Musée De Flandre - Cassel Is, Voor De Antwerpse School, Een Uitzonderlijk Werk, Om- • Chartreusemuseum - Douai Dat Er Geen Enkel Teken Van Leven Aanwezig Is
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
M USEU M Het Museum van Vlaanderen, op de berg van Kassel, 17 toont een prachtig overzicht van de Vlaamse dieren- schilderkunst in de zestiende en zeventiende eeuw. De tentoonstelling is nog groter dan ‘Vlaanderen en de zee’ en neemt bijna alle zalen in beslag. MUSÉE DE FLANDRE De Odyssee van de dieren HET BEGINT bij SAVERY In de zestiende eeuw begon men de hebben gehad in Europa en met name op de Franse kunst, dierenwereld van buiten Europa te ontdekken. De aankomst tot in het realisme – van Jean-Baptist Oudry (1686-1755) van levende exotische dieren, met als toppunt een olifant, in tot Edouard Manet (1932-1883) – toe. Het gaat om acht een grote haven zoals Antwerpen of Amsterdam was een sen- schilders, actief tussen ongeveer 1600 en 1670 in Brussel satie. De Vlaamse schilders waren er als de kippen bij deze en Antwerpen, maar ook in Praag, Rome, Utrecht, Amster- nieuwe motieven te gebruiken. Onderwerpen als het Aards dam en Parijs. Merkwaardig is dat deze schilders, of toch Paradijs en de Ark van Noé waren daar zeer geschikt voor. de meesten, elkaar kenden via de oude schildergilde en via Curator van de tentoonstelling in Kassel, Sandrine Vézilier familiebanden. De triomf van het Antwerpse wereldje? Het -Dussart breekt een lans voor dit genre door uitstekende heeft er de schijn van. kunstenaars te tonen. Zij stelt ook dat die een grote invloed De schepper van het genre was echter geen Antwerpenaar, maar een Kortrijkzaan: Roelandt Savery (1576-1639). Hij brak door met Aards Paradijzen. Zijn broer Jacob was hem Jan I Brueghel, Dieren op weg naar de Ark van Noach, ca. 1613, olieverf op paneel al voorgegaan. Men neemt aan dat de twee broers omstreeks SZEPMUVESZETI MUZEUM, BOEDAPEST 1600 in Amsterdam werkten. Roelandt was vanaf 1603 in Roelandt Savery, Twee paarden en palfreniers, olieverf op paneel - BROELMUSEUM, KORTRIJK - © STEDELIJKE MUSEA KORTRIJK Oostenrijk in dienst bij keizer Rudolf II en diens opvolger mecenas kardinaal Borromeo. In Brussel had hij toegang Matthias. Zo had hij toegang tot het voornaamste dieren- tot het dierenpark van de Aartshertogen, waar hij naar park van die tijd. Dat is duidelijk in zijn werk, waar men een de natuur kon tekenen. Dat is zichtbaar in zijn werk. Veel massa dieren ziet. Die bewegen vaak per twee vreedzaam schilders werkten immers op basis van etsen in weten- naast elkaar. Op sommige werken is een dodo alleen afge- schappelijke werken. Jan I maakte voor Borromeo een beeld. Er waren toen nog maar twee exemplaren bekend in handgroot paneeltje met een muis en twee rozen. Kon hij Europa. Het dier was al zo goed als uitgestorven, of juister: voorzien dat zijn kleinzoon, Jan van Kessel (1626-1679), uitgemoord. Savery verwerkte soms mythologische motie- daar een hele loopbaan zou mee vullen? ven in die kleurrijke schilderijen. Hij maakte ook portret- Jan van Kessel bouwde inderdaad in Antwerpen een hele loop- ten, van paarden uit de keizerlijke dierentuin in Wenen baan op met kleine werkjes, vaak op koper. Hij werd zo de spe- en zelfs van een haan en een kip. Hij speelde zo in op een cialist van