tussen de rails

In de loop der jaren raakten ook de fenheden. Niet als een karrespoor met oudere wegen geasfalteerd. Tenslotte zijn kuilen en plassen.3) De combinatie volgden nog de opritten naar de boerde­ van ijzeren wielen en staven leidde daar­ rijen. In een verstild landschap valt nog enboven tot een ongekend lichte wrijving. wel eens een karrespoor te ontwaren. De Nu nog een stevig baanlichaam eronder waarneming ervan wekt gedachten op en een paard kon de was doen. Maar aan het wegennet van weleer. intussen was de stoommachine uitgevon­ den en vervolgens listig op een karretje | Wegen in soorten gemonteerd. De eerste treinrit kon begin­ V Zo'n anderhalve eeuw terug waren er nen. Engeland had de primeur. De eerste meer soorten wegen dan nu. Technisch Nederlandse lijn kwam gereed in 1839. gezien lieten er zich zes soorten onder­ Hij liep tussen Amsterdam en Haarlem, scheiden: de zand-, puin- en grindweg en langs de trekvaart. De opening voor de ook de steenslagweg, de klinker- en de publieke dienst was op 24 september.4) keiweg. Ze staan hier genoemd in volg­ Trekschuit en diligence hadden het nakij­ 1 orde van kwaliteit. ) De zandweg was dus ken. De exploitatie van het lijntje (en van de minste: des zomers mul en in de winter de spoedige uitbreiding tot Rotterdam) slijkerig. Van naar Groenekan kwam in handen van de Hollandsche liep een puinweg. Zo'n weg was dan wel IJzeren Spoorweg Maatschappij, afge­ een klasse beter maar toch vol gebreken. kort HIJSM. Met deze NV zouden B en Het bakgesteente werd gaandeweg ver­ W van ook te maken krij­ pulverd door de wagenwielen en bij 'dooi gen. Maar dat was eerst in 1871, ruim der­ weer' verzonk de verharding in de nattig­ tig jaar later. heid. De Groenekanse weg kon er dan ook in die dagen uitzien als de Kooidijk Landelijke stilte nu. Schilderachtig weliswaar, maar moei­ Voorlopig heerste in het gebied tussen lijk begaanbaar. In 1851 ontving de Voordorpsedijk en Nieuwe Wetering nog gemeente een brandbrief van het provin­ een landelijke stilte. Een blaffende hond, ciaal bestuur over deze weg. Die zou door een loeiende koe, een hotsende boerenkar 'het natte weder' en 'het onophoudelijk op de puinweg en het geratel van wagen­ rijden van gierwagens' onbegaanbaar wielen op de klinkerweg naar HilversümT zijn. De aanwonenden werd bevolen de Dat waren toentertijd de verst dragende weg binnen acht dagen in de vereiste toe­ geluiden van alledag. Misschien viel bij stand te brengen. De 'dijkpligtigen' sta­ noordwestenwind het bedrijvig hamerge- ken de koppen bij elkaar en ieder leverde klop van de scheepswerf te te vervolgens zijn wettelijk aandeel in het 2 horen. Daar werden solide pramen en onderhoud. ) schouwen gemaakt, al vanaf 1834.5) Want er was in deze contreien nog heel Een ijzeren weg wat transport te water o.a. van stalmest, Van de hier genoemde wegsoorten was de zand en turf. Op woensdag en vrijdag keiweg nog wel de beste. Hij verdroeg voer een beurtschipper van Groenekan elke vracht en liet zich niet verbrijzelen naar . Zijn tocht ging via de Bis­ door de ijzeren velgen van de houten schopswetering, de Maartensdijkse raderen. Maar de spoorweg versloeg ten­ Vaart, de Blauwkapelse fortgracht, het slotte alles. Het werd de