2009-2010 architectuur theater dans muziek 2009-2010 blauwe zaal

deSingel Desguinlei 25 / B-2018 Antwerpen ma vr 10 19 uur / za 16 19 uur olv. www.desingel.be [email protected] vr 4 sep 2009 T +32 (0)3 248 28 28 F +32 (0)3 248 28 00

deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van hoofdsponsor mediasponsors 2009-2010 / bach & hoogdagen

La Petite Bande olv. Sigiswald Kuijken vr 4 sep 2009

Christoph Prégardien & & Capella Angelica olv. Wolfgang Katschner za 5 dec 2009

Marco Beasley & Accordone olv. Guido Morini vr 18 dec 2009

Freiburger Barockorchester & Collegium Vocale Gent olv. Masaaki Suzuki vr 8 jan 2010

Florilegium wo 24 mrt 2010

Koor & Orkest Collegium Vocale Gent olv. Philippe Herreweghe wo 31 mrt 2010

inleiding Steven Marien / 19.15 uur / foyer de kunsthaven begin 20.00 uur pauze omstreeks 20.45 uur einde omstreeks 21.50 uur teksten programmaboekje Steven Marien coördinatie programmaboekje deSingel La Petite Bande Sigiswald Kuijken muzikale leiding Gerlinde Sämann sopraan Petra Noskaiová alt tenor bas

Johann Sebastian Bach (1685-1750) Cantate ‘Warum betrübst du dich, mein Herz', BWV138 20' Cantate ‘Wer weiß, wie nahe mir mein Ende', BWV27 19' gelieve uw GSM uit te schakelen pauze

De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Cantate ‘Wer sich selbst erhöht, der soll erniedrigt werden', Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. BWV47 24' Cantate ‘Herr Christ, der einge Gottessohn’, BWV96 17' Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … reageer betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. & win Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen.

Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 > www.tklavervier.be La Petite Bande

foyer de kunsthaven muzikale leiding traverso enkel open bij avondvoorstellingen in rode en/of blauwe zaal Sigiswald Kuijken Frank Theuns open vanaf 18.40 uur kleine koude of warme gerechten te bestellen vóór 19.20 uur 1ste viool flauto piccolo broodjes tot net vóór aanvang van de voorstellingen en tijdens pauzes Sigiswald Kuijken Bart Coen Hotel Ramada Plaza Antwerp (Desguinlei 94, achterzijde torengebouw ING) Katharina Wulf hobo (ook oboe d' amore / Restaurant HUGO’s at Ramada Plaza Antwerp 2de viool da caccia) open van 18.30 tot 22.30 uur gozo-bar Makoto Akatsu Patrick Beaugiraud open van 10 uur tot 1 uur, uitgebreide snacks tot 23 uur Ann Cnop Vinciane Baudhuin deSingelaanbod: tweede drankje gratis bij afgifte van uw toegangsticket altviool hoorn Marleen Thiers Olivier Picon Reclamepanelen omringen de bouwwerf van deSingel. De plaatsing van deze panelen levert extra middelen op om de bouwkosten te financieren. De toelating voor basse de violon orgel het plaatsen van de advertentiepanelen geldt voor de periode van de bouwwerken. Marian Minnen Ewald Demeyere Wij hopen op uw begrip. De cantate: als collectief ritueel

“Eine Cantata siehet aus, wie ein Stück aus einer Opera", zo stelde Erd- mann Neumeister (1671-1756), de voornaamste leverancier van cantatepo- ëzie uit de eerste helft van de achttiende eeuw. Hij was van mening dat het hoofddoel van de kerkmuziek erin bestaat om “im Gottesdienst mittels Musik Andacht zu erwecken" en de “Eifer [ ] in den Hertzen der Zuhörer [zu] vermehren". Om die religieuze ijver te kunnen opwekken, ging de lutherse cantate een eigenzinnig verbond aan tussen muziek en woord, tussen oud en nieuw. In het laat-zeventiende- en vroeg achttiende-eeuwse Leipzig was het gebruikelijk om het thema van de preek niet enkel te verbinden met de lezing en het evangelie van die dag, maar ook met de tekst van een luthers kerklied of koraal. De zondagse cantates werden bijgevolg ook op die basis samengesteld en bevatten een combinatie van drie soorten tekst: bijbelfragmenten, vrije poëzie en koralen. Op die manier creëerde men een een nieuwe betekenissamenhang, de essentie van het genre. Omdat de koraalteksten en -melodieën zo bekend waren bij de gelovigen, hadden zij, naast het creëren van een semantische band tussen evangelie en preek, ook een antropologische functie: de samenhorigheid van een gemeente gelovigen kan immers op geen betere manier bereikt worden dan door hen bij herhaling een collectief ritueel - zoals (samen) zingen er één is - te laten doorlopen. Omdat onze hedendaagse concertpraktijk ontdaan is van de religieuze context die de achttiende-eeuwse lutheraan wel eigen was, zijn wij ge- neigd om in Bachs cantates enkel het muzikale luik te bewonderen. Als we evenwel de context in acht nemen waarin die werken ontstonden en wer- den uitgevoerd, blijkt des te meer hoe meesterlijk Bach tekst en muziek wist te combineren tot een dramaturgisch geniaal geheel. De precieze inhoud van de preken die bij elk van de vier cantates uit dit programma hoort kennen we helaas niet, maar de evangelie- en epistelteksten druk- ken we achteraan in dit programma wel af.

