architectuur theater dans muziek

MUZIEK BLAUWE ZAAL GROTE PODIA

Calliope choeur de femmes olv. Régine Théodoresco Vlaams Radio Koor olv. Johan Duijck zo 16 okt 2011

T +32 (0)3 248 28 28 WWW.DESINGEL.BE DESGUINLEI 25 / B-2018 ANTWERPEN

WORD FAN VAN DESINGEL OP FACEBOOK

deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van hoofdsponsor mediasponsors 2011-2012 Koor

Collegium Vocale Gent & Accademia Chigiana Siena olv. Kaspars Putnins za 15 okt 2011

Dubbelconcert Calliope choeur de femmes olv. Régine Théodoresco Vlaams Radio Koor olv. Johan Duijck zo 16 okt 2011

Collegium Vocale Gent & I Solisti del Vento olv. Philippe Herreweghe za 25 feb 2012

Camerata Musica Limburg & Christoph Prégardien olv. Jan Schumacher za 28 apr 2012

Aquarius olv. Marc Michael De Smet wo 16 mei 2012

inleiding Jan Vuye in gesprek met Johan Duijck / 19.15 uur / blauwe foyer begin 20.00 uur pauze omstreeks 20.55 uur einde omstreeks 22.00 uur teksten programmaboekje Bart Cypers coördinatie programmaboekje deSingel ism. Koor & Stem Vic Nees

gelieve uw GSM uit te schakelen

De inleidingen kan u achteraf beluisteren via www.desingel.be Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze.

Op www.desingel.be kan u uw visie, opinie, commentaar, appreciatie, … reageer betreffende het programma van deSingel met andere toeschouwers delen. & win Selecteer hiervoor voorstelling/concert/tentoonstelling van uw keuze. Neemt u deel aan dit forum, dan maakt u meteen kans om tickets te winnen.

Bij elk concert worden cd’s te koop aangeboden door ’t KLAverVIER, Kasteeldreef 6, Schilde, 03 384 29 70 > www.tklavervier.be

Grand café deSingel open alle dagen 9 > 24 uur informatie en reserveren +32 (0)3 237 71 00 www.grandcafedesingel.be drankjes / hapjes / snacks / uitgebreid tafelen Kurt Bikkembergs Calliope Choeur de Femmes Vlaams Radio Koor Régine Théodoresco muzikale leiding Johan Duijck muzikale leiding Nicolas Jouve piano Hilde Coppé sopraan

Claude Debussy (1862-1918) Vic Nees (°1936) Salut printemps Magnificat (1980) 20’

Lili Boulanger (1893-1918) Kurt Bikkembergs (°1963) Les sirènes On Death (2004) 12’

Paul Le Flem (1881-1984) Rudi Tas (°1957) Crépuscule d’Armor Cantiones Spirituales (2009) 11’

