Suriname En Curasao, Zoals Een Arbeidersleider Die Zag
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
SURINAME EN CURASAO, ZOALS EEN ARBEIDERSLEIDER DIE ZAG DOOR F. P. FUYKSCHOt De Gouverneur van Suriname richtte een uitnodiging tot de drie bekende arbeidersvakcentralen in Nederland; Het Neder- lands Verbond van Vakverenigingen (N.V.V.), de Katholieke Arbeidersbeweging (K.A.B.) en het Christelijk Nationaal Vak- verbond in Nederland (C.N.V.) om een vertegenwoordiger naar Suriname af te vaardigen ten einde van advies te dienen aan- gaande de vraag hoe de Overheid de opbouw van een gezonde vakbeweging kan bevorderen, voorts om bestaande of nog te stichten verenigingen van advies te dienen omtrent hun organi- saties en een vruchtbare wijze van samenwerking tussen werk- gevers en werknemers voor te bereiden. De genoemde Neder- landse Vakverbonden stelden elk een hunner bestuurders be- schikbaar en wel respectievelijk de heren J. G. Suurhoff, H. J. Kuiper en F. P. Fuykschot. Deze drie vakbondsbestuurders vertrokken op 4 October 1948 per vliegtuig naar Suriname. De duur van hun bezoek was tevoren niet vastgesteld.maar op ongeveer drie maanden werd wel gerekend. In overleg met de Gouverneur bepaalden zij hun vertrek op 24 November, daar zij meenden met hun werk gereed te zijn en in staat een rapport uit te brengen. Drie dagen voor hun vertrek ontvingen zij een schriftelijke uitnodiging van de Gouverneur van de Nederlandse Antillen om ook in dat gebiedsdeel enige tijd door te brengen, de sociale verhoudingen aldaar te bestuderen en het Gouvernement van advies te dienen. Om verschillende redenen kon het bezoek aan de Nederlandse Antillen slechts twee weken duren. Op 6 December verlieten zij Curacao om naar Nederland terug te keren. De schrijver van dit artikel stelt zich voor omtrent zijn be- vindingen, met name ten opzichte van het sociale leven in de genoemde gebiedsdelen, een en ander mede te delen. — 65 — West-Indische Gids XXX 5 Downloaded from Brill.com10/05/2021 12:17:20PM via free access 66 F. P. FUYKSCHOT, SURINAME EN CURASAO SURINAME Wil men over de arbeidsverhoudingen in een land enig oordeel verkrijgen, dan zal men in de allereerste plaats iets moeten weten omtrent de economische structuur van dat land. Met de economische structuur houdt weer ten nauwste verband het sociale peil van de arbeidende bevolking, de sociale wetgeving en tegelijkertijd de stand van de vakbeweging. In nauw contact met het Departement van Sociale Zaken werd allereerst kennis genomen van het bedrijfsleven. Aangezien de opdracht op het terrein van de vakbeweging lag, was vooral van belang te weten in welke bedrijfstakken en ondernemingen arbeiders werkzaam zijn. De kleine landbouw, hoe belangrijk ook voor de economie van Suriname, was voor het doel van het onderzoek slechts van gering belang. Alleen de landbouw-be- drijven en de industrie, die van arbeiders in loondienst gebruik maken, waren voor het onderzoek van betekenis. Een bezoek aan de voornaamste bedrijven vormde dan ook het eerste deel van het af te werken program. Hier volgt een vrijwel volledige opsomming van de bedrijven, die bezocht werden: de 6aKztXmi/tte» van de Surinaamsche Bauxite Maatschappij en van de Biliiton Maatschappij, N. V. Bruynzeel 's Houtbedrijven, Houtzagerij van J. F. D. Haenen, Curacaosche Handel Maatschappij, Koninklijke Nederl. Stoom- boot Maatschappij, Esso-bedrijf, Meubelfabriek „Suriname", Scheepvaart