schelpen, bloemen, vlinders, insecten, enzovoort nieuwe trend in de Nederlanden waarbij stadsmensen ook uit de hele wereld. Dat alles nauwgezet geobserveerd. Zo een huis op de buiten bezaten. lijkt het toch. Er blijken in zijn werk wel een paar insecten en schelpen voor te komen die men helemaal niet kan vinden in BRUEGHEL-DYNASTIE Jan I Brueghel (1568-1625), de jongste de natuur. Die werken kregen een plaats in de kunstkabinet- zoon van Pieter Bruegel en Maria Coecke van Aelst, was een ten van toen en ook op de rijkelijk versierde kabinetmeubels veelzijdig schilder, die vele genres aankon. Hij hernam het waarvoor Antwerpen bekend was. De kunstenaar schilderde Paradijsthema van Savery, met de Bijbelse referentie naar ook vele reeksen over de vier toen bekende werelddelen de Ark van Noach, één van de succesproducten van de fami- en over de vier elementen. Twee van zijn zonen, Jan II en lie Brueghel. Jan I werkte een paar jaar in Rome, bij zijn Ferdinand, bleven zijn composities verder gebruiken. M USEU M 19 SNYDERS, FYT EN DE VOS Met Frans Snyders (1579-1657) kreeg alles barokke afmetingen. Het ging niet meer om kunst voor kabinetten, maar voor grote zalen en hallen. Snyders bracht twee jaar in Rome door bij Jan I Brueghel en leerde zo ook mecenas kardinaal Borromeo kennen. Snyders maakte eerst naam met grote keuken- en winkeltaferelen vol wild, vissen, groenten en fruit. Opvallend is zijn grote zorg voor het weergeven van de materie (de vacht, de haren, de klau- wen…), iets wat vroeger niet zo prominent was in dit genre. Snyders werkte samen met Rubens en zorgde als pictor doc- tus voor een intellectuele, literaire dimensie in zijn werk. Paul de Vos, Vossenjacht, olieverf op doek - COLLECTIE BELFIUS, BRUssEL Zo hernam Snyders onderwerpen uit de antieke literatuur. FOTO: HUGO MAERTENS En – ter info voor de liefhebbers van onze oude letterkunde – Snyders ging ook te rade bij een Brugse dichter uit zijn men kent meer dan tweehonderd werken van zijn hand. Hij tijd: Edward De Dene (1505-1576), auteur van De warachtige maakte ook etsen, vooral van honden. fabulen der dieren (1576) bij prenten van Marcus Gerards, Over deze nochtans uitstekende schilder is nog geen mono- met een voorwoord van Lucas Dheere. grafie verschenen. Volgens Sandrine Vézillier-Dussart gaat Jan Fyt (1611-1661), een leerling uit het atelier van Sny- het om iemand die veel invloed heeft gehad, op Peeter Boel ders, ontwikkelde een eigen genre: het jachtstilleven. Hij (1622-1674) en zo op de Franse schilderkunst van de acht- groepeerde bijvoorbeeld bij een dode haas kleinere dode tiende eeuw. De Fytzalen zijn dan ook dé ontdekking in Kassel. dieren zoals vogels. Soms ziet men een kat vol interesse in Nog een familierelatie: Paul de Vos (1591-1678), de jongere een hoek. Er zijn vaak sterke contrasten, wat toelaat be- broer van Cornelis de Vos, schilder van portretten (zie Mu- paalde delen van de vacht extra te belichten. Hij hield het seum Mayer van den Bergh) en kunsthandelaar. Hij werkte doorgaans bij dieren uit de omgeving. Fyt had veel succes: vanaf 1611 samen met Frans Snyders, die getrouwd was met Frans Snyders en Jan Wildens, De dode leeuw, olieverf op doek - MUSÉE DES BEAUX-ARTS, BORDEAUX © MAIRIE DE BORDEAUx – FOTO: L. GAUTHIER M USEU M 20 zijn zus, en schilderde stillevens met wild, fruit en groen- ten. Die