Landgoed De Beylevelden, Groenekanseweg 103-121, Groenekan (Gemeente De Bilt)
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Landgoed De Beylevelden, Groenekanseweg 103-121, Groenekan (gemeente De Bilt) Een Bureauonderzoek M. Hanemaaijer R.M. van der Zee 2 Colofon ADC Rapport 3496 Landgoed De Beylevelden, Groenekanseweg 103-121, Groenekan (gemeente De Bilt) Een Bureauonderzoek Auteurs: M. Hanemaaijer en R.M. van der Zee In opdracht van: Dhr. A.R. Beyleveldt © ADC ArcheoProjecten, Amersfoort, 14 oktober 2013 Foto’s en tekeningen: ADC ArcheoProjecten , tenzij anders vermeld Status onderzoek: concept 14-10 -2013 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgevers. ADC ArcheoProjecten aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek. Autorisatie: C.Y. Burnier ISSN 1875-1067 ADC ArcheoProjecten Postbus 1513 3800 BM Amersfoort Tel 033-299 81 81 Fax 033-299 81 80 Email [email protected] 3 Inhoudsopgave Samenvatting 4 1 Inleiding en administratieve gegevens 7 2 Bureauonderzoek 8 2.1 Doelstelling en vraagstelling 8 2.2 Methodiek 8 2.3 Resultaten 9 2.4 Gespecificeerde verwa chting en conclusie 14 3 Aanbeveling 15 Literatuur 16 Geraadpleegde websites 16 Lijst van afbeeldingen en tabellen 16 4 Samenvatting In opdracht van dhr. A.R. Beyleveldt heeft ADC ArcheoProjecten in september en oktober 2013 een bureauonderzoek uitgevoerd op de locatie Groensekanseweg 103-121 te Groenekan (gemeente De Bilt). Aanleiding is de voorge nomen aanleg van een landgoed. Op basis van het bureauonderzoek werd een gespecificeerde verwachting opgesteld. Het plangebied is strekt zich uit in het dekzandlandschap ten westen van de stuwwal van de Utrechtse Heuvel, dat na ontginning en afgraving van het veen vanaf de Late Middeleeuwen is ontgonnen. Vuursteen strooiingen in Groenekan tonen aan dat reeds in het Laat Paleolithicum en Mesolithicum jager-verzamelaars in het gebied actief waren. In het Laat-Mesolithicum en Neolithicum gingen zij zich in t oenemende mate met landbouw bezighouden. Zij vestigden zich bij voorkeur op de hogere delen van het dekzandlandschap aan de randen van de Heuvelrug. Op basis van de landschappelijke situatie van het plangebied en waarnemingen in de omgeving moet daarom in de top van het dekzand rekening worden gehouden met archeologische resten uit het Laat Paleolithicum, Mesolithicum en Neolithicum. Deze kunnen bestaan uit strooiingen van vuursteen en aardewerk. Eventuele grond sporen (uitgezonderd diepe paalsporen, water putten et cetera) zullen zich binnen c irca 25 cm beneden de top van het dekzand bevinden . Ondiepe sporen zullen evenwel als gevolg van grondbewerking in de Late Middeleeuwen en de Nieuwe tijd zijn verstoord. Vanaf het Atlanticum (circa 8.800 jaar geleden) begon het dekzandlandschap langzaam te vernatten. Als gevolg van het ontstaan van de rivier de Vecht versnelde dit proces en ontstond en uitgestrekte veenmoerassen. Aangenomen wordt dat de mensen die in het veengebied woonden vertrokken naar hoger gelegen gebieden. De kans op archeologische resten uit de Bronstijd, IJzertijd, Romeinse tijd en Vroege Middeleeuwen wordt daarom gering geacht. Bovendien werd het ‘Oostveen’ in de 13e/14e