan de publieke familiariteit ontstaan waarop (interetnische) ver- bindingen gedijen. Ten derde richtten we ons op het niveau van georganiseerde initiatieven en activiteiten. De verwachting die daar vaak aan ten grondslag ligt, is dat er tussen de deelnemende (groepen) burgers gelijkwaardige en vriendschappelijke relaties zullen ontstaan. Echter, bij integratieprojecten is van gelijkwaardigheid en vriendschappelijke relaties van begin af aan meestal geen sprake. De belangen en de maatschappelijke posities van allochtonen en autochtonen zijn juist ongelijk. Vandaar dat we uiteenzetten dat het vruchtbaarder is aan te grijpen op de andere drie typen verbindingen: sociabele Mogelijkheden voor verbinden op drie niveaus banden, transacties en interdependenties. Bij sociabele banden gaat het niet om de relaties zelf, maar om het gezamenlijk verwezenlijken van doelen of interesses. Bij transacties gaat het om rationele ruilrelaties, die voor beide partijen profijtelijk zijn om andere redenen dan integratie. Bij interdependenties gaat het om (het verbeteren van de kwaliteit van) relaties waarin betrokkenen elkaar niet direct ontmoeten, maar waarin wel een indirecte afhankelijkheid bestaat.

59 RMO advies 37 4 Een infrastructurele benadering van verbinden

Verbinden, zo schreven we aan het begin van dit advies, is het duurzaam of herhaald bij elkaar brengen van mensen met andere mensen, groepen of instituties, zodat er sociale netwerken kunnen ontstaan - vooral daar waar mensen nu met de ruggen naar elkaar staan. Verbinden is belangrijk, zo hebben we in dit advies willen benadrukken,

Niet langer met de ruggen naar elkaar tegen de achtergrond van (op sommige punten) afnemende interetnische contacten en een verslechterende wederzijdse beeldvorming tussen allochtonen en autochtonen. Op de wil van mensen om elkaar in het gezicht te kijken kan je geen goed beleid voeren. Mensen zullen zich uiteindelijk zelf met elkaar moeten verbinden en doen dat natuurlijk ook vaak. Wanneer echter de optelsom van deze individuele keuzen resulteert in rigide sociale scheidslijnen kan de overheid een bescheiden, maar daardoor niet minder belangrijke, rol spelen om de gelegenheid tot verbinden te vergroten. Zij heeft daarvoor drie aangrijpingspunten. Het eerste aangrijpingspunt wordt gevormd door de sociaal-economische achterstanden van minderheden. Zolang de achterstanden van minderheden niet kleiner worden, blijven andere initiatieven voor verbinden spielerei. Het tweede aangrijpingspunt betreft de inrichting van (openbare) gelegen- heden en de benutting van publieke instituties. Hier is de crux het creëren van van- zelfsprekende en multifunctionele ontmoetingsruimten. Het derde aangrijpingspunt bestaat uit de projecten die interetnische verbindingen bevorderen op andere dan 60 etnische gronden. Projecten zijn kansrijker wanneer zij duurzaam zijn en zich baseren op etniciteitoverstijgende factoren, transacties of interdependenties. RMO Deze drie lijnen hebben we in het voorgaande vertaald in nu eens heel concrete, dan weer algemenere handvatten voor beleid. Onze boodschap was steeds dat het zaak is advies 37 om in te zetten op infrastructurele maatregelen die de kans op en gelegenheid tot verbinden vergroten. In het bestaande beleid wordt verbinden doorgaans buiten de sociale infrastructuur van de samenleving om georganiseerd. Verbinden wordt bijvoor- beeld primair als een hoogstpersoonlijke keuze voorgesteld en zo onafhankelijk van de economische structuur aan de orde gesteld. Ontmoetingsprojecten worden vaak buiten de gewone sleur van het dagelijks leven van betrokkenen om georganiseerd. In dit advies hebben we getracht aanbevelingen te doen die verbinden sterker verweven met de bestaande routines in het dagelijks leven van mensen. Deze infrastructurele benadering van verbinden biedt een solide basis voor effectievere initiatieven. Dit kan allereerst door verbinden te zoeken in de maatschappelijke kerninstituties van werk en onderwijs. Dit kan verder door het potentieel van vanzelfsprekende, multi- functionele ontmoetingsruimten slimmer te benutten of zulke ontmoetingsruimten waar ze niet bestaan te creëren. En dit kan ten slotte door verbinden te zoeken in langdurige projecten die aangrijpen op etniciteitoverstijgende factoren, zoals gezamenlijke belangen of interesses. In de rest van dit hoofdstuk vatten we de hoofdlijnen van ons advies en een aantal mogelijke uitwerkingen samen.

4.1 Indirect verbinden door het bestrijden van achterstanden Sociaal-economische positieverbetering van minderheden - hogere opleiding, meer werk en betere banen - gaat samen met meer interetnische verbindingen. Het is daarom cruciaal om achterstanden te bestrijden en te investeren in onderwijs en taalbeheersing. Een infrastructurele benadering van verbinden Juist in de centrale infrastructuur van de samenleving (werk en onderwijs) valt winst te boeken voor verbinden.

4.1.1 Arbeidsmarkt Aan de vraagzijde van de arbeidsmarkt gaat het erom de ondervertegenwoordiging van allochtonen in - zeker ook hogere - functies tegen te gaan. Dit kan vooral gebeuren via convenanten en andere vormen van samenwerking met werkgevers, zoals in het verleden met een zeker succes gebeurde met het MKB-convenant en het 1000-banen- plan voor Molukkers. Het afsluiten van een convenant of het aangaan van een partner- ship betekent dat 'aan de top' een gemeenschappelijk doel wordt geformuleerd, dat in specifieke situaties concreet wordt uitgewerkt. Verder gaat het om het bestrijden van institutioneel racisme op de arbeidsmarkt. Meestal gaat dat niet door de problemen in hun kern aan te pakken, omdat we niet altijd kunnen achterhalen hoe die kern precies in elkaar steekt. Wel kunnen we repa- raties uitvoeren, bijvoorbeeld door het bieden van alternatieven tegen de vanzelfspre- kende macht van 'old Dutch networks' (als variant op 'old boys networks'). Langs die weg stellen we dan ook voor alternatieve intermediairs te creëren tussen vraag en 61 aanbod. Dit is vooral belangrijk voor het toenemende aantal allochtonen dat wél een

hbo- of wo-opleiding afrondt, maar er vervolgens niet in slaagt een functie te vinden RMO op het bijbehorende niveau. Er is niets zo dramatisch als deze gehalveerde emancipatie: wel een goed diploma, maar geen goede baan. advies 37 Aan de onderkant van de arbeidsmarkt, ten slotte, is het zaak om de informele en veelal door minderheden gedreven zwarte dienstensector door legalisatie zo veel mogelijk te verwitten. Aan de aanbodzijde is het belangrijk om de overgang tussen werken en niet-werken te versoepelen. Combineer dus waar mogelijk werken met leren, zoals in leer-werktrajecten gebeurt. Dit verkleint de afstand tussen beide en vergroot de kans dat leerlingen diploma's halen. De overheid kan ten slotte zelf als werkgever het goede voorbeeld geven. Als goed gekwalificeerde leidinggevenden uit minderheidsgroepen meer in (rijks)functies ver- tegenwoordigd zouden zijn, leidt dat tot positieve herkenning van en identificatie met de 'eigen' groep. 4.1.2 Onderwijs Het onderwijs kan op twee manieren bijdragen aan verbinden. Allereerst kan het onderwijs leerlingen de vaardigheden bijbrengen waardoor zij beter tot verbinden in staat zijn of, door een hogere opleiding, er sneller toe geneigd zijn. De overheid kan er nauwelijks voor zorgen dat scholen dit goed doen, maar blijkt wel zeer goed in staat om dit door regelgeving of onzekere financiering te belemmeren. Scholen moeten dus vooral de ruimte en opdracht krijgen om goed te kunnen lesgeven. Achterstandsscholen hebben bovendien voldoende middelen nodig, en de zekerheid dat die middelen er ook op de middellange termijn zijn.

Niet langer met de ruggen naar elkaar Verder zijn scholen bij uitstek vanzelfsprekende ontmoetingsruimten voor kinderen én ouders. Onderwijssegregatie is daarom, hoewel tot op zekere hoogte onvermijdelijk, niet wenselijk en moet waar mogelijk worden tegengegaan. Allereerst dient 'onnodige' segregatie, voortkomend uit regelgeving, te worden bestreden. Dit geldt bij de voor- schoolse educatie en kinderopvang die door regelgeving 'onnodig' zijn gesegregeerd. Wanneer demografische veranderingen ertoe leiden dat een school snel van samen- stelling verandert, is het mogelijk om samen met ouders naar meer menging te streven. En ten slotte, wanneer segregatie een feit is, kunnen er toch verbindingen worden gerealiseerd door duurzame en goed begeleide uitwisseling tussen klassen en scholen. Dit kan door gemeenschappelijke lesactiviteiten en uitwisselingsprogram- ma's tussen scholen.

4.1.3 Verplicht Nederlands Het spreken van een gemeenschappelijke taal is een cruciale voorwaarde voor burgers 62 om zich met elkaar te verbinden en elkaar te kunnen verstaan. Het is daarom goed dat het verwerven van de Nederlandse taal voor allochtonen een verplichtend karak-

RMO ter heeft gekregen. Deze verplichting aan nieuw- en oudkomers vraagt echter ook, analoog aan de leerplicht, om een tegenprestatie van de overheid. Zij moet garanderen dat allochtonen voldoende en voldoende hoogwaardige lessen kunnen krijgen, ook advies 37 wanneer ze werken en/of de zorg dragen voor (kleine) kinderen.

4.2 Vanzelfsprekend verbinden in ontmoetingsruimten In het ruimtelijk beleid, het onderwijsbeleid en bij de subsidiëring van maatschappe- lijke organisaties proberen beleidsmakers door menging interetnische ontmoetingen te forceren. Dit werkt echter maar beperkt. Een cruciale voorwaarde is dat mensen publieke familiariteit opbouwen doordat zij de ander herhaald tegenkomen en daardoor de kennis verwerven waarmee ze de ander kunnen vertrouwen (of leren wantrouwen). De ruimtelijke inrichting en het functioneren van publieke instituties biedt aangrijpingspunten om de kans op publieke familiariteit te verhogen. Ontmoetingsruimten (fysieke plaatsen, organisaties en instituties) vormen hiertoe belangrijke aangrijpingspunten, mits ze vanzelfsprekend, multifunctioneel en levens- loopbestendig zijn. 4.2.1 Vanzelfsprekende en multifunctionele ontmoetingsruimten Vanzelfsprekende ontmoetingsruimten zijn plaatsen waar mensen zich begeven om andere redenen dan integratie. Ze komen er voor zaken die ze belangrijk of leuk vinden of die verplicht zijn. Doordat mensen er geregeld komen, bouwen ze publieke famili- ariteit op met anderen die er eveneens geregeld komen. Multifunctionele ruimten brengen mensen met elkaar in contact, niet om de contacten zelf, maar omdat men samen doelen kan verwezenlijken. Het kan gaan om gedeelde belangen, zoals de leef- Een infrastructurele benadering van verbinden baarheid van de straat, en om gedeelde interesses, zoals sport of muziek. De overheid en andere publieke instanties kunnen dergelijke ruimten creëren of ze beter benutten waar ze reeds aanwezig zijn. Het is bijvoorbeeld nuttig om activiteiten die door ver- schillende (etnische) groepen worden ondernomen, zo veel mogelijk op dezelfde locaties én tijden te organiseren. Bovendien kunnen cultuurinstellingen voor jongeren, zoals muziekscholen, jeugdtheateropleidingen en kunstklasjes, meer uit hun statige locaties treden om hun programma's onder andere daken aan te bieden.

4.2.2 Levensloopbestendige ontmoetingsruimten De levensloop van mensen varieert in timing, zoals het moment van kinderen krijgen, maar vertoont voor de meeste mensen overeenkomstige patronen. De interesses, belangen en onzekerheden die met de verschillende levensfasen gepaard gaan, bieden kansen voor verbinden. Zo liggen er verbindingskansen op het vlak van opvoedings- ondersteuning en overige zaken die met jeugd en gezin te maken hebben (verloskun- digenpraktijk, consultatiebureau, kinderopvang, oudervereniging, et cetera). Dergelijke plekken hebben potenties om ouders te verbinden, zoals alles wat te maken heeft met ouder worden dat eveneens voor ouderen kan doen. Ook bij de (her)inrichting 63 van wijken is het van belang ervoor te zorgen dat de wijk aantrekkelijk blijft voor de

bewoners wanneer hun kinderen en zijzelf ouder worden. RMO

4.3 Direct verbinden langs andere lijnen advies 37 Veel stedelijke initiatieven proberen affectieve interetnische banden te smeden. Dit doel wordt in de praktijk zelden gehaald. Te weinig worden andere soorten relaties als uitgangspunt genomen voor projecten, zoals op ruil gerichte relaties, op gedeel- de identificaties en principes of onderlinge afhankelijkheden gerichte relaties. Door meer in te zetten op deze drie typen verbindingen, en door meer duurzame activiteiten te ontwikkelen, grijpen projecten directer aan op de dagelijkse infrastructuur van het leven van betrokkenen.

4.3.1 Bevorder etniciteitoverstijgende verbindingen Bevorder op structurele wijze, dus niet alleen op basis van kortlopende projectsubsidies, initiatieven die etniciteitsoverstijgend zijn en waarvan men kan verwachten dat wat mensen verbindt de boventoon voert boven dat wat hen scheidt. Grijp daarom aan op zaken die mensen belangrijk, 'beangstigend' of gewoon leuk vinden. Goede voor- beelden zijn Thuis Op Straat (TOS) en Logeren om te Leren (zie bijlage 3). De rol van de werkers bij TOS, op school en overige plekken in het publieke domein is daarbij groot. Het is belangrijk dat sociale professionals als onderwijzers, sociaal werkers en opbouwwerkers in hun opleiding de culturele competenties verwerven waardoor zij etniciteit als een sociale constructie benaderen en problemen niet etni- seren.

4.3.2 Bevorder transactionele relaties Zet verder in op het nastreven van verbindingen via transacties. Transacties zijn in te delen in transacties via geld en via overige vormen van ruil. De transactionele ver-

Niet langer met de ruggen naar elkaar binding is voor beide partijen profijtelijk om andere redenen dan integratie. Overheden en andere publieke instanties kunnen transacties bevorderen door op te treden als derde partij. Bijvoorbeeld: de student geeft Nederlandse les aan een nieuw- komer, de overheid of universiteit geeft als derde partij een reductie op het college- geld. In Amerika bestaan veel voorbeelden van dergelijke initiatieven, zoals LEAP, waarbij huiswerkbegeleiding en collegegeldverlaging tegen elkaar worden geruild.

4.3.3 Interdependenties en de toe-eigening van de openbare ruimte Onbekende buren en buurtgenoten onderhouden interdependente relaties. Deze interdependentie blijft voor henzelf onopgemerkt zolang het goed gaat, maar wordt manifest bij overlast of verloedering. De kwaliteit van interdependente relaties kan op een aantal manieren worden bevorderd. Eén voorbeeld laat Thuis Op Straat zien: het is een buffer van positief gedrag in de openbare ruimte, onder deskundige leiding. Omwonenden, kinderen en ouders hebben er een grotere gelegenheid tot verbinden 64 dan dat zij daarvoor hadden, namelijk bij en rond de georganiseerde activiteiten. Verder kunnen woningcorporaties leefstijlen gebruiken als criterium voor woningtoe-

RMO wijzing. Bewoners worden dan aangesproken als medevormgevers van hun woon- omgeving, hetgeen verantwoordelijkheidsbesef en verbinden kan bevorderen. Juich verder initiatieven van burgers toe om afspraken te maken over hun leven in advies 37 de buurt of straat, maar laat dat niet alleen de verantwoordelijkheid van burgers zelf zijn. Sommige afspraken kunnen even uitsluitend zijn voor sommige (groepen) mensen als dat zij insluitend zijn voor anderen. Een dergelijke uitsluiting zal de ervaring 'thuis' te (mogen) zijn in de Nederlandse samenleving waarschijnlijk eerder perverteren dan stimuleren. Onderzoek laat overigens zien dat gezamenlijke afspraken tussen burgers over de publieke ruimte meestal pas goed tot hun recht komen als publieke instanties er een rol bij spelen (door het initiatief te nemen, te financieren, te bemiddelen of toe te zien). 5 Epiloog: verbinden tussen eenheid en verscheidenheid Epiloog: verbinden tussen eenheid en verscheidenheid

Dit advies over verbinden volgt op het RMO-advies Eenheid, verscheidenheid en binding. In de voorgaande beschouwingen hebben we, zoals ons was gevraagd, het derde element zowel conceptueel als concreet verder uitgewerkt tot verbinden. Daarmee beantwoorden we de kern van de adviesvraag. Echter, in de adviesvraag gaf de minister tevens te kennen behoefte te hebben aan een nadere invulling van het aspect 'eenheid'. Deze vraag is te groot om in dit bestek uitputtend te kunnen behan- delen en is tegelijkertijd te belangrijk om te negeren. We zullen op dit onderwerp uit- gebreid ingaan in het adviestraject over 'democratie als basiswaarde', dat in 2006 zal worden afgerond. Voor dit moment volstaan we met een korte beschouwing over de verhouding tussen de drie elementen uit ons integratiemodel. In bijlage 2 geven we een nadere inhoudelijke uitwerking van de elementen die we onder 'eenheid' beschreven.

'Eenheid', 'verscheidenheid' én 'verbinden' maken deel uit van hetzelfde spanningsveld. Verbinden brengt eenheid en verscheidenheid samen, en de aanwezigheid van ver- bindingen vormt een noodzakelijke voorwaarde voor het laten floreren van zowel eenheid als verscheidenheid. Het uitgangspunt en de eerste pijler van het integratie- model is 'eenheid'. In een samenleving met etnische concentratietrends, in een samenleving ook waarin spanningen en negatieve beelden tussen (leden van) etnische 65 groepen toenemen, is een stevig gemeenschappelijk kader noodzakelijk. Dit kader

heeft niet tot doel om bestaande verschillen (langs welke lijn dan ook) weg te definiëren. RMO Het gaat erom een gemeenschappelijk fundament voor verschillen te (be)vestigen en waar nodig te beschermen of tot ontwikkeling te brengen. De overheid is geroepen advies 37 deze grenzen scherp te formuleren en bewaken. Juist door deze grenzen scherp te definiëren creëert de overheid de productieve ruimte voor verschil. Binnen het kader van gemeenschappelijkheid is het vervolgens van belang de ruimte aan 'verscheidenheid' te laten om verschillen tussen (groepen) burgers te waarderen en te benutten voor sociale samenhang. Deze ruimte past bij de drang van burgers en publieke instituties om zich te onderscheiden. De overheid hoeft dit niet te stimuleren. Wel heeft de overheid soms een taak in het bewaken van de kwalitatieve randvoor- waarden waarbinnen verscheidenheid tot zijn recht kan komen. Dit geldt bijvoorbeeld bij publieke instellingen zoals scholen en de openbare ruimte in woonomgevingen. De overheid investeert in de kwaliteit en leefbaarheid van scholen en wijken, maar met behoud van de diversiteit en vormen van eigenheid die zich op elk van deze domeinen manifesteren. Op de wankele brug tussen een laissez faire multiculturalisme en een reflectieloos monoculturalisme is een benadering nodig die aandacht voor sociale samenhang verenigt met ruimte voor verschillen. Dit gezegd hebbende is het ten slotte van belang om 'verbindingen' tussen verschillende organisaties, plaatsen, groepen en personen te realiseren. Desegregatiebeleid kan daarbij soms helpen, maar is vaak niet mogelijk, en zeker niet voldoende. Over de vraag hoe verbinden vorm kan krijgen ging dit advies. Het gaat over de condities waaronder maatschappelijke verscheidenheid in de toekomst niet langer als een mul- ticultureel drama hoeft te worden gezien, maar kan uitgroeien tot het feest van de ongelijkheid. Want uiteindelijk gaat het daarom: het scheppen van de condities waar- onder verscheidenheid kan floreren. Niet langer met de ruggen naar elkaar

66 RMO advies 37 Literatuur

Actieplan “Nieuw ondernemerschap”: kansen benutten, 2005. Den Haag: Ministerie van Economische Zaken/Justitie/SZW/VWS/OCW/VNO-NCW/MKB Nederland

Algemene inlichtingen- en veiligheidsdienst, 2005. Van dawa tot jihad: de diverse dreigingen van de radicale islam tegen de democratische rechtsorde. Den Haag: Ministerie van BZK

Allen, G.A., 1979. A sociology of friendship and kinship. London: George Allen and Unwin

Breed initiatief maatschappelijke binding: gezamenlijke verklaring van kabinet en maatschappelijke organisaties bij de bijeenkomst maatschappelijke binding, 26 januari 2005. Den Haag: Ministerie van Justitie

Allport, G.W., 1979. The nature of prejudice. Reading MA: Addison-Wesley Literatuur Blokland, H., 1995. Wegen naar vrijheid: autonomie, emancipatie en cultuur in de westerse wereld. Amsterdam: Boom

Blokland, H., 2005. Pluralisme, democratie en politieke kennis: een rehabilitatie van de politiek. Assen: van Gorcum 67 Blokland, T., 2000. Politiek als curiositeit: over milieu, dominantie en politieke partici-

patie. In: F. Hendriks en P. Tops. Stad in spagaat. Assen: van Gorcum RMO

Blokland, T., 2003. Goeie buren houden zich op d'r eigen: integratie, racistische reper- advies 37 toires en antiracisme op buurtniveau. Beleid en Maatschappij 30 (2), 101-112

Blokland, T., 2004. Buren als bruggen? De betekenis van burenrelaties voor sociaal kapitaal in een Rotterdamse gemengde wijk. Sociale wetenschappen, 47 (2), 31-48

Blokland, T., 2005. Goeie buren houden zich op d'r eigen: buurt, gemeenschap en sociale relaties in de stad. Den Haag: Dr. Gradus Hendriks-stichting

Bolt, G., 2004. Over spreidingsbeleid en drijfzand. Migrantenstudies, 20 (2), 60-73

Bourdieu, P., 1983. The forms of capital. In: J.G. Richardson, eds. Handbook of theory and research for the sociology of education. New York: Greenwood Press, 241-258 Bovenkerk, F. et al., 1985. Vreemd volk, gemengde gevoelens: etnische verhoudingen in een grote stad. Amsterdam: Boom Bulmer, M.,1986. Neighbours: the work of Philip Abrams. Cambridge: Cambridge University Press

Buys, A. en J. van der Schaar, 2004. De woonplaats als gemeenplaats. In: J.W. Duyvendak en M. Huurenkamp. Kiezen voor de kudde: lichte gemeenschappen en de nieuwe meerderheid. Amsterdam: Van Gennip

Niet langer met de ruggen naar elkaar Coleman, J., 1974. Power and the structure of society. New York: Norton

Cook, M., 1978. Sexual attraction. Oxford: Pergamon Press

Coyle, G.L., 1930. Social process in organized groups. New York: Richard R. Smith

Dagevos J., 2003. Op de golven van de conjunctuur: de werkloosheid onder minder- heden en ontwikkelingen in het beleid. Tijdschrift voor arbeidsmarktvraagstukken, 19 (4), 350-366

Distelbrink M. en E. Hooghiemstra, 2005. Allochtone gezinnen: feiten en cijfers. Den Haag: Nederlandse Gezinsraad

Donselaar J. van en P. R. Rodrigues, 2004. Monitor racisme en extreem-rechts: zesde 68 rapportage. Leiden: Anne Frank Stichting

RMO Doorn, J.A.A. van, 1955. Wijk en stad: reële integratiekaders? Prea-adviezen voor het congres over sociale samenhangen in nieuwe stadswijken 17 december 1955. Amsterdam: Instituut voor sociaal onderzoek van het Nederlandse volk, 60-85 advies 37

Duyvendak, J. W. en R. Rijkschroeff, 2004. De bronnen van het integratiebeleid. Sociologische Gids, 51(1), 3-17

Engbersen, G., E. Snel en A. Weltevrede, 2005. Sociale herovering in Amsterdam en Rotterdam: één verhaal over twee wijken. Den Haag/Amsterdam: WRR/Amsterdam University Press

Fischer, C.S., 1982. To dwell among friends: personal networks in town and city. Chicago: University of Chicago Press

Forbes, H.D., 1997. Ethnic conflict, commerce, culture and the contact hypothesis. New Haven: Yale University Press Gunsteren, H. van, 1998. A theory of citizenship: organizing plurality in contemporary democracy. Boulder: West View Press Gijsberts, M. en J. Dagevos, 2004. Concentratie en wederzijdse beeldvorming tussen autochtonen en allochtonen. Migrantenstudies, 20 (3), 145-168

Hazeu, C.A. et al., 2005. Buurtinitiatieven en buurtbeleid in Nederland anno 2004 : analyse van een veldonderzoek van 28 casussen. WRR, Webpublicatie 7

Homans, G., 1951. The human group. London: Routledge

Imamopleiding in Nederland: persbericht van het Ministerie van Justitie 13 december 2004

Jacobs, J., 1994. The death and life of the great American cities. Harmondsworth: Penguin. Eerste druk 1961

Janssens, J. en M. Bottenburg, 1999. Etnische tweedeling in de sport. Arnhem: Literatuur NOC*NSF

Kleinhans, R., L. Veldboer en J. W. Duyvendak, 2000. Integratie door differentiatie? Een onderzoek naar de sociale effecten van gemengd bouwen. Den Haag: Ministerie van VROM 69 Kleijwegt, M., 2005. Onzichtbare ouders: de buurt van Mohammed B. Amsterdam:

Plataan Uitgeverij RMO

Laan Bouma-Doff, W. van der, 2005. De buurt als belemmering? De samenhang tussen advies 37 etnische concentratie en integratie. Assen: Koninklijke Van Gorcum

Laan Bouma-Doff, W. van der en S. van der Laan Bouma, 2005. Concentratie versus integratie: vormt ruimtelijke concentratie van allochtonen een rem op de integratie in de Nederlandse samenleving? In: B. Brassé, en H. Krijnen. Gescheiden of gemengd? Een verkenning van etnische concentratie op school en in de wijk. Utrecht: Forum.

Lelieveldt H. en H. van der Kolk, 2005. Structureel sociaal kapitaal en het oplossen van buurtproblemen. In: B. Völker, red. Burgers in de buurt: samenleven in school, wijk en vereniging. Amsterdam: Amsterdam University Press

Lemert, Ch.,1995. Sociology after the crisis. Bouldner: Westview Press

Loopmans, M., 2000. Het bedrog van de buurt. Agora 16 (3), 26-28 Mannheim, K.,1996. The problem of generations. In: W. Scollors, eds. Theories of ethnicity: a classical reader. Londen: Macmillan Press, 109-155. Eerste druk 1928

Mateman, S. et al., 2004. Evaluatie Stimuleringsprojecten Allochtone Groepen: eind- rapport. Leiden: Regioplan

May, J., 1996. Globalization and the Politics of Place: Place and Identity in an Inner London Neighbourhood. Transactions of the Institute of British Geographers, 21(1), 194-215 Niet langer met de ruggen naar elkaar

Merton, R.K.,1968. Social theory and social structure. New York: The Free Press. Herziene en uitgebreide druk, eerste druk 1949

Mijnheer, E., 2004. Kansrijk heeft geen kleur: verzamel- en uitzonderingswet maakt spreiding op basis van inkomen mogelijk. Zorg + Welzijn 10(11), 14-15

Niekerk, M. van, Th. Sunier en H. Vermeulen, 1989. Bekende vreemden: Surinamers, Turken en Nederlanders in een naoorlogse wijk. Amsterdam: Het Spinhuis

Nota weerbaarheid tegen radicalisering van moslimjongeren, 2005. Den Haag: Ministerie van Justitie

70 Onderwijsraad, 2005. Bakens voor spreiding en integratie: mogelijkheden en grenzen van spreidingsbeleid in het onderwijs. Den Haag: Onderwijsraad RMO Paulle, B., 2003. Anxiety and intimidation in the Bronx and the Bijlmer: an ethnographic comparison of two schools. Amsterdam: Amsterdam University Press advies 37

Pels, T., 2003. Respect van twee kanten: een studie over last van Marokkaanse jongeren. Assen: van Gorcum

Pettigrew, T.F., 1980. The sociology of racerelations. reflections and reform. New York: Free Press

Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, 2000. Aansprekend burgerschap: de relatie tussen organisatie van het publieke domein en de verantwoordelijkheid van burgers, advies 10. Den Haag: Sdu

Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, 2003. Inburgering: educatieve opdracht voor nieuwkomer, overheid en samenleving. Den Haag: RMO Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, 2004. Verschil in de verzorgingsstaat: over schaarste in de publieke sector, advies 30. Den Haag: Sdu.

Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, 2005. Eenheid, verscheidenheid en binding: over concentratie en integratie van etnische minderheden in Nederland, advies 35. Den Haag: Sdu

Regioplan Beleidsonderzoek, 2005. Etnische minderheden op de arbeidsmarkt: beel- den en feiten, belemmeringen en oplossingen: eindrapport. Den Haag: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Rutten, S. en D. Peters, 2005. Spreiden is geen kinderspel: een analyse van succes- en faalfactoren in gemeentelijk beleid betreffende etnische segregatie in het onder- wijs. In: Onderwijsraad. Spreidingsmaatregelen onder de loep: studie. Den Haag: Onderwijsraad

Scheffer, P., 2004. De wet van de grote getallen: segregatie en samenhang in de steden:

essay ter gelegenheid van SEV Transforama. Rotterdam: SEV Literatuur

SEV, 2005. Pak eens een keer groot uit! Het Experiment, 21(3), 8-10

Sociaal en Cultureel Planbureau, 2003. Rapportage minderheden 2003. Den Haag: Sdu 71 Sociaal en Cultureel Planbureau, 2004. In het zicht van de toekomst: Sociaal en

Cultureel Rapport 2004. Den Haag: Sdu RMO

Sociaal en Cultureel Planbureau, 2005a. De sociale staat van Nederland 2005. advies 37 Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau

Sociaal en Cultureel Planbureau, 2005b. Uit elkaars buurt: de invloed van etnische concentratie op integratie en beeldvorming. Den Haag: SCP

Sociaal en Cultureel Planbureau, WODC en CBS, 2005c. Jaarrapport Integratie 2005, Den Haag: SCP/WODC/CBS

Smissaert, C. et al., 2005. Spreiding in Nederland: mogelijkheden en onmogelijkheden voor de overheid op landelijk en lokaal niveau. In: RMO, 2005. Eenheid, verscheiden- heid en binding: over concentratie en integratie van etnische minderheden in Nederland. Den Haag: Sdu

Stichting Trendmeter, 2004. Trendmeter van het middenbedrijf. www.motivaction.nl. Oktober 2004. Swaan, A. de, 1995. Widening circles of identification: emotional concerns in socioge- netic perspective. Theory, Culture & Society 12(2), 25-39

Sztompka, P., 1999. Trust: a sociological theory. Cambridge: Cambridge University Press

Troonrede uitgesproken op 17 September 2002. Trouw, 18 september 2002, 22 Niet langer met de ruggen naar elkaar

Tweede Kamer, 2003-2004, 27 925, nr. 10. Bestrijding Internationaal Terrorisme.

Tweede Kamer, 2003-2004, 28 689, nr. 9. Bruggen Bouwen: eindrapport van de Tijdelijke Commissie Onderzoek Integratiebeleid (Commissie Blok).

Tweede Kamer, 2003-2004, 28 689, nr. 17. Onderzoek integratiebeleid: bevat kabinets- reactie op het eindrapport Bruggen Bouwen

Tweede Kamer, 2004-2005, 29203, nr. 23. Rapport Integratiebeleid etnische Minderheden: reactie van Minister de Geus op de motie Koser-Kaya

Tweede Kamer, 2004-2005, 30091. Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke proble- matiek (Rotterdamwet) 72 Tweede Kamer, 2005-2006, 30 304, nr. 4. Jaarnota integratiebeleid 2005: kabinetsreactie

RMO op het advies 'Eenheid, verscheidenheid en binding' van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling advies 37 Veldboer, L., N. Boonstra en J.W. Duyvendak, 2003. Agressie in de sport: fysieke en verbale agressie in de Rotterdamse amateursport: ervaringen en verklaringen. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut

Veldboer, L. en J.W. Duyvendak, 2004. Wonen en integratiebeleid: een gemengd beeld. Sociologische gids 51 (1), 36-52

Walle, S. van der, 2004. Perceptions of Administrative Performance: the key to trust in government? Leuven: Faculty of Social Sciences

Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, 2005. Vertrouwen in de buurt Amsterdam: Amsterdam University Press

Zunderdorp R. en A. van Bruggen, 2003. Sectorale, lokale en departementale initia- tieven rond waarden en normen. Den Haag: Forum voor democratische ontwikkeling http://www.21minuten.nl/21minuten/index.asp? Geraadpleegd in november 2005 http://initiatieven.zestienmiljoenmensen.nl/zoekform-rvd.jsp Geraadpleegd in november 2005 Literatuur

73 RMO advies 37

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 74 Bijlage 1: Adviesvraag

75 RMO advies 37 Bijlage 1: Bijlage Adviesvraag

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 76 Bijlage 1: Adviesvraag

77 RMO advies 37

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 78 Bijlage 2: Reflecties over eenheid (en verscheidenheid)

79 RMO advies 37 Bijlage 2: Bijlage (en verscheidenheid) Reflecties over eenheid over Reflecties le ë burgers van per- van ver- essenti ren. Over de inhoud ë (en verscheidenheid) stelden we dat het gemeenschappelijke kader gemeenschappelijke stelden we dat het bij de omgang met maatschappelijke conflicten, in gevallen waarin de wet niet conflicten, in gevallen waarin met maatschappelijke bij de omgang Eenheid, verscheidenheid en binding Eenheid, verscheidenheid bestanddelen van de samenleving overeind gehouden worden, ook in tijden bestanddelen van de samenleving overeind andering (zie SCP 2005a).burgersbij veel veranderingen leiden Snelle maatschappelijke tot een herbezinning op de essentialia van de samenleving. Er is simpelweg houvast nodig in tijden van snelle verandering. aan een dergelijk fundament is gemakkelijker behoefte te begrijpen dan dat de Deze met zekerheid laat defini zich inhoud van dit gemeenschappelijke (tot op zekere op andere plaatsen hoogte) kunnen aanleren in het onderwijs en soonlijke ontwikkeling. valt fundament van de democratie als gemeenschappelijk Het belang van de waarden migratie en redenering. De internationale van de volgende te begrijpen in het licht veranderingen leiden tot maatschappelijke andere deelprocessen van de modernisering die nadelig kunnen uitpakken burgers bepaalde groepen voor en bij hen tot onzeker- en dit wordt in specifieke wijkenheden leiden. Nederland verandert, van de grote steden de nieuwe winkels door immigranten, hun nakomelingen, belichaamd als het ware kopen, en dergelijke. zij hun waren zijn zichtbare Het die zij bemensen of waar veran- (tot in de gepersonifieerd door niet-westersederingen, als het ware allochtonen derde onbehagen en onzekerheid. met een zeker maatschappelijk generatie), die samengaan om zeker te stellen dat In die constellatie ontstaat bij veel burgers behoefte voorziet. In de tweede plaats verwijst het concept van democratisch burgerschap naar burgerschap In de tweede plaats verwijst het concept van democratisch voorziet. belangrijke en die die kunnen worden overgedragen deugden en vaardigheden Democratische basiswaarden Democratische Allereerst van de RMO is tweeledig. van de democratie. De stelling de basiswaarden gebruiken te basiswaarden als gedeeld referentie- In de eerste plaats zijn democratische kader In de epiloog gaven we reeds aan dat 'verbinden' deel uitmaakt van het krachtenveld deel uitmaakt van dat 'verbinden' we reeds aan gaven In de epiloog eenheid en brengt Verbinden behoren. en 'verscheidenheid' tevens 'eenheid' waartoe de noodzakelijke en verbindingen zijn samen, zowel die verscheidenheid voorwaarde werken bijlage laat floreren. In deze aspect 'een- we het eenheid als verscheidenheid van de regering doen dat naar aanleiding van de vervolgadviesvraag We heid' nader uit. zijn. te kunnen of volledig te willen pretenderen uitputtend zonder (zie bijlage 1), echter In Reflecties over eenheid eenheid over Reflecties bestaat uit drie elementen: democratische basiswaarden, de gedeelde taal en gemeen- de basiswaarden, democratische bestaat uit drie elementen: schappelijke dus dat laten nader ingegaan, verhalen. Op de taal zijn we in de hoofdtekst staan we inhoud van de andere twee elementen Bij de we hier buiten beschouwing. langer stil. hier wat

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 80 Bijlage 2: Reflecties over eenheid (en verscheidenheid)

81 RMO advies 37 hter menings- we het wel weer eens zijn. moeten concept. Er zijn talloze concurrerende concept. Er zijn talloze Het gaat vervolgens om de ruimte voor verschil om de ruimte voor vervolgens Het gaat 1 essentially contested -denken kritiekloos ondersteunde. dat het cultiveren van verschil laissez faire godsdienstvrijheid, demonstratierecht en dergelijke. godsdienstvrijheid, demonstratierecht Let op: dit klinkt omvattend, maar is feitelijk excluderend. Jongeren, vreemdelingen en niet toerekeningsvatbare maar is feitelijk excluderend. Jongeren, op: dit klinkt omvattend, Let personen buiten. vallen hier bijvoorbeeld behoudens ieders de wet. Dit houdt dus in dat we in een verantwoordelijkheid voor ons tegen de borst tolereren - ook indien ze stuiten - binnen de democratie verschillen geldt politieke met respect meerderheidsbesluitvorming, Verder marges van de wet. op geschraagd De democratie is in de westerse de minderheid. voor wereld voorts de vrijheid van menings- de vrijheid van vergadering, zoals specifieke vrijheidsrechten, uiting, Een belangrijk deel van van democratie valt veel te zeggen. Over de verdere invulling de vraag naar de kernde politieke over en de reikwijdte discussie in de democratie gaat van debat van de democratie. Het is een in essentie omstreden begrip dat onderwerp is die waarden, dat de beperkte democratische onverlet en politieke strijd. Dit laat echter concepties van democratie in omloop. Dit laat echter onverlet dat de hedendaagse onverlet Dit laat echter concepties van democratie in omloop. allereerst Het gaat om fundamentele waarden. democratie is gebouwd op een aantal de gelijkheid van alle burgers. Het aantrekkelijke democratie is dat het in eerste van de notie van instantie een inhou- is in eerstedelijk onbepaald begrip is. De democratie leeg. De democratie is instantie mogelijk maakt onder de conditie dat de een procedure die besluitvorming Er was daarbij te weinig oog voor de noodzaak van sociale samenhang en te veel sociale samenhang de noodzaak van te weinig oog voor daarbij Er was jaren, In de laatste de erkenning voor identiteiten en rechten. van culturele aandacht en de toegenomen binnenlandse problema- Center Trade World na de aanslag op het te zien. beweging van minderheden, is een tegenovergestelde tisering van de positie uitvlakken. moeten en kunnen zou sociale verschillen de overheid Nu lijkt het soms alsof en van verschillen de onvermijdelijkheid is er te weinig oog voor In het huidige debat vertegenwoordigen. die ze de positieve waarde voor te weinig waardering fundament dat een bieden ons inziens een bruikbaar van de democratie De waarden maakt. mogelijk en daardoor verscheidenheid eenheid schept beperkte en robuuste definieert cultuur scherp de democratische de essentialia van de overheid Wanneer angstige burgers zij naar twee zijden: naar en naar de communiceert en bewaakt, bij horen. Zij communiceert er eindelijk echt ze afvragen wanneer nieuwkomers die zich naar angstige burgers cultuur niet ter kenmerken dat de cruciale van de democratische en immigratie. Zij maakt bovendien discussie staan, ook in tijden van modernisering maar ook aan welke aan nieuwkomers hier van hen wordt verwacht, duidelijk wat de Nederlandse samenleving is gebonden. beperkingen de drang tot inpassing in verschillen kunnen blijven voortbestaan. In dat opzicht is het met de democratie In dat opzicht kunnen blijven voortbestaan. verschillen ec het hebben om regel is dat we het recht leugenaar: de met de Kretenzer gesteld zoals met elkaar die regel oneens te zijn, maar over zullen we al snel van mening verschillen. In de analyse van de RMO bestond er in het bestond de RMO analyse van In de verschillen. van mening we al snel zullen essentieel de vraag wat voor denken aandacht het verleden te weinig integratie in over leidde tot een van verschillen waardering overmatige samenleving. De deze is voor van soort De democratie is een 1 . Het don't's bestreden, maar ren naar plaats en ë onaanvaardbaar do's n van burgerschap - n van burgerschap ë Omgekeerd echter kan men ook betogen dat in Omgekeerd echter 2 ntegreerd of wat dies meer zij vinden, maar er is dies meer zij vinden, maar ntegreerd of wat ï Overigens, ook indien men deze positie zou betrekken, immigranten en leden van minderheidsgroepen nog positie zou is het voor Overigens, ook indien men deze te kunnen gevallen te nemen of op zijn minst in voorkomende gewoonten over om gangbare steeds buitengewoon nuttig in sociale domeinen beheersen, verbetert mensen de geldende sociale codes en omgangsrituelen Wanneer hanteren. netwerken,dit hun kansen en dergelijke de arbeidsmarkt op nuttige aanzienlijk. Het weigeren handen van vrouwen te ook kleding- en houdingsaspecten (handen in de zakken, maar op de stoel tijdens een onderuit hangen schudden, iemands sociale acceptatie en kansengesprek) zijn sterk bepalend voor in sociale domeinen. Het vermogen om te goed ontwikkeld is doorgaans bij kinderen uit middenklassengezinnen en biedt hen in gedragsrepertoires schakelen de arbeidsmarkt. op onder meer voordelen geen reden waarom van een imam in deze situatie kan een imam in deze van verlangd om specifieke worden geen reden waarom begroetingsrituelen toe te passen. en tijd. De toepassing van de democratische waarden vraagt steeds om een specifieke waarden van de democratische en tijd. De toepassing niet kan vooraf de uitkomst in conflictgevallen vaststaan. afweging, waarbij weigert gronden die op religieuze een imam Neem een controversieel recent voorbeeld: Vreemdelingenzaken en Integratie de hand te schudden. om de vrouwelijke minister van In dit geval kan privaat dat beleefdheidsvormen men enerzijds betogen zijn en niet andere Indien de imam een cultuur. van de democratische behoren tot de essentialia het zij zo. de minister te betuigen: voor verkiest om zijn respect beleefdheidsvorm dom, onge Dat kunnen we lomp, dit geval niet de specifieke beleefdheidsvorm de brandende kwestie was, maar juist dit geval niet de specifieke de brandende kwestie was, beleefdheidsvorm van de gelijkheid van burgers, waarde dus de de onderliggende democratische dient wel te worden geres- norm En die democratische gelijkheid van man en vrouw. dit perspectief de geweigerde hand dus een was Vanuit pecteerd. middelen kan dat niet met wettelijke worden Het is een affront affront. kan men wel op de genoemde grond bezwaar maken. waartegen kan manieren op twee handschudkwestie deze Met andere woorden, de afweging in van de democratie een gemeenschappelijk eindigen. Belangrijk is wel dat de waarden referentiekader naar dergelijke bieden waarmee alledaagse conflicten kan worden van de democratie en de meten conflictgevallen af aan de waarden We gekeken. we nog steeds menen dat en waarvan zijn vastgelegd in het recht ze normen zoals zijn conflicten niet de wereld uit, maar ontstaat wel een moeten gelden. Daarmee ze in het publieke In concrete situaties domein, dus afwegingskader. gemeenschappelijk op werkplekken kunnen mensen die waarden en binnen verenigingen, op scholen, met handelingsconflicten op basis van religieuze, gebruiken moeten omgaan zij wanneer of andere gronden. culturele, etnische beleid bieden voor van de democratie aangrijpingspunten De vraag of de waarden of andere publieke overheden instanties, kanvoor worden beantwoord vanuit de is gebaseerd op de juridische De democratie burgerschap. notie van democratisch Theorie burgers. (niet feitelijke!) gelijkheid van democratische specifieke competenties toe aan burgers. ook daar zijn er weer vele van - schrijven zijn afwegingen, zoals de grondwet (en zoals vervat in de grondwet), waarmee we de grondwet), waarmee vervat in (en zoals de grondwet zoals zijn afwegingen, en zullen vari De uitkomsten kunnen kunnen beoordelen. conflicten hierboven zijn geformuleerd, deel uitmaken van verschillende concepties van democratie. concepties uitmaken deel geformuleerd, zijn hierboven van verschillende bruikbaar als afwegingskader dit betoog - zijn en dat is de crux van - waarden Deze antwoord voorziet. de wet niet in een waar in gevallen conflicten bij maatschappelijke besluitenlijstje met van niet tot een soort leiden waarden Deze 2

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 82 Bijlage 2: Reflecties over eenheid (en verscheidenheid)

