Van Twee Handen Geschildert: Werkverdeling Tussen Schilders in De Nederlanden in De Zestiende En Zeventiende Eeuw
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Van twee handen geschildert: werkverdeling tussen schilders in de Nederlanden in de zestiende en zeventiende eeuw Tamis, T.M. Publication date 2016 Document Version Final published version Link to publication Citation for published version (APA): Tamis, T. M. (2016). Van twee handen geschildert: werkverdeling tussen schilders in de Nederlanden in de zestiende en zeventiende eeuw. http://dmt2811.wix.com/dorien-tamis General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:26 Sep 2021 Van twee handen geschildert: werkverdeling tussen schilders in de Nederlanden in de zestiende en zeventiende eeuw Dorien Tamis Van twee handen geschildert: werkverdeling tussen schilders in de Nederlanden in de zestiende en zeventiende eeuw © Dorien Tamis, 2016 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur. VAN TWEE HANDEN GESCHILDERT: WERKVERDELING TUSSEN SCHILDERS IN DE NEDERLANDEN IN DE ZESTIENDE EN ZEVENTIENDE EEUW ACADEMISCH PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit van Amsterdam op gezag van de Rector Magnificus prof. dr. D.C. van den Boom ten overstaan van een door het College voor Promoties ingestelde commissie, in het openbaar te verdedigen in de Aula der Universiteit op vrijdag 24 juni 2016, te 12:00 uur door Theodora Maria Tamis geboren te Koedijk Promotiecommissie: Promotor: Prof. Dr. E.J. Sluijter, Universiteit van Amsterdam Overige leden: Prof. Dr. A. Balis, Vrije Universiteit Brussel Dr. M.J. Bok, Universiteit van Amsterdam Prof. Dr. J.P. Filedt Kok, Universiteit van Amsterdam Prof. Dr. F. Grijzenhout, Universiteit van Amsterdam Prof. Dr. I.M. Veldman, Vrije Universiteit Amsterdam Prof. Dr. J. Wadum, Universiteit van Amsterdam Faculteit der Geesteswetenschappen Voor oma Door, en voor oma Theke en oma Lien omdat de mens zonder zijn oma nooit van aap tot homo sapiens had kunnen evolueren (vrij naar de nieuwste inzichten uit de evolutionaire psychologie en sociobiologie) Voorwoord "Van twee handen geschildert"1, in hoofdstuk I van deze dissertatie bespreek ik dat hoe meer schilders bij een project betrokken zijn, hoe langer het duurt om het te voltooien. Nu heeft het even mogen duren voordat ik dit project over schilders tot een einde wist te brengen, langer dan ik me herinneren wil, maar dat heb ik volledig en alleen aan mezelf te danken. Aan alle hulp en medewerking die ik heb gekregen heeft het zeker niet gelegen. Mag ik diegenen die bij deze onderneming voor mij het voornaamst waren het eerst bedanken? Allereerst wil ik Ernst van de Wetering vermelden als een inspirerende mentor, ik heb veel aan hem te danken waaronder de kans om dit onderzoek te beginnen. Mijn paranimfen, Rembrandt Duits en Michiel Franken, hebben al die tijd (en als ze al hun vertrouwen verloren hadden, hebben ze dat in elk geval niet getoond) een niet aflatend geduld gehad met mijn hersenspinsels, misplaatste grappen en barokke zinsconstructies. Het was een genoegen om met hen van gedachten te wisselen, en van hun eruditie heb ik graag geprofiteerd. Mijn promotor Eric Jan Sluijter kan ik niet genoeg bedanken, hij heeft me er met groot geduld, inzicht en betrokkenheid toe gebracht deze dissertatie dan toch te voltooien. Maar er zijn nog veel meer mensen die ik erkentelijk ben voor hun bijdragen, moeite en belangstelling op enig moment. Mijn dank gaat uit naar, in volstrekt willekeurige volgorde: Floortje Bakker, Jaap van der Veen, Koen Kleijn, Gary Schwartz, Frank van der Ploeg, Linda Jansen, Ad Stijnman, Nicolette Sluijter-Seijffert, Huigen Leeflang, Saskia Cohen- Willner, Richtsje Abma, Liesbeth Helmus, Joost Vander Auwera, Michael Montias, Carola Gries, Klaas van der Hoek, Volker Manuth, Erik Spaans, Hessel Miedema, Margriet van Eikema Hommes, Franziska Siedler, Wouter Kloek, Molly Faries, Jørgen Wadum, Hajo de Boer, Sjoerd Wierdsma, Margreet Wolters, Paul Broekhoff, Natasja Peeters, Ruth Hoppe, Marieke de Winkel, Alice Taatgen, Lorne Campbell, Arnout Balis, Adrie Verburg, Jeroen Boomgaard, Frauke Laarmann, Lars Hendrikman, Eric Domela Nieuwenhuis, Hilde Lobelle-Caluwé, Madelon Simons, Abbie Vandivere, Peter van de Brink, Nico van Hout, Bert Meijer en Max Martens. Voor dit onderzoek heb ik een