De cantate: een donum die voor lutherse predikers Typisch voor de talloze protestantse bewegingen die in de zestiende eeuw ontstonden, is het belang dat zij hechten aan de verkondiging van Gods woord. Die verkondiging gebeurt tijdens de eredienst door het Detail uit het schilderij ‘De visie van St. Bernard’ van Pietro Perugino, 1489 © Alte Pinakothek München voorlezen van het evangelie en het epistel, maar ook door de erbij aanslui- de zes grote kerken in Leipzig organiseren. Voor de uitvoering daarvan tende preek. Duitsland kende trouwens een traditie van grootse predikers, beschikte de stad over ongeveer vijfenvijftig zangers-instrumentisten, die die hun publiek soms gedurende meer dan een uur toespraken. grotendeels gerecruteerd werden uit het leerlingenbestand van de Tho- Het lutheranisme onderscheidt zich van andere protestantse overtuigin- masschule en in vier groepen aantraden: Bach zelf dirigeerde de beste gen door het enthousiasme waarmee men de liturgie muzikaal opluistert. muzikanten in afwisselend de Thomas- en de Nikolaikirche, terwijl een Volgens Luther was muziek immers een ‘donum dei', een geschenk van prefect en een student de mindere leerlingen voor hun rekening namen God, dat hem vaak geïnspireerd had bij het preken. Al spoedig ontstond in in de andere kerken. Bovendien verwachtte men elke zon- en feestdag zijn omgeving een nieuw corpus van teksten en melodieën die tijdens de een nieuwe cantate of motet voor de (soms vier uur durende) diensten eredienst gebruikt zouden worden. Eén van de meest invloedrijke publi- in de Thomas- en Nikolaikirche. Daarbovenop kwamen de gelegenheids- caties op dat vlak was het ‘Geystliches gesangk Buchleyn', een bundel composities voor huwelijken en begrafenissen, de passies voor Goede Duitse kerkliederen of ‘koralen' van de hand van dichter-componist Johann Vrijdag en de orgelmuziek. Vanaf 1729 leidde de cantor ook het Collegium Walter uit 1524, met een voorwoord van Martin Luther. In de daaropvol- Musicum, het studentenorkest dat Telemann in 1704 had hervormd en gende jaren zou de componist zijn hymnenboek ettelijke malen uitbreiden waarmee Bach de traditie van de wekelijkse concerten in het koffiehuis en laten herdrukken. Ook andere zestiende-, zeventiende- en achttiende- van Gottfried Zimmermann verderzette. eeuwse componisten zouden daarna nog koraalmelodieën schrijven. Bach Centraal in Bachs compositorische oeuvre uit Leipzig staan de drie can- zelf componeerde er een dertigtal nieuwe, maar harmoniseerde maar tatejaargangen die hij er tijdens de eerste vier jaar van zijn ambt schreef liefst vierhonderd bestaande koralen, die de hoeksteen vormen in zijn pas- voor de Thomas- en de Nikolaikirche. Samen met de ongeveer vijftig sies en cantates. cantates die Bach reeds in Mühlhausen, Weimar en Köthen had gecompo- Omdat men aan de muziek tijdens de eredienst eenzelfde retorische rol neerd, brengt dat het totaal op ongeveer tweehonderd bewaarde canta- toedichtte als aan de eigenlijke gesproken preek, verlegde de klemtoon tes. Naar eigen zeggen componeerde hij ook een vierde en een vijfde jaar- van de kapelmeesters zich na de reformatie van het vertrouwde misordi- gang, die echter - net als een aantal losse cantates - verloren gingen. Naar narium naar wat in de zeventiende en achttiende eeuw zou uitgroeien tot schatting schreef Bach tijdens zijn leven ongeveer vijfhonderd cantates. de Duitse kerkcantate. Cruciale passages uit het evangelie of het epistel werden niet langer voorgedragen op een reciteertoon, maar meerstem- Zondagochtend, zeven uur: cantatetijd mig vertolkt door de zangers; aanvankelijk gebeurde dat tíjdens de lezing, Op een achttiende-eeuwse zondagochtend heerste er in afwisselend maar al spoedig erna. de Thomas- en de Nikolaikirche een heuse bedrijvigheid. Nog vóór het Typisch voor de zeventiende-eeuwse ‘Spruchmotette', ‘Kirchenstücke' krieken van de dag vonden daar reeds de Metten plaats en om zeven uur en ‘Musiken', de voorgangers van de kerkcantate, is de meerstemmige begon de ‘Hauptgottesdienst'. Centraal daarin stonden de lezingen en de verwerking van lutherse koraalmelodieën. Onder invloed van het piëtisme, preek, waarnaar we reeds verwezen. Daartussenin werd Bach aan het een religieuze stroming die een hoogtepunt bereikte in de tweede helft woord gelaten: zijn taak bestond erin om, met alle retorische middelen van de zeventiende eeuw, ging men meer aandacht besteden aan de waarover hij muzikaal beschikte, een band te smeden tussen de evange- privé-emotie die de band tussen Christus en de gelovige met zich mee- lie- of episteltekst en de preek. Na afloop van de preek zong de gemeente bracht. De piëtistische poëzie inspireerde veel Duitse componisten tot “Wir glauben all an einen Gott" en werd het Avondmaal uitgedeeld. Door het schrijven van werken waarin zowel het luthers kerklied als aria's of de lengte van de preek (die niet zelden een uur in beslag nam!), de cantate ensembles op nieuwe, niet liturgische teksten een plaats vonden. (waarvoor men een klein half uur voorzag) en de verdeling van het Avond- maal, was de voormiddag doorgaans al behoorlijk opgeschoten wanneer De cantate: een wekelijkse klus voor de director musices de eredienst afliep. Om half twaalf werden de gelovigen echter opnieuw Op 1 juni 1723 volgde (1685-1750) Johann Kuhnau in de kerk verwacht, ditmaal voor de ‘Mittagspredigt'. Omdat de wekelijkse (1660-1720) op als cantor aan de Thomaskirche in Leipzig, een ambt dat hij ‘Hauptgottesdienst' van de stad Leipzig afwisselend in de Thomas- en de zou uitoefenen tot zijn overlijden in 1750. Aan de functie van Thomascan- Nikolaikirche werd gehouden, voerde men bovendien op sommige zonda- tor waren op dat moment tal van bijkomende taken verbonden. Bach had gen in de loop van de namiddag dezelfde cantate nog eens uit, maar dan bijvoorbeeld pedagogische verplichtingen tegenover de Thomasschule, in de andere kerk. maar droeg tevens de titel van Director Musices, muziekdirecteur van de stad Leipzig: wekelijks moest hij het muzikale zondagsprogramma van De cantate: een donum die voor de operaliefhebber Bach de koraalmelodie van Elisabeth Creutzinger over en weerklinkt die Typerend voor de lutherse leer in het Ancien Régime is de grondige bij- in de altpartij, versterkt door de hoorns. Rondom die rustig voorgedra- belkennis en de daaruit voortspruitende, vaak onverwachte, maar inte- gen cantus firmusmelodie weven het instrumentaal ensemble en de drie ressante tekstverbanden. We lichten er bij wijze van voorbeeld cantate andere zangstemmen een ingenieus contrapuntisch web. Het glanzen van BWV96 uit. de morgenster echoot door in de vrolijk kwetterende discantblokfluit. Niet Op de 18de zondag na Trinitatis (d.i. begin oktober) las men in Leipzig stee- toevallig staat net dit koraal over Gods Zoon, de eengeworden Drievul- vast Kor. 1, 4-9 als eerste lezing en Matth. 22, 34-46 als evangelie. Achter- digheid, in 9/8, de meest ternaire en dus meest ‘perfecte' of goddelijke aan in dit programmaboekje drukken we niet enkel de cantateteksten, maatsoort. In de basaria zet Bach het vertwijfelde links en rechts stap- maar ook de bijhorende lezingen en evangeliefragmenten af. De preek uit pen kracht bij door afwisselend de strijkers en de twee hobo's aan het Bachs tijd bleef helaas niet bewaard, maar legde zonder twijfel het ver- woord te laten. Het niet aflatende trekken aan de ziel uit de tenoraria vindt band tussen de lezing en het evangelie. Op zondag 8 oktober 1724 werd zijn pendant in de continue melodielijn van de traverso. Tekstinterpretatie de cantate ‘Herr Christ, der einige Gottessohn', BWV96 voor het eerst overstijgt bij Bach altijd het niveau van de letterlijke illustratie. Zoals een uitgevoerd. Uitgangspunt voor deze koraalcantate is het gelijknamige lied goed operacomponist spit Bach in de betekenislagen van de tekst en van Elisabeth Creutziger uit 1524, waarvan de eerste en vijfde strofe door creëert hij op die manier een betekenisvol geheel waarin tekst, muziek en Bachs (in dit geval onbekende) tekstdichter letterlijk werden overgeno- context volwaardige partners zijn. men als hoekdelen van de cantate. De tweede, derde en vierde strofe van Creutziger werden vervangen door een nieuwe tekst, die echter nauw aanknoopt bij en reflecteert op de inhoud van Creutzingers origineel. Ook Bachs tekstdichter verbindt de lezing en het evangelie met elkaar. De openingszin van Creutzingers koraal, ‘Herr Christ, der einge Gottessohn', krijgt extra betekenis in combinatie met het geciteerde evangeliefrag- ment: de gelovige christen weet dat Christus de Messias is, de farizeeërs zouden het tot hun scha en schande pas veel later ontdekken. In zijn gesprek met de farizeeërs citeert Christus zelf psalm 110: “De Heer heeft gezegd tot mijn Heer: Ga zitten aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden aan uw voeten heb gelegd." De anonieme cantatedichter bouwt daarop verder in de basaria en plaatst links en rechts in een nieuwe context: “Bald zur Rechten, bald zur Linken / Lenkt sich mein verirrter Schritt" alludeert niet enkel op de twee moordenaars die samen met Christus gekruisigd werden - een kruisdood waaraan de farizeeërs verre van onschuldig waren - maar werpt de gelovige ook deemoedig en vol vertrouwen in Gods handen. Dat vertrouwen vinden we ook bij Paulus, die in zijn brief aan de Korinthiërs schrijft: “getrouw is de God die u geroepen heeft". De cantatedichter gaat verder: “Gehe doch, mein Heiland, mit / laß mich in Gefahr nicht sinken". Het apocalyptische aspect uit Paulus' brief krijgt in de cantate een mys- tieke evenknie in het recitatief van de alt en wordt andermaal verbonden met het evangeliefragment, waarin nogmaals Christus' slotvraag aan de farizeeërs geparafraseerd wordt: “Den großen Gottessohn / Den David schon / Im Geist als seinen Herrn verehrte." In een traditie waarin tekstkennis en -interpretatie een dermate belang- rijke positie innamen, was het allerminst een sinecure om als componist een muzikaal-semantische laag toe te voegen aan de tekstuele driehoek tussen lezing, evangelie en cantatepoëzie. In het openingskoor neemt Johann Sebastian Bach Cantate ‘Warum betrübst du dich, mein Herz', BWV138 tekstdichter onbekend