83 RMO advies 37 is le vergader- ë nuttige ficties nuttige beperkte conceptie van burgerschap beperkte conceptie n veel te beperkt als gemeenschappelijk é (Blokland 2000; Van de Walle 2004). Het is ten slotte ook niet zo dat alle 2004). ook niet zo Het is ten slotte Walle de Van (Blokland 2000; é n regionalisering - maar ook in vroeger dagen - is het nationale niveaun regionalisering - maar ook in vroeger van de identificatiekader: solidariteit op dat niveau is empirisch bepaald geen feit. identificatiekader: niveau solidariteit op dat is empirisch allemaal wel het geval dat we in een democratie doen alsof dit Dit alles laat onverlet is. Burgers worden als gelijke individuen aangesproken, gelijke hebben in mate recht en onderling verbonden als gelijkwaardige hun mening te uiten en worden voorgesteld aannames zijn derhalve Deze politiekeleden van dezelfde gemeenschap. Nederlandse burgers lotsverbonden zijn met elkaar. In tijden van internationalisering Nederlandse burgers lotsverbonden zijn met elkaar. é tegelijk veel te ruim politieke gemeenschap setting kan zeer afwijken van zijn of haar oprechte mening na afloop op straat of in kan afwijken zeer van zijn of haar oprechte setting het caf gegrondvest op drie noties. In de eerste op drie noties. gegrondvest wordt de persoon plaats als individugezien individueel aangesprokendaarvan. of juist het nalaten op zijn handelen recht, en, in het vandaar dat hij wordt de persoonIn de tweede plaats als oordeelkundig beschouwd; kan wordt de republiek voorgesteld hebben. In de derde plaats stemrecht bijvoorbeeld burgers. van lotsverbonden individuen, zijn weliswaar Het als een gemeenschap maar hun individueel andere leden van de politieke lot is verbonden met dat van de gemeenschap. zijn, zin waar drie noties a. niet in empirische dat deze beseffen Het is belangrijk te naar ontwikkelbare en c. verwijzen ficties zijn in de democratie vermogens. b. nuttige Om met het eerste burgers dat te beginnen: het is natuurlijk niet zo in essentie auto- nome individuen Mensen zijn onderdeel van zijn of ernaar streven dat te worden. die in wezenlijkeallerlei familiale en sociale verbanden mate hun stempel drukken op de externe trachten we zouden Wanneer het gedrag en de keuzen van het individu. van de persoonfactoren als het ware te pellen, dan verdwijnt ook de uniciteit van af het individu. kern Het is niet mogelijk een van het individu onafhankelijk te isoleren dat burgersvan zijn omgeving. Het is ook niet zo oordeelskundig zijn. Over de meeste Toevallige weten mensen weinig tot niets. zij een mening ventileren, zaken waarover oppo- de verdwenen stropdas van de bijzaken (het kapsel van de minister-president, de uitslag van een belangrijke en de voetbalwedstrijd maar ook het weer, sitieleider, iemands een oordeel wordt geformuleerd) zijn sterk bepalend voor context waarbinnen mening van een persoon een offici in bijvoorbeeld oordeel. De oprechte die de democratie mogelijk maken. Wanneer we individuen behandelen als zouden Wanneer die de democratie mogelijk maken. Wanneer hebben. het de groepen zijn die stemrecht leden van groepen, dan zouden we werkelijk slechts oordeelsvermogen van burgers verlangen, dan zouden zouden we lotsverbondenheid werkelijk hebben. En wanneer verstandige burgers stemrecht in een complex, veranderlijk rechtsstaat als maat nemen, dan vervalt de democratische en instabiel eilandenrijk van primaire verbanden. Deze competenties zijn geen kenmerken die de overheid of die scholen op personen op kenmerken zijn geen competenties Deze of die scholen die de overheid publieke wel naar ontwikkelbare waaraan vermogens verwijzen kunnen plakken, maar ze kunnen bijdragen. instanties hoe een laat zien Gunsteren (1998) Herman van . De schippers van De schippers of Het Schnitzelparadijs en Abeltje Shouf Shouf Habibi! nformeerdheid en horen ook de vaardigheden om en horen ook nformeerdheid ï ntatie op een gemeenschappelijke identiteit en geschiedenis ntatie op een gemeenschappelijke ë , en deels tot de verbeelding van de hedendaagse multiculturele werkelijk-, en deels tot de verbeelding van de hedendaagse grote steden, met films als ntatie op het verleden, zoals bij recente films als bij recente films ntatie op het verleden, zoals ë heid in de de Kameleon Klaarblijkelijk roepen moderniseringsprocessen in deze tijd een behoefte op aan Klaarblijkelijk tijd een behoefte roepen moderniseringsprocessen in deze trend is ook om na te denken wie 'wij' zijn. Deze over identificatie en een behoefte commissie besloten een bijvoorbeeld heeft De overheid in het overheidsbeleid. zichtbaar als taak om commissie heeft Deze 'Ontwikkeling Nederlandse Canon' in te richten. het geheel van belangrijke personen, teksten, kunstwerken, verschijnselen voorwerpen, ontwikkeld heeft en processen vast te stellen, die tezamen laten zien hoe Nederland zich Identificatie door gemeenschappelijke verhalen Identificatie door gemeenschappelijke tot gemeen- rubriceerden, is toegang Het andere element dat we onder 'eenheid' advies dat er in de maatschappij in het vorige noteerden We verhalen. schappelijke een duidelijke herori in film en televisie, in de literatuur, te nemen. Dit is zichtbaar van Nederland valt waar en dergelijke.in verkiezingen van de grootste Nederlander Deels leidt dit tot een herori Deze nuttige ficties verwijzen voorts, en dat is hier de kern, en dat is bij burgers naar voorts, ontwikkel- verwijzen ficties nuttige Deze bare aan de ont- kunnen bijdragen en overheden verenigingen Scholen, vermogens. zijn, hebben burgers 'oordeelkundig' te wikkeling Om bijvoorbeeld vermogens. van deze niveau. ieder op zijn of haar nodig, vaardigheden Bij oordeel- kennisen analytische van ge waarde de hoort kundigheid kennis over publieke kwesties op te doen, te ordenen, te beoordelen en te vertalen naar kennis publiekeover en te vertalen te ordenen, te beoordelen kwesties op te doen, 'individualisme'een standpunt. Of het in de samenleving moet worden aangemoedigd, van individueel de waarde verantwoordelijkheidsbesef is een politieke kwestie. Echter, en de democratie cruciaal. Dit individueel ver- het eigen gedrag is in het recht voor kanantwoordelijkheidsbesef 2000). RMO gestimuleerd (zie daarvoor ook worden En daarin kan Ook de en gemeenschapszin. van solidariteit is er de waarde ten slotte ondersteunenoverheid of juist door te ontregelen om zo door te regelen, te belonen krachten. ruimte te maken maatschappelijke voor hebben verder nagedacht overwegingen dat we in de voorgaande Afsluitend stellen we betekenis de inhoud en van de democratie als eenheidsscheppend over de waarden van stond, zijn bestek dat ons hier ter beschikking element in het integratiebeleid. In het ingewikkelde dit zeer thema. van stof geweest over we noodgedwongen vrij kort brengen. In de eerste van punten wilden we naar voren plaats dat de waarden Twee de democratie te gebruiken zijn als gedeeld referentiekader met maat- in de omgang toelaat- De vraag wat de wet niet voorziet. conflicten, in gevallen waarin schappelijke is, dient vanuit dit kader worden beantwoord en zal te problematisch baar is en wat In de tweede plaats hebben uitkomsten leiden. in concrete situaties tot verschillende verwijst naar belangrijke deugden burgerschap we willen laten zien dat democratisch burgersen op andere plaatsen waar en vaardigheden die in het onderwijs worden en (tot op zekere hoogte) aangeleerd. kunnen worden overgedragen gevormd

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 84 Bijlage 2: Reflecties over eenheid (en verscheidenheid)

85 RMO advies 37 n é Ik “ in de , en veel bieden. In de VS bieden. In de . Met andere woorden, politieke systeem, de in Nederland vermoedelijk te groot - maar col- in Nederland vermoedelijk te groot - maar 3 ” community zijn. Het risico dat in een dergelijk proces van zelfreflectie zijn. Het risico dat in ren van wie 'wij' zijn, is alleen mogelijk wanneer we ook is alleen mogelijk wanneer ren van wie 'wij' zijn, ë verbinding die kaders sociale identificatie voor niet n bereikbaar beeld van Nederland te schetsen. Cruciaal is dat dit beeld n bereikbaar beeld van Nederland te schetsen. é Citaat afkomstig van http://www.canonvannederland.nl besloten ligt, is derhalve dat de cirkelbesloten ligt, is derhalve te nauw wordt getrokken van identificatie en zou andere minderheden buitensluit. Daarmee of tot etnische mensen die behoren schieten. in de voet dit project zichzelf open voorstelling dat een collectieve voldoende van wie wij zijn, mits is het zo Tegelijk geformuleerd dat nieuwkomers toe kunnen geformuleerd en mits zo hier ook toegang denk na over immigratie. Daarom luidt de opdracht: is in tijden van krijgen, nuttig handreikingen voor vorm van kennis van de Nederlandse geschiedenis en het cultureel erfgoed van kennisvorm van de Nederlandse geschiedenis juist in de periode van toelating van vreemdelingen is het nodig om een realistisch, juist in de periode van toelating van vreemdelingen aantrekkelijk de biedt voor ook een richtsnoer maar vooral niet alleen het verleden conserveert, toekomst. Verbinden tussen verscheidenheid en eenheid tussen verscheidenheid Verbinden samenleving slot merken verbinden in een multi-etnische wij op dat een advies over Tot De toegenomen diversiteit heeft. is de bron van maat- als startpunt 'verscheidenheid' Het leidt tot een toenemende maatschappelijke onrust en tegenstellingen. schappelijke kleurende onderlinge beelden tussen bevolkingsgroepen. en tot negatiever segregatie dat vragen van integratie, eenheid en verbinden relevant worden. Het is in dit licht kan verbinden vorm hebben in dit advies willen nadenken manieren waarop over We Aan het slot gekomen willen we nog- condities. eenheidsscheppende krijgen en over Deze uitingen van nationale zelfreflectie voorzien blijkbaar in een behoefte. Wel is Wel blijkbaar in een behoefte. voorzien zelfreflectie uitingen van nationale Deze met insluiting altijd samengaat proces van zelfreflectie duidelijk dat een dergelijk stel mij een canon voor die uit drie concentrische cirkels die De elementen bestaat. uit drie concentrische die canon voor stel mij een de kern ik bij kerndoelen betrek ervan vormen, De tweede en examenprogramma's. programma kunnen ook nog in hun daarnaast cirkel scholen elementen die biedt De derde cirkelopnemen. onderwijs en kanreikt verder dan het andere instellingen en dergelijke)(musea, media activiteiten inspireren bij hun daardoor de impact en van een canon versterken. uitsluiting. Het defini tot het land waarin we nu leven. De minister lichtte haar opdracht als volgt toe: volgt als haar opdracht minister lichtte De we nu leven. land waarin tot het achtergronden van maatschappij-inrichting, geschiedenis en kunst geschiedenis van maatschappij-inrichting, achtergronden lectieve verhalen, feesten en identiteiten met een insluitende in plaats van uitsluitende lectieve verhalen, feesten en identiteiten zo dus, VS heel goed. Leg Dat kanwerking, zijn natuurlijk wel belangrijk. men in de luidt ons advies, in de inburgeringscursussen meer het accent op burgerschap minder op de huidige normen en waarden van of je je wel of niet aan je buren moet minder op de huidige normen en waarden veel meer op de werking van het je voorts voorstellen. Richt lijkt men daarin beter te slagen. Nu zullen wij nooit Amerikanen is - daarvoor worden wij nooit lijkt men daarin beter te slagen. Nu zullen over de onverschilligheid beschrijven wie wij beschrijven 3 n doel had: nadenkenn doel condities de over éé maals onderstrepenmaals exercitie deze dat waaronder maatschappelijke verscheidenheid in de toekomst niet langer als een mul- niet langer als in de toekomst verscheidenheid maatschappelijke waaronder maar kan te worden gezien, van de tot het feest uitgroeien drama hoeft ticultureel condities scheppen maatschappelijke het daarom: gaat uiteindelijk Want ongelijkheid. kan floreren. verscheidenheid waaronder

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 86 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact

87 RMO advies 37 lsen Dogan ü Bijlage 3: Bijlage Enschede/Utrecht, 2005 oktober Universiteit Twente/ Verwey-Jonker UniversiteitVerwey-Jonker Twente/ Instituut om interetnisch contact te bevorderen contact te om interetnisch Erik Snel en Nanne Boonstra m.m.v. G Erik Snel en Nanne Boonstra m.m.v. Een onderzoek over initiatieven en beleidsprojecten initiatieven over Een onderzoek De waarde van interetnisch contact interetnisch van De waarde van l, zo é Wat bindt Wat “ Eenheid, verscheiden- Over de waarde van culturen Over de waarde n integratie' (vgl. Kabinetsreactie op het advies 'Eenheid, verscheidenheid, op het advies 'Eenheid, verscheidenheid, n integratie' (vgl. Kabinetsreactie é , onbeweeglijke politieke compromissen, die het spreidings- (RMO 2005). dat in de grote steden sprake is van raad constateert De strategie - een strategie die zich het beste kan richten op het organiseren het beste kan richten strategie - een strategie die zich ” Zeker na de moord op Theo van Gogh, in november 2004, in november Theo van Gogh, is het zeer Zeker na de moord op 1 raad, dat het spreidingsbeleid niet meer kan zijn dan een onderdeel van een De Nederlandse regering onderschrijft het belang van binding-bevorderende De Nederlandse regering onderschrijft Deze spanning tussen gemeenschappelijkheid en verscheidenheid doet zich en verscheidenheid spanning tussen gemeenschappelijkheid Deze politieke immobilia Het kabinet onderschrijft overigens niet de analyse van de RMO dat etnische concentratie in de grote steden (deels) niet de analyse van de RMO dat etnische overigens Het kabinet onderschrijft is. Men wil 'spreiding onvermijdelijk binding' van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling dd. 20 september 2005.) (RMO), Maatschappelijke voor binding' van de Raad een vergaande en in zekere mate onomkeerbare etnische concentratie en segregatie. en in zekere mate onomkeerbareeen vergaande etnische is tegen te gaan, om de segregatie thans inzet Het spreidingsbeleid, dat de regering en zal dat in de toekomst hoogstens gedeeltelijk weinig effectief de RMO volgens spreidingsbeleid beperken. die de ruimte voor grenzen juridische zijn. Er zijn scherpe Er zijn beleid in de grote steden, vanwege is het spreidingsbeleid de weg staan. Bovendien in ontwikkelingen, Dat de mogelijkheden nauwelijks nog mogelijk. de demografische niet dat dus beperkt zijn, betekent een spreidingsbeleid echter de RMO voor volgens zijn. Het betekent onnodig zou onmogelijk of geheel evenmin dat spreiden volledig ontstaan, moet worden dat er in de grote steden 'parallelle samenlevingen' voorkomen burgers langs elkaar die volledig allochtone en voor eigen plekken autochtone voor w heen echter leven en het contact met elkaar hebben verloren. Het impliceert van dwarsverbanden in de samenleving. activiteiten. betoogt de omvangrijkere urgent de sociale samenhang en de binding van personen en groepen aan de Nederlandse samenleving te vergroten. Zo ontstond in 2005 het Breed Initiatief De tijden veranderen. In 1976 verscheen het boek verscheen veranderen. In 1976 De tijden Samenvatting Ton Lemaire. Het boek bevatte niet alleen een wetenschappelijke verhandeling over verhandeling een wetenschappelijke niet alleen Het boek bevatte Lemaire. Ton culturele eigenheid. behoud van voor een sterk pleidooi maar ook het cultuurbegrip, parel met een eigen bestaansrecht. een op zich, waarde Iedere cultuur is een is 'uit' en maakte Het oude multiculturalisme Inmiddels denken we daar anders over. contact. dialoog en interetnisch een interculturele voor nieuwe aandacht plaats voor pluriform is, maar samenleving weliswaar visie is dat de moderne bij deze Uitgangspunt niet los van elkaar groepen en culturen in de samenleving (mogen) dat de verschillende moet er ook een zekere van de moderne samenleving staan. Naast de verscheidenheid gemeenschappelijkheid deze bestaan. Over het fundament van gemeenschappelijkheid zijn de Nederlandse taal, cultuur, sommigen Voor de meningen. overigens verschillen samenleving, anderen van 'onze' uitgangspunt onwrikbaar en normen het waarden benadrukken dialoog rond vragen als: het belang van een interculturele ons eigenlijk? heid en binding bijzonder sterk gevoelen in de grote steden van ons land, zoals beschreven door de beschreven in de grote steden van ons land, zoals sterk gevoelen bijzonder Ontwikkeling (RMO) in haar advies Maatschappelijke voor Raad 1

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 88 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact

89 RMO advies 37 bonden ge n autochtonen) onderling contact n autochtonen) é bonden voelen met, maar ook bonden voelen . ver bridging en f is het iets anders, dan wel een bepaald deelaspect ó hier onder binding verstaan. leert Nadere overdenking wij bonding Zo'n brede opvatting van het concept binding bevordert echter de duidelijk- echter bevordert van het concept binding Zo'n brede opvatting 2 Kabinetsreactie, p. 9. Kabinetsreactie, Onderhavige studie beoogt bestaande initiatieven van lokaleOnderhavige studie en andere (ook overheden stadswijken te versterken, om sociale binding in multi-etnische partijen particuliere) eerst doen, moet echter we dit kunnen Alvorens beschrijven. te brengen en te in kaart worden aangegeven wat heid niet. 'Sociale binding' dreigt een nieuw containerbegrip te worden waarvan containerbegrip te worden waarvan binding' dreigt een nieuw heid niet. 'Sociale er onder verstaan wat niemand precies weet Is sociale binding bijvoor- moet worden. beeld als 'integratie' hetzelfde van integratie? ons dat we minstens drie niveaus van sociale binding kunnen onderscheiden: ons dat we minstens drie niveaus van sociale binding kunnen onderscheiden: Identificatie binding op het niveau op de Sociale van (stedelijke) samenlevingen slaat ten slotte leden van minderheden zich mate waarin Sociale binding op het niveau en verenigingen slaat op de mate Sociale van organisaties in algemene tot en participeren krijgen leden van minderheden toegang waarin en buurt- politieke zoals en verenigingen, partijen, organisaties maatschappelijke literatuur wordt dit veelal aange- de sociologische In enzovoort. sportverenigingen, participatie. duid als maatschappelijke geheel (de stad, de Nederlandse samenleving) aan het grotere maatschappelijke voelen zij leven. waarin Participatie Sociale binding op het niveauSociale van individuen en groepen slaat op de mate waarin groepen (allochtonen leden van diverse etnische Interetnisch contact Interetnisch Maatschappelijke Binding, waarmee het kabinet het waarmee Binding, bijeenkomsten grote in een tweetal Maatschappelijke binding maatschappelijke voor inzetten en burgers organisaties allerhande die zich met elkaar bij dergelijke brengen. Het gevaar in contact wilde is brede initiatieven het kabinet dreigt. Zo stelt andere een dat vaak al snel begripsverwarring echter alleen niet RMO deed. Het gaat te geven dan de het begrip 'binding' aan invulling en gezamenlijke contacten activiteiten, het algemener om maar om (interetnische) betrekken van burgers als bij de samenleving en haar instellingen en organisaties geheel. hebben en informele sociale relaties met elkaarhebben en informele sociale relaties met dus niet om onderhouden. Het gaat van sociale netwerkensociaal contact en de vorming in het algemeen of om contac- van groepsoverstijgende sociale vorming ten binnen de eigen groep, maar om de vaak een onder- literatuur wordt in deze contacten en netwerken. In de sociologische gemaakt tussen scheid 2 gezegd dat gezegd niet 3 van het nagestreefde interetnisch beoogde gevolgen en de op het gevaar van een samenleving met enkel op het gevaar van en geen interne ë van deze studies is drieledig: welkevan deze om projecten en initiatieven ) tot stand te brengen. Het gaat bijvoorbeeld over straat- of buurtfeesten straat- over bijvoorbeeld ) tot stand te brengen. Het gaat berhaupt sprake zijn van interetnisch contact, dan moeten individuen en berhaupt sprakezijn van interetnisch ü probleemstelling beoogde intensiteit De bindingsladder is mede gebaseerd op eerder onderzoek van Duyvendak et al. naar integratie in de sport, effecten effecten van Duyvendak et al. naar integratie in de sport, De bindingsladder is mede gebaseerd op eerder onderzoek 2000;van herstructurering (vgl. Duyvendak et al., 1998; en Opzoomeren 2001). 'bridging' 3 1. ontmoeten Elkaar Wil er elkaar bevolkingsgroepen op zijn minst een keer ontmoeten. groepen van verschillende dat leden van De praktijk van veel gekleurde wijken in de grote steden is echter groepen elkaar niet kennenverschillende en niet met, maar langs elkaar of groeten initiatieven en daarom heen leven. De eerste trede van de bindingsladder betreft beleidsprojecten die beogen groepsoverstijgende ontmoetingen en contacten ( contact. We onderscheiden vier treden op onze bindingsladder. vier treden op onze onderscheiden We contact. Deze achtergrondstudie richt zich uitsluitend op sociale binding op het eerste op sociale binding op uitsluitend niveau, zich richt achtergrondstudie Deze beleidsactiviteiten we ons op en Meer specifiek richten contact. dus op interetnisch die sociale contacten organisaties van burgersandere initiatieven en maatschappelijke te De reden om ons burgers bevorderen. zouden en allochtone tussen autochtone en activiteiten initiatieven contact bevorderende primair is beperken tot interetnisch Daarmee is beperkt. studie was deze voor de tijd een pragmatische: interetnische contacten te stimuleren zijn er in vier geselecteerde steden en stads- zijn er in vier geselecteerde steden en contacten te stimuleren interetnische is er bekend de initiatieven en projecten? En wat over beogen deze Wat buurten? initiatieven en projecten? Om van deze (spin-off) en onbedoelde bijeffecten effecten diversede soms zeer en te te inventariseren projecten en initiatieven op dit gebied 'sociale-bindingsladder' we een ordenen, maken van wat gebruik we in het onderzoek initiatieven projecten en verschillende noemen. Het idee is dat de te beschrijven specifieke beoogt men alleen mensen van verschillende hebben. Soms doelstellingen groepen met elkaar duurzame sociale netwerken in contact te brengen, soms wenst men groepen te realiseren. en ondersteuningsrelaties van verschillende tussen mensen van elkaar betreft wat initiatieven verschillen Met andere woorden: de projecten en de en interculturele festivals, spontane ontmoetingsplekken maar ook over in de buurt leden van ver- waar of voetbalveld) een markt, bibliotheek, park, speelterrein (zoals groepen met elkaar in contact kunnen komen. etnische schillende de andere niveaus van binding (participatie en identificatie) of de door het kabinetde andere niveaus van binding (participatie gewenste betrokkenheid van burgers de hele samenleving onbe- bij en organisaties ook heel contact moesten ons beperken.langrijk zijn, maar we interetnisch Daarbij is (2004: en Feldstein Putnam 3) onder verwijzing Zo wezen samenlevingen. belangrijk voor naar Belfast en Bosni netwerken. contacten en sociale overbruggende De

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 90 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact

91 RMO advies 37 tevens wishful ). Dit is echter erg optimistisch ). Dit is echter 'meeting is mating' 'meeting is met elkaar in gesprek komen, ze misschien ontdekken minder van elkaar dat ze met elkaar misschien in gesprek komen, ze n erop toe te zien dat deze regels gehandhaafd worden. Bij de derde trede van de regels gehandhaafd n erop toe te zien dat deze 4. hulprelaties Wederzijdse contacten willen stimuleren, bijvoorbeeld beleidsmakersDe reden waarom interetnische (stedelijkedoor het gemengde bouwen in de stad herstructurering), is vaak de gedachte in de buurt. achterstandsgroepen zijn voor dat groepsoverstijgende contacten nuttig krijgen door veel niet-westerse zoals allochtonen, Mensen in achterstandssituaties, c.q. werkenden betere sociale kansen. Het idee informele contacten met autochtonen door informeel contact met werkendenis dat werklozen meer informatie en daardoor betere kansen als krijgen op de arbeidsmarkt of dat hoog opgeleide buurtbewoners Overigens hebben in de buurt. jongeren uit achterstandsgroepen rolmodel dienen voor sociologen diverse van groepsoverstijgende kanttekeningen contacten bij de waarde arme huishoudens juist sociale steun onder lotgenoten geplaatst. Enerzijds is voor dat groepsover- anderzijds is de gedachte het directe overleven, vaak belangrijk voor ontstaan in veel gevallen vanzelf stijgende contacten in gemengde buurten echt Nog weer een stap verder is dat interculturele ontmoetingen en contacten worden verder is dat interculturele ontmoetingen Nog weer een stap van zakengebruikt om concrete afspraken de gang en te maken, over bijvoorbeeld enzovoort. school, in de openbare ruimte, op in de buurt, (gewenste) omgangsvormen achtergronden met verschillende of schoolgenoten buurt- Het idee is dat wanneer 3. buurt de over maken Afspraken 2. kennen leren Elkaar met elkaar eenmaal contact mensen elkaar vaak dat wanneer Het idee is ze hebben, kennenook leren ( en waarderen bijeenkomsten waar diverse etnische groepen eten of kleding uit hun herkomstland groepen eten of diversebijeenkomsten waar etnische begrip krijgt initiatieven is dat iedereen beter van dit soort presenteren. Het doel zijn. mensen afkomstig waaruit achtergronden culturele de verschillende voor problemen in de buurt aan dezelfde en zich aanvankelijk dachten dan ze verschillen of ergeren (vuil op straat, pestende jongeren, ervaren discriminatie of op school ontdekking kan om gezamenlijk afsprakenbedreiging). Deze de basis vormen te maken, een park, plein of buurt, of gedragsregels voor een stadsetiquette over bijvoorbeeld é bewoners waarbij het om initiatieven en beleidsprojecten van bindingsladder gaat groepen afspraken is dat deze Cruciaal daarbij maken de buurt. verschillende over maar worden opgelegd, afspraken gedragsregels) niet van bovenaf (bijvoorbeeld bewoners groepen onderling afspraken.berusten op wat van diverse etnische gedacht. Vluchtige ontmoetingen op een straatfeest, festival ontmoetingen op betekenen of de markt Vluchtige gedacht. etnische er betekenisvollenog niet dat verschillende tussen leden van communicatie daarom om het gaat trede van de bindingsladder Bij de tweede groepen ontstaat. begrip en zijn wederzijds die er expliciet op gericht initiatieven en beleidsprojecten, interculturele zijn de Voorbeelden respect tussen diverse bevorderen. groepen te zijn gehouden. Een geliefd voorbeeld in den lande worden dialogen die overal (vgl. Ypeij en Snel 2002; en Snel Ypeij 2003). Blokland vierde bij deze het gaat Desondanks (vgl. nitieerde initiatieven, maken we een grove schatting per trede van de bindingsladder. nitieerde initiatieven, maken schatting we een grove ï Opgemerkt moet worden dat de benoemde en beschreven projecten van elkaar projecten van in Opgemerkt moet worden dat de benoemde en beschreven Ook vallen er soms onder een initiatief omvang en intensiteit kunnen verschillen. Thuis Op Straat- noemen we het Als voorbeeld kleinere deelprojecten. verschillende Opzoomeren. of het Rotterdamse project in Dordrecht thinking trede van de bindingsladder om initiatieven en beleidsprojecten die expliciet beogen beleidsprojecten die om initiatieven en de bindingsladder trede van Te kansrijken hulprelaties tussen wederzijdse dit soort en kansarmen te bevorderen. middengroepen kansarme leden van denken allochtone waarin valt aan mentorprojecten nemen. (pogen te) min of meer op sleeptouw jongeren niveaus wordt hier gebruikt van binding bindingsladder met vier opeenvolgende Deze steden en buurten en beleidsprojecten in de onderzochte om concrete initiatieven binnen een betekenisvolle primair de te plaatsen. Het criterium daarbij is typologie dat de meeste was een initiatief of project. De verwachting beoogde doelen van de eerste afspelen op van de bindingsladder twee treden zich praktijkinitiatieven Wij begrip). vergroten van intercultureel ontmoeting, interetnische van (bevorderen maken op het afspraken van concrete en projecten gericht nemen aan dat initiatieven zover Voor zijn. hulprelaties schaars van wederzijdse of het aangaan de buurt over de feitelijke over effecten is, wordt ook iets gezegd beschikbaar informatie daarover contact daad- interetnisch het nagestreefde Treedt van de initiatieven en projecten. te hooggespannen? Overigens kan ook het werkelijk de verwachtingen op of waren omgekeerde (een straatfeest) dat alleen dat een initiatief het geval zijn, bijvoorbeeld er onbedoeld toe leidt dat ontmoeting te bevorderen om interetnische bedoeld was bewoners zelfs elkaar beter leren kennen, afspraken en wellicht maken de buurt over spreken In dit geval we van onbedoelde bijproducten wederzijdse steunrelaties aangaan. namelijk in vier stadsbuurten, is uitgevoerd Het onderzoek van het initiatief. (spin-off) Veld Overtoomse (in de deelgemeente ), de buurt Tarwewijk de Rotterdamse Wielwijk in Oud-Krispijn en de buurten Amsterdamse stadsdeel Slotervaart, in het plaats vond Het onderzoek en de wijk Zaandam-Zuidoost in Zaanstad. Dordrecht-West bronnen (notities of internetsites van organisaties door de bestudering van schriftelijke met sleutel- plus een aantal interviews of bestuurders in de vier onderzoeksbuurten) personen. studie. In algemene zin valt van deze de belangrijkste uitkomsten bespreken kort We bestaan die streven naar of op dat er veel burgerinitiatieven en beleidstrajecten We resulteren in het versterken van binding tussen culturele groepen in Nederland. wijken in vier steden. De totale verzameling inte- hebben ons gefocust op een viertal ressante en relevante projecten overstijgt de tijd en de doelstelling van de studie. expliciet nodig hadden. De dan we Anders we hebben veel meer gevonden gezegd: informatie deze Om u als lezer per trede van de bindingsladder. 'opbrengst' verschilt wijken te doen aan alle in de door ons onderzochte niet te onthouden en om recht ge

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 92 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact

93 RMO advies 37 rend van buurtfeesten en -barbecues via allerlei activiteiten rend van buurtfeesten ë ontmoetingen kunnen, maar hoeven niet te leiden tot meer ontmoetingen kunnen, maar hoeven niet een etnisch gemengde wijk plaatsvinden, resulteren ze in interculturele in wijk plaatsvinden, resulteren ze gemengde een etnisch buurt met elkaar dergelijke in contact brengen. Maar wanneer algeme- buurt buurt of straat. Soms hebben de activiteiten of straat. Soms ten doel om interet- expliciet buurt hoofdje 'ontmoetingsactiviteiten' ook het sportbuurtwerk in Overtoomse hoofdje 'ontmoetingsactiviteiten' ook het sportbuurtwerk dan ook vrij grootschalig en hebben een groot bereik. Daarnaast beschreven we en hebben een groot bereik. Daarnaast beschreven dan ook vrij grootschalig gebied van sport en spel op straat tot bijvoorbeeld een computerclubhuis voor en spel op straat tot bijvoorbeeld gebied van sport We vonden in de vier onderzoeksbuurten een veelkleurig palet van intercultu- een veelkleurig onderzoeksbuurten in de vier vonden We onder het te stimuleren Dergelijke hebben primair als doel om het sporten sportactiviteiten Veld. maar beogen daarnaast van kinderen en jongeren te verbeteren, en de gezondheid terugdringen van vandalisme of verbeteren van ook vaak secundaire doelen (zoals sociale zich een plek waar Behalve de straat zijn ook scholen contacten in de buurt). ont- veel ontmoetingsactiviteiten afspelen, al is het de vraag of dit tot interetnische leidt.moeting groepen Dit veronderstelt etnische immers dat leden van verschillende hetgeen en in de buurt, zijn op school aanwezig als allochtonen) autochtonen (zowel niet altijd het geval is. onderwijs- en buurtsegregatie gezien de ver voortgeschreden rele ontmoetingsactiviteiten, inmiddels landelijk bekende waaronder initiatieven initiatieven zijn Deze Thuis Op Straat (TOS). en Opzoomeren het Rotterdamse zoals of stad gebonden, maar vinden op tal van plekkenniet aan een enkele plaats. buurt Ze zijn intensieve vormen van contact of verbondenheid tussen betrokken. van contact of verbondenheid tussen intensieve vormen op het jongeren van de activiteiten kunnen plaatsvinden op de schaalniveaus Deze in de buurt. stad, wijk, soms wil men alleen bewoners contacten te bevorderen, (vaak kinderen of nische jongeren) in de ne activiteiten in ontmoetingen. Deze Ad 1) Elkaar ontmoeten 1) Elkaar Ad etnische contact is dat leden van verschillende interetnisch voor Een eerste voorwaarde gemeenten en buurtorganisaties voeren groepen elkaar ontmoeten. Zoals verwacht, tal van projecten, campagnes en activiteiten uit, die ten doel hebben dat bewoners elkaar ontmoeten, vari Wat opvalt, is dat het aantal projecten bij het stijgen op de ladder eerst de ladder stijgen op bij het projecten het aantal is dat opvalt, om afneemt, Wat activiteiten veel Zo zijn er zeer weer toe te nemen. initiatie- en sport op de hoogste op meer dan activiteiten gericht Veel (eerste nastreven ven die 'ontmoeting' trede). 'leren kennen', van 'afspraken zijn. Op het gebied van hier ook redelijk wat hoewel er maken'het politieke eigenlijk tegen. In valt de opbrengst en in de media wordt debat Zeker normen en waarden. belang van gedeelde het richting over hoog opgegeven en om je je in de openbare ruimte in de buurt hoe over waarden algemeen geldende in drie projecten op dit gebied hebben we horen te gedragen. Concrete het huis zou wordt Tarwewijk de Rotterdamse Alleen in van de vier wijken niet weten te traceren. met mede- tussen buurtbewoners ontwikkelengestreefd naar het straatetiquette van niveau, Op het laatste door ons benoemd als werking van (buurt)instellingen. 'ondersteuningsnetwerken', in tegenstelling tot 'afspraken wordt maken' veel meer vier voorbeelden. uiteindelijk beschrijven We ondernomen. beeldvorming. negatieve wege de Een andere beperking van de beschreven ontmoetingsactiviteiten betreft de ontmoetingsactiviteiten betreft Een andere beperking van de beschreven De conclusie uit dit deel van het onderzoek moge luiden dat de onderzochte luiden moge van het onderzoek dit deel uit De conclusie is, leiden of straat (nog) wel gemengd van een buurt Maar ook als de bevolking geleidelijk minder wordt. Het probleem is echter dat ze gezamenlijke dat ze activiteiten is echter geleidelijk minder wordt. Het probleem vraag of de activiteiten het tot stand brengen van een incidentele dan verder gaan professionele welzijnswerkersontmoeting tussen mensen. Zo pareren de kritiek op het ('gesubsidieerd barbecuen') Opzoomeren carnavaleske karakter van het Rotterdamse een eerste ontmoetingsactiviteitenmet het argument dat laagdrempelige in de buurt Maar is dat ook zo? van contact in de buurt. opstap zijn tot meer intensieve vormen sociale binding om herhaaldelijke ontmoetingen vraagt, en Opgemerkt is dat echte mensen elkaardaarmee om een context waarbinnen met enige regelmaat tegenkomen. Zo'n context kan bestaan uit nieuwe initiatieven of activiteiten, zijn die een vervolg van de eerdere ontmoetingsactiviteiten. hiervan zagen we bij het Een goed voorbeeld vrouwen voor van een brunch Als spin-off aan Zet' (OBAZ). Buurt Dordtse project 'Onze Vrouwendag enkele jaren geleden worden nu twee keer per jaar op Internationale door vrouwen uit diverse culturen. Om bezocht georganiseerd, 'vrouwenbrunches' OBAZ twee keer per week een terrasje nog meer vrouwen te bereiken, organiseert kunnen drinken. Daarnaast vrouwen een kopje koffie (merendeels allochtone) waar ontstond er een wekelijkse 'vrouweninloop' en worden er inmiddels familieuitstapjes buurten weliswaar zeer veel en vaak succesvolle ontmoetingsactiviteiten en vaak succesvolle veel (zoals tellen zeer weliswaar buurten contacten activiteiten maar dat deze tot interetnische niet per definitie het Opzoomeren), de diverse de bespreking van leiden. Uit duidelijk welke werd gaandeweg initiatieven De eerste contact. belem- interetnisch het ontstaan van er zijn voor belemmeringen en scholen. buurten in de onderzochte segregatie al genoemd: de vergaande mering is kinderen wonen of geen autochtone in de buurt Indien nog maar weinig autochtonen er wel tot interetnisch activiteiten misschien de beschreven leiden zitten, meer op school maar niet tot een ontmoeting groepen), allochtone contact (tussen verschillende activiteiten In zulke op zijn niet zozeer gevallen en allochtonen. tussen autochtonen en - met name tussen 'zwarte' maar ontmoetingsactiviteiten tussen scholen school, te bevorderen. ontmoeting contact om interetnische - relevant scholen 'witte' Zo zagen ontmoeting. ontmoetingsactiviteiten tot meer interetnische niet per definitie wordt door meer 'gevestigde' sterk gedragen Opzoomeren we dat het Rotterdamse worden buurtbewoners jongeren en allochtone ouder); en al wat bewoners (autochtoon ze waarmee hoofdzakelijk gaan om met buurtgenoten minder bereikt. Buurtbewoners hun betrokkenheidvoor hebben, en dat geldt ook bij het (al) iets gemeenschappelijks allochtone dat overwegend Op Straat (TOS) Thuis OmgekeerdOpzoomeren. bleek bij De reden is niet alleen dat er weinig kinderen en jongeren daaraan deelnemen. ouders wonen, maar dat autochtone kinderen en jongeren in de buurt autochtone sturen. Op zulke momenten blijkt TOS hun kroost liever niet naar activiteiten als cirkel een vicieuze te zijn. buurten in dit soort wederzijdse beeldvorming negatieve en kinderen gezamenlijk aan buurtbewoners en allochtone autochtone Wanneer over beeldvorming dat de negatieve activiteiten deelnemen, kan men verwachten elkaar mijden van

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 94 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact

95 RMO advies 37 n), het veelbesproken Rotterdamse Islamdebat n), het veelbesproken Rotterdamse ë scholen, waarbij autochtone en allochtone kinderen en allochtone autochtone waarbij scholen, tussen ). De realiteit is echter dat deze contacthypothese in werkelijk- contacthypothese dat deze ). De realiteit is echter Ook de school kan als een vanzelfsprekende ontmoetingsplek in de buurt kan vanzelfsprekende als een in de buurt ontmoetingsplek Ook de school 'meeting is mating' en ten slotte een project in Zaanstad waarbij autochtone en allochtone kinderen van en allochtone autochtone een project in Zaanstad waarbij en ten slotte bij elkaar met elkaar logeren en vervolgens naar een nachtje scholen verschillende is een fraai voorbeeld om te leren' (LOL) Dit Zaanse project 'Logeren gaan. school van een samenwerking heid lang niet altijd opgaat. Veel ontmoetingen blijven vluchtig en incidenteel; boven- ontmoetingen blijven vluchtig Veel heid lang niet altijd opgaat. dien kunnen mensen elkaar leren kennen om tot de ontdekking te komen dat ze elkaar kennen leren niet vanzelf. en respecteren gaat niet mogen. Kortom, elkaar echt we daarom initiatieven en beschrijven Als tweede trede van de bindingsladder van wederzijds begrip zijn op het bevorderen beleidsprojecten, die expliciet gericht multiculturele in op de Rotterdamse gaan We en respect tussen diverse groepen. die wekelijks 300 verschillende zo'n van Cleo-Patria, vrouwen uit vijftien vrouwenhuizen culturen bereiken, interculturele activiteiten van diverse (zowel organisaties religieuze als moskee organisaties christelijke Beleidsmakers denken te makkelijk soms al tot dat contact tussen mensen vanzelf elkaar voor bekend leidt. Dit staat kennis waardering en als de 'contacthypothe- over se' ( Ad 2) Elkaar leren kennen leren 2) Elkaar Ad naar plekken als Madurodam en de Efteling georganiseerd. Met deze activiteiten deze Met georganiseerd. plekkennaar de Efteling en als Madurodam doorbreken, vrouwen te sociale van veel allochtone het sociaal isolement hoopt men meer bij de samen- vrouwen en allochtone bevorderen tussen vrouwen te contacten leving te betrekken. van activiteiten een breed aanbod en voorzieningen scholen zekerfungeren, wanneer diverse buurten 'brede scholen' in de onderzochte troffen We levert. heel de buurt voor tussen- en onderwijs ook diverseaan, die naast het reguliere van voor-, vormen leveren, soms ook activiteiten opvang ouders en een voor organiseren naschoolse kunnen zijn. Zulkeenkele scholen de hele buurt keer voor een sociaal centrum zelfs mensen er om omdat vooral contacten, interetnische voor een goede basis vormen of aan andere activiteiten kinderen om onderwijs te krijgen andere redenen komen: deel te nemen, ouders of andere activiteiten, hun kinderen vanwege buurtbe- andere ontmoeting staat Interetnische iets te bieden heeft. ook hen woners school omdat de maar kanhier niet voorop, feit dat mensen hier om andere een bijproduct zijn van het andere vanzelfsprekende natuurlijk voor geldt redenen steeds weer komen. Hetzelfde (parken,ontmoetingsplekken bibliotheek, kinderspeelplaatsen, in de buurt enzovoort). (in de zin van contact tussen ontmoeting alleen tot interetnische Dit alles leidt echter wonen en nog in de buurt autochtonen burgers) voorzover en allochtone autochtone onderwijs- de vergaande dergelijke - vanwege plekken gezegd bezoeken, hetgeen - zoals niet altijd het geval is. en buurtsegregatie ondanks de voorgeschreden onderwijssegregatie toch met elkaar in contact komen toch onderwijssegregatie ondanks de voorgeschreden gezamenlijke projecten zijn bijvoorbeeld sport- en elkaar leren kennen.Vergelijkbare scholen. en 'witte') ('zwarte' dagen of culturele activiteiten van verschillende n bieden ongekende aanknopings- ë gesproken) tussen gevestigde en Vooral de kleinschaliger wijkdebatten in het kader van wijkdebatten de kleinschaliger Vooral ” 'interfaith meetings' Moslims en niet-moslims zijn met elkaarMoslims en niet-moslims in gesprek, spreken “ Een andere les uit de hier beschreven initiatieven en projecten is dat meer Een andere les uit de hier beschreven De rode draad tussen alle deze initiatieven en projecten is dat gepoogd wordt is dat gepoogd projecten en initiatieven deze tussen alle draad De rode n specifiek ging over de positie van vrouwen en mede-georganiseerd was door het was vrouwen en mede-georganiseerd de positie van n specifiek ging over Ad 3) Afspraken maken over de buurt over maken Afspraken 3) Ad en dat volwassenen ontmoeting en kennisuitwisseling ertoe interetnische Leiden kinderen onderling afspraken van zaken maken de (gewenste) gang en omgangs- over vormende Bij de derde trede van in de openbare ruimte of op school? in de buurt, bewoners het om initiatieven en beleidsprojecten waarbij afsprakenbindingsladder gaat maken, en gedragsregels op afspraken bijvoorbeeld in de sfeer van stadsetiquette afspreken worden Cruciaal daarbij is dat deze niet van bovenaf straat of op school. poogt bewonersopgelegd, maar berusten op wat onderling afspreken. In Rotterdam men zulke afspraken tussen bewoners te stimuleren binnen het project Mensen nieuwe christelijke kerken,nieuwe christelijke synagogen en moskee en interculturele contacten en kennisuitwisseling. interetnische punten voor diepgravende interetnische contacten kennelijk een gezamenlijk referentiekader vergen. diepgravende interetnische niet op een algemeen publiek, maar specifiek op vrouwen zich activiteiten richten Veel hun ouders).of kinderen (en in tweede instantie op Opmerkelijk wij het belang vonden men uitwisselingen. In ons geseculariseerde land zou van religie en van interreligieuze veel migranten erg belangrijk is. Dit geldt niet alleen bijna vergeten dat godsdienst voor migrantenkerken. vele en veelkleurige christelijke de ook voor moslims, maar voor contacten referentiekader dat interetnische is een gemeenschappelijk Ook 'geloven' uitwisselingen (in de uitwisselingen mogelijk maakt. Interreligieuze en interreligieuze Staten wordt van Verenigde steeds minder over wij en zij. steeds minder over gewone bewoners als positief ervaren, ook omdat hieraan het Islamdebat werden deel- (welzijns)professionals en allochtone autochtone stadsdebatten namen terwijl in de het er plaats, waarvan twee wijkdebatten In Charlois vonden hoogste woord voerden. éé werd de stelling Aan het einde van de avond multiculturele vrouwenhuis Cleo-Patria. mijn buren' krijg ik meer begrip en respect voor bijeenkomsten 'dankzij dit soort de is om iets definitiefs over Hoewel het nog te vroeg algemeen onderschreven. erop dat dit debat lijkt het Islamdebat te zeggen, van het Rotterdamse effecten bij elkaar bracht. dichter met uiteenlopende achtergronden Rotterdammers om mensen, groepen en organisaties met verschillende achtergronden daadwerkelijk achtergronden met verschillende groepen en organisaties om mensen, kennisnemen kunnen met elkaar ze elkaar van zodat in gesprek te brengen, en er van alle besproken De ervaringen en respect ontstaat. wederzijds begrip misschien met elkaar tot meer leidt vaak gaan, in gesprek Echt redelijk positief. waren initiatieven waarvan Islamdebat, het Rotterdamse Dit bleek ook bij elkaar. respect voor begrip en van Rotterdamse velen aanvankelijk door de stevige inzet vreesden dat het (mede wethouders) werken polariserend zou eerder in de stad en de 'wij-zijtegenstellingen' een Rotterdamse Zoals positief. de ervaringen echter Ook hier waren verscherpen. zou moskeebestuurder zei:

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 96 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact

97 RMO advies 37 dat er binnen niet tussen bewoners die eerst meeting ” inderdaad een noodzakelijke, maar geen voldoende voorwaarde is inderdaad een noodzakelijke, voorwaarde geen voldoende maar meeting Een derde en laatste conclusie is dat we zeker in problematische situaties niet zekerEen derde en laatste conclusie is dat we in problematische Inmiddels doen rond de tachtig Rotterdamse straten mee aan Mensen Maken straten mee aan Mensen Rotterdamse de tachtig Inmiddels doen rond We organiseren niet alleen leuke organiseren activiteiten, spreken maar ook buurtbewoners We “ om tot verdergaande afspraken over de buurt te komen. Zolang mensen hun straat- te komen. Zolang afspraken de buurt om tot verdergaande over genoten niet kennen nooit gezamenlijk in actie op straat, zullen ze en niet groeten Aan de andere kant leidt de buurt. komen voor teveel van de zelfwerkzaamheid ('actief burgerschap') van bewoners van mogen ver- ('actief burgerschap') teveel van de zelfwerkzaamheid komen, bleek dat dit in te eersteAl bij de pogingen om tot straatetiquette wachten. is de 'straatstress', de verloedering en situaties niet lukt. Soms problematische zeer groot dat bewoners op straat, zo niet bereid zijn om mee te werken.onveiligheid Zij onderling afsprakenwillen dat de gemeente eerst zelf orde op zaken ze stelt voordat willen maken. Maar ook als bewoners mee te doen, lukt dit niet altijd. wel bereid zijn kan Mensen Maken de Stad niet zonder Tarwewijk de zoals buurten In problematische van welzijnprofessionals. Er is in zulkede inzet situaties te weinig middenkader om draaiende te houden. Daarbij kunnen professionals soms beter het project zelfstandig Mensen Maken de Stad helemaal geen sprake is van interetnisch contact. We presen- We contact. Mensen Maken sprake de Stad helemaal geen is van interetnisch een opbouwwerker Zo vertelde uit Charlois. teerden ook succesverhalen, bijvoorbeeld die ook aan Mensen Maken de Stad meedeed en waar Tarwewijk een flat in de over culturen. verschillende gangmakers uit twaalf in de flat afkomstig waren de veertien bewoners het juist door het project voor Een andere keer kregen actieve autochtone eerst contact met de vele asielzoekers in de straat, hetgeen zij als een eye-opener ervoeren. de Stad. In deze straten poogt men tot afspraken over de buurt te komen. Deze straten poogt men tot afsprakende buurt de Stad. In deze over afspraken contract' en betreffen verwoord in een 'straatagenda' of 'sociaal worden als buurt in de afsprakenzowel tussen bewoners gedrag en omgangsvormen over afspraken om de de gelegenheid waren instanties. Zonder dat we in met relevante drie te brengen, willen we kaart in systematisch van het project en effecten voortgang Mensen Makenconclusies over Stad trekken. de de eerste In laat de praktijk plaats zien dat aan op minder leukeaan op minder dingen. Maken de Stad. Mensen Maken de Stad bouwt voort op, maar gaat ook verder dan ook verder Maken gaat op, maar Maken Mensen de Stad. voort bouwt de Stad in de straat er weer sociaal contact is dat Uitgangspunt in Rotterdam. Opzoomeren ontmoetingsactiviteiten door de zijn. Dit wordt gestimuleerd moet van en in de buurt een buurtbewoner zoals verder, Mensen Maken echter het Opzoomeren. de Stad gaat zegt: anoniem naast elkaar woonden, niet automatisch tot andere activiteiten en afsprakenanoniem naast elkaar woonden, niet automatisch Mensen Maken (wel- de Stad begint er meestal mee dat professionals de buurt. over enzovoort) van woningcorporaties, zijnswerkers, vertegenwoordigers buurtagenten, proberen actieve bewoners de 'gangmakers'. het project te mobiliseren, voor gangmakers dat het bij deze tweede conclusie, vaak om Opgemerkt is, dat is onze bewoners, die meer gevestigde autochtone gaat: 'wit kader'zogenaamd in de buurt zagen We genoemd). (ook wel de 'blijvers zijn blijven wonen in de buurt' in de buurt Dit betekent Opzoomeren. echter dat ook al bij het Rotterdamse mbo- of . must steunrelaties, die beleidsmakers verwachten wanneer ze bijvoor- ze wanneer steunrelaties, die beleidsmakers verwachten n allochtonen die het Nederlands goed beheersen) die het Nederlands goed lesgeven aan n allochtonen é wederzijdse Over deze initiatieven gericht op wederzijdse hulp kunnen drie conclusies initiatieven gericht Over deze beeld meer sociale menging in de buurt nastreven. Eerder is sprake hulp van eenzijdige beeld meer sociale menging in de buurt kinderen, jongeren en vrouwen. De steungevers zijn niet van vrijwilligers aan allochtone allochtone (bijvoorbeeld maar ook 'gevestigde' allochtonen alleen autochtonen, hbo-studenten). Ten slotte kunnen we uit de hier beschreven initiatieven leren, dat de hier beschreven kunnen we uit slotte Ten hbo-studenten). een belangrijke bedrijfsleven rol kanook het particuliere door het 'adopteren' spelen Dit sluit aan bij de hedendaagse trend van maatschappelijk van achterstandsbuurten. Amsterdam- bij de activiteiten Campus in van ondernemen. Een geconstateerde spin-off van dergelijke de buurt kinderen en jongeren uit is dat niet alleen allochtone West Zo meldden medewerkers initiatieven kunnen profiteren, maar ook de bedrijven zelf. van bedrijven die binnen dit project als mentor functioneerden, dat hun aanvankelijke vmbo-leerlingen zijn verdwenen. Zo groeien allochtone allochtone over vooroordelen en het bedrijfsleven langzaamaan naar elkaar toe. jongeren uit de buurt Ad 4) Wederzijdse hulp Wederzijdse 4) Ad en projecten het om initiatieven gaat op de bindingsladder en hoogste trede Bij de laatste gedachte ontstaan. De impliciete hulp- en steunrelaties dat er wederzijds die beogen sociale kansen betere door con- krijgen van achterstandsgroepen hierbij is, dat leden diverse onderzoeksbuurten in onze vonden We c.q. werkenden. tact met autochtonen tussen kans- van steunrelaties zijn op het bevorderen gericht initiatieven die expliciet rijken vrijwilligers en kansarmen. hiervan zijn taalprojecten, waarbij Een voorbeeld (autochtonen etnische scheidslijnen te overstijgenbewoners. dan is en professionals van Inzet scheidslijnen etnische een door dit alles blijft een jaar lang samen optrekken, Doordat de 'leskoppels' minstens vrouwen. allochtone ook om elkaar het niet alleen om taalonderwijs, maar wijze gaat ontmoeten. Op deze zien we in toenemende Ook in het onderwijs vriendschapsbanden. ontstaan soms zelfs Makkerproject waarbij ondersteuningsrelaties, het Rotterdamse zoals mate dit soort van het worden gekoppeld aan leerlingen basisschoolleerlingen (veelal allochtone) we ten slotte vonden Amsterdam-West In middelbaar en hoger beroepsonderwijs. een initiatief van het plaatselijkenog een project van een heel andere orde: bedrijfs- te slaan tussen jongeren uit de wijk en het bedrijfsleven leven dat een brug probeert dag in een bedrijf rondkijken een halve (Campus). Zo mogen basisschoolleerlingen begeleid door mentoren afkomstig en worden middelbare scholieren ('snuffelstage') uit bedrijven uit de wijk. getrokken ook al consta- worden. In de eerste we ook hiervoor plaats zien we, zoals teerden, dat zulke functioneren bij vrouwen en bij initiatieven in de praktijk vooral initiatieven het bij de hier beschreven gaat kinderen of jongeren. In de tweede plaats niet om

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 98 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact

99 RMO advies 37 van de Raad voor van de Raad leving te bevorderen? De aanleiding voor leving te bevorderen? samen , onbeweeglijke politieke die het compromissen, (een inherent omstreden begrip) noemen. In de (een inherent omstreden Eenheid, verscheidenheid en binding Eenheid, verscheidenheid politieke immobilia aan, is volgens de RMO weinig effectief en zal dat in de toekomst hoogstens RMO weinig effectief de aan, is volgens l, zo betoogt de raad, dat het spreidingsbeleid niet meer kanl, zo zijn dan een

é De centrale vraag in deze studie luidt: wat kunnen overheden doen om interet- kunnen overheden studie luidt: wat De centrale vraag in deze

'essentially contested concept' 'essentially contested dit onderzoek was het advies het advies was dit onderzoek gedeeltelijk zijn. Er zijn scherpe juridische grenzen, die de ruimte voor spreidingsbeleid die de ruimte voor grenzen, juridische gedeeltelijk zijn. Er zijn scherpe beperken. Er zijn Maatschappelijke Ontwikkeling (2005).Maatschappelijke dat in de grote steden De raad constateert concentratie sprake en in zekere mate onomkeerbare is van een vergaande etnische om de segregatie Het spreidingsbeleid, dat de regering thans inzet en segregatie. g tegen te

1.1 het onderzoek van Aanleiding valt op, dat Daarbij in de ban van het integratiedebat. is al geruime tijd Nederland steeds anders partijen door verschillende momenten en op verschillende 'integratie' sociologen van wat is met andere woorden een voorbeeld wordt ingevuld. Integratie een Inleiding nische contacten in de multiculturele jaren '80 en '90 was er vooral aandacht voor de sociaal-economische kant van integratie, de sociaal-economische voor aandacht er vooral jaren '80 en '90 was van minderheden en positieverbetering sociaal-economische het ging primair om sociaal-culturele de voor toenemend aandacht jaren is er echter migranten. De laatste van minderheden en normen' steeds meer om de 'waarden kant Het gaat van integratie. Daarnaast is er ook gedrag. om het daaruit voortvloeiende en migranten, alsmede of liever en autochtonen, contact tussen allochtonen interetnisch voor meer aandacht vaak dat en negentig het ontbrekengezegd: men in de jaren tachtig daarvan. Hoorde moeten zijn en van daaruit sterk in eigen kring minderheden en migranten vooral ook bij de gemeengoed - emanciperen, inmiddels is de gedachte maatschappelijk belangrijk is en bevorderd en autochtonen tussen allochtonen - dat contact overheid moet worden dat er parallelle samenlevingen ontstaan, Voorkomen moet worden. in multicultureel Nederland niet met, maar bevolkingsgroepen dat de verschillende 2001; Veldboer 2005; en Dagevos langs elkaar leven (vgl. Gijsberts Duyvendak en 2004; 2005). Snel 2003; Snel en Scholten Scheffer spreidingsbeleid in de weg staan. Bovendien is het spreidingsbeleid in de grote steden, spreidingsbeleid in de weg staan. Bovendien ontwikkelingen, mogelijk. Dat de mogelijk- nauwelijks nog de demografische vanwege heden een spreidingsbeleid dus beperkt zijn, betekent de RMO echter voor volgens zijn. Het betekent evenmin onmogelijk of geheel onnodig zou niet dat spreiden volledig moet worden dat er in de grote steden 'parallelle samenlevingen' dat voorkomen burgers, die volledig allochtone en voor ontstaan, eigen plekken autochtone voor langs elkaar heen leven en het contact met elkaar hebben verloren. Het impliceert w echter het beste kan onderdeel van een meer omvangrijke strategie - een strategie, die zich zou van dwarsverbanden in de samenleving. De overheid op het organiseren richten de onderlinge initiatieven moeten ontplooien die, naast 'eenheid' en 'verscheidenheid', bonden ge Het gevaar dreigt dat 4 n autochtonen) onderling contact n autochtonen) é van 31 maart 2005.van 31 maart bonden voelen met, maar ook bonden voelen ver ) (vgl. Putnam 2000;) (vgl. Putnam 2004). en Feldstein Putnam A society that has only bonding social capital will look A society that has only bonding social “ bridging ) en overbruggende sociale contacten die de grenzen van sociale contacten die de grenzen ) en overbruggende (Putnam en Feldstein 2004: en Feldstein (Putnam er 3). Daarom is het belangrijk dat overheden 'binding' kunnen versterken. 'binding' kunnen overheden Onderhavige studie ” hoe bonding Breed initiatief maatschappelijke binding Breed initiatief maatschappelijke binding) kunnen onderscheiden: binding) kunnen onderscheiden: ver Naar aanleiding van dit advies kreeg de RMO van minister Verdonk (V en I) de Verdonk minister kreeg de RMO van van dit advies Naar aanleiding Vgl. het kabinetsstuk voelen aan het grotere maatschappelijke geheel (de stad, de Nederlandse samenleving) aan het grotere maatschappelijke voelen zij leven. waarin Identificatie binding op het niveau op de Sociale van (stedelijke) samenlevingen slaat ten slotte leden van minderheden zich mate waarin Participatie binding op het niveau en verenigingen slaat op de mate Sociale van organisaties in algemene tot en participeren krijgen leden van minderheden toegang waarin en buurt- politieke zoals en verenigingen, partijen, organisaties maatschappelijke literatuur wordt dit veelal als de sociologische In enzovoort. sportverenigingen, aangeduid. participatie maatschappelijke Interetnisch contact Interetnisch binding op het niveauSociale van individuen slaat op de mate waarin en groepen groepen (allochtonen leden van diverse etnische 'sociale binding' zo'n nieuw containerbegrip wordt, net als eerder sociale uitsluiting nieuw containerbegrip 'sociale binding' zo'n we daarmee bedoelen. weet wat niemand precies waarvan of sociale cohesie, drie niveaus ons dat we minstens van sociale binding (of leert Nadere overdenking men wil: zo binding moeten versterken. moeten binding verstaat 'binding' Onder aangaan RMO: het de en onder- van zetten groepen, het op touw tussen etnische sociale contacten houden van activiteiten ondersteuning.bieden van wederzijdse en het gemeenschappelijke vraag voorgelegd Het contact binnen groepen is belangrijk, mede omdat mensen hieraan wederzijdse Het contact binnen groepen is belangrijk, Een samenleving met alleen maar contact onderlinge steun kunnen hulp ontlenen. binnen groepen is gevaarlijk: dient bij het beantwoorden van deze vraag behulpzaam te zijn. Allereerst rees daarbij te zijn. vraag behulpzaam deze beantwoorden van dient bij het 'sociale binding' moet worden verstaan. precies onder Er wordt recentelijk de vraag wat tegenstellingen van maatschappelijke 'binding' en het overbruggen wel veel over 2004,Theo van Gogh in november onduidelijk maar gesproken, zeker de moord op na 'binding' moeten verstaan. we precies onder vaak wat blijft like Belfast or Bosnia contact tussen groepen is. de eigen groep overstijgen ( hebben en informele sociale relaties met elkaarhebben en informele sociale relaties met onderhouden. In de sociologische contact tussen gelijken gemaakt tussen en literatuur wordt vaak een onderscheid binnen groepen ( 4

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 100 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 101 Beyond the Melting Pot ntegreerd in de ontvangende ï van deze deelstudies is drieledig: welkevan deze projecten en initiatieven andere partijen die sociale contacten tussen autochtone en alloch- tussen autochtone sociale contacten die andere partijen eer om de mate van interetnisch contact op zich, maar op initiatieven contact op zich, mate van interetnisch eer om de olgens deze theorie is tijd de cruciale factor bij integratieprocessen. olgens deze Deze voorstelling van zaken is echter heftig bekritiseerd in de Amerikaanse bekritiseerd in de heftig voorstelling van zakenDeze is echter probleemstelling sociale wetenschap. Kritiek kwam er onder meer op de schijnbare onvermijdelijkheid er onder meer op de schijnbare Kritiek kwam sociale wetenschap. van het assimilatieproces en op het idee dat assimilatie - in de zin van het opgeven is. De bindingen - het eindpunt van integratie van culturele eigenheid en etnische en Moynihan in hun beroemde boek Glazer realiteit is, zoals samenleving, verwerven betere economische posities en zijn daardoor minder aan- samenleving, verwerven betere economische is dat migranten Het effect op onderlinge steun binnen eigen gemeenschappen. gewezen in eerste ze instantie waar buurten', 'etnische om buiten de kiezen er steeds meer voor steeds zijn migranten in de loop der tijd wonen. Bovendien te gaan terechtkwamen, steeds meer ze op steun binnen de eigen groep, onderhouden minder aangewezen uiteindelijk hun culturele eigenheid min of ze contacten met anderen en zouden meer verliezen. Opeenvolgende generaties raken beter ge steeds Opeenvolgende 1.2 contacten? interetnische van we weten Wat integratie van migranten in het algemeen, gedaan naar de oudsher is veel onderzoek Van contact hebben met andere bevol- migranten en meer specifiek naar de mate waarin Gordon 1928; is gedaan vanuit de assimilatietheorie (Park kingsgroepen. Dit onderzoek 1964).V De Deze achtergrondstudie richt zich enkel eerste op het binding op sociale niveau, zich dus richt achtergrondstudie Deze en of allochtone we ons op de vraag specifiek richten contact. Meer op interetnisch Nederlanders Het en onderhouden. relaties aangaan informele sociale autochtone zoz ons niet gaat van overheden en te geven van een inventarisatie studie beoogt Deze tone burgers bevorderen. zouden en beleidsprojecten die in diverseconcrete initiatieven gemeenten worden ondernomen groepen etnische contacten tussen leden van verschillende om informele sociale te type van dit en beschrijving geven niet alleen een inventarisatie We stimuleren. - zeggen maar geselecteerde steden en buurten, in een viertal initiatieven en projecten van deze de uitkomsten iets over is - ook informatie beschikbaar daarover zover voor aanpakken de buurt betekenen voor de verschillende Wat initiatieven en projecten. in de buurt? contact het interetnisch en voor om interetnische contacten te stimuleren zijn er in vier geselecteerde steden en buurten? om interetnische en is er bekend de effecten initiatieven en projecten? En wat over beogen deze Wat initiatieven en projecten? In de rest van dit van deze (spin-off) onbedoelde bijeffecten literatuur inleidende hoofdstuk bekijken eerst we hierna er in de wetenschappelijke wat en over contacten in Nederland bekend de aard en omvang van interetnische is over 1.2). groepen (par. betekent leden van allochtone voor contact met autochtonen wat We 1.3). (par. van ons onderzoek en werkwijze we de opzet beschrijven Vervolgens 1.4) (par. het verdere rapport voor leeswijzer eindigen met een korte rs). De mate van ë rs en Irakezen qua vrijetijdscontacten ë rs het minst (Gijsberts en Joegoslaven ë n wordt het idee van een automatisch n wordt het ë rs, voormalig Joegoslaven en Somali rs, Joegoslaven voormalig ë n een sterke gerichtheid op de eigen groep (Portes en Zhou, (Portes op de eigen groep n een sterke gerichtheid ) ruimtelijk geconcentreerd in bepaalde delen van de stad ) ruimtelijk geconcentreerd é Deze bevindingen zijn in tegenspraak met de assimilatiethese volgens welke bevindingen zijn in tegenspraak met de assimilatiethese volgens de Deze ntatie op de eigen groep in de loop der jaren minder en het aantal interetnische ë 'the truly disadvantaged' contacten groter wordt. Immers, meer recent aangekomen migrantengroepen hebben dan klassieke vaker contact met autochtonen een gemengde vriendenkring of vooral ori en Dagevos 2005:en Dagevos 23). interetnisch contact wisselt bij deze nieuwe migrantengroepen, maar ligt aanzienlijk nieuwe migrantengroepen, contact wisselt bij deze interetnisch de onder- Van en Marokkanen. Turken hoger dan bij 'klassieke de minderheden' zoals nieuwe migrantengroepen zijn de Somali zochte op de eigen groep en Irani het sterkst gericht Mate van interetnisch contact Mate van interetnisch die de mate van informeel studies uitgevoerd Er zijn recentelijk diverse empirische brengen en ook pogen te ver- in kaart contact tussen minderheden en autochtonen 2003; 2005; en Dagevos Gijsberts 2005;klaren (Dagevos en Schellingerhout Dagevos de bevindingen van zetten We 2004). Veld 2004 der Laan Bouma-Doff en 2005; Van wordt gemaakt tussen de een onderscheid op een rij, waarbij studies hier kort deze contact en verklaringen daarvoor. mate van interetnisch en Marokkanen het sterkst Turken alle oude en nieuwe migrantengroepen blijken Van vrije tijd op contact met de eigen groep. Gevraagd naar met wie men in de gericht en Marokkaanse Turkse 60 tot 70 procent van alle ondervraagde zegt contact heeft, en ouder) meer contact te hebben met leden van de jaar respondenten (van vijftien en Marokkaanse Turkse van de een opvallend kleine minderheid eigen groep. Slechts Nederlanders meer contact met autochtone procent) zegt respondenten (nog geen 10 van hen Tweederde dit anders.Antilliaanse groep ligt te hebben. Bij de Surinaamse of Vergelijkbare om met autochtonen. meer een gemengde vriendenkring of gaat heeft nieuwe migrantengroepen de zogenaamde voor gegevens zijn ook beschikbaar (Afghanen, Irakezen, Irani 1994). Als alternatieve noties treft men in de literatuur de 'etnische enclave'-theorie en enclave'-theorie literatuur de 'etnische men in de noties treft Als alternatieve 1994). beide theorie isolatie'-theorie. In de 'sociale geleidelijk aan hun identificaties en bindingen etnische assimilatieproces waarin dat wijst op het verschijnsel enclave'-theorie opgegeven. De 'etnische verliezen, kracht bij elkaar kiezen relaties te wonen en intensieve onderlinge ervoor groepen etnische te De 'sociale achterstand. met sociaal-economische dat dit samengaat hebben, zonder achterstandsgroepen er daarentegen op dat maatschappelijke isolatie'-theorie wijst ( (1972) opmerkten, dat etnische identificaties en sociale bindingen niet verdwijnen, maar verdwijnen, niet bindingen en sociale identificaties etnische dat opmerkten, (1972) sterkersoms zelfs denkbaar er andere integratiepatronen is opgemerkt dat worden. Ook door de combinatie VS zich de migranten in Aziatische zijn. Zo kenmerken bijvoorbeeld succes van economisch wonen en het contact met de dominante samenleving verliezen (Wilson 1996; vgl. (Wilson 1996; met de dominante samenleving verliezen wonen en het contact 2005). Bouma-Doff der Laan Snel en BurgersVan 2000; 2005; Dagevos en Gijsberts

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 102 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 103 ntatie van allochtonen en de mate van interetnisch ntatie van allochtonen ë Laagopgeleide allochtonen hebben minder interetnisch contact met autochtonen hebben minder interetnisch Laagopgeleide allochtonen dan hoogopgeleiden. Hetzelfde geldt voor werklozen, werkzoekenden en arbeidson- werklozen, geldt voor dan hoogopgeleiden. Hetzelfde in vergelijking met werkenden.die het huishouden als hoofdac- Degenen geschikten tiviteit hebben het minst contact met autochtonen. hebben (merendeels vrouwen), Binnen de groep werkenden hebben degenen met hogere of wetenschappelijke vrienden- of kennis- autochtone beroepen vaker overwegend een gemengde of zelfs factoren rekeningsenkring. Indien er met al deze wordt gehouden, blijken er geen Vrouwen contact naar sekse en leeftijd. meer in de mate van interetnisch verschillen vaker omdat beide groepen en ouderen hebben minder contact met autochtonen, laagopgeleid zijn, niet werken, vaker als hoofdactiviteit het huishouden hebben en, men werkt, vaker 2005: en Dagevos wanneer op lager niveau werkzaam is (Gijsberts (maar niet verwonderlijk) blijkt er een sterke Bovendien samenhang tussen de 31-33). taalbeheersing en culturele ori Westerse respondenten die beter Nederlands spreken en die typisch Allochtone contact. dan degenen die dat hebben meer contact met autochtonen onderschrijven, waarden Geconcludeerd kan worden dat de mate van interetnisch contact zeker bij de Turkse contact zeker bij de Geconcludeerd kan van interetnisch worden dat de mate en Marokkaanse slinkend groep vrij gering en bovendien is. Ook bij jongeren en de contact niet toe, groepen neemt de mate van interetnisch tweede generatie uit deze contact De vraag is hoe dit verklaard kan worden. De mate van interetnisch maar af. hangt enerzijds samen met diverse persoonskenmerken van de betrokken allochtone De vraag welke men woont. waarin factoren een groepen en anderzijds met de buurt contacten bepalen, kan worden het beste beantwoord als interetnische verschijnsel door een multivariate analyse. Zo lijkt het in eerste en ouderen instantie dat vrouwen zijn dan mannen en jongeren. onder de minderheden sterker op de eigen groep gericht ook wel verklaarbaar zijn, omdat vrouwen en ouderen onder de minderheden Dit zou leven in Nederland en daardoor minder kansenminder deelnemen aan het openbare dat deze echter leert Nader onderzoek hebben op informeel contact met autochtonen. in de analyse rekening wegvallen wanneer wordt naar sekse en leeftijd verschillen in opleidingsniveau en arbeidssituatie van respondenten. gehouden met verschillen minderheden zoals de Turken en Marokkanen. Hetzelfde onderzoek laat ook zien dat laat ook zien en Marokkanen. onderzoek Hetzelfde Turken de zoals minderheden en Turken (zeker de afgelopen jaren groep bij etnische op de eigen de gerichtheid Marokkanen) alleen maar sterker met de assimilatiethese. Ook dit is in strijd is geworden. het algemeen geboren) over (in Nederland tweede-generatiemigranten blijkt dat Wel hebben dan de eerste contact recent aangekomen generatie (inclusief meer interetnisch en Marokkaanse Turkse alle van helft ongeveer de zegt Desondanks huwelijksmigranten). in de vrije tijd veel tweede-generatiemigranten, tot 24 jaar), waaronder jongeren (15 blijkt dat de gerichtheid leden van de eigen groep. Bovendien met om te gaan vooral en Marokkaanse in de loop van tweede generatie Turkse ook bij de op de eigen groep de Surinaamse, maar niet toegenomen. Dit laatste geldt ook voor de jaren negentig is en Dagevos Gijsberts 2005: tweede generatie (Dagevos Antilliaanse 57-61; de voor 2005: 26-29). rend van ë zelfstandige n op de drie autoch- éé n op de tien autochtone éé n op de vijf Surinamers en Antillianen die in witte Antillianen n op de vijf Surinamers en éé van autochtonen: er is weinig of geen samenhang tussen de van autochtonen: heeft en niet voortvloeit uit de eerder genoemde individuele achtergrondken- en niet voortvloeit heeft Deze samenhang tussen etnische concentratie en de mate van interetnisch samenhang tussen etnische Deze Behalve met deze individuele contact Behalve met deze kenmerken van interetnisch hangt de mate geldt: hoe 'zwarter' de buurt, des te minder contact met autochtonen. Vooral bij Vooral des te minder contact met autochtonen. de buurt, geldt: hoe 'zwarter' allochtone respondenten ook samen met de buurt waarin zij wonen. Over het alge- waarin ook samen met de buurt respondenten allochtone ntatie) (vgl. Dagevos 2005; Gijsberts en Dagevos 2005; Van der Laan Bouma-Doff der Laan Van 2005; 2005;ntatie) (vgl. Dagevos Dagevos en Gijsberts ë een praatje maken tot autochtone bij elkaar de vloer komen. De mate waarin over Nederlanders contact met in beperkte mate samen hebben, hangt slechts allochtonen met individuele kenmerken sekse of opleidingsniveau van autochtonen. contact en de leeftijd, mate van interetnisch merken. Aangetoond moet worden dat allochtone bewoners van concentratiewijken Aangetoond moet worden dat allochtone merken. men rekening hebben, ook wanneer houdt met het minder contact met autochtonen wijken en werkendenfeit dat in deze meer laagopgeleiden, werklozen op laag beroepsniveau het geval. Geconcludeerd kan wonen. Dit blijkt inderdaad worden dat met de sterke een samenhang vertoont concentratie in bepaalde buurten etnische rekening ook wanneer met autochtonen, contact hebben allochtonen mate waarin wordt gehouden met de individuele kenmerken van bewoners buurten deze van 2005: der Laan Bouma-Doff 54). Van 2005: 2005:(Dagevos en Dagevos 63; Gijsberts 24; met weinig in buurten allochtonen Wanneer niet erg verwonderlijk. contact is overigens veel kans informeel contact met autoch- wonen, is er ook niet zo dat ze autochtonen een heel ander perspectieftonen krijgen. Dit laatste brengt ons tot op het vraagstuk wel of allochtonen waarom nog toe zijn we nagegaan Tot contact. van interetnisch maar men kan de vraag ook omdraaien. geen contact hebben met autochtonen, Nederlanders in het dagelijkse laat zien dat de meerderheid van autochtone Onderzoek Hooguit met allochtonen. leven weinig of geen contact heeft tonen heeft regelmatig contact met autochtonen. Ook in de eigen buurt hebben Ook in de eigen buurt regelmatig contact met autochtonen. tonen heeft autochtonen Slechts allochtonen. weinig contact met Nederlanders heeft vari contact met allochtonen, redelijk tot verdergaand wijken wonen. Van de Marokkaanse en Turkse respondenten uit concentratiewijken heeft Turkse de Marokkaanse en Van wijken wonen. Van de eigen groep. contact met vooral de grote meerderheid (tweederde tot driekwart) een pas sprake de buurt is overigens wanneer 'buurteffect' een echt van meen de Surinaamse Van van grote invloed. 'buurteffect' Antillianen lijkt dit Surinamers en contact vooral ruim de helft Antilliaanse respondenten uit concentratiewijkenheeft en tegen slechts met de eigen groep, 2005). niet of minder doen (Van der Laan Bouma-Doff 2005: al deze met Laan Bouma-Doff der wanneer 54). Ook doen (Van minder niet of aanzienlijke nog steeds verschillen factoren rekening zijn er echter wordt gehouden, hebben met zij contact de mate waarin groepen in diversetussen de allochtone mate Marokkanen en in mindere contact met hebben minder Turken autochtonen. dan de diverse en ook minder Antillianen, dan Surinamers nieuwe en autochtonen de hierboven niet te herleiden tot zijn dus verschillen Deze migrantengroepen. (opleidingsniveau,genoemde factoren taalbeheersing, arbeidssituatie, culturele ori invloed

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 104 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 105 wordt tipping-point . Volgens . Volgens Granovetter hebben strength of weak ties Er lijkt sprake van wat in de Amerikaanse literatuur een Er lijkt sprake in de wat van vooral 'zwakke de eigen bindingen' (minder intensieve contacten met mensen buiten vooral groep) een grote betekenis via informele contacten bij pogingen om bijvoorbeeld een baan te vinden. De reden is dat mensen juist via zwakke bindingen waardevolle genoemd. te groot (> 50 procent) is, in de buurt het minderhedenaandeel Wanneer weer af en trekken autochtonen met allochtonen autochtonen neemt het contact van ook samen met de verandering van eigen kring. Dit hangt ten slotte juist terug in zich dreiging' 'etnische autochtonen waarin en de mate in de buurt het minderhedenaandeel toeneemt c.q. wanneer sterk in de buurt het aandeel allochtonen Wanneer ervaren. beide zaken dreiging' ervaren - overigens hangen zekere een 'etnische autochtonen en (Gijsberts minder contact met allochtonen autochtonen sterk samen - hebben werpt contact van autochtonen interetnisch over 2005: Dit onderzoek Dagevos 41-42). en Turken van vooral op het vraagstuk. De sterke gerichtheid een heel ander licht uit bepaalde kenmerkenMarokkanen niet alleen voort op de eigen groep vloeit van contact met autochtonen. groepen, maar ook uit de geringe mogelijkheden voor deze Nederlanders met weinig wonen in wijken en buurten de meeste autochtone Verreweg of geen private weinig minderheden. Zij hebben doorgaans contacten met allochtone is 'te zwart' medeburgers een buurt op het werk). Ook wanneer (soms wel contacten met een minderheden- en Marokkanen in buurten Turken (in de praktijk wonen veel Nederlanders de neiging om autochtone aandeel van 50 procent of meer) hebben te verbreken. in De conclusie uit dit alles is dat er vooral het contact met allochtonen contact zijn. interetnisch mogelijkheden voor wijken en buurten etnisch-gemengde De waarde van interetnisch contact van interetnisch De waarde groepen contacten betekenen allochtone voor interetnische Een andere vraag is wat en alloch- contacten tussen autochtone wil informele De overheid de buurt. en voor stedelijke door het beleid van Ze doet dat bijvoorbeeld tone groepen bevorderen. herstructurering. in concentratiewijken Door duurdere woningen te bouwen, hoopt in de wijk zullen vestigen. zich autochtonen men dat hogere inkomensgroepen en de oude bewoners dat beide bevolkingsgroepen, hoopt men en de Vervolgens nieuwkomers, met elkaar de allochtone zullen komen, hetgeen zowel in contact weten we strekt. Maar wat als geheel tot voordeel als de buurt achterstandsgroepen spitst hierover contacten? Onderzoek van interetnische eigenlijk van de voordelen op de sociale heeft contact een positief effect toe op de vraag of interetnisch zich de theorie hierbij is veelal Uitgangspunt achterstandsgroepen. positie van allochtone de over (1974) van Granovetter Wel blijkt dat werkende autochtonen meer contact met allochtonen hebben dan niet- hebben met allochtonen contact meer dat werkende blijkt autochtonen Wel samen met het aandeel hangt verder sterk contact werkenden. De mate van interetnisch komen allochtonen niet-Westerse met meer In buurten in de buurt. minderheden te maken vooral heeft Dit vaker voor. met allochtonen van autochtonen contacten en (Gijsberts buurten contact in deze interetnisch voor gelegenheid met de ruimere 2005:Dagevos 37-40). ntatie ë 2002: 92-99) é ntatie, enzovoort). ë (2002) onderzocht in hoeverre de sociaal-culturele in hoeverre (2002) onderzocht é -these in ieder geval wat betreft allochtonen in Nederland allochtonen betreft -these in ieder geval wat effect heeft op de sociale positie van allochtonen, los van de invloed van los van de invloed allochtonen, op de sociale positie van heeft effect Ook Van der Laan Bouma-Doff (2005:tussen de geen verband der Laan Bouma-Doff 61) constateert Van Ook Bij andere factoren zoals de mate van taalbeheersingBij andere factoren zoals en de culturele ori ntatie van minderheden). Od ntatie van minderheden). In Nederlands onderzoek wordt informeel contact van allochtonen en autochtonen van allochtonen informeel contact wordt onderzoek In Nederlands ë Uit de analyse blijkt echter geen enkele samenhang tussen interetnisch contacten geen enkele tussen interetnisch samenhang Uit de analyse blijkt echter Aanvankelijk lijkt zo'n en hun werkloosheidskans of beroepspositie. van allochtonen rekening wanneer verband wel te bestaan, maar dit verdwijnt wordt gehouden met met Allochtonen factoren als opleidingsniveau en taalbeheersing. achterliggende hebben wel een hogere beroepspositie, maar dat informeel contact met autochtonen Nederlandse taal beter sprekenkomt doordat zij hoger opgeleid zijn, de en hun de werkloosheidskans van betreft Ook wat opleiding in Nederland hebben genoten. contact (Od van interetnisch invloed blijkt er geen zelfstandige allochtonen mate waarin allochtonen contact met autochtonen hebben en de kans hebben op arbeidspar- autochtonen contact met allochtonen mate waarin al dan niet werken, bepaald door individuele wordt vooral ticipatie. Of allochtonen en de mate van migratieachtergrond kenmerken opleidingsniveau, zoals geslacht, taalbeheersing. vrouwen, eerste-generatiemigranten Lageropgeleiden, allochtonen en Wanneer gemiddeld genomen minder. taalbeheersing participeren met onvoldoende individuelein een multivariate analyse met al deze kenmerken rekening wordt gehouden, contact er niet meer toe doet om arbeidsparticipatie blijkt dat de mate van interetnisch lijkt erop dat Granovetters te verklaren. Met andere woorden, het van allochtonen integratie van minderheden inderdaad, zoals veelal wordt aangenomen, van invloed veelal wordt aangenomen, inderdaad, zoals integratie van minderheden de op zowel onderzoek integratie'. Dit laatste sloeg in zijn is op hun 'structurele Wij concentreren werkloosheidskansberoepsniveau als het bereikte allochtonen. van op de werkloosheidskans heeft contact invloed of interetnisch ons hier op de vraag moet vraag te beantwoorden, Ook om deze en het beroepsniveau van allochtonen. contact een een multivariate is of interetnische De vraag analyse worden uitgevoerd. andere mogelijke factoren (opleiding, taalbeheersing, culturele ori 'strength of weak ties' zelfstandig informatie kunnen krijgen uit andere kringen dan het directe netwerk waartoe zij netwerk waartoe directe dan het kringen uit andere krijgen kunnen informatie dat veel bewoners van grootstedelijke achterstands- Het probleem is echter behoren. netwerken, zij het waardoor op de eigen, buurtgebonden zijn wijkensterk gericht van in deze spreekt Wilson (1996) samenleving verliezen. de omringende contact met isolatie' van de stedelijkede 'sociale achtergestelden. (samen met de culturele van 'sociaal-culturele integratie' gezien veelal als een deelaspect ori verworpen kan worden. van allochtonen ligt dit echter anders. Ook taalbeheersing hangt sterk samen met ligt dit echter van allochtonen hun opleidingsniveau,allerlei individuele zoals migratie- kenmerken van allochtonen, (de in Nederland geboren tweede generatie spreekt uiteraard beter achtergrond Nederlands dan eerstegeneratiemigranten) en arbeidssituatie (werkenden spreken beter Nederlands dan niet werkenden). individuele Naast deze kenmerken draagt hebben in positieve contact met autochtonen allochtonen ook de mate waarin echter

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 106 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 107 ze ntegreerd. omdat ï ntatie van allochtonen ë ntatie van allochtonen, dat wil ntatie van allochtonen, ë ze beter Nederlands praten en meer beter Nederlands praten ze zij minder contact met autochtone zij minder contact met omdat omdat ntatie van allochtonen (Van der Laan Bouma-Doff 2005: der Laan Bouma-Doff 61). (Van ntatie van allochtonen ë Iets soortgelijks zien we bij de culturele ori zien we bij Iets soortgelijks ntatie? Dit blijkt inderdaad het geval. Ook de culturele ori ntatie? Dit blijkt inderdaad ë k door het beperkte contact met autochtonen. De buurt op zich, dat wil zeggen het zeggen dat wil op zich, De buurt autochtonen. beperkte contact met k door het hangt sterk samen met individuelehangt sterk samen met kenmerken opleidingsniveau zoals en arbeidssituatie. en waarden Westerse vaker Hoger opgeleiden en werkenden typisch onderschrijven beter ge in cultureel opzicht en zijn dus gemiddeld genomen ook opvattingen Ook interetnisch contact leidt, naast de individuele tot meer achtergrondkenmerken, Ook interetnisch culturele ori Westerse Overigens rijst hier, net als bij het vorige punt, wel de vraag wat precies de richting wat punt, wel de vraag als bij het vorige net Overigens rijst hier, Spreken gevolg? sommige allochtonen is oorzaak en wat Wat van dit verband is. opvattingen Westerse vaker ze typisch beter Nederlands en onderschrijven zeggen de mate waarin allochtonen typisch Westerse waarden onderschrijven (opvat- onderschrijven waarden Westerse typisch allochtonen de mate waarin zeggen verband Is er een zelfstandig van vrouwen en het huwelijk). de positie tingen over culturele hebben en hun contact met autochtonen allochtonen tussen de mate waarin ori Westerse opvattingen hebben? De hier besproken onderzoeken geven over deze vraag hebben? De hier besproken deze onderzoeken geven over opvattingen Westerse geen uitsluitsel. 1.3 Onderzoeksopzet te inventariseren is om beleidsinitiatieven en projecten Het doel van dit onderzoek contacten in steden en buurten. van interetnische zijn op het bevorderen die gericht in de lokale doen (lokale) samenleving en andere relevante partijen overheden Wat leveren deze te stimuleren? En wat contact in de stad en in de buurt om interetnische vragen te krijgen, zijn op deze contacten precies op? Om een antwoord interetnische steden, en projecten in vier verschillende naar relevante initiatieven gegaan we op zoek liggen in onderzoekslocaties van onze Twee en meer specifiek in vier stadsbuurten. deelgemeente in de Rotterdamse Tarwewijk de grote steden van ons land: de buurt We Slotervaart. Amsterdamse stadsdeel in het Veld Overtoomse Charlois en de buurt gebruik te maken twee locaties om optimaal deze van bij eerder onderzoek voor kozen willen We 2005). Weltevrede verzamelde kennis en contacten (vgl. Engbersen, en Snel niet tot de grote steden beperken en deden daarom vergelijk- echter ons onderzoek en in de wijk Zaandam-Zuidoost in in de wijk Dordrecht-West baar onderzoek Zaanstad. zin bij aan de mate van taalbeheersing aan de mate zin bij taalbeheersing). te betere des meer contact, (hoe bewoners waarom ook lijkt te verklaren contact Opmerkelijk is dat dit interetnisch van concentratiewijken spreken.minder goed Nederlands het algemeen over komt, Dat werk), of zonder (vaak laagopgeleid ongunstige achtergrondkenmerken behalve door óó bewoners verklaring waarom geen zelfstandige vormt in de buurt, minderhedenaandeel van concentratiewijken spreken Nederlands spreken. minder goed In gekleurde buurten goed Nederlands minder allochtonen meer contact hebben met autochtonen, of ligt het causaal verband precies omgekeerd? of ligt het causaal verband precies meer contact hebben met autochtonen, meer contact met autochtonen Hebben ze Nederlanders hebben (Gijsberts en Dagevos 2005: 58; Van der Laan Bouma-Doff 2005: der Laan Bouma-Doff 61). Van 2005: en Dagevos Nederlanders hebben (Gijsberts 58; intergroup contact ren tussen 'geen ë Het idee is dat wanneer leden van verschillende Het idee is dat wanneer 5 ). Men kan echter diverse). Men kan contact- kanttekeningen echter bij deze plaatsen ontwikkeld. gestan- contactladder is een meetinstrument (een Deze In onderhavig onderzoek gebruikenIn onderhavig onderzoek een vergelijkbare contact- of socialebin- we Kortom, interetnische ontmoetingen en contacten leiden niet per definitie tot ontmoetingen en contacten interetnische Kortom, Beleidsmakers hanteren vaak een impliciete verwachting of 'beleidstheorie' Beleidsmakers hanteren vaak een impliciete verwachting per definitie zou leiden tot stereotype verandering doordat contact blootstelling van de leden aan stereotype inconsistente per definitie zou betekeneninformatie zou 1969). (Amir De contacthypothese (Allport 1954) stelt dat direct contact tussen leden van verschillende groepen zal leiden tot een stelt dat direct contact tussen leden van verschillende 1954) (Allport De contacthypothese ging ervan uit dat Allport van elkaar. ten opzichte vermindering van stereotypering en vooroordelen 'meeting is mating' dingsladder. hier niet gebruikt om feitelijke sociale 'bindingsladder' wordt echter Deze initiatieven en contacten tussen bewoners te onderzoeken, maar om verschillende kijken daarbij in eerste We op sociale binding te kunnen analyseren. projecten gericht contact' of 'onverschilligheid' via diverse ('elkaar groeten', van 'participatie' vormen contact' of 'onverschilligheid' 'deelnemen aan gezamenlijke ('mee-organiseren en 'interactie' activiteiten in de buurt') 'een oogje op elkaarsvan buurtactiviteiten', kinderen houden') tot 'verstandhouding' van elkaar 'elkaar en normen ('bij elkaar gaan', overnemen'). helpen', 'waarden op bezoek in bewonersDoor zowel contacten in de buurt als professionals te vragen de sociale men op min of meer objectiveerbare de aard van termen te typeren, zou wijze deze 2005: kunnen vaststellen (vgl. Hazeu 302) sociale contacten in de buurt daardiseerde vragenlijst) om de aard van sociale contacten in een straat of buurt mee sociale contacten in een straat of buurt daardiseerde vragenlijst) om de aard van kunnen vari een buurt te brengen. De sociale contacten in in kaart hypothese. Allereerst kan elkaar men zegt het contact oppervlakkig blijven: goedendag hypothese. contact kan leidt niet tot intensievere contacten. Interetnisch op straat, maar dit gemengd over oproepen. Zo bleek uit onderzoek ongewenste gevoelens bovendien eerder tot contact niet tot verbroedering, maar dat interetnisch in Rotterdam sporten (Duyvendak, Krouwel, Boonstra en onderlinge spanningen en frustratie leidde kunnen mensen ontdekken contacten in de buurt Door interetnische Kraaijkamp 1998). elkaardat ze dus ook uitmonden in juist niet aardig vinden. Ontmoetingen kunnen van vijandigheid, wederzijdse angst of discriminatie. gevoelens (in onderzoekenmeer en betere sociale relaties. Om te of bepaalde buurtinterventies inderdaad tot meer en betere sociale relaties in Opzoomeren) dit geval het Rotterdamse Instituut een zogenoemde Verwey-Jonker leiden, hebben onderzoekers van het de buurt contactladder In elk van deze vier steden en stadswijken steden en vier initiatieven en we projecten van deze In elk inventariseerden en te verdiepen. te stimuleren contacten interetnische hebben om die de bedoeling Er worden precies beogen. en initiatieven projecten deze gingen we na wat Vervolgens geor- dialogen interculturele steden en buurten in tal van Nederlandse tegenwoordig beleidsmakersen andere betrokkenen precies van verwachten wat maar ganiseerd, initiatieven? deze kunnen de 'contacthypothese' contacten en sociale binding, die we interetnische over Amir 1969). 1954; noemen (Alport groepen bij elkaar in de buurt wonen en elkaar ontmoeten, zich vanzelf meer intensieve vanzelf wonen en elkaargroepen bij elkaar ontmoeten, zich in de buurt mensen Wanneer bij elkaar. relaties ontwikkelen. contact brengt mensen dichter Sociaal ondersteunen zelfs elkaar aardig vinden en misschien elkaar ze vanzelf gaan ontmoeten, ( 5