eeuw ontgonnen en afgeveend. Laatmiddeleeuwse sporen van grondbewerking ku nnen dus wel verwacht worden. In de Late Middeleeuwen waren de percelen ter plaatse van h et plangebied in eigendom van een kloosterorde, de Duitse Orde in het Nederlandse Balije, die hier omstreeks 1751 een boerderij liet bouwen. Rondom de boerderij, die nog steeds bestaat, moet rekening worden gehouden met resten van bijgebouwen, afvalkuilen e.d. Hoewel in de 17 e en 18 e eeuw in de omgeving van het plangebied verschillende landgoederen en buitenplaatsen ontstonden (Stichtse Lustwarande), maakte het plangeb ied hier geen deel van uit. Sporen van historische tuinaanleg worden daarom niet verwacht. Op grond van de archeologische verwachting voor de periode Laat Paleolithicum, Mesolithicum en Neolithicum alsmede de Late Middeleeuwen (vanaf de 14 e eeuw) en Nieuwe tijd wordt geadviseerd ter plaatse van de toekomstige nieuwbouw een Inventariserend veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek uit te voeren. Dit onderzoek heeft als doel de bodemopbouw en de intactheid ervan te bepalen. Hierbij moet worde n opgemerkt dat in overeenstemming met het binnen de gemeente vigerende archeologiebeleid geen onderzoek de delen van het plangebied die in de zone ‘te Verwachten Archeologische Waarden 5’ (VAW 5) noodzakelijk is. In de delen van het plangebied waar d e sloop van bestaande opstallen, de aanleg van ondergrondse infrastructuur en de aanplant van bomen is voorzien, wordt gezien de relatief beperkte bodemverstoring geen nader onderzoek geadviseerd. Wij wijzen u erop dat de bevoegde overheid op basis van di t rapport een selectiebesluit neemt. De mogelijkheid bestaat dat dit selectiebesluit afwijkt van het door ons opgestelde advies. 5 6 Tabel 1. Overzicht van de verschillende (pre)historische perioden. Periode Afkorting Tijd in jaren Nieuwe tijd NT 1500 - heden Middeleeuwen : XME 450 – 1500 na Chr. Late Middeleeuwen LME 1050 - 1500 na Chr. Vroege Middeleeuwen VME 450 - 1050 na Chr. Romeinse tijd : ROM 12 voor Chr. – 450 na Chr. Laat-Romeinse tijd ROML 270 - 450 na Chr. Midden-Romeinse tijd ROMM 70 - 270 na Chr. Vroeg-Romeinse tijd ROMV 12 voor Chr. - 70 na Chr. IJzertijd : IJZ 800 – 12 voor Chr. Late IJzertijd IJZL 250 - 12 voor Chr. Midden-IJzertijd IJZM 500 - 250 voor Chr. Vroege IJzertijd IJZV 800 - 500 voor Chr. Bronstijd : BRONS 2000 - 800 voor Chr. Late Bronstijd BRONSL 1100 - 800 voor Chr. Midden-Bronstijd BRONSM 1800 - 1100 voor Chr. Vroege Bronstijd BRONSV 2000 - 1800 voor Chr. Neolithicum (Jonge Steentijd) : NEO 5300 – 2000 voor Chr. Laat-Neolithicum NEOL 2850 - 2000 voor Chr. Midden-Neolithicum NEOM 4200 - 285 0 voor Chr. Vroeg-Neolithicum NEOV 5300 - 4200 voor Chr. Mesolithicum (Midden-Steentijd) : MESO 8800 – 4900 voor Chr. Laat-Mesolithicum MESOL 6450 - 4900 voor Chr. Midden-Mesolithicum MESOM 7100 - 6450 voor Chr. Vroeg-Mesolithicum MESOV 8800 - 7100 voor Chr. Paleolithicum (Oude Steentijd) : PALEO tot 8800 voor Chr. Laat-Paleolithicum PALEOL 35.000 - 8800 voor Chr. Midden-Paleolithicum PALEOM 300.000 – 35.000 voor Chr. Vroeg-Paleolithicum PALEOV tot 300.000 voor Chr. Bron: Archeologisch Basis Register 1992 7 1 Inleiding en