Louis Aubert (1877-1968) Sagesse

Patrick Burgan (°1960) Soleils

Vic Nees (°1936) Les Pies

Florent Schmitt (1870-1958) Le mille-pattes

Vic Nees L’Escaut

Maurice Ohana (1913-1992) Trois Choeurs Neige sous les orangers Nuées Mayombé

Guillaume Connesson (°1970) Le grand combat pauze Paul Le Flem Twintigste-eeuwse Crepuscule d’Armor Koormuziek dirigeren en koormuziek schrijven zijn twee bezigheden die koormuziek uit goed samengaan, zo bewijst ook de uit Bretagne afkomstige Paul Le Flem (1881-1984), die zijn muzikale carrière begon als koordirigent van de Opéra Vlaanderen en Comique en de Chanteurs de Saint-Gervais. Hoewel er enkele koorwer- ken, een pianosonate en een symfonie uit zijn jeugdjaren dateren, begint Frankrijk Le Flem pas echt met componeren op 58-jarige leeftijd. Hij is actief op elk mogelijk muzikaal terrein en schrijft een verdienstelijk symfonisch oeuvre bij elkaar maar de nadruk ligt bij Le Flem toch wel op de vocale muziek. Drie ‘opéra-comiques’ illustreren zijn liefde voor het theater terwijl har- monisaties van populaire Franse melodietjes voor koor of solozang een Claude Debussy verwantschap tonen met zulke muziek als die van Gustave Charpentier en Salut printemps André Jolivet, een van zijn oud-studenten aan de Scola Cantorum de Paris. Claude Debussy (1862-1918) mag het programma openen met het korte ‘Crépuscule d’Armor’, op tekst van de componist zelf, dateert uit 1914 en is lied ‘Salut printemps’, voor vrouwenkoor, piano en sopraansolo. Het da- dus een van zijn vroegste composities. De originele versie voor vrouwen- teert uit 1882 en is dus meteen het oudste werk op een programma dat koor en orkest wordt vaak vervangen door een arrangement met piano- verder grotendeels uit twintigste-eeuwse composities bestaat. Van de begeleiding. Debussy die heerlijk lumineuze, impressionistische muziek schrijft, exoti- sche klanken en toonladders in zijn muziek integreert en de grenzen van Louis Aubert de tonaliteit opzoekt, is in dit vroege lied nog maar weinig sprake. ‘Salut Sagesse printemps’ presenteert een tamelijk typerende bladzijde delicate roman- Net als Lili Boulanger, was ook Louis François Maria Aubert (1877-1968) tiek, muziek die naar het decoratieve van de Franse negentiende eeuw een muzikaal wonderkind. Zo volgde hij al op jonge leeftijd compositieles- neigt maar dat decoratieve aspect tegelijkertijd ook moeiteloos overstijgt, sen bij Gabriel Fauré. Als pianist maakte hij in zijn volwassen leven carrière onder meer dankzij een vindingrijke en beeldende pianobegeleiding, die - zijn talent werd onder meer door Maurice Ravel erkend, die zijn ’ Valses de frisse spontaneïteit van de tekst onderstreept. Nobles et Sentimentales’ aan Aubert opdroeg. Omdat Aubert echter al van jongs af aan opviel met een uitzonderlijk mooie knapenstem, hoeft het Lili Boulanger niemand te verwonderen dat zijn oeuvre ook een aanzienlijk vocaal luik Les sirènes bevat. ‘Sagesse’, voor solozang en driestemmig vrouwenkoor, is een van De faam van de jong gestorven Lili Boulanger (1893-1918) wordt wat over- zijn meer kleinschalige koorcomposities. Aubert greep ervoor terug naar schaduwd door haar oudere zuster Nadia, die gekend is als lerares van een gedicht van de Franse romantische dichter Joseph Autran en in de een hele generatie twintigste-eeuwse componisten, waaronder Aaron geest van diens poëzie, is dit een koorlied met een eenvoudig verstaan- Copland, Astor Piazzolla en Philipp Glass. Het was echter net omdat bare thematiek en karakter. Nadia het superieure talent van haar jongere zus erkende, dat ze zich in de eerste plaats op doceren toelegde. Zo is het de minder gekende Lili Patrick Burgan Boulanger die de meeste muziek en ook de meest kwalitatieve muziek Soleils geschreven heeft. In het suggestieve gebruik van gladde modale harmo- Met Patrick Burgan (°1960) zijn we bij componisten beland die tot het nieën laat het korte lied ‘Les sirènes’ de invloed van zulke impressionisti- heden en niet tot het verleden behoren. De in Grenoble geboren Burgan sche componisten als Gabriel Fauré horen. Het meest is nog wel de geest heeft een hele resem werken op zijn naam staan met daartussen zowel van Debussy’s Nocturnes voor symfonisch orkest aanwezig, waar in het orkest- en koormuziek als werken voor hoogst ongewone combinaties laatste van drie delen het orkest versterkt wordt door een woordloos van instrumenten, zoals het ‘Dionysos voor acht solocello’s’. zingend vrouwenkoor. Niet toevallig noemde Debussy dat laatste deel ook ‘Soleils’, dat in 1994 gecomponeerd werd, bestaat zowel in een versie voor ‘Sirènes’ want de suggestie van aanlokkelijke vrouwenstemmen die vanuit ‘choeur à voix égales’, een koor dat dus volledig uit hetzelfde type stem- een verre nevel zingen is onmiskenbaar. men bestaat als in een versie voor zeven vrouwelijke solostemmen. Burgan werkte met teksten van de hedendaagse Franse dichter Marc nistisch maar heeft vaak wat weg van film- of jazzmuziek. Voor ‘Le grand Blanchet. Een zeker theatraal aspect is in Burgans muziek zeker aanwezig. combat’ baseerde hij zich op het gelijknamige gedicht van de esoterische Dat theatrale zit hem in het rituele karakter van de muziek, met zijn recht- en surrealistische Belgische dichter Henri Michaux. Het zijn teksten die lijnige melodiefragmenten en puristische samenzang. Sprechstimme, of eerder ook al Witold Lutoslawski konden inspireren maar Connesson kiest zelfs het declameren en roepen van passages uit de tekst is een techniek voor een erg idiosyncratische aanpak van het koor. Daarin wordt minder waarvan gretig gebruik gemaakt wordt. gezongen maar met spreekstem en geluidseffecten gewerkt. De poëzie van Michaux leent zich daar uitstekend toe, met zijn vele klankeffecten en Florent Schmitt onomatopeeën. Le mille-pattes Net als Debussy vormt Florent Schmitt (1870-1958) op dit concert een link Vic Nees met de Franse romantiek. De in Nancy geboren Schmitt was zelf nog een Magnificat, Les Pies, L’Escaut student van operacomponist Jules Massenet aan het conservatorium van Het Latijnse Magnificat is een van de vaakst gebruikte teksten in de Parijs. Als lid van Les Apaches (voluit de Société des Apaches), een muzi- muziekgeschiedenis. De hymne komt rechtstreeks uit het Lucasevangelie, kaal collectief uit het begin van de twintigste eeuw, stond hij schouder aan waar de woorden gesproken worden door Maria bij het bezoek aan haar schouder met medecomponisten als , Maurice Ravel en zwangere nicht Elisabeth. Het is een hymne waaruit een grenzeloos ver- Manuel de Falla. trouwen in God spreekt en als dusdanig is het een onlosmakelijk onder- Van een componist van ernstige muziek, die zowel invloeden van het deel van verschillende katholieke, protestantse, anglicaanse of orthodoxe Franse impressionisme als van Wagneriaanse romantiek en Duits moder- rites. Het traditionele avondgebed (de Vespers) sloot af met een Magni- nisme bevat, verwacht men niet meteen een lichter stukje als het ‘d’un ficat maar de tekst wordt ook vaak losstaand gebruikt. Componisten die mille-pattes amoureux’, op tekst van de Franse dichter en politicus Tristan niet meer de volledige vesperliturgie op muziek wilden zetten, beperkten Derème. Het is het sluitstuk van de drie trio’s opus 99 voor vrouwenkoor zich vanaf de barok steeds vaker tot het componeren van een Magnificat. en orkest, al voorzag Schmitt voor kleinere uitvoeringen als deze ook een Geen middeleeuwse of renaissance-componist kon om een Magnificat arrangement met pianobegeleiding. heen en sindsdien componeerden onder anderen Monteverdi, Bach, Bruckner, Rachmaninov of Pärt hun eigen zettingen van de Magnificat- Maurice Ohana tekst. De Vlaming Vic Nees (°1936) zit dus in goed gezelschap met zijn ei- Trois Choeurs gen Magnificat uit 1981 voor sopraansolo en gemengd a capellakoor. In het De muziek van de in Marokko geboren Maurice Ohana (1913-1992) is dan gebruik van een standaardtekst uit de christelijke liturgie plaatst Vic Nees weer een stuk meer avant-gardistisch. Ohana’s liefde voor microtonaliteit zich alleszins niet in het rijtje van Vlaamse romantische koorcomponisten en het experimentele deelt hij met onder meer Pierre Boulez. Ohana is, in maar associeert hij zich eerder met de na-oorlogse Duitse koorbeweging, tegenstelling tot het merendeel van de componisten in dit programma, niet met zijn voorliefde voor het abstract-literaire en het archaïsch-religieuze. echt een koorcomponist en Ohana’s koormuziek, die gewoonlijk eerder Nees was in 1981 niet meer aan zijn proefstuk toe: jarenlange ervaring als voor solozangers of slechts voor een klein vocaal ensemble geschreven componist van voornamelijk koormuziek en als dirigent van onder meer is, speelt een betrekkelijk kleine rol binnen zijn oeuvre. het BRT radiokoor maakten hem toen net als nu al een leidende stem in Volksmuziek uit het Middellandse Zeegebied is een blijvende inspiratie- de hedendaagse koorwereld. Nees’ werken uit de jaren ’60 en ’70 wa- bron van Ohana, ook in deze koorstukken, al moet men soms aandachtig ren doorgaans experimenteler en met zijn Magnificat probeert Vic Nees luisteren om Andalusische of Napolitaanse invloeden te herkennen. Het eerder een nieuwe soort van eenvoud op te zoeken. Die eenvoud vertaalt spontane gebruik van microtonaliteit in zulke volksmuziek vindt dan weer zich in een overzichtelijke negendelige structuur, waar de eerste drie naadloos aansluiting bij Ohana’s interesse in de mainstream Europese delen van het Magnificat aan het eind in omgekeerde volgorde terugkeren. avant-garde. De repetitieve elementen die Nees uit het Amerikaanse minimalisme haal- de en waarmee hij aan het eind van de jaren ’70 experimenteerde, blijven Guillaume Connesson weliswaar aanwezig in zijn Magnificat maar dan in sterk afgezwakte mate. Le grand combat Herkenbare harmonieën en een verstaanbare tekstuitspraak staan bij hem De stijlinvloeden die het werk van Guillaume Connesson (°1970) bepalen, sowieso centraal en het Magnificat is geen uitzondering. De diatonische, zijn zo divers mogelijk: zijn muziek is dan ook niet zonder meer moder- op toonladderfiguren gebaseerde melodieën zorgen voor een toegankelijk werk dat sindsdien terecht tot een van Vic Nees’ meest populaire compo- Tas in 2009 componeerde om de twintigste verjaardag van het koor Musa sities is gaan behoren. Horti te vieren. Tas gaat op een heel gevarieerde manier met de vastge- ‘L’Escaut’ is een teder en kleinschalig lied voor vrouwenkoor op tekst van legde, Latijnse tekst om, op een manier die vaak speelt met afzonderlijke Emile Verhaeren. Hoewel het gedicht in het Frans geschreven is, zou het klanken en medeklinkers. Het maakt van de ‘Cantiones Spirituales’ eerder net zo goed tot de Vlaamse, romantische traditie kunnen behoren, met speelse miniatuurtjes en dat kleinschalige aspect wordt nog versterkt zijn lofzang op de Schelde en de natuur die men aan haar oevers aantreft. door een erg transparante manier van componeren. Tas gaat dan ook Ook voor ‘Les Pies’ uit 1999 grijpt Nees trouwens terug naar de poëzie spaarzaam om met het achtstemmige koor en kiest voor overzichtelijke van Verhaeren, dit keer in een zetting voor driestemmig vrouwenkoor en zanglijnen en een vaak spitse, frappante ritmiek. sopraansolo.

