Download PDF Van Tekst

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Download PDF Van Tekst Onze Taal. Jaargang 67 bron Onze Taal. Jaargang 67. Genootschap Onze Taal, Den Haag 1998 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_taa014199801_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. 1 [Nummer 1] Onze Taal. Jaargang 67 3 Spannend schrijven René Appel Wat maakt spannende verhalen nu eigenlijk zo spannend? Thrillerauteur René Appel legt uit welke procédés ervoor zorgen dat je een boek niet weglegt voordat het uit is. En Hans Hoeken verklaart het merkwaardige verschijnsel dat een verhaal ook spannend kan blijven als je allang weet dat ‘de butler het gedaan heeft’. ‘Op de dag die de goden hadden uitgekozen voor zijn vernietiging, ontbeet Peter Hale op het terras van zijn appartement.’ Met deze onheilspellende zin begint De brandende man, de nieuwste juridische thriller van Philip Margolin. Zo'n zin is typerend voor schrijvers die het vooral moeten hebben van spanning in hun boeken. Margolin roept een bepaalde verwachting op. Er gaat iets ergs gebeuren met Peter Hale, maar de lezer weet niet hoe en wat. Hoe creëren schrijvers die spanning? Welke procédés staan hun daarbij ter beschikking? Ik zal proberen die vragen te beantwoorden. Dat doe ik voornamelijk op grond van mijn kennis van misdaadliteratuur, als lezer en als schrijver. En hoe zit dat met non-fictie? Gelden daarvoor dezelfde wetten als voor fictie? Op die vraag kom ik aan het slot terug. ● Lijk Klassiek in de misdaadliteratuur is een verhaal waarbij er in het begin een lijk wordt gevonden. De lezer krijgt een raadsel voorgeschoteld, en de centrale vraag is natuurlijk: wie heeft het gedaan, wie is de moordenaar? Dit type spanning zou je ‘retro spectieve spanning’ kunnen noemen, spanning die opgeroepen wordt door het oplossen van een raadsel uit het verleden. Mijn laatste roman, Geweten, is verre van een puzzeldetective, maar ik gebruik daarin ook deze retrospectieve spanning: vlak na de Tweede Wereldoorlog is er ‘iets ergs’ gebeurd in een groepje van zes jongeren, en de vraag is wat er eigenlijk precies heeft plaatsgevonden. Aan de hand van een van de leden van dat groepje, dat vijftig jaar later op onderzoek uitgaat naar de exacte toedracht, zoekt de lezer mee. ‘Prospectieve spanning’ is het tegenovergestelde type. Daarbij gaat het niet om de vraag wat er gebeurd is, maar om wat er gáát gebeuren. Er hangt iets in de lucht, er dreigt iets, en de lezer moet nieuwsgierig worden gemaakt, worden gestimuleerd om door te lezen, tot hij merkt dat het drie uur 's nachts is geworden. Zo'n boek heet dan in Engelstalig reclamejargon ‘unputdownable’. Schrijvers van psychologische thrillers maken veel gebruik van prospectieve spanning. Patricia Highsmith was er een meester in, zoals in het aangrijpende This sweet sickness, over David Kelsey en zijn hopeloze liefde voor een inmiddels getrouwd jeugdvriendinnetje. Eerder dan de personen in het verhaal weet of voelt de lezer dat de ellende op de loer ligt, dat er geen ontkomen aan is, en de vraag is vooral hoe het noodlot zal toeslaan. Retrospectieve en prospectieve spanning hoeven elkaar niet uit te sluiten. Het is juist mooi als ze gecombineerd worden. Ik heb dat zelf ook in Geweten gedaan. De man die de raadsels uit het verleden