waren bestemd voor de jachtpaviljoenen van de hoge adel. Meer spectaculair zijn de geanimeerde jacht- taferelen, zelfs gevechten tussen dieren, zoals een paard dat aangevallen wordt door wolven. Hij werkte in 1637-1638 ook mee met Rubens voor de decoratie van het jachtpaviljoen Torre della Parada in Spanje. EEN ANDERE WERELD Dichter bij de klassieke traditie blijft Adriaen van Utrecht (1599-1652), een Antwerps schilder die enigszins uit de toon valt tussen het geweld van Snyders, Fyt en De Vos. Hij was bekend voor zijn stillevens en maak- te een mooie schets van Rubens’ internationale carrière. Zo schilderde hij werken voor het koninklijk paleis Huis ten Bosch in Den Haag. Van Utrecht werkte samen met andere specialisten, onder anderen Jordaens. De expo toont een Jan Fyt, Stilleven met een haas en gevogelte, 1644, olieverf op doek Peeter Boel, Stilleven met vissen, olieverf op doek - CHÂTEAU-MUSÉE, DIEPPE PRIVÉCOLLECTIE © VILLE DE DIEPPE, MUSÉE B. LEGROS M USEU M neerhoftafereel met een haan, hennen en kleinere vogels bij 21 een schotel met eten. Een aapje op een afbrokkelende muur houdt alles in het oog. Dit is al een andere wereld. Peeter Boel (1622-1674) wordt al in de zeventiende eeuw BEWONDER DE vermeld als leerling bij Snyders en Fyt. Hij verbleef in Genua en verhuisde in 1668 van Antwerpen naar Parijs. Valenciennes VLAAMSE MEESTERS Daar werkte hij voor de Gobelins, die bestuurd werden IN NOORD-FRANKRIJK door Charles le Brun. Hij maakte er een grote reeks studie- tekeningen van vogels en andere dieren, die hij kon ob- • Museum Benoit de Puydt - Bailleul serveren in de dierentuin van Lodewijk XIV. Zijn Stilleven • Museum Mont de Piété - Bergues met vissen – aangekocht in de jaren 1990 door het muse- • Museum voor Schone Kunsten - Cambrai um van Dieppe – dateert nog uit de Antwerpse tijd. Het • Musée de Flandre - Cassel is, voor de Antwerpse school, een uitzonderlijk werk, om- • Chartreusemuseum - Douai dat er geen enkel teken van leven aanwezig is. Een werk • Museum voor prenten en houtsnedes - Gravelines van Boel in dezelfde geest, een gigantisch stilleven met • Augustijnermuseum - Hazebrouck een opeenstapeling van siervoorwerpen, is te zien in de • Paleis voor Schone Kunsten - Lille Vlaamse Barokzalen in het Museum voor Schone Kunsten • Museum Hospice Comtesse - Lille van Rijsel. • Museum La Piscine - Roubaix Het slot van de tentoonstelling in Kassel is een schets van • MUba Eugène Leroy - Tourcoing • Museum voor Schone Kunsten - Valenciennes Rubens, van een paard met ruiter, dat hernomen werd in zijn productie. – JOOST DE GEEST INFO Tentoonstelling – De Odyssee van de dieren – Nog tot 22 januari 2017 – Open: dins- dag t.e.m. vrijdag van 10 tot 12.30 uur en van 14 tot 18 uur; zaterdag en zondag van 10 tot 18 uur – Gesloten: maandag en feestdagen – Musée de Flandre – Grand Place 26, 59670 Cassel Douai Cassel – T 00 33 (0)3 59 73 45 59 – www.museedeflandre.lenord.fr – ARCHIEF – Musée de Flandre: culturele identiteit van Vlaanderen: OKV 2010, nr. 6, blz. 26-30 – www.tento.be Jan I van Kessel, De vijanden van de slangen, olieverf op koper - MUSÉE BARON MARTIN, GRAY FOTO: STUDIO BERNARDOT HET HELE JAAR Lille GROTE MEESTERS KLEINE TOEGANGSPRIJS DUINKERKE CASSEL ROUBAIX LILLE (RIJSEL) VALENCIENNES DOUAI MAUBEUGE CAMBRAI WWW.OPSTAPINNOORD-FRANKRIJK.COM.