1. Coro e Recitativo Alt Warum betrübst du dich, mein Herz? Bekümmerst dich und trägest Schmerz Nur um das zeitliche Gut? Ach, ich bin arm, Mich drücken schwere Sorgen. Vom Abend bis zum Morgen Währt meine liebe Not. Dass Gott erbarm! Wer wird mich noch erlösen Vom Leibe dieser bösen Und argen Welt? Wie elend ist's um mich bestellt! Ach! wär ich doch nur tot! Vertrau du deinem Herren Gott, Der alle Ding erschaffen hat.

2. Recitativo Bas Ich bin veracht', Der Herr hat mich zum Leiden Am Tage seines Zorns gemacht; Der Vorrat, hauszuhalten, Ist ziemlich klein; Man schenkt mir vor den Wein der Freuden Den bittern Kelch der Tränen ein. Wie kann ich nun mein Amt mit Ruh verwalten, Wenn Seufzer meine Speise und Tränen das Getränke sein?

‘De heilige Flavia’. Schilderij van Pietro Perugino, 1495-98 © Pinacoteca Vaticana 3. Coro e Recitativo Sopraan, Alt 5. Aria Bas Er kann und will dich lassen nicht, Auf Gott steht meine Zuversicht, Er weiß gar wohl, was dir gebricht, Mein Glaube lässt ihn walten. Himmel und Erd ist sein! Nun kann mich keine Sorge nagen, Sopraan Nun kann mich auch kein Armut plagen. Ach, wie? Auch mitten in dem größten Leide Gott sorget freilich vor das Vieh, Bleibt er mein Vater, meine Freude, Er gibt den Vögeln seine Speise, Er will mich wunderlich erhalten. Er sättiget die jungen Raben, Nur ich, ich weiß nicht, auf was Weise 6. Recitativo Alt Ich armes Kind Ei nun! Mein bisschen Brot soll haben; So will ich auch recht sanfte ruhn. Wo ist jemand, der sich zu meiner Rettung findt? Euch, Sorgen, sei der Scheidebrief gegeben! Dein Vater und dein Herre Gott, Nun kann ich wie im Himmel leben. Der dir beisteht in aller Not. Alt 7. Choral Ich bin verlassen, Weil du mein Gott und Vater bist, Es scheint, Dein Kind wirst du verlassen nicht, Als wollte mich auch Gott bei meiner Armut hassen, Du väterliches Herz! Da er's doch immer gut mit mir gemeint. Ich bin ein armer Erdenkloß, Ach Sorgen, Auf Erden weiß ich keinen Trost. Werdet ihr denn alle Morgen Und alle Tage wieder neu? So klag ich immerfort; Ach! Armut, hartes Wort, Wer steht mir denn in meinem Kummer bei? Dein Vater und dein Herre Gott, Der steht dir bei in aller Not.