wil oplossen, wordt in ‘het heden’ geconfronteerd met enkele andere leden van het vriendengroepje, en er lijken nog enige oude rekeningen te moeten worden vereffend. Hoe gaat dat gebeuren? Hoe zal die confrontatie aflopen? Onze Taal. Jaargang 67 ● Ritme Illustratie: Frank Dam Vanuit een ander perspectief zijn er ook weer andere soorten spanning te onderscheiden, namelijk ‘globale’ en ‘lokale spanning’. Bij het eerste type gaat het om de kern van het hele Onze Taal. Jaargang 67 4 boek; globale spanning is meestal samen te vatten in de al eerder genoemde vragen: ‘Wat is er gebeurd?’ of ‘Wat gaat er gebeuren?’ Die vragen moeten de spanningsboog creëren die ervoor zorgt dat de lezer als het ware door het hele boek wordt getrokken. Er zijn ook trucjes om die globale spanning te versterken. In bijvoorbeeld het verhaal over de speurtocht naar een seriemoordenaar weet de lezer dat die een nieuw slachtoffer op het oog heeft. De vraag is nu niet meer alleen of de moordenaar wordt gepakt, maar ook of dat gebeurt voordat hij een nieuw lijk aan de serie toevoegt. Lokale spanning ontstaat door scènes die op zichzelf spannend zijn, zoals een achtervolging, een schietpartij, of een vrouw die 's nachts in een huis op onderzoek uitgaat omdat ze een vreemd geluid heeft gehoord. De ervaren thrillerschrijver probeert altijd een aantal van dit soort scènes door het verhaal te strooien. Ze zorgen voor een aangenaam ritme, waarin de spanning hoog oploopt en dan weer afneemt. ● Cliffhanger Het scheppen van spanning heeft veel te maken met het geven en vooral het achterhouden van informatie. Niet voor niets betekent het Engelse woord voor ‘spanning’, suspense, ook ‘opschorting’ en ‘onzekerheid’. De schrijver laat de lezer bewust in het onzekere. Soms gebeurt dat door een scène af te kappen, zodat er een zogenoemde ‘cliffhanger’ ontstaat, zoals vroeger in feuilletons gedaan werd. Daarin werd de draad van het verhaal de volgende dag weer opgenomen. In een boek moet een schrijver dat anders aanpakken. Neem als voorbeeld de scène van de vrouw die in een donker huis op onderzoek uitgaat. Ze komt een kamer binnen. Er staat een raam open, er zijn een paar potten met planten omgevallen. Ze loopt naar het raam om het dicht te doen. De schrijver ‘vertraagt’ het verhaal nu nog meer. Hij laat de vrouw nadenken over de vraag of ze zelf het raam open heeft laten staan, ze struikelt bijna over een krukje midden in de kamer, de poes strijkt langs haar been, ze zal morgen de werkster vragen om de rommel van de omgevallen bloempotten op te ruimen, o nee, de werkster heeft vakantie. Wat gek, de la van het bureau staat open. Die was toch op slot? Onze Taal. Jaargang 67 Patricia Highsmith (1921-1995): meester van de ‘prospectieve spanning’. Foto: Ewoud de Kat Zo kan de auteur nog een tijdje doorgaan, maar niet te lang, want dan ligt het er te dik bovenop dat hij de lezer aan een touwtje laat bungelen. Op een hoogtepunt - de vrouw meent bijvoorbeeld een schaduw te zien als de maan achter de wolken vandaan komt en de kamer binnen schijnt - wordt de scène bruut afgebroken. De schrijver last een regel wit in of begint een nieuw hoofdstuk. Dan pakt hij het verhaal niet direct op, maar begint verder in de tijd, eventueel vanuit het perspectief van de vrouw - of iemand anders, wat meer