Kurt Bikkembergs On Death Werk van een jongere generatie componisten kan natuurlijk ook niet ont- breken op de Dag van de Vlaamse Koormuziek. Kurt Bikkembergs (°1963) is daarmee een natuurlijke keuze want de componist/dirigent is auteur van een omvangrijk oeuvre koormuziek. Bikkembergs’ stijl evolueerde van traditioneel romantisch naar meer experimenteel vanaf de jaren ’90, met experimenten in polyritmiek, atonaliteit en aleatoriek in verscheidene composities. Werken die hommage brengen aan oudere muziek, uit de re- naissance of vroege barok, zoals het oratorium ‘Mirjam’ of zijn harmonisa- ties van eenstemmige koraalmelodieën, grijpen daarentegen vaak expliciet terug naar oudere compositietechnieken. Meer moderne stijlkenmerken, zoals vrijelijk boven elkaar gestapelde pedaalnoten en een eigenzinnige kijk op harmonisatie verlenen de meeste van zijn koorwerken echter een kleurrijke, complexe maar toegankelijke moderniteit. Voor ‘On Death’ uit 2004 gebruikte hij een van John Keats’ (1795-1821) bekendste gedichten. Keats schreef het in 1814 als reactie op de dood van zijn broer aan tuberculose. In het dromerige van de eerste strofe, waarin Keats het aardse leven met een lange droom vergelijkt, en in de afwijzing van het voor Keats harde, pijnlijke en zinloze leven, raakt de dichter aan de essentie van de Engelse romantiek. Toch bezit dit op het eerste gezicht pessimistisch gestemde gedicht een hoopvolle zijde: Keats kiest ervoor om niet het schrikwekkende gezicht van de dood af te schilderen maar om de dood te zien als een soort van verlossing.