administratieve gegevens In opdracht van dhr. A.R. Beyleveldt heeft ADC ArcheoProjecten in september en oktober 2013 een bureauonderzoek uitgevoerd op de locatie Groensekanseweg 103-121 te Groenekan (gemeente De Bilt; afb. 1 en 2). Aanleiding is de voorgenomen aanleg van een landgoed. Het plangebied ligt in een gebied waar een gemeentelijk archeologisch beleid is vastgesteld (afb. 3). Het deel nabij de Groenekanseweg ligt in de zone ‘te Verwachten Archeolog ische Waarden 1’ (VAW 1). 1 In deze zone is bij bodemingrepen groter dan 100 m 2 en dieper dan 30 cm –mv voorafgaand aan ruimtelijke planvorming archeologisch onderzoek verplicht. Het overige deel van het plangebied strekt zich grotendeels uit in de zone ‘te Verwachten Archeologische Waarden 1’ (VAW 2). In deze zone is bij bodemingrepen groter dan 500 m 2 en dieper dan 30 cm –mv voorafgaand aan ruimtelijke planvorming archeologisch onderzoek verplicht. Tenslotte vallen enkele delen van het plangebied in de zon e ‘te Verwachten Archeologische Waarden 4’ (VAW 4). In de zone geldt een vrijstelling voor archeologisch onderzoek. Ten behoeve van het verkrijgen van een omgevingsvergunning in de zones VAW 1 en VAW 2 dien t de initiatiefnemer een rapport te overleggen w aarin naar oordeel van de bevoegde overheid de archeologische waarde van het plangebied voldoende is vastgesteld. In het kader van dit proces heeft het in dit rapport beschreven onderzoek plaatsgevonden. In Nederland dient he t vaststellen van de archeolog ische waarde van een plangebied te gebeuren op grond van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA versie 3.2). 2 Gemeenten kunnen hierop aanvullende uitvoeringskaders vaststellen. De gemeente De Bilt heeft voor zover bekend echter geen aanvullende uit voeringskaders vastgesteld voor het uitvoeren van archeologisch vooronderzoek, noch zijn deze voor dit project afzonderlijk opgesteld. Dit onderzoek is dus gebaseerd op de algemene criteria die in de KNA staan geformuleerd. De volgende administratieve gegevens zijn van toepassing: Opdrachtgever: Dhr. A.R. Beyleveldt Soort onderzoek: Bureauonderzoek Aanleiding: aanleg landgoed Locatie: Groenekanseweg 103, 113, 117, 119 en 121 Plaats: Groenekan Gemeente: De Bilt Provincie: Utrecht Kadastrale gegevens: gemeente Maartensdijk sectie L nummers 1481 (gedeeltelijk), 1483, 1485 en 1569 (gedeeltelijk) Kaartblad: 31H Oppervlakte plangebied circa 12,4 ha Coördinaten: NW: 139.595 / 481.027 ZO: 139.669 / 480.423 ZW: 139.404 / 480.487 NO: 139.779 / 480.724 Bevoegde overheid met contactgegevens: Gemeente De Bilt Postbus 300 3720 AH Bilthoven Deskundige namens de bevoegde overheid met dhr. P.C. de Boer (Omgevingsdienst regio Utrecht) contactgegevens: tel.: 030 6999562 e-mail: [email protected] ARCHIS-onderzoeksmeldingsnummer (CIS -code): 58478 ADC-projectcode: 4150747 Auteur: M. Hanemaaijer en R.M. van der Zee Projectmedewerker(s): n.v.t. 1 Wink 2013. 2 SIKB 2010. 8 Autorisatie: C.Y. Burnier Periode van uitvoering: september en oktober 2013 Beheer en plaats documentatie: ADC ArcheoProjecten bv, Amersfoort Beheer en plaats digitale documentatie (e -depot): http://persistent-identifier.nl/?identifier=urn:nbn:nl:ui:13