Een Drugsscene Op Zuid (De Millinxbuurt) Dit COT-Onderzoek Werd Uitgevoerd Door: Dr E.J
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Een drugsscene op Zuid (de Millinxbuurt) Dit COT-onderzoek werd uitgevoerd door: dr E.J. van der Torre drs M.H.M. Hulshof Met medewerking van: Y. Huizing COT Universiteit Leiden Lange Voorhout 26 2514 EE Den Haag Telefoon: 070-3122012 Fax: 070-3122012 E-mail: [email protected] Web-site: www.cot.nl Een drugsscene op Zuid (de Millinxbuurt) Een model voor de strategische analyse van drugsscenes Crisis Onderzoek Team Universiteit Leiden Juli 2000 Samsom Alphen aan den Rijn Colofon Redactie en productie: Hilarius Publicaties, Leiden Zetwerk: Sander Pinkse boekproductie, Amsterdam Omslagontwerp: Wim Bottenheft, Marijenkampen Foto omslag: Edward van der Torre, Rotterdam Foto’s binnenwerk: Edward van der Torre, Peter de Jong/Cor Vos, J. de Pater ISBN 90 14 07129 9 NUGI 693 D/2000/5640/082 © 2000, COT, Den Haag Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotoko- pieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën van deze uitgave is toegestaan op grond van o artikel 16b Auteurswet 1912 j het besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelten uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient u zich te richten tot Samsom, postbus 4, 2400 MA, Alphen aan den Rijn. Inhoud Voorwoord 7 1 Inleiding 11 2 Drugsscenes: drie ideaaltypen 2.1 De open drugsscene 19 2.2 De verhulde drugsscene 24 2.3 De geprivatiseerde drugsscene 30 3 Een veiligheidsmodel 3.1 Criminele gelegenheidsstructuren 37 3.2 De ruimtelijke dimensie 40 3.3 De sociale dimensie 45 4 De Millinxbuurt: drugsscene in beweging 4.1 Dominant perspectief: privatisering, maar het tij keert 48 4.2 Dominante populatie: cokegebruikers 50 4.3 Ontmoetingspunten: bewegingen en hot spots 54 4.4 Dominante reactie omwonenden: beperkt activisme 56 4.5 Aantasting van het publieke leven: ernstige schending van een ‘grondrecht’ 58 4.6 Incubatietijd: de lange weg naar de bestuursagenda 59 4.7 Sociale cohesie drugsscene: afscherming en bindingen 60 4.8 Dominant beleidsprobleem: probleemcumulatie 62 4.9 Dominant patroon van verplaatsing: beweging, minder concentratie 62 4.10 Afsluiting: factoren 64 5 De Millinxbuurt: weet een verslaafde daar straks nog wat? 5.1 De Millinxbuurt: een veiligheidsanalyse 68 5.2 Factoren en locatie 79 5.3 Waar weten verslaafden straks wel wat? 80 6 Conclusies en aanbevelingen 6.1 Conclusies 91 5 Inhoud 6.2 Aanbevelingen 100 Noten 107 Bijlagen 1 Methoden van onderzoek 118 2 De Rotterdamse deelgemeenten 120 3 De wijken in deelgemeente Charlois 121 4 Strategische drugsanalyses: mogelijke werkwijzen 122 5 Het Rotterdamse RISC-model 125 6 Geraadpleegde literatuur 127 7 COT-publicaties 135 8 COT-reeks 138 6 Voorwoord Opmerkelijke veranderingsprocessen en problemen zijn van oudsher belangrijke inspiratiebronnen voor onderzoek naar grootstedelijke ver- schijnselen. Dit is ook het geval bij deze studie. Ton Quadt – Projectgroep Veilig, gemeente Rotterdam (PGV) – heeft enkele keren, samen met politiefunctionarissen en deelgemeentebestuurders, vastgesteld dat er ondanks allerhande voortekenen zo nu en dan een grote of kleine concentratie van drugsoverlast en drugscriminaliteit ontstaat in Rotter- dam. Bestuur, politie en justitie treden vervolgens hard, en kostbaar, op om koste wat kost een eind te maken aan deze concentratie. Het komt ook voor dat de drugsscene mede door deze repressie gedeeltelijk naar een bepaalde buurt of naar enkele straten verplaatst. Preventieve beleids- maatregelen die bevorderen dat de drugsscene op deze locaties het stadsleven niet verstoort, blijven nog te vaak achterwege of laten te lang op zich wachten. Wijsheid achteraf leert hoe het zo heeft kunnen lopen. Veelal blijkt er, verspreid over de stad en versnipperd over diensten en organisaties, te zijn gewaarschuwd voor het ontstaan van een geconcentreerde over- last gevende drugsscene, of voor verplaatsing naar bepaalde locaties. Omdat het nou eenmaal weinig soelaas biedt om het achteraf beter te weten, wordt in opdracht van PGV in deze studie gezocht naar mogelijk- heden om te voorzien waar concentraties van drugsoverlast kunnen ontstaan en hoe een drugsscene zich mogelijk verplaatst. Gedegen voor- spellingen en gerichte preventie kunnen mogelijk de belasting van bestuur, justitie en politie, alsmede de hectiek vanwege publieke com- motie en mediahypes, terugdringen. Wij hebben een gevalstudie uitgevoerd in de Millinxbuurt: een kleine buurt in Rotterdam Zuid waar in de tweede helft van de jaren negentig de drugsoverlast en drugscriminaliteit