Rudi Tas Cantiones Spirituales In het oeuvre van de in 1957 geboren Rudi Tas, speelt instrumentale mu- ziek een wat grotere rol maar ook bij deze Aalstenaar ligt de nadruk eer- der op koormuziek. In het vrije gebruik van samenklanken, die vaak geen enkele toonaard lijken vast te leggen maar ook niet overdreven dissonant overkomen, herkent men veel van de muziek van Vic Nees. De titel van de ‘Cantiones Spirituales’ verraadt ook een zelfde soort van preoccupatie met het religieuze. De ‘Cantiones’ zijn een opdrachtwerk dat Claude Debussy Lili Boulanger Salut printemps Les sirènes

Salut printemps, jeune saison Nous sommes la beauté qui charme les plus forts, Dieu rend aux plaines leur couronne Les fleurs tremblantes de l’écume La sève ardente qui bouillonne Et de la brume, S’épanche et brise sa prison Nos baisers fugitifs sont le rêve des morts! Bois et champs sont en floraison. Parmi nos chevelures blondes L’eau miroite en larmes d’argent. Un monde invisible bourdonne Nos regards à l’éclat changeant L’eau sur le caillou qui résonne Sont verts et bleus comme les ondes. Court et dit sa claire chanson. Avec un bruit pareil Aux delicats frissons Salut printemps, jeune saison Des moissons Dieu rend aux plaines leur couronne Nous voltigeons La sève ardent qui bouillonne Sans avoir d’ailes. S’épanche et brise sa prison. Nous cherchons de tendres vainqueurs. Nous sommes les souers immortelles Le genet dore la colline Offertes aux désirs de vos terrestres coeurs. Sur le vert gazon l’aubépine Verse la neige de ses fleurs Charles Jean Grandmougin (1850-1930) Tout est fraicheur, Amour, lumière Et du sein fécond de la terre Montent des chants et des senteurs.

Salut printemps, jeune saison Dieu rend aux plaines leur couronne La sève ardent qui bouillonne S’épanche et brise sa prison Salut printemps!

Marquis Anatole de Ségur (1823-1902)

Paul Le Flem (tekst én muziek) Louis Aubert Crépuscule d’Armor Sagesse

Le ciel lassé de ses splendeurs Jetez des fleurs sur son passage Promène sur les flots une molle agonie Semez des lis à pleine main! Et dans la brume endormie, Voici venir la femme sage, Ses teintes de soie mauve défaillent, Les yeux baissés sur son chemin. Chercheuses de rêve et de tristesse! Jetez des fleurs Qu’elle est aimable et solennelle! On dirait que des désirs plus voluptueux La grâce se compose en elle Surgissent de la mer vers les nappes célestes! De douleur et d’austérité. On dirait que des tendresses y pleurent Son nom comme une étoile brille, Sur des rythmes de langueur Elle est l’amour de la famille L’union désirée mais impossible … Elle est l’orgueil de la cité Et comme la caresse d’un regard Ne croyez pas qu’une rudesse Une fatigue d’amour s’attarde lentement Se mêle au charme de son front, Sur les frémissements violets des vagues … Et que d’avance, l’amour cesse O dahut ! fille du Roi Gralon Au cœur de ceux qui la verront. Belle amante aux yeux d’azur, Non, le palmier doué de force Est -ce ton âme qui chante dans le soir? N’en a pas moins son écorce Et la mélancolie les mers, La sève d’où naîtront ses fleurs; Est-elle le regret de tes défuntes débauches? Et l’aurore au brillant visage Peut être, viens tu vers nous, Sait embellir jusqu’au nuage Le cœur rempli de tendresses nouvelles, Qui voile ses riches couleurs. O consolatrice des âmes blessées de trop d’amour Réponds nous Dahut! J. Autran (1813-1877) Réponds à tes sœurs de la terre … Nous voudrions savoir! Les désirs de la mer ont disparu… Les teintes mauves sont mortes … Le froid manteau nocturne s’écrase sur les flots plus sombres … C’est la nuit. La sœur endeuillée du jour! Patrick Burgan (tekst én muziek) Vic Nees Soleils Les Pies

