Cultuurhistorie in De Stedelijke Vernieuwing Van De Veertig Aandachtswijken
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Cultuurhistorie in de stedelijke vernieuwing van de veertig aandachtswijken Rijksadviseur Cultureel Erfgoed 1 Cultuurhistorie in de stedelijke vernieuwing van de veertig aandachtswijken april 2011 Rijksadviseur Cultureel Erfgoed 2 inhoudsopgave inhoudsopgave voorwoord 4 Rotterdam Noord 128 Rotterdam Bergpolder 132 Introductie / leeswijzer 7 Rotterdam Overschie 136 Rotterdam West 140 Rotterdam Oud Zuid 146 deel I: Wijken Rotterdam Vreewijk 152 Rotterdam Zuidelijke Tuinsteden 156 Alkmaar Overdie 8 Schiedam Nieuwland 160 Amersfoort Kruiskamp 12 Utrecht Kanaleneiland 166 Amsterdam Noord 16 Utrecht Ondiep 170 Amsterdam Bos en Lommer 20 Utrecht Zuilen Oost 174 Amsterdam Westelijke Tuinsteden 26 Utrecht Overvecht 178 Amsterdam Oost 32 Amsterdam Zuidoost 36 Zaanstad Poelenburg 184 Arnhem Klarendal 40 Arnhem Presikhaaf 46 deel II: Thema’s Arnhem het Arnhemse Broek 50 Arnhem Malburgen 54 woningen 189 scholen 199 Deventer Rivierenwijk 58 kerken en kloosters 206 bijzondere gebouwen 211 Den Haag Stationsbuurt en Rivierenbuurt 62 winkels en winkelcentra 217 Den Haag Schilderswijk 66 openbare ruimte en groen 223 Den Haag Transvaal 70 Den Haag Zuidwest 76 overwegingen 229 aanbevelingen 236 Dordrecht Wielwijk en Crabbehof 80 literatuuropgave 240 Enschede Velde-Lindenhof 84 Eindhoven Woensel West 88 Eindhoven Doornakkers 92 Eindhoven De Bennekel 98 Groningen Korrewegwijk 102 Groningen De Hoogte 106 Heerlen Meezenbroek 110 Leeuwarden Heechterp 114 Maastricht Noordoost 118 Nijmegen Hatert 124 voorwoord voorwoord Als Rijksadviseur Cultureel Erfgoed bied ik met genoegen deze publicatie die een dergelijke impuls goed kunnen gebruiken: de veertig aan- aan, waarin ik verslag doe van mijn werkbezoeken aan de 40 aandachts- dachtswijken. Verder wil het rijk zich in de wijkaanpak servicegericht wijken. Deze wijken hebben de afgelopen jaren veel in de aandacht opstellen naar bewoners, gemeenten, woningcorporaties en andere gestaan; zij stonden eerder als ‘Vogelaarwijken’1 bekend, of als ‘kracht- betrokkenen en daarbij zou de Rijksadviseur Cultureel Erfgoed advise- wijken’. In dit boek zal ik consequent de term aandachtswijken gebrui- ren over de te ondersteunen projecten. ken. Mijn doel was na te gaan, welke factoren uit cultuurhistorisch oog- - Tegelijkertijd ging het project Modernisering Monumentenzorg punt in de betreffende wijk van belang zijn en te adviseren, hoe daarmee (MoMo) van start, waarin voor een meer gebiedsgerichte aanpak van kan worden omgegaan bij de verdere ontwikkeling van die wijk. de monumentenzorg wordt gepleit. Het monument dient niet zozeer op zichzelf beschouwd te worden, maar vooral ook in relatie tot zijn Het was een arbeidsintensief maar vooral een inspirerend proces. De omgeving. De vraag daarbij moet steeds zijn, in hoeverre de renova- bezoeken vonden plaats tussen oktober 2008 en juli 2010. Voor zover tie van een gebouw kan bijdragen aan de ontwikkeling van het gebied, mogelijk waren daarbij aanwezig: de ambtenaar cultureel erfgoed, de waarin het gelegen is, en of het bij die ontwikkeling zelfs richting projectleider van de wijkaanpak en een medewerker van de