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 108 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 109 ) tot 'bridging' gerealiseerde gevolgen gerealiseerde n in. ë van de betreffende initiatieven en projecten van de betreffende (wat voor type contact is er feitelijk ontstaan?). Om contact is er feitelijk type voor (wat beoogde doelen r van deze initiatieven? Wanneer we daarover informatie hebben, we daarover Wanneer initiatieven? r van deze éé onbedoelde bijeffecten onbedoelde dan ze aanvankelijk dachten en zich aan dezelfde problemen in de buurt of op in de buurt problemen dezelfde aan en zich aanvankelijk dachten dan ze berhaupt sprake zijn van interetnisch contact, dan moeten individuen contact, dan moeten en berhaupt sprake zijn van interetnisch ü stand te brengen. Het gaat bijvoorbeeld over straat- of buurtfeesten en interculturele straat- of buurtfeesten over bijvoorbeeld stand te brengen. Het gaat een markt, festivals, (zoals spontane ontmoetingsplekken maar ook over in de buurt etnische leden van verschillende waar of voetbalveld) bibliotheek, park, speelterrein groepen met elkaar komen. in contact kunnen hierover iets te kunnen zeggen, delen we feitelijke delen we we op onze initiatieven en projecten die zeggen, iets te kunnen hierover categorie in vier verschillende aantroffen onderzoekslocaties (wat voor type contact wil men precies bereiken?), contact wil men type voor maar ook naar (wat Afspraken maken over de buurt over maken Afspraken ontmoetingen en contacten worden Nog weer een stap verder is dat interculturele van zakengebruikt om concrete afspraken de gang en te maken, over bijvoorbeeld enzovoort. in de openbare ruimte, op school, in de buurt, (gewenste) omgangsvormen echt achtergronden met verschillende of schoolgenoten buurt- Het idee is dat wanneer ontdekken minder van elkaar dat ze ver- met elkaar misschien in gesprek komen, ze schillen ergeren (vuil op straat, pestende jongeren, ervaren discriminatie of bedreiging). school ontdekking kan om gezamenlijk afsprakenDeze de basis vormen te maken bij- over Elkaar leren kennen leren Elkaar Elkaar ontmoeten betekent dat mensen elkaar nog niet ook leren kennen en begrijpen. ontmoetingen op een straatfeest, festival of de markt betekenen nog niet Vluchtige groepen etnische dat er betekenisvolle communicatie tussen leden van verschillende het daarom om beleidsinitia- gaat ontstaat. Bij de tweede trede van de bindingsladder tieven hebben om wederzijds begrip en respect en projecten, die expliciet als doel zijn de interculturele Voorbeelden tussen de diverse te stimuleren. bevolkingsgroepen zijn ander geliefd voorbeeld in den lande worden gehouden. Een dialogen die overal groepen eten of kleding uit hun herkomstland diversebijeenkomsten waar etnische initiatieven is dat iedereen meer begrip krijgt voor presenteren. Het doel van dit soort mensen afkomstig zijn. waaruit culturele achtergronden de verschillende groepen van verschillende bevolkingsgroepen elkaar bevolkingsgroepen op zijn minst een keer ontmoeten. groepen van verschillende van dat leden gekleurde wijkenDe praktijk van veel is echter in de grote steden groepen elkaar kennen niet verschillende maar langs elkaar of groeten en niet met, leven. Bij de eerstebeleids- het om initiatieven en gaat trede van de bindingsladder projecten die beogen groepsoverstijgende ontmoetingen en contacten ( Elkaar ontmoeten Elkaar Wil er en eventuele en eventuele instantie naar wat deze initiatieven en projecten precies beogen. Zijn ze er alleen op er ze Zijn beogen. precies en projecten initiatieven deze wat naar instantie groepen elkaar een keer of ontmoeten etnische dat leden van verschillende gericht men m verwacht kijken niet alleen naar de we n erop é van het betreffende initiatief van het betreffende (geciteerd: Blokland 2001: 43). (geciteerd: Blokland 2001: ” ) voortdurend op wisselende wijze via op wisselende wijze ) voortdurend … beoogde doelen n ( ë . Onze verwachting is dat verreweg de meeste initiatieven en pro- is dat verreweg verwachting . Onze (...) verschillende bevolkingscategorie (...) verschillende sociale netwerken met elkaar een stimulerende werking van uit, in contact. Daar gaat zin sociale als culturele in economische, zowel gerealiseerde effect Ook bij de wens van de overheid om interetnische contacten te bevorderen, is de contacten te bevorderen, om interetnische Ook bij de wens van de overheid contacten weder- op zijn minst deels dat door interetnische gedachte achterliggende mee kunnen groepen hun voordeel juist allochtone zijdse steunrelaties ontstaan waar doen. van deze de rode draad treden van de 'bindingsladder' vormen vier opeenvolgende Deze gebruiken om concrete beleidsinitiatieven en projecten de bindingsladder We studie. in in te delen in een betekenisvolle typologie. Hierbij en buurten steden de onderzochte wordt in eerste instantie gekeken naar de “ toe te zien dat deze regels gehandhaafd worden. Bij de derde trede van de bindings- de derde trede van worden. Bij regels gehandhaafd dat deze toe te zien bewonerswaarbij beleidsprojecten om initiatieven en het verschillende van ladder gaat afsprakengroepen afspraken daarbij is dat deze Cruciaal (bij- maken de buurt. over wat maar berusten op worden opgelegd, niet van bovenaf gedragsregels) voorbeeld bewoners onderling afspraken. groepen van diverse etnische hulprelaties Wederzijdse en sociaal trede op de bindingsladder is dat ontmoetingen De laatste en hoogste toe leiden dat mensen elkaarcontact er uiteindelijk helpen en ondersteunen. wederzijds bij veel beleidsmakers degenen die betrokken (bijvoorbeeld zijn De impliciete gedachte bij stedelijke betere sociale herstructurering) is dat leden van achterstandsgroepen c.q. werkenden. De achterlig- kansen informeel contact met autochtonen krijgen door werkenden door informeel contact met meer informatie is dat werklozen gende gedachte kansenen daardoor betere buurt- de arbeidsmarkt of dat hoog opgeleide krijgen op in de buurt. bewoners jongeren uit achterstandsgroepen als rolmodel dienen voor in de stedelijke het 'gemengde bouwen' over zei Boxtel Van minister Zoals voormalig herstructuringswijken: hierdoor komen voorbeeld een stadsetiquette of gedragsregels voor een park, plein of buurt of buurt park, plein een voor of gedragsregels stadsetiquette een voorbeeld of project, en indien daarover informatie beschikbaar is, zeggen we ook iets over het we ook iets over is, zeggen informatie beschikbaar of project, en indien daarover jecten alleen gericht zijn op het tot stand brengen van interetnische ontmoetingen of interetnische zijn op het tot stand brengen van jecten alleen gericht hooguit tot het vergroten van intercultureel begrip van elkaar (de eerste twee treden van de bindingsladder). Beleidsmakers veronderstellen al te gemakkelijk dat meer diepgravende sociale contacten (afspraken elkaar maken wederzijds de buurt, over - en dan nog wel zullen ontstaan op het moment dat buurtbewoners helpen) vanzelf groepen - elkaar een keer hebben ontmoet etnische van verschillende buurtbewoners zijn op het maken en hebben leren kennen. Initiatieven en projecten die expliciet gericht van wederzijdse hulprelaties of het aangaan van concrete afspraken de buurt over zijn. schaars zullen naar verwachting

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 110 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 111 De door ons geselecteerde buurten behoren tot de zogenaamde achterstands- behoren tot de zogenaamde De door ons geselecteerde buurten Een andere steeds terugkerende steeds Een andere misschien projecten of of initiatieven vraag is De buurt Overtoomse Veld ligt in stadsdeel Slotervaart in Amsterdam-West. Het gebied Amsterdam-West. in ligt in stadsdeel Slotervaart Veld Overtoomse De buurt tot de groep stedelijke naoorlogse behoort Veld omvat circa 35 straten. Overtoomse gebouwd en cumuleren. De buurt, problemen samenkomen verschillende waar buurten in het teken staat de komende jaren en zestig, van de stedelijke ver- in de jaren vijftig zijn bijna allemaal woningen woningen. Deze nieuwing; het plangebied omvat 3.860 Amsterdam, dienst O en S). Op 1 januari 2005 goedkope huurwoningen (Gemeente afkomst. 70 procent van de bewonerswoonden er 9622 mensen. Ruim is van allochtone in Overtoomse is dit percentage 38. De grootste bevolkingsgroep Amsterdam heel Voor en de Surinaamse Turkse met 30 procent. De is de Marokkaanse gemeenschap Veld betreft Wat en 8 procent van de bevolking. respectievelijk 14 vormen gemeenschap van de tien armste buurten tot Veld Overtoomse besteedbaar inkomen behoort Amsterdam. Het percentage 'niet-werkende werkzoekenden' in de wijk ligt met 13 procent) als het landelijke gemiddelde (5 Amsterdamse (10 het zowel procent boven procent). Amsterdam - Overtoomse veld - Overtoomse Amsterdam buurten van hun stad. Verschillende buurten hebben ook het landelijke nieuws buurten Verschillende van hun stad. buurten eind jaren Veld socialeveiligheidsproblemen. Zo kreeg Overtoomse gehaald vanwege negentig landelijke bekendheid problemen met Marokkaanse vanwege jongeren in de door de heer regelmatig in de media vanwege Tarwewijk de en kwam de buurt de wijk onderdeel van de deelgemeente Charlois waar - portefeuillehouder Schrijer in de wijk. Een voorstel dat tot de nodige vanuit maakt - gewenste 'allochtonenstop' pro- in het nieuws vanwege komt regelmatig geleid. Dordrecht-West discussie heeft de wijken hieronder kort. beschrijven We Antilliaanse jongeren. blemen met De geselecteerde wijken liggen in de vier gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Dordrecht Amsterdam, Rotterdam, De geselecteerde wijken vier gemeenten liggen in de de vier grote steden worden in Nederland tot en Rotterdam Amsterdam en Zaanstad. zijn met 120.000 en Zaanstad (G4) gerekend; Dordrecht tot 140.000 inwoners een stuk Amsterdam en In Rotterdam samenstelling zijn er verschillen. Ook qua etnische kleiner. en Zaanstad in Dordrecht afkomst, van allochtone de bevolking is ruim een derde van in alle het percentage allochtonen In vergelijking met Nederland is procent. 16 'slechts' procent (CBS, 2003). rond 10 dan het Nederlandse gemiddelde van vier de steden hoger 1.4 beschreven buurten Vier onbedoelde bijproducten (spin-off) genereert. Zo is het denkbaar dat een bepaald Zo is het denkbaar genereert. bijproducten (spin-off) onbedoelde tot doel heeft alleen expliciet op zich in de buurt) straatfeest of barbecue initiatief (een elkaar en buurtbewoners dat straat- verder veel leren kennen, maar dat de effecten van zakende gang in de straat en komen over in gesprek dat ze Bijvoorbeeld gaan. doen. aan willen gaan er gezamenlijk iets uiteindelijk n van de aandachts- éé Zaandam Zuidoost ligt aan de oostkant van de rivier de Zaan en bestaat uit de wijken Het is met ruim 36.000 en Pelders-/Hoornseveld. Zaandam Zuid, Poelenburg Rosmalen, van alle inwoners van inwoners een van de grootste wijken kwart van Zaanstad; een Zuidoost kampende stad woont in Zuidoost. Delen van werk- met een relatief hoge woningklimaat. loosheid, een laag opleidingsniveau, een laag inkomen en een slecht als VROM aangewezen wijk is door het ministerie van Ook deze gebieden. Dat betekent de gemeente en de woningbouwcorporaties dat het ministerie herstructureringextra faciliteiten biedt om het proces van van het en vernieuwing gebied te ondersteunen. De vier wijken steeds sterker hebben in de loop der jaren een multicultureel karakter gekregen. In Zaandam Zuidoost ligt het percentage allochtonen de Van met 38 procent aanzienlijk hoger dan het Zaanse gemiddelde van 22 procent. met 56 procent het hoogst. in Poelenburg vier wijken is het percentage allochtonen procent (Zaandam Zuid en Rosmolenwijk) In de andere wijken is het respectievelijk 19 en O). /Hoornsveld) (Gemeente Zaanstad, dienst S en 34 procent (Pelders- Zaandam Zuidoost Dordrecht-West Oud Krispijn en Nieuw Wielwijk, Crabbehof, bestaat uit de buurten West Dordrecht sterk eenzijdig en is op dit moment in Dordrecht-West Krispijn. De woningvoorraad Deze van matige kwaliteit. uit goedkope meergezinshuurwoningen bestaat vooral Zo ligt het in sociaal opzicht. zich vertaalt samenstelling van de woningvoorraad als geheel. dan in Dordrecht beduidend lager gemiddelde inkomen in Dordrecht-West VROM intussen aan- door het Ministerie van reden is Dordrecht-West Mede om deze als prioriteitswijk. Met ongeveer 25.000gewezen inwoners biedt de wijk onderdak de 25.000Van inwoners is ongeveer bevolking. aan ruim een vijfde van de Dordrechtse zijn achtereenvolgens afkomst. De grootste allochtonengroepen een derde van allochtone Antillianen (7 procent), Marokkanen (6 procent) en Surinamers procent), (11 Turken (3 procent) (SGB, Dordrecht). Rotterdam -Tarwewijk Rotterdam 12.000 zo'n Charlois en telt van deelgemeente is onderdeel inwoners. Tarwewijk De wordt gerekend. minderheden In heel Charlois Hiervan kan de etnische twee derde tot De ver- minderheid. de inwoners 44 procent van momenteel etnische tot een behoort 2017 in Charlois in onder de bevolking minderhedenaandeel dat het is echter wachting en de Tarwewijk (Engbersen 70 procent tot zo'n zal zijn opgelopen et al. 2005: De 65). uit het Caribische op mensen hebben aantrekkingskracht aanpalende Millinxbuurt als in heel Antillianen wijkengebied. In deze wonen verhoudingsgewijs drie keer veel zo ongeveer is Tarwewijk Antillianen en Marokkanen in de Het percentage Rotterdam. Turken Surinamers twee grootste minderhedengroepen zijn procent). De en gelijk (10 de het relatief grote aandeel jongeren in procent). Opvallend is verder (beide 14 2005). en het kleine aandeel ouderen (COS Tarwewijk

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 112 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 113 nitieerd om de binding tussen bewoners de binding tussen nitieerd om om welke ï 1.5 Dataverzameling een zoektocht, een ware worden als kan van dataverzameling De manier omschreven en steden die in de buurten initiatieven en projecten in de 'jungle' van exploratie het en er is in onderzoek op het moment van veel worden. Er gebeurt georganiseerd ge en georganiseerd veel verleden zo Per project wordt ingegaan op de initiatiefnemersgeorga- hebben het project wordt ingegaan (welke partijen Per het project beoogd?), methodiek (op welke wordt met niseerd?) de doelstelling (wat Ook staan we effecten. hun doel te realiseren?) en de resultaten en manier pogen ze stil bij mogelijke spin-off-effecten. manier dan ook te verbeteren, zodat het geen gemakkelijkeom door de bomen is zodat ook te verbeteren, manier dan opgave van eerstehet bos te zien. De zat daarom ook in het krijgen van overzicht uitdaging voor om een zeker 'gevoel' gekozen is er ook bewust voor de projecten. Daarnaast door de onderzoekers dan ook is in alle buurten te krijgen. In dit verband de buurt van de projecten en bij het houden Bij het beschrijven gehouden. een buurtschouw beelden te hebben van de is het belangrijk van face-to-face of telefonisch, interviews, is de sfeer op hoe staat er, (hoe ziet het plein eruit, welk type woningbouw wijk straat)de bewoners. te zien bij laatste uitdaging zat in het vinden De en 'gezichten' relevantvan projecten, projectbe- van in de vorm materiaal empirisch en bruikbaar en evaluaties. schrijvingen 6 interculturele ontmoetingsinitiatieven ren van buurtfeesten en buurtbarbecues via en buurtbarbecues ren van buurtfeesten ë le ondersteuning van buurtactiviteiten. Inmiddels gaat het le ondersteuning Inmiddels gaat van buurtactiviteiten. ë le en financi ë oor jongeren in de buurt. Deze activiteiten Deze plaatsvinden op het schaal- kunnen buurt. oor jongeren in de Onze algemene beschrijving van het Opzoomeren is grotendeels gebaseerd op De Graaf (2001) en Hazeu (2005: en Hazeu is grotendeels gebaseerd op De Graaf (2001) 289-302). van het Opzoomeren algemene beschrijving Onze 6 allerlei activiteiten op het gebied van sport en spel tot bijvoorbeeld een computerclub- en spel tot bijvoorbeeld allerlei activiteiten op het gebied van sport huis v hebben de activiteiten of straat. Soms expliciet ten niveau de wijk, buurt van de stad, wil men alleen bewoners soms bevorderen, contacten te van doel om interetnische met elkaar dergelijke brengen. Maar wanneer in contact activiteiteneen buurt plaats- ont- zal het resultaat zijn dat er interculturele gemengde wijk, vinden in een etnisch hoeven niet te leiden tot ontmoetingen kunnen, maar Deze moetingen plaatsvinden. tussen betrokken. van contact of verbondenheid meer intensieve vormen hier een veelkleurig palet aan beschrijven We Het Opzoomeren begon in 1989 als spontaan initiatief van bewoners als spontaan initiatief van de begon in 1989 Het Opzoomeren schoner, deelgemeente om de buurt Opzoomerstraat in de Rotterdamse te maken.veiliger en gezelliger De bewoners wachten, wilden niet langer op de overheid op te ruimen en op te fleuren. maar staken om de buurt de handen uit de mouwen zelf sociale vernieuwing. werd nadien het boegbeeld van de Rotterdamse Opzoomeren dat de leefbaarheid en 'vitalisering' van de sociale vernieuwing was Centrale gedachte actieve burgers. maar ook voor de overheid, van een stad niet alleen een kwestie is voor afgesloten met een stedelijke sociale vernieuwingsbeleid werd in 1994 Het Rotterdamse 10.000 waarbij bewoners,Opzoomerdag, maar ook gemeentelijke diensten en het met allerhande activiteitenbedrijfsleven in de weer waren in meer dan een kwart Mee Opzoomer dag werd ook de stichting straten. Op deze van alle Rotterdamse bewonersgroepen een stedelijk campagnebureau waar kunnen aankloppen opgericht, materi voor 2.2 Opzoomeren de meest bekende campagne gericht is waarschijnlijk 'Opzoomeren' Het Rotterdamse van Nederland. straat- en buurtbewoners op het stimuleren van ontmoeting tussen in de vier geselecteerde wijken en steden, zonder daarbij naar volledigheid te streven. in de vier geselecteerde wijken daarbij naar volledigheid en steden, zonder met als uit- aantal interessante initiatieven in de buurten, dieper in op een gaan We ontmoetingen mogelijkheden om te krijgen in verschillende eindelijke doel inzicht thema's: De projecten zijn onderverdeeld in de volgende tussen culturen te organiseren. 3.4), onderwijs en spel (par. 3.3), sport 3.2), digitale trapveldjes (par. (par. Opzoomeren 3.6). (par. en interactie 3.5) en participatie (par. 2.1 Inleiding etnische van verschillende contact is dat leden interetnisch voor Een eerste voorwaarde tal en buurten dag worden er in gemeenten Al sinds jaar en groepen elkaar ontmoeten. en activiteitenvan projecten, campagnes dat bewoners die ten doel hebben gevoerd elkaar activiteiten Deze ontmoeten. vari Elkaar ontmoeten Elkaar

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 114 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 115 n hebben. Vanuit het perspectief van Vanuit n hebben. ë (geciteerd in Hazeu 2005:(geciteerd in Hazeu 292). ” Betrokkenen noemen het Rotterdamse Opzoomeren zonder meer een groot zonder Opzoomeren Betrokkenen noemen het Rotterdamse Er worden echter ook kanttekeningen bij het succes van het Opzoomeren Er worden echter Over wat precies het doel van Opzoomeren is, zijn de diverse het doel van Opzoomeren precies Over wat betrokken partijen in staat om gecompliceerde verhalen over sociale integratie, grootstedelijke sociale integratie, in staat om gecompliceerde verhalen over proble- succes. De kracht van het Opzoomeren, zo stelt de directeur van de stichting Opzoomer stelt de directeur van de stichting zo van het Opzoomeren, succes. De kracht stelt hij, is, zo Het Opzoomeren Mee, ligt in de 'simpelheid' van de aanpak. bewoners er een duidelijk verband tussen het elkaar bestaat leren kennen in de buurt en veilig heel ondernemen van activiteitenen het gezamenlijk straat schoon, om de uit. Door gezamenlijke hierbij eerst maakt hen niet zoveel komt, Wat te houden. straatactiviteiten voor kunnen worden ingezet ontstaan sociale contacten, die weer veel opbouwwerkers bestuurders en is Voor leefomgeving. het beheer van de directe Het straat een doel op zich. contacten en sociale cohesie in de van het bevorderen middel om bewoners een hen vooral te activeren de straat is voor gezamenlijk vegen van Waar 2005: Hazeu 293). en met elkaar 142-144; (De Graaf 2001: in contact te brengen moet zich het Opzoomeren waarop eens is, is het schaalniveau iedereen het wel over te mobiliseren rond kwesties erom mensen afspelen, namelijk het straatniveau. Het gaat is het Vervolgens van de directe leefomgeving. en de kwaliteit die hen direct aangaan van gezamenlijke'kennen een belangrijk neveneffect en gekend' buurt worden in de professionele betrokkenenhet hoofddoel). (en volgens buurtactiviteiten zelfs geplaatst. Zo is er kritiek op het hoge 'barbecue- of carnavalgehalte' van het Menig gemeenteambtenaar en (welzijns)professional (WRR 2005:Opzoomeren 104). Het Opzoomeren is bovendien relatief goedkoop. Het steunt sterk op eigen initiatieven relatief goedkoop. is bovendien Het Opzoomeren van bewoners. aan professionele ondersteuning Het geld wordt besteed door de Mee en welzijnswerkers, Opzoomer bewonersgroepenhet budget voor en aan stichting genoemde succesfactor van het Een laatste die iets in hun straat organiseren. niet is dat iedereen er aan mee kan beperkt zich Opzoomeren doen. Het Opzoomeren kunnen straten en buurten tot de gebruikelijke alle Rotterdamse achterstandswijken, in de loop der jaren een activiteiter aan meedoen. Hierdoor werd het Opzoomeren straat kan meedoen. elke waaraan Rotterdamse matiek, verharding van de samenleving, anonimiteit en nog zo wat, op een eenvoudige wat, anonimiteit en nog zo matiek, verharding van de samenleving, naar de straat en zijn bewoners. sociale in actie voor Niemand komt manier te vertalen je wel in het leven bij jou in de straat zet integratie of tegen de verloedering, maar beweging “ Opzoomeren allang niet meer alleen om schoonmaakacties in de buurt, maar om maar in de buurt, om schoonmaakacties alleen niet meer allang Opzoomeren Kenmerkend is dat het andere activiteiten barbecues en allerlei feesten, in de buurt. activiteiten en laagdrempelige zijn die door bewoners worden aange- kleinschalige onderop'). dragen ('van de effectiviteit een oordeel over het moeilijk is om eens - waardoor het niet helemaal Onderzoekersvan het project te vormen. dat bewoners merkten op professionele en idee betrokkenen soms verschillende hierover (De ” r van mag verwachten. de negatieve wederzijdse de negatieve éé vanwege (Resp. 17). (Resp. Het Opzoomeren kan wel een 'effectieve ontmoetingsstrategie' in straten en kanHet Opzoomeren wel een 'effectieve Een derde kanttekening bij Opzoomeren betreft de intensiteit van het bewoners- betreft Een derde kanttekening bij Opzoomeren een aantal opbouwwerkers op moet wijzen zij kartrekkers stelt dat er voortdurend bewoners in de buurt: autochtoon en al wat ouder. Allochtonen, maar ook jongeren maar Allochtonen, ouder. en al wat autochtoon bewoners in de buurt: Vooral de 'bonding' tussen autochtone bewoners wordt versterkt 'bridging' terwijl de de 'bonding' tussen autochtone Vooral Deze tweede kanttekening is cruciaal voor deze beschouwing. Onze centrale vraag is Onze beschouwing. tweede kanttekening deze is cruciaal voor Deze als een 'mengingsinstrument' kanof het Opzoomeren functioneren, of het bijdraagt nooit expliciet een doel overigens wat - contacten in de buurt aan de interetnische 'de bewoners' is geweest. Er wordt altijd over gesproken:van het Opzoomeren ieder- autochtoneWanneer herkomst. een die hier woont, onafhankelijk van de etnische en bewoners deelnemen, kan gezamenlijk aan straat- en buurtactiviteiten dit allochtone positief uitwerken. deelname aan gezamenlijkezeer Ontmoeting en activiteiten kunnen praktijk is De de wederzijdse beeldvorming. op den duur leiden tot het bijstellen van dat men niet gezamenlijk aan de slag gaat echter Graaf 2001: 146-7). Graaf 2001: onderzoekswijken, dat Opzoomeren wordt geconstateerd van onze Ook in Charlois, een contact: niet altijd bijdraagt tot interetnisch “Wat je ziet is dat mensen die elkaar toch al kenden, toch je ziet is dat mensen die elkaar “Wat tijdens de activiteiten elkaar kennen. leren nog beter mooi. erg is natuurlijk Dat gaan buurtbewoners Andere mee hebben. iets gemeenschappelijks ze waar bewoners om met hoofdzakelijk met jongeren,Jongeren zoeken achtergrond etnische met eenzelfde en mensen op” elkaar “ te komen. groepen - minder uit de verf lijkt verschillende - de toenadering tussen bewoners soms moei- verlopen en allochtone tussen autochtone (...)Ook de contacten zaam: zelforganisaties Allochtone wonen (...). bewoners in de buurt dat er ook allochtone bewoners moeilijk aanspreekbaar zijn dat de witte soms erover beklagen zich spreekt van gesubsidieerde feestjes en barbecues in de buurt. Een tweede kanttekening Een tweede buurt. in de en barbecues feestjes van gesubsidieerde spreekt is (Hazeu wit' overwegend dat 'meestal en straten, in buurten het leiderschap betreft 2005: 299). De Opzoomeractiviteiten door de meer 'geves- meestal gedragen worden tigde' altijd bereikt: worden niet buurten worden genoemd, maar de vraag is of men er m buurten contact. beeldvorming. Rotterdamse bestuurders de hoop dat allochtone hebben vooralsnog Rotterdamse beeldvorming. in wellicht ze waarna meedoen aan Opzoomeren, gaan op eigen kracht organisaties 'gemengde' activiteiteneen latere fase kunnen meedoen aan in de buurt. contact in Geconcludeerd kan als middel om interetnisch worden dat Opzoomeren niet goed functioneert. te stimuleren vooralsnog de buurt De vraag is of ontmoeting tussen bewoners uiteindelijk tot meer intensief contact en sterkere sociale binding leidt. Dit valt in de praktijk vaak tegen:

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 116 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 117 nitieerd. In andere ï (Resp. 17). (Resp. ” (Resp. 17). 17). (Resp. ’” (Resp. 3). (Resp. ” Een vierde en laatste kanttekening bij Opzoomeren is dat in sociaal zwakke Een vierde en laatste kanttekening bij Opzoomeren In een buurt als de Tarwewijk met een hoog verloop kennen veel buurtbewoners veel kennen met een hoog verloop Tarwewijk als de In een buurt Het begint bij ontmoeting. klus. is al een hele moeilijke Dat deze Maar zonder Ontmoeting leidt niet vanzelf tot binding. tot niet vanzelf leidt Ontmoeting wel. vroeger we dachten Dat Opzoomer- “ niet.elkaar niemand in de wijk. kennen Nieuwkomers nemen bewoners De zittende de nieuwkomers. houden aan jegens een afwachtende is 'de nieuwe Hun motto naar ons komen moeten “ tijd in het onze dan 50% van meer je niet verder. Wij investeren kom activiteiten zijn op ontmoeting tussen gericht die activiteiten van en organiseren realiseren uit de buurt bewoners activiteiten blijven vaak bij ontmoeting. vaak blijven activiteiten niks mis mee, is op zich Daar de maar toeval zijn vooral neveneffecten mogelijke “ Het ideaal van opbouwwerkersHet ideaal is dat ontmoetingsactiviteiten het Opzoomeren zoals van activiteiten. in een groter geheel uitmonden en uiteindelijk vormen een opstap andere activiteiten van de activiteit,bouwen oftewel dan om de spin-off Het gaat op contacten die met bewoners zijn gelegd tijdens ontmoetingsactiviteitenvoort 2002). Crabbenhof in Dordrecht- Zo wordt in de buurt en Machielse (vgl. Hortulanus driedeling 'ontmoeting, activiteiten gewerkt met de en belangenbehartiging': West Geconcludeerd kan worden dat het Rotterdamse Opzoomeren inmiddels een gevestigde Opzoomeren Geconcludeerd kan worden dat het Rotterdamse Actieve bewoners en bewonersgroepen steken de handen traditie is geworden. zelf heel en veilig' te houden. In veel andere steden uit de mouwen om de straat 'schoon, bewonersactiviteiten onder een andere naam soortgelijke vinden overigens plaats. bewonersDaarbij organiseren allerlei andere activiteiten in de straat. Hoewel er soms kankritiek is op het hoge 'barbecue- of carnavalgehalte' van het Opzoomeren, worden en vergelijkbare activiteitengeconstateerd dat het Opzoomeren elders zijn succesvol te betrekken.om bewoners Een bijkomend weer actief bij het gebeuren in de buurt wijken worden Opzoomer-activiteiten gezamenlijk door de straat en buurtbewoners wijken worden Opzoomer-activiteiten (wel financieel en materieel ondersteundgeorganiseerd door het stedelijk campagne- bijna altijd profes- is hiervoor bureauTarwewijk als de Mee). In een buurt Opzoomer sionele ondersteuning nodig: buurten zoals de Tarwewijk de sociale betrokkenheidbewoners van is dat beperkt zo Tarwewijk de zoals buurten niet door straatbewoners kunnen worden ge zelf Opzoomer-acties De verwachting dat ontmoeting vanzelf tot meer binding en (interetnisch) contact in de tot meer binding en (interetnisch) dat ontmoeting vanzelf De verwachting de in veel gevallen niet op. Dit is een van de redenen waarom zal leiden, gaat buurt stedelijke een project Mensen Maken met het de Stad is gestart, gemeente Rotterdam meer in (hierover van buurtcontacten vormen naar intensievere campagne die streeft hoofdstuk 5). niet ader' rijkste contact in Het Clubhuis betekent 8 is). Wel kunnen we kunnen Wel is). ren van een actieve begrip en contact ë is een digitaal trapveld dat zich hoofdzakelijk is een digitaal trapveld dat zich 7 n van onze respondenten, zijn zozeer bezig met 'over- zijn zozeer respondenten, n van onze éé Tot dusver is de beoordeling van het Opzoomeren alleen positief. De belang alleen positief. is de beoordeling van het Opzoomeren dusver Tot soleerde buurtbewoners in achterstandsbuurten, maar ook elders, maatschappelijk in achterstandsbuurten, soleerde buurtbewoners ï Het Clubhuis, oorspronkelijk een initiatief van de Amerikaanse hoogleraar Resnick, is een zelfstandig onderdeel van is een zelfstandig AmerikaanseHet Clubhuis, oorspronkelijk Resnick, hoogleraar een initiatief van de de hele wereld: het Computer Clubhouse Network. landen over in 15 een internationaal netwerk van 77 clubhuizen verkeren, op een creatieve manier gebruik kunnen in het Computer Clubhuis die in een achterstandssituatie Jongeren de een bijdrage te leveren aan het verkleinen van de digitale kloof, Het project probeert leren maken van technologie. toeleiding van de jongeren naar de arbeidsmarkt en het vergroten van de sociale cohesie in de buurt. van de activiteiten de uitvoering is de Stichting Voor Juniorcollege. Het Clubhuis is gevestigd in het ISA-West Amsterdam, Impuls wordt samengewerkt met de Educatieve Faculteit waarin Amsterdam opgezet, Computer Clubhuis Amsterdam-West. (welzijn) en de Interconfessionele Scholengroep te laten participeren. Digitale trapvelden zijn gelegenheden waar wijkbewoners waar Digitale trapvelden zijn gelegenheden gebruik te laten participeren. kunnen maken een geringe vergoeding - - vaak tegen van internetcomputers ze en waar zoekenkunnen e-mailen, foto's scannen, informatie op internet, hun huiswerk maken, en computerlessen volgen. een spelletje doen, chatten Amsterdams Computer Clubhuis Het richt op jeugd en jongeren in de Amsterdamse buurt Overtoomse Veld. Overtoomse buurt Amsterdamse op jeugd en jongeren in de richt beperking is dat het bij de actieve opzoomeraars nog altijd overwegend om 'wit bij de actieve opzoomeraarsbeperking is dat het overwegend nog altijd k is primair een activiteit Het Opzoomeren van meer gevestigde, veelal autochtone gaat. nemen er en migrantenorganisaties Allochtonen oudere buurtbewoners. en al wat Dit is) nog weinig aan deel. informatie beschikbaar hierover zover (voor van Opzoomeren formeel ook geen doel (wat te bevorderen de buurt is geslaagd om wederzijds concluderen dat men er tot dusver niet in dat dit op Misschien te bevorderen. buurtbewoners en allochtone tussen autochtone in de groepen en organisaties allochtone langere termijn wel lukt, zeker wanneer activiteiten bemoeien. gaan meer met Opzoomer-achtige zich buurt 2.3 Digitaal trapveld groepen om moeilijk bereikbare trapveldjes veel ingezet worden digitale Tegenwoordig of ge dat ontmoetingsactiviteiten zoals Opzoomeren niet zinvol zijn om interetnisch niet zinvol dat ontmoetingsactiviteiten Opzoomeren zoals leven' dat het zoeken van contact met buurtbewoners of het cre leven' dat het zoekenbuurtbewoners van contact met bij een in de eigen woonom- Ze zijn gebaat er veelal bij in schiet. vrijetijdsbesteding culturele activiteiten. laagdrempelige ontmoetingsruimte en geving gesitueerde effect (volgens professionele welzijnswerkers professionele (volgens is dat bewoners het hoofddoel) effect zelfs elkaar leren kennen weer en elkaar op straat. Zeker groeten in wijken een hoge met onder bewonersmutatiegraad - een vast kenmerk van stedelijke - achterstandswijken straat- en dat de overweging is het een slotte Ten meer een gewin. is dit zonder wel de bewoners sommige voor misschien van het Opzoomeren buurtactiviteiten bewoners zijn. Sommige ontmoeting en ontspanning in voor enige mogelijkheden aldus achterstandssituaties, blijkt, door aan te sluiten bij de interesse van de kinderen en jongeren, een geschikte blijkt, door aan te sluiten bij de interesse Het bereik onder jongeren - hoewel jongeren uit de buurt. ontmoetingplek voor gedomineerd door Marokkaanse jongens - is redelijk divers samen- en multicultureel gesteld. 7 8

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 118 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 119 die er bridging en n vaardig zijn op de computer, bonding é : jongeren uit de buurt worden aangemoedigd om elkaar worden te : jongeren uit de buurt ) In totaal zijn er die middag ongeveer twintig jongeren langs ) In totaal zijn er die … smalltalk (Brouwer 2004: 141). ” ) Als even later een Turks meisje dat pas nieuw is, iets aan hem vraagt, helpt pas nieuw is, iets meisje dat Turks later een Als even ) … ren van rust in het clubhuis waardoor leden zich kunnen concentreren en hun eigen kunnen concentreren en hun zich leden waardoor ren van rust in het clubhuis ë n zich goed gedragen, krijgen meer verantwoordelijkheden. Zij ontvangen een pasje goed gedragen, krijgen meer verantwoordelijkheden. Zij ontvangen n zich Voordat het Clubhuis om drie uur opengaat, staat voor de deur al een groepje jongens groepje deur al een de staat voor uur opengaat, om drie Clubhuis het Voordat Op 1 juni 2003 telde het Clubhuis 166 leden. Vanaf de start van het Clubhuis is er een van het Clubhuis de start Vanaf Op 1 juni 2003 leden. telde het Clubhuis 166 vaste kern trouwe bezoekersde jongens van 20 tot 25 jongens en meisjes. Dat van twee derde van Marokkaanse afkomst is, is niet verwonderlijk gezien het feit dat de kent andere (30%). De grote Marokkaanse een zeer gemeenschap Veld wijk Overtoomse en 7 procent van Surinaamse afkomst. Turkse procent van 13 jongens zijn voor die basis- jaar, en veertien de leden zijn jongens, vaak tussen de twaalf van Driekwart zit op havo/vwo. Een klein aantal van hen onderwijs (vmbo) volgen. of voortgezet jongens en ontmoeting tussen allochtone plek voor Het Clubhuis lijkt een geschikte dan dat de contacten verder gaan maakt Het mentorschap meisjes uit de buurt. ontmoeting en é Hun taak is op de computer. hebben meer bevoegdheden met een andere kleur en ze is de onderzoeker Over het mentorschap nieuwe leden op de computer te begeleiden. een voorbeeld- ze de jongeren status en geeft pas' geeft 'De andere kleur erg positief. functie de andere jongeren. tegenover plaatsvindt tussen jongeren beperkt zich tot allochtone jongens en meisjes. tot allochtone plaatsvindt tussen jongeren beperkt zich 2.4 en spel-activiteiten Sport en buitenspelen zijn belangrijke middelen om bewonerscontacten,Sportbeoefening wijken met name bij de jeugd en jongeren, te stimuleren. In alle door ons onderzochte hij haar gewillig. ( “ Als de binnen mogen. naar ze tot te wachten jaar ongeduldig twaalf van ongeveer hun pasje af en geven ze bij de deur, in op de computer loggen ze deur opengaat, komt te spelen. Even later om spelletjes een van de computers zitten achter ze gaan hij wat Hij weet precies jaar binnen. ongeveer veertien jongen van er een Surinaamse wil. ( geweest ondersteunen en te helpen bij het zich eigen maken van ICT. ICT is puur een middel eigen maken van ICT. ondersteunen en te helpen bij het zich te en contact tussen jongeren uit de buurt om sociale vaardigheden aan te leren een beperkte groep ook niet eenmalig of stimuleren. De ontmoetingen zijn voor Autochtone elkaarincidenteel; de trouwe groep bezoekers geregeld in het Clubhuis. treft jongeren zijn de grote afwezigen in het Clubhuis. De Dit project is in 2004 een half jaar lang onderzocht door de antropologe Lenie Brouwer. Lenie door de antropologe Dit project is in 2004 lang onderzocht een half jaar om het gaat het vooral van 'veilige leeromgevingen', waarbij Zij benadrukt het belang cre interesses op de computer kunnen ontwikkelen.interesses op de computer Een dergelijke ontstaat echter omgeving een systeem Via van groot belang. is hiervoor van professionals De inzet niet vanzelf. de sociale vaardigheden gewerkt aan wordt ook systematisch van juniormentoren hebben dat zij die bewezen van jongeren. Jongeren n keer week aan. per éé (Resp. 1). (Resp. ” ren van een klimaat waarin sport en spel goed gedijen als sport ren van een klimaat waarin ë Sportbuurtwerk brengt weer rust in de wijk! Zonder sportbuurtwerk zou er in de er zou in de wijk! Zonder sportbuurtwerk rust weer brengt Sportbuurtwerk In Dordrecht is het cre In Dordrecht en wijken dat gebeurt, waar benoemd. In de buurten Thuis Op Straat (TOS) doel van vaak verdwenen zijn de sportverenigingen veelal multiculturele achterstandsbuurten, zeer buiten te spelen en te sporten en zijn de mogelijkheden om ongeorganiseerd buurt veel meer overlast zijn, meer overlast veel buurt terroriseren. de buurt zouden ze gaan Jongeren rondhangen, misdragen en zich vervelen zich “ Ook is Thuis Op Straat (TOS) actief in Dordrecht, die jongere kinderen de mogelijkheid actief in Dordrecht, (TOS) Thuis Op Straat Ook is is de Veld In Overtoomse buitenshuis te spelen. toezicht biedt om veilig en onder initiatieven Deze een private aan Sciandri, uitbesteed sportorganisatie. sportstimulering hierna besprokenen projecten worden tussen primaire en secundaire 40) maken een onderscheid Duyvendak et al. (1998: en spelactiviteiten.doelen worden direct in en door de Primaire doelen van sport- individueel - op om doelen zoals en spelactiviteiten nagestreefd. Het gaat zelf sport- Sport- van overgewicht. niveau of het tegengaan van de gezondheid - het verbeteren en spelactiviteiten nadrukkelijk doelen zijn doorgaans op het bereiken van dit soort vrijetijdsbesteding wordt vaak als van een zinvolle Ook het bevorderen gericht. kinderen en en spel zou en spelactiviteiten genoemd. Sport primair doel van sport- contact tussen wijkbewonersjongeren van de straat houden, het sociale verbeteren in de wijk kunnen dienen. Overigens problemen en als 'signaleringssysteem' voor worden nage- doelen onderling samenhangen en tegelijkertijd kunnen verschillende om de gezondheid streefd en bereikt. Zo kan organiseren iemand een sportactiviteit een verbetering van de sfeer en tegelijkertijd van een groep mensen te bevorderen in de groep nastreven. en spel zijn niet aan de activiteiten verbonden, als zodanig doelen van sport Secundaire en sporten. - van het buitenspelen spin-off maar zijn een mogelijk bijproduct - een De activiteit bereiken is dan een middel tot het de deelname van een doel dat buiten secundaire deze zijn vooral dit onderzoek Voor is gelegen. aan activiteiten op zich en spel doelen op het macroniveaudoelen van belang. Zo kan van de men met sport van de sociale integratie en sociale samenleving willen bereiken, het bevorderen zoals groepen. Of men kan op het mesoniveau de leefbaarheid in binding tussen etnische te verbeteren. Zoals door een respondent werd proberen een multiculturele buurt opgemerkt: zijn sportconsulenten aanwezig - veelal in dienst van de gemeente - die sport- en - die sport- gemeente van de in dienst - veelal aanwezig zijn sportconsulenten in en wijken. Zo wordt in Dordrecht spelactiviteiten straten, buurten in organiseren worden gedaan. Dagelijks sportstimulering aan het kader schooldag van de verlengde en spelactiviteiten georganiseerd. sport- gedurende een uur basisschooljeugd de voor jongeren te bereiken. door de wijk om de De rijdt een Sportbus In de avonduren gemiddeld iedere buurt de hele wijk en doet rijd door Sportbus