Soleils, soleils, De branche en branche Abeilles aux danses enfiévrées Les pies Soleils, soleils, Sautent, noires et blanches Mondes enflammés Et crient Soleils, soleils, Un attelage Résonnez à notre appel Monumental comme une grange en marche Résonnez mondes Sur la montée, à contre ciel près d’un village. Résonnez à notre appel Bombe, sa charge Résonnez mondes enflammés Les fers des gros chevaux résonnent L’or de vos flèches transperce nos voix Le charroi passe énorme et lourd, Nous dansons ivres de lumière Sur al voie lactée Les petites maisons résonnent Votre ronde sauvage entraîne nos rires Aux carrefours Qu’ils éclatent dans l’espace infini de vos flammes Tandis qu’aux alentours, Qu’ils consument l’obscurité. Noires et blanches, O soleils, vous le savez: De branche en branche La joie est sœur du vertige Les pies Ses lèvres ont l’éclat du vin! Crient. Soleils, soleils. Emile Verhaeren (1855-1916) Florent Schmitt Vic Nees Le mille-pattes L’Escaut

Lorsque le mille-pattes eut mis son pantalon Escaut, Il choisit deux cravates Sauvage et bel Escaut, Et parut au salon Tout l’incendie Mille pattes tu délires aux musiques de nos lyres De ma jeunesse endurante et brandie, Deux cravates, c’est beaucoup, Tu l’as épanoui: Eût on cinq fois deux cents pattes ; Escaut, Deux cravates c’est beaucoup Sauvage et bel Escaut, Quand on n’a pas plus d’un cou. C’est beaucoup quand on a pas plus d’un cou! Escaut des Nords On rit, on l’interpelle; Les plus belles idées Deux cravates, pourquoi? Qui réchauffent mon front, Mais songeant à sa belle, Tu me les as données: Il voulait rester coi. Tu m’as pétri le corps, tu m’as exalté l’âme; C’est un trop voyant mystère Tes tempêtes, tes vents, tes courants forts, tes flammes, On lui défend de se taire. Ont traversé comme un crible, ma chair; Hélas, Tu m’as trempé, tel un acier qu’on forge, L’une avait su lui plaire, dit-il, et je lui plu. Mon être est tien, et quand ma voix Mon infortune est claire: l’amour a fui. Te nomme, Escaut, un brusque et violent émoi Elle ne m’aime plus. M’angoisse et me serre la gorge. Faut-il noyer pour ses charmes Aussi, Deux cravates dans les larmes? Le jour que m’abattra le sort, Deux cravates, c’est beaucoup trop C’est dans ton sol, c’est sur tes bords, Et caetera, et caetera Qu’on cachera mon corps, A mon col j’ai mis l’une, Mais l’autre est dans ma main Pour te sentir, même à travers la mort, encor! Ma belle ni la lune Emile Verhaeren Ne me verront demain La lune ignore la peine Dont vous avez l’âme en peine. Deux cravates c’est beaucoup pour un seul cou Tissu que je vais tendre, Mon sort est assez long Sers, cravate, à me pendre Au lustre du salon. Il expire et se balance Sur les gouffres du silence. Deux cravates c’est beaucoup Eût on deux fois deux cinq cents pattes; Pour l’amour, c’est beaucoup Et pour l’amour vraiment, c’est beaucoup, C’est beaucoup de se serrer trop le cou.

Tristan Derème (1889-1941) Maurice Ohana (tekst én muziek) Guillaume Connesson Le grand combat Neige sur les orangers Que serenina cae la nieve ea Il l’emparouil’’ et l’endosque Duermete mi bien Contre terre Tanto ha nevado Il le rap’ et le roupète Que hasta los naranjales Jusqu’à son drâle Han florecido, pino verde. Il le pratèle Duerte mi bien. Il le pratèle Et le libucque Et lui barufle les ouillais Abrah abrah abrah Et le marmin’ Nuées Il le tocarde et le marmin’ Na Ko hé O Ka O Ha Ho Le manage rap’ à ri et rip’ à ra Le manage enfin corcobalisse L’autr’ hésit’ c’espudrin’ Se défaiss’ se torse et se ruin’ S’en sera bientôt fini de lui Mayombé Il se repris’ et s’emmargin’ Oya, oya, loum baa Mais en vain Oya kouanda gan go Abrah abrah abrah Moua na a na louta Le pied a failli le bras a cassé le sang a coulé ko kouanda gan go Fouille fouille fouille oya die maran guéra Dans la marmite de son ventre est un grand secret Mégères alentour qui pleurez dans vos mouchoirs On s’éton’ on s’éton’ Et on vous regarde.

