Van Ideale Woonwijk Naar Een Wijk Met Problemen.. En Weer Terug?
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Van ideale woonwijk 24-1-2021 naar een wijk met problemen.. En weer terug? Een onderzoek naar de relatie tussen de stedenbouwkundige structuur van de wijk en het ontstaan van sociale problemen Met de cases: de Tarwewijk & Pendrecht Eva Bakker s2244497 MASTERTHESIS: CULTURAL GEOGRAFY BEGELEIDER: COR WAGENAAR RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN Abstract In deze scriptie wordt de relatie tussen de stedenbouwkundige structuur van een wijk en het ontstaan van sociale problemen in die wijk onderzocht. Als cases zijn twee wijken in Rotterdam-Zuid geselecteerd met een verschillende stedenbouwkundige structuur. Een wijk gebouwd in het interbellum; de Tarwewijk, en een naoorlogse wijk; Pendrecht. Duidelijk is geworden dat fysieke en sociaal-economische factoren elkaar altijd beïnvloeden, waardoor een negatieve spiraal in werking kan worden gezet en sociale problemen ontstaan. In fysiek opzicht zijn de volgende factoren van invloed op het ontstaan van sociale problemen: (1) de samenstelling van de woningvoorraad, (2) de mate waarin openbare en privé ruimte van elkaar gescheiden zijn, (3) de mogelijkheid voor sociaal toezicht, oftewel de aanwezigheid van lange huizenblokken, smalle donkere straten en blinde parterres, (4) de mate van spreiding van voorzieningen in de wijk, (5) de ligging van de wijk ten opzichte van de stad, (6) verrommeling en (7) verloedering van de wijk. Ruimtelijke verbeteringen en sociaal beleid kunnen echter ook een positieve impact hebben, waardoor de ontwikkelingen in een wijk juist in een positieve spiraal komt. Hierbij is het belangrijk dat aandacht besteed wordt aan zowel sociale als economische als fysieke factoren. Doordat deze drie factoren elkaar continu beïnvloeden, moeten alle factoren worden meegenomen om het probleem consequent aan te pakken. Er is dus een integrale benadering nodig. Andere aanknopingspunten voor een beter beleid met betrekking tot wijkvernieuwing zijn (1) de noodzaak om gebiedsgericht te werken, (2) meer continuïteit in het beleid, (3) een betere communicatie naar de bewoners toe, met name in het geval van gefaseerde wijkaanpak, (4) aandacht houden voor geluiden van bewoners, en ten slotte een sterkere connectie tussen wetenschappelijk onderzoek en het politieke en maatschappelijke werkveld. Abstract (English) This thesis examines the relationship between a neighbourhood’s urban structure and the development of social problems in that neighbourhood. Two neighbourhoods in the south of Rotterdam with a different urban structure have been selected as cases; de Tarwewijk and Pendrecht. Research has mainly been executed by analysing policy documents supplemented by in-depth interviews with professionals. Findings indicate the importance of the urban structure for the development of social problems. For example, the housing stock, the ability of having eyes on the street and the differentiation between private and public space are important. These factors differ per neighbourhood. Furthermore, findings indicate the interaction between physical and socio-economic factors and their mutually reinforcing effect on the development of social problems. Therefore, a call is made for complete, context-specific, continual and well communicated policies. 2 Inhoudsopgave 1. Introductie ........................................................................................................................................... 4 2. Methodologie ...................................................................................................................................... 6 3. De geschiedenis van Rotterdam-Zuid .................................................................................................. 8 3.1 Geschiedenis van Rotterdam: het interbellum (1920-1940) ......................................................... 8 3.2 Geschiedenis van Rotterdam: wederopbouw na de tweede wereldoorlog (1945-1970)............. 9 4. De stedenbouw ................................................................................................................................. 11 4.1. Stedenbouw voor 1920 .............................................................................................................. 11 4.2. Stedenbouw tijdens het interbellum (1920-1940) ..................................................................... 12 4.2.1 De Tarwewijk ........................................................................................................................ 15 4.3. Stedenbouw vanaf 1945 ............................................................................................................. 20 4.3.1. Pendrecht ............................................................................................................................ 