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 120 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 121 (Resp. 2). (Resp. ” ren waarvan vooral jongeren moeten profiteren. jongeren vooral ren waarvan ë ) Het eerste jaar waren er zeer weinig kinderen en jongeren die meededen en jongeren kinderen weinig er zeer jaar waren ) Het eerste … Een vierde en laatste reden om sport- en spelactiviteiten is dat te organiseren, Een vierde en laatste reden om sport- In Wielwijk (een multiculturele wijk in Dordrecht-West) is veel tijd en energie gestoken energie tijd en is veel wijk in Dordrecht-West) (een multiculturele Wielwijk In sport en spel bevorderlijk kunnen zijn voor sociale contacten en wederzijds begrip. kunnen zijn voor en spel bevorderlijk sport Doordat kinderen samen op straat spelen, en spel verbroederen. sport is dat De gedachte Doordat mensen vriendschapsbanden. elkaarleren ze kennen en ontstaan misschien elkaar doen, leren ze kennen, respect krijgen ze van jong tot oud aan sportbeoefening elkaar van verantwoordelijkheid en saamhorigheid. voor en ontwikkelen gevoelens ze kan en spel ook bevorderlijk men veronderstellen lijn doorredenerend, dat sport In deze Om het 'bindende' contacten en sociale binding in de buurt. interetnische zijn voor we nader in op twee praktijken, gaan namelijk sportac- nader te aanschouwen, effect Thuis Op Straat (TOS) en Veld in Overtoomse tiviteiten door Sciandri georganiseerd in Dordrecht-West. Een derde reden om sport- en spelactiviteiten is dat het een relatief te organiseren, sport- Een derde reden om en spel te bereiken, manier is om jongeren omdat sport en effectieve eenvoudige lijntjes. en de interesse niet loopt langs etnische onder alle kinderen en jongeren leeft en/of jongens en meisjes als sporter is in die zin 'kleurenblind'. Omdat veel Sport betrokken is het een goed middel om met jongeren, ook in zijn, bij sport supporter meer opvatting is in deze in contact te komen. Spelen en sporten achterstandbuurten, op jongeren te krijgen en doel is om meer 'grip' middel dan doel. Het achterliggende of crimineel gedrag te corrigeren. eventueel vandalistisch Sciandri is een private organisatie die in verschillende Amsterdamse stadsdelen is een private die in verschillende Sciandri organisatie 2004 In deden kinderen uit het stadsdeel organiseert. sportbuurtwerkactiviteiten maar liefst bijna 25.000 behoort) Veld Overtoomse ook de buurt (waartoe Slotervaart hebben dus keer sportactiviteiten mee aan een of andere activiteit Deze van Sciandri. een groot bereik. Een betrokkene: Sciandri sportbuurtwerk in Overtoomse Veld in Overtoomse sportbuurtwerk Sciandri in het ontwikkelen van een klimaat en cultuur van buitenspelen. van en cultuur een klimaat van in het ontwikkelen we waren Daar er was,TOS ingehuurd. op straat speciaal voor weinig zeer er namelijk werd Voordat gespeeld.( TOS-activiteiten.met het niet gewend, Men was bestaat uit en omdat ons werk en op pleinen, in de buurt activiteiten lastig. dat erg was straten in bepaalde De sfeer conflicten wat redelijk er toch werd. dusdanig dat er niet gecommuniceerd was Terwijl bewoners. en oudere jongeren tussen waren activiteiten eerste onze bij Dit leidde zeker en discussies confrontaties hevige tot “ beperkt door het ontbreken van sport- en spelvoorzieningen. Door het organiseren van het organiseren Door spelvoorzieningen. en ontbreken door het beperkt sport- van een wordt beoogd en spelactiviteiten verhuren van sportmateriaal of door het sport- cre en spel te sport voor beter klimaat teit in nter- ï ï Het is altijd sport als Het is altijd sport (Resp. 1). (Resp. “ ” als je collega's hebt die van als je collega's é De door hen genoemde doelen hebben een is een laagdrempelige sportclub voor kinderen voor sportclub is een laagdrempelige en ” é . Deze local heros zijn jongeren uit de wijk die iets terug . Deze (Resp. 19). (Resp. local heros ” dollen ent de achtergrond en spreekt ook nog eens de taal. en spreekt ent de achtergrond niet zo Hem kunnen ze en Tante Annie. Sportclub Ru-par Annie. Sportclub Tante en é Sportprojecten van Sciandri van Sportprojecten zijn de sportclub Veld in Overtoomse in de buurt van sportprojecten voorbeelden Twee Ru-par tieners uit het stadsdeel. In de sportclub kunnen de deelnemers zelf aangeven wat ze de deelnemers kunnen aangeven wat tienerszelf In de sportclub uit het stadsdeel. (pasje). Iedereen mag wordt gewerkt met een registratiesysteem graag willen doen. Er en speluitleen, Annie is een sport- Tante In 2004 dit 292 kinderen. waren inschrijven. zich mogen allerlei 'afgekeken'de buurt Kinderen uit van Duimdrop-containers in Rotterdam. Stagiairs, van een pasje (lidmaatschap). en spelmateriaal bij haar lenen op vertoon sport- Annie. Tante begeleiden de activiteiten en vrijwilligers van de buurt uit beroepskrachten Voor het werk in Overtoomse Veld is het een pr Veld in Overtoomse het werk Voor Sportactiviteiten zijn voor iedereen. zijn voor Sportactiviteiten komt. je vandaan niet uit waar Maakt Iedereen Sciandri werkt uitsluitend met professionals die ondersteundSciandri worden door stagiaires en zogenaamde medewerkers, activiteiten in de wijk: bijdragen aan het succes van Sciandri en tijden Het sportbuurtwerk in Overtoomse Veld wordt door betrokkenen als een succes gezien, Veld in Overtoomse Het sportbuurtwerk van het team van van culturele achtergronden dat deels wordt verklaard door de mix het stellen van duidelijk regels en de continu Ook zouden sportbuurtwerkers. Het aandeel jongens en meisjes dat door Sciandri bereikt wordt, is ongeveer gelijk. bereikt wordt, is ongeveer dat door Sciandri jongens en meisjes Het aandeel weinig omdat er zo kinderen, vooral autochtone zijn echter De grote afwezigen vrijwel Veld bereikt in Overtoomse wijk wonen. SCIANDRI kinderen in de autochtone hiervan De meerderheid jaar. van 6 tot 14 leeftijd kinderen in de uitsluitend allochtone van hetgeen gezien de oververtegenwoordiging een Marokkaanse achtergrond, heeft Marokkaanse is. bewoners in de wijk niet heel verrassend middel om een hoger doel te bereiken. viewde sportbuurtwerker zegt, altijd een gedachte achter. achter. een gedachte altijd zegt, viewde sportbuurtwerker willen doen voor de jongeren. Deze jongeren spreken de straattaal, kennen jongeren spreken de omgangs- de jongeren. Deze de straattaal, willen doen voor De mogelijkheid buurtgemeenschap. en zijn onderdeel van de in de buurt vormen jongeren doorgroeien tot professionele sportbuurtwerkers. bestaat ook dat deze de ge Er zit, zoals draait het nooit alleen om de sport. Bij de sportactiviteiten “ Marokkaanse afkomst zijn. afkomst Marokkaanse en aan Marokkanen veel erg namelijk In de wijk wonen afkomst Marokkaanse van en jongeren kinderen doen ook veel de sportactiviteiten mee. Ali is Marokkaans,spre- aan te jongeren om deze hem is het makkelijker voor ken, hij k makkelijk kan meedoen.kan heeft kleur iemand welke Ik kijk niet naar “ sociaal karakter; het gaat om zaken als het zorgen voor binding en een goede vrije- sociaal karakter; om zaken voor het gaat als het zorgen van de leefbaarheid in de het bevorderen tijdsbesteding van de jongeren in de buurt, de kinderen en de jongeren op straat. het bieden van een uitlaatklep voor en buurt

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 122 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 123 (Resp. 1). (Resp. ” (Karyotis et al. et (Karyotis ” Bij TOS staat dus het secundaire doel van TOS Bij 10 9 Rond eind juni houdt TOS op te bestaan in Dordrecht. De Dordtse welzijnsorganisatie heeft besloten om het TOS-concept besloten om het heeft De Dordtse welzijnsorganisatie op te bestaan in Dordrecht. TOS eind juni houdt Rond om met meer professionals en onder is vooralsnog inzet methodiek. De te vervangen door een eigen soortgelijke op buitenspelen. een eigen methodiek te ontwikkelen gericht TOS-baas begeleiding van de huidige et al. 2004. is grotendeels gebaseerd op Karyotis TOS van algemene beschrijving Onze Terwijl de openbare ruimte in deze wijken de openbare ruimte in deze omdat ook aan de jeugd ontnomen werd Terwijl Als kinderen zich misdragen op het plein, op het misdragen zich Als kinderen in. de ouders daarover ik soms dan licht 10 9 2004: 2). TOS is een vervolg op een eerder project Duimdrop, dat op pleinen speelgoed uitleende is een vervolg TOS werkte ook Duimdrop met TOS een pasje hebben. Net als aan kinderen die daarvoor te houden op spelende kinderen op straat. en beoogde het toezicht betaalde krachten die ten prooi viel aan verloedering en groepsterreur, bleef men in het sociaal-cultureel groepsterreur, die ten prooi viel aan verloedering en programma draaien werk veelal binnen het vaste sociaal-culturele “ Thuis Op Straat (TOS) is een nieuwe sociaal-culturele werksoort die zich ten doel stelt die zich is een nieuwe sociaal-culturele werksoort Thuis Op Straat (TOS) van een te vergroten door het scheppen om de leefbaarheid op pleinen en straten en kinderen in de openbare ruimte zodat duidelijk, gemoedelijk en fatsoenlijk klimaat jongeren daar veilig kunnen vertoeven. 'Thuis Op Straat' in Dordrecht “ activiteiten onze tijdens een van hebben geblesseerd zich Of als jongeren De betrokkenheid van Sciandri gaat verder dan het sporten op het plein. Indien nodig plein. Indien op het het sporten dan verder De betrokkenheid gaat Sciandri van de ouders bij op huisbezoek van jongeren. de sportbuurtwerkers gaan sport- en spelactiviteiten centraal. Sport en spel worden ingezet als middel tot verbe- en spel worden ingezet en spelactiviteiten centraal. Sport sport- komt als doel op de tweede en spelen op zich tering van de leefbaarheid; het sporten de leefbaarheid onder waar in stadswijken is met name actief en buurten TOS plaats. De betrokkenen presen- ver is voortgeschreden. druk staat en verloedering dreigt of al teren het 'veelal naar binnen gekeerde als alternatief voor en aanbodgerichte TOS sociaal-cultureel werk': Op zich is dit alles heel positief. Het probleem in de buurt Overtoomse Veld is juist is Veld Overtoomse Het probleem in de buurt heel positief. is dit alles Op zich dat Marokkaanse ouders met formele instanties in vaak nauwelijks contact hebben de journaliste Margalith Toen samenleving als geheel. en de Nederlandse de buurt deed en daarbij ook van Mohammed B.' onderzoek 'buurt Kleijwegt in deze te horen dat nog nooit een kreeg ze gezinnen thuis bezocht, Turkse Marokkaanse en wei- Ook leraren schijnen thuis had bezocht. gezinnen deze Nederlander autochtone thuis te komen (Kleijwegt 2005).nig bij hun leerlingen meer positief Het is zonder wel zet- naar eigen zeggen) stap (althans deze Sciandri van dat de sportbuurtwerkers contac- zullen ongetwijfeld ook tot interetnische van Sciandri ten. De sportactiviteiten groe- allochtone tussen verschillende ten bij kinderen leiden, maar alleen contacten kinderen is er weinig, omdat zij nauwelijks pen onderling. Contact met autochtone wonen. nog in de buurt nteren zich niet op de openbare ruimte in niet op de openbare ruimte nteren zich ë bereikt TOS ook in Dordrecht overwegend allochtonen kinderen. allochtonen overwegend ook in Dordrecht TOS bereikt 11 nterviewde 'TOS- baas' is dit niet verwonderlijk, omdat TOS op de TOS baas' is dit niet verwonderlijk, omdat nterviewde 'TOS- ï ren van een 'effectief werkend en jongeren kan netwerk' dat kinderen ren van een 'effectief opvangen ë Op alle TOS-locaties wordt nauwkeurig bijgehouden hoeveel en welke kinderen deelnemen aan TOS-activiteiten. TOS-activiteiten. wordt nauwkeurig hoeveel en welke bijgehouden kinderen deelnemen aan TOS-locaties Op alle of Marokkaanse Turkse een heeft TOS, deelnamen aan van alle kinderen die in 2003Ongeveer de helft in Rotterdam herkomst (Surinaams, herkomst. Nog eens krap 40 procent van de deelnemende kinderen had een andere allochtone Nederlandse kinderen procent van de deelnemers autochtone en 13 waren overig) Antilliaans, Kaapverdisch, et.al. 2004:(Gegevens: Karyotis 28). Volgens een ge Volgens van allochtone moeilijkste plekken de meerderheid van de bevolking in de wijk zit waar die er wonen, ori Autochtonen afkomst is. hun direct woonomgeving: 'ze lopen liever een blokje om'. TOS streeft ernaar om streeft TOS een blokje om'. lopen liever hun direct woonomgeving: 'ze te bereiken.kinderen en jongeren in multi-probleemgebieden De sfeer in de buurt en een 'harde straatcultuur'. door geslotenheid, isolement, anonimiteit kenmerkt zich De TOS-baas: 11 TOS is echter op twee manieren breder dan Duimdrop. TOS behelst niet alleen speel- niet behelst TOS dan Duimdrop. breder twee manieren op is echter TOS niet tot bovendien scala van activiteiten maar een breder goeduitleen, en beperkt zich en bestaat in Rotterdam begon in 1996 TOS op hele buurt. zich maar richt een plein, Dordrecht. en 2 in in Rotterdam 17 locaties, waarvan op 23 verschillende inmiddels plus (de 'TOS-baas') buurtmanager reguliere betaalde een heeft TOS-locatie Iedere enkelemedewerkers arbeidsregelingen basis van gesubsidieerde die aangesteld zijn op heeft Het betrekken arbeidskrachten van gesubsidieerde WIW-trajecten). (ID-banen, wordt anderzijds gebruikt zijn goedkoop), maar redenen (ze enerzijds pragmatische erbij te betrekken. zelf Men spreekt van 'goud van uit de buurt om actieve mensen de straat'. duidelijker, van een het bevorderen centrale doelstellingen: werkt vanuit de volgende TOS pleinen, waardoor klimaat op straten en fatsoenlijker en sportiever gemoedelijker, en van- spelen en overlast (jongens en meisjes) op straat meer en jongere kinderen die uit de hand dreigen te lopen, het snel signaleren van situaties dalisme vermindert, het cre het en ten slotte bestrijding van overlast zij in de knel komen, een effectieve wanneer ouders van organisaties, en onderlinge samenwerking vergroten van de participatie De link tussen de doelstellingen van en wijkbewoners et al. 2004: (Karyotis 18-19). van interetnisch het bevorderen studie, en het centrale onderwerp van deze TOS uit verschil- kinderen en jongeren TOS Enerzijds wil is tweeledig. contact in de buurt, groepen leren elkaar te accepteren en respecteren ('emancipatie in lende etnische communicatie tussen ook de contacten en TOS plaats van discriminatie'); anderzijds wil ('positieve commu- bevorderen gemengde buurten in de veelal etnisch volwassenen wijk- en stadsniveau'). nicatie op buurt-, Thuis zit In Dordrecht in Dordrecht. TOS-praktijken om de beide het vooral Hier gaat Wielwijk. Net jaar in jaar in de wijk Oud Krispijn en sinds twee Op Straat sinds zes als in Rotterdam

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 124 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 125 Door viteiten 12 meisjes (Resp. 2). (Resp. ” contact tussen leden van verschil- (Resp. 2). (Resp. ” contact in de buurt te bevorderen, althans wanneer men interetnisch contact men interetnisch althans wanneer te bevorderen, contact in de buurt De informatie uit de logboeken worden door onderzoekers van de Erasmus Universiteit en het Verwey-Jonker Verwey-Jonker De informatie uit de logboeken worden door onderzoekers van de Erasmus Universiteit en het Instituut geanalyseerd. Dit maakt het mogelijk de uitkomst van een TOS-praktijk wetenschappelijk inzichtelijk te Instituut inzichtelijk wetenschappelijk TOS-praktijk geanalyseerd. Dit maakt het mogelijk de uitkomst van een wordt door TOS maken en de output (de resultaten) met elkaar te vergelijken en de input (investering) en te wegen. afgerekend op resultaten. opdrachtgevers TOS (Dordrecht) in cijfers: (Dordrecht) TOS in 2004 per activiteiten gemiddeld 13 TOS 162 georganiseerd, heeft Wielwijk In de wijk 38% activiteit kinderen deelgenomen, waarvan hebben gemiddeld 15 maand. Per en 62% jongens. Verdeeld naar etniciteit: 27% Turks, 31% Antilliaans, 24% Marokkaans, 31% Turks, 4% naar etniciteit: 27% Verdeeld en 62% jongens. In Oud jaar. ligt tussen de 7 en 15 Nederlands. De leeftijd autochtoon Surinaams en 11% in 2004TOS in totaal 279 activiteiten 24 per gemiddeld georganiseerd, Krispijn heeft jaar tussen 4 en 10 activiteit 20 kinderen in de leeftijd hebben gemiddeld maand. Per Turks, naar etniciteit: 45% Verdeeld 39% meisjes en 61% jongens. deelgenomen, waarvan Nederlands, 8% Marokkaans en 7% overige. autochtoon Antilliaans, 14% 24% Er was veel ruzie op straat en oud zeer tussen jongeren en andere buurtbewoners. en andere jongeren tussen zeer en oud op straat ruzie veel Er was De straatcultuur in Krispijn is hard. is in Krispijn De straatcultuur gescholden; al veel er wordt leeftijd Op jonge Uit de gegevens blijkt dat een buurtactiviteit als TOS beperkte waarde heeft om interet- heeft beperkte waarde TOS als Uit de gegevens blijkt dat een buurtactiviteit nisch kinderen. Het aandeel autoch- en allochtone als contact tussen autochtone definieert procent. en 14 11 op beide Dordtse locaties varieerde tussen TOS-deelnemers tone contact breder opvat als men interetnisch Wanneer De activiteiten van TOS zouden de sfeer in de wijk verbeteren en het corrigeren van en het corrigeren in de wijk verbeteren de sfeer zouden TOS De activiteiten van ook als katalysator werkt soms bij het TOS maken. gedrag mogelijk ongewenst oplossen van burenruzies: de verzamelde gegevens kan ook precies worden nagegaan hoeveel en welkede verzamelde gegevens kan acti ook precies worden nagegaan ondernomen, hoeveel kinderen en jongeren daar- op een bepaalde locatie heeft TOS worden bereikt. TOS aan deelnamen en welke jongeren door “ buurt- met andere aangingen en het gesprek praatten met de jongeren we Doordat bewoners, gemaakt. bespreekbaar en incidenten de conflicten hebben we Dit heeft verschillende tussen verstandhouding betere en een begrip meer onderling tot geleid in de buurt.jongerengroepen verbeterd. en ouderen jongeren tussen Ook zijn de relaties adem nodig en je hebt een lange kleine stapjes keer Het zijn iedere “ en vechtpartijen. snel conflicten ook zijn er en brutaalste de sterkste van Het recht heerst TOS richt zich op meetbare resultaten. Via een elektronisch logboek wordt dagelijks op een elektronisch Via resultaten. op meetbare zich richt TOS de activiteiten informatie verzameld over en het klimaat op straat. wijze systematische stagiaires) en WIW-ers TOS-werkers (de ID-ers, Het logboek wordt iedere dag door de met gegevens van samenwerkingspartners, ingevuld. Informatie uit het logboek, samen basis mogelijk. aanpak van de buitenruimte op dagelijkse maakt een gerichte 12 kinderen expliciet is nteresseerd in het welbevinden van hun ï Dit is zeker in de Amsterdamse en Rotterdamse onder- Amsterdamse en Rotterdamse Dit is zeker in de 13 groepen, kan TOS wel een belangrijke wel et al. hebben. Karyotis functie TOS kangroepen, buurt waar kinderen en deels ook hun ouders waar elkaar op reguliere basis buurt Zo zou het althans in het ideale geval zijn. In de praktijk kunnen hierbij de nodige Zo zou Mededeling van dhr. Sjaak Rutten, Sardes-Utrecht Sjaak Rutten, Mededeling van dhr. 13 kanttekeningen gemaakt worden. Door de vergaande schoolsegregatie in Nederland, schoolsegregatie kanttekeningen vergaande gemaakt worden. Door de geheel of grotendeels zijn er inmiddels onderzoeksbuurten, zeker in wijken onze zoals moet men in Nederland natuurlijk scholen term 'zwarte' ontstaan. De scholen 'zwarte' kinderen - vaak van allochtone waar om scholen nemen, maar het gaat niet letterlijk autochtone en waar meerderheid vormen - de overgrote uiteenlopende groepen zeer kinderen, en dus ook hun ouders, vaak ver te zoeken zijn. Deskundigen op het gebied kinderen op school menen dat rond 50 procent allochtone van onderwijssegregatie kinderen meer dan de het aandeel allochtone Wanneer grens is. vaak een kritische en halen ouders hun biezen pakken omvat, autochtone van de schoolpopulatie helft hun ze kinderen van school. kinderen; dat geldt voor zowel autochtone als allochtone ouders. Op school vallen de ouders. Op school als allochtone autochtone zowel kinderen; dat geldt voor en culturele achter- met uiteenlopende etnische weg: kinderen scheidslijnen etnische bij elkaarin de klas en spelen soms met elkaar; gronden zitten ouders leren via hun kennen. achtergrond etnische kinderen ook kinderen met een andere 2.5 Onderwijs plaats om sociale een uitgelezen en spelactiviteiten zijn basisscholen Naast sport- spontane ontmoetings- als het ware vormen te versterken.contacten in de buurt Scholen plekken in de activiteiten dan ook geen bijzondere te organiseren hoeft tegenkomen. De school hun ouders opdat kinderen en ouders elkaar naar school; ontmoeten. Kinderen gaan en ook ouders Dat kinderen uit gaat. elkaar tot de school op het schoolplein wachten gaan. bijproduct van het naar school ontmoeten, is een bijna onontkoombaar contacten tussen ouders van schoolgaande mogelijkeGunstig voor interetnische een gezamenlijk, etniciteitoverstijgend door de school dat ze kinderen is bovendien Alle ouders zijn ge referentiepunt hebben. lende etnische lende (2004: 113) merken op in hun evaluatie van TOS in Rotterdam, waar het aandeel het waar in Rotterdam, TOS merkenevaluatie van op in hun (2004: 113) nooit ook TOS dat deelnemers Dordrecht, niet hoger is dan in autochtone bedoeld om integratie en interetnisch contact te bevorderen. Het gaat erom gaat Het te bevorderen. contact integratie en interetnisch bedoeld om in de buiten- goede speelomgeving een veilige en kwalitatief in achterstandssituaties wel bijdraagt TOS dat te geven. De onderzoekers echter menen de buurt ruimte van met elkaar'. achtergrond etnische van jeugdigen van verschillende aan 'de omgang Spelen elders gaan in de stad naar school. buurten kinderen uit deze autochtone Veel van (inte- het aangaan biedt daardoor meer mogelijkheden voor in de buitenruimte geen er Maar wanneer dan de school. en vriendschappen contacten retnische) door buurtgerichte wonen, kunnen zij ook niet meer in de buurt kinderen autochtone kinderen. met autochtone worden activiteiten gebracht in contact zoeksbuurten het geval. In de Rotterdamse Tarwewijk bedraagt het aandeel allochtone bedraagt het aandeel Tarwewijk het geval. In de Rotterdamse zoeksbuurten buurt Amsterdamse minstens 75 procent; in de leerlingen bij alle vier basisscholen

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 126 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 127 n é oals taalles, brede scholen ook brede scholen elfstandigheid van kinderen en jongeren in achterstandssituaties' bevorderen, elfstandigheid van kinderen en jongeren in achterstandssituaties' Brede scholen ontstonden midden jaren negentig in stedelijke achterstandwijken. Brede scholen Ook in deze omstandigheden is het belangrijk om ouderbetrokkenheid omstandigheden bij school Ook in deze Brede scholen in onze constatering is des te meer jammer omdat de scholen De bovenstaande ontwikkelen tot brede instituties in beweging zijn en zich volop onderzoeksbuurten allerlei andere activiteitendie naast het reguliere onderwijs ook en voorzieningen leerlingen, hun ouders andere buurtgenoten. bieden voor en soms ook voor is dat de activiteiten op en voorzieningen zulkeKenmerkend voor 'brede scholen' niet beperken reguliere onderwijs en de reguliere schooltijden. tot het zich school en zelf tussen de school een samenwerkingsverband brede scholen Meestal vormen Brede scholen kinderopvang, welzijnswerk of de muziekschool. andere instellingen zoals educatie (VSE), en kennen combinatie met voorschoolse vaak kinderopvang, soms in de plek waar activiteiten. is de school In het ideale geval verder allerlei naschoolse activiteiten en voorzieningen allerlei zinvolle en waar kinderen de hele dag terechtkunnen gevallen organiseren worden. In sommige hen georganiseerd voor Het idee is dat kinderen uit achterstandsgroepen door de activiteiten en voorzieningen Het idee is dat kinderen uit achterstandsgroepen meer kansen meer gestimuleerd worden en daardoor krijgen van de brede school activiteiten en voorzieningen voor ouders, moeders,activiteiten voor met name voor en voorzieningen z computeronderwijs of opvoedingsondersteuning. een veilige omgeving verkeren. in zijn er ook buiten de Inmiddels op school dat ze aan dagarrangementen om in de behoefte vooral grote steden tal van brede scholen, met men in 1996 startte kinderen van werkendevoor ouders In Rotterdam te voorzien. werd een centraal. De brede school aanpak stond daar De wijkgerichte brede scholen. wijken kinderen uit deze de verbinding voor en zou speerpunt in de achterstandswijken 'maatschap- de zou thuis en vrije tijd. De brede school tot stand brengen tussen school, pelijke z onder meer door 'belemmeringen in de buitenschoolse leefsfeer' weg te nemen. De leefsfeer' weg te nemen. onder meer door 'belemmeringen in de buitenschoolse Overtoomse Veld geldt dit voor twee van de drie basisscholen. Overtoomse Veld kent Veld Overtoomse basisscholen. van de drie twee dit voor geldt Veld Overtoomse meer gemengd leerlingen- met een (de Montessorischool) ook een basisschool echter bestand. de onder- dat ons overigens vertelde stadsdeelwethouder Amsterdamse De dan verder is voortgeschreden onderwijs nog veel in het middelbaar wijssegregatie en Veld Overtoomse (vmbo en mbo) in scholen De middelbare in het basisonderwijs. die kinderen De resterende autochtone 'zwart'. zijn vrijwel volledig buurten aanpalende (vgl. Engbersen al. 2005: et elders wonen, gaan naar school 55 en 76). buurten in deze tussen oudersen ook onderling contact te veel Men moet alleen niet te organiseren. ouders contact dat kinderen en althans van hebben, van het interetnische verwachten autochtone Wanneer of ouders. kinderen en allochtone autochtone het contact tussen helpen ook ontmoetingsactiviteiten mijden, op school kinderen en ouders de scholen veel. In zulke hebben aan ontmoetingsactiviteiten men meer niet zo gevallen zou tussen scholen. en 'witte' tussen 'zwarte' met name scholen, verschillende -school georgani- -school é rdinator vertelt hierover: rdinator vertelt ö n basisschool, maar een veel breder bereik heeft. maar n basisschool, éé nterviewde leerkrachten vertellen van diverse vertellen multiculturele nterviewde leerkrachten ï 14 (Resp. 10). 10). (Resp. ” -school in Overtoomse Veld op 11 november 2004 november (een week na de moord op op 11 Veld in Overtoomse -school In de Rotterdamse onderzoeksbuurt Tarwewijk nemen alle vier basisscholen nemen alle vier Tarwewijk onderzoeksbuurt In de Rotterdamse é http://www.bredeschool.nl/03_indepraktijk/a-voorbeelden/010-rotterdam.htm Collega's waren eerst pessimistisch over het idee. over eerst pessimistisch waren Collega's niet zou dat het toch Dachten 14 De kinderen werden begeleid door minimaal een van hun ouders,De kinderen werden begeleid door minimaal verder had de (deelnemers de Buurtvaders in in het Marokkaanse buurtvaderproject school Behalve dat deelname aan te begeleiden. gevraagd om de optocht Amsterdam-West) bestond) interessant is om kennis te (die vrijwel geheel uit allochtonen de optocht kan de activiteitmaken bijdrage aan een met een gebruik uit de Nederlandse cultuur, in de buurt. positieve beeldvorming contact, omdat de brede kunnen in principe bijdragen tot interetnisch Brede scholen zowel is waar een min of meer vanzelfsprekende ontmoetingsplek in de buurt school lukken. spannend. erg dan ook Het was Ga er maar aanstaan, vieren Sint Maarten en Marokkanen. in.Turken vertrouwen Ik had er wel met succes groot En het is een geworden “ Rotterdamse brede scholen moesten bovendien ouders bovendien moesten ondersteunen (opvoedings- scholen brede Rotterdamse door het welzijnswerk. ondersteuning) buurthuiswerk bieden aan club- en en ruimte voor scholen en 14 basisscholen 116 brede scholen, 130 telt Rotterdam Inmiddels onderwijs. voortgezet deel aan het bredeschoolproject. Dit betekentbuiten de formele onder meer dat bredeschoolproject. deel aan het en sport- zoals activiteiten allerlei georganiseerd, kinderen worden voor schooltijden tekenen, enzovoort. knutselen, toneel, muziekles, spelactiviteiten het schoolplein, op Bij de buitenactiviteiten gebruikgemaakt wordt dankbaar van basis- van de ligging liggen namelijk vrijwel tegen die redelijk uniek is. Drie scholen in de wijk, scholen elkaar situatie aan en maken In deze buitenruimte. daardoor gebruik van dezelfde activiteiten in de buitenruimte. naschoolse en gezamenlijk voor- de scholen organiseren activiteitenaan ontmoeting niet alleen bijdragen veel (naschoolse) is dat Het gevolg van en contact tussen kinderen aangezien bij alle drie de contact bij kinderen, niet tot interetnisch Overigens leidt dit afkomst is. Op de vierde basisschool, meer dan 80% leerlingen van allochtone scholen komaf. 95% van de leerlingen van buitenlandse is zelfs Akker in de Millinxbuurt, de telt diverse brede scholen. Veld Overtoomse Amsterdamse onderzoeksbuurt Ook de Het aardige hier is dat ge activiteiten op school. Een voorbeeld is het jaarlijks door de Ru Par is het jaarlijks door de Ru Een voorbeeld activiteiten op school. seerde suikerfeest voor vrouwen. Vorig jaar namen 150 kinderen, moeders 150 jaar namen en andere Vorig seerde suikerfeest vrouwen. voor de verbondenheid deel. Ook proberen brede scholen hier aan vrouwen uit de buurt activiteiten door naast kinderen en bijvoorbeeld te vergroten, waarbij met de buurt wederom de hun ouders worden bereikt. Zo organiseerde ook andere buurtbewoners Ru Par De brede schoolco Theo van Gogh) een Sint Maartenoptocht.

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 128 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 129 é 'zwarte' en 'witte' scholen. en 'witte' 'zwarte' tussen Voortbouwend op dergelijke activiteiten het intercultureel eetcaf is vervolgens Voortbouwend 'De Smaakmaker' gesticht. Ook bij dit initiatief staat het doel van interetnisch contact dit initiatief staat het doel van interetnisch Ook bij 'De Smaakmaker' gesticht. koken culturele achtergronden Wijkbewoners verschillende met centraal. in de buurt andere wijkbewoners. voor twee keer De activiteit per maand in het buurtcentrum is opgenomen en inmiddels in het reguliere activiteitenaanbod van het buurtcentrum binding. op interetnische project gericht van een succesvol geldt als een voorbeeld 'Nieuwe buren' Zaandam Zuidoost en integratie Zuidoost beoogt de participatie Het project 'Nieuwe buren' in Zaandam van nieuwkomers Het project werd gefinancierd door de lokale in de wijk te vergroten. private met aanvullende financiering vanuit het Welsaen), (Stichting welzijnsstichting Stichting. Verkade en de Nederland Kinderpostzegels Stichting Fonds, Welzijn Juliana niet alleen uit nieuwkomers,De doelgroep van het project bestaat maar uit alle wijk- bewoners. met name een passend activiteitenaanbod was De bedoeling van het project te ontwikkelen in de multiculturele wijk ten goede moest dat de sociale samenhang komen. Ontmoeting tussen wijkbewoners met uiteenlopende culturele achtergronden tot ontmoetingen dergelijke dus expliciet doel van het project. Om was interetnische bijvoorbeeld activiteiten zoals georganiseerd, stand te brengen, werden verschillende en twee basisscholen twee buurtcentra waarbij de viering van Internationale Kinderdag diverse leerlingen), een uitwisseling tussen activiteiten (bereik circa 180 organiseerden (bereik plaatsvond een eindpresentatie in een buurtcentrum waarbij basisscholen ruim 200 jongeren (45 deelnemers) voor en 60 ouders), kinderen een graffitiwedstrijd Ahmet Moskee (40 bezoekers) en in bibliothekenmet een expositie in de Sultan en 400 (naar schatting in Poelenburg' (groot bereik), en het wijkfeest 'Thuis buurtcentra bezoekers). Ontmoetingsactiviteiten zoals Opzoomeren of sport- en spelactiviteiten in de buurt of sport- Ontmoetingsactiviteiten Opzoomeren zoals aan activiteiten, als onderdeel van een groter geheel kunnen gezien worden als eerste leiden. van activiteiten van buurtcontact vormen die tot intensievere stap in de richting niet op zich Anders laagdrempelige ontmoetingsactiviteiten gezegd: leiden misschien en tussen bewoners, interet- waaronder contact in de buurt tot meer en intensiever dat leidt tot meer binding brengen kunnen wel een proces op gang contact, maar nisch hier illustreren we in de praktijk voltrekt, proces zich Hoe een dergelijk in de buurt. 'Nieuwe buren' in Zaandam Zuidoost en aan de hand van twee projecten: het project West. Aan Zet' (OBAZ) in Dordrecht Buurt het project 'Onze 2.6 naar mating meeting Van kinderen als volwassenen komen en elkaar komen en Of er interetnisch ontmoeten. kunnen als volwassenen kinderen kin- ook afhankelijk wel autochtone de vraag of er nog van is echter contact ontstaat, Amsterdamse en Rotterdamse geval in onze Dit is in ieder zitten. school deren op Om meer het geval. nauwelijks Veld, Overtoomse en Tarwewijk onderzoeksbuurten, ontmoetingsactiviteiten men meer aan tus- heeft contact te stimuleren, interetnisch met name scholen, sen verschillende (Resp. 3). (Resp. ” leidde vervolgens é nvesteerd in het project 'Onze Buurt aan Zet' (OBAZ). Het centrale doel van het aan Zet' (OBAZ). Het centrale doel Buurt 'Onze in het project nvesteerd ï Het is van het grootste belang dat activiteiten op elkaar worden afgestemd. worden op elkaar belang dat activiteiten het grootste Als dat Het is van “ niet gebeurt, losse flodders en die missen hun doel dan zijn het allemaal weer tot een nieuw initiatief, namelijk het maken namelijk Zaandam wijkkookboek van van een nieuw initiatief, weer tot een met verschillende 25 buurtbewoners foto's staan van recepten en verhalen, Zuid waarin achtergronden. etnische aan Zet in Dordrecht-West: Buurt Onze gelden van het landelijke zijn vanaf 2001 (GSB) Grotestedenbeleid In Dordrecht-West ge De koks komen uit diverse komen De koks bezoekers koks en de de en tussen landen 80% voor - die keeruit Nederlanders 30 wijk- kunnen 20 tot plaats. Per - vindt uitwisseling bestaan Het eetcaf bewoners vaak is er een wachtlijst. mee-eten, maar Concreet wordt er in het OBAZ-project samengewerkt met allerhande partijen zoals samengewerkt met allerhande partijen Concreet wordt er in het OBAZ-project Straat, het kinderwerk, de woningcorporatie, Thuis Op Stap In, het Opvoedspreekuur, maar ook de kerk in de wijk. Het interessante en projecten en andere voorzieningen welzijnswerkersaan het Dordtse OBAZ-project is dat de heel bewust de verschillende initiatieven aan elkaar verband zien tussen uiteenlopende activiteiten. koppelen en het Hun visie is verder dat ontmoetingsactiviteiten nodig zijn om activiteiten met een hoger doel te realiseren. Door eerstontmoetingsactiviteiten hoopt men te organiseren, andere initiatieven worden genomen, dus dat er een zekere spin-off dat vervolgens van ontmoetingsactiviteiten ontstaat, die in de praktijk ook wel zijn gerealiseerd. Crabbenhof'. met de campagne 'Een droom voor december 2001 in OBAZ startte onder bewonersOveral in de wijk werden 'droomkaarten' verspreid. kaarten Met deze konden bewoners hun specifieke wensen ten aanzien van de wijk kenbaar maken. en door mensen in het winkelcentrum in de (wijk)media aan te Door advertenties spreken, werden wijkbewonerstotaal in te vullen. In gestimuleerd een droomkaart Wie een wens had ingediend, werd vervolgens werd dit door 300 bewoners gedaan. benaderd en gevraagd mee te denken mogelijk mee te helpen. Op deze en waar werden diversewijze activiteiten om moeilijk bereikbare groepen te georganiseerd bereiken. van ontmoetingsactiviteiten een brunch was van een spin-off Een goed voorbeeld 86 vrouwen Vrouwendag. De eerste keer bezochten vrouwen op Internationale voor Van activiteit nationaliteiten deze in het trefpunt De Nieuwe Stoof. met verschillende uit: vrouwen die aanvankelijk ontmoetingsactiviteitdeze ging een sneeuwbaleffect project is te komen tot een gerichte en samenhangende aanpak van problemen in en samenhangende tot een gerichte project is te komen In in de wijk Dordrecht-West). Wielwijk (beide als Crabbenhof en achterstandsbuurten activiteiten verschillende actief die allemaal veel partijen zijn al dergelijke buurten strategie te ontwikkelen. erom een samenhangende gaat ontplooien, maar het Zoals een betrokken zegt: opbouwwerkster

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 130 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 131 ennisuitwisse- Twee keer per week zetten Twee “ andere veelal kleinschaligere veelal andere viteiten waaraan gemiddeld 100 viteiten waaraan maatschappelijke betrokkenheid van de allochtone maatschappelijke De laatste keer waren er 120 vrouwen uit de keerDe laatste er 120 waren “ ouwen te stimuleren, in de hoop dat deze activiteitenouwen te stimuleren, in de hoop dat deze Bezoeksters van de 'vrouwenbrunches' doen daarna doen Bezoeksters van de 'vrouwenbrunches' ” (Resp. 3). (Resp. ” n activiteit. en is een spin-off meerwaarde een duidelijke Dit heeft éé per keer deelnemen, zijn doorgaans snel volgeboekt. Het doel van deze uit- doel van deze Het per keer volgeboekt. snel deelnemen, zijn doorgaans Het 'terrasje naast de groentekraam' (in de winter De Bus met zelfgemaakte soep) is uitge- (in de winter De Bus met zelfgemaakte naast de groentekraam' Het 'terrasje 'OBAZ- Aan een lange groeid tot een belangrijke buurtbewoners. voor ontmoetingsplaats groenteboer kunnen bewoners, allochtone grotendeels goedbezochte een tafel' tegenover drinken en een praatje maken koffie vrouwen, even rusten, met de opbouwwerker, een als opstap contact en wordt gezien stimuleert bezoekers.vrijwilliger of andere Het terrasje en straatfeesten: tot deelname aan activiteiten in het buurthuis Het terrasje naast de groentekraam Het terrasje we een terras op bij de groenteboer in de wijk. Het is een van de goedkoopste groenteboeren op bij de groenteboer we een terras inkomen doen hier hun dagelijkse boodschappen. mensen met een laag Veel van de wijk. op een laagdrempelige manier te bouwen, probeer je ze op te Door juist hier een terras welkom geven dat ze vriendelijk zijn en de mensen het gevoel moet vooral ontmoeten. Je uit en kleine versnaperingen. groot succes, steeds meer Het is een delen koffie We zijn. vrouwen die wekelijks een Arabische vrouwen, heel veel mensen komen. Het zijn vooral komen drinken week en een praatje makenkopje koffie Deze met andere buurtbewoners. afgeladen vol. moesten de auto's in de straat uitkijken het was de terrasbezoekers, voor Heel veel kletsende mensen We concentreren de kleine groepjes betrokkenen de kleine groepjes concentreren We bij activiteiten op activiteiten “ mensen ling en sociale contacten tussen vr bijdragen aan de sociale integratie en vrouwen in de samenleving. De opbouwwerkerster hierover: vertelt stapjes is om het isolement van allochtone vrouwen te doorbrekenstapjes is om het isolement van allochtone k en Ook het idee voor de wekelijkse vrouweninloop in het Trefpunt ontstond tijdens een Trefpunt de wekelijkseOok het idee voor vrouweninloop in het tot 30 10 door De vrouweninloop wordt wekelijks bezocht van de vrouwenbrunches. vrouwen deel van deze nationaliteiten. Een groot vrouwen met 22 verschillende beheerst ontmoetingsactiviteiten de Deze het Nederlands niet of nauwelijks. zoals door de professionele welzijns- en vrouweninloop worden echter vrouwenbrunches werkers vrouwen en meer intensieve activiteiten deze expliciet gebruikt om wat voor in de zomervakantiehun families aan te bieden. Zo worden familie-uitstapjes voor of een in de Biesbosch een picknick zoals gezinnen met kinderen georganiseerd, acti Deze aan Madurodam of aan de Efteling. bezoek buurt uit verschillende culturen. uit verschillende buurt aan andere activiteitenvaak ook mee zoals georganiseerd, het jaar zijn die gedurende naast de groentekraam'. het taal oefenen en het 'terrasje de vrouweninloop, niet durfden, maar toch kwamen opdagen, kwamen daarna ook naar andere activiteiten andere ook naar daarna kwamen opdagen, kwamen toch maar niet durfden, nog niet bekend iemand mee die er of namen worden twee keer Sindsdien mee was. een betrokken opbouwwerkster Volgens georganiseerd. per jaar 'vrouwenbrunches' steeds een groot succes. is dit nog n met é (Resp. 3). (Resp. ” le nieuwe bewonersle nieuwe krijgen ë ooruitlopend op het verdere onderzoek kunnen we nu al zeggen dat er op de we nu al zeggen kunnen ooruitlopend op het verdere onderzoek Ontmoetingsactiviteiten in de buurt leiden echter niet automatisch en ook niet niet automatisch leiden echter Ontmoetingsactiviteiten in de buurt bewoners. Voordat de nieuwe bewoners hun woning betrekken, krijgen de medepor- Voordat bewoners. tiekbewonerseen 'kennismakingskaartje' al met de naam van het gezin, de gezins- een welkomstgesprek van verhuizing. Na verhuizing volgt samenstelling en datum kennismakingsgesprek de wijk en een met informatie over met de meest directe activiteitburen. Door deze en nieuwe bewoners wordt de anonimiteit tussen oude dat het dan veel makkelijkerdoorbroken, en de ervaring leert is elkaar te groeten, vragen te stellen of een praatje te maken. thuis bezoek van een medewerkster van de corporatie. Behalve dat over de toekomstige dat over van de corporatie. Behalve van een medewerkster thuis bezoek woonplek wordt gesproken, en leef- woon- nieuwe bewoner ook uitleg over krijgt de Het interessante en verhuurder. van de huurder en plichten rechten regels en over in de eerste investeert een woningcorporatie, samen met welzijn, aan dit project is dat bewonersontmoeting van nieuwe in de wijk de wijk, de organisaties met altijd tot meer diepgravende sociale contacten en meer binding in de buurt. Geconfronteerd met de kritiek dat leuke ontmoetingsactiviteiten soms wel erg carnavalesk en welzijnswerkers laagdrempelige zijn, betogen professionele buurt- steevast dat deze naast de of het 'terrasje Opzoomeren ontmoetingsactiviteiten het Rotterdamse - zoals - een opstap zijn tot meer intensieve activiteiten. groentekraam' in Dordrecht-West vrouwen en arme allochtone zoals moeilijk bereikbare groepen in de buurt, voor Vooral laagdrempelige activiteitenhuishoudens, zouden in de sfeer van ontmoeting en ont- 2.7 Conclusie projecten en initiatieven zijn talloze buurten De conclusie is dat er in de onderzochte de actieve deelname aan allerlei activiteitenom de ontmoeting tussen mensen en te ontmoetingsactiviteiten Deze staan op de onderste bindings- bevorderen. trede van onze V ladder. van de bindingsladder veel minder projecten en initiatieven zijn. sporten overige ontmoetingsactiviteitenDeze kan zijn belangrijk. Ontmoeting gezien worden als een van het aangaan eerste voor en noodzakelijke,voorwaarde zij het niet voldoende Als mensen elkaar niet ont- tussen bewoners.meer diepgravende sociale contacten moeten en enkel langs elkaar lopen, soms met een angstige blik in de ogen, zal heen ontstaan. Binding ontstaat en bestaat bij de gratie er nooit sociale binding in de buurt Voor van het feit dat mensen elkaar ooit een keer ontmoet en gesproken hebben. herkomst elkaar ontmoeten, kunnen etnische mensen met een verschillende zover op straten en pleinen of in de dat ontmoetingsactiviteitenwe ook zeggen in de buurt, contact kunnen leiden. uiteindelijk ook tot meer interetnisch school van de andere activiteiten. de andere van nemen, deel te hier aan om is hoger De drempel het is en krijgen zover ze succesje als we een ons professionals voor Door diverse ontmoetingsactiviteitengroeide ook het contact het opbouwwerk van Interstede, en woningcorporatie tussen opbouwwerk resulteerde in onder meer wat en gekend 'Kennen het project worden' in juli 2004. Potenti

