La Petite Bande Olv
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
2007-2008 BLAUWE ZAAL DO 24 APRIL 2008 La Petite Bande olv. Sigiswald Kuijken 2007-2008 Bach wo 14 november 2007 KOOR & ORKEST COLLEGIUM VOCALE GENT OLV. PHILIppE HERREWEGHE za 15 december 2007 FREIBURGER BAROckORCHESTER & COLLEGIUM VOCALE GENT OLV. MASAAKI SUZUKI do 24 april 2008 LA PETITE BANDE OLV. SIGISWALD KUIJKEN Bach LA PETITE BANDE SIGISWALD KUIJKEN muzikale leiding SIRI THORNHILL sopraan PETRA NOskAIOVÁ mezzo CHRISTOPH GENZ tenor JAN VAN DER CRAbbEN bas JOHANN SEBASTIAN BACH (1685-1750) Cantate ‘Es ist euch gut, dass ich hingehe’, BWV108 20’ Pictogrammen DeSingel AUDIO gelieve uw GSM uit te schakelen Cantate ‘Wahrlich, wahrlich, ich sage euch’, BWV86 18’ Cantate ‘Sie werden euch in den Bann tun’, BWV44 22’ pauze De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Himmelfahrtsoratorium REAGEER ‘Lobet Gott in seinen Reichen’, BWV11 32’ & WIN Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. Selecteer hiervoor voorstelling/ concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen. Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 > www.tklavervier.be foyer deSingel enkel open bij avondvoorstellingen in rode en/of blauwe zaal open vanaf 18.40 uur kleine koude of warme gerechten te bestellen vóór 19.20 uur broodjes tot net vóór aanvang van de voorstellingen en tijdens pauzes Hotel Ramada Plaza Antwerp (Desguinlei 94, achterzijde torengebouw ING) inleiding door Dirk Moelants, 19.15 uur, kleine zaal > Restaurant HUGO’s at Ramada Plaza Antwerp begin 20.00 uur open van 18.30 tot 22.30 uur pauze omstreeks 21.05 uur > Gozo-bar einde omstreeks 22.00 uur open van 10 uur tot 1 uur, uitgebreide snacks tot 23 uur teksten programmaboekje Dirk Moelants deSingelaanbod: tweede drankje gratis bij afgifte van uw toegangsticket coördinatie programmaboekje deSingel BACHS HEMELVAART Hemelvaart is het kantelmoment in de periode tussen Pasen en Pinksteren. Hoewel deze dag in de christelijke traditie doorgaans minder belangrijk wordt geacht dan de twee laatstgenoemde feestdagen, is het toch een moment dat tot de verbeelding spreekt. Het is in elk geval een feestdag die met tegenstrijdige gevoelens geassocieerd wordt: de rouw om het verlies staat tegenover de vreugde voor de ter hemelopneming. Ook in de werken van Bach die met Hemelvaart en de periode eromheen geassocieerd zijn, vinden we deze dualiteit terug: feestelijkheid naast ingetogenheid, vreugde naast verdriet. Op het programma staan drie cantates die geschreven werden voor respectievelijk de vierde, vijfde en zesde zondag na Pasen (Hemelvaart valt tussen de vijfde en de zesde) en één ‘cantate’ die voor Hemelvaart zelf bestemd was en eigenlijk geen echte cantate is, maar een - misschien wat kort uitgevallen - oratorium. Het in Berlijn bewaarde handschrift van de ‘cantate’ BWV11 ‘Lobet Gott in seinen Reichen’ draagt de duidelijke titel ‘Oratorium Festo Ascensionis Christi’. Dat het in feite een oratorium is, blijkt ook uit de aanwezigheid van een verteller of evangelist, zoals in de grote passies. Dit werk, dat gecreëerd werd op 19 mei 1735 vormt eigenlijk het eindpunt van een grote cyclus van werken rond ‘het leven van Christus’ die Bach realiseerde in 1734-35 en die begon met de zes cantates van het Kerstoratorium (BWV248), eveneens een werk dat op de grens van de cantate en het