kunstweg bij uit­ Zwarte Water, de Singel en de Oude stek. Van der Woud noemt deze wegsoort Gracht tot aan de Viebrug. De schipper de perfectionering van de bestaande weg­ nam mee: eieren, kaas en een nuchter techniek. Het was een spoor zonder onef­ kalf. Hij kwam o.a terug met: zout, olie, koffie, een anker wijn en een kruik jene­ seum. De feestelijk versierde locomotief ver.6) sleepte haar rijtuigen langs fort Blauwka­ pel door Groenekan-Wesrzijde, de Nieuwe Wetering, Maartensdijk en Hol- Beperkte ingrepen 10 Dit kleinschalig netwerk van land- en landsche Rading naar Hilversum. ) Ook waterwegen werd aan de zuid- en west­ bij de bewaakte overgang in Groenekan grens enigszins gewijzigd door de bouw hadden zich die dag nieuwsgierige men­ van een drietal forten. Met de aanleg van sen verzameld. Terloops zij nog vermeld, fort , omstreeks 1818, ging de dat in Blauwkapel deze HIJSM-Iijn over rechtstreekse verbinding tussen Voor- die van de NCS liep. Het was oppassen dorpsedijk enGageldijk verloren. De for­ geblazen bij dit kruispunt. Er werd dan ook een speciaal seinreglement voor ont­ ten Ruigenhoek en Voordorp kwamen 11 een halve eeuw later tot stand, tussen worpen: Il pagina's met 14 artikelen. ) 1867 en 1870. De bouw ervan noopte tot Niettegenstaande ging er soms iets mis. In beperkte ruimtelijke aanpassingen. O.a. 1897 reed een losse machine door een werden de onderbroken dijkwegen om de onveilig sein en kwam in botsing met een forten gevoerd.7) De zware kanonnen HIJSM-trein. Beide locomotieven ont­ spoorden. De machinisten en een passa­ van deze verdedigingswerken zijn nooit in 12 actie gekomen. In de meidagen van 1940 gier werden licht gewond. ) De zag het er even dreigend uit. De comman­ kruispuntwachter verleende eerste hulp. dant van het fort Ruigenhoek liet drie (houten) boerenhuizen platbranden om De stilte verdreven een vrij schootsveld te krijgen.8) Hij was Het verwerven van de benodigde gronden vast van plan de vijand warm te onthalen. voor zo'n spoorlijn liep lang niet altijd Maar de capitulatie maakte ook aan deze gladjes. Er stonden soms taaie onderhan­ defensieve operatie een einde. Sedertdien delingen te wachten. Zo o.a. in 1862 met veranderden de forten van gedaante. Het Jan Teunisje Bos, landbouwer wonende zijn nu vredige oorden vol groen en gevo­ aan de Groenekanse steeg, tegenover de gelte. Wie weet welk een schoon lot de weg naar Beukenburg. Zijn hoeve rijksweg nog is beschoren. dateerde van 1798. In 1825 was in de nabijheid ervan enige grond gekocht voor Tussen de rails de aanleg van een kleine begraafplaats. Werkelijk ingrijpend werd de aanleg en Koper was de kerkvoogdij van de Neder­ exploitatie van twee spoorwegen door dit lands Hervormde Gemeente te Blauwka­ besloten agrarisch gebied. De eerste had pel.13) De dodenakker lag, sober getooid zijn beginpunt in Utrecht, ongeveer waar met enig geboomte, op een steenworp het huidige stationsterrein is. Hij liep afstand van het e'rf. Dit keer kwam de door Blauwkapel, Groenekan en Biltho- vraag om een hoeveelheid roeden en ellen ven langs tot (aanvankelijk) van een vreemd soort onderneming: een Hattem. De opening was in de zomer van spoorwegmaatschappij. Volgens het plan 1863. De exploitant was een