woning- gevend kan zijn. corporatie met relatief veel bezit in de wijk. Ook liep vaak een vertegen- woordiger van de bewoners mee, soms ook de stedenbouwkundige. Uit de werkbezoeken bleek, hoezeer de uitwisseling van kennis en erva- Kennis, ervaring en achtergronden werden over en weer uitgewisseld ring bij alle betrokken partijen inclusief de bewoners op prijs wordt en vaak werd na het bezoek geconstateerd, dat men nog nooit op deze gesteld. Bij het rijk is een enorme hoeveelheid kennis aanwezig. Die manier – vanuit een cultuurhistorisch oogpunt – naar de wijk had geke- moet op cultureel erfgoed gebied zeker worden bijgehouden en uit- ken. Opvallend was de grote betrokkenheid en daarmee de inzet van alle gebouwd. Meer even belangrijk is, dat die kennis wordt overgebracht partijen, die zich voor de verbetering en verdere ontwikkeling van hun naar degenen, die ter plekke het werk doen en dat het gesprek daarover wijk inzetten. Ik bedank hen voor de openheid, waarmee zij mij tege- gevoerd blijft worden. Mijn ervaring met de werkbezoeken leert dat het moet traden en waarmee wij in discussie gingen. Dat gaf een vruchtbare persoonlijk contact, gecombineerd met een servicegerichte houding bodem voor de uitwisseling van kennis en ervaring. richting betrokkenen en vooral de bewoners, echt helpt. Daar heb ik mijn tijd graag aan willen besteden. Het was bovendien ook uiterst leerzaam. Op basis van de volgende twee uitgangspunten heb ik in mijn werkpro- gramma2 opgenomen de veertig aandachtswijken te bezoeken en zo beter te kunnen adviseren over de cultuurhistorische factoren van con- crete projecten, die in die wijken van belang zijn: - Vanuit de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OC&W) en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) vormde de meest 1 De toenmalige minister van concrete aanleiding voor de rondgang langs de wijken de architectuur- Wim Eggenkamp Wonen, Wijken en Integratie 3 (WWI), Ella Vogelaar, wees de nota ‘Een Cultuur van Ontwerpen’. Herbestemming en herontwikke- Rijksadviseur Cultureel Erfgoed 40 wijken op 22 maart 2007 aan ling wordt in deze nota als een van de drie prioriteiten genoemd. Het 2 Maak het verschil, Agenda College van Rijksadviseurs Rijk spreekt zich in die nota daarbij uit voor het geven van een impuls 2009-2012 3 Ministerie van Onderwijs, aan de revitalisering van (historische) architectuur en stedenbouw Cultuur en Wetenschap, Een Cultuur van Ontwerpen, door processen, plannen en projecten te ondersteunen in gebieden, Architectuurnota 2009-2012 (september 2008) 4 5 Introductie De keuze voor de veertig aandachtswijken in 2007 is vooral op sociaal econo- mische gronden tot stand gekomen. Dat verklaart de grote verscheidenheid deel 1 tussen de wijken in ontwikkeling en bebouwing. Zij zijn gebouwd in de periode 1850-1975 en omvatten dus arbeiderswijken uit het eind van de 19de en het begin van de 20ste eeuw, wijken uit het interbellum (1920-1940) en wijken uit de wederopbouwperiode. Een aantal wijken is vanaf de periode van de stads- vernieuwing (in de jaren zeventig en tachtig) tot op heden van speciale aan- dacht voorzien. Soms was de fysieke toestand van de wijk al behoorlijk op orde LEEUWARDEN GRONINGEN de wijken Heechterp-Schieringen Korrewegwijk