23 5. De wijkontwikkeling: het ontstaan van sociale problemen .............................................................. 30 5.1 Trends van verval in voor- en naoorlogse woonwijken .............................................................. 30 5.1.1 Traditionele benaderingen met betrekking tot buurtverval ................................................ 30 5.1.2. Verklarende modellen voor buurtverval ............................................................................. 33 5.1.3. De invloed van de fysieke omgeving op de criminaliteit en veiligheid in de buurt ............ 35 5.1.4 De weg naar positieve veiligheid .......................................................................................... 37 5.2 De ontwikkeling van de Tarwewijk .............................................................................................. 37 5.3 De ontwikkeling van Pendrecht................................................................................................... 43 6. Revitalisatie van de wijk .................................................................................................................... 49 6.1. Algemene ontwikkeling van de wijkrevitalisatie in Nederland en Rotterdam ........................... 49 6.1.2 Veiligheidsbeleid in Rotterdam ............................................................................................ 53 6.2 Ontwikkeling van de wijkrevitalisatie in de Tarwewijk ............................................................... 57 6.3 Ontwikkeling van de wijkrevitalisatie in Pendrecht .................................................................... 66 6.3.1 De fysieke vernieuwing van Pendrecht ................................................................................ 69 7. Conclusie & Discussie ........................................................................................................................ 76 7.1 Stedenbouwkundige factoren die van invloed zijn op het ontstaan van sociale problemen ..... 77 7.2 Aanbevelingen voor een succesvol beleidsproces ...................................................................... 79 Referenties ............................................................................................................................................ 83 3 1. Introductie ‘Verloedering arme wijken neemt toe, politiek moet ingrijpen’, ‘Problemen in achterstandswijken nemen sneller toe’ en 'Als we niks doen dan wordt het hier een ghetto'; dit zijn zomaar een aantal krantenkoppen die begin 2020 in het nieuws kwamen. Uit onderzoek bleek dat problemen in achterstandswijken steeds meer toenamen. Ook in Rotterdam was dit het geval. Verschillende wijken in het zuiden van de stad werden geteisterd door jeugdbendes en steekincidenten. Hoewel deze problemen begin 2020 oplaaiden, is dit niet iets nieuws; criminaliteit is al jarenlang een groot probleem in Rotterdam-Zuid. Dit hangt samen met een verminderde leefbaarheid in veel wijken op sociaal- economisch, maar ook op fysiek gebied. Al sinds de jaren ‘80 wordt getracht de veiligheid door een combinatie van sociale, economische en fysieke maatregelen te verbeteren, en hoewel dit in veel gevallen tot enige verbetering heeft geleid, zijn de problemen nog steeds evident. In 2010 werden de problemen in Rotterdam-Zuid zelfs als van on-Nederlandse grootte bestempeld (Deetman en Mans, 2010). Sinds 2011 is daarom het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) in het leven geroepen: een integraal rijksprogramma met als doel de leefbaarheid op Zuid te verbeteren. Na bijna tien jaar lijkt er inderdaad verbetering op Zuid te zijn opgetreden en het NPRZ oogst lof. Begin dit jaar (2020) is het NPRZ dan ook uitgeroepen tot de meest positieve overheidsorganisatie van Nederland (Mulders, 2020). Veel andere steden kijken naar de uitwerking van deze vernieuwende en grootschalige aanpak. Zo heeft de burgemeester van Amsterdam, Femke Halsema, aangegeven dat zij dit als mogelijke strategie ziet om de problemen in Amsterdam Zuidoost aan te pakken (AT5, 2019). Andere wijken, zoals in Amsterdam, hebben echter een hele andere context, historie en ontwikkeling dan de wijken in Rotterdam-Zuid. De vraag is wat zij kunnen leren van de aanpak van Rotterdam om hun achterstand weg te werken. Met andere woorden; in hoeverre is de Rotterdamse aanpak specifiek bruikbaar voor de situatie in Rotterdam? In wetenschappelijke literatuur wordt vaak het belang van plaats-specifieke maatregelen in de wijkvernieuwing benoemd. Echter wordt in de praktijk ook vaak gekeken naar succesvolle strategieën in andere (internationale) steden. Met deze scriptie wil ik een bijdrage leveren aan deze discussie door middel van het analyseren van beleid voor twee verschillende wijken met een verschillende stedenbouwkundige structuur binnen dezelfde stad, om zo inzicht te krijgen