mogelijkheden biedt om de spanning te rekken. Die volgende passage wordt bijvoorbeeld verteld vanuit het perspectief van de zoon van de vrouw, die bedacht heeft dat hij 's ochtends eens bij zijn moeder langs moet gaan. Ook dan is het zaak het geven van relevante informatie op te schorten. Hij denkt bijvoorbeeld na over het feit dat zijn moeder hier zo alleen en afgelegen woont. Is dat niet gevaarlijk? Vreemd, het tuinhek staat open, niets voor zijn moeder. Zou ze wel thuis zijn? Sprongen in de tijd en perspectiefwisselingen zijn beproefde onderdelen van het schrijftechnisch arsenaal van de thrillerauteur. ● ‘Jan Klaassen-syndroom’ Een schrijver kan een verhaal spannend maken door informatie achter te houden. Er zijn in principe drie mogelijkheden. Bij de eerste weet de lezer iets wat de romanfiguur niet weet. In mijn boek De derde persoon bijvoorbeeld, zoekt de hoofdpersoon Magda in een benarde situatie steun bij een betrouwbaar ogende bibliothecaris. De lezer komt er langzamerhand achter, lang voordat Magda dat tot haar ontzetting ook ontdekt, dat die man volstrekt onbetrouwbaar is. Ik noem dit het ‘Jan Klaassen-syndroom’, daarbij verwijzend naar kinderen voor de poppenkast, die zien dat Jan Klaassen wordt belaagd, terwijl hij dat zelf nog niet weet. De Onze Taal. Jaargang 67 5 kinderen roepen; ze willen hem waarschuwen. Die emotie moet de lezer ook krijgen: Magda, doe dat niet, kijk toch uit! De lezer wordt op die manier betrokken bij de hoofdpersoon, waardoor de spanning sterker wordt ervaren. Bij de tweede mogelijkheid om informatie te manipuleren, weet de romanfiguur iets wat de lezer niet weet, dus precies het omgekeerde van wat hierboven staat. Vaak gebruiken schrijvers in dit geval zinnetjes als de volgende: - Hij dacht er lang over na, pleegde enkele telefoontjes met een bekende strafpleiter, en wist daarna wat hem te doen stond. - Ze bekeek de stukken, pagina voor pagina, tot ze eindelijk vond wat ze zocht. Er gleed een glimlach over haar gezicht toen ze haar conclusie bevestigd zag. In dergelijke gevallen laat de schrijver de lezer in het ongewisse over wat de romanfiguur gaat doen of wat de conclusie was. Resultaat: spanning. Ten slotte kan de schrijver duidelijk laten blijken dat hij iets weet wat noch het personage noch de lezer weet. Uiteraard geldt dat in principe voor het volledige verhaal, maar soms blijkt het expliciet. Weer twee voorbeelden: - Als hij zich toen rekenschap had gegeven van de gevolgen, zou hij er nooit aan zijn begonnen. - Ze kon niet voorzien dat dit de laatste keer was dat ze hem zou zien. Wanneer een schrijver dergelijke zinnetjes nodig heeft om spanning op te bouwen, dan is er iets mis. Ik kom zelf ook weleens in de verleiding om ze op te schrijven, maar bij een eerste correctie sneuvelen ze meteen. Wel is het mogelijk om op subtielere manieren te suggereren dat er iets ergs te gebeuren staat of is gebeurd. In Geweten komt de lezer er bijvoorbeeld langzamerhand achter dat het vroegere vriendengroepje uit zes personen bestond en dat er nu nog vier over zijn. Ik had ook iets kunnen schrijven als ‘Toen waren ze nog met zijn zessen; later zouden ze met zijn vieren overblijven.’ Dat is te direct, te • Bouw een redenering op, maar maak die niet altijd direct af - suspense betekent immers onder meer ‘opschorting’.