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 132 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 133 rend van ë soleerde alloch- ï - en vervolgens op eigen initiatief de CIOS opleiding gaat op eigen initiatief de - en vervolgens tot vanzelfsprekende ontmoetingsplekken in de buurt, waar kinderen waar tot vanzelfsprekende ontmoetingsplekken in de buurt, local hero aar ontmoeten, met elkaar spreken geleidelijk aan sociale binding en waar zalen en voorschoolse educatie via tussen- en naschoolse opvang met tal opvang via tussen- en naschoolse educatie zalen en voorschoolse een breed pakket van activiteiten en diensten aanbieden, vari De tweede kanttekening betreft de vraag of uit de vele, meestal buurtgebonden de vraag of uit de De tweede kanttekening betreft Onze speurtocht naar ontmoetingsactiviteiten in de vier buurten laat echter naar ontmoetingsactiviteiten in de vier buurten speurtocht Onze ontmoetingen leidt, is altijd de school, Een andere context die tot herhaalde Deze keten van wenselijke gebeurtenissen - het opheffen van sociaal isolement, van sociaal keten - het opheffen Deze van wenselijkegebeurtenissen vrouwen buurthuisactiviteiten gaan bezoeken, later taalles of een cursuseen bezoeken,volgen of later taalles gaan buurthuisactiviteiten vrouwen n volwassenen de hele dag terechtkunnen. De school wordt zo de plek waar buurt- de plek waar wordt zo De school de hele dag terechtkunnen. n volwassenen ontmoetingsactiviteiten, zoals in dit hoofdstuk beschreven, ook interetnische contacten ook interetnische ontmoetingsactiviteiten, beschreven, in dit hoofdstuk zoals van activiteiten ontwik- wijze Op deze kinderen tot activiteitenhele buurt. de voor voor kelen scholen zich ontstaat. Een eerste kanttekening bij de vele ontmoetingsactiviteiten in de onderzochte buurten is met andere woorden dat incidentele ontmoeting niet altijd tot intensief van activiteiten en contact en sociale binding leidt; dit vergt een aaneenschakeling nadere interventies van welzijnswerkers en andere instanties in de buurt. peuterspeel é bewoners elk ook zien dat zo'n positieve spin-off lang niet altijd optreedt. De golf van sport- en optreedt. De golf van sport- lang niet altijd spin-off positieve ook zien dat zo'n en multiculturele barbecues in stedelijkespelactiviteiten, achterstands- buurtfeesten van sociaal contact tussen vormen leidt lang niet altijd tot meer intensieve buurten blijven of eenmalig in de buurt er met name om of ontmoetingen mensen. Het gaat vraagt om herhaalde ontmoetingen en daarmee sociale binding beklijven. Echte dat ze mensen elkaar kan context om een context waarin ontmoeten. Deze bijvoorbeeld op of activiteitengeboden worden door nieuwe initiatieven vormen die een vervolg van opeenvolging de eerdere ontmoetingsactiviteiten. van zo'n Een goed voorbeeld Op een eerste project waarin initiatieven en activiteiten zagen we in Dordrecht. kenbaar de buurt en dromen over werden opgeroepen hun wensen buurtbewoners en een reguliere vrouweninloop te maken, een jaarlijkse vrouwenbrunch, volgden of Madurodam. Juist gezin naar de Efteling het hele voor uitstapjes zelfs vervolgens van activiteiten leren mensen elkaardoor de aaneenschakeling beter kennen en ont- staat er iets van sociale binding. zagen dat brede We verzorgt. niet alleen regulier onderwijs zeker de school wanneer scholen volgen en als beroepskracht in de voetsporen treedt van de sportbuurtwerkers. in de voetsporen en als beroepskracht volgen meer - is natuurlijk en uiteindelijk meer emancipatie meer integratie participatie, zie je dat Soms het ook zo. iedere welzijnswerkerwaarop soms gebeurt hoopt. En spin-off of spel een onverwachte activiteiten sport op het gebied van ontmoeting, jongere die door het buurtsportwerk sportieve hiervan is een hebben. Een voorbeeld pleinen - een en begeleider op te treden op de wordt om als coach aangemoedigd zogenaamde tone kunnen worden naar het arbeidsproces misschien en uiteindelijk 'toegeleid'. spanning noodzakelijkspanning te bereiken. groepen deze zijn om eenmaal is het contact En kangelegd, dan relaties op te bouwen. meer intensieve aan proberen men geleidelijk toe dat ge straat leidt er misschien op een eersteConcreet: koffie kopje welke verschillende buurten verschillende soleerd raken de van ï tussen soms door particuliere initiatieven op kleine schaal. Een noemens- op kleine schaal. initiatieven soms door particuliere In de tweede plaats zagen we echter ook dat de mate van etnische segregatie ook dat de mate van etnische In de tweede plaats zagen we echter In de eerste of op zagen we dat ontmoetingsactiviteiten plaats in buurten ingrijpende maatregelen (zoals de 'sociale herstructurering'ingrijpende maatregelen (zoals van stedelijke achter- of scholen. Dit laatste komt echter in de praktijk nog weinig voor, al is er inmiddels in de praktijk nog weinig voor, Dit laatste komt echter of scholen. om contacten tussen leerlingen van 'witte' een beperkt aantal creatieve initiatieven hiervan is het Zaanse project te stimuleren (een fraai voorbeeld scholen en 'zwarte' zijn er hoofdstuk). Bovendien in het volgende om te leren', beschreven 'Logeren dit door gebeurt terug te dringen. Soms op zich segregatie initiatieven om etnische zeer standswijken), waardig voorbeeld van dit laatste is het initiatief van een groep autochtone ouders in van dit laatste is het initiatief van een groep autochtone voorbeeld waardig melden op een wijk Kralingen om hun kinderen gezamenlijk aan te de Rotterdamse uit vlucht' te treden, kon de 'witte door gezamenlijk op Juist school. (tot dan) 'zwarte' doorbrokenhet stedelijk onderwijs althans in dit geval worden. opgevat contact (nog steeds de mate van interetnisch niet de enige reden is waarom speelt soms beperkt is. Daarnaast en allochtonen) als contact tussen autochtonen er dus niet alleen om steeds een rol. Het gaat soort' zoekt 'soort ook het verschijnsel zijn, kinderen op school of autochtone bewoners in de buurt of er nog autochtone of schoolgenoten buurt- maar ook of zij bereid zijn om gezamenlijk met allochtone activiteiten te ondernemen en elkaar te leren kennen. Ook dit is lang niet altijd het dat gelijkgestemdengeval, met als gevolg elkaar activiteiten bij opzoeken. Zo bleek in de praktijk gedomineerd werd door autochtone Opzoomeren dat het Rotterdamse oudere bewoners,en veelal al wat de meer 'gevestigde' bewoners in de buurt. scholen die al in sterke die al in zijn, weinig contact tussen autochtonen mate gesegregeerd scholen contact is interetnisch voor opleveren. Een allereerste voorwaarde en allochtonen zijn in kinderen aanwezig bewoners c.q. autochtone daarom dat er nog autochtone Amsterdam en in zeker sommige buurten in Dit is echter, of op school. de buurt of in de buurt segregatie de etnische Wanneer steeds minder het geval. Rotterdam, aan ontmoetings- behoefte is er niet zozeer is voortgeschreden, ver al zo op school maar aan ontmoeting activiteiten of op school, in de buurt herkomst het betreft, dan kunnen de conclusies veel positiever zijn dan wanneer het zijn dan wanneer conclusies veel positiever dan kunnen de het betreft, herkomst Nederlanders is Dit laatste gaat. en autochtone contact tussen allochtone alleen om dat in de willen voorkomen We in het huidige beleidsdiscourswat centraal staat. ge parallelle samenlevingen ontstaan die hedendaagse steden dat de hier constateren kunnen echter We samenleving. rest van de Nederlandse tot interetnisch in beperkte mate bijdragen ontmoetingsactiviteiten slechts beschreven grofweg Dit heeft en allochtonen. contact tussen autochtonen contact in de zin van twee redenen. voortvloeien. Hierover zijn gaandeweg dit hoofdstuk diverse hoofdstuk dit gaandeweg zijn Hierover gemaakt. opmerkingen voortvloeien. moeten we echter in de buurt, contact op de mate van interetnisch we ingaan Voordat om contacten het gaat Wanneer eerst daaronder verstaan. we precies wat vaststellen herkomst, los van etnische tussen burgers met een verschillende en groepen

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 134 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 135 le ë n zijn die onvoldoende deel- onvoldoende n zijn die ë Op zich is er niets mis met dit alles. De beschreven activiteiten en voorzieningen mis met dit alles. De beschreven is er niets Op zich functioneren prima om allochtone groepen uit hun isolement te halen, hen te stimuleren uit hun isolement te halen, hen groepen om allochtone functioneren prima een veilige kinderen activiteitenom ook aan andere te nemen en om allochtone deel alles is in de meeste te bieden. Dit en leeromgeving in de buurt en stimulerende speel- moeten echter We activiteiten. doel van de hier beschreven gevallen ook het expliciete contacten interetnische activiteiten dat deze ook automatisch niet te veel verwachten opleveren. Ontmoetingsactiviteiten in de buurt en allochtonen) (tussen autochtonen een eerste voor en noodzakelijke, voorwaarde zijn misschien geen voldoende maar te stimuleren, moeten de contact contacten. Om interetnisch zulke interetnische de aanpakken zoals in de komende hoofd- die initiatieven en projecten verder gaan, worden. stukken beschreven hebben aan de samenleving en uit hun isolement gehaald moeten worden. Daarbij gehaald moeten en uit hun isolement de samenleving hebben aan van ontmoeting, sport in de sfeer buurtactiviteiten beschreven komt nog dat de hier zijn om aan dit soort groepen vaak de enige manier kwetsbare deze of spel voor veelal meer financi groepen hebben Autochtone activiteitente nemen. deel elders zoeken. te mogelijkheden om hun vertier middelen en dus meer Omgekeerd bleek bij Thuis Op Straat dat autochtone ouders niet juist hun kinderen dat autochtone Op Straat Thuis Omgekeerd bleek bij kinderen allochtone dat voornamelijk als gevolg sturen, met buurtactiviteiten naar deze op expliciet diverse zagen we dat slotte zich initiatieven Ten van maken.er gebruik vanuit de (terechte) kinderen richten, vrouwen of zoals groepen allochtone kwetsbare veronderstelling kwetsbare categorie dat dit bijzonder n é delen 'De é r te doen met éé soleerde of zwakkere groepen in de samenleving ï r nodig dan vluchtige ontmoetingen op een straatfeest, festival ontmoetingen r nodig dan vluchtige éé Volgens de meeste welzijnsprofessionals die wij spraken, zijn de door hen georgani- Volgens als bruggetje maar fungeren ze seerde 'ontmoetingsactiviteiten' geen doel op zich, naar verdere activiteiten van contact die bijdragen aan meer intensieve vormen ge voor Vooral tussen bewoners. 3.2 vrouwenhuizen Multiculturele strategie. hoofdstuk zagen, een redelijk succesvolle we in het vorige (b)lijkt dit, zoals Bewonersgroepen die als 'moeilijk bereikbaar' bekend staan, bleken wel mee te doen of het interculturele eetcaf de Efteling naar met activiteiten een dagtocht zoals stap is om m De volgende Smaakmaker', beide in Dordrecht-West. groepen, met wie nu contact is opgebouwd. deze 3.1 Inleiding Elkaar elkaar nog niet dat mensen betekent, ontmoeten gezegd, kennen ook leren zoals een betekenisvolle verschillende communicatie tussen leden van Voor en begrijpen. is m groepen etnische Elkaar leren kennen: leren Elkaar en kennisuitwisseling debatten of markt. Om elkaar te leren kennen, moeten mensen met elkaar in gesprek komen, elkaar en over uitwisselen en desnoods met elkaar in debat gaan. kennis zichzelf over paragraaf besprekenIn deze we diverse projecten in de door ons initiatieven en wederzijds begrip die expliciet als doel hebben om en buurten, gemeenten onderzochte diverseen respect tussen de bijvoorbeeld gaat te stimuleren. Het bevolkingsgroepen gehouden of bijeenkomsten in den lande worden die overal om interculturele dialogen of kleding uit hun herkomstland presenteren. Het groepen eten diversewaar etnische doel van dergelijke verschillende de iedereen beter begrip krijgt voor initiatieven is dat representeren ons betreft Wat mensen afkomstig zijn. waaruit culturele achtergronden dergelijkede tweede trede van de sociale-bindingsladder. initiatieven en projecten groepen elkaarontmoeten, niet alleen erom dat mensen uit verschillende Het gaat elkaar beter leren kennenmaar dat ze door kennisuitwisseling en respect en debatten hierbij is natuurlijk dat vooroor gedachte elkaarvoor De achterliggende krijgen. van autochtonen over diverse allochtone groepen en omgekeerd diverse in veel gevallen over allochtone van autochtonen vinden vaak iets vreemd, alleen We kennis uit gebrek aan elkaar. over voortvloeien bij de hier besproken initia- gedachte omdat we het niet kennen. De achterliggende tieven en projecten is dat 'elkaar leren kennen' uiteindelijk leidt tot meer begrip elkaar. respect voor thema's: multiculturele in de volgende De verzamelde projecten zijn onderverdeeld 3.3), interculturele stadsdebatten (par. organisaties 3.2), religieuze (par. vrouwenhuizen 3.5). 3.4) en onderwijs (par. (par.

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 136 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 137 Cleo-Patria heeft geen passend aanbod op de geen passend heeft Cleo-Patria “ Vervolgens wordt primair gekeken samen of vrouwen Vervolgens 15 ” 16 ” een professional ingeschakeld. De stichting Cleo-Patria beheert vier beheert Cleo-Patria stichting De een professional ingeschakeld. uit activiteiten te bieden. Algemeen projectplan, 2004: 3 Algemeen projectplan, 2004: 4 Cleo-Patria is een groot succes. Vrouwen van verschillende culturen leren elkaar culturen hier Vrouwen van verschillende is een groot succes. Cleo-Patria 16 15 plank liggen, maar het gaat aan de slag met de wensen van de vrouwen om van van de vrouwen de slag met de wensen aan maar het gaat plank liggen, daar multiculturele vrouwenhuizen in Rotterdam. Wekelijks bereikt de stichting daarmee stichting bereikt de Wekelijks in Rotterdam. multiculturele vrouwenhuizen geor- culturen. De in de vrouwenhuizen een kleine 300 verschillende vrouwen uit 15 het krijgen op de ontwikkeling van het zelfvertrouwen, activiteitenganiseerde zijn gericht samenleving. beter bewegen in de Nederlandse en zich van meer zelfstandigheid Het door gezamenlijk activiteitenidee is dat vrouwen op een intensieve te organiseren manier samenwerken en elkaar snel beter leren kennen: redelijk dingen laatste instantie wordt in elkaar en of ze kunnen doen kunnen helpen. Pas indien nodig In 2005 won Cleo-Patria de Joke Smit-prijs voor succesvolle initiatieven op het initiatieven succesvolle In 2005 de Joke Smit-prijs voor won Cleo-Patria ver- gebied van vrouwenemancipatie. Bij de uitreiking prees minister De Geus de vrouwen. gewerkt wordt aan de integratie van allochtone nieuwende manier waarop Volgens de oprichter van de Cleo-Patria vrouwenhuizen, Anneke de Goede, is opvoeden vrouwenhuizen, van de Cleo-Patria de oprichter Volgens vrouwen Veel een aantal vrouwen een haast onmogelijke en integreren voor opgave. van de eigen cultuur en godsdienst, die aan de waarden vast willen houden zouden De Goede Volgens soms haaks lijken de Nederlandse samenleving. te staan op die van in zienswijzen de verschillen te komen en zo is het belangrijk om hierin tot uitwisseling en en te leren respecteren, elkaar naast opvoeding van te kunnen zetten ten opzichte ook van elkaar gesprekken te leren. Onderlinge en kennisuitwisseling kunnen ertoe moeten los- dat vrouwen hun eigen waarden leiden dat onzekerheden en het gevoel meer zekerheid en meer structuur. inzicht, in praktisch laten, worden omgezet Vrouwen praten met elkaar Indien er professionele onder- en ondersteunen elkaar. naar opvoedingsondersteuning. steuning nodig is, wordt er doorverwezen beter kennen en komen erachter dat zij veel gemeenschappelijke gespreksonderwerpen dat zij veel gemeenschappelijke beter kennen en komen erachter bezoekenhebben. De vrouwen die het vrouwenhuis hebben geen of nauwelijks een maar kennenopleiding. Zij zijn al jaren in Nederland, Nederlandse samenleving niet de de vrouwen werd gevestigd, kwamen hun buurt het vrouwenhuis in Voordat genoeg. nauwelijks de deur uit. “ De Cleo-Patria vrouwenhuizen in Rotterdam werken gedachte. een zelfde vanuit Rotterdam in vrouwenhuizen De Cleo-Patria en zelfredzaamheid. emancipatie een eerste wordt gezien als Ontmoeting stap richting van en vragen de behoeften zeggen, dat wil werkenDe vrouwenhuizen vraaggericht, bezoekende vrouwen staan centraal: , waar buurt- , waar House of Hope en het christelijk ontmoetingscentrumen het christelijk de Buitenwacht in 17 le) partner. Door niet alleen de overheid, maar ook andere partijen aan maar ook andere partijen Door niet alleen de overheid, le) partner. ë ABC-Amsterdam n (financi Het intensieve contact tussen de vrouwen heeft geleid tot respect voor de ver- geleid tot respect voor tussen de vrouwen heeft Het intensieve contact éé Hierover meer in hoofdstuk 6. Hierover Cleo-Patria in de Tarwewijk in de Cleo-Patria 50 Tarwewijk: in de Vrouwenhuis Cleo-Patria vrouwen het bezoeken ruim 100 Wekelijks conversatielessen, 20 vrouwen volgen lessen, 30 vrouwen Nederlandse vrouwen volgen praten wekelijks culturen elkaar met onderwerpen als opvoeding. uit verschillende over het vrou- een reguliere baan binnen uit de doelgroep hebben twee vrouwen Inmiddels in het kader in het bestuur van vrouwen zitten Een aantal andere Tarwewijk. wenhuis in hun burgemeester en wethouder over ook in debat met gaan Ze de bestuursparticipatie. niet afhankelijk het vrouwenhuis is privaat-publiek zodat is beleid. De organisatie opgezet, van het vrouwenhuis te verbinden, is men financieel minder kwetsbaar en minder afhankelijk is men financieel minder kwetsbaar het vrouwenhuis te verbinden, meer draagvlak in de samenleving. misschien ontstaat er zo Bovendien van de overheid. 17 3.3 actief. organisaties religieuze wijken zijn ook verschillende In de door ons bezochte organisaties Werkgroep Religieuze Outreach, Victory (ICF), Christion Fellowship Christ, International For Youth Kerk-Islam, De vrouwen van het vrouwenhuis zijn ook een bindende factor in de wijk. Ze vormen vrouwenhuis zijn ook een bindende De vrouwen van het andere bewoners beroep kunnen een sociaal netwerk waarop en organisatie een hecht doen. kan mishande- thuisfront: zo Winst is ook geboekt op het er over culturen. schillende de samen met de vrouwen en 'Geweld achter ling thuis worden gepraat en wordt er stoppen. om het geweld te gezocht naar oplossingen voordeur' bewoners met problemen terechtkunnen. Samenwerking en kennisuitwisseling vindt Samenwerking bewoners met problemen terechtkunnen. Christ onderscheidt For Youth plaats via het principe van 'preken in elkanders parochie'. Antilliaanse gemeenschap. op de hoofdzakelijk te richten van de anderen door zich zich is gevestigd in Oud Krispijn in ontmoetingscentrum de Buitenwacht Het christelijke Ze doet dit door in de buurt. op gemeenschapsvorming zich en richt Dordrecht-West cursussen, een diverse activiteiten Zo zijn er koffieochtenden, te organiseren. muziekgroep, een koor en een wijkwinkel en kunnen wijkbewoners in avonden twee Bewoners een driegangenmaaltijd. kunnen er in het eethuis voor de week terecht van brieven en voor van formulieren en het schrijven het invullen voor ook terecht Elke de huisbaas of de sociale dienst. steun als er problemen zijn met bijvoorbeeld wordt waar 'het hele volk') Pipel' (Surinaams voor de kring 'Wan is er zondagochtend geluisterd en stilgestaan bij 'belangrijkegezongen, dingen in het dagelijks leven'. Het uitwisselen van kennis en het stimuleren van onderling begrip staat centraal in de Dordrecht zijn hiervan slechts enkele De eerste hebben voorbeelden. organisaties drie zijn hiervan slechts Dordrecht actief zijn. Een helpende Tarwewijk instellingen die in de Rotterdamse charitatieve hand uitsteken in de samenleving staat bij alle drie de orga- naar kwetsbare groepen via het project nisaties centraal. ICF doet dit bijvoorbeeld

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 138 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 139 n van ë De Buitenwacht in Dordrecht-West De Buitenwacht in hun vrije tijd activiteiten drie theologen die door opgericht is in 1982 De Buitenwacht Johanneskerk van de in de voormalige en is gehuisvest de buurt voor organiseerden wordt door veel sinds 2000). Gemeente (in eigen beheer Hervormde De Buitenwacht buurt- als allochtone autochtone jonge als oude en zowel zowel bezocht, buurtbewoners bewoners; regelmatig deel aan de activiteiten 250 tot 350 mensen nemen die verder gaan een activiteitdan enkel de Bijbel-Koranleesgroep, die 'ontmoeting'. Zo is er bijvoorbeeld wil brengen. De divers dialoog tot stand samengestelde leesgroep een interreligieuze en een moslim, samen in de komt elke van een christen week samen om, onder leiding een van tevoren en met elkaar over lezen bijbel en de koran te de dialoog aan te gaan Beide begeleidersvastgestelde thema. aan doen ieder hun eigen stuk en zijn deelnemer deelnemers leidt. In september 2004het gesprek als de ander en met 10 werd begonnen in dit project is de Buitenwacht Voor tot januari 2005 verdubbelde dat tot 20 deelnemers. (bewust) geen ontvangt De Buitenwacht Prijs. Ab Harrewijn 2005 de genomineerd voor 80 vrijwilligerssubsidies en is afhankelijk zich van donateurs en fondsen. In totaal zetten mensen met een gesubsidieerde baan. en werken er 10 de Buitenwacht in voor Het gebouw bestaat uit drie verdiepingen en biedt ruimte aan 4000Het gebouw bestaat uit drie verdiepingen mensen. Naast een gebedsruimte (capaciteit 1000 mensen) is er onder meer een grote zaal (capa- citeit 600 die als conferentie- en feestzaal wordt gebruikt, een ontspan- mensen) (met pooltafels, voet- jongeren hun vrije tijd kunnen doorbrengen ningsruimte waar baltafels en computers een winkeltje, met internet), een kantine, een een kapper, een activiteitenzaal vrouwen en een voor een leeskamer, bibliotheek, een koffiehuis, op enerzijds activiteitenleslokaal gericht kinderen. De moskee voor organiseert bezoekers, maar anderzijds ook activiteiten om de binding tussen etnische Turkse Turkse groepen te versterken. open dagen met de jaarlijks georganiseerde Zo worden bezoekers (vele duizenden tot nu hapjes en informatieve rondleidingen goed bezocht met georganiseerd Tijdens wordt een gezamenlijke de Ramadan Iftar-maaltijd toe). en bewoners. van de gemeente, organisaties Ook wordt er naast vertegenwoordigers Nederlanders voor aan- Turks vrouwen een cursus Turkse cursussen Nederlands voor in Zaandam werkt). leraar die op een basisschool Turkse geboden (gegeven door een van sociaal-culturele activiteitenDoor het organiseren (onder meer schilderen, muziek bevolkingsgroepenen volksdanscursussen) hoopt de moskee de verschillende bij De Sultan Ahmet Moskee in Zaandam Zuidoost Ahmet Moskee De Sultan In Zaandam Zuidoost is de Sultan Ahmet Moskee zeer actief in het op gang brengen Ahmet Moskee actief in het op gang zeer In Zaandam Zuidoost is de Sultan moskeevan een interculturele dialoog. Deze is een van de grootste moskee West-Europa en beschikt over verschillende ruimtes waar activiteiten waar ruimtes georganiseerd verschillende over en beschikt West-Europa kunnen worden. door de Buitenwacht elk jaar georganiseerde 'reis' door Dordrecht langs verschillende door Dordrecht 'reis' georganiseerde elk jaar de Buitenwacht door instellingen. religieuze culturele en Met de debatten hopen de steden de binding tussen de autochtone en allochtone de autochtone hopen de steden de binding tussen Met de debatten Alle vier de onderzochte steden hebben op stedelijk niveau debatten georganiseerd steden hebben op stedelijk niveau debatten Alle vier de onderzochte van multicultureel Nederland. In Zaanstad gebeurde dit onder de de toekomst over 'De dag van de jaarlijks een organiseert Amsterdam naam 'Dialoog in Zaanstad', het 'Islam & Integratie'-debat stond de islam centraal tijdens dialoog', in Rotterdam en rondetafel- van werkconferenties (in de vorm zijn stadsdebatten en in Dordrecht het toekomstige integratiebeleid in de stad. gesprekken) over georganiseerd stadsbewoners te versterken. stedelijk als op wijkniveau zowel Op gesprekken worden de radicalisering van de islam, om 'multiculturele taboes', zoals georganiseerd bespreekbaar te maken. jongerenoverlast, homoseksualiteit, vrouwengelijkheid en Amsterdam in 2005, tijdens de tweede 'Dag van de de gemeente Zo organiseerde met elkaar wijken buurtbewoners in bijeenkomsten waar Dialoog', in verschillende werden Veld) Overtoomse (waaronder In het stadsdeel Slotervaart discussie gaan. en naast buurtbewoners waar georganiseerd dialoogtafels verschillende bijvoorbeeld van diverse ook drie stadsdeelbestuurdersvertegenwoordigers aanschoven. organisaties deelnemers onder leiding van een gespreksleider gediscus- tafel werd door acht Per Amsterdam'. Daarbij ging het om vragen als het thema 'Opgroeien in sieerd over hebben kinderen en jongeren nog en 'Wat samen in je buurt?' 'Hoe leef je prettig meer nodig om goed te functioneren en hoe realiseer je dat?'. Deelnemers van ver- man en vrouw, en autochtoon, jong en oud, allochtoon achtergrond, schillende tijdstippen plaats deden aan het debat mee. De gesprekken op verschillende vonden en duurden ongeveer twee uur. 3.4 stadsdebatten Interculturele elkaar te brengen en een bijdrage te leveren aan de integratie van de Turkse bevol- Turkse elkaar van de de integratie aan te leveren een bijdrage en te brengen samenleving. aan de Nederlandse kingsgroep doel stelt de dialoog ten Islam die zich en Kerk Werkgroep is er ook een In Zaanstad en andersgelovigentussen moslims activiteiten te brengen en gezamenlijk tot stand De werkgroepte ontplooien. om gezamenlijk te locaties bijeen komt op wisselende invalshoeken te behandelen. religieuze vanuit verschillende bidden en een thema de moskee, van De imam, bestuursvertegenwoordigers een een katholieke pastoor, van de kerk, vertegenwoordigers een onafhankelijke priester, protestantse priester, van vrijwilligerswerk in Zaanstad en (sinds een van scholen, vertegenwoordigers komen elkejaar) de joodse synagoge maand in de moskee bijeen en vergaderen vastgestelde thema. Ook vinden wederzijdse een gezamenlijk van te voren over plaats. organisaties religieuze bezoeken met bestuurders van verschillende reiken en Islam Kerk verder dan Werkgroep De activiteiten de moskee van van de en enkel 'ontmoeting'. Naast activiteiten als de open dagen en gezamenlijke Iftar-maal- tijden worden er ook specifieke conferenties en informatiebijeenkomsten in het jaar met andere kader en wordt er al veertien van 'Dialoog in Zaanstad' gehouden instellingen in Zaanstad samengewerkt en organisaties religieuze

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 140 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 141 (NRC, 6 april 2005) ” Ten slotte werd tussen begin februari en begin april 2005 slotte als vierde Ten 19 Zo stelde Pastors in zijn bijdrage aan het debat dat moslims homoseksue- Zo stelde Pastors 'islam als nieuwe religie in Rotterdam', 'onderwijs en economische situatie 'onderwijs en economische 'islam als nieuwe religie in Rotterdam', 18 Het Rotterdamse islamdebat begon in het voorjaar van 2004 islamdebat begon in het voorjaar met 25 expert- Het Rotterdamse werd getracht waarmee een informatieronde De derde stap van het debat was Dus gaf wethouder Marco Pastors van Leefbaar Rotterdam in Metro op de vraag: 'Dus jij vindt moslims een probleem?' Rotterdam van Leefbaar wethouder Marco Pastors Dus gaf “ het antwoord: 'Ja, jij dan niet?' het antwoord: 'Ja, Geciteerd: Rotterdams Dagblad, 22 februari 2005. Geciteerd: Rotterdams 18 19 In Rotterdam woedde gedurende 2004 gedurende woedde 2005 en In Rotterdam dat veel 'islamdebat' het zogenaamde van de lokale we hier uit- en landelijke gaan reden kreeg. Om deze media aandacht & het 'Islam overigens dat formeel islamdebat, op in. Het Rotterdamse gebreider Sociale Projectbureau door het stedelijk werd georganiseerd heette, integratie'-debat afzonderlijke af in vier namelijk: stappen, zich (PSI). Het debat speelde Integratie publieke een serie en ten slotte een informatieronde debatten, interne expertmeetings, op stedelijk niveau zowel als in diversedebatten, wijken. enerzijds deskundigen, maar meetings. Deelnemers bijeenkomsten waren aan deze de islam in de Rotterdamse mensen die dagelijks met de rol van anderzijds ook 'gewone' samenleving te maken Gesproken moslims als niet-moslims. hebben, zowel werd bij de integratie in de de islam een belemmering vormt de vraag in hoeverre over de aanduiding van een leidden tot expertmeetings samenleving. Deze Rotterdamse de islam 'normen en waarden', debat, zoals het verdere voor aantal centrale thema's en de en onderwijs de positie van de moslimvrouw, Rotterdam, als nieuwe religie in Tijdens de expert- groepen, met name jongeren. situatie van allochtone economische niet direct leenden voor onderwerpen' zich meetings bleek dat sommige 'gevoelige niet-moslims. Daarom werden als tweede een open discussie tussen moslims en tussen moslims onderling ingelast. stap in het debat eerst een aantal interne debatten plaats in het najaar van 2004 vonden interne debatten en werden medegeorga- Deze interne niseerd door het Platform Buitenlanders van deze Rijnmond. Het uitgangspunt naar oplos- de eigen gemeenschap dat moslimgroepen binnen vooral was debatten singen zoeken. stedelijke Zo verzamelde het onder- de islam in Rotterdam. een beeld te geven over drie en schreven 'de islam in Rotterdam' informatie over COS allerlei zoeksbureau Vooral wethouders aan het debat. op eigen titel een discussiebijdrage Rotterdamse Anker den Van en Pastors de discussiestukken Rotterdam-wethouders van Leefbaar van moslims in zij zagen als 'het probleem' wat standpunten over scherpe bevatten Rotterdam. len 'hoofdcultuur' moeten accepteren moeten accepteren en meer de Nederlandse en respecteren. voor jongeren' en 'veiligheid en terrorisme'. Bij het daaropvolgende en 'veiligheid en terrorisme'. jongeren' voor slotdebat werden kunnen geformuleerd: wat burgerschap' concrete afspraken 'Rotterdams over stap In totaal zijn er georganiseerd. in het debat een groot aantal publieke debatten die steeds tussen de 300 georganiseerd, op stedelijk niveau en 500 negen debatten bezoekers ging het om specifieke stedelijke trokken. thema's, debatten Bij de eerste acht bij moslims en niet-moslims', 'de positie van de vrouw/homo- het 'wij-zijgevoel zoals seksualiteit', De bezoekers ” Ga door met deze debatten over de over debatten Ga door met deze “ (Res. 22). (Res. ” Tegelijk met de stadsdebatten werden ook tien kleinere debatten in afzonderlijke kleinere debatten werden ook tien met de stadsdebatten Tegelijk Het tweede wijkdebat in Charlois ging over terrorisme en over de vraag wat dat de vraag wat en over terrorisme over Het tweede wijkdebat in Charlois ging De wijkdebatten waren namelijk veel intiemer, namelijk veel waren De wijkdebatten kleinschaliger. Mensen kennen Aan het slot van de bijeenkomst worden de aanwezige vrouwen opgeroepen actief te de aanwezige Aan het slot van de bijeenkomst worden elkaar beter waardoor het makkelijker is om af te spreken. af te is om makkelijker het waardoor zijn beter elkaar wijkdebatten Zulke goed, maar het moet niet alleen om de islam gaan. de moet het niet hebben over Je koran, trekken: maar het breder in het westen. de vrouw van de rol over moet de Je loopt. nou tegenaan je als vrouw waar over en praten dialoog aangaan is het Dan ook veiliger. nationaliteiten, de vrouwen allerlei voor van De deelnemers waren (...) vrouwen. konden Marokkaanse Nederlands maar merendeels die niet goed Vrouwen spreken, ook mee met de discussie, deden de voor het vertaald desnoods werd ontstaan, aanwezigen. contacten andere zijn veel Tijdens wijkdebatten dat is ook een meerwaarde. “ Rotterdammers met verschillende achtergronden van elkaar van de gemeente en van achtergronden met verschillende Rotterdammers meer). verderop (Hierover verwachten? (de deelgemeente twee in Charlois wijken waaronder georganiseerd, Rotterdamse ligt). Het eerste ging wijkdebat in Charlois Tarwewijk onderzoeksbuurt onze waarin sterker samen staan vrouwen ('Moslima of niet, positie van vrouwen de over dit in De bijeen- georganiseerd. vanuit het vrouwenhuis Cleo-Patria gebied') en werd mede Tijdens de moslima's. vrouwen, in meerderheid door een tachtigtal komst werd bezocht verplicht 'vrouwen die zoals stellingen kritische over bijeenkomst werd gediscussieerd werd dat de islam Opgemerkt niet goed opvoeden'. kunnen hun kinderen thuis zitten Ook in mannen soms van wel. ook al zeggen thuis te blijven, vrouwen niet verplicht een van de inleiders Volgens hun eigen mening. op recht de islam hebben vrouwen die naar 'positiever' dan de stadsdebatten, de wijkdebatten waren van de bijeenkomst de tegenstelling moslim/ uitgingen van een 'wij-zijstandpunt', haar mening te zeer niet-moslim: maken weer ontmoeten. Ook een betrokken de afspraak dat zij elkaar binnenkort de bijeenkomst: opbouwwerker positief over uit Charlois was problemen in de wijk. Zonder daarbij welk geloof dan ook te betrekken. betekent voor gewone Rotterdammers. Dit debat werd mede vanuit de Marokkaansebetekent gewone Rotterdammers. voor door ruim 60 personen, mannen zowel Moskee en werd bezocht Alwahda georganiseerd veel moslims. Hier werd waaronder als vrouwen, met uiteenlopende nationaliteiten, Theo van Gogh is Charlois de stelling 'Na de moord op onder meer gediscussieerd over anders geworden'. In de discussie werd onder meer gesteld dat de media sinds de positiever. Anderen zijn echter de islam' zijn. over Gogh 'erg negatief Van moord op Mensen spreken elkaar elkaar meer aan en zijn daardoor met in gesprek gekomen. De bijeenkomst werd gesloten met de woorden: worden in de buurt. De stelling 'Dankzij dit soort bijeenkomsten krijg ik meer begrip 'Dankzij dit soort De stelling worden in de buurt. mijn buren' wordt algemeen onderschreven. en respect voor

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 142 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 143 n allochtone é r zal doen om éé n en imams hebben de ë (Resp. 17). (Resp. n en andere islamitische organisaties wordt verwacht wordt organisaties n en andere islamitische ” ë 20 ” Het is onmogelijk om nu al tot een oordeel over het Rotterdamse islamdebat het Rotterdamse over Het is onmogelijk om nu al tot een oordeel Een deelnemer geciteerd op de site van het Projectbureau Sociale Integratie. Sociale Een deelnemer geciteerd op de site van het Projectbureau In het begin was ik best huiverigIn het begin was het is me erg meegevallen. Op een vrien- (...), maar In de stadsdebatten deden vooral ambtenaren en welzijnswerkers mee,welzijnswerkers en ambtenaren vooral deden stadsdebatten In de zogenoemde delijke toon kon iedereen aan 400 mening laten horen. Na zijn andere Rotterdammers het eerste moskee debat heb ik iedereen in de gemotiveerd om mee te praten. Moslims en niet-moslims zijn met elkaar in gesprek, spreken wij steeds minder over en zij en leggen niet altijd meer de link met de islam. Dat is pure winst. Nu moeten Wij houden de deuren van de maken.we een vervolgstap Door elkaar uit te nodigen. open. moskee van harte “ 'beroepsburgers'.je dat nauwelijks, zag In de wijkdebatten om het vooral hier ging en in de wijk.de straat in bewoners gesprekken, heel goede Het waren niet provocatief, 'O, hadden van zoiets vaak en mensen werd geluisterd goed waarbij zit gesprekken dat zo?'. autochtonen, tegen allochtonen niet zozeer ook Het was meer door het ging kleine kring, in heen.de groepen de gesprekken in Vooral plenair durfde niet want zeggen. te wat iedereen wat iets anders aan tegen kijk je toch gesprek (...) Na zo'n elkaar! is en tegen er besproken “ Tijdens het stedelijke de deelnemers, slotdebat maakten in het bijzijn van premier van Balkenende, van elkaar, enkele Rotterdammers concrete afspraken wat over kunnen verwachten. en van het gemeentebestuur (moslim)organisaties onderling spraken op bijvoorbeeld af moslims niet te discrimineren, Rotterdammers en elk ander gedrag in strijd bij stages. Discriminatie, extremisme de arbeidsmarkt en dialoog' 'respectvolle moeten een afgekeurd.met de Grondwet wordt Rotterdammers moskee Van met elkaar aangaan. dat ze zich openstellen en inzicht bieden in de islam. Moskee bieden en inzicht openstellen zich dat ze van de islam en de Nederlandse regels te wijzen. taak om op de gemeenschappelijkheid dat dit m van het stadsbestuur ten slotte verwachten Rotterdammers te komen; de vraag is immers het op langere termijn zal hebben voor welke effecten kan worden Vastgesteld Rotterdammers. allochtone en de verhouding tussen autochtone klonken. het islamdebat over geluiden kritische wat dat er tijdens de rit nogal debat door sommige het er kritiek op de polariserende toon waarmee Enerzijds was soms weer al te zelf anderzijds blekengemeentebestuurders ingezet; de debatten was door autochtone werden bezocht critici vooral volgens vriendelijk omdat ze moslims, in het bijzonder moslima's en jongeren, aan het werk te helpen, dat het een moslima's en jongeren, aan het werk moslims, in het bijzonder contact en debat tussen burgers en het onderling actief antidiscriminatiebeleid voert zal stimuleren. welzijnsprofessionals. Toch zijn de deelnemers uiteindelijk vrij positief en organisatoren Toch welzijnsprofessionals. tevens moskeebestuurder: Zo stelt een deelnemer, het islamdebat. over 20 (Resp. 15). (Resp. ” 21 ” Er zijn inmiddels vijf Zaanse basisscholen bij het project betrokken. Ieder jaar Er zijn inmiddels vijf Zaanse basisscholen Projectbureau Sociale Integratie, Islam & integratie (2005, Integratie, Islam & integratie Sociale Projectbureau p. 3 en 37). Ze nemen op een heel natuurlijke manier kennis van een andere cultuur. een andere van manier kennis Het gaat Ze nemen op een heel natuurlijke Het debat leefde, en de intrinsieke waarde daarvan mag niet worden onderschat. Als en de intrinsieke leefde, Het debat onderschat. niet worden mag daarvan waarde Het project 'Logeren om te leren' is niet alleen gericht op uitwisseling tussen de Zaanse om te leren' is niet alleen gericht Het project 'Logeren tussen ontstond ook een uitwisseling als een spin-off maar Turkije, en basisscholen die aan het LOL- Het interessante is dat de scholen de vijf betrokken basisscholen. de vijf Van samenstelling sterk van elkaar verschillen. project meedoen qua etnische “ om verschillen, zijn. die hetzelfde dingen maar ook juist over manier proeven Op deze culturen aan andere ze 3.5 onderwijs Nogmaals onderwijssegregatie de voortgeschreden stelden we dat vanwege hoofdstuk In het vorige ontmoetingsac- is aan behoefte niet zozeer contact te stimuleren er om interetnische hiervan een fraai we vonden In Zaanstad scholen. maar tussen tiviteiten op school, een beter stedelijk uitwisselingsproject dat beoogt Hier draait al jaren een voorbeeld. elkandersbegrip voor door kinderen en ouders cultuur tot stand te brengen van ver- is dat kinderen door bij groepen bij elkaar te laten logeren. De gedachte schillende elkaar van zaken te logeren de dagelijkse gang in de huishouding zien van een andere ontstond om te leren' (LOL) project 'Logeren het Het idee voor dan hun eigen cultuur. (een overwegend de Loopplank basisschool toen 25 kinderen van christelijke in 1996, school) witte (overwegend Gorter Herman basisschool en de openbare school) zwarte TRT omroep Turkse op uitnodiging van de van beide scholen leerkrachten met acht Kinderfeest (23 april). gingen om mee te doen aan het Internationaal Turkije naar de kinderen toen waar ervaring, en met name de ervaring met de gastgezinnen Deze met als doel het dat er een werkgroep positief zo werd opgericht verbleven, was culturen. van een uitwisseling met groepjes kinderen uit verschillende organiseren om te leren. Logeren in de stichting werkgroepDeze is inmiddels overgaan Ankara. mee naar het kinderfestivalkunnen tussen de tien en twintig kinderen in kinderen Voor bij gastgezinnen. Tijdens het verblijf worden de kinderen ondergebracht Het is spannend leerreis. en gezellige is dit een behoorlijk spannende, emotionele mee te maken, ver van emotioneel omdat het dichtbij om een andere cultuur van zo aan met een veelvoud huis is en de ouders leerzaam omdat ze en niet mee gaan, cultuur te maken krijgen. Turkse van de facetten “ afspraken overeengekomen, bereikt (stellingen punten werden avond er op een steeds beseffen moesten ook wij de insiders die voor gemaakt), bevatten, geen nieuws elkaar openlijk en tegenover lag in het bespreek- van de debatten de waarde hoezeer dan werden Juist woede. soms zelfs en afkeer, angsten baar maken van irritaties, van in de oplosbaarheid vertrouwen van hoop, van de momenten bereikt namelijk ook betrokkenheid van de gezamenlijk gevoelde momenten en vooral de tegenstellingen bij Rotterdam. 21