vierjarige beurs van de Universiteit van Amsterdam ontvangen in de vorm van een AIO-aanstelling. Voor 1 De Lairesse 1712 (1707), p. 114. onderzoek ben ik door andere instellingen en musea steeds zeer welwillend ontvangen, onder hen wil ik de Kerkfabriek van de Sint Jakobskerk in Brugge, het Rijksmuseum, het Mauritshuis, het Prado en het Germanisches Nationalmuseum speciaal bedanken. Hoewel het internet inmiddels ook voor onderzoekers steeds belangrijker wordt, al was het alleen maar vanwege de voortreffelijke online databases van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie waar ik veel gebruik van heb gemaakt, blijven goede bibliotheken én behulpzame bibliotheekmedewerkers onontbeerlijk. Van de Universiteitsbibliotheek van de UvA wil ik de afdeling Bijzondere Collecties, en met name IJsbrand van Dijk, graag vermelden vanwege de goede zorgen. Dat bijna het volledige boekenbestand van alle Nederlandse bibliotheken binnen mijn privé-bereik kwam, heb ik te danken aan de medewerksters, inderdaad allemaal vrouwen, van de Kopgroep Bibliotheek in Schagen. Ik betreur het dat mijn vader Jaap Tamis - de held van mijn kleuterjaren - mijn promotie niet meer kan meemaken, maar in gedachten zie ik hem glimlachend op zijn sigaar kauwen. Mijn moeder, Door Verduin, mijn schoonouders, Jan en Theke Paauw-Bennink en mijn schoonzuster Marike Paauw hebben mij ieder op hun eigen manier, en soms letterlijk, de ruimte gegeven om dit werk te doen, en uiteindelijk toch nog af te maken. Dat geldt ook voor mijn lieve vriendinnen Rosa Koelemeijer, Judith Koning, Yvonne Ordelman en Mirella Bentschap Knook. Bijzonder bedanken wil ik mijn zus Liesbeth Tamis, haar grootmoedige bijstand, doortastende optreden en organisatietalent zijn mij tot grote steun geweest. Het is min of meer gebruikelijk dat de promovendus zich in het voorwoord verontschuldigt bij partner en kinderen voor alles wat ook zij voor de wetenschap hebben moeten doorstaan. Nu was ik altijd van plan om vol bravoure te beweren dat het er bij mij omgekeerd aan toe is gegaan; dat de voltooiing van mijn proefschrift heeft geleden onder de aandacht die ik besteedde aan mijn gezin, aandacht die ik graag en met liefde heb gegeven. Maar ik heb me laten verzekeren dat ik me vooral de laatste maanden alsnog heb weten te conformeren aan de traditie, en daarom dank ik Roel, Sophie en Aimée uit de grond van mijn hart voor hun geduld en voorkomendheid. Mijn allerliefste dochters Sophie en Aimée, ik ben blij dat ik 's-avonds weer jullie huiswerk mag helpen maken en Neko Atsume spelen. En aangeland bij degene bij wie ik het liefste ben: kolonel Paauw, it has been emotional. Inhoudsopgave N.B. De afbeeldingen waar in de tekst naar wordt verwezen, zijn bijgevoegd op cd-rom Inleiding Van "unkünstlerischen Kindereien" en "merkantilischen […] Geist". Een inleiding op schilderijen gemaakt door meerdere schilders in de zestiende - en zeventiende eeuw in de Nederlanden p. 1 Hoofdstuk I “[…] het is onmogelyk dat zo veel werk door een Meester in zo een korte leeftyd alleen gemaakt zy […]” De waardering voor schilderijen, gemaakt in samenwerking, in zestiende - en zeventiende-eeuwse gedrukte bronnen p. 17 Hoofdstuk II "[ ...] Veele handen maaken makkelyk werk ". Werkverdeling als onderdeel van de schilderpraktijk, een overzicht aan de hand van economische termen p. 49 Hoofdstuk III "Een Concert van *Duyvelshoeks Muziekanten". Over specialisatie en samenwerking tussen gespecialiseerde schilders in de zeventiende- eeuwse Nederlandse kunstliteratuur p. 105 Hoofdstuk IV "…met expressen bespreke dat […Cornelis] zelve, metter handt, wel ende constich wercken zoude”. De ontstaansgeschiedenis van het altaarstuk met de Kroning van Maria temidden van de negen engelenkoren van Albert Cornelis. Een onderzoek naar de werkverdeling tussen de schilder en een onbekende onderaannemer op basis van geschreven bronnen en met behulp van infra-roodreflectografie p. 127 Hoofdstuk V “Sy hadden daer een maniere dat hun doecken door verscheyden handen mosten”. De werkwijze van de Mechelse waterverfschilders gereconstrueerd aan de hand van werk, toegeschreven aan de groep Verbeeck als voorbeeld van schilderijenmanufactuur p. 143 Hoofdstuk VI "In kompagnie geordonneert en geschildert". Een onderzoek naar de ontstaansgeschiedenis van het Aardse Paradijs van Peter