groot waren. De ongeveer tien langdurige wandelingen die ik in november 1999 en december 1999 door deze buurt maakte, vielen me zwaar. Ik was de afgelopen tien jaar – zoals zoveel mensen – louter per auto of metro langs deze buurt gereisd. Wat ik zag, contrasteerde met ervaringen van mij, en van mijn verwanten, in deze buurt. Als ik vroeger bij mijn oma logeerde, die elders in de Tarwe- 7 Voorwoord wijk woonde, nam zij me wel eens mee naar het speelplein in de Mil- linxbuurt. Zij woonde in een kleine benedenwoning en keek op tegen de ‘woningen op stand’ aan de Dordtselaan. Mijn ‘favoriete’ oom en tante woonden vroeger in de Millinxbuurt, in de Moerkerkestraat om precies te zijn. Zij waren destijds trost op hun benedenwoning met onberispelij- ke tuin. Toen ik op een winderige donderdagavond in november 1999, om circa 20:30 uur, alleen en in het donker door deze straat liep, werd mij binnen de kortste keren tot twee keer toe gevraagd of ik drugs wilde kopen. Ik ontdekte dat weinig mensen, enkele bewoners die thuiskwa- men of vertrokken daargelaten, met een ander doel dan drugs verkopen of kopen op dit soort momenten zich in deze straat bevonden. Op deze tijden was het een straat zonder passanten. Wie de straat toch inging, was of voelde zich al snel een potentieel slachtoffer. De wandelingen door de Millinxbuurt voorzien mij van beelden als burgemeester Opstelten constateert dat Rotterdam ‘de verkeerde lijstjes aanvoert’, waarmee hij verwijst naar onderzoek waaruit blijkt dat de ontwikkelingen in Rotterdam achterblijven op die van andere grote Nederlandse steden. De problemen in de buurt waren zo groot dat krachtige overheidsinterventies simpelweg niet achterwege konden blij- ven. Er wordt nu inderdaad krachtdadig opgetreden, de verbeteringen zijn al zichtbaar en het gemeentebestuur en deelgemeentebestuur heb- ben zich garant gesteld voor duurzame verbetering. Zo hoort het ook: als een buurt no go-kenmerken krijgt, dient dit koste wat kost te worden bestreden. Als dit niet zou gebeuren, zou een belangrijke verworvenheid van het Rotterdamse stadsleven verloren gaan, namelijk het open en toegankelijke karakter ervan. Ik hoop ook dat buurten zoals de Mil- linxbuurt in de toekomst vroegtijdig de aandacht krijgen die zij verdie- nen. Het voorkomen van neerwaartse spiralen en van partiële no go areas in achterstandsgebieden-in-achterstandsbuurten is waarachtig een lasti- ger en belangrijker opgave dan het stileren van de Westersingel, hoe graag ik daar ook kom. Woorden van dank Wij zijn in de eerste plaats Ton Quadt (programmamanager veilig, PGV) dankbaar vanwege het in ons gestelde vertrouwen. Theo Kloosterman (PGV) was voorzitter van de begeleidingscommissie en voor ons een dankbaar aanspreekpunt; hij heeft waar nodig toegang verschaft tot 8 Voorwoord bronnen of personen, en ons op allerhande relevante ontwikkelingen gewezen. Wij zijn de overige leden van de begeleidingscommissie – Marjolijn Keverling (PGV), Esther van Fessem (GGD), Rianne Swinkels (justitie), Hans van Mastrigt (SCZ) en Peter Homminga (politie, BBZ) – erkentelijk voor het gedegen commentaar dat zij ons, tussen drukke werkzaamheden door, verschaften op conceptteksten. Piet Burger van het COS heeft vriendelijk en precies allerhande cijfers en gegevens verstrekt. In eigen kring konden wij, zoals altijd, ons voordeel doen met steekhoudende kritiek van Uri Rosenthal, Lex Cachet en Marc Otten. Edward J. van der Torre Rotterdam, juli 2000 9 Hoofdstuk 1 Inleiding Deze studie is een zoektocht naar factoren die beïnvloeden waar een harddrugs- scene opkomt of gedijt.1 Het onderzoeksthema hangt nauw samen met het ‘Rotter- damse’ streven om concentraties van drugsoverlast en -criminaliteit tegen te gaan. Men wil geen grote geconcentreerde drugsscenes, maar kleine, verspreide en beheersbare. Op grond van een literatuurstudie en empirisch onderzoek in een Rotterdamse buurt met veel drugsproblemen – de Millinxbuurt – brengen wij zes factoren in beeld. Dit empirisch onderzoek heeft voor het overgrote deel betrekking op die zaken die er in de jaren negentig toe hebben geleid dat in de Millinxbuurt een ongekende concentratie van drugsoverlast en -criminaliteit is ontstaan. In de zomer van 1999 was die overlast groot – veel te groot naar alle in Nederland gangbare maatstaven. Op dit moment (juli 2000) is sprake van een keerpunt: de Millinxbuurt is het dieptepunt voorbij. ‘De Millinx’ De Millinxbuurt telt ongeveer zeven straten. De buurt ligt tussen het metrostation Maashaven en het winkelcentrum-en-metrostation Zuid- plein. De buurt wordt begrensd door de Mijnsherenlaan, de Dordtselaan