La Petite Bande Lully . Charpentier . Rebel . Delalande . Rameau 1 7 FEBRUARI 95 La Petite Bande La Petite Bande muzikale leiding Sigiswald Kuijken solist Stephan Van Dyck, contratenor Programma Jean-Baptiste Lully (1632-1687) Armide: Ouverture Acis & Galatée: Air d'Acis 'C'est en vain...' Armide: Passacaille Marc-Antoine Charpentier (1645/50-1704) Médée: Air de Jason 'Que me peut demander la Gloire' Jean-Féry Rebel (1666-1747) La Fantaisie: Grave - Chaconne - Loure - Tambourin - Chaconne Michel-Richard Delalande (1657-1726) L'amour, fléchy par la constance: Air de Tirsis Jean-Féry Rebel Les Plaisirs champêtres: Musette - Gavotte - Chaconne - Passepied - Bourrée - Rigaudon - Bourrée Pauze Jean-Philippe Rameau (1683-1764) Daphnis et Eglé: Ouverture - Rondeau tendre 'Dieu de l'Amitié' Sarabande - Gavottes 1 & 2 - Passepieds 1 & 2 La Guirlande: Ariette vive 'Ranimez-vous' inleidend gesprek door Magda De Meester Daphnis et Eglé: Entréz - Gigue - Gavotte - Musette 19.15 uur . Foyer Rode Zaal Ariette vive 'Oiseaux, chantez...' Pantomime - Menuets 1 & 2 aanvang concert om 20.00 uur pauze om 20.45 uur Les Fêtes d'Hébé: Ariette vive 'L'objet qui règne...' einde concert 21.45 uur Daphnis et Eglé: Tambourins 1 & 2 - Contredanse La Petite Bande La Petite Bande Het barokorkest 'La Petite Bande' werd in 1972 opgericht eerste violen Ryo Terakado Makoto Akatsu door Sigiswald Kuijken, op verzoek van de Duitse platenfirma Jean-Paul Burgos Harmonia Mundi, om Lully's 'Le Bourgeois Gentilhomme' op Catherine Girard te nemen onder leiding van Gustav Leonhardt. De orkestbe­ Michiyo Kondo zetting en de naam werden ontleend aan het orkest van Lully Marie-Hélène Landreau zelf aan het hof van Lodewijk XIV. Ondermeer door authen­ Guya Martinini tieke instrumenten te gebruiken en de oude speelwijze in ere Luis Otavio Santos te herstellen, werd ernaar gestreefd deze muziek, zowel qua altviolen Marleen Thiers interpretatie als qua klankbeeld, zo getrouw mogelijk te laten Benoit Douchy Paul Herrera herleven, zonder daarbij in een strak academisme te vervallen. Eva Roll Oorspronkelijk was het niet de bedoeling dat La Petite Bande Kaori Toda een permanent orkest zou worden, maar het succes van de Jorien Van Tuinen plaatopnamen was zo groot dat de groep geregeld concerten celli Hidemi Suzuki ging geven. Na een eerste periode, waarin het accent vooral lag Hervé Douchy op de Franse barokmuziek (Lully, Campra, Muffat) werd ook het Thomas Luks Italiaanse repertoire aangevat (Corelli, Vivaldi). De laatste jaren René Schiffer bas heeft het orkest zich vooral laten opmerken door zijn veelgepre­ James Munro fluit Marc Hantaï zen interpretaties van de klassieke meesters (Mozart, Ftaydn). Frank Theuns Onder leiding van Gustav Leonhardt of van Sigiswald Kuij­ hobo Pierluigi Farbretti ken, de vaste dirigent, heeft La Petite Bande sindsdien vele Susanne Riegel opnamen gemaakt: opera's van Rameau en Händel, Bachs Fernando Souza vioolconcerti (met Sigiswald Kuijken als solist), de Johannes- Ann Vanlancker en Mattheuspassie, de Hohe Messe en het Magnificat, even­ Stefaan Verdegem als de Brandenburgse concerten en de Orkestsuites. Uit het fagot Alain De Rijckere Henriette Bakker klassieke repertoire werden ondermeer opgenomen: het clavecimbel Carmen Leoni Requiem en de Grosse Messe van Mozart, de Schöpfung en de Jahreszeiten van Haydn. Ook de recente cd's gewijd aan de symfonieën van Haydn werden door de internationale muziekpers bijzonder enthousiast ontvangen. De vaste kern van het orkest bestaat uit internationaal gereputeerde solisten, allen specialisten op het gebied van de historische uitvoeringspraktijk. La Petite Bande is regelmatig te zien en te horen op binnen- en buitenlandse radio- en televisiestations, en trad op in alle belangrijke Europese festivals en concertzalen, en verder ook in Japan, Australië en Zuid-Amerika. SlGISWALD KUIJKEN Sigiswald Kuijken (°1944) studeerde viool aan de conserva­ teiten onverminderd voort. Zo nam hij in 1981 de integrale toria van Brugge en Brussel. Reeds tijdens zijn studietijd Bachvioolsolo's op voor Harmonia Mundi. In 1995 en 1996 ontwikkelde hij een ware passie voor renaissance- en barok­ zullen de vioolconcerti van Mozart opgenomen worden. Als muziek. Na een grondige studie van de historische instru­ docent barokviool is Sigiswald Kuijken sedert 1971 verbon­ menten en de uitvoeringspraktijk zette hij in 1969 een den aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Sinds revolutionaire stap: Sigiswald Kuijken knoopte terug aan bij 1993 vervult hij deze functie tevens aan het Koninklijk de historische traditie en voerde de authentieke speelwijze Conservatorium van Brussel. van de barokviool weer in, een keuze die in heel Europa navolging vond. Sigiswald Kuijken was van 1 964 tot 1972 lid van het Brusselse Alarius