De Betekenis Van Groene Burgerinitiatieven
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu De betekenis van groene burgerinitiatieven Analyse van kenmerken en effecten van 264 initiatieven in Nederland T.J.M. Mattijssen, A.E. Buijs, B.H.M. Elands & R.I. van Dam WOtrapport 127 De betekenis van groene burgerinitiatieven Dit rapport is gemaakt conform het Kwaliteitshandboek van de unit Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu. De reeks ‘WOt-rapporten bevat onderzoeksresultaten van projecten die kennisorganisaties voor de unit Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu hebben uitgevoerd. WOt-rapport 127 is het resultaat van een onderzoeksopdracht van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Het PBL is een inhoudelijk onafhankelijk onderzoeksinstituut op het gebied van milieu, natuur en ruimte, zoals gewaarborgd in de Aanwijzingen voor de Planbureaus, Staatscourant 3200, 21 februari 2012. Dit onderzoeksrapport draagt bij aan de kennis die verwerkt wordt in meer beleidsgerichte publicaties zoals Natuurverkenning, Balans van de Leefomgeving en andere thematische verkenningen. Het onderzoek is gefinancierd door het Ministerie van Economische Zaken (EZ). De betekenis van groene burgerinitiatieven Analyse van kenmerken en effecten van 264 initiatieven in Nederland T.J.M. Mattijssen, A.E. Buijs, B.H.M. Elands & R.I. van Dam Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu Wageningen, december 2015 WOt-rapport 127 ISSN 1871-028X Referaat T.J.M. Mattijssen, A.E. Buijs, B.H.M. Elands & R.I. van Dam (2015). De betekenis van groene burgerinitiatieven; analyse van kenmerken en effecten van 264 initiatieven in Nederland. Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu, Wageningen UR. WOt-rapport 127. 110 blz.; 5 fig.; 14 tab.; 89 ref; 2 Bijlagen. Het natuurbeheer in Nederland is de laatste jaren gekanteld en het dominante beleidsdiscours is verschoven van het ‘creëren van diensten voor burgers’ naar het ‘scheppen van waarden met burgers’. Op basis van 264 initiatieven is een typologie van soorten groene burgerinitiatieven ontwikkeld. Voor elk type beschrijven we de belangrijkste ecologische- en sociale doelen, hun activiteiten, hulpbronnen en de gepercipieerde effecten van de initiatieven. De meerderheid van de initiatieven dragen op een directe, fysieke manier bij aan bescherming en beheer van groene gebieden. Een omvangrijke minderheid richt zich vooral op bewust- wording, educatie of natuurbeleving. Ten slotte richt een groep initiatieven zich op het beïnvloeden van het beleid en geeft daarmee kritische reflectie op het natuurbeleid. De beschikbaarheid van subsidie en de aanwezigheid van cultureel kapitaal zijn belangrijke hulpbronnen voor de initiatieven. Trefwoorden: natuurbeleid, burgerinitiatief, burgerparticipatie, participatiesamenleving, draagvlak, betrokkenheid, governance, evaluatie. Abstract T.J.M. Mattijssen, A.E. Buijs, B.H.M. Elands & R.I. van Dam (2015). The significance of green citizens’ initiatives: analysis of the characteristics and effects of 264 initiatives in the Netherlands. Statutory Research Tasks Unit for Nature & the Environment, WOt-rapport 127. 110 p; 5 Figs; 14 Tabs; 89 Refs; 2 Annexes. In recent years conservation management in the Netherlands has undergone a transformation and the dominant policy discourse has shifted from ‘creating services for the public’ to ‘creating value with the public’. A typology of green citizens’ initiatives was developed based on an analysis of 264 initiatives. For each type we describe the most important ecological and social objectives, activities and resources, and the perceived effects of the initiatives. The majority of the initiatives make a direct physical contribution to the protection and management of green spaces. A considerable minority focus primarily on awareness-raising, education or the enjoyment of nature. Lastly, there is a group of initiatives that aim to influence policy and stimulate critical reflection on nature policy. The availability of grants and the presence of cultural capital are important resources for the initiatives. Keywords: nature policy, citizens’ initiative, citizen participation, civil society, public support, involvement, governance, evaluation Auteurs: Thomas Mattijssen, Arjen Buijs, Rosalie van Dam (Alterra Wageningen UR) Birgit Elands (Leerstoelgroep Bos- en Natuurbeleid, Wageningen Universiteit) Foto omslag: Martijn de Jonge (www.martijndejonge.nl) © 2015 Alterra Wageningen UR Leerstoelgroep Bos- en Natuurbeleid, Postbus 47, 6700 AA Wageningen Wageningen Universiteit Tel: (0317) 48 07 00; Postbus 47, 6700 AA Wageningen e-mail: [email protected] Tel: (0317) 48 61 92; e-mail: [email protected] De reeks WOt-rapporten