4. Recitativo Tenor Ach süßer Trost! Wenn Gott mich nicht verlassen Und nicht versäumen will, So kann ich in der Still Und in Geduld mich fassen. Die Welt mag immerhin mich hassen, So werf ich meine Sorgen Mit Freuden auf den Herrn, Und hilft er heute nicht, so hilft er mir doch morgen. Nun leg ich herzlich gern Die Sorgen unters Kissen Und mag nichts mehr als dies zu meinem Troste wissen: Johann Sebastian Bach Cantate ‘Wer weiß, wie nahe mir mein Ende', BWV27 tekstdichter onbekend, 1. Äilie Juliane von Schwarzburg-Rudolstadt 1695, 3: Erdmann Neumeister, 6: Johann Georg Albinus 1649

1. Choral e Recitativi (Sopraan, Alt, Tenor, Bas) 3. Aria Alt Wer weiß, wie nahe mir mein Ende? Willkommen! will ich sagen, Sopraan Wenn der Tod ans Bette tritt. Das weiß der liebe Gott allein, Fröhlich will ich folgen, wenn er ruft, Ob meine Wallfahrt auf der Erden In die Gruft, Kurz oder länger möge sein. Alle meine Plagen Hin geht die Zeit, her kommt der Tod, Nehm ich mit. Alt Und endlich kommt es doch so weit, 4. Recitativo Sopraan Dass sie zusammentreffen werden. Ach, wer doch schon im Himmel wär! Ach, wie geschwinde und behände Ich habe Lust zu scheiden Kann kommen meine Todesnot! Und mit dem Lamm, Tenor Das aller Frommen Bräutigam, Wer weiß, ob heute nicht Mich in der Seligkeit zu weiden. Mein Mund die letzten Worte spricht. Flügel her! Drum bet ich alle Zeit: Ach, wer doch schon im Himmel wär! Mein Gott, ich bitt durch Christi Blut, Mach's nur mit meinem Ende gut! 5. Aria Bas Gute Nacht, du Weltgetümmel! 2. Recitativo Tenor Itzt mach ich mit dir Beschluss; Mein Leben hat kein ander Ziel, Ich steh schon mit einem Fuß Als dass ich möge selig sterben Bei dem lieben Gott im Himmel. Und meines Glaubens Anteil erben; Drum leb ich allezeit 6. Choral Zum Grabe fertig und bereit, Welt, ade! ich bin dein müde, Und was das Werk der Hände tut, Ich will nach dem Himmel zu, Ist gleichsam, ob ich sicher wüsste, Da wird sein der rechte Friede Dass ich noch heute sterben müßte: Und die ewge, stolze Ruh. Denn Ende gut, macht alles gut! Welt, bei dir ist Krieg und Streit, Nichts denn lauter Eitelkeit, In dem Himmel allezeit Friede, Freud und Seligkeit

pauze Johann Sebastian Bach Cantate ‘Wer sich selbst erhöht, der soll erniedrigt werden', BWV47 Johann Friedrich Helbig 1720; 1. Lukas 14,11, 5. tekstdichter onbekend ca. 1560

1. Coro 4. Aria Bas Wer sich selbst erhöhet, Jesu, beuge doch mein Herze der soll erniedriget werden, Unter deine starke Hand, und wer sich selbst erniedriget, Dass ich nicht mein Heil verscherze der soll erhöhet werden. Wie der erste Höllenbrand. Laß mich deine Demut suchen 2. Aria Sopraan Und den Hochmut ganz verfluchen; Wer ein wahrer Christ will heißen, Gib mir einen niedern Sinn, Muss der Demut sich befleißen; Dass ich dir gefällig bin! Demut stammt aus Jesu Reich. Hoffart ist dem Teufel gleich; 5. Choral Gott pflegt alle die zu hassen, Der zeitlichen Ehrn will ich gern entbehrn, So den Stolz nicht fahrenlassen. Du wollst mir nur das Ewge gewährn, Das du erworben hast 3. Recitativo Bas Durch deinen herben, bittern Tod. Der Mensch ist Kot, Staub, Asch und Erde; Das bitt ich dich, mein Herr und Gott. Ist's möglich, dass vom Übermut, Als einer Teufelsbrut, Er noch bezaubert werde? Ach Jesus, Gottes Sohn, Der Schöpfer aller Dinge, Ward unsretwegen niedrig und geringe, Er duldte Schmach und Hohn; Und du, du armer Wurm, suchst dich zu brüsten? Gehört sich das vor einen Christen? Geh, schäme dich, du stolze Kreatur, Tu Buß und folge Christi Spur; Wirf dich vor Gott im Geiste gläubig nieder! Zu seiner Zeit erhöht er dich auch wieder. Johann Sebastian Bach Cantate ‘Herr Christ, der einge Gottessohn’, BWV96 1, 6: Elisabeth Creutzinger 1524; 2-5: anonieme bewerkingen

1. Coro 4. Recitativo Sopraan Herr Christ, der einge Gottessohn, Ach, führe mich, o Gott, zum rechten Wege, Vaters in Ewigkeit, Mich, der ich unerleuchtet bin, Aus seinem Herzn entsprossen, Der ich nach meines Fleisches Sinn Gleichwie geschrieben steht, So oft zu irren pflege; Er ist der Morgensterne, Jedoch gehst du nur mir zur Seiten, Sein' Glanz streckt er so ferne Willst du mich nur mit deinen Augen leiten, Vor andern Sternen klar. So gehet meine Bahn Gewiss zum Himmel an. 2. Recitativo Alt O Wunderkraft der Liebe, 5. Aria Bas Wenn Gott an sein Geschöpfe denket, Bald zur Rechten, bald zur Linken Wenn sich die Herrlichkeit Lenkte sich mein verirrter Schritt. Im letzten Teil der Zeit Gehe doch, mein Heiland, mit, Zur Erde senket. Laß mich in Gefahr nicht sinken, O unbegreifliche, geheime Macht! Laß mich ja dein weises Führen Es trägt ein auserwählter Leib Bis zur Himmelspforte spüren! Den großen Gottessohn, Den David schon 6. Choral Im Geist als seinen Herrn verehrte, Ertöt uns durch dein Güte, Da dies gebenedeite Weib Erweck uns durch dein Gnad; In unverletzter Keuschheit bliebe. Den alten Menschen kränke, O reiche Segenskraft! so sich auf uns ergossen, Dass er neu Leben hab Da er den Himmel auf-, die Hölle zugeschlossen. Wohl hier auf dieser Erden, Den Sinn und all Begierden 3. Aria Tenor Und G'danken hab'n zu dir. Ach, ziehe die Seele mit Seilen der Liebe, O Jesu, ach zeige dich kräftig in ihr! Erleuchte sie, dass sie dich gläubig erkenne, Gib, dass sie mit heiligen Flammen entbrenne, Ach würke ein gläubiges Dürsten nach dir! Bijlage: epistel- en evangeliefragmenten

