Download PDF Van Tekst
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap. Deel 80 bron Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap. Deel 80. J.B. Wolters, Groningen 1966 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_bij005196501_01/colofon.php © 2012 dbnl i.s.m. 2 [Mededeling] Vlak voor het afdrukken van de Bijdragen en Mededelingen bereikte het bestuur van het Historisch Genootschap het ontstellende bericht dat zijn voorzitter geheel onverwacht was overleden. Als 2e en 1e secretaris, maar vooral als voorzitter heeft prof. dr. C.D.J. Brandt ontzettend veel voor het Genootschap gedaan. Wij zijn hem daarvoor grote dank verschuldigd. Het bestuur rouwt en alle leden zullen hem missen, vooral bij de jaarvergaderingen op zijn vertrouwde plaats achter de katheder en daarna achter de bestuurstafel in de uitoefening van zijn presidium. Een herinnering, die ons bij zal blijven. J.H. Kernkamp Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap. Deel 80 3 [Verslag] Verslag van de Algemene Vergadering van de Leden van het Historisch Genootschap gehouden op dinsdag 2 november 1965 in Esplanade te Utrecht Volgens de presentielijst zijn aanwezig de leden en introducé's: W. Jappe Alberts J.C. Andries J.A. van Arkel M.M. de Bakker H.L.T. de Beaufort P.J.W. Beltjes E. van Beusekom K.W.L. Bezemer J.G. de Bie Leuveling Tjeenk-Brands M. de Block J.C. Boogman J.A. Bornewasser A.G. Bosch J.W. Bosch C.D.J. Brandt J. Brandt-van der Veen E.A.B.J. ten Brink I.J. Brugmans W.A. Brummel J.R. Bruijn M.G. Buist M.P. van Buijtenen M. van der Bijl R.C. van Caenegem J.W.C. van Campen A.C. Carter-Le Mesurier A.A. Cense W.Ph. Coolhaas W.A.H. Crol C. Dekker A.Th. van Deursen F.L. Diekerhoff J.G. van Dillen Z.R. Dittrich J. Dommisse J.D. Dorgelo B. Dorsman H.W. von der Dunk E. van Dijk Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap. Deel 80 H. Dijkstra B. Ebels-Hoving J.L. van Essen D.J. Faber R. Feenstra P.H. Gallé H.A. Enno van Gelder H.J. de Graaf E.G. Groeneveld D. Grosheide C.F. Gülcher E. van Gulik J. Haak C. van de Haar S. Hart P. van Hees H. van Heiningen B.H.D. Hermesdorf J. van Heijst W.J. van Hoboken J.H. van den Hoek Ostende J. Holleman J. Hollestelle G.J. Hooykaas J.A. van Houtte F.W.N. Hugenholtz Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap. Deel 80 4 W. Inden J.F. Jacobs L. Jansen Th.E. Jensma M.J. Jochems G. Jongbloet-van Houtte G.J.W. de Jongh J.A.F. de Jongste M.W. Jurriaanse C.A. van Kalveen J.H.P. Kemperink J.H. Kernkamp C. van de Kieft E.H. Korvezee H. Kroeskamp J.G. Kruisheer F.H.J. Lemmink A.F. Mellink P. van der Meulen Th.J. Meijer A. de Meijer F.E.J. Milo-van Everdingen H.J. Mijjer D. Nauta H.R. van Ommeren D.P. Oosterbaan M.E. van Opstall J.K. Oudendijk J. Platteel J.J. Poelhekke H.J. Prakke R.A.D. Renting M.P.H. Roessingh D.J. Roorda C.A. Rutgers L.W.G. Scholten G. van Schravendijk-Berlage J.W. Schulte Nordholt R.L. Schuursma J. Sibinga Mulder F.S. Sixma van Heemstra J.Th. de Smidt M.P.G. Spiertz J.G. Stork-Penning J.J. van Stuyvesant Meyen P.J.Th. Tammes C.A. Tamse Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap. Deel 80 F.B.M. Tangelder J.J. Temminck J. den Tex L. van Tongerloo A.J. Veenendaal D. van Velden A.J. van de Ven G.H. Verbist P. Verhoog J.C. Visser C.W. Visserman-van Roon E. Vroom E.L. Waardenburg S.L. van der Wal H. Wansink E.H. Waterbolk A.G. Weiler C.B. Wels J.F.A.N. Weijling J.M. van Winter J.J. Woltjer J. Woltring A.M. van der Woude S.B.J. Zilverberg S.H.A.M. Zoetmulder A. Zijp Eén handtekening was onleesbaar. De voorzitter, prof. dr. C.D.J. Brandt, opent de vergadering te kwart voor elf met de volgende rede: Dames en Heren, Wederom zijn wij bijeen in de Algemene Vergadering van het Historisch Genootschap en wederom toont U door Uw grote Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap. Deel 80 5 opkomst, dat dit jaarlijkse samenzijn door U gewaardeerd wordt. Ik heet U van harte welkom! Een welkom, dat in de eerste plaats gericht is tot de beide sprekers: prof. dr. R. van Caenegem, die vanmorgen een rechtshistorisch facet uit de geschiedenis van de Zuidelijke Nederlanden voor ons zal belichten, en dr. J.W. Schulte Nordholt, die vanmiddag onze kennis zal verdiepen van de Nederlanders in Nieuw-Nederland. Een welkom ook aan ons erelid, prof. dr. J.A. van Houtte, wiens aanwezigheid in deze bijeenkomst een verheugende traditie aan het worden is. Onze andere trouwe comparant uit het Zuiden, ons erelid prof. dr. H. van Werveke, moet dit jaar, helaas om