Recommended publications
  • How Big Is Belgium's Love Still for Europe? - the Low Countries 29/05/2020 21:18
    How Big Is Belgium's Love Still for Europe? - the low countries 29/05/2020 21:18 © Trui Chielens Zero Point 1945 SOCIETY HISTORY How Big Is Belgium's Love Still for Europe? By Ellen Vanderschueren, Jasper Praet, Hendrik Vos translated by Elisabeth Salverda 29/05/2020 ! 11 min reading time After the Second World War, Belgium was one of Europe’s founders. Over the years, Belgian politicians have played a prominent role in European politics. There was always a shared feeling among the population that integration with Europe was useful and in the national interest. In recent times, however, this consensus has been somewhat worn down. n 2009, the first President of the European Council to be appointed was a I Belgian, when Herman Van Rompuy became “President of Europe”. Five years later Donald Tusk, a former prime minister of Poland, took over the helm. And five years after that, in 2019, the role fell to a Belgian once more: Charles Michel fit the jigsaw of nominations and was asked by his colleagues to chair the European Council. Belgians have quite often had a steering role in European politics. Belgium was one of the founders of the European project, and has played a very active role over the years in its process of integration. https://www.the-low-countries.com/article/how-big-is-belgiums-love-still-for-europe Pagina 1 van 15 How Big Is Belgium's Love Still for Europe? - the low countries 29/05/2020 21:18 Herman Van Rompuy and Charles Michel, the first and current President of the European Council Much has changed over the past seventy years: the Community with a focus on coal and steel has grown into a European Union that plays a significant role in almost all economic and political spheres.
    [Show full text]
  • Our European Future OUR EUROPEAN
    Our European Future European Our OUR EUROPEAN ChartingFUTURE a Progressive Course in the World Ideas contributed by László Andor, Vytenis Povilas Andriukaitis, François Balate, Peter Bofinger, Tanja A. Börzel, Mercedes Bresso, Stefan Collignon, Olivier Costa, Emma Dowling, Saïd El Khadraoui, Gerda Falkner, Georg Fischer, Diego Lopez Garrido, Hedwig Giusto, Giovanni Grevi, Ulrike Guérot, Paolo Guerrieri, Lukas Hochscheidt, Robin Huguenot-Noël, Guillaume Klossa, Halliki Kreinin, Michael A. Landesmann, Jean-François Lebrun, Jo Leinen, Lora Lyubenova, Justin Nogarede, Vassilis Ntousas, Alvaro Oleart, Carlota Perez, David Rinaldi, Barbara Roggeveen, Vivien A. Schmidt, Ania Skrzypek, Mario Telò and Britta Thomsen edited by Maria João Rodrigues OUR EUROPEAN FUTURE The Foundation for European Progressive Studies (FEPS) is the think tank of the progressive political family at EU level. Our mission is to develop innovative research, policy advice, training and debates to inspire and inform progressive politics and policies across Europe. We operate as hub for thinking to facilitate the emergence of progressive answers to the chal- lenges that Europe faces today. FEPS works in close partnership with its members and partners, forging connections and boosting coherence among stakeholders from the world of politics, academia and civil society at local, regional, national, European and global levels. Today FEPS benefits from a solid network of 68 member organisations. Among these, 43 are full members, 20 have observer status and 5 are ex-of- ficio members. In addition to this network of organisations that are active in the promotion of progressive values, FEPS also has an extensive network of partners, including renowned universities, scholars, policymakers and activists. Our ambition is to undertake intellectual reflection for the benefit of the progressive movement, and to promote the founding principles of the EU – freedom, equality, solidarity, democracy, respect of human rights, funda- mental freedoms and human dignity, and respect of the rule of law.