BWV138 Warum betrübst du dich, mein Herz? weven niet. [29] Ik zeg jullie: zelfs Salomo ging in al zijn luister niet gekleed 15de zondag na Trinitatis als een van hen. [30] Als God het groen dat vandaag nog op het veld eerste uitvoering: 5 september 1723 staat en morgen in de oven gegooid wordt al met zo veel zorg kleedt, met hoeveel meer zorg zal hij jullie dan niet kleden, kleingelovigen? [31] Vraag Gal. 5, 25-6, 10 je dus niet bezorgd af: “Wat zullen we eten?" of: “Wat zullen we drinken?" [25] Wanneer de Geest ons leven leidt, laten we dan ook de richting of: “Waarmee zullen we ons kleden?" [32] - dat zijn allemaal dingen die de volgen die de Geest ons wijst. [26] Laten we elkaar niet uit eigenwaan de heidenen najagen. Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig voet dwarszetten en elkaar geen kwaad hart toedragen. [1] Broeders en hebben. [33] Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, zusters, wanneer u merkt dat een van u een misstap heeft begaan moet u, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden. [34] Maak je dus die door de Geest geleid wordt, hem zachtmoedig weer op het rechte pad geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel brengen. Pas op dat u ook zelf niet tot misstappen wordt verleid. [2] Draag voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen last. elkaars lasten, zo leeft u de wet van Christus na. [3] Wie denkt dat hij iets is terwijl hij niets is, bedriegt zichzelf. [4] Laat iedereen zijn eigen daden toetsen, dan heeft hij misschien iets om trots op te zijn, zonder zich er bij anderen op BWV27 Wer weiß, wie nahe mir mein Ende? te laten voorstaan. [5] Want ieder mens moet zijn eigen last dragen. 16de zondag na Trinitatis [6] Wie onderwezen wordt, moet al het goede dat hij leert met zijn leer- eerste uitvoering: 6 oktober 1726 meester delen. [7] Vergis u niet, God laat niet met zich spotten: wat een mens zaait, zal hij ook oogsten. [8] Wie op de akker van zijn zondige natuur Eph. 3, 13-21 zaait oogst de dood, maar wie op de akker van de Geest zaait oogst het [13] Ik vraag u dan ook de moed niet te verliezen wanneer ik lijd omwille eeuwige leven. [9] Laten we daarom het goede doen, zonder op te geven, van u, want daaraan kunt u eer ontlenen. [14] Daarom buig ik mijn knieën want als we niet verzwakken zullen we oogsten wanneer de tijd daarvoor voor de Vader, [15] die de vader is van elke gemeenschap in de hemelsfe- gekomen is. [10] Laten we dus, in de tijd die ons nog rest, voor iedereen ren en op aarde. [16] Moge hij vanuit zijn rijke luister uw innerlijke wezen het goede doen, vooral voor onze geloofsgenoten. kracht en sterkte schenken door zijn Geest, [17] zodat door uw geloof Christus kan gaan wonen in uw hart, en u geworteld en gegrondvest blijft Matth. 6, 24-34 in de liefde. [18] Dan zult u met alle heiligen de lengte en de breedte, de [24] Niemand kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede hoogte en de diepte kunnen begrijpen, [19] ja de liefde van Christus ken- liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere verach- nen die alle kennis te boven gaat, opdat u zult volstromen met Gods vol- ten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon. [25] Daarom zeg ik jullie: komenheid. [20] Aan hem die door de kracht die in ons werkt bij machte is maak je geen zorgen over jezelf en over wat je zult eten of drinken, noch oneindig veel meer te doen dan wij vragen of denken, [21] aan hem komt over je lichaam en over wat je zult aantrekken. Is het leven niet meer dan de eer toe, in de kerk en in Christus Jezus, tot in alle generaties, tot in alle voedsel en het lichaam niet meer dan kleding? [26] Kijk naar de vogels in eeuwigheid. Amen. de lucht: ze zaaien niet en oogsten niet en vullen geen voorraadschuren, het is jullie hemelse Vader die ze voedt. Zijn jullie niet meer waard dan zij? Luk. 7, 11-17 [27] Wie van jullie kan door zich zorgen te maken ook maar één el aan zijn [11] Niet lang daarna ging Jezus naar een stad die Naïn heet, en zijn leerlin- levensduur toevoegen? [28] En wat maken jullie je zorgen over kleding? gen en een grote menigte gingen met hem mee. [12] Toen hij de poort van Kijk eens naar de lelies, kijk hoe ze groeien in het veld. Ze werken niet en de stad naderde, werd er net een dode naar buiten gedragen, de enige zoon van een weduwe. Een groot aantal mensen vergezelde haar. [13] BWV 96 Herr Christ, der einge Gottessohn Toen de Heer haar zag, werd hij door medelijden bewogen en zei tegen 18de zondag na Trinitatis haar: ‘Weeklaag niet meer.' [14] Hij kwam dichterbij, raakte de lijkbaar aan eerste uitvoering: 8 oktober 1724 - de dragers bleven stilstaan - en zei: ‘Jongeman, ik zeg je: sta op!' [15] De dode richtte zich op en begon te spreken, en Jezus gaf hem terug aan Kor. 1, 4-9 zijn moeder. [16] Allen werden vervuld van ontzag en loofden God met de [4] Steeds weer zeg ik mijn God dank voor zijn genade, die u in Christus woorden: ‘Een groot profeet is onder ons opgestaan,' en: ‘God heeft zich Jezus is gegeven. [5] Want in Christus bent u in ieder opzicht rijk begiftigd om zijn volk bekommerd!' [17] Het nieuws over hem verspreidde zich in met alle gaven van woord en kennis, [6] naarmate het getuigenis over Hem heel Judea en in de wijde omtrek. bij u ingang vond. [7] Geen enkele genadegave ontbreekt u, en u ziet vol verwachting uit naar de openbaring van onze Heer Jezus Christus. [8] Hij zal u laten standhouden tot het einde, zodat u geen verwijt kan treffen op BWV47 Wer sich selbst erhöht, der soll erniedrigt werden de dag van onze Heer Jezus Christus. [9] Getrouw is de God die u geroe- 17de zondag na Trinitatis pen heeft tot gemeenschap met zijn Zoon, onze Heer Jezus Christus. eerste uitvoering: 13 oktober 1726 Matth. 