Henri Michaux (1899-1984) Vic Nees Magnificat

Magnificat anima mea Dominum Mijn ziel prijst en looft de Heer, Et exultavit spiritus meus in Deo salutari meo. mijn hart juicht om God, mijn redder: Quia respexit humilitatem ancillæ suæ: hij heeft oog gehad voor mij, zijn minste dienares. ecce enim ex hoc beatam me dicent omnes generationes. Alle geslachten zullen mij voortaan gelukkig prijzen, Quia fecit mihi magna qui potens est, ja, grote dingen heeft de Machtige voor mij gedaan, et sanctum nomen eius. heilig is zijn naam. Et misericordia eius a progenie Barmhartig is hij, van geslacht op geslacht, in progenies timentibus eum. voor al wie hem vereert. Fecit potentiam in bracchio suo, Hij toont zijn macht en de kracht van zijn arm dispersit superbos mente cordis sui. en drijft uiteen wie zich verheven wanen. Deposuit potentes de sede Heersers stoot hij van hun troon et exaltavit humiles. en wie gering is geeft hij aanzien. Esurientes implevit bonis Wie honger heeft overlaadt hij met gaven, et divites dimisit inanes, maar rijken stuurt hij weg met lege handen. Suscepit Israel puerum suum recordatus misericordiæ suæ, Hij trekt zich het lot aan van Israël, zijn dienaar, Sicut locutus est ad patres nostros, zoals hij aan onze voorouders heeft beloofd: Abraham et semini eius in sæcula. hij herinnert zich zijn barmhartigheid jegens Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid.

Kurt Bikkembergs On Death

Can death be sleep, when life is but a dream, Kan de dood slaap zijn, wanneer het leven enkel een droom is, And scenes of bliss pass as a phantom by? En scènes van verrukking als een geest voorbijdwalen? The transient pleasures as a vision seem, De voorbijgaande lusten lijken een droombeeld, And yet we think the greatest pain’s to die. Maar sterven lijkt de grootste pijn te zijn.

How strange it is that man on earth should roam, Het is toch raar dat een mens op aarde ronddoolt, And lead a life of woe, but not forsake Een leven lijdt vol smart, maar toch niet afwijkt His rugged path; nor dare he view alone Van zijn ruwe pad; terwijl hij niet alleen zijn His future doom which is but to awake. Toekomstige noodlot durft onder ogen zien: ontwaken.

John Keats (1795-1821) Rudi Tas Cantiones Spirituales

Benedixisti Domini Gezegend hebt Gij, Heer, uw land. Benedixisti, Domine, terram tuam: Gij hebt de gevangenschap van Jakob afgewend. avertisti captivitatem Iacob: Gij hebt de zonde van uw volk kwijtgescholden. remisisti iniquitatem plebis tuae.

Tibi soli peccavi Tegen U alleen heb ik gezondigd, Tibi soli peccavi ik heb gedaan wat slecht is in uw ogen, et malum coram te feci, laat Uw uitspraak rechtvaardig zijn ut justificeris in sermonibus tuis, en Uw oordeel zuiver. et vincas cum judicaris.

Regina Caeli Koningin des Hemels, verheug U, alleluja, Regina caeli, laetare, alleluia: omdat Hij, die Gij waardig geweest zijt te dragen, alleluja, Quia quem meruisti portare, alleluia, verrezen is, zoals Hij gezegd heeft, alleluja, Resurrexit, sicut dixit, alleluia, bid voor ons tot God, alleluja. Ora pro nobis Deum, alleluia.