    [Show full text]
  • Séance Plénière
    CRABV 54 PLEN 027 CRABV 54 PLEN 027 BELGISCHE KAMER VAN CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS VOLKSVERTEGENWOORDIGERS DE BELGIQUE BEKNOPT VERSLAG COMPTE RENDU ANALYTIQUE PLENUMVERGADERING SÉANCE PLÉNIÈRE Donderdag Jeudi 15-01-2015 15-01-2015 Namiddag Après-midi KAMER-2E ZITTING VAN DE 54E ZITTINGSPERIODE 2014 2015 CHAMBRE-2E SESSION DE LA 54E LÉGISLATURE N-VA Nieuw-Vlaamse Alliantie PS Parti Socialiste MR Mouvement réformateur CD&V Christen-Democratisch en Vlaams Open Vld Open Vlaamse Liberalen en Democraten sp.a socialistische partij anders Ecolo-Groen Ecologistes Confédérés pour l’organisation de luttes originales – Groen cdH centre démocrate Humaniste VB Vlaams Belang FDF Fédéralistes démocrates francophones PTB-GO! Parti du Travail de Belgique – Gauche d’Ouverture! PP Parti Populaire Afkortingen bij de nummering van de publicaties : Abréviations dans la numérotation des publications : DOC 54 0000/000 Parlementair stuk van de 54e zittingsperiode + basisnummer en DOC 54 0000/000 Document parlementaire de la 54e législature, suivi du n° de volgnummer base et du n° consécutif QRVA Schriftelijke Vragen en Antwoorden QRVA Questions et Réponses écrites CRIV Voorlopige versie van het Integraal Verslag (groene kaft) CRIV Version provisoire du Compte Rendu Intégral (couverture verte) CRABV Beknopt Verslag (witte kaft) CRABV Compte Rendu Analytique (couverture blanche) CRIV Integraal Verslag, met links het definitieve integraal verslag en CRIV Compte Rendu Intégral, avec, à gauche, le compte rendu rechts het vertaalde beknopt verslag van de toespraken (met
    [Show full text]
  • To: the Prime Minister of Belgium, Charles Michel [email protected] [email protected]
    To: The Prime Minister of Belgium, Charles Michel [email protected] [email protected] The Deputy Prime Minister of Belgium, Jan Jambon [email protected] The Deputy Prime Minister of Belgium, Alexander De Croo [email protected] The Deputy Prime Minister of Belgium, Didier Reynders [email protected] The Deputy Prime Minister and Minister of Employment, Economy and Consumer Affairs, Kris Peeters [email protected] The Cabinet of Mobility [email protected] Cc: The European Commission Single European Sky, Maurizio Castelletti [email protected] Genève, April 15th, 2016 Your Excellency, Since the Belgian and International media continue to grossly misrepresent what is really happening within Belgocontrol, Skycontrol, Swiss Air Traffic Controllers Union, needs to clarify a number of things concerning the situation in the Belgian airspace. • Belgian Air Traffic Controllers DID NOT GO ON STRIKE. Neither the Belgian Guild of Air Traffic Controllers (BGATC), nor the Unions representing the Air Traffic Controllers have called for an action, strike or anything else. A circulating letter, which stated that BGATC called for actions, is purely false information and misleading the media and the general public. • Belgocontrol management appears to have deliberately chosen the moment to force a collective agreement for Belgocontrol staff. Given the sensitivity of these unilateral measures and the impact they would have on the individual Air Traffic Controllers at Belgocontrol, the detrimental impact this would have on their ability to provide a safe and efficient service was entirely predictable. • As such, we clearly place the full responsibility for the chaos of the past days with the management of Belgocontrol and the Belgian political system.
    [Show full text]
  • China at the Gates a New Power Audit of Eu-China Relations
    CHINA AT THE GATES A NEW POWER AUDIT OF EU-CHINA RELATIONS François Godement & Abigaël Vasselier ABOUT ECFR The European Council on Foreign Relations (ECFR) is the first pan-European think-tank. Launched in October 2007, its objective is to conduct research and promote informed debate across Europe on the development of coherent, effective and values- based European foreign policy. ECFR has developed a strategy with three distinctive elements that define its activities: • A pan-European Council. ECFR has brought together a distinguished Council of over two hundred Members - politicians, decision makers, thinkers and business people from the EU’s member states and candidate countries - which meets once a year as a full body. Through geographical and thematic task forces, members provide ECFR staff with advice and feedback on policy ideas and help with ECFR’s activities within their own countries. The Council is chaired by Carl Bildt, Emma Bonino and Mabel van Oranje. • A physical presence in the main EU member states. ECFR, uniquely among European think-tanks, has offices in Berlin, London, Madrid, Paris, Rome, Sofia and Warsaw. Our offices are platforms for research, debate, advocacy and communications. • Developing contagious ideas that get people talking. ECFR has brought together a team of distinguished researchers and practitioners from all over Europe to carry out innovative research and policy development projects with a pan-European focus. ECFR produces original research; publishes policy reports; hosts private meetings, public debates, and “friends of ECFR” gatherings in EU capitals; and reaches out to strategic media outlets. ECFR is a registered charity funded by the Open Society Foundations and other generous foundations, individuals and corporate entities.
