{Yinnual
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Load more
Recommended publications
-
COMMON MARKET SPEEDS up CUSTOM·S UNION Internal Tariff Cuts, Move Toward Common External Tariff Accelerated
JUNE-JULY 1962 N0.54 BELGIUM, FRANCE, GERMAN FEDERAL REPUBLIC, ITALY, LUXEMBOURG, THE NETHERLANDS COMMON MARKET SPEEDS UP CUSTOM·s UNION Internal Tariff Cuts, Move Toward Common External Tariff Accelerated The Common Market has decided to advance still further The new move was "essentially political," said Giuseppe the pace of internal tariff cuts and the move toward a single Caron, vice president of the Common Market Commission. external tariff for the whole European Community. "The maximum length of the transition period in the Treaty Decisions taken by the Council of Ministers on May 15 ( 12-15 years) reflected an understandably cautious attitude put the Community two and a half years ahead of the Rome regarding the ability of the six countries' economies to Treaty schedule. adapt themselves to the new situation, and the speedy On the basis of the Council decision, already decided in adaptation of all sectors of the economy to the challenge principle in April, the Community has made additional in of the new market has enabled us to move ahead more ternal tariff cuts of 10 per cent on industrial goods and of quickly." 5 per cent on some agricultural goods, effective July 1. Signor Caron is chairman of the Common Market com Internal duties on industrial goods thus have been cut to mittee dealing with customs questions. The committee was a total of 50 per cent of the level in force on January 1, set up in April and is composed of the heads of the customs 1957, the base date chosen in the Treaty of Rome. -
Sicco Mansholt [1908—1995], Duurzaam-Gemeenzaam SICCO ANSHOLT
fax. ?W • :•, '•'••• ^5 *4 ffr," Pi Sicco Mansholt [1908—1995], Duurzaam-Gemeenzaam SICCO ANSHOLT, [1908—1995] Duurzaam