1 Auteur: Tom Brock Onderzoek – Condor 5
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Auteur: Tom Brock Onderzoek – Condor 5 1 WAT IS DE TOEKOMST VAN TELEVISIE IN NEDERLAND? Auteur: Tom Brock Studentnummer: 3060306 E-mailadres: [email protected] Onderzoek – Condor jaar 3 Collegejaar: 2019-2020 Opleiding: Journalistiek Onderwijsinstelling: Fontys, Tilburg Begeleider: Devid Ilievski 2 VOORWOORD Na verschillende auditierondes ‘overleefd’ te hebben, kreeg ik in mei 2019 te horen dat ik me één van de vijfentwintig talenten voor het nieuwe seizoen van de TV Academy in Amsterdam mocht noemen. ‘’TV Academy is dé springplank voor jonge mediamakers. De TVA biedt nieuw talent een podium en laat ze samenwerken met de top van de Nederlandse creatieve industrie. Door kennisoverdracht tussen ervaren coaches en nieuw talent, brengen we oude en nieuwe generaties bij elkaar om tot nieuwe creatieve ontwikkelingen te komen. De TV Academy richt zich op vijf disciplines: productie, redactie, presentatie, techniek en formatontwikkeling. Ieder jaar is opgedeeld in vier blokken, namelijk: YouTube/Online, formatontwikkeling, studioprogramma en documentaire. Een jaar duurt zeven maanden en loopt van september t/m maart. De TV Academy is vanaf juni 2019 een samenwerking aangegaan met Talpa. Afgelopen jaren is er onder andere samengewerkt met AVROTROS, RTL MCN, RTL Late Night, LindaTV en YouTube Nederland om zo nieuw talent een podium te bieden.’’ Trots vertelde ik aan de mensen om me heen dat ik was aangenomen op de TV Academy (TVA). Vaak kreeg ik dan al snel de vraag of televisie niet een beetje ouderwets aan het worden is. Nadat ik dan had uitgelegd dat de TVA zich op meerdere disciplines richt en bijvoorbeeld ook ‘YouTube/Online’ en ‘documentaire’ deel uitmaken van het lesprogramma (en de naam dus misschien een vertekend beeld geeft, hier kom ik later nog op terug), stelde ik steevast de vraag: ‘’Wat is jouw definitie van het woord televisie?’’ Al snel viel me op dat er dan vaak werd verwezen naar het apparaat in de woonkamer en de bijbehorende programmering. Naar mijn idee is de definitie van televisie in de loop der jaren erg veranderd en zal dit proces in de toekomst alles behalve stagneren. Televisie is naar mijn mening dan ook zoveel meer dan ‘het apparaat in de woonkamer met de bijbehorende programmering’. Is het eigenlijk wel terecht om te zeggen dat televisie ouderwets is? Of is televisie niet meer wat we denken dat het is/wat het altijd is geweest? De vragen die zich in mijn hoofd nestelden als gevolg van mijn toelating op de TV Academy, mijn fascinatie (van jongs af aan) voor televisie, video en film, het feit dat ik op het punt stond om zeven maanden aan de slag te gaan/een kijkje te krijgen in de televisiewereld én de repeterende vraag of televisie ondertussen niet een beetje achterhaald is geworden, creëerde een vraag in mijn hoofd die niet meer zou verdwijnen: Wat is de toekomst van televisie in Nederland? Toepasselijk feitje: de TV Academy wil haar naam op den duur graag veranderen, aangezien ‘TV’ een ‘’te vertekend beeld van inhoud weergeeft’’. 3 ERIC VAN STADE OMROEPBAAS AVROTROS "Ik ben ervan overtuigd dat televisie altijd zal blijven bestaan, maar het zal zich opnieuw moeten gaan uitvinden. Neem nu bijvoorbeeld theater. Toen de bioscoop kwam dacht iedereen dat theater zou verdwijnen, maar het bestaat nog steeds. Theater vond zichzelf opnieuw uit. Vervolgens kwam de televisie en iedereen dacht dat dit het einde zou zijn van de bioscoop, maar óók die bestaat nog steeds. Het fenomeen bioscoop vond zichzelf opnieuw uit. Dit zal de televisie ook gaan doen, dat weet ik zeker, ondanks de concurrentie van online platforms en social media bijvoorbeeld." 4 INHOUDSOPGAVE INLEDING……………………………………………………………………………………………………………………………...6 THEORETISCH KADER……………………………………………………………………………………………………….7-11 METHODOLOGIE………………………………………………………………………………………………………….…12-13 HET (HER)DEFINIËREN VAN TELEVISIE…………………………………………………………………………….14-17 HET APPARAAT / DE BEELDBUIS……………………………………………………………………………………..18-21 DE VERWACHTING…………………………………………………………………………………………………..21 EEN (WILLEKEURIG) SCHERM…………………………………………………………………………………………22-23 DE VERWACHTING…………………………………………………………………………………………………..23 LINEAIR TELEVISIE-KIJKEN………………………………………………………………………………………………24-37 VERWACHTINGEN……………………………………………………………………………………….