22, 34-46 Eph. 4, 1-6 [34] Toen de farizeeën hoorden dat Hij de sadduceeën tot zwijgen had ge- [1] Ik, die gevangen zit omwille van de Heer, vraag u dan ook dringend de bracht, kwamen ze bij elkaar [35] en een van hen, een wetgeleerde, vroeg weg te gaan die past bij de roeping die u hebt ontvangen: [2] wees steeds om Hem op de proef te stellen: [36] ‘Meester, wat is het grootste gebod in bescheiden, zachtmoedig en geduldig, en verdraag elkaar uit liefde. [3] de wet?' [37] Jezus zei hem: ‘U zult de Heer uw God liefhebben met heel Span u in om door de samenbindende kracht van de vrede de eenheid te uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. [38] Dat is het groot- bewaren die de Geest u geeft: [4] één lichaam en één geest, zoals u één ste en eerste gebod. [39] Het tweede is daaraan gelijk: U zult uw naaste hoop hebt op grond van uw roeping, [5] één Heer, één geloof, één doop, liefhebben als uzelf. [40] Aan deze twee geboden hangen heel de Wet en [6] één God en Vader van allen, die boven allen, door allen en in allen is. de Profeten.' [41] Terwijl de farizeeën bij elkaar waren, vroeg Jezus hun: [42] ‘Wat denkt u van de Messias*? Van wie is Hij de zoon?' Ze zeiden Hem: Luk. 14, 1-11 ‘Van David.' [43] Hij zei: ‘Hoe kan David, geïnspireerd door de Geest, Hem Een feestmaal op sabbat dan Heer noemen, als hij zegt: [44] De Heer heeft gezegd tot mijn Heer: [1] Toen hij op sabbat naar het huis van een vooraanstaande Farizeeër Ga zitten aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden aan uw voeten heb ging, waar hij voor een maaltijd was uitgenodigd, hielden ze hem in het gelegd? [45] Als David Hem Heer noemt, hoe kan Hij dan zijn zoon zijn?' oog. [2] Er was daar iemand met waterzucht. [3] Jezus vroeg aan de wet- [46] Niemand kon Hem daarop een antwoord geven, en niemand durfde geleerden en de Farizeeën: ‘Is het toegestaan hem op sabbat te genezen Hem van die dag af nog iets te vragen. of niet?' [4] Maar ze zwegen. Hij pakte de man bij de hand, genas hem en stuurde hem weg. [5] En tegen de Farizeeën en wetgeleerden zei hij: ‘Als Bron van de bijbelfragmenten: Nieuwe Bijbelvertaling, online uitg. dr. de uw zoon of uw os in een put valt, dan haalt u hem er toch meteen uit, ook Katholieke Bijbelstichting, http://www.willibrordbijbel.nl al is het sabbat?' [6] En daarop hadden ze geen antwoord. [7] Hij vertelde de genodigden een gelijkenis, want hij had gezien hoe ze de ereplaatsen voor zichzelf kozen. Hij zei tegen hen: [8] ‘Wanneer u door iemand wordt uitgenodigd voor een bruiloft, kies dan niet de ereplaats, want misschien is er wel iemand uitgenodigd die voornamer is dan u, [9] en dan moet uw gastheer tegen u zeggen: “Sta uw plaats aan hem af." Dan zult u be- schaamd de minste plaats moeten innemen. [10] Als u wordt uitgenodigd, kies dan de minste plaats, zodat uw gastheer tegen u zal zeggen: “Kom toch dichterbij!" Dan wordt u eer betoond ten overstaan van iedereen die samen met u aan tafel aanligt. [11] Want wie zichzelf verhoogt zal verne- derd worden, en wie zichzelf vernedert zal verhoogd worden.' La Petite Bande de vioolmuziek. Deze techniek werd dan ook sinds de vroege jaren zeven- Het barokorkest La Petite Bande werd in 1972 opgericht door Sigiswald tig door velen overgenomen. Van 1964 tot 1972 was Sigiswald Kuijken lid Kuijken, op verzoek van de Duitse platenfirma Harmonia Mundi, om Lully's van het Brusselse Alarius-Ensemble (met , Robert Kohnen 'Le Bourgeois Gentilhomme' op te nemen onder leiding van Gustav Le- en Janine Rubinlicht) dat over geheel Europa en de Verenigde Staten con- onhardt. De orkestbezetting en de naam werden ontleend aan het orkest certeerde. Nadien werkte hij in los kamermuziekverband met diverse ba- van Lully zelf aan het hof van Lodewijk XIV. Onder meer door authen- rokspecialisten, vooral zijn broers Wieland en Barthold, , tieke instrumenten te gebruiken en de oude speelwijze in ere te herstel- Robert Kohnen en verder Anner Bylsma, Frans Brüggen en René Jacobs. len werd ernaar gestreefd deze muziek, zowel qua interpretatie als qua In 1972 richtte hij, onder impuls van Deutsche Harmonia Mundi en Gustav klankbeeld, zo getrouw mogelijk te laten herleven, zonder daarbij in een Leonhardt, het barokorkest La Petite Bande op, waarmee sindsdien talloze strak academisme te vervallen. Oorspronkelijk was het niet de bedoeling concertreizen doorheen Europa, Australië, Zuid-Amerika, China en Japan dat La Petite Bande een permanent orkest zou worden, maar het succes werden gemaakt en een groot aantal opnames werden gerealiseerd voor van de plaatopnamen was zo groot dat de groep geregeld concerten ging verschillende firma's (Deutsche Harmonia Mundi, Seon, Accent, Denon). geven. Na een eerste periode, waarin het accent vooral lag op de Franse In 1986 richtte hij