    [Show full text]
  • European Union in the Time of Crisis
    PES 2016 Draft Programme 16-03-30 European Union in the Time of Crisis: Better Together? Annual Conference of the Prague European Summit 6 – 8 June 2016 Lobkowicz Palace, Prague Castle, Jiřská 3, Prague 1 Monday, 6 June Morning Arrivals 12:00 – 14:00 Registration and welcome refreshment (for speakers) 12:30 – 14:00 Working Lunch of the Programme Board 14:00 – 14:30 Registration and welcome coffee (for all participants) 14:30 – 16:00 Opening plenary session Words of welcome: Vladimír Bartovic, Director of EUROPEUM Institute for European Policy Radko Hokovský, Executive Director, European Values Think-Tank Petr Kratochvíl, Director of the Institute of International Relations Key-Note Address: Why Better Together? Lubomír Zaorálek, Minister of Foreign Affairs of the Czech Republic Federica Mogherini, High Representative of the European Union for Foreign Affairs and Security Policy (tbc) Moderator: Antonio Missiroli, Director of European Union Institute for Security Studies (tbc) 16:00 – 16:30 Coffee break 16:30 – 18:00 Breakout Sessions: Challenges for Europe Breakout Sessions A: Future of the Schengen cooperation Opening speaker: Guy Verhofstadt, Chairman of The Alliance of Liberals and Democrats for Europe, Member of the European Parliament (tbc) Discussant 1: Joachim Herrmann, Minister of Interior of Bavaria (tbc) Discussant 2: Claude Moraes, Chairman of Civil Liberties, Justice and Home Affairs, Member of the European Parliament (tbc) Moderator: Gideon Rachman, Chief Foreign Affairs Commentator, Financial Times (tbc) Breakout Sessions B: Fragmentation vs. enhanced cooperation 1 Opening speaker: Ana Palacio, former Minister for Foreign Affairs of Spain (tbc) Discussant 1: Agata Gostyńska-Jakubowska, Research Fellow at Centre for European Reform Discussant 2: Steven Blockmans, Senior Research Fellow and Head of EU Foreign Policy at Centre for European Policy Studies Moderator: Tom Nuttall, Charlemagne Columnist, The Economist, Brussels (tbc) Breakout Sessions C: Euroscepticism vs.
    [Show full text]
  • On the Path to 'Strategic Autonomy'
    On the path to 'strategic autonomy' The EU in an evolving geopolitical environment STUDY EPRS | European Parliamentary Research Service Authors: Suzana Anghel, Beatrix Immenkamp, Elena Lazarou, Jerôme Leon Saulnier, Alex Benjamin Wilson PE 652.096 – September 2020 On the path to 'strategic autonomy' The EU in an evolving geopolitical environment In confronting the EU with an unprecedented crisis, the coronavirus outbreak is testing the bloc's unity, but may also accelerate the construction of EU strategic autonomy, as the roadmap for recovery is implemented. Political will, still in the making, and the capacity to act are key prerequisites for achieving effective European strategic autonomy. The EU is increasingly at risk of becoming a 'playground' for global powers in a world dominated by geopolitics. Building European strategic autonomy on a horizontal – cross-policy – basis would strengthen the EU's multilateral action and reduce dependence on external actors, to make the EU less vulnerable to external threats; while promoting a level playing field that benefits everyone. The EU could thus reap the full dividend of its integration and possibly benefit from greater economic gains. To build European strategic autonomy, the EU may choose to use the still 'under-used' or 'unused' potential of the Lisbon Treaty, with the European Council having a key role to play in triggering some of the Treaty provisions, particularly in foreign and security policy. European strategic autonomy may also result from a deepening of the EU integration process. Nevertheless, it remains to be seen whether the Member States will wish to grasp the opportunity offered by the Conference on the Future of Europe to deepen the European project.