……..35-37 CONCLUSIE…………………………………………………………………………………………………………………….38-40 LITERATUURLIJST……………………………………………………………………………………………………………41-45 5 INLEIDING Ooit maakte de televisie zijn intrede in het gezin als ‘dat ene apparaat (met één zender) in de woonkamer waar op gezette tijden met de gehele familie aandachtig naar gekeken werd’. Dit fenomeen, kijken naar content die op dat moment ook daadwerkelijk wordt uitgezonden volgens de televisieprogrammering, wordt ‘lineair televisie-kijken’ genoemd. Regelmatig wordt hiervoor ook de term ‘traditionele televisie’ gebruikt. Voor een (groot) deel is dit ook nog steeds wat televisie is (en hoe televisie nog vaak wordt gedefinieerd), maar er is ondertussen veel veranderd. En ik kan je alvast verklappen: dit veranderingsproces is nog lang niet voorbij. Sterker nog, het lijkt de laatste jaren alsmaar sneller te gaan. De televisie is (samen met de bioscoop) al lang niet meer de enige zender van videocontent. Video, en hiermee dus ook álle content die op televisie wordt uitgezonden, wordt tegenwoordig op zo veel verschillende manieren geconsumeerd dat de definitie van ‘televisie’ veranderd is en hierdoor in zekere zin ook zijn kracht verloren heeft, zijn ‘alleenrecht’. Zeker sinds de komst van het internet zijn er in relatief korte tijd zeer grote stappen gezet en is ons kijkgedrag erg veranderd. Televisie is niet meer ‘één overzichtelijk iets’. Niet meer één apparaat met één zender die voor iedereen hetzelfde is. Maar wat is het dan wél? En wat kunnen we verwachten? Met dit onderzoek wil ik graag de huidige stand van zaken rondom televisie inzichtelijk maken én een toekomstverwachting schetsen. Dit kan zowel relevant en bruikbaar zijn voor íedereen die geïnteresseerd is in (de toekomst van) televisie en alles wat hierbij komt kijken, maar ook zeker voor bedrijven, producenten, ondernemers, fabrikanten, freelancers en consumenten die in de televisie- en videobranche actief zijn. De definitie van televisie, of beter gezegd het herdefiniëren hiervan, zal in dit onderzoek de rode draad vormen, ondersteund door de onderstaande deelvragen: - Waarom is televisie jarenlang zo belangrijk geweest in ons leven? - Hoe en waardoor is ons kijkgedrag beïnvloed/veranderd? - Wat vormt een bedreiging voor televisie? - Wat is de invloed van het internet, video on demand, streaming en social media op televisie? - Wat zijn de verwachtingen? 6 THEORETISCH KADER GESCHIEDENIS VAN DE TELEVISIE IN NEDERLAND Het Eindhovense Philips legde in de jaren dertig de basis voor televisie in Nederland. Dit deden zij vanuit het Philips Natuurkundig Laboratorium. Het bedrijf experimenteerde met uitzendingen van filmbeelden en creëerde hiermee een markt voor televisietoestellen die aan de consument verkocht konden worden. Om een plek te veroveren op de Europese markt moest Philips natuurlijk eerst in eigen land genoeg toestellen afzetten. Daarom volgden er tussen 1948 en 1951 dan ook de eerste experimentele uitzendingen, die in Eindhoven en omgeving te ontvangen waren. In Nederland zou de eerste landelijke (zwart-wit) televisie-uitzending op 2 oktober 1951 worden uitgezonden (ter vergelijking, in Amerika al in de jaren dertig) en verschijnen op ongeveer 500 toestellen. Deze uitzending werd verzorgd door de Nederlandse Televisie Stichting (NTS), met de volle steun van Philips. De kijkers werden vanuit Studio Irene in Bussum welkom geheten door omroepster Jeanne Roos. Hierna namen Staatssecretaris J.M.L.Th. Cals en voorzitter van de KRO dominicaner theoloog professor J.B. Kors het woord. De strenge heren prezen in hun toespraak de technologische vooruitgang maar waarschuwden het publiek voor de "persoonlijke passiviteit en grauwe vervlakking" dat het nieuwe communicatiemiddel teweeg kon brengen. "Het is een begin. En we kunnen zeggen dat deze beginperiode een oefenperiode is. Dat wil zeggen dat men dus van ons in deze periode niet volmaakt geslaagde programma’s mag én ook niet moet verwachten. Toch heeft men dit pionierswerk willen beginnen. Er is een wil, een enthousiasme en een aanpakken geweest waardoor we de mensen dankbaar moeten zijn. We zijn begonnen met een experiment en willen dat het slaagt.", aldus professor Kors. De eerste Nederlandse zender, die vooral werd gebruikt voor nieuws- en informatievoorziening, was hiermee een feit: Nederland 1. Tot 19 augustus 2014 zou deze naam behouden blijven. Sindsdien heet de zender NPO 1. Philips was in de jaren vijftig van de twintigste eeuw dé grote drijvende kracht achter de invoering van de televisie in Nederland. In reclameboodschappen prees de Eindhovense firma het ‘nieuwe medium’ aan als fenomeen dat het traditionele gezin niet bedreigde, maar juist versterkte. In de eerste jaren keken er maar enkele duizenden mensen televisie. Dit werd vooral veroorzaakt door de technische beperkingen en hoge kosten van televisietoestellen. 7 In 1956 werd er in het ‘Televisiebesluit’ besloten dat er zou worden uitgezonden volgens het verzuilde systeem, dat op dat moment ook voor de radio van toepassing was. Uiteindelijk kregen de omroepen AVRO (liberaal), VARA (progressief), KRO (katholiek), NCRV (christelijk) en V.P.R.O. (vrijzinnig-protestants) allen een eigen deel zendtijd en werd er dus niet gekozen voor één nationale omroep. Hiermee werden deze vijf omroepen de eerste Nederlandse televisiemakers. De ‘R’ in hun namen verwijst