Christus factus est Christus is voor ons gehoorzaam geworden tot de dood, Christus factus est pro nobis obediens tot de dood aan het kruis. usque ad mortem, mortem autem crucis. Daarom heeft God Hem hoog verheven en Hem de naam Propter quod et Deus exaltavit illum et dedit illi nomen, verleend, die boven alle namen is. quod est super omne nomen. Calliope Choeur de Femmes Brahim-Djelloul en Mélody Loulédjian, tenor Sébastien Droy, baritons Marc Dit professionele vrouwenkoor werd in 2000 door Régine Théodoresco Mauillon en Marco Di Sapia en de bas Jérôme Varnier. Sinds 2003 is Jouve opgericht in Lyon. Geïnspireerd door de muze Kalliope kiest het koor aan het Conservatoire National Supérieur de Musique in Lyon verbonden voor profane liederen die een opvallende affiniteit vertonen met de als begeleider van de zangklas van Françoise Pollet en de klarinetklas poëzie. De focus ligt hierbij op de 20ste eeuw, maar ook andere periodes, van Nicolas Baldeyrou. In 2007 nam hij samen met Calliope Choeur de vooral barok en klassiek, komen aan bod. Vandaag de dag geniet het koor Femmes een cd op met Franse koormuziek die met meerdere prijzen zowel nationale als internationale bekendheid. Reeds zes cd’s werden werd bekroond. Jouve werkt ook regelmatig als repetitor en zangcoach uitgebracht die allen zeer enthousiast ontvangen en geprezen werden aan de Opéra national in Lyon. Hij werkte mee aan de producties ‘Les in de Franse en de internationale pers. Zo werd in Nederland de eerste Mamelles de Tirésias/le bœuf sur le toit’ en de trilogie ‘Da Ponte/Mozart’ cd ‘Les Litanies à la vierge noir de Francis Poulenc et autres oeuvres in 2010/2011 en in 2012/2013 verleent hij zijn medewerking aan de nieuwe mariales’ uitgeroepen tot cd van de maand door het tijdschrift Luister. De productie van ‘Carmen’ in een regie van Olivier Py. tweede cd, een eerbetoon aan het vocale oeuvre van Florent Schmitt, werd dan weer zeer positief ontvangen in Italië; en in de Verenigde Staten viel hun cd met missen van Händel in de prijzen. Tijdens hun tournee door Calliope Canada was de presentatie van hun vierde cd een groot succes. De vijfde cd, ‘Un flot d’astres frissonne’, biedt de luisteraar een boeiende reis door muzikale leiding de Franse muziek aan het begin van de 20ste eeuw en presenteert werken Régine Théodoresco van Bruneau, Aubert, Boulanger, Bonis… Calliope was reeds te gast op vele festivals, zoals het Festival International de Besançon, Le printemps Amandine Trenc musical de Pérouges, Jeux d’orgue in Yvelines, Festival du Trégor in Laetitia Cattier Bretagne, L’été musical Loire in Rhône-Alpes, Festival du Vieux Lyo, Divina Violaine Le Chenadec Musica... Calliope treedt op in wisselende samenstelling van 9 tot 20 Elsa Goujon-Grégori zangeressen. Emilie Broyer Charlotte Rabier Régine Théodoresco Marion Grange Régine Théodoresco studeerde aan het Centre Européen de Chant Choral Alix Leparoux in Namen en vervolmaakte zich voor koordirectie bij Pierre Cao in Parijs. Isabelle Deproit Ze is actief bij À Coeur Joi, waar ze instaat voor de uitwerking van de Sophie Elhelw opleidingsprogramma’s tot koordirigent. Sinds 1987 dirigeert ze Cantrel Charlotte Naït de Lyon, en in 1996 richtte ze het vrouwenkoor Calliope op, waarmee ze Anthéa Pichanick zich focust op het 20ste-eeuwse repertoire. Ze wordt regelmatig in het buitenland uitgenodigd als gastdirigent en tevens voor masterclasses piano en het jureren van wedstrijden. Nadat ze lange tijd docent was aan het Nicolas Jouve Conservatoire à Rayonnement Régional in Lyon, is ze nu docent directie en hoofd van de vocale afdeling van het conservatorium van Rennes. Sinds 2011 dirigeert ze het Chœur National des Jeunes. In 2002 werd ze verheven in de Franse Orde van Kunst en Letteren.