    [Show full text]
  • Possibilities for Passives in Natural and Artificial Languages
    Christo Moskovsky & Alan Libert 101 Journal of Universal Language 5 September 2004, 101-149 Possibilities for Passives in Natural and Artificial Languages Christo Moskovsky & Alan Libert University of Newcastle Abstract The Passive Voice is a category which we find in the large majority of natural languages, and also in most artificial languages. The first major part of this paper offers a survey of passive constructions in a number of typologically distinct natural languages, with the basic aim of presenting the (prospective) artificial language constructor with the range of functional and formal properties of the Passive Voice which occur in natural languages. This survey shows that regardless of the fair amount of variation in the morphosyntactic form of passives that we find in different natural languages, crosslinguistically passives are remarkably uniform in inevitably occurring as a grammatical category marked (synthetically or analytically) on the verb; they are also remarkably uniform in relation to the basic function they perform: passivization inevitably involves demotion of a primary clausal term (the Subject) and in most of the cases also promotion of a non-primary term. The next part of the paper offers an overview of Passive Voice formation and function in artificial languages, which will provide the language constructor with a good idea of some of the ‘design’ decisions taken with regard to this grammatical category. Finally, the paper briefly discusses various design issues in relation to economy, explicitness/ambiguity, 102 Possibilities for Passives in Natural and Artificial Languages functionality, and learnability and presents some specific recommendations with regard to the possible design of passives in an artificial language.
    [Show full text]
  • Internal Politics and Views on Brexit
    BRIEFING PAPER Number 8362, 2 May 2019 The EU27: Internal Politics By Stefano Fella, Vaughne Miller, Nigel Walker and Views on Brexit Contents: 1. Austria 2. Belgium 3. Bulgaria 4. Croatia 5. Cyprus 6. Czech Republic 7. Denmark 8. Estonia 9. Finland 10. France 11. Germany 12. Greece 13. Hungary 14. Ireland 15. Italy 16. Latvia 17. Lithuania 18. Luxembourg 19. Malta 20. Netherlands 21. Poland 22. Portugal 23. Romania 24. Slovakia 25. Slovenia 26. Spain 27. Sweden www.parliament.uk/commons-library | intranet.parliament.uk/commons-library | [email protected] | @commonslibrary 2 The EU27: Internal Politics and Views on Brexit Contents Summary 6 1. Austria 13 1.1 Key Facts 13 1.2 Background 14 1.3 Current Government and Recent Political Developments 15 1.4 Views on Brexit 17 2. Belgium 25 2.1 Key Facts 25 2.2 Background 25 2.3 Current Government and recent political developments 26 2.4 Views on Brexit 28 3. Bulgaria 32 3.1 Key Facts 32 3.2 Background 32 3.3 Current Government and recent political developments 33 3.4 Views on Brexit 35 4. Croatia 37 4.1 Key Facts 37 4.2 Background 37 4.3 Current Government and recent political developments 38 4.4 Views on Brexit 39 5. Cyprus 42 5.1 Key Facts 42 5.2 Background 42 5.3 Current Government and recent political developments 43 5.4 Views on Brexit 45 6. Czech Republic 49 6.1 Key Facts 49 6.2 Background 49 6.3 Current Government and recent political developments 50 6.4 Views on Brexit 53 7.