Maatschappij „Suriname", Suikeronderneming „Marienburg", Gouvernements Reparatiewerkplaats „Beek- huizen", Nederlandsch-Indische Gasmaatschappij, enige druk- kerijen, het Saramacca-district en Coronie met machinale Cocos- persinrichting en Chemische Wasscherij. De simpele vermelding, dat door het bezoeken van dit luttel aantal ondernemingen een vrij volledig overzicht van het Suri- naamsche bedrijfsleven kon worden verkregen doet wel duide- lijk zien op welk een smalle basis dit bedrijfsleven staat. Nog sprekender blijkt dit uit de volgende cijfers, die werden verstrekt: 1946 .... / 15.710.868.— / 11.513.612.— / 8.489.320.— Jan/Sept. 1947 .... / 23.016.729.— / 18.301.138.— / 13.427.979.— Downloaded from Brill.com10/05/2021 12:17:20PM via free access '*'• ZOALS EEN ARBEIDERSLEIDER DIE ZAG 67 De bauxiet is een oorlogsproduct — dat dient men goed te beseffen. Toen in 1944 het einde van de oorlog in zicht kwam en de vliegtuigproductie werd ingekrompen, werd het aantal arbeiders op de Moengoconcessie van 820 op 400 terug gebracht. De strubbelingen met Rusland in 1946 en de opstelling van een nieuw program voor vliegtuigbouw in Amerika deed het aantal arbeiders, dat te Moengo werkte, weer stijgen. Datzelfde zal zich op de andere concessies ook wel hebben voorgedaan. Maar daar- uit b'ijkt toch wel heel duidelijk, dat de tegenwoordige betrek- kelijke welvaart in Suriname, een zeer wankele ondergrond heeft. Gelukkig wordt dit zeer goed beseft. In het rapport-Heesterman vindt men een aantal suggesties voor de economische versterking van Suriname. Hieraan kan worden toegevoegd, dat sommige dier suggesties reeds verwezenlijkt zijn of worden. Want dit is het verblijdende in de zo naargeestige klanken, die men uit het bedrijfsleven opvangt, dat klaarblijkelijk in de paar jaren, die sedert het einde van de oorlog verlopen zijn, er reeds veel ver- anderd is en een nieuwe geest zich tracht baan te breken in het economisch leven. Sedert het rapport -Heesterman verscheen is de triplex-fabriek van Bruynzeel in bedrijf gesteld, zijn er plan- nen in de bouwnijverheid en treft men in Paramaribo Nederlandse ingenieurs aan, die zich rekenschap gaan geven van de mogelijk- heden, die er in Suriname zijn. Van groot belang is uiteraard de openlegging van dit schone Nederlandse gebiedsdeel. Wegen zijn er nauwelijks en het enige spoorwegje, dat er is, is die naam nauwelijks waard. Bij een bezoek aan de enige automatische olieperserij in Coronie bleek deze stil te liggen, hoewel er materiaal in overvloed ter verwer- king beschikbaar was. Men wachtte op vaten voor het verzenden van de o'ie. Deze vaten moesten van Paramaribo overzee worden aangevoerd, want een weg -althans met brugverbinding- over de rivieren, is er niet. Door deze slechte verbinding kan een product als spijsolie, waaraan het land grote behoefte heeft, niet worden verkregen en ondervindt de productie grote schade. Een ander voorbeeld van de slechte verbindingen is, dat de afstand van Paramaribo naar Moengo, die langs een goede autoweg in 2 of 3 uur kan worden afgelegd, thans 10 a 12 uur vordert. Van een reis naar Nickerie spreke men maar niet eens. Deze moeilijkheden zijn overigens wel bekend. De economische welvaart van Suriname hangt voor een goed deel aan een ruime kapitaal-voorziening, voor een ander deel aan ondernemings- geest. Downloaded from Brill.com10/05/2021 12:17:20PM via free access 68 F. P. FUYKSCHOT, SURINAME EN CURASAO Maar hoe staat het dan met de voorziening van het bedrijfs- leven met arbeiders? Er wordt geklaagd, dat er niet voldoende geschoolde arbeiders zijn. En wat de landbouw betreft, is er zelfs een absoluut tekort aan arbeiders. Men heeft getracht arbeiders van buiten aan te voeren, van Barbados en St. Lucia, maar deze proefnemingen schijnen mislukt te zijn. De Freeland League stelde zich voor 30.000 d.p. 