Ensemble dat tevens deel uitmaakte van de kern van het avant-garde ensemble 'Musiques Nouvelles'. Met het Alarius Ensemble dat zich specialiseerde in de muziek van de 17de en 18de eeuw, ondernam Sigiswald Kuijken talloze tournees doorheen Europa en de Verenigde Staten. In die­ zelfde periode had hij zeer verruimende en nog steeds aanhoudende contacten met reeds gevestigde specialisten zoals Gustav Leonhardt en Frans Bruggen. Na de ontbinding van het Alarius Ensemble in 1972 bleef Sigiswald Kuijken zeer actief op het gebied van de kamermu­ ziek. Zo musiceert hij regelmatig met zijn broers Wieland en Barthold, Robert Kohnen, René Jacobs, Lucy Van Daei, Anner Bijlsma, Gustav Leonhardt, Luc Devos, e.a. In 1 986 tenslotte werd het Kuijken-strijkkwartet opgericht dat een discrete bijdrage wil leveren aan de strijkkwartetliteratuur. In 1972 richtte Sigiswald Kuijken samen met Gustav Leon- hardt het barokorkest La Petite Bande op, om 'Le Bourgeois Gentilhomme' van Lully op te nemen. Het was het begin van een lange reeks opnamen, deels onder leiding van Gustav Leonhardt (Zaïs en Pygmalion van Rameau, de Mattheuspas- sie, de h-nioll Messe en de Brandenburgse concerten van Bach), deels onder leiding van Sigiswald Kuijken (Hippolyte et Aride van Rameau, Alessandro en Partenope van Händel, Bachs Johannespassie en Magnificat, Haydns Schöpfung en Jahreszeiten, Mozarts Requiem en fluitconcerti). Ook als solist en pedagoog zet Sigiswald Kuijken zijn activi­ Stephan V an Dyck Concert de Danse De gouden eeuw vnn de Franse barokmuziek Begonnen op zesjarige leeftijd als sopraan in een kinderkoor, Al vele jaren heb ik een passie voor Franse barokmuziek, de zet Stephan Van Dyck zijn muzikale opleiding voort met de muziek van Lully tot Rameau en vooral voor de opera's, de studie van klassieke gitaar, piano en zang. Aan het Brusselse balletten, de dansmuziek... Zij verenigt op een onevenaarba- conservatorium behaalt hij met onderscheiding een Hoger re wijze twee extremen: natuur en cultuur, spontaneïteit en Diploma voor zang (Ludovic de San). Aan de Vrije Universi- artisticiteit, inventiviteit en conventie, en dit alles zonder teit voltooit hij intussen ook een licentie musicologie. enige zwaarte of verstikkende theoretische pretentie. Zijn passie voor barokmuziek voert Stephan Van Dyck naar Bij het spelen van deze muziek, zij het in kamermuzieken- Parijs, waar hij zich vervolmaakt bij René Jacobs en Rachel semble of in een orkestrale formatie, heb ik steeds de Yakar aan de 'Studio Versailles Opéra' aan het conservato­ aanwezigheid van dansers en danseressen gevoeld, alsof ze rium waar hij in de klas van William Christie eveneens met bij me - of zelfs in mij - waren. In een encyclopedie is unanimiteit van de jury een eerste prijs behaalt voor de overigens volgende definitie te lezen: 'Franse muziek van interpretatie van vocale barokmuziek. 1660 tot 1760 staat voor muziek om op te dansen of de Stephan Van Dyck werkte sindsdien met talrijke gerenom­ muziek van de barokdans. Bijvoorbeeld: sarabande, menuet, meerde ensembles zoals La Chapelle Royale (Herreweghe), tambourin... Zie: Opéra français, Tragédie lyrique, Opéra ensemble Organum (Pérès), Huelgas (Van Nevel), Gilles ballet, Comédie ballet, Suite...' Binchois (Vellard), Les Talents Lyriques (Rousset), Les Arts Van Lully tot Rameau maken we - zonder ook een figuur als Florrisants (Christie). Jean-Féry Rebel over te slagen - een reis doorheen amper Als solist gaf Stephan Van Dyck talrijke concerten en maakte driekwart eeuw, waarin de smaak geleid werd door de hij opnamen met het orkest van de RTBF. Hij zong in oratoria delicatesse, de schoonheid en het natuurlijke aanvoelen. Ze onder leiding van Marc Deller, Roy Goodman, Paul Dom- verschijnt belicht en gecorrigeerd door een zeker savoir- brecht, Patrick Peire, Marc Minkovski en Hervé Niquet. Ook vivre en strikte sociale conventies, die al wat in het dagelijkse verzorgde hij ondermeer in Brussel, Amsterdam en Versailles leven aan banaliteiten en vervelende toestanden kan opdui­ recitals met Franse en Italiaanse barokcantates en romanti­ ken, verbergen. Het is een periode waarin de kunst de sche muziek van Schumann, Schubert en Mendelssohn... realiteit moet opsmukken tot zij later zal verstikken in haar Stephan Van Dyck verleende zijn medewerking aan tal van eigen raffinement. belangrijke festivals te Parijs, Freiburg, Barcelona, Dublin, Belfast, Londen, Madrid, Utrecht, Berlijn, Praag en Oslo. Zijn Sigiswald Kuijken discografie vermeldt meer dan vijftien opnamen die reiken van de middeleeuwen tot de klassieke periode. Verder on­ derricht Stephan Van Dyck zang aan de academie van Nijvel en barokmuziek in Saint-Josse. Ook aan het Koninklijk Con­ servatorium van Luik is hij als docent verbonden. jean - Baptiste Lu lu y In 1643 werd Giovanni Battista