    [Show full text]
  • A Visual Inter Lingua Neil Edwin Michael Leemans Worcester Polytechnic Institute
    Worcester Polytechnic Institute Digital WPI Doctoral Dissertations (All Dissertations, All Years) Electronic Theses and Dissertations 2001-04-24 VIL: A Visual Inter Lingua Neil Edwin Michael Leemans Worcester Polytechnic Institute Follow this and additional works at: https://digitalcommons.wpi.edu/etd-dissertations Repository Citation Leemans, N. E. (2001). VIL: A Visual Inter Lingua. Retrieved from https://digitalcommons.wpi.edu/etd-dissertations/154 This dissertation is brought to you for free and open access by Digital WPI. It has been accepted for inclusion in Doctoral Dissertations (All Dissertations, All Years) by an authorized administrator of Digital WPI. For more information, please contact [email protected]. VIL: A Visual Inter Lingua by Neil Edwin Michael (Paul) Leemans A Dissertation Submitted to the Faculty of the WORCESTER POLYTECHNIC INSTITUTE in partial fulfillment of the requirements for the Degree of Doctor of Philosophy in Computer Science by ____________________ April 2001 APPROVED: _____________________________________________ Dr. Lee A. Becker, Major Advisor _____________________________________________ Dr. David C. Brown, Committee Member _____________________________________________ Dr. Norman Wittels, Committee Member, Department of Civil and Environmental Engineering _____________________________________________ Dr. Stanley S. Selkow, Committee Member __________________________________________________ Dr. Micha Hofri, Head of Department VIL: A Visual Inter Lingua _____________________________________________________________________
    [Show full text]
  • Chapter Two Planned Languages And
    View metadata, citation and similar papers at core.ac.uk brought to you by CORE provided by Institutional Research Information System University of Turin CHAPTER TWO PLANNED LANGUAGES AND LANGUAGE PLANNING: THE CONTRIBUTION OF INTERLINGUISTICS TO CROSS-CULTURAL COMMUNICATION FEDERICO GOBBO A new science is developing, Interlinguistics–that branch of the science of language which deals with the structure and basic ideas of all languages with the view to the establishing of a norm for interlanguages, i.e. auxiliary languages destined for oral and written use between people who cannot make themselves understood by means of their mother tongues. —Otto Jespersen (1931) Since the end of the 19th century up to the first half of the 20th century, the quest for “a norm for interlanguages” was a hotly debated issue among linguistic scholars and amateurs. In fact, about 1,000 language projects were proposed in that period, especially in Europe: the strongest effort for cross-cultural connection ever made (Albani-Buonarroti 1994). What can be inferred from it, in terms of language planning? Is there any relation or analogy between the issues encountered in natural language planning contexts (e.g. officialization, language revitalization, standardization) and interlanguage planning? Are there any general rules that can be deduced from the main historical developments of the above mentioned “quest”? Although Tauli (1968) considered interlinguistics as “the science of international language planning” (i.e. a branch of the science of language planning) very few linguists involved in language planning paid attention to interlinguistics until now. In this analysis of planned international language, the role of language amateurs will not be underestimated.
    [Show full text]
  • In Praise of Fluffy Bunnies
    In Praise of Fluffy Bunnies Copyright © 2012, Richard Forsyth. Background Reading John Lanchester's Whoops!, an entertaining account of how highly paid hotshot traders in a number of prestigious financial institutions brought the world to the brink of economic collapse, I was struck by the following sentence: "In an ideal world, one populated by vegetarians, Esperanto speakers and fluffy bunny wabbits, derivatives would be used for one thing only: reducing levels of risk." (Lanchester, 2010: 37). What struck me about this throwaway remark, apart from the obvious implication that derivatives were actually used to magnify risk rather than reducing it (doubtless by carnivores ignorant of Esperanto), was its presumption that right-thinking readers would take it for granted that Esperanto symbolizes well-meaning futility -- thus highlighting the author's status as a tough-minded realist. This is just one illustration that disdain for Esperanto in particular, and auxiliary languages in general, pervades intellectual circles in Britain today, as in many other countries. And if you dare to raise the subject of constructed international languages with a professional translator or interpreter be prepared not just for disdain but outright hostility. Of course professional interpreters are among the most linguistically gifted people on the planet, and can't see why the rest of us shouldn't become fluent in half a dozen natural languages in our spare time. (Not to mention the fact that a widespread adoption of Esperanto, or one of its competitors, would have a seriously negative impact on their opportunities for gainful employment.) Thus Esperanto has become a symbol of lost causes, to be dismissed out of hand by practical folk.
    [Show full text]