Nicolas Jouve Pianist Nicolas Jouve heeft zich al vrij vroeg in kamermuziek en samenwerking met zangers gespecialiseerd. Na zijn studies aan het Conservatoire National Supérieur de Musique in Parijs vervolmaakte hij zich in het lied bij pianist Walter Moore een de Universität Wien. Jouve was te horen aan de zijde van zangers als de sopranen Françoise Pollet, Amel Vlaams Radio Koor regelmatig uitgenodigd als gastdirigent bij vooraanstaande kamer- en Sinds het seizoen 11-12 staat het koor onder leiding van chef-dirigent radiokoren doorheen Europa en Latijns-Amerika. Hij is een gewaardeerd Hervé Niquet. Deze flamboyante en wereldwijd vermaarde dirigent docent en jurylid op talloze internationale dirigentencursussen en wordt na jaren van gastprojecten de spil in de werking van het Vlaams koorfestivals. Als componist legt Johan Duijck zich bij voorkeur toe op Radio Koor. Niquet, die het koor een diamant noemt en bij de Europese piano- en koormuziek. Zijn belangrijkste composities zijn de cantates ‘El top 5 plaatst, wil verder werken aan een herkenbare klank en plant Camino del Alma’ en ‘A mirror to St. Nicolas’, het ‘Concierto del Alma’ voor uiteenlopende projecten, van onbekende Franse muziek tot hedendaagse piano en koor, de koorwerken ‘Cantiones Sacrae in honorem Thomas premières. In de programmering van het Vlaams Radio Koor is een eerste Tallis’ en ‘Apostel na de Twaalf – Paulus’, en de pianowerken ‘The well- belangrijke pijler de a capella producties, waarmee het koor zo’n zes keer tempered pianist’ en ‘Le Tombeau de Ravel’. Johan Duijck is ‘composer in per jaar op tournee gaat doorheen heel Vlaanderen. Daarnaast werkt het residence’ van het Vlaams Radio Koor. Bij het label Phaedra verschenen koor regelmatig samen met gerenommeerde binnen- en buitenlandse vier cd’s volledig gewijd aan zijn composities. Als pianist is Johan Duijck instrumentale ensembles zoals – het Vlaams Radio gegradueerde van de Muziekkapel Koningin Elisabeth. Hij is laureaat van Orkest, Brussels Jazz Orchestra, het Rotterdams Philharmonisch Orkest, de Wedstrijd Dexia Classics. Ook op pedagogisch gebied geniet Johan Sinfonia Warsowia en Le Concert Spirituel. Naast de hechte band met Duijck een uitstekende reputatie. Hij doceert piano aan het Koninklijk de vaste partners in Vlaanderen, bouwt het Vlaams Radio Koor ook een Conservatorium te Gent en koordirectie aan de Escola Superior de Música steeds grotere aanwezigheid op verschillende internationale podia uit. de Catalunya te Barcelona. Aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth, de Vooral in Frankrijk is het koor een graag geziene gast, en krijgt het jaar na Dartington International Summer School en de Euskalerriko Abesbatzen jaar meer aanvragen van festivals zoals het befaamde Festival de Musique Elkartea onderrichtte hij piano en koordirectie. Zijn voornaamste in Menton, Septembre Musical de l’Orne of het Festival Contrepoints 62, leermeesters waren Peter Cabus (compositie), Robert Steyaert (piano) en en concerteerde het koor in de Salle Pleyel in Parijs en de Opéra Berlioz László Heltay (directie). in Montpellier. Ook in Nederland groeit het aantal concerten, en in Italië kan het koor rekenen op een stijgende interesse, onder meer dankzij Hilde Coppé de samenwerking met het Palazzetto Bru Zane, de initiatiefnemer van De Belgische sopraan Hilde Coppé studeerde aan de Koninklijke de prestigieuze cd-reeks rond de Prix de Rome. Deze internationale Muziekconservatoria van Gent en Brussel bij Lydia Lesage en Dina erkenning geldt evenzeer voor de reeks cd’s die het Vlaams Radio Koor bij Grossberger, waarbij ze het Hoger Diploma Zang behaalde. Van Ronny het label Glossa uitbrengt, en waarin het groot repertoire voor kamerkoor Lauwers kreeg ze lyrische kunst. Aan het Tilburgs Conservatorium aan bod komt. De laatste cd, ‘Das Berliner Requiem’ met werken van Weill, ontving zij het diploma voor Uitvoerend Musicus met grootste Milhaud, Stravinsky en Hindemith werd bijzonder enthousiast onthaald: onderscheiding. In London studeerde zij bij Jessica Cash. Daarnaast het magazine Classica bekroonde deze opname in april 2010 met de Choc volgde ze meester-cursussen bij Jos Van Immerseel, Noëlle Barker, Vera Classica, en het BBC Magazine kende de cd vijf sterren toe. Het Vlaams Rosza en Sarah Walker. Ze had jarenlang de zangpedagoge Tuan Sieuw Radio Koor behoudt ook zijn unieke status van radiokoor: een groot aantal Loh als coach. Hilde Coppé is een veel gevraagde soliste voor barok, concertproducties worden opgenomen door , waardoor het koor een klassiek, romantiek en hedendaagse muziek. Ze heeft heel wat passies unieke verzameling opnames heeft opgebouwd, onder meer met werk en oratoria op haar repertoire staan, onder meer van Bach, Mendelssohn, van Vlaamse componisten. Het Vlaams Radio Koor is een instelling van de Telemann, Fauré, Gounod, Mozart, Haydn, Händel, Schubert en Rutter. Vlaamse Gemeenschap. Mediapartners zijn Klara en Roularta. De heren Ook bracht ze al een aantal creaties ten gehore o.a. van Dirk De Nef, van het koor worden gekleed door Café Costume, de dames worden Rudi Tas, Peter Pieters, Willy Carron, Kurt Bikkembergs. Zij werkte samen gestyled door Maasmechelen Village. met dirigenten als Grant Llewellyn, Patrick Peire, Koen Kessels, Florian www.vlaamsradiokoor.be Heyerick, Etienne Siebens, Ludo Claesen, Johan Duijck, Eric Lederhändler, Laslo Heltay, , David Angus. Johan Duijck Johan Duijck is een veelzijdig musicus: koordirigent, componist, pianist en leraar. Als dirigent van het Vlaams Radio Koor, het Academy of Saint Martin in the Fields Chorus (Londen), het Europees Jeugdkoor en het Gents Madrigaalkoor verwierf hij internationale erkenning. Hij wordt Vlaams Radio Koor muzikale leiding Johan Duijck sopraan Karen Lemaire Hilde Venken Veerle Verhaegen Eva Goudie-Falckenbach Sarah Van Mol Joke Cromheecke alt Lena Verstraete Marianne Byloo Marleen Delputte Saartje Raman Noëlle Schepens Marion Kreike tenor Ivan Goossens Frank De Moor Paul Foubert Michiel Haspeslagh Adriaan De Koster Henk Pringels bas Joris Derder Conor Biggs Jan van der Crabben Paul Mertens Marc Meersman Arnout Malfiet Binnenkort in deSingel oude muziek vocaal The Sixteen olv. Harry Christophers A life dedicated to God and music T L De Victoria Salve Regina Gaude Maria Sancta Maria Congratulamini mihi Vidi speciosam Litaniae Beatae Mariae Requiem 1605

Harry Christophers © Marco Borggreve za 29 okt 2011 20 uur / blauwe zaal inleiding Kevin Voets 19.15 uur / blauwe foyer € 32, € 28, € 24 basis € 28, € 24, € 20 -25/65+ € 8 -19 jaar architectuur theater dans muziek

MUZIEK BLAUWE ZAAL GROTE PODIA

T +32 (0)3 248 28 28 WWW.DESINGEL.BE DESGUINLEI 25 / B-2018 ANTWERPEN

WORD FAN VAN DESINGEL OP FACEBOOK

deSingel is een kunstinstelling van de Vlaamse Gemeenschap en geniet de steun van

hoofdsponsor mediasponsors