gezondheidsredenen, verstek laten gaan. Het Utrechtse bestuur van ons Genootschap is in het afgelopen jaar met één lid uitgebreid en wel door de opneming daarin van dr. M.P. van Buijtenen, rijksarchivaris in de provincie Utrecht. Het heeft ons zeer verheugd, dat hij aan onze uitnodiging gevolg heeft willen geven, zowel om zijn persoon als om zijn kwaliteit. In de verdeling van de functies heeft een verandering plaatsgevonden. Dr. Van Buijtenen heeft die van 2e secretaris overgenomen van prof. dr. J.C. Boogman en prof. dr. W. Jappe Alberts zal voortaan het beheer over de gelden voeren. Gaarne breng ik ook hier hartelijk dank aan de oud-rijksarchivaris, dr. A.J. van de Ven, voor de wijze, waarop hij zovele jaren het penningmeesterschap van ons Genootschap, dat waarlijk geen sinecure is, heeft vervuld. Het verheugt ons, dat dr. Van de Ven zich bereid heeft verklaard lid van ons bestuur te blijven. Ons Algemeen Bestuur heeft dit jaar kort na elkaar twee grote verliezen geleden door het overlijden van prof. dr. A.J.C. Rüter en van prof. dr. P.W.A. Immink. Beiden hebben jarenlang deel uitgemaakt van ons bestuur, eerst van het Utrechtse bestuur, daarna van het Algemene. Aan beide geleerden is ons Genootschap grote dank verschuldigd; beiden leefden met hun volle aandacht mee met ons Genootschap, van beider aandeel in de besprekingen op onze vergaderingen, van beider adviezen heeft het bestuur steeds geprofiteerd. Aan prof. Rüter hebben onze leden, neen, heeft de hele historische wetenschap in ons land bovendien nog te danken de zo belangrijke uitgave van de Gouverneursrapporten, waarvan hij, helaas, de voltooiing niet heeft mogen beleven. Het is hier de plaats noch mijn taak om de betekenis van beide geleerden voor het historische Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap. Deel 80 6 wetenschap in het algemeen te schetsen. Hier volsta ik met te zeggen: zij hebben een eigen plaats in ons Genootschap verworven; wij zullen hen niet vergeten. In de drie vacatures in ons Algemene Bestuur is voorzien door de benoeming van prof. dr. I. Schöffer (vacature-Rüter), prof. mr. J.Th. de Smidt (vacature-Immink) en prof. dr. A.G. Weiler (vacature-Post). Het ledental van het Genootschap heeft ook dit jaar weer een, zij het bescheiden, stijging vertoond: het nam in totaal toe met 18, van 914 tot 932. Het grootste deel van deze stijging kwam merkwaardigerwijze voor rekening van de buitenlandse leden, die van 83 op 93 kwamen. De gewone leden boekten slechts een vooruitgang van 5 en kwamen daarmee op 802; de leden-instellingen stegen van 25 naar 28, terwijl de 9 ereleden gelijk in getal bleven. Ik ga over naar wat het belangrijkste van dit jaarverslag is: de stand van de publikaties van ons Genootschap. En dan begin ik met mij namens het bestuur op de borst te slaan, omdat het ons, nadat ik driemaal achtereen in dit verslag van ons falen in dit opzicht heb moeten melding maken, dit jaar gelukt is om de Bijdragen en Mededelingen op tijd, d.w.z. vóór deze vergadering aan U toe te zenden. Als ik zeg, dat het ‘ons’ gelukt is, dan is dit ‘totum pro parte’, want de verdienste hiervoor komt in de eerste plaats toe aan onze eerste secretaris en zijn hulp achter de Instituutsschermen. En U kunt bepaald niet zeggen, dat het ditmaal heeft kunnen lukken, omdat het zo'n dun deeltje was: 605 bladzijden en met een zo gevarieerde inhoud. Dat wij gemeend hebben om alle ingekomen kopij in dit deel te moeten afdrukken en daardoor de B. en M. deze keer omvangrijker hebben gemaakt dan als regel het geval is, vindt zijn oorzaak overigens niet alleen in de behoefte van ons bestuur, de auteurs van de inzendingen met een onmiddellijke plaatsing genoegen te doen. Bij ons heeft ook meegespeeld de overweging, dat wij zagen aankomen, dat ook dit jaar geen van de op stapel staande delen van de Werken aan U zou kunnen worden toegezonden. Maar voordat ik U het hoe en waarom daarvan ga uitleggen, wil ik U ook van deze plaats af nog eens op het hart binden, wat U reeds op de convokatie voor deze vergadering hebt kunnen lezen: als U het voornemen hebt kopij voor de B. en M. in te zenden, dan dient U hiervan vóór 1 januari van het jaar van publikatie aan de 1e secretaris kennis te geven; de uiterste ter- Bijdragen en Mededelingen van het Historisch Genootschap. Deel 80 7 mijn voor inzending van de persklare kopij, die getikt moet zijn op het speciaal hiervoor bestemde papier van de firma Wolters, dat U op aanvraag wordt toegezonden, is 1 maart van het jaar in kwestie.