oratorium ligt. Het is bekend dat Bach voor deze cyclus grotendeels gebruik maakte van bestaand materiaal. Zo is ook een belangrijk deel van het materiaal van het Hemelvaartsoratorium waarschijnlijk afkomstig van verloren gegane, wereldlijke cantates. Hoewel de muziek ervan dus niet bekend is, kan men via een analyse toch afleiden dat er gewerkt wordt met ontleend materiaal, bijvoorbeeld door een wat geforceerde zetting van de woorden, met soms onlogische accenten en uitgebreide versieringen op minder belangrijke woorden. Vervolgens kan men op zoek gaan naar teksten waarvan men weet dat ze door Bach gebruikt zijn en ze gaan vergelijken met de muziek, en dan met name met de metrisch-ritmische structuur ervan. Een mogelijke bron voor dit werk zou de verloren gegane cantate ‘Froher Tag’ zijn, een gelegenheidswerk dat werd uitgevoerd bij de reconstructie van de Thomasschule in 1732. Het metrum van dit werk past perfect bij de tekst die hiervoor gebruikt werd, de tekstzetting is echter niet ideaal. Daarom dat men nu eerder denkt dat Bach uit twee verschillende seculiere cantates heeft geput. De sopraanaria zou terug te brengen zijn tot de huwelijkscantate ‘Auf, süß entzückende Gewalt’ uit 1725 op een tekst van Gottsched en het openingskoor op een verjaardagscantate uit 1726 op tekst van Christoph Friedrich Henrici (beter bekend als Picander). Ook het slotkoor is waarschijnlijk ontleend aan verloren gegaan materiaal, maar het origineel kon nog niet geïdentificeerd worden. Bach zal trouwens ook het materiaal uit dit werk later nog hergebruiken, zo vinden we een (ingekorte) bewerking van de altaria ‘De mystieke kelder en Christus in de gloria’. Schilderij van Marco dal Pino, ca. 1571 ‘Ach, bleibe doch, mein liebstes Leben, ach, fliehe nicht so bald von mir’ terug in © Pianeta Immagine het Agnus Dei uit de ‘H-moll Messe’. De globale structuur van het werk is ongebruikelijk, met aan het begin en het einde gepubliceerd in haar boek ‘Versuch in gebundener Schreibart’. Eén element dat grote koordelen en in het midden een koraal. In beide helften vinden we slecht één deze drie cantates gemeen hebben, is het feit dat ze niet met een koor beginnen, aria, in beide gevallen geflankeerd door verschillende recitatieven.H et grootste maar wel met een aria (of een duet in één geval). Op het eerste zicht lijkt het dat deel van de teksten van de recitatieven is afkomstig uit het Nieuwe Testament, Bach het koor wat wil ontzien, mogelijk na de zware inspanningen van de Goede vooral uit het evangelie volgens Lucas en de ‘handelingen der apostelen’ en Week en Pasen. Daar staat tegenover dat er technisch moeilijke passages een klein stukje uit het evangelie volgens Marcus. Deze worden, net als in de voorkomen... misschien een argument om te pleiten voor een solistische passies, steeds gereciteerd door een tenor met ‘secco’ continuobegeleiding. bezetting. De teksten van de aria’s zijn niet bijbels en de tekstdichter is ook niet gekend. De instrumentatie is feestelijk met drie trompetten, pauken, twee traverso’s en twee De cantate ‘Wahrlich, wahrlich, ich sage euch’ biedt tekstueel veel hobo’s ter aanvulling van het ‘klassieke’ strijkorkest met continuo. dramatische mogelijkheden, waarin de gevoelens van wreedheid en foltering van het begin, via de weg naar de hemel leiden tot troost. Structureel is ze nauw In het openingskoor worden reeds alle registers opengetrokken in een polyfone verwant met de cantata ‘Wo gehest du hin?’ (BWV166) die een week eerder ouverture waarin de intocht van Jezus in de hemel bezongen wordt in een gecreëerd werd en dezelfde structuur heeft. Zo vangen beide cantates aan gavotte-achtig metrum. met de ‘vox Christi’, steeds verklankt door de bas, net als de Christus in de De sopraanaria ‘Jesu, deine Gnadenblicke’ heeft een zogenaamde ‘bassetchen’- passies. In deze cantate spreekt Jezus: “Wahrlich, wahrlich, ich sage euch” in textuur, dit wil zeggen dat de basso continuo vervangen wordt door een een fugatische beweging, in de heldere, positieve toonaard mi-groot. De erop begeleiding in een hoger register. Dit geeft een erg etherisch karakter, het drijft volgende altaria plaatst een kanttekening bij de belofte uit de opening: geen rozen als het ware de luisteraar naar de hoogte, naar de hemel, op het ritme van een zonder doornen,... al zullen we ons verwonden aan de doornen, toch moeten menuet. Ook in het slotkoor wordt dan de hele instrumentatie ingezet. In dit deel we in de Heer blijven geloven. De prikken van de doornen vinden we terug in de werkt Bach met een koraal dat gebaseerd is op het volkslied ‘Ich ging einmal ornamentatie van de virtuoze solo-vioolpartij. De sopraan zingt vervolgens een spazieren’, met religieuze tekst wordt dat ‘Von Gott will ich nicht lassen’. Een tekst uit de hymne ‘Kommt her zu mir, spricht Gottes Sohn’ in een sobere stijl met stilistische eigenaardigheid hier is dat Bach erin slaagt om, bijna onopgemerkt, weinig versieringen en begeleid door twee oboe d’amore’s. Dan zingt de tenor na twee toonaarden te combineren. Het koraal staat namelijk in mi-klein, terwijl een secco recitatief alle twijfel weg: ‘Gott hilft gewiß’, wordt de luisteraar herhaald het orkest zich voornamelijk in re-groot beweegt. Ook hier kan men weer een ingeprent, immers, is twijfel niet het machtigste wapen van satan.... Het werk symbolische betekenis geven. Enerzijds wijst het op de dualiteit van de vreugde eindigt met een eenvoudige koraalzetting waarvan de tekst afkomstig is uit de van de hemelvaart tegenover het verdriet om het afscheid, anderzijds is het ook hymne ‘Es ist das Heil uns kommen her’. een voorafspiegeling van het verschijnen van de heer ‘op de wolken’ bij het laatste oordeel. In tegenstelling tot de heldere, ‘positieve’ toonaarden met veel kruisen, duiken we in ‘Sie werden euch in den Bann tun’ (BWV44, niet te verwarren De drie andere cantates dateren uit de eerste jaren van Bach in Leipzig. Vanaf met de gelijknamige cantate BWV183) in toonaarden met 2 tot 4 mollen, dus het moment dat hij werd aangesteld als Thomascantor begon hij cantates te duidelijk aan de ‘donkere’ kant van het spectrum. Het thema is hier dan ook de schrijven voor elke zondag en kerkelijke feestdag. Twee van de drie cantates excommunicatie, het ‘bannen uit de synagoge’. Hoewel de thematiek niet meer komen uit de eerste volledige jaarcyclus (1723-24): ‘Wahrlich, wahrlich, ich sage aansluit bij onze leefwereld, is het toch bewonderenswaardig hoe Bach zich euch’ (BWV86) ging in première op 14 mei 1724 de vijfde zondag na Pasen (de doorheen de contrasterende delen een weg weet te banen: het werk start met zondag vóór Hemelvaart) ook wel ‘rogate’-zondag genoemd, een benaming die een duet van tenor en bas met een wat grimmige sfeer.