kleine maat­ was het enkele spoor ter plaatse geprojec­ schappij: De Nederlandsche Centraal teerd tussen boerderij en begraafplaats. Spoorweg Maatschappij, afgekort NCS. Met dubbelspoor in de nabije toekomst De al eerder genoemde HIJSM werd in was al gerekend. Zelfs erf en boomgaard 1870 concessie verleend tot aanleg en zouden een veer moeten laten. Het over­ exploitatie van een spoorweg van Amster­ grote deel van het bouwland kwam te lig­ dam over Hilversum naar Utrecht en één gen aan gene zijde van de baan. De over Amersfoort en Apeldoorn naar Zut- begraafplaats bleef onaangetast. Het phen. Beide lijnen werden tenslotte langs geraas van de treinen zou de doden niet Hilversum geprojecteerd. Dit domme­ deren. Wel zou het van dag tot dag, op lende dorp werd plotseling spoorweg­ gezette tijden, de gewijde stilte gaan ver­ knooppunt.9) Op 10 juni 1874 vertrok de drijven en bij gelegenheid het gedenken eerste trein van het nieuwe Utrechtse sta­ verstoren. Dat alles was onontkoombaar tion Maliebaan, thans spoorwegmu­ en voorgoed, tot in lengte van dagen. Veel schoolkinderen DE GROETEN VAN ZWALUWENBERG uit Utrecht hadden goede herinneringen aan de halte van Hoi- landsche Rading vanwege het uitstapje naar deze speeltuin, (eigendom van W. van Keulen)

Halte, Hoîland^aberadin^ Zwaluwenberg. . 't

Een karrevracht geld naar Groenekan. Dat was de wraak Het contract werd getekend op 24 van de spoorwegmaatschappij op een februari 1863 ten kantore van Hendrik boer, die zich naar waarde liet betalen en Duyfjes, notaris te Utrecht. Het geschre­ ook verlies van woongenot in rekening ven document telde 8 artikelen. Het bracht.15) tweede ervan bevatte de bepaling, dat aan In het onderhavige contract wordt het de verkoper de nog te rooien bomen toe­ woonoord van landbouwer Bos omschre­ kwamen. Een boer liet zoiets vastleggen. ven als: aan de Blauwkapel. Die plaatsbe­ Geboomte was schaars in die tijd. Wat er paling was terecht. Immers daar was de aan erfbeplantingen was, stond er niet kerk, de pastorie, het schooltje en de voor de sier, maar had gebruikswaarde. post. Groenekan had in die dagen nog Stammen en takken vonden in en om de niet zozeer een eigen gezicht. Dat laatste boerderij altijd een toepassing.14) Inge­ kwam eerst omstreeks de eeuwwisseling. volge artikel 4 moest de koper, de Neder- landsche Centraal Spoorweg Maatschap­ Groenekansche Dijk-HIJSM pij, zorgdragen voor de aanleg en ook het Over het Groenekans grondgebied liepen onderhoud van de benodigde bruggen, nu twee indrukwekkende sporen. Er kwa­ dammen, hekken, duikers en verdere men treinen uit alle windrichtingen, maar afsluitingen. De verkoper kreeg het recht geen die aanlegde. Dat verdroot het op twee overwegen, voorzien van behoor­ gemeentebestuur. In 1881 werd bij de lijk hek- en sluitwerk. Het vee mocht HIJSM geprobeerd een halte te verwer­ immers geen gevaar lopen. Bos kreeg de ven voor deze buurtschap. Maar de bur­ sleutels in bewaring van de hangsloten. gervader kreeg nul op het rekest.16) Toch En dan tenslotte de koopsom: die stond zou het er van komen. In 1885 besloot de genoemd in artikel 7 en bedroeg 7000 gul­ HIJSM stoptreinen te laten lopen tussen dens. Dat bedrag mocht er zijn. De Hilversum en Utrecht.17) Ook in Groene­ familie-overlevering wil dat de NCS het kan werd een halte gemaakt, aan de zuid­ bedrag in muntstukken van een gulden zijde van de desbetreffende overweg. Aan uitbetaalde. Al dit metaal was te zwaar elke kant van de rails werd een strook om te torsen. De verkoper moest een kar grond geëffend, een pad gemaakt. Zo'n laten komen voor het transport van dit geëffende strook werd een perron ge- noemd. Tien jaar later werd op het perron