is een uitgave van de unit Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu, onderdeel van Wageningen UR. Dit rapport is verkrijgbaar bij het secretariaat. De publicatie is ook te downloaden via www.wageningenUR.nl/wotnatuurenmilieu. Wettelijke Onderzoekstaken Natuur & Milieu, Postbus 47, 6700 AA Wageningen Tel: (0317) 48 54 71; e-mail: [email protected]; Internet: www.wageningenUR.nl/wotnatuurenmilieu Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit het gebruik van de resultaten van dit onderzoek of de toepassing van de adviezen. F-0031 NL vs 1.1 (2015) Project WOT-04-010-036.60 WOt-rapport 127 – december 2015 Woord vooraf In 2011 bracht het Planbureau voor de Leefomgeving het signalenrapport ‘De energieke samenleving’ uit, waarin werd verteld dat de in de maatschappij aanwezige creativiteit en innovatiekracht van burgers en bedrijven kansen biedt voor ‘groene groei’. Bovendien werd gesteld dat het inzetten van deze energieke samenleving een aanpassing vraagt in het denken en doen van de rijksoverheid. Sindsdien hebben bestuurders het gedachtengoed van de energieke samenleving omarmd en bestaan er bij hen soms grote verwachtingen over wat burgers kunnen bijdragen aan doelen van het overheidsbeleid. Dat geldt ook voor het rijksnatuurbeleid. De ‘Rijksnatuurvisie 2014 Natuurlijk verder’ verlegt de aandacht van bescherming van natuur tegen de samenleving naar versterking van natuur dóór de samenleving en stelt dat om een betere natuur te bereiken een andere rol van burgers en bedrijven nodig is. Toch is het nog maar de vraag wat de bijdrage van energieke burgers aan de doelen van het natuurbeleid kan zijn. De Natuurverkenning 2010-2040 van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) maakte immers duidelijk dat er verschillende kijkrichtingen op natuur naast elkaar bestaan. Die kunnen elkaar versterken, maar soms ook elkaar in de weg zitten. Dit rapport geeft een overzicht van groene burgerinitiatieven en wat ze zoal beogen te bereiken. Het laat zien dat de diversiteit groot is. Er zijn groepen die werken aan beheer van natuur en landschap. Daarvan is te verwachten dat ze concreet bijdragen aan natuurdoelen van de overheid. Maar wat te denken van groepen die zich richten op groenbeleving en buurtgroen? Daar ligt de nadruk op de gebruiksdoelen van groen en het vergroten van natuurbetrokkenheid. Spoort dat echt met democratisch vastgesteld beleid? De onderzoekers wijzen op het belang van politieke groepen die het beleid zelf willen beïnvloeden. Het is geen eenduidig, maar wel een helder antwoord dat dit rapport geeft op de vraag hoe beleidsmakers om zouden moeten gaan met groene burgerinitiatieven. Elk van de onderscheiden typen kan een bijdrage leveren, maar vraagt steeds een andere benadering van bestuurders. Wij willen alle leden van de klankbordgroep van het project ‘Monitoring Energieke Samenleving’ bedanken. Zij hebben ons met advies bijgestaan en hebben kritisch gereflecteerd op eerdere versies van dit rapport: Suus Boerma (Staatsbosbeheer), Froukje Boonstra (Alterra Wageningen UR), Patricia Braaksma (Ministerie van Economische Zaken), Annemarth Idenburg (WRR), Kris van Koppen (Wageningen University), Eeke Landman-Sinnema (Ministerie van Economische Zaken), Sonja Kruitwagen (PBL) en Ger van den Oetelaar (Stichting Ark). Verder ook een bijzondere dank aan de respondenten die de onderzoekers bij een groot aantal initiatieven telefonisch te woord wilden staan. Zonder hun bijdragen had geen goede verdiepende analyse uitgevoerd kunnen worden en was het hoofdstuk over effecten nooit zo interessant geworden als het nu is. Ook dank aan diverse contacten, collega’s en anderen die op onze oproepen via sociale media en internet hebben gereageerd en op deze wijze een groot aantal initiatieven van groene zelf- governance hebben aangedragen. Daarnaast ook Marieke Meesters bedankt, die als deel van een stage-opdracht 21 telefonische interviews heeft uitgevoerd voor de verdiepende analyse. Ten slotte willen we Rikke Arnouts en Kris van Koppen bedanken die als externe referenten een conceptversie van het rapport hebben beoordeeld. Hans Farjon & Janneke Vader Inhoud Woord vooraf 5 Samenvatting 9 Summary 13 1 Inleiding 17 1.1 Introductie 17 1.2 Probleemstelling 17 1.3 Doelstelling en onderzoeksvragen 21 1.4 Leeswijzer 22 2 Analytisch raamwerk 23 2.1 Beleidsarrangementenbenadering 23 2.2 Dimensies van onderzoek 23 2.3 Kenmerken van analyse 25 3 Methode 27 3.1 Onderzoeksopzet 27 3.2 Inventarisatie 27 3.2.1 Verzameling van initiatieven 27 3.2.2 Selectieprocedure 28 3.2.3 Analyse 29 3.3 Verdiepende analyse 29 3.4 Integratie 31 4 Kenmerken van groene zelf-governance 33 4.1 Algemene kenmerken 33 4.2 Doelstellingen 34 4.3 Actoren 37 4.4 Spelregels