het Kuijken Strijkkwartet op (met François Fernandez, barokmuziek (Lully, Campra, Muffat) werd ook het Italiaanse repertoire Marleen Thiers en Wieland Kuijken) dat zich toelegt op de kwartetten en aangevat (Corelli, Vivaldi e.a.). Daarna kwam als vanzelfsprekend ook het kwintetten van de klassieke periode (met als eerste altviool). oeuvre van J. S. Bach aan de beurt. De laatste jaren heeft het orkest zich Opnamen van kwartetten en kwintetten van Haydn en Mozart verschenen ook vaak laten opmerken door zijn veelgeprezen interpretaties van de bij Denon. Van 1971 tot 1996 was Sigiswald Kuijken leraar barokviool aan klassieke meesters (Mozart, Haydn). Onder leiding van Gustav Leonhardt het Koninklijk Conservatorium in Den Haag (Nederland). Sinds 1993 be- of van Sigiswald Kuijken, de vaste dirigent, heeft La Petite Bande sinds zijn kleedt hij deze functie aan het Koninklijk Muziekconservatorium te Brussel. ontstaan talrijke plaatopnamen gemaakt: opera's van Rameau en Händel, Daarnaast is hij sinds lange tijd een veelgevraagd gastdocent (o.a. London Bachs Vioolconcerti (met Sigiswald Kuijken als solist), cantates, de ‘Johan- Royal College of Music, Salamanca Universiteit, Siena Accademia Chigi- nes- en Matthäuspassion', de ‘Hohe Messe', het ‘Weihnachtsoratorium' en ana). Sinds 1998 dirigeert Sigiswald Kuijken bij gelegenheid ook moderne het , evenals de Brandenburgse Concerten en de Orkestsuites. symfonieorkesten in romantisch repertoire (Schumann, Brahms, Mendels- Uit het klassieke repertoire werden onder meer opgenomen: het , sohn). Vanaf 1998 brengt Sigiswald nu en dan leden van twee generaties Vioolconcerti en ‘Sinfonie Concertante' (solisten: Sigiswald Kuijken en Ryo Kuijken bij elkaar, zijn dochters Sara en Veronica en zijn broer Wieland, om Terakado) en de Da Ponte-opera's ‘Cosí fan tutte', ‘' en ‘Le strijkkwartetten van latere periodes te vertolken (Debussy, Schumann, Nozze di Figaro' evenals ‘Die Zauberflöte' van Mozart, ‘Die Schöpfung', Beethoven, Schubert) - vaak in combinatie met Lieder door Marie Kuijken, ‘Jahreszeiten' en meer dan twintig symfonieën van Haydn. La Petite Bande sopraan en eveneens dochter van Sigiswald, en Veronica Kuijken aan de neemt op voor Deutsche Harmonia Mundi, Denon, Bayer Records, Ac- piano. Van de twee generaties werden opnames gemaakt door Arcana cent en Hyperion. La Petite Bande wordt structureel gesteund door het en Challenge Records. Op 2 februari 2007 ontving Sigiswald Kuijken een Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap van België en door de Provincie eredoctoraat van de K.U. Leuven. Vlaams-Brabant. Sinds 1997 is La Petite Bande in residentie in de Stad Leuven. Gerlinde Sämann www.lapetitebande.be De blinde Duitse sopraan Gerlinde Säman studeerde als pianiste en zan- geres aan het Richard Strauss Conservatorium in München. Tevens vol- Sigiswald Kuijken tooide zij een opleidng als adem-therapeute volgens de methode van Ilse Sigiswald Kuijken studeerde viool aan de conservatoria te Brugge en Brus- Middendorf. Haar repertoire bestaat niet alleen uit oude muziek, maar ook sel, waar hij bij Maurice Raskin afstudeerde in 1964. Hij kwam op zeer jon- uit Lied, oratorium en moderne avant-garde muziek en theater. In 1999 trad ge leeftijd in contact met de oude muziek, samen met zijn broer Wieland. Säman op in ‘La Vox Humaine' van Francis Poulenc en een jaar later werd Door zelfstudie maakte hij zich vertrouwd met de specifieke zeventiende- deze opera zeer enthousiast ontvangen in het stadstheater van Aken. In en achttiende-eeuwse speeltechnieken en interpretatieconventies. Zo 2000 ontving ze van de stad München een beurs voor haar buitengewone introduceerde hij vanaf 1969 de meer authentieke barokvioolspeelwijze artistieke werk. Als soliste trad ze op op verschillende bekende festivals, waarbij het instrument niet meer onder de kin geklemd wordt, maar vrij te- zoals Styriarte, La Folle Journée de Nantes, het Festa da Musica Lisboa gen de hals ligt, wat een beslissende invloed heeft op de benadering van etc. In het seizoen 2002-2003 gaf Sämann een gastoptreden met Giovanni Battista Pergolesi's ‘Stabat Mater' in Zürich, en deze productie werd ook Mendelssohn met Helmuth Rilling bij Hänssler en een cd met liederen van uitgevoerd in Sint-Petersburg en Moskou. In 2003 volgde de productie Mozart en canzonetten van Haydn. Christoph Genz is regelmatig te gast van ‘Die Frau vom Meer' van Ibsen en samen met het ensemble La Petite op gerenommeerde festivals, zoals de Schubertiade Hohenems/Feldkirch, Bande van Sigiswald Kuijken zong ze verschillende solo Bachcantates in Verbier, Davos, Luzerner Musikfestwochen, Aix-en-Provence. Hij zingt de opera van Bordeaux. In 2004 zong ze de rol van Euredice in C.W Glucks bovendien regelmatig liedrecitals in de Alte Oper Frankfurt, het Concert- opera ‘Orfeus' in de opera van Rostock. gebouw Amsterdam en de Wigmore Hall in Londen. Christoph Genz was www.gerlinde-saemann.de een tijdlang verbonden aan het theater van Basel. Hij gaf ook verschil- lende gastoptredens bij onder meer de Opéra de Nancy, het Theâtre de Petra Noskaiová Champs-Elysées in Parijs, de Opéra de Lausanne en het Teatro alla Scala De Slovaakse mezzo-sopraan Petra Noskaiová studeerde muziek aan in Milaan. Sinds het seizoen 2001-2002 