Halte Groenekan-NCS Loc 199: de Reiger, de stoombel op het In het begin van de 1890-er jaren was er dak van het machi- ook al wel eens geboemeld tussen Utrecht nistenhuis. en Amersfoort. In 1892 werd dit baanvak van een dubbelspoor voorzien. Vervol­ doende overwegwachter deze lichten. gens werd besloten tot een buurtdienst Het is niet doenlijk van het rollend mate­ per 1 mei 1895.24) Ook bij de overweg in rieel een beknopte beschrijving te geven. Groenekan (richting De Bilt) kwam een Het was in de loop der jaren een komen en zgn. stopplaats. Aan elke kant van het gaan van types. Vandaar een momentop­ dubbelspoor, even noordelijk van de val- name: in 1886 stopte hier dagelijks een bomen werd daartoe een aarden perron zgn. tenderloc, met aanhang. Deze was gemaakt. In 1896 werd de halte voorzien van de serie 136, gemaakt bij Borsig in van een stopbord. De reiziger diende zich Berlijn. Het was een kleine machine met tijdig te melden bij de overwegwachter. grote prestaties. Naast een serienummer Dan kon deze dit bord in de juiste stand droeg dit type ook een (dieren)naam, bij­ brengen om zo het 'lokaaltje' tot stoppen voorbeeld eenhoorn.19) Het gedierte liet te bewegen. In 1898 voerde de NCS op dit vanwege aankomst en vertrek een schel dubbelspoor het zgn. blokstelsel in. Via geluid horen. Een enkele keer toch ook de blokdraad kon aan de volgende post de om een ander zoogdier (in natura) van het komst van een trein worden geseind. In de baanvak te verdrijven. Onder al deze blokleiding zat ook nog een telefoon­ omstandigheden bleven de rijtuigen keu­ draadje. Groenekan-NCS werd ook tot rig in het gelid volgen. Elk van deze rijtui­ blokpost verheven. In 1899 werd de halte gen kon worden verlicht met gas en ver­ klantvriendelijker gemaakt. Op het per­ warmd met stoom. Het geheel bevatte ron richting Utrecht kwam een fraaie zitplaatsen Ie, 2e en 3e klasse en bagage­ houten abri tot stand. Via de grote ramen ruimte. Daarin was dan nog weer een ervan hadden wachtenden zicht op de afsluitbare kast voor de post. Het balkon­ lengterichting der rails. Wie met de trein netje was voorzien van degelijk hekwerk. terugkwam behoefde geen schuilgelegen- In 1921 werd langs fort Blauwkapel een heid. Immers die spoedde zich doorgaans dubbelsporige verbinding gemaakt tussen naar haar of zijn huis in De Bilt of Groe­ de lijn uit Hilversum en die uit Amers­ nekan. In het jaar der eeuwwende werden foort.20) Van de onderhavige halte Groe­ de perrons van een beschoeiing van oude nekan kon nu behalve naar de Biltstraat dwarsliggers voorzien en de toegangen ook naar het zgn. Buurtstation worden verbeterd. Het wachthuisje, gelegen zui- Çraenekcn (Oost), Spoorgezicht. De overwegwachter van Groenekan-Oost voor zijn decoratieve abri, (eigendom SüOOrwecrrnilspviTT]'!