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 144 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 145 (Resp. 15). (Resp. n of meerdere ” kinderen van n nacht letterlijk n nacht éé éé scholen in plaats van ont- in plaats scholen gematched: n nacht bij een kind met een bij een kind n nacht éé tussen n ouders van witte en zwarte basis- en zwarte n ouders van witte é n (een christelijke basisschool) als 'zwart' gekarakte- 'zwart' als basisschool) christelijke n (een éé school maakt het LOL-project uniek en zeker voor de onderhavige en zeker uniek voor maakt het LOL-project school n éé binnen We moeten ook vooral leuke dingen met elkaar doen, met elkaar dingen leuke ook vooral moeten We alleen maar in plaats van “ gaan. die slecht en stilstaan bij de dingen praten dat de moord het gevoel Ik heb ook en spanningen minder in Zaandam Zuidoost tot Gogh en Pim Fortyn Theo van op in Nederland. steden en wijken soortgelijke dan in andere geleid heeft problemen In wijken dan in andere en meer tolerantie wijk is minder frustratie deze betrokken basisscholen kan er betrokken basisscholen scholen in Zaandam Zuidoost jaarlijks in ieder geval voor minimaal Zuidoost jaarlijks in ieder geval voor in Zaandam scholen ontmoeting om Het feit dat het gaat bij elkaar. dicht moetingen studie zeer relevant. studie zeer op het gemeentehuis Het jaarlijks terugkerende logeerweekend 1997 begon in april hun ouders. tussen 46 deelnemende kinderen en met een ontmoeting kinderen De een kind bij hen liever of dat ze willen gaan uit logeren opgeven of ze kunnen vooraf aan elkaar worden ze Vervolgens thuis willen uitnodigen. dezelfde leeftijd en hetzelfde geslacht, maar uit een andere cultuur logeren een nachtje maar uit een andere cultuur logeren geslacht, en hetzelfde leeftijd dezelfde of bellen. De kinderen ontmoeten met elkaar kunnen kinderen schrijven Vooraf bij elkaar. elkaar op een feestelijke bijeenkomst in de moskee daarna gaan of gemeentezaal, van het kind op de school te gast ochtend en zijn de volgende mee met het gastgezin kinderen mee aan het Logeerproject. Inmiddels doen jaarlijks ruim 100 uit het gastgezin. 6) logeren Kinderen uit groep 7 en 8 (soms uit groep keren trip van Nederlandse basisschoolleerlingen aan dit project meegedaan. Deze Ankara De organi- wordt vanuit Nederland georganiseerd. naar het Kinderfestival in Nederland op het festival. De projectleider satie en de kinderen vertegenwoordigen van dit project: de achtergronden over vertelt riseerd worden, met overwegend allochtone leerlingen. Twee andere basisscholen Twee leerlingen. allochtone met overwegend riseerd worden, bui- leerlingen van procent 10 met slechts kunnen en een christelijke) (een openbare zijn qua etnische twee scholen worden. De resterende komaf 'wit' genoemd tenlandse de etnisch als brug tussen fungeert Het LOL-project redelijk gemengd. samenstelling en brengt kinderen basisscholen gesegregeerde Naast het logeren bij kinderen van andere scholen in Zaanstad, wat nu al negen keer in Zaanstad, wat scholen Naast het logeren bij kinderen van andere inmiddels ook al drie keer naar Zaanse basisschoolleerlingen zijn plaats gevonden, heeft evenement Ankara geweest. Dit kinderfestivalhet kinderfestival is een grootschalig in landen deelnemen. Behalve kinderen uit Zaanstad tachtig tot kinderen uit vijftig waaraan Almere en Beverwijk Amsterdam, hebben ook basisschoolleerlingen andere culturele achtergrond thuis. De volgende dag wordt er tijdens de les uitgebreid thuis. De volgende andere culturele achtergrond ouders besteed. Zowel de kinderen als hun bij het gastgezin zijn aan de nacht aandacht die ene overnachting het verder dan gaat Vaak de logeerpartijen. erg enthousiast over Het project en houden kinderen en hun ouders ook daarna nog contact met elkaar. Noord-Holland NU gekregen. de aanmoedigingsprijs van de stichting heeft ” Moslims en niet-moslims “ leidt tot kennisuitwisseling, en uit- (Resp. 15). (Resp. ) mogelijk zijn. Het belang van godsdienst ” meeting 'interfaith meetings' these van de projectleider is dat these van de projectleider Een kenmerk van de hier beschreven initiatieven en projecten is dat ze zich initiatieven en projecten is dat ze Een kenmerk van de hier beschreven Tien jaar geleden was er veel meer een wij-zijgedachte. Veel mensen waren toen wij-zijgedachte. meer een mensen waren er veel was geleden Tien jaar Veel Het project 'Logeren om te leren' (LOL) heeft duidelijk een hoger doel dan alleen het duidelijk een heeft (LOL) om te leren' Het project 'Logeren culturele achtergron- ontmoeting tussen kinderen met verschillende stimuleren van een den. De 3.6 Conclusie de waarvan en projecten beschreven In dit hoofdstuk zijn een aantal initiatieven mensen van een ontmoeting tussen dan alleen het bevorderen bedoeling verder gaat De rode draad in de hier achtergronden. culturele en etnische met verschillende besproken is dat gepoogd wordt om mensen, groepen en initiatieven en projecten daadwerkelijk met elkaar in gesprek te achtergronden met verschillende organisaties meer wederzijds kennisnemen kunnen ze van elkaarbrengen, zodat en er misschien Elkaar kennen leren niet zeker. is overigens begrip en respect ontstaat. Dit laatste Mensen kunnen elkaar. voor tot meer begrip en meer respect leidt niet automatisch mogen. niet elkaar leren kennen elkaar komen dat ze en tot de ontdekking echt de hier besproken is dat niet de ervaring bij Toch Bekend maakt niet altijd bemind. velen aanvankelijk islamdebat waarvan initiatieven en projecten. Zelfs het Rotterdamse werken polariserend zou in de en de 'wij-zijtegenstellingen' vreesden dat het vooral betrok- positief uit, althans volgens werkte uiteindelijk toch verscherpen, stad zouden moskeebestuurder zei: kenen. Zoals de geciteerde Rotterdamse zijn met elkaar in gesprek, spreken wij en zij. steeds minder over ook erg tegen de moskee in de wijk. de moskee tegen ook erg nu dat het ook 'hun' zeggen De autochtonen is.moskee de over met en kennis de bekendheid en de groepen Het contact tussen bijgedragen hebben hieraan cultuur Turkse “ De organisator hoopt dat het project ertoe bijdraagt dat er meer kennis er meer dat bijdraagt weer en over ertoe project dat het hoopt De organisator wegha- Centraal staat het tussen de culturen. overeenkomsten en verschillen is over en bin- onderlinge verdraagzaamheid stimuleren van en het len van vooroordelen achtergrond. culturele kinderen met verschillende ding tussen doorgaans niet richten op een algemeen publiek, maar op specifieke groepen. Veel op een algemeen publiek, maar op specifieke groepen. niet richten doorgaans op vrouwen, andere activiteiten op kinderen (en in tweede zich activiteiten richten referentiekader instantie op hun ouders). is een gemeenschappelijk Ook 'geloven' Verenigde uitwisselingen (in de contacten en interreligieuze interetnische waarbinnen Staten spreekt men van en interreligieuze ontmoetingen als middel om interetnisch contact te bevorderen was contact te bevorderen ontmoetingen als middel om interetnisch en interreligieuze eindelijk tot begrip van en respect voor elkaar. Het contact in Zaanstad tussen kinderen Het contact elkaar. van en respect voor eindelijk tot begrip en het contact van Zaanse basisschoolleerlingen bevolkingsgroep uit verschillende zorgt onderwijssysteem) Turkse (en met het Turkije met kinderen en docenten in dat de betrokkenenervoor op een natuurlijke kennis de overeen- wijze krijgen over cultuur in het bijzonder. Turkse tussen andere culturen - de komsten en verschillen

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 146 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 147 n bieden ongekende aanknopingspunten voor interetnische en n bieden ongekende interetnische voor aanknopingspunten ë In dit hoofdstuk is ook uitvoerig stilgestaan bij het Rotterdamse islamdebat stilgestaan bij het Rotterdamse uitvoerig In dit hoofdstuk is ook besproken islamdebat is uitvoering in en becommentarieerd Het Rotterdamse voor ons redelijk verrassend. Wij zouden in ons sterk geseculariseerde Nederland sterk geseculariseerde in ons zouden Wij verrassend. ons redelijk voor is. Dit geldt erg belangrijk veel migrantengroepen voor dat godsdienst bijna vergeten migranten- christelijke vele en veelkleurige de ook voor moslims, maar voor niet alleen kerken uitwisselingen ontstaan. Interreligieuze steden van ons land in de grote die overal kerken christelijke en nieuwe tussen gevestigde en joodse synagogen en groepen, moskee islamitische interculturele contacten. islamdebat is waar- Het Rotterdamse dat de afgelopen twee jaar is gevoerd. zoals het bekendste besproken en meest dialoog van een interculturele voorbeeld schijnlijk de uitkomsten en over het nog te vroeg is om iets definitiefs in Nederland. Hoewel positief over. zijn betrokkenen van dit debat te zeggen, er verrassend effecten tegen- Hoewel aanvankelijk het debat de polarisatie en etnische werd gevreesd dat versterken, zou stellingen in de stad juist dat er melden deelnemers aan de debatten termen van 'wij' en 'zij' ontstaan en dat er juist niet meer in een open gesprek is dit in nog sterkere was wijk- en buurtdebatten wordt gesproken. Bij de kleinschaliger men naar de gemaakte Ook wanneer mate het geval dan bij de grotere stadsdebatten. islamdebat, afspraken uitkomsten van het Rotterdamse van het slotdebat, de concrete of 'tegen kijkt kan allochtonen' dat de hele exercitie 'tegen men niet volhouden opgeroepen niet te discrimineren en worden Rotterdammers gericht. moslims' was gemeentebestuur dialoog' met elkaar Het Rotterdamse een 'respectvolle aan te gaan. met werkgevers en bovendien moeten voeren een actief antidiscriminatiebeleid zou groepen. Omgekeerd moeten spreken meer werkgelegenheid allochtone over voor tegen religieus actief stelling nemen ze dat verwacht wordt van moslimorganisaties de Nederlandse samenleving. openstellen voor zich getint geweld en dat ze Maar afspraken van deze er in de praktijk terechtkomt. Natuurlijk is het de vraag wat van verschillende erop dat het islamdebat de Rotterdammers lijkt het voorlopig gebracht. bij elkaar heeft dichter achtergronden gebeuren er ook nog media-aandacht weg van al deze Ver de Nederlandse media. in Zaanstad. om te leren' (LOL) het project 'Logeren andere aardige dingen, zoals culturele achtergronden en met verschillende scholen Kinderen van verschillende is zo Dit intercultureel logeren logeren bij elkaar met elkaar en gaan naar school. op de vraag hoe kinderen belangwekkend antwoord geeft omdat het een concreet onderwijsse- groepen - ondanks de ver voortgeschreden etnische van verschillende kunnen ontmoeten en leren kennen. in de Nederlandse steden - elkaargregatie toch maar door activiteiten door ontmoetingsactiviteitenDit kan op scholen, niet zozeer of andere hiervan zijn gezamenlijkeAndere voorbeelden sportdagen tussen scholen. Andere instituties in scholen. en 'zwarte' activiteiten van 'witte' gemeenschappelijke nemen. de Nederlandse samenleving kunnen hieraan een voorbeeld niet Kadernotitie Kadernotitie 22 '. Maken de Stad zijn ook uitvoerig beschreven in twee publicaties uit 2003 van de gemeente Rotterdam: ' 2003 in twee publicaties uit van de gemeente Rotterdam: Maken beschreven de Stad zijn ook uitvoerig Sociale integratie in de moderne Rotterdamse samenleving' en 'Mensen Maken we dat doen in de Stad...Zo gaan integratie in de moderne Rotterdamse Sociale de straataanpak Plan voor Rotterdam. Deze paragraaf is in belangrijke mate gebaseerd op: Hazeu (2005: 303-317). De uitgangspunten en werkwijze van Mensen paragraaf is in belangrijke (2005: en werkwijze Deze mate gebaseerd op: Hazeu De uitgangspunten 303-317). voor volwassenen, zo vroeg men zich af (Hazeu 2005: af (Hazeu 303). De toenmalige Groen vroeg men zich zo volwassenen, voor oren naar dit idee. In het najaar van 2000Links-wethouder Herman Meijer had wel werd Rotterdamse met een experiment in twee gestart Rotterdam de pilot Stadsetiquette Delfshaven en de straten rond het de Mathenesserweg in de deelgemeente buurten, dat de was gedachte Charlois. Leidende onderzoekswijk onze in Verschoorplein ontwikkeld opgelegd worden, maar gedragsregels niet van bovenaf worden in wisselwerking met burgers en diverse professionals uit het veld (buurtwerkers, maar dat was De allereerste van de politie). stadsetiquette ervaring met ook de buurtagent is aan bepaalde voorwaarden kunnen zijn wanneer projecten pas succesvol dit soort de 'straatstress' (de cumulatie van onveiligheid was Bij de Mathenesserweg voldaan. infrastructuur, de fysiekeen vuiligheid op straat, verloedering van economische en dermate groot dat bewoners hun medewerking weigerden. De gemeente enzovoort) moest eerst orde op zaken bewoners stellen voordat onderlinge gedragsregels en positiever. wilden afspreken. de ervaringen echter In Charlois waren omgangsvormen Bewoners met elkaar tot een aantal concrete afspraken kwamen in gesprek en kwamen van de wijk. het elkaarover groeten en aanspreken op straat en het schoonhouden 4.2 de Stad' en 'Mensen Maken Stadsetiquette in een ontstond eind jaren negentig, toen in Rotterdam Het idee van een stadsetiquette gemeentelijke moesten jongeren er bepaalde gedragsregels voor nota werd bepleit dat jongeren doet men dit alleen voor Waarom worden opgesteld en gehandhaafd. en 4.1 Inleiding kennisuitwisseling ontmoeting en tot meer begrip en kunnen leiden Interetnische tussen en contacten ontmoetingen verder is dat deze Een stap elkaar. respect voor worden gebruikt om culturele achtergronden met verschillende mensen en groepen zaken van concrete afspraken de (gewenste) gang en te maken, over bijvoorbeeld enzovoort. op school, in de openbare ruimte, de buurt, in omgangsvormen maar een middel tot ver- een doel op zich, dan niet zozeer contact vormt Interetnisch initiatieven van dit soort Voorbeelden leefbaarheid en veiligheid. betering van de (ervaren) of leefregels in een van een stadsetiquette op het opstellen zijn projecten gericht niet van bovenaf leef- of omgangsvormen hierbij is dat deze park of op straat. Cruciaal dat bewonersworden opgelegd, maar groepen onderling van diverse etnische met elkaar wel en niet willen accepteren komen en afspraken in gesprek ze maken wat over poogt men In Rotterdam die regels willen handhaven, enzovoort. hoe ze in de buurt, zulke afspraken tussen bewoners te stimuleren binnen het project 'Mensen Maken de Stad'. Afspraken maken over de buurt de over maken Afspraken 22

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 148 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 149 Net 23 ” Burgers de spelen daarin “ een harde aanpak van de onveiligheid in de de onveiligheid een harde aanpak van “ r volwassenen en kinderen deelnemen aan gezamenlijke en kinderen r volwassenen éé . Bovendien constateerde het nieuwe Rotterdamse gemeentebestuur het nieuwe Rotterdamse constateerde . Bovendien ” In 2003 een belangrijke plaats in het Stadsetiquette kreeg het project Concreet behelst het project Mensen Maken de Stad een combinatie van er meer opbouwende contacten ontstaan tussen burgerser meer opbouwende contacten ontstaan en meer gezamenlijke In 2006 straten mee activiteiten 1300 in straten en buurten. zouden Rotterdamse Maken en 250 straten aan Mensen moeten doen aan Opzoomeren de Stad; per straat moeten m activiteiten, vriendelijk, er moeten omgangsafspraken worden gemaakt over afsprakenverantwoordelijk en veilig gedrag en die moeten worden onderhouden; per straat moeten taken en verantwoordelijkheden beter worden vastgelegd, zowel taken afspraken van de tussen bewoners betreft betreft onderling als wat wat overheid. Gemeente Rotterdam, Kadernotitie Sociale integratie in de moderne samenleving (april 2003) Sociale Kadernotitie Gemeente Rotterdam, Met name werd wat gedaan aan de gewoonte van veel bewoners van veel gewoonte aan de gedaan wat werd Met name niet in, hun afval vuilcontainersmaar naast te plaatsen. college. De stads- Rotterdamse van het nieuwe Integratie Sociale Actieprogramma project Mensen ingebed in het bredere werd het Opzoomeren maar ook etiquette, van de stad de problematiek dat Maken hierbij was de Stad (MMS). Uitgangspunt lijnen vergt: een aanpak langs twee dat dit niet alleen een opgave van de (lokale) is: opgave dat dit niet alleen een overheid stad, en de dringende noodzaak de sociale verbondenheid in de stad te herstellen noodzaak de sociale verbondenheid stad, en de dringende en te versterken om open beslissende rol. Burgersmogelijkheden zien, krijgen en benutten moeten de constructief buiten de eigen groep. Burgers contacten te staan voor moeten zich zien en de hedendaagse in hun straat, hun buurt, verscheidenheid te verhouden tot de Mensen Maken de Stad. vragen wij actief burgerschap: samenleving. Daarom Opzoomeren en stadsetiquette. Opzoomeren levert als het ware het voorwerk. Door de het voorwerk. als het ware levert Opzoomeren en stadsetiquette. Opzoomeren actief te krijgen. wordt gepoogd buurtbewoners mogelijkheden van het Opzoomeren dat het vaak beperkt zagen we eerder, zo is echter, De beperking van Opzoomeren tot 'leuke Maken de mensen'. De uitdaging van Mensen dingen voor blijft de Stad is en met inmiddels geactiveerde bewoners om (indien nodig) een stap verder te zetten afsprakenen organisaties te maken problemen en gedragsregels op straat en in over Het doel van de straatactiviteiten van Mensen Makende buurt. de Stad is uiteindelijk 2005:drieledig (Hazeu 307): • • als eerder bij Opzoomeren is ook bij Mensen Makenals eerder bij Opzoomeren de Stad de straat het belangrijkste Het gesprek tussen bewoners wordt in eerste (sociale) kwesties over schaalniveau. wordt gekeken gesprekken of deze consequenties Vervolgens instantie op straat gevoerd. het beleid van de (deel)gemeente. hebben voor • Het is dus nadrukkelijk de bedoeling dat Mensen Maken de Stad in lang niet alle problematische iets voor wordt toegepast; het is specifiek straten en buurten Rotterdamse situaties. Dit betekent had men van eerdere ervaringen geleerd, dat men bij ook, zo van spontane initiatieven van bewoners. niet al te veel mag verwachten de uitvoering 23 De “ bewoners (niet alleen met (geciteerd Hazeu 2005: (geciteerd Hazeu 311). ” ) Als onze groep er niet zou zijn, groep er niet zou Als onze ) alle … (+7). Dit laatste is, in de ogen van de ” Ook in de Rotterdamse Tarwewijk deden de afgelopen jaren diverse straten Tarwewijk Ook in de Rotterdamse Eind 2003 aangewezen straten en buurten diverse werden nogmaals Rotterdamse We organiseren niet alleen leuke organiseren activiteiten, maar spreken aan ook buurtbewoners We bewonersorganisaties) (Hazeu 2005: 312). Anderzijds gaat Mensen Maken gaat Anderzijds de Stad 2005:bewonersorganisaties) (Hazeu 312). een betrokken Zoals verder dan het eerdere Opzoomeren. bewoner (niet uit de vertelt: Tarwewijk) mee aan Mensen Maken de Stad. In sommige straten werd daadwerkelijk een sociale de sociale diagnose van diagnose en een straatagenda opgesteld. Zie bijvoorbeeld is. Er is slecht zien dat de situatie hier niet zo We in Charlois (zie kader). de Gertstraat geen sprake van de sociale relaties varieert van agressie of vermijding, de kwaliteit tussen niveau +2 en +3 (respectievelijk 'contact maken' en 'meedoen aan activiteiten'). dan was er weinig sociaal contact en weinig controle dan was en sluit sociaal agenda met instellingen straat maakt een gemeenschappelijke contract dat wederzijdse spanningen regelt beleidsmakers, kan kennelijk bereiken. dat een buurt het hoogste wordt Opgemerkt hoger in te wat dat bewonersoverigens de neiging hebben om hun straat of buurt straatladder dan professionele betrokkenen 2005: op deze (Hazeu 309). schatten Een ander kenmerk van Mensen Maken de Stad is dat de resultaten van de activiteiten Dit is een meetlat die de kwaliteit straatladder. worden afgemeten aan de zogenaamde rela- De aard van de sociale aangeeft. de buurt van de sociale relaties in de straat en gekenmerkt zoals door agressie (-2) en elkaar van heel negatief vermijden ties varieert positief: gekenmerkt het geval is, tot door niet in veel probleembuurten (-1), zoals makenvermijden van contact (+1), actief contact (+2), deelnemen aan straatactiviteiten met betrekking tot straatactiviteiten(+3), samenwerking (+4) en het reguleren van straatladder luidt: De hoogste trede van deze (+5), enzovoort. gedrag in de buurt “ vuil op straat gooien of we gaan van als ze er wat zeggen We op minder leukedingen. naar de ouders kinderen die vervelend doen. ( van Mensen MakenMensen een nadrukkelijke vergt ook de Stad krachten professionele van inbreng te brengen. op gang om het proces (welzijnswerkers, enzovoort) buurtagenten, experimenteren, te en stadsetiquette combinatie van Opzoomeren om met deze nog te Hoewel het project in Charlois. Tarwewijk de onderzoeksbuurt onze waaronder uit een eerste blijkt kunnen zeggen, resultaten te van evaluatie over loopt om iets kort Mensen Maken in de betrokken Stad dat het inderdaad lukt om mensen de straten te Het maakt van het 'samen leven' in de straat. bewuster activeren. zich Ze worden van elkaarhen beter bekend en van met anderen in de straat en sterker ten opzichte Het versterktinstellingen en diensten. de deur uit ergens thuis te horen, het gevoel te durven en elkaar (de Meere 2004). aan te spreken op omgangsvormen Mensen Maken stadsbuurten. in problematische op andere initiatieven de Stad is een aanvulling nagelaten, opbouwwerk al te vaak heeft het professionele Enerzijds doet het wat zijn en contact leggen met namelijk actief op straat

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 150 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 151 SOCIALE DIAGNOSE Charlois Rotterdam Gertstraat Wij groeten elkaar. Wij verwelkomen nieuwe bewoners. Wij doen mee aan straatactiviteiten en betrekken daar de hele straat bij. Wij houden samen de straat schoon. straat zijn er geen afsprakenIn deze nodig met instellingen of diensten. Meer dan 60% geeft aan dat het in deze straat niet nodig is om afspraken straat niet nodig in deze aan dat het te maken, Meer dan 60% geeft omdat bewoners contact met elkaar goed hebben en elkaar kunnen aanspreken op storende zaken. in de straat kunnen betekenen een meerwaarde betrekken door het MMS zou van het huurgedeelte bij de activiteiten van het koopgedeelte. Ook geven een paar bewoners aan dat zij wel afspraken willen makenschoonhouden het gezamenlijk over van de straat en met elkaar blijven praten. De straat schommelt tussen +2 en +3. Dit komt doordat het koopgedeelte met tussen +2 en +3. De straat schommelt niet meedoet (wordt ook niet uitgenodigd en het huurgedeelte elkaar opzoomert aan de straat als rapportcijfer, Gemiddeld geven de bewonersnaar eigen zeggen). een 7,5 opmerkbaar. verschillen hierin zijn geen grote Andere de straat kan niet dat op de ladder. stijgen bewonersSommige verwachten en denken dat de straat op +6 kan komen. bewoners hebben hoge verwachtingen is de straat. Realistisch Dit omdat men vindt dat bewoners voor nu al samen zorgen +5. waarschijnlijk straat is het belangrijkste dat de huurdersIn deze en de kopers meer met elkaar in speelt er eigenlijk niets dat Verder opzoomeren. contact komen en gezamenlijk gaan een kwestie of een obstakel genoemd kan worden. Straatagenda Gerststraat: • • • • • Gangmakers x, x, x, x en x (huisnummersGangmakers weggelaten). wonen op nummer, Straatagenda • • • • • Het straatnetwerk Vanwege de al redelijk goede contacten vinden veel bewoners veel vinden goede contacten al redelijk de Mensen als een project Vanwege Maken opgesteld. wordt een straatagenda nodig. Desondanks de Stad dan ook niet Bewoners spreken af elkaarnieuwe bewoners te groeten, met de te verwelkomen, te houden. straatactiviteiten mee te doen aan hele straat schoon en samen de straat (Resp. 17). (Resp. ” Het sterke van Mensen Maken de Stad is dat het Opzoomeren op maat is. het Opzoomeren de Stad is dat Maken Mensen van Het sterke kan Je nu in een straat echt de diepte ingaan, de diepte echt nu in een straat niet zich het Opzoomeren dat is iets waar leent.voor schieten te om raak Dit maakt het makkelijker “ Wij sprakenbetrokken met een opbouwwerker Mensen met de ervaringen over hij ook diverse al noemt Maken Hij is gematigd optimistisch, de Stad in Charlois. Ook de opbouwwerker van de aanpak. beperkingen Maken ziet Mensen als de Stad buurtaanpakken: op bestaande aanvulling een welkome In september 2005 deden 79 Rotterdamse straten mee aan Mensen Maken straten mee aan Mensen In september 2005 de Stad. deden 79 Rotterdamse vastgesteld met een sociaal contract (lees: straatagenda) er inmiddels In 27 straten was afspraken bewoners tussen onderling en duurzame afspraken met en tussen betrokken en deelgemeente). De (corporatie, politie, vuilophaaldienst instellingen en diensten wordt gemaakt met op de sociale diagnose die gemaakte afspraken bouwen voort dat bewoners blijkt elkaar Als bij de start niet kennen en behulp van de straatladder. activiteiten (dus laag op de ladder staan), dan ondernemen geen gemeenschappelijke op 'elkaar groeten', 'samen de straat zijn de afspraken gericht vooral in de straatagenda Staat enzovoort. bestemde plekken 'huisvuil op de daarvoor zetten', schoonhouden', met andere woorden de bewoners kennen elkaarde straat hoger op de ladder, en op samenwerking hebben al gezamenlijke activiteiten, gericht dan is de agenda vooral tussen bewoners dan afspraken en professionals/instellingen. Er worden met instellingen plantsoen netjes en de gemeentelijkegemaakt in de trant van 'wij houden het diensten geven ons in ruil informatie en materialen'. welzijnsprofessionals in samenspraak met De straatagenda wordt opgesteld door er wordt eerst Het proces verloopt als volgt: buurtbewoners. een sociale diagnose langs bij een derde van de hiervoor gaan van de straat opgesteld. Professionals knelpunten bewonersde straat, wat zij als probleem ervaren in en vragen hen wat Aan de in de straat en om afspraken bereid zijn te investeren te maken.zijn, of zij zelf hand van die gesprekken wordt een eerste de straat opgesteld. conceptagenda voor (afhankelijk of galerijgewijs van de portiek- Dan begint een intensieve periode waarin met straatagenda. De agenda wordt na overleg de voor straat) steun wordt gezocht bewoners met een groep bewoners bijgesteld en in samenspraak vastgesteld. de opbouwwerker is Mensen Maken de Stad op straatniveau redelijk succesvol. Volgens bewonersIncidenteel ontstaan er wederzijdse hulprelaties, bijvoorbeeld die boodschap- pen contacten is het de vraag of deze Wel elkaar voor doen, klusjes in huis enzovoort. beklijven. Een andere beperking is, dat het ambitieniveau soms te hoog is. willen vaak de hoogste trede van de en instellingen in de buurt Buurtbewoners hoge ambities Te straatladder bereiken dat niet lukt. en zijn niet tevreden wanneer werken vaak demotiverend:

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 152 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 153 Het ” tussen bewoners meeting kan echter leiden tot andere kan echter Meeting (Resp. 17). (Resp. ” En de Nederlanders die er nog wonen, “ (Resp. 17). (Resp. ” (Resp. 17). (Resp. ” Het probleem van de straatladder is dat het veronderstelt dat straten de hoogste de dat straten veronderstelt is dat het straatladder de van Het probleem In sommige straten zijn het hoofdzakelijk ouderen, zijn het hoofdzakelijk straten In sommige is het meer een culturele in andere Voor de Nederlandse bewoners was het contact met asielzoekers echt een eye-opener. echt het contact met asielzoekers was bewoners de Nederlandse Voor Het gaat in dit geval dus primair om het bevorderen van in dit geval dus primair om het bevorderen Het gaat die voorheen anoniem naast elkaardie voorheen woonden. Deze bewoners hebben hun flat in een korte tijd zien veranderen en de nieuwe tijd zien veranderen hebben hun flat in een korte bewoners Deze hun nog onbekenden. voor waren inwoners erachter- ze toen een openbaring Het was is en schoon vinden dat de portiek het belangrijk inwoners dat ook deze kwamen en op straat in de portiek groet men elkaar “ “ mix. Soms zijn het ook jongeren. drie waar in een straat bijvoorbeeld Ik werk zitten. in de gangmakersgroep jongeren Marokkaanse door hun vader Die zijn er houden in het project. actief te ons om ze en het lukt gestuurd naar toe is echt Dat heel leuk trede moeten halen. moeten trede onrealistisch. werken wij waar straten de meeste is voor Dat De naar +2 of +3 je gaat en en als je op 0 start op -2 of -1 start je veelal is dat praktijk al een spekkoper dan ben je “ Over de mate van interetnisch contact en de intensiteit waarmee bewonersintensiteit waarmee contact en de betrokken van interetnisch Over de mate zijn de zijn bij MMS kan Daarvoor worden. in algemene zin weinig zinnigs gezegd ons uit. Tarwewijk MMS in de straat te groot, legt de projectleider van per verschillen De groep gangmakers - de kerngroep van vrijwilligers in een straat die verantwoor- andere bewoners het mobiliseren van de delijk is voor - is afhankelijk van het type dus per locatie. bepaalde straat woont en verschilt mensen dat in een gezamenlijke afspraken en activiteiten, zoals het schoonhouden van de portiek. gezamenlijke afspraken en activiteiten, het schoonhouden zoals aannemen, dan kunnen het burencontact in de toekomst intensiever vormen Mocht Mensen Makendeze de Stad-activiteiten ook leiden tot multiculturele initiatieven op bewoners waarbij elkaarportiekniveau (nog) beter leren kennen. behoren ook niet tot het slag volk dat het gemaakt heeft in de samenleving. het gemaakt heeft dat behoren ook niet tot het slag volk In een flat waar ruim tweederde van de inwoners tot een etnische minderheid ruim tweederde van de inwoners tot een etnische In een flat waar verschillende mensen afkomstig uit 12 bestaat de groep gangmakers uit 14 behoort, legt de opbouwwerker uit 64 woningen en is, zo bestaat uit, in landen. De portiekflat met asielzoekers.twee jaar volgestroomd ambitieniveau van MMS in deze portiekflat is beperkt en richt zich op het stimuleren zich is beperkt en richt ambitieniveau portiekflat van MMS in deze en het het wegnemen van vooroordelen van het groeten van buurtbewoners, door bewoners, van de portieken onderwerpen en actiepunten die schoonhouden van het project door de groep gangmakers Bij de start als belangrijk worden ervaren. benaderd. zijn alle 64 huishoudens door het welzijnswerk Onze 24 n met diverse instanties é tussen bewoners die eerst anoniem naast elkaar . must meeting is wel een eerste voorwaarde om tot zulkeis wel een eerste afspraken voorwaarde te komen. Deze beschouwing is geen evaluatie van het project Mensen Maken is geen evaluatie van de Stad. beschouwing Deze Het Verwey-Jonker Instituut werkt momenteel aan een evaluatie van Mensen Maken de Stad. Verwey-Jonker Het meeting Het ontbrak ons aan mogelijkheden en tijd om de voortgang en effecten van activiteiten van en effecten tijd om de voortgang Het ontbrak ons aan mogelijkheden en te brengen. in kaart in het kader van Mensen Maken de Stad systematisch die voor de straat of buurt van belang zijn (vuilophaal, plantsoenendiensten, politie, of buurt de straat die voor straten, Dergelijke projecten lopen inmiddels in een kleine 80 Rotterdamse enzovoort). en elders het in Tarwewijk diversewaaronder onderzoeksbuurten straten in onze stadsdeel Charlois. De centrale vraag in dit hoofdstuk was of (interetnische) sociale contacten in de buurt sociale (interetnische) of dit hoofdstuk was De centrale vraag in afspraken kunnen leiden dat mensen van zaken makenertoe de gang de buurt. in over project Mensen Maken expliciet de bedoeling van het Rotterdamse Dit is in ieder geval ook verder dan Opzoomeractiviteiten op, maar gaat bouwt voort de Stad. Dit project het - dat wil zeggen 3). Door Opzoomeren (zie hoofdstuk stadsbuurten in Rotterdamse van geheel van straatactiviteiten, maar ook gezamenlijk schoonhouden straatfeesten, stadsbuurten er opnieuw sociale contacten in geanonimiseerde de straat - zouden met elkaarontstaan. Mensen doen wat en leren elkaar daardoor kennen. In meer verder te reiken en echter Rotterdam de gemeente situaties probeert problematische Dit gebeurt bewoners de buurt. in actie te komen voor te mobiliseren om gezamenlijk men wil: een 'sociaal 'straatagenda' - of zo door het gezamenlijk opstellen van een bewonerscontract' - waarin afspraken maken met elkaar 4.3 Conclusie Ten slotte meent de opbouwwerker meent Maken Mensen dat slotte de Stad zeker in problematische Ten van de inzet zonder in Charlois niet Millinxbuurt of de Tarwewijk de zoals buurten kan.welzijnprofessionals te weinig middenkader veel straten is er In om een project Makenals Mensen komt dat het te houden. Daarbij draaiende zelfstandig de Stad middenkader van de bewoners in minder goed blank is en daardoor overwegend bewoners professionals is van te binden. Inzet aan het project allochtone staat is om dit alles een door en blijft woonden, leidt niet automatisch tot verdergaande afspraken over de buurt. Maar afspraken de buurt. tot verdergaande over woonden, leidt niet automatisch conclusies over Mensen Makenconclusies over Stad zijn niet meer dan eerste de indrukken dit over drie conclusies willen trekken.Wij zouden de eerste In plaats laat de praktijk project. van Mensen Maken de Stad zien dat laagdrempelige ontmoetingsactiviteiten zoals projecten in de sfeer zijn om met verdergaande een eersteOpzoomeren voorwaarde Zolang mensen hun straat- starten. te en afspraken de buurt over van stadsetiquette genoten niet kennen nooit gezamenlijk in actie en niet groeten op straat, zullen ze dat in Mensen Maken veel nadruk wordt de Stad zo Vandaar de buurt. komen voor ('mensen groeten in de straat of buurt gelegd op elementaire omgangsvormen elkaar' en 'doen mee aan gezamenlijke straatactiviteiten'). contacten in de Sociale overstijgende contacten, zijn een noodza- scheidslijnen de etnische waaronder buurt, te om tot nadere afspraken de buurt kelijke, over voorwaarde maar geen voldoende komen. Anders gezegd: 24

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 154 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 155 . must zeggen dat er zeggen niet Dit blijkt bij Mensen Maken de Stad op minstens twee verschillende manieren. Dit blijkt bij Mensen Maken de Stad op minstens twee verschillende Een derde en laatste conclusie is dat zeker in problematische situaties niet te situaties niet conclusie is dat zekerEen derde en laatste in problematische In veel gevallen wordt het initiatief om tot zulke om tot initiatief wordt het gevallen In veel straatafsprakenkomen in te Al bij de eerste te door bewoners pogingen om tot een gedragen straatetiquette is de 'straatstress', situaties niet lukt. Soms komen, bleek dat dit in al te problematische op straat, dusdanig dat bewonersde verloedering en onveiligheid niet bereid zijn om mee te werken. Bewoners dat de gemeente eerst vinden orde op zaken moet stellen afspraken onderling zelf willen maken. ze voordat Maar ook als bewoners dit niet altijd. In problematische wel bereid zijn mee te doen, lukt in Charlois kan Maken Mensen of de Millinxbuurt de Stad Tarwewijk de zoals buurten van welzijnprofessionals. In veel straten is er te weinig midden- de inzet niet zonder kader om een project als Mensen Maken draaiende te houden. de Stad zelfstandig te overstijgen scheidslijnen in staat etnische Daarbij zijn professionals soms beter door dit alles een van professionals is en blijft Inzet dan de gewone burger. veel van de zelfwerkzaamheid ('actief burgerschap') van bewoners verwacht mag bewoners van verwacht ('actief burgerschap') veel van de zelfwerkzaamheid worden. binnen het project Mensen Maken de Stad geen sprake is van interetnische contacten. Makenbinnen het project Mensen Stad geen sprake de is van interetnische door de geciteerde opbouwwerker uit Charlois. verteld zoals Er zijn ook succesverhalen, projecten te bewoners bij dit soort om ook allochtone lukt het wel degelijk Soms culturen). gangmakers verschillende uit twaalf betrekken in de flat met veertien (zoals bewoners het eerst juist door het project voor hun autochtone zagen ook dat actieve We leren kennen, soms als eye-opener wordt ervaren. hetgeen buurtgenoten allochtone eerste (welzijnswerkers, door professionals instantie vertegenwoordigers buurtagenten, al zoeken professionals echter genomen. Deze enzovoort) van woningcorporaties, zetten initiatief willen onder het bewonerssnel naar straat die hun schouders in de (de 'gangmakers'). het bij deze conclusie - dat tweede is - dat is onze Opgemerkt gangmakers kader' 'wit gevestigde meer om zogenaamd in veel gevallen gaat: constateerden we wonen. Hetzelfde zijn blijven bewoners die in de buurt autochtone wil echter Dit Opzoomeren. het Rotterdamse ook bij hiervoor is (Blokland 2003). Toch zien we in Toch is (Blokland 2003). ) De gesprekken worden ook om de beurt bij ook om de beurt worden ) De gesprekken … wishful thinking aan een lesgever. De laatste groep bestaat uit zowel De aan een lesgever. matchen contacten wederzijdse steunrelaties ontstaan waar juist allochtone groepen juist allochtone steunrelaties ontstaan waar contacten wederzijdse Het gaat natuurlijk niet alleen om het Nederlands spreken, niet alleen om het Nederlands natuurlijk Het gaat de van kennen het leren de beleidspraktijk diverse initiatieven die expliciet gericht zijn op het bevorderen van zijn op het bevorderen de beleidspraktijk diverse initiatieven die expliciet gericht wederzijdse steunrelaties tussen kansrijken en kansarmen. van deze Een aantal op projecten rond de wordt Ingegaan beleidsinitiatieven worden hier beschreven. 6.3). (par. en onderwijs, bedrijven en de buurt 6.2) thema's taal (par. autochtone als allochtone Nederlanders beheersen die de Nederlandse taal goed en als allochtone autochtone met reguliere taalcursussen belangrijk verschil op vrijwillige basis taalles geven. Een is het vrijwillige karakter of lesgever en het feit dat de taalles plaatsvindt bij de lesnemer aan huis. Hoewel het beter beheersen doel is, van de Nederlandse taal het primaire om het leren kennen het daarnaast ook gaat cultuur. van een andere Nieuwsgierigheid naar de ander en het helpen van een medemens zijn belangrijke lesgeversmotieven voor om vrijwilliger te worden. andere cultuur is ook een belangrijk onderdeel. is ook een belangrijk cultuur andere zijn allemaal vrijwilligers Onze meer te om via het project nieuwsgierig. is het ook interessant de anderstalige Voor manieren. de Nederlandse over leren ( “ 5.2 Taalprojecten namelijk het landelijke taalprojecten, bespreken project hier twee verschillende We ABC taalproject Amsterdamse door 't Gilde en het georganiseerd Gilde Samenspraak Contact). De twee taalprojecten hebben Amsterdamse Buurvrouwen staat voor (wat Nederlanders Nederlandse die de met elkaar lesnemers gemeen dat ze - allochtone taal willen leren - 5.1 Inleiding en sociaal is dat ontmoetingen op de bindingsladder en hoogste trede De laatste dat mensen elkaar uiteindelijk toe leiden contact er en ondersteunen. wederzijds helpen bij veel beleidsmakers degenen die betrokken (bijvoorbeeld De impliciete gedachte zijn bij stedelijke baat hebben herstructurering) is dat leden van achterstandsgroepen c.q. kansenbij en betere sociale door informeel contact met autochtonen krijgen contacten te bevorderen, werkenden. om interetnische de wens van de overheid Ook dat door interet- gedachte deels ingegeven door de achterliggende wordt op zijn minst nische diverse kunnen doen. Men kan mee kanttekeningenhun voordeel echter plaatsen bij met contacten contacten in eigen kring weinig en 'overbruggende' dat de gedachte steunrelaties tussen opleveren. Zo blijkt enerzijds dat wederzijdse anderen veel steun tussen arme, alleenstaande moeders)'lotgenoten' (bijvoorbeeld kunnen heel belangrijk stedelijke over herstructurering blijkt uit onderzoek Anderzijds zijn (Ypeij en Snel 2002). de gewenste groepsoverstijgende con- vanzelf dat het idee dat in gemengde buurten tacten ontstaan in veel gevallen Wederzijdse hulp Wederzijdse

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 156 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 157 - ” ï geslaagd is. Daarna geslaagd blijkt dat de deelnemers 25 match n jaar waarin ze elkaar ze wekelijks n jaar waarin (Resp. 5). (Resp. éé ” valueerd of de valueerd of ë n ontmoetingscentrum, als er uit de ont- dus é ook rekening gehouden met gemeenschappelijke interesses, hobby's interesses, ook rekening gemeenschappelijke gehouden met (Resp. 5). (Resp. matchen ” Twee studenten van de Radboud Universiteit studenten van de Radboud met de eenheid Externe Relaties, hebben in samenwerking Nijmegen Twee Onderzoek & Maatschappij in het kader van hun afstudeerproject ieder een onderzoek uitgevoerd. In het ene onderzoek in het kader uitgevoerd. onderzoek van hun afstudeerproject ieder een & Maatschappij Onderzoek of en in is bij 409 anderstaligen een lijst vragen afgenomen om te achterhalen die deelnemen aan Gilde Samenspraak welke aan taalbeheersing mate deelname bijdraagt en aan structurele, culturele en sociale integratie. In het tweede onder- is bij 39 deelnemers de aard van het integratieproces nader wordt onderzoek een interview afgenomen waarbij gevraagd wordt naar de motivatie en waarbij van de deelnemers deelname aan Gilde en de manier waarop zocht bijdraagt aan sociale integratie. Samenspraak Het ABC is niet voor niks een taal niks een taal niet voor ABC is Het Onze ervaring is dat de deelnemers vaak goed zijn opgeleid. goed is dat de deelnemers vaak ervaring Onze Zo had ik pas een dokter positief zijn over het project. Ze waarderen met name de persoonlijke het project. Ze waarderen positief zijn over aanpak en de Hun taalvaardigheid neemt in de loop met de lesgever. relatie van gelijkwaardigheid en hebben stijgt hun zelfvertrouwen deelnemen ook toe. Bovendien van de tijd dat ze Nederlandse samenleving. Het onderzoek beter te functioneren in de het gevoel ze Het is van groot belang dat het klikt tussen de lesgever en lesnemer. Daarom wordt en lesnemer. klikt tussen de lesgever groot belang dat het Het is van bij het gaan de leskoppels een verbintenis aan van maximaal de leskoppels een verbintenis aan van gaan treffen. In sommige gevallen ontstaat er een vriendschapsband, wat ertoe kan leiden ertoe wat ontstaat er een vriendschapsband, In sommige gevallen treffen. ontmoeten dat men elkaardan een jaar blijft buiten de projecten om en langer ook en ondersteunen. positieve ontwikkeling Dit wordt in beide projecten als een gezien. Het project Gilde Samenspraak is in 2004 onderzocht door de Radboud Universiteit door de Radboud is in 2004Het project Gilde Samenspraak onderzocht spreken' leven, samen 'Samen Nijmegen. Uit het onderzoek uit Afrika die de Nederlandse taal beter wilde leren. taal beter die de Nederlandse Afrika uit koppelen te Die heb ik weten huisarts.aan een Nederlandse namelijk ook altijd naar overeenkomstige zoeken We en de anderstalige de vrijwilliger tussen interesses “ Er zijn echter ook verschillen tussen beide projecten. Zo richt ABC zich vooral op ge vooral ABC zich beide projecten. Zo richt tussen ook verschillen Er zijn echter (Resp. 21). (Resp. “ moeting iets positiefs groeit,moeting iets positiefs worden, vrienden mensen bijvoorbeeld dan is dat een mensen uit in kunnen dus blijkbaar alle verwachtingen heel mooi resultaat. Tegen met elkaar. vaak worden gelukkig zien dit Wij vrienden cultuur andere een volstrekt analfabeet zijn. Een regulier taaltraject is soleerde en kwetsbare vrouwen die veelal daarentegen zich richt Gilde Samenspraak vrouwen nog een brug te ver. deze voor om alloch- regulier taaltrajecten. Het gaat juist op de doelgroep die 'te goed' is voor om beheersen.tonen die de Nederlandse taal al redelijk daarom niet zozeer gaat Het in het gebruik van alledaags Nederlands. taalles, maar om communicatie, het oefenen het om vrouwen van Amsterdam gaat ABC op de lesgevers.Dit is ook van invloed Bij zijn de lesgevers bij Samenspraak leden van 't Gilde die merendeels allerlei leeftijden; jaar of ouder zijn. vijftig de vrijwilliger thuis en bij de anderstalige thuis gehouden. thuis de anderstalige thuis en bij de vrijwilliger kanten twee van Het moet komen en sekse. Na een paar wekenen sekse. wordt ge 25 26 le) ë (Resp. 5). (Resp. ” n jaar aan waarin ze elkaar ze n jaar aan waarin éé rdinator hem/haar aan een vrijwilliger, zodat ze snel een afspraak kunnen maken. ze zodat rdinator hem/haar aan een vrijwilliger, ö Het onderzoek maakt bovendien duidelijk dat deelname aan het taalproject duidelijk dat deelname aan maakt bovendien Het onderzoek In Dordrecht wordt tweemaal per maand een spreekuur gehouden: iedere tweede dinsdag van de maand in Het Stadswiel In Dordrecht en iedere vierde dinsdag van de maand in het Da Vinci College (Taalschool) op de Noordendijk. Na een intakegesprek College (Taalschool) Vinci en iedere vierde dinsdag van de maand in het Da met de anderstalige koppelt de co Er zijn lokale introductie vrijwilligers bijeenkomsten waar verzorgt ervaringen kunnen uitwisselen, en Gilde Nederland cursussen Gilde interculturele communicatie, ongestuurde taalverwerving en inburgering centraal staan. waar betrekt veel (lokale) bij het project. Belangrijk is niet alleen de (financi Samenspraak instanties en organisaties steun van de gemeente, maar ook draagvlak bij onder meer onderwijsinstanties, zelforganisaties, lokale afdelingen steun van de gemeente, maar ook draagvlak bij onder meer onderwijsinstanties, zelforganisaties, Ouderenwerk. Humanitas en Stichting Vluchtelingenwerk, van Het contact tussen de vrijwilliger en de anderstalige is zeker niet oppervlakkig! In is zeker en de anderstalige de vrijwilliger Het contact tussen het begin natuurlijk wel,het begin natuurlijk van een relatie gaan maar ze oudkomers zowel als nieuwkomers, actief, zijn 52 anderstaligen het project Samenspraak wat Dordrecht Er nemen in Turkije). uit afkomstig uit 20 landen (maar merendeels laagopgeleiden zowel en het betreft meer vrouwen dan mannen deel aan Samenspraak zijn de ervaringen met het project als middelbaar opgeleiden. Ook in Dordrecht van de anderstalige zowel deelnemers als van de vrijwillige erg positief, Samenspraak deelnemers door het project leggevers. veel allochtone De Dordtse ervaring is dat zijn begonnen. Dit Dordtse project is dan aan werk zijn geholpen of met een studie kan contact gunstige neveneffecten van hoe interetnisch ook een fraai voorbeeld verkeren. degenen die in een achterstandssituatie hebben, juist voor Amsterdam is het afgelopen jaar ver- in ABC-project Het aantal deelnemers aan het wordt er in dit project behalve met leskoppels. Sinds kort dubbeld van 50 naar 100 vrijwilligers ook met professionals gewerkt. Dit is belangrijk, omdat de ervaring leert “ concludeert verder dat de structurele integratie (gemeten naar werk, inkomen en inkomen werk, naar (gemeten integratie de structurele dat verder concludeert van culturele Op het gebied is toegenomen. niet noemenswaardig huisvestingspositie) anderstaligen van name ten 'moderner', met ietwat worden de opvattingen integratie integratie het aantal gebied van sociale neemt op het Verder emancipatie. aanzien van Een nadere analyse toe. contacten van de anderstaligeninformele autochtonen met van de taalbeheersing. plaatsvindt via de toename is dat dit een indirect effect laat zien dat grotere taalbeheersing leidt tot een Deelname aan Samenspraak te en het vermogen contacten tot meer sociale Nederlands, en dat leidt vervolgens communiceren in het (red) 2004).(Prins dan weer competentie leidt, wat tot een grotere communicatieve Gilde Samenspraak is sterker Dit effect in de samenleving bevordert. en participatie de sociale integratie langer een gilde het bezig zijn. Hoe al langer met Samenspraak bij de groepen die project. Bij projecten van het des te groter de effectiviteit aanbiedt, project Samenspraak jaar lopen, integreren de anderstaligedie al langer dan vijf deelnemers meer en raken beter sociaal ingebed. In Nederland zijn 38 gilden actief bezig met het project Gilde Samenspraak, waarbij in waarbij met het project Gilde Samenspraak, In Nederland zijn 38 gilden actief bezig totaal meer dan 1000 vrijwilligers en 1400 anderstaligen betrokken zijn. In Dordrecht vaak wekelijks zien. wekelijks vaak klikt, het echt dat wanneer ziet Je ontstaan. relaties er warme naar de ander ook helpen en is nieuwsgierig Men wil elkaar 26