en lagen de problemen vooral op sociaal-maatschappelijk vlak. De Hoogte Op basis van de architectuurnota van 2008 werd prioriteit gesteld bij het pro- ces van herbestemming in de aandachtswijken.1 Als gevolg hiervan kwam de regeling ‘Impuls Herbestemming en Herontwikkeling’ tot stand waarvoor een bedrag van 8 miljoen euro ter beschikking werd gesteld. In twee tranches kon- den plannen hiervoor worden ingediend. Een bijdrage aan de kosten (op basis van cofinanciering) werd verleend voor ontwerp en planontwikkeling, casus- gericht onderzoek naar mogelijkheden voor nieuwe functies en gebruikers, oplossingen voor exploitatiemogelijkheden, cultuurhistorische waardestel- ALKMAAR lingen en voor investeringen in het proces van herbestemming of herontwik- Overdie keling. Bij de beoordeling van deze plannen was ik betrokken. De regeling kan ZAANSTAD gezien het grote aantal aanvragen en de snelheid, waarmee plannen zijn inge- Poelenburg diend en beoordeeld, een succes genoemd worden ondanks de relatief geringe AMSTERDAM bedragen, die daarmee waren gemoeid. De projecten, die in dat kader zijn Noord gehonoreerd, worden in deze publicatie bij desbetreffende wijken vermeld. Oost ENSCHEDE DEN HAAG Velve-Lindenhof Naast de onderzoeken die uit deze regeling voortkwamen is het Atelier Zuidwest Bos en Lommer DEVENTER Stationsbuurt Nieuw West AMERSFOORT Rivierenwijk Rijksbouwmeester betrokken bij een aantal ‘pilotprojecten’ in de veertig wij- Schilderswijk Zuidoost Kruiskamp ken. Op verzoek van gemeenten of bewoners is met medewerking van ont- Transvaal ROTTERDAM UTRECHT werpers van buitenaf (ontwerpend) onderzoek uitgevoerd en zijn voorstellen Noord Kanaleneiland gedaan voor oplossingen voor ruimtelijke problemen in deze wijken. Ik noem Zuidelijke Tuinsteden Zuilen Oost ARNHEM Vreewijk in dit verband de wijken Doornakkers in Eindhoven en de Stationsbuurt in Den Ondiep Klarendal SCHIEDAM Oud Zuid Overvecht Arnhemse Broek Haag als voorbeelden. Nieuwland Bergpolder Presikhaaf Bij de bezoeken en het samenstellen van deze publicatie is dankbaar gebruik Overschie NIJMEGEN Malburgen West Hatert gemaakt van de studie ‘Krachtwijken met karakter’, van het Planbureau voor 2 DORDRECHT de Leefomgeving. Dit boek is in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Wielwijk/Crabbehof Cultuur en Wetenschap gemaakt en behandelt de stedenbouwkundige kwa- liteiten van dezelfde 40 wijken. De daaruit voortvloeiende potenties bij toe- komstige transformaties zijn erin onderzocht en beschreven. Ik verwijs hier graag naar voor wat betreft de stedenbouwkundige achtergronden. EINDHOVEN Woensel-West Doornakkers Leeswijzer De Bennekel In deze publicatie staat centraal, welke culturele kwaliteiten in de veertig aan- dachtswijken te onderkennen zijn en hoe zij betrokken kunnen worden bij de verdere ontwikkeling daarvan. Deel I is een verslaglegging van de veertig werk- bezoeken, met aanbevelingen per wijk en vermelding van de gehonoreerde plannen in het kader van de Impuls Herbestemming en Herontwikkeling. In deel II wordt dieper ingegaan op de verschillende categorieën van bebouwing 1 Ministerie van Onderwijs, en van de openbare ruimte en groen. Tenslotte volgt een beschouwend deel Cultuur en Wetenschap, Een Cultuur van Ontwerpen,