's, en wel Joden, naar Suriname over te brengen, maar hoewel aanvankelijk gunstig in Suriname ontvangen, heeft men dit plan later weer verworpen. Zoals het er thans voorstaat, is een snelle voorziening op grote schaal van arbeiders wel uit- gesloten. Dat betekent, dat terugkeer tot grote landbouw-onder- nemingen en ontginningen niet mogelijk schijnt. Het komt mij voor, dat het vraagstuk voor de industrie enigszins anders ligt. In de industrie zijn niet op korten termijn vele duizenden arbeiders nodig. Aannemelijk is, dat de natuur- lijke aanwas der bevolking, die vrij snel gaat, in de behoefte aan arbeiders bij stijgende industriële productie zal kunnen voorzien. Vooral wanneer de stroom min of meer geschoolde Surinamers, die thans naar Curacao en Aruba vertrekken, de tegenover- gestelde richting uitgestuurd zou kunnen worden. Verbetering van de sociale en woningtoestanden zou hierop van groten invloed kunnen zijn. Drie a vierduizend Surinamers werken thans op de genoemde eilanden en zij zijn daar zeer gewaardeerde krachten. Kan men door goede sociale maatregelen de arbeiders binden, dan ziet de toekomst voor Suriname er reeds onmiddellijk veel rooskleuriger uit. In dit verband moet het onderwijs en de vakopleiding worden genoemd. Wie iets weet van de zedelijke verhoudingen in Suri- name, van de geringe ontwikkeling en het gebrek aan vakoplei- ding, die ziet aanstonds, dat voor de industriële ontwikkeling thans een goede basis ontbreekt. Fa&o^/etimg ontbreekt ten enenmale. Een goede ambachts- school is een eerste vereiste. Gelukkig is een commissie thans bezig de stichting ervan voor te bereiden. Middelbaar Technisch onderwijs zal straks eveneens nodig zijn, indien de industriële ontwikkeling doorzet. Er is een andere klacht. Vooral bij de werkgevers hoort men, dat de Surinaamse arbeider lui is of althans een zeer lage arbeids- productiviteit heeft. De arbeidsprestatie zou zelfs niet hoger zijn dan een vierde van die van de Nederlandse arbeider. Men moet aannemen, dat dit oordeel juist is. Toch vraagt men zich af hoe Downloaded from Brill.com10/05/2021 12:17:20PM via free access ZOALS EEN ARBEIDERSLEIDER DIE ZAG 69 het dan komt, dat de Surinaamse arbeider op Curacao zo hogelijk wordt gewaardeerd en verre wordt verkoren boven de arbeider van Curacao? Nederlanders, die met hen dagelijks moeten wer- ken, zeggen: met de Curacaonaar valt niet te praten, hij is lui en dom, maar de Surinamer is een verstandig man, die ook zoveel mogelijk tracht te lezen. De arts te Moengo, die de arbeiders voor de bauxietmijnen persoonlijk heeft gekeurd, verklaarde, dat 95% van de arbeiders een ziekte onder de leden hebben: malaria, filaria, mijnworm- ziekte. Daardoor gevoelen zij zich niet fit, hebben altijd neiging om te slapen, kortom, maken daardoor een luien indruk. Boven- dien is de voeding vaak zeer onoordeelkundig. Als dit juist is — en er is geen reden hieraan te twijfelen — dan is naast verbetering van onderwijs en vakonderwijs ook verbetering van de gezondheidszorg en voorlichting t.a.v.