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 158 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 159 ” ” (Resp. 21). (Resp. ” s geen keten! s geen í soleerde positie ï (Resp. 21). (Resp. ' ” n pakt het heel gemakkelijk op, heel gemakkelijk n pakt het hebben maar anderen éé Hoe is het om bij iemand thuis te komen en wat zijn je eerste en wat ervaringen? Hoe is het om bij iemand thuis te komen “ -prijs won. Sindsdien wordt ABC door andere partijen serieuzer genomen. serieuzer andere partijen ABC door -prijs won. Sindsdien wordt Bij ABC worden de lesgevers verplicht een introductiecursus bijeen- van vijf ABC worden de lesgevers verplicht Bij é Volgend jaar zullen we de 100 leskoppels ruim overschrijden. Wat ik verder hoop is overschrijden. ik verder ruim Wat leskoppels de 100 jaar zullen we Volgend De intentie was wel om vrouwen aan elkaar te binden die bij elkaar in de straat of in de straat binden die bij elkaar te aan elkaar om vrouwen wel was De intentie Het verschilt per individu, per Het verschilt de komsten te volgen. Na deze cursus Na deze worden deelnemerskomsten te volgen. en lesgevers aan elkaar mee, de wijkcontactvrouw. ABC er iemand van het gekoppeld. Bij het eerste gaat bezoek Na een paar weken lesgevers is er een terugkomdag waarop hun ervaringen met elkaar delen. Daarvoor, zo legt een woordvoerder uit, werd er op neergekeken legt een woordvoerder zo omdat het een vrij- Daarvoor, van professionele organisaties ABC kon op weinig waardering willigersorganisatie is. ABC veel voor heeft en gemeenteambtenaren rekenen. Ook de commissie PaVEM dat het project in 2005 geleid ertoe het voor heeft betekend; de inbreng van PaVEM eerst gemeentelijke subsidie toegekend kreeg. zijn vragen die aan bod komen. Verder is er twee keer per jaar een themabijeenkomst, Verder zijn vragen die aan bod komen. besproken. uiteenlopende onderwerpen worden er themabijeen- waarbij Zo waren Islam en de positie van vrouwen in Christendom en beeldvorming, komsten over tot ABC in de toekomst niet beperkt blijft is dat interculturele communicatie. Het idee onder te vrouwen probeert alleen taalles, maar dat men de deelnemende allochtone brengen op stages of werkplekken: Het ABC-project verkreeg veel naamsbekendheid doordat het in 2003Het de Marga Klomp (Resp. 21). (Resp. “ met sociale partners. in samenwerking kunnen komen leertrajecten tot dat we Nu cursus hoppen, de ene naar de andere deelnemers van onze moeten dat is niet goed. stapje zijn in de taalketen, het eerste Wij willen graag maar er “ wonen,buurt problemen. al op praktische de start vanaf maar dat stuitte Zo hadden meer lesnemers dan lesgevers veel bijvoorbeeld in Bos en Lommer we er meer hulp bij nodig.er meer hulp soms liggen vrouwen de van leefwerelden De verschillende gemakkelijke geen vertrouwensrelatie een van dat het opbouwen uit elkaar ver zo is.opgave bij beide partijen. adem een lange tijd en vergt veel Het kost Ik ben daarom beroepskrachten blij met de nieuwe ook erg “ dat vrijwilligersondersteuning zijn bij gebaat vergt Lesgeven een professional. door in huis heeft. die niet iedere vrijwilliger en deskundigheid, expertise wat behoorlijk bevinden en weinig of geen Nederlands spreken.bevinden en weinig De naam van het project (Amsterdamse De betekentBuurvrouwen Contact) gaat. niet dat het om burencontact overigens Amsterdam die met elkaar die ver- een relatie aangaan deelnemersvrouwen uit zijn van buurvrouwen. gelijkbaar is met die Het ABC is specifiek voor buitenlandse vrouwen die zich in een ge vrouwen die zich buitenlandse voor ABC is specifiek Het aarbij nten tekort schoot, nten tekort ë nt eens een ontspannende activiteitnt eens een ontspannende kan ondernemen. ë Meer algemeen is de gedachte achter veel buddy- of mentorprojecten dat veel buddy- achter Meer algemeen is de gedachte Ze zijn adolescenten die de puberteit achter de rug hebben en als zodanig als hebben en als zodanig de rug achter die de puberteit Ze zijn adolescenten kansarmen ervan kunnen profiteren wanneer ze gekoppeld worden aan kansrijken. gekoppeld worden kansarmen ze wanneer ervan kunnen profiteren Dit kan op allerlei manieren: de kansrijken de kansarmen wijzen de weg op de arbeidsmarkt en bieden concrete ondersteuning (door hulp of informatie), maar dienen Het Staten. Verenigde afkomstig uit de laatste notie is ook als rolmodel. Ook deze eigenlijk niemand dat bewonersidee was van de grootstedelijke achterstandsgetto's kennenis om niet te werken. het bijna 'normaal' die gewoon werkt, waardoor ook niet actief naar werk zoeken je niet-werken normaal vindt, zul je echter Wanneer iemand die je kent Een rolmodel is met andere woorden en die het (Wilson 1996). mensen of mentorprojecten is dat ze buddy- Het idee achter geeft. goede voorbeeld in een kansarme helpen om rond te komen, maar ook om maat- positie niet alleen te komen en de sociale positie te verbeteren. vooruit schappelijk deelgemeente Charlois is hiervan MakkerprojectHet zogenaamde in de Rotterdamse In dit project worden 'makkers'een voorbeeld. om de sociale competenties ingezet van de kinderen te vergroten. De makkers zijn tweede-, derde- of vierdejaarsstudenten middelbaar of opleidingen in het Rotterdamse aan sociale of sociaal-pedagogische onder de verlengde schooldagactiviteiten, hoger beroepsonderwijs. Dit project valt ongeveer 9 (leeftijd klassen van de basisschool op kinderen uit de hoogste zich richt Akker (95% De basisschool christelijke jaar) en is ontstaan op de 'zwarte' t/m 12 om gekozen Binnen het project is er bewust voor in de Millinxbuurt. allochtoon) te koppelen aan nog relatief jonge begeleiders: basisschoolleerlingen sprongen vrienden en anderen in voor ondersteuning, psychosociale hulp of gewoon ondersteuning, en anderen in voor sprongen vrienden psychosociale een aids-pati als iemand met wie je in moeilijkeEen buddy is een maatje, iemand op wie tijden kunt terugvallen. ze als voorbeeld en als vraagbaak kunnen dienen. en als vraagbaak als voorbeeld ze 6, uit groep Kinderen 7 en 8 hebben ervaringsdeskundige dicht bij de kinderen kunnen staan en een band opbouwen bij de kinderen dicht ervaringsdeskundige w “ 5.3 Onderwijs, Buddyprojecten ontstonden en mentorprojecten. buddy- talloze Nederland telt inmiddels en de buurt bedrijven de aids-crisis Amerikaanse toen midden jaren tachtig homobeweging als eerste in de aan aids-pati de reguliere gezondheidszorg uitbrak. Daar waar ABC heeft inmiddels leskoppels in alle Amsterdamse stadsdelen. Het project begon project Het stadsdelen. Amsterdamse in alle leskoppels inmiddels heeft ABC in 2000 kerk, diaconie van de Hervormde van de toenmalige als initiatief maar sinds van is een fraai voorbeeld 2004 De stichting is het een onafhankelijke stichting. financieel ondersteund wordt door de publiek-private De stichting samenwerking. diverseAmsterdam, door kerkelijke gemeente Katholieke (de Stichting instellingen van en de diaconie Amsterdam Amsterdam, Dekenaat Diaconie Noden, Protestantse maar ook door het Oranjefonds Amsterdam), in gemeente de Evangelisch-Lutherse VSB-bank. en de

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 160 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 161 rdi- ö rdinatoren van ö te onder kinderen, co te onder kinderen, ê rend van de brandweer tot de lokale bakker); ë valueerd via een enqu valueerd via ë (Resp. 18). (Resp. ” in achterstandswijken; in achterstandswijken; TV; verspreiden dat via website, krant, radio of en gemotiveerd door mentoren uit het bedrijfsleven met als doel het voorkomen van schooluitval; bedrijf of instelling in de wijk (vari - sportpleinen Krajicek Playgrounds: realisatie en beheer van multifunctionele Richard - jaar verzamelen nieuws uit hun wijk en Jongerenpersbureau: kinderen van 12-16 - worden begeleid uit achterstandswijken Mentorenproject: middelbare scholieren - dag meewerken een halve in een basisschoolkinderen waarbij Een 'snuffelstage' Een project van een heel andere orde is Campus Nieuw West. Campus is actief in West. is Campus Nieuw Een project van een heel andere orde - Slotervaart Bos en Lommer, (de stadsdelen Osdorp, Amsterdam Nieuw-West heel is een initiatief en ligt - en Geuzenveld) Veld Overtoomse de onderzoeksbuurt waar Het project ontstond in 2003 bedrijfsleven. van het particuliere na een initiatief van de diverseAmsterdam en bedrijven van Koophandel Amsterdam, de Kamer gemeente en organisaties de Campus samen met bijna 180 instellingen uit de wijk. Inmiddels werkt rond 75 bedrijven). Het project beoogt een brug te slaan tussen jongeren (waaronder uit de wijk laten kennismaken jaar en het bedrijfsleven. Het wil jongeren van 8 tot 16 welkemet bedrijven en instellingen, laten zien de nood- beroepen er bestaan en wat zakelijke beroep uit te kunnen oefenen. Om dit te bereiken worden stappen zijn om zo'n activiteitende volgende georganiseerd: natoren en de makkers zelf. De kinderen bleken De kinderen de makkersnatoren en Makkerproject het te waarderen: zeer zelf. graag een makker ze aan dat het merendeel wilden hebben en kinderen gaven de meeste nu aan het Makkerprojectvan de kinderen, die jaar geven aan volgend deelnemen, binnen dit project echt doen. De ervaring is dat de kinderen weer mee te willen hebben aan een makker: fijn dat iemand naar hem of haar vinden het ze behoefte co De kunnen vertrouwen. ze waarop iemand hebben dat ze en luistert het begin van het dat kinderen aan Zij vertellen optimistisch. het project zijn minder bij een activiteit niet gedragen kinderen zich Wanneer Makkerproject druk waren. erg en er geen makker voor kind op te vangen, is dit erg vervelend is om het aanwezig bij de start aan dat de communicatie gaven ten slotte, makkers De zelf, de leerkracht. en de makkers soms goed is verlopen. Zo zijn de leerkrachten van het project niet sommige makkersniet goed aan elkaar waardoor voorgesteld, gedemotiveerd raakten. De makkers verwacht er precies van hen werd het ook soms onduidelijk wat vonden erg te spreken ze en met kinderen waren de omgang binnen het project, maar over Activiteiten die in 2004-2005 in het algemeen positief. beoordelen het project ze aan zijn onder meer koken,bod kwamen Millinxminisoap, boksles, fotografie, streetdance, judo, sieraden maken en breakdance. daar behoefte aan:behoefte daar peer- en de worden begint dunner te band met de ouders de belangrijker steeds wordt groep Het Makkerproject 2004-2005 is ge telt n op de vier Amsterdamse jongeren woont in dit deel van Amsterdamse n op de vier éé Het streven om jongeren uit Amsterdam Nieuw-West vertrouwd te maken met vertrouwd Nieuw-West Amsterdam Het streven om jongeren uit Enkele van het project: nadat een groep leerlingen snuffel- spin-off-activiteiten doen aan een talentenshow waarna ze kunnen doorstromen ze opleiding of naar een waarna een talentenshow doen aan cursus in het bedrijfsleven. het bedrijfleven kan op het vlak van tevens gezien worden als een voorbeeldproject en het mentoraat ontstaan immers posi- binding. Door de snuffelstages interetnische leerlingen van basis- en vmbo-scholen allochtone tieve contacten tussen de overwegend 'blanke' contacten beperkenuit de wijk en het overwegend bedrijfsleven. Deze zich en hulp tussen de leerlingen ook kennisoverdracht niet tot ontmoeting, maar omvatten en medewerkers instellingen in de wijk. Uit evaluatieformulieren na van bedrijven en sommigen bleken te zijn, al vonden veel kinderen er erg positief over de snuffelstages ook de deelnemende bedrijven leerlingen waren het programma 'niet leuk'. Behalve de Zo meldden sommige medewerkers van samenwerking. vorm deze erg enthousiast over van deelnemende bedrijven dat de aanvankelijke ten aanzien angst en vooroordelen vmbo-leerlingen na de activiteiten zijn verdwenen, dat men het erg van allochtone dat er leuk vindt om de enthousiasme en leergierigheid van de leerlingen te zien en minder naar de etniciteit van leerlingen worden gekeken, maar naar de individuele leerling zelf. op eigen initiatief een project stages bij de stadsreiniging hadden gelopen, zijn ze zo te houden. KPN was schoon samen de stoepen rond hun school om gestart project eenzelfde dat ze Academy' enthousiast na hun ervaring in het project 'ICT Kidzz relatief veel jongeren ( relatief veel jongeren veel onderwijsinstellingen, naast telt bovendien de stad). Het stadsdeel Slootervaart Het project Campus legt direct contact tussen ook diverse vmbo-scholen. basisscholen kinderen en jongeren en het bedrijfsleven. Zo fungeren inmiddels 75 werknemersdeze wekelijks ruim 300 sporten ABN-AMRO als mentor op diverse vmbo-scholen, van en 'snuffelden' Veld-Noord jongeren op het in 2004 in Overtoomse geopende sportplein een halve dag bij circa 50 bedrijven in de wijk. In in 2004 850 basisschoolleerlingen aan de diverse en 9 vmbo-scholen 26 basisscholen 2006 verwachting zullen naar activiteiten 4000 meedoen en hoopt men te bereiken jongeren - All Stars: programmamakers te jongeren om mee de straat op en werven gaan en maar faciliteert projecten, van al deze initiatiefnemer is niet zelf De Campus tussen de wijken,verbindingen tot stand en brengt haar tussen partijen bemiddelt Amsterdam' dat bewoners Een van de initiatieven in 2005 en bedrijven. is 'CNW Sports van een door de oprichting op straat wil stimuleren sportparticipatie georganiseerde '' vinden, zelf ze die (sporten door de jongeren zelf sportclub nieuwe, bijzondere van herkomst van de passen of worden beoefend in de landen die in hun subcultuur jongeren). brugfunctie tussen jongeren in de de vanwege interessant is vooral West Campus Nieuw Slootervaart, en ook het stadsdeel Nieuw-West, Amsterdam wijk en het bedrijfsleven.

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 162 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 163 n alloch- é tes in de eigen taal ê We vonden in onze vier onderzoeksbuurten diverse expliciet initiatieven die vier onderzoeksbuurten in onze vonden We contacten wederzijdse steunrelaties ontstaan waar juist allochtone groepen juist allochtone waar contacten wederzijdse steunrelaties ontstaan De hier beschreven initiatieven en projecten zijn overigens niet de wederzijdse initiatieven en projecten zijn overigens De hier beschreven veel informatie op. veel informatie op. vrouwen - zoals tonen die het Nederlands goed beheersen) lesgeven aan allochtone al constateerden, functioneren zulkewe ook hiervoor initiatieven in de praktijk vooral minstens een jaar lang samen optrekken,bij vrouwen. Het idee is dat 'leskoppels' maar ook om elkaar gaat, het niet alleen om taalonderwijs ontmoeten. Een waarbij Ook in het onderwijs vriendschapsbanden. enkele zelfs keer wijze ontstaan op deze ondersteuningsrelaties, het Rotterdamse zoals zien we in toenemende mate dit soort worden gekoppeld basisschoolleerlingen Makkerproject (veelal allochtone) waarbij Amsterdam-West hoger beroepsonderwijs. In aan leerlingen van het middelbaar en het nog een project van een heel andere orde, een initiatief van we ten slotte vonden te slaan tussen jongeren uit de wijk plaatselijke probeert bedrijfsleven dat een brug mogen een halve dag in een en het bedrijfsleven (Campus). Basisschoolleerlingen men- worden begeleid door middelbare scholieren bedrijf rondkijken ('snuffelstage'), toren afkomstig uit bedrijven uit de wijk, enzovoort. meer sociale bijvoorbeeld ze wanneer steunrelaties die beleidsmakers verwachten het initiatieven en projecten gaat nastreven. Bij alle beschreven menging in de buurt niet om wederzijdse hulp en ondersteuning van bewoners onderling, maar om een- kinderen, jongeren en vrouwen. De zijdige hulp van vrijwilligers aan allochtone De laatste en hoogste trede op de bindingsladder is dat ontmoetingen en sociaal trede op de bindingsladder is dat ontmoetingen De laatste en hoogste toe leiden dat mensen elkaarcontact er uiteindelijk helpen en ondersteunen. wederzijds bij veel beleidsmakers degenen die betrokken (bijvoorbeeld De impliciete gedachte zijn bij stedelijke baat hebben herstructurering) is dat leden van achterstandsgroepen c.q. bij en betere sociale kansen krijgen door informeel contact met autochtonen te bevorderen contacten werkenden. om interetnische Ook de wens van de overheid dat door interet- gedachte de achterliggende wordt op zijn minst deels ingegeven door nische mee kunnen doen. hun voordeel van wederzijdse steunrelaties tussen kansrijken zijn op het bevorderen en gericht of mentorprojecten. kansarmen. initiatieven staan ook wel bekend Deze als buddy- vrijwilligers hiervan zijn taalprojecten waarbij (autochtonen Een voorbeeld 5.4 Conclusie in Almere zijn gestart. In dit project biedt KPN vier gemotiveerde KPN vier biedt In dit project per leerlingen gestart. Almere zijn in maken huiswerk kunnen en leren na schooltijd kinderen een plek waar basisschool computers. met omgaan computers plek staat een aantal Op de met internet en de in die, Vmbo-leerlingen medewerkers begeleid door kinderen worden van het bedrijf. bij uitvoerden taal klanttevredenheidsonderzoeken project, in de eigen een ander hebben initiatief het NIPO dat zij op eigen enthousiast zo KPN, waren klanten van bij andere ook met het NIPO, onderzoeken nu, in samenwerking benaderd en deze enqu KPN leverden de telefonische Voor bedrijven uitvoeren. steungevers zijn niet alleen autochtonen, maar ook meer 'gevestigde' allochtonen. 'gevestigde' ook meer maar steungeversalleen autochtonen, zijn niet vooral kinderen bekend, allochtone Zo is bijvoorbeeld voor dat huiswerkprojecten herkomst de begeleiders etnische zijn wanneer zijn met dezelfde studenten succesvol initia- we uit de hier beschreven kunnen slotte Ten begeleiden. die ze als de kinderen een belangrijke bedrijfsleven rol kan dat ook het particuliere tieven leren spelen door trend van bij de hedendaagse Dit sluit aan van achterstandsbuurten. het 'adopteren' is daarbij Amsterdam-West van Campus in ondernemen. De ervaring maatschappelijk van dergelijke initiatieven kunnen en jongeren uit de buurt dat niet alleen kinderen Zo meldden sommige medewerkers van de bedrijven zelf. profiteren, maar ook betrokken aanvankelijke hun dat door hun activiteiten bedrijven en angst in de buurt Zo groeien vmbo-leerlingen zijn verdwenen. aanzien van allochtone ten vooroordelen langzaamaan naar elkaar en het bedrijfsleven toe. uit de buurt jongeren allochtone

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 164 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 165 . Den . : Verwey- Amsterdam: Boom . Reading MA: Addison-Wesley. 25th 25th Addison-Wesley. MA: . Reading Opzoomeren stille kracht? Utrecht stille kracht? Opzoomeren Meeting point Nederland: over samenlevings- Meeting point Nederland: over Jaarboek ICT en samenleving 2004: ICT en samenleving Jaarboek beleid in praktijk Jaarboek ICT en samenleving 2004:Jaarboek in praktijk beleid Wat stadsbewoners bindt: sociale relaties in een achter- Wat 28 (1), 2-6 30 (2), 101-112 , 71 (5), 319-342 The Nature of Prejudice The Nature . Den Haag; Ministerie van Justitie Kampen: Kok Agora Kok Kampen: 1 (1), 52-69 ntatie op de eigen groep. In: J. Dagevos, M. Gijsberts en C. van Praag, red. en C. van Praag, Gijsberts M. Dagevos, ntatie op de eigen groep. In: J. ë opbouw,multiculturaliteit en sociale cohesie. opbouw,multiculturaliteit Rapportage minderheden 2003: onderwijs, arbeid en sociaal-culturele integratie. Rapportage Sociologie Breed initiatief maatschappelijke binding: gemeenschappelijke verklaring van kabinet verklaring binding: gemeenschappelijke Breed initiatief maatschappelijke binding, bij de bijeenkomst maatschappelijke organisaties en maatschappelijke 26 januari 2005 Beleid en maatschappij Beleid en maatschappij Psychological Bulletin Psychological Literatuur 1979. G.W., Allport, In : Amsterdam. D., 2004.Beckers, in Cyburg, van ICT op sociale cohesie Effecten red. Klumper, en O. de Haan J. Jonker Instituut Brouwer, L., 2004. Het Amsterdams Computer Clubhuis: creatief met computers.Amsterdams L., 2004. In: Het Brouwer, de Haan en O.Klumper. J. Duyvendak, J.W. en L. Veldboer, 2001. 2001. Veldboer, en L. Duyvendak, J.W. Haag: SCP Dagevos, J., 2005. Gescheiden werelden? De etnische signatuur van vrijetijdscontacten werelden? De etnische 2005. J., Dagevos, Gescheiden van minderheden. Amsterdam: Boom. 2001. Graaf, v.d. en P. Duyvendak, J.W. Blokland, T. red., 2001. Woningdifferentiatie en stedelijke middenklassen. Woningdifferentiatie red., 2001. T. Blokland, Amsterdam: Boom standswijk. Blokland, T., 2003. 'Goeie buren houden zich op d'r eigen': integratie, racistische op d'r eigen': integratie, 2003. 'Goeie buren houden zich T., Blokland, en antiracisme op buurtniveau. repertoires T., 1998. Blokland-Potters, Dagevos, J., en R. Schellinghout, 2003. integratie: contacten, cultuur Sociaal-culturele en R. Schellinghout, J., Dagevos, en ori Amir, Y., 1969. Contact hypothesis in ethnic relations. in ethnic hypothesis Contact 1969. Y., Amir, Anniversary edition, first published 1954 . . (Het . Zutphen: Rotterdam: Gemeente Rotterdam: Cambridge MA: MIT Press. Cambridge MA: MIT Sociale herovering in Amsterdam en Amsterdam in herovering Sociale Den Haag: WRR WRR Den Haag: . Amsterdam: Boom . Amsterdam: AUP Amsterdam: Jaarboek ICT en samenleving 2004:Jaarboek in beleid Meeting point Nederland: over samenlevings- Meeting point Nederland: over Ontmoeting, ontspanning en ontplooiing . Den Haag: SCP Uit elkaars buurt: de invloed van etnische concen- van etnische Uit elkaars de invloed buurt: Beyond the Melting Pot. Beyond the Melting , 78 (1), 1360-1380 Integratie door sport? Een onderzoek naar gemengde en naar gemengde onderzoek Een sport? door Integratie Buurtinitiatieven en buurtbeleid in Nederland anno 2004 in Nederland en buurtbeleid : ana- Buurtinitiatieven Jaarboek ICT en samenleving 2003:Jaarboek sociale dimensie van de Jeugd en buitenruimte in Rotterdam: het Thuis Op Straat project Thuis Op Straat het en buitenruimte in Rotterdam: Jeugd Onzichtbare ouders: de buurt van Mohammed B ouders: de buurt Onzichtbare Assimilation in American Life. The Role of Race, Religion and Religion of Race, The Role American Life. Assimilation in Assimilation in American life: the role of race, religion and national American life: the role Assimilation in . New York: Oxford University Press York: . New n verhaal over twee wijken.over n verhaal Amsterdam: Boom éé .nl) r Amsterdam: Boom New York: Oxford University Press York: New .wr Plataan. ongemengde sportbeoefening van allochtonen en autochtonen. van allochtonen sportbeoefening ongemengde Granovetter, M., 1974. The Strength of Weak Ties. Weak The Strength of M., 1974. Granovetter, Graaf, P. van der, 2001. Samenlevingsopbouw in Rotterdam: het opzoomeren. In: het opzoomeren. in Rotterdam: Samenlevingsopbouw 2001. van der, P. Graaf, (red.). Veldboer Duyvendak en L. J.W. technologie. Rotterdam 2005. Weltevrede, A. Engbersen, G., E. Snel en Hortulanus, R. en J. Machielse, 2002. Machielse, R. en J. Hortulanus, American Journal of Sociology American Journal Duyvendak, J.W. et al., 1998. et al., 1998. J.W. Duyvendak, opbouw, multiculturaliteit en sociale cohesie opbouw, Rotterdam: Rotterdam: praktijk. National Origions origins. Gordon, M., 1964. Hazeu, C.A. et al, 2005.Hazeu, tratie op integratie en beeldvorming Glazer, N. en D. Moynihan, 1963. 1963. N. en D. Moynihan, Glazer, (www Risbo Rotterdam: Kleijwegt, M., 2005. Haan, J. de en O. Klumper, red., 2004. Klumper, de en O. Haan, J. lyse van een veldonderzoek van 28 casussen. lyse van een veldonderzoek Haan, J. de, red., 2004.Haan, J. Gijsberts, M. en J. Dagevos, 2005. Dagevos, M. en J. Gijsberts, sociaal debat: dl. 8). 's-Gravenhage: Elsevier Overheid S. et al., 2005.Karyotis, Gordon, M. ,1964. Gordon, M. ,1964.

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 166 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 167 . . . . Assen: Van Gorcum Van . Assen: Assen: Van Assen: Van Gorcum. . Den Haag: Vrom . Den Haag: . Indianapolis: Bobbs-Merril Integratie door differentiatie? door Integratie . Oratie Universiteit Twente. . Oratie Universiteit . Nijmegen: Radboud Universiteit. Nijmegen: Radboud Eenheid, verscheidenheid en binding Eenheid, verscheidenheid . Utrecht: Verwey-Jonker Instituut Verwey-Jonker . Utrecht: Rotterdamse straten op de agenda: de Rotterdamse , 27 (3), 292-313 . Baarn: Ambo. . Baarn: De buurt als belemmering? De buurt Better Together. Restoring the American Community American the Restoring Together. Better . New York: Simon and Schuster York: . New , 79 (4), 348-366 Samen leven, samen sprekenSamen , 116 (June), 1-17 (June), , 116 Bowling Alone De vermijding voorbij: acht stellingen over segregatie en integratie segregatie stellingen over acht De vermijding voorbij: Over de waarde van kulturen: een inleiding in de kultuurfilosofie: van kulturen: een inleiding Over de waarde De vermeende kloof tussen culturen Human migration and the marginal man Ethnic-cultural and socio-economic integration in the . A in the Netherlands. Ethnic-cultural and socio-economic integration Amsterdams Sociologisch Tijdschrift Amsterdams Sociologisch , A., 2002. é ontwikkelingsfase van Mensen maken de Stad Laan Bouma-Doff, W. van der, 2005. van der, W. Laan Bouma-Doff, tussen europacentrisme en relativismetussen europacentrisme Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, 2005. Maatschappelijke voor Raad New York: Simon and Schuster Paperbacks Simon and Schuster York: New Meere, F. de, E. Plemper en A. Huygen 2004. Plemper en de, E. Meere, F. Snel, E. en J. Burgers, 2000. The Comfort of Strangers: etnische enclaves in de grote of Strangers: etnische The Comfort Burgers, 2000.Snel, E. en J. steden. In: RMO, 2005. binding. Den Haag: Sdu In: RMO, verscheidenheid, Eenheid, Od Prins, M., red., 2004.Prins, Putnam, R. en L. Feldstein, 2004. R. en L. Feldstein, Putnam, The public interest Mens & Maatschappij Kleinhans, R.L., L. Veldboer en J.W. Duyvendak, 2000. Duyvendak, J.W. en Veldboer L. R.L., Kleinhans, Lemaire, T., 1977. T., Lemaire, 1977. Park, R., 1928. R., 1928. Park, Scheffer, P., 2004. P., Scheffer, Den Haag: RMO Laan Bouma-Doff, W. van der, 2004. relatie tussen ruimtelijkeBegrensd contact: de van der, W. Laan Bouma-Doff, het contact met autochtonen. en segregatie Putnam, R., 2000.Putnam, Een onderzoek naar de sociale effecten van gemengd bouwen van naar de sociale effecten Een onderzoek Enschede: Universiteit Twente Universiteit Enschede: Portes, A. en M. Zhou, 1994. Should immigrants assimilate? A. en M. Zhou, 1994. Portes, comparative study of Mediterranean and Carribean minority groups minority and Carribean comparative study of Mediterranean Snel, E., 2003. . Den . New . Rotterdam: Onze buurt aan zet, aan zet, buurt Onze Vertrouwen in de buurt in Vertrouwen Balans van het armoedebeleid: Crabbenhof Dordrecht: april- Crabbenhof Dordrecht: . Amsterdam: AUP . Projectbureau sociale integratie. . Projectbureau n': alleenstaande moeders, en infor- armoede éé Moderniteit en overheidsbeleid: hardnekkige en overheidsbeleid: Moderniteit . Bussum: Uitgeverij Couthino . Bussum: Jaarverslag 2004, 2005 Verslag expertmeetings Verslag When Work Disappears. The World of the New Urban Poor World The Disappears. Work When , 2004 , 2005 Interetnische contacten op portieken en in voetbalclubs: de ervaringen en in voetbalclubs: portieken contacten op Interetnische resultaat, 2004 Zuidoost, 2004 Investeren in mensen: Sociaal Investeringsplan Overtoomse Veld 2003, 2004Veld Overtoomse Investeringsplan in mensen: Sociaal Investeren 2004, 2005Veld: Overtoomse Investeringsplan in mensen: Sociaal Investeren 2003-maart 2004, 2004 en de digitale trapvelden. Computer Clubhuis-Cybersoek-Zaandam-Zuid Rotterdam, 2004 Rotterdam, tussenevaluatie december 2004 - aan Zet. Een aanpak met Buurt Investeren/Onze Sociaal Gemeente Dordrecht. - Gemeente Zaanstad. Met elkaar verbonden. Ontwikkelingsvisie Zaandam - 2004 Poelenburg, Wijksignalement werken Gemeente Zaanstad. Samen aan je wijk. - taal- en integratieproject, 2002 Een uniek Samenspraak. Gilde - Islam & Integratie. Veld, T., T., 2004. Veld, van allochtone en autochtone bewoners uit de Schilderwijk en Bouwlust en bewonersuit de Schilderwijk en autochtone van allochtone - Het Makkerproject. 2005-2006 Projectplan Akker. de Christelijke basisschool - Met SIP meer grip. Jaarverslag Amsterdam Stadsdeel Slotervaart. Gemeente - Jaarverslag in uitvoering. Werk Amsterdam Stadsdeel Slotervaart. Gemeente - september en OBAZ. Smeerolie 2 Crabbenhof Dordrecht: DWO Dordrecht, Gemeente - en OBAZ. Smeerolie 3 DWO Dordrecht, Gemeente Documenten en verslagen: Documenten - 2004 te Rotterdam, projectplan Cleo-Patria Algemeen - Airport Amsterdam Sponsoring Schiphol. Amsterdam Airport 2001-2003. Schiphol - West. Nieuw Campus Snel, E.en P. Scholten, 2005. gastarbeiders van Integratie: drama. tot multicultureel Scholten, E.en P. Snel, red. Trommel, W. en Arentsen In: M. - Bureau (SGB). Geografisch Sociaal Dordrecht, Gemeente beleidsproblemen en hun oorzakenbeleidsproblemen York: Alfred A. Knopf York: 2005. het Regeringsbeleid, voor Raad Wetenschappelijke ISEO Wilson, W.J.,1996. vijfde jaarrapport armoede en sociale uitsluiting vijfde jaarrapport mele steun. In: G. Engbersen, C. Vrooman en E. Snel, red. Vrooman en E. Snel, mele steun. In: G. Engbersen, C. Haag: WRR en E. Snel, 2002. Ypeij, J. 'Met z'n vieren

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 168 Bijlage 3: De waarde van interetnisch contact RMO advies 37 169 . ntatie naar realisatie. ntatie naar realisatie. ë . Projectbureau sociale integratie, integratie, sociale . Projectbureau (Campus Nieuw West) (Campus Nieuw Zaandam Sultan Ahmet Moskee,centrum culturele Sultan Zaandam Rapport publieke debatten Rapport en.nl .nl org.nl/index.php?p=8392 spijn.nl toomseveld.nl oomermee.nl .nl r ver .werkindez .sciandri.nl .o .zaansewijk .oudkir .wielwijk.nl .zaanstad.nl .thuisopstraat.nl .wr .stadsdiner .amsterdamdialoog.nl .dagvandedialoog.nl .gilde-samenspraak.nl .abc-amsterdam.org .opz .tarwewijk.nl Informatiebrochure, 2005 Informatiebrochure, Ontwikkeling 20 september 2005 (RMO), dd. Maatschappelijke voor Rotterdam, 2005 Rotterdam, Beschrijving van een werkwijze, 1999 een werkwijze, van Beschrijving www www www www www www www www www www www www www www Websites: www www - Islam en Integratie. - 2003 Jaarverslag Sciandri - binding' van de Raad advies 'Eenheid, verscheidenheid, op het Kabinetsreactie - van ori 'Nieuwe Buren' Zaanstad, IMCO. Stichting - Nederland. Stichting Islamitische -Tarwewijk 2004/2005 OKZ/Brede School Werkplan rdinator Amsterdam face-to-face rdinator Rotterdam face-to-face ö ö rdinator projectbureau Rotterdam telefonisch ö Christian Fellowship 't Gilde Tarwewijk beleidsmedewerkers integratie Veld Overtoomse om te leren Vrouwenhuizen VethDordrecht sportstimulering face-to-face projectleider é Voornaam Achternaam Achternaam Voornaam Functie Stad Interview 1 Ali2 Alex3 Aliek4 Rinke Fisser BaddaouRotterdam de5 Beer, International Ina Berg, van de telefonisch 6 Heijn Margot 7 Sciandri sportconculent medewerker Opbouwwerker Katja TOS-baas Groen8 Larrooij Trudy Amsterdam9 Leonore Horeman10 Lineke Opbouwwerker face-to-face Dordrecht beleidsmedewerker voormalig Olde Dordrecht Wethoudersaccount van Opzeeland, Dordrecht face-to-face co face-to-face brede schoolco Zaanstad face-to-face Zaanstad gebiedsmanager Zaanstad face-to-face face-to-face Zaanstad telefonisch 11 Arnout12Ramkelawan Stanley 13 Peters Corrie strategisch 14 Eli15 Rhee, van Ali Riza directeur Sciandri Dordrecht16 Thomas Sariyildiz17 Ruipasa Steinman Paul Investeren projectleider Sociaal face-to-face 18 AmsterdamStruijk Monique Stam19 Stefan Amsterdam face-to-face 20 Andr projectleider Logeren Opbouwwerker21 Opbouwwerker telefonisch Miriam22 Teeken Anneke Bredeschoolco Christ For Youth medewerker Zaanstad Den23 Hollander, Lakmakers Wim RotterdamMMS Goede, de Rotterdam RotterdamABC-Amsterdam face-to-face projectleider Sciandri sportconsulent telefonisch Amsterdam productleider face-to-face face-to-face directeur Cleo-Patria Rotterdam telefonisch Amsterdam telefonisch face-to-face Rotterdam telefonisch Bijlage 1 Respondenten Bijlage

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 170 Bijlage 4: Geraadpleegde deskundigen RMO advies 37 171 Bijlage 4: Bijlage Geraadpleegde deskundigen Geraadpleegde

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 172 Bijlage 4: Geraadpleegde deskundigen RMO advies 37 173 , Ministerie van estienmiljoenmensen.nl .z rdinatie Integratiebeleid en Minderheden, rdinatie Integratiebeleid ö rdinatie Integratiebeleid en Minderheden, Den Haag rdinatie Integratiebeleid en Minderheden, rdinator www ö ö Dordrecht Werkgelegenheid, Zaken van Sociale Ministerie en Den Haag Directie Co Den Haag Planbureau, Den Haag Ontwikkeling, Utrecht Directie Dialoog, Den Haag Wetenschap, Multiculturele Ontwikkeling, Utrecht Amsterdam Clustermanager Regioplan Multiculturele Ontwikkeling, Utrecht Co Onderzoek Sociaal-Wetenschappelijk voor School Algemene Zaken, van de sector Nieuwe Media Den Haag Rijksvoorlichtingsdienst, dienst Sociale dienst Sociale é Dhr. drs. M. BabaDhr. drs.B. Moerkerk Dhr. beleidsmedewerker Gemeente Dienst Senior Sociale Amsterdam Directeur adviesbureau Mex-it, Mevr. M. Bhagwandin M. Bhagwandin Mevr. Arbeidsmarktbeleid beleidsmedewerker Senior directie drs. N. BoonstraDhr. C. Choenni dr. Dhr. Utrecht Instituut, Verwey-Jonker Onderzoeker Vreemdelingenzaken en Integratie, Ministerie van Dagevos J. dr. Dhr. drs. I. HartmanDhr. medewerker en Cultureel Sociaal Wetenschappelijk drs. Ch. HuinderDhr. Amsterdam en Politiek, Publiek Instituut voor Projectleider Multiculturele Bestuurssecretaris / Instituut voor Forum R. Kaitjily mr. Dhr. drs. R. KleinhansDhr. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Programmadirecteur drs. H. KrijnenDhr. Delft OTB, Onderzoeker Onderzoeksinstituut A. Od dr. Dhr. voor / Instituut Hoofd In- en Externe Betrekkingen, Forum drs. S. RuttenDhr. R. ScherpenisseDhr. B. SijssesMevr. unit Beleid, Utrecht Onderzoeker Sardes, Rotterdam in wonen), (Innovatie Directeur SEV E. Snel dr. prof. Dhr. Tesser P. dr. Dhr. Beleidsmedewerker / Instituut voor Strategie Forum Twente / Universiteit Erasmus Universiteit Rotterdam Vreemdelingenzaken en Integratie, Directie Ministerie van Vos M. Li dr. Mevr. Co Dhr. drs. J. Uitermark drs. J. Dhr. Amsterdamse Amsterdam, Universiteit Promovendus, van Dhr. W. Wijma W. Dhr. Worung I. Mevr. van de Werk afdeling Gemeente Dordrecht, Casemanager, van de Werk afdeling Gemeente Dordrecht, Casemanager, rdinatie van sociaal beleid in de Europese ö maatschappelijke ondersteuning. (2005)maatschappelijke minderheden in Nederland. (2005) (2004) Kamer. Tweede Unie. (2004) community care. (2002) (2002) opvang. (2002) leren, werken, en wonen. (2002)Beleidsopties voor zorgen (2004) 3736 verbinden. (2005) Een advies over naar elkaar. Niet langer met de ruggen van Voorwaarden ondersteuning. Lokalisering van maatschappelijke 2001-2004 raadsperiode Tweede 35 en integratie van en binding. Over concentratie Eenheid, verscheidenheid 34 Ouderenbeleid van de Themacommissie Advies aan de Ouderen tellen mee. 3332 Mogen ouderen ook meedoen. (2004) 31 (2004) tot recht. Toegang Naar herkenbaarheid veiligheid organiseren. in de publieke Sociale ruimte. 3029 (2004) in de publieke sector. Over schaarste in de verzorgingsstaat. Verschil 28 een ander debat. (2004) Bouwstenen voor Humane genetica en samenleving. Europa als sociale ruimte. Open co Adviezen 2005-2008 raadsperiode Derde Overzicht van uitgebrachte van Overzicht voor de Raad van publicaties Ontwikkeling Maatschappelijke 2726 (2003) Europa. De rol van de Nederlandse overheid. voor Hart 25 tussen burgers, media en politiek. (2003) Medialogica. Over het krachtenveld Over mogelijkheden en beperkingen van De handicap van de samenleving. 2423 Bevrijdende kaders. op verantwoordelijkheid. (2002) Sturen aan het normen- en waardendebat. Geen woorden maar daden. Bijdrage 2221 tegen burn-out. (2002) aan balans. Een remedie Werken en vroegschoolse voor- Advies over ouder en kind. centrum voor Educatief 20 Levensloop. Verkenning bij de Kanttekeningen als perspectief. Levensloop 1918 (2001) naar regel. Maatwerk in het grotestedenbeleid. uitzondering Van 17 (2001) Aansprekend Balanceren tussen steun en toezicht. opvoeden. 16 Instituties in lijn met het moderne individu. De sociale agenda 2002-2006. (2001) mensen. (2001) steun aan kwetsbare Krachtige in kwadraat. Kwetsbaar

Niet langer met de ruggen naar elkaar RMO advies 37 174 Overzicht van uitgebrachte publicaties van de RMO RMO advies 37 175 n voor de aanpassing van de sociale de aanpassing n voor ë eeuw. (2000)eeuw. e aan-rmo.nl Emancipatiebeleid 'Van vrouwenstrijd naar vanzelfsprekendheid'. vrouwenstrijd (2000) 'Van Emancipatiebeleid infrastructuur. (2000)infrastructuur. van burgers.domein en de verantwoordelijkheid (2000) (1999) en zorg'. tussen arbeid evenwicht (1998) in het bijzonder. groeperingen personen uit etnische normen. (1998) .adviesorg Adviezen zijn ook te bestellen bij: Adviezen Sdu Klantenservice 070 378 98 80 Tel. 070 378 97 83 Fax Eerste raadsperiode 1997-2000 raadsperiode Eerste 1514 kan hoe ICT de samenleving Over (2000) verbeteren. dichtbij. weg en Ver naar diversiteit. discriminatie bij de Meerjarennota Kanttekeningen Van 13 in de 21 Wonen 1211 op vrijwilligers. (2000) Alert Ongekende aanknopingspunten. Strategie Publicaties van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling zijn te downloaden via Maatschappelijke voor van de Raad Publicaties www 10 van het publieke organisatie De relatie tussen Aansprekend burgerschap. 98 (1999) Nationale identiteit in Nederland. op de kabinetsnota Reactie een nieuw 'Op weg naar Arbeid en zorg. 7 groepen en van integratie van bijzondere Advies over perspectief. Integratie in 6 en in relatie tot waarden Geweld en perspectief. Verantwoordelijkheid 54 actief in het vrijwilligerswerk. (1997) Uitsluitend vrijwillig!? Maatschappelijk 3 (1997) in de buurt. Kwaliteit 2Activering (1997) van langdurig werklozen. toezien. Werkloos 1 Stedelijke (1997) vernieuwing. in de samenleving. (1997) Vereenzaming