delijk van de overweg bij de boomgaard Biels en Co van Bos, werd enigszins verplaatst. Niettegenstaande haltes in Oost en West Bovendien werd aan de straatkant ervan werd Groenekan niet opgenomen in de een loketraam aangebracht. In 1906 vaart der volkeren. Het bleef forensisme voorzag de NCS de treksluitbomen van op een kleine schaal. Heel de bedrij fs - een hekwerk. Het ongeoorloofd overste­ opstal der beide stopplaatsen werd in de ken van de overweg werd hierdoor na-oorlogse jaren gesloopt. bemoeilijkt. In dat zelfde jaar was een particulier als gevolg van deze handel­ De contouren der plattegronden tekenen wijze door een trein gegrepen en 25 zich nog vagelijk af, terzijde van de over­ gedood. ) wegen. Bij de westelijke overweg stond nog een dienstwoning. Op een dag in 1988 In 1935 vertrokken er gemiddeld 10 tot 15 werd dit unieke bouwwerk geslecht. Een personen per dag en kwamen er 8 tot 10 tijdlang was er een lege plek, ongewoon aan. Er werd geen melding gemaakt van zanderig voor Groenekan. de verkoop van Ie klas kaartjes. Met deze 'lokaaltjes' kon geen ijl- of vrachtgoed Wat nu nog overblijft is een schrijn vol worden meegegeven.26) Op 5 mei 1941 herinneringen aan voorvallen en perso­ hief NS de halte op. De abri had zijn nen. In het eerdergenoemde baanwach- dienst gedaan. In 1942 werd de lijn geëlec- tershuisje woonde vanaf 1935 Willem trificeerd. In de laatste oorlogsjaren Krijgsman met zijn echtgenote en vier trachtten geallieerde vliegers meer dan kinderen. In functie droeg hij een pet met eens het treinverkeer te ontregelen. Op één knoop, het insigne van een blokwach- het land van boer Bos tekenden zich ter. Hij begon zijn loopbaan bij de diverse bomkraters af. Het achterhuis HIJSM in 1905 op 23-jarige leeftijd, als van de boerderij werd een keer goed hulparbeider-knalseinwachter. In 1943 geraakt. ging hij met pensioen. In de meidagen van Tussen 1950 en 1960 werd de automati­ 1940 moesten de inwoners van westelijk sche beveiliging der overwegen inge­ Groenekan evacueren. Krijgsman bleef voerd. Ook in Groenekan-Oost werden eenzaam achter, op de seinpost in het het wachthuisje en het externe beveili­ wachthuis. Alleen een dienstorder van ir. gingsapparaat overbodig. Hupkes had hem van zijn stoel kunnen branden. Zijn latere collega was Engel de namen Wijenberg en Bleijerveld blij­ Koops, geboren alhier in 1899 en ook ven voortleven. Job Wijenberg was de getogen. In 1905 bouwde Koops een huis buur van de familie Evertse, Groenekan- aan het einde van het Rooie Dorp. Daarin seweg 133. De huidige heer des huizes groeiden zijn zes kinderen op. Dertig heeft nog een levendige herinnering aan lange jaren deed hij dienst als wegwerker beide blokwachters. Job Wijenberg was op de spoorbaan van de HIJSM tussen een man, die zwijgzaam en plichtsge­ Blauwkapel en de Nieuwe Wetering. In trouw zijn werk deed in en om het wittig 1942 werd hij blok wachter in Groenekan- wachthuisje van 2Vi bij 3 meter. Bleijer­ Oost en in 1946 in West. Verlate scholie­ veld was meer een gezelligheidsmens. ren gaven voor gesloten bomen vaak luide Had hij dienst, dan was het vrij entree. Bij blijk van ongeduld. Maar Koops koud weer brandde de potkachel. Het bepaalde in alle rust het moment waarop kolenhok buiten was altijd goed gevuld. de overweg door hem werd ontsloten. Af en toe werd bij de halte een kwak Zijn machtige hand kon, zonodig, het kolen afgeworpen. In het najaar werden aanstormend raderwerk tot stilstand op het kacheltje beukenootjes gepoft. Als brengen. Behalve dit alles maakte ook schooljongen kende Co Evertse de halte zijn figuur indruk: fors en zwaarlijvig, als zijn broekzak: de bediening van de sei­ 240 pond. Levenslang werkte hij als een nen, van de spoorbomen en van de tele­ paard: dag- en nachtdienst, een omvang­ foon naar en Blauwkapel. As rijke moestuin en op oudere leeftijd een hij aanwezig was kon Bleijerveld met een handel in oude bielzen. Vakantie kwam in gerust hart een sigaartje gaan kopen in zijn jaarkalender niet voor. Koops het sigarenwinkeltje van Kees de Lange. maakte nooit gebruik van des spoormans Na middernacht bleven de bomen vaak recht om vrij te reizen. Met 61 jaar ging gesloten. De laatste sneltrein en de goede­ zijn pensioen in. Terwijl hij de tuin van rentreinen konden zo geen sterveling een dorpsgenoot omspitte stierf hij, in het belagen. De onverlaat die op een harnas. Dat was op 75-jarige leeftijd in onchristelijk uur nog over wilde, moest 1974. de wachter met luide stem aan zijn plicht herinneren. Van de halte Groenekan-Oost zijn vooral Wim Hoebink

Voetnoten 14) Van der Woud, p. 198 1) Aukevan der Woud, Het lege land, 1987. p. 143 15) Het gewicht van zo'n munt was 10 gram, het 2) Archief der gemeente Maartensdijk, map 285 geheel dus 70 kilo, te veel om op de rug naar 3) Van der Woud, p. 170 Groenekan te dragen. Informatie van de archi­ 4) N.J. van Wijck Jurriaanse, de Holiandsche ijze­ varis van de Rijksmunt ren spoorwegmij., Rotterdam 1975, p. 10 16) Archief der gemeente Maartensdijk, map 314, 5) Th. Schouten, G. Masmeyer en H.W. Ripha- brief 30 april 1881 gen, Groeten uit Westbroek en Achttienhoven, 17) Dr. A. van Hulzen, Stadsblad, 5 april 1989, De Alphen aan den Rijn, 1979, foto 1 met tekst halte Biltstraat, p. 9 BA 6) Ontleend aan expositiemateriaal van Els de Bou­ 18) Raad van Toezicht op de Spoorwegdiensten, ter, Bilthoven Jaarverslagen 1890-1914 7) G. Koppert, de forten rond Utrecht, Utrecht 19) H.J. van Wijck Jurriaanse, Lokaalspoor- en 1987, p. 12 tramwegen van de Holiandsche ijzeren spoor­ 8) Informatie van A.C. Rossewij, Ruigenhoekse- wegmaatschappij, Rotterdam, 1978, p. 89 en 90 dijk 98, Groenekan 20) Raad van Toezicht, Verslag over het jaar 1921 9) G. van Bokhorst, Het leven in Oud-Hilversum, 21) Archief gemeente Maartensdijk, map 36, brief Zaltbommel, 1974, p. 192 29 december 1921 10) A. van Hulzen, Stadsblad, 22 maart 1989, Het 22) Archief Nederlandse Spoorwegen, formulier Maliebaanstation, p. 7 Groenekan-West 11) Seinreglement ter beveiliging van de kruising 23) Maatschappij tot Exploitatie en HIJSM, jaar­ van de NCS en de Oosterspoorweg (zijtak nabij verslag 1930 Blauwkapel), Archief NS 24) N.J. van Wijck Jurriaanse, De Nederlandsche 12) Raad van Toezicht op de Spoorwegdiensten, Centraal Spoorweg Maatschappij, Rotterdam, Verslag over het jaar 1897 1973, p.71 13) Informatie van J. de Gier, Berkenlaan 18, Groe­ 25) Raad van Toezicht, jaarverslag 1906 nekan 26) Mij. tot Exploitatie en HIJSM, jaarverslag 1935

10