tot het seizoen 2004-2005 was hij het Conservatorium van Bratislava van 1988 tot 1994 en vocale muziek verbonden aan de opera van Hamburg. In 2009 trad hij op in Montreal on- met Ruena Illenbergova. Omdat haar grootste interesse bij de barok- en der leiding van Kent Nagono waar hij Bachs ‘Mis in h-moll' zong. Ook reisde renaissance- liturgische muziek lag in studeerde ze verder bij onder hij af naar Duitsland alwaar hij in Berlijn onder leiding van Marek Janowski andere Sigiswald Kuijken, bij wie ze later ook masterclasses volgde. Mendelssohns ‘Paulus' vertolkte en in Leipzig onder leiding van Herbert Noskaiová heeft regelmatig samengewerkt met talloze ensembles zoals Blomstedt Mendelssohns ‘Lobgesang'. Tevens ging hij op tournee met het het Musica Aeterna Bratislava, de Capella Regia Musicalis, Musica Florea, Rias Kammerchor en zal hij Bachs ‘Mattäus-Passion' met La Petite Bande het Ensemble Inegal, het Teatro Lirico en La Petite Bande. Ook werkte ze onder leiding van Sigiswald Kuijken brengen. samen met Andrew Parrott, Stephen Stubbs, , Suzy www.christophgenz.com LeBlanc, Howard Crook, en Paul Elliot. Haar meest recente projecten zijn J.M. Leclairs ‘Scylla en Glaucus' met het Collegium Maria- Jan Van der Crabben num met Simon Standage in Praag, Mozarts ‘Requiem' en Haydns ‘Sieben Jan Van der Crabben werd geboren in Genk in 1964. Na een vooropleiding letzte Worte' met La Petite Bande onder leiding van Sigiswald Kuijken. als pianist bij Aquiles delle Vigne aan de Academie van Etterbeek begon Ook treedt Noskaiová vaak voor de Slovaakse radio op en produceert ze hij zijn zangstudies aan het Koninklijk Muziekconservatorium te Brussel bij opnames voor Slovart, Dynamic en Matou. Daarnaast neemt ze vaak deel Louis Devos. Hij behaalde er in 1989 een eerste prijs zang met grootste aan prestigieuze internationale festivals zoals het Festival Oude Muziek in onderscheiding. In 1990 volgde hij privé-zanglessen bij Vera Rosza-Nordell Utrecht, Days of Early Music in Bratislava en het Festival van Ambronay. in Londen en behaalde aan de internationale wedstrijd voor oratorium en lied in Clermont-Ferrand de prijs voor beste interpretatie van de Christoph Genz Franse mélodie en de prijs voor hedendaagse muziek. Jan Van der Crab- De tenor Christoph Genz kreeg zijn eerste muzikale opleiding als lid van ben werkte solistisch zowel in binnen- als buitenland, met onder meer het Thomanerchor in Leipzig. Later studeerde hij muziekwetenschappen Alexander Rahbari en Pierre Bartholomée. Hij gaf zijn medewerking aan aan het King's College in Cambridge, waar hij ook lid was van het King's verschillende festivals zoals het Festival de Chambord en het Festival van College Choir. Vervolgens studeerde hij zang bij Hans-Joachim Beyer aan Vlaanderen. Hij volgde masterclasses bij Elio Bataglia, Bernard Kruysse de Musikhochschule van Leipzig. Bij Elisabeth Schwarzkopf studeerde en Margreet Honig. In 1991 zong hij de titelrol in de creatie van ‘Hercules Christoph Genz liedinterpretatie. De tenor won reeds enkele grote prij- Haché', een opera op muziek van Lucien Posman. Hij werkte mee aan zen op internationale zangwedstrijden, waaronder de Eerste Prijs op het verschillende cd-opnamen met muziek van Mozart, Bach, Händel, Fiocco, Concours van Grimsby (1995) en op de Internationale Johann Sebastian De Fesch, Schubert en Von Herzogenberg. In 1996 werd hij halve finalist in Bach-Wedstrijd in Leipzig (1996). Christoph Genz nam deel aan concerten, de Koningin Elisabeth Wedstrijd in Brussel. Sinds 1999 werkt hij als solist liederavonden en operaproducties in Europa, Afrika en de Verenigde Sta- regelmatig samen met La Petite Bande, De Nederlandse Bachvereni- ten onder leiding van dirigenten als Sir Simon Rattle, Philippe Herreweghe, ging, Musica Antiqua Köln, Il Fondamento, olv. Sigiswald Kuijken, Reinhard Sigiswald Kuijken, Peter Schreier, Helmuth Rilling, Sir John Eliot Gardiner, Goebel, Paul Dombrecht, Jordi Savall e.a. Met de lied-cd ‘Le Promenoir des Thomas Hengelbrock, Giuseppe Sinopoli en Ludwig Güttler. Daarnaast deux amants' won hij in 2001 te Parijs le Grand Prix du Disque en Le Prix verleende hij ook zijn medewerking aan talrijke cd-opnamen, o.a. cantates Solti. van Bach met Musica Antiqua onder leiding van Reinhard Goebel, de Jo- hannespassie van Bach onder leiding van Ludwig Güttler, 'Lobgesang' van binnenkort in desingel koor Stile Antico Song of Songs renaissancepolyfonie van Clemens non Papa, Palestrina, Guerrero, Gombert, de Victoria, Lassus ea.

vr 25 sep 2009 20 uur / blauwe zaal € 20, 15 basis / € 15, 10 -25/65+ / € 8 -19 jaar inleiding Diederik Verstraete 19.15 uur foyer de kunsthaven

De kunstcampus groeit + 12.000 m2 Een bouwproject van de Vlaamse Gemeenschap en de Artesis Hogeschool Antwerpen voor deSingel internationale kunstcampus en het Conservatorium van de Hogeschool Antwerpen.

Permanente toelichting vestiaire deSingel wo>zo/14>18 uur & aansluitend bij voorstellingen/concerten 2009-2010 architectuur theater dans muziek 2009-2010 blauwe zaal

deSingel Desguinlei 25 / B-2018 Antwerpen ma vr 10 19 uur / za 16 19 uur www.desingel.be [email protected] T +32 (0)3 248 28 28 F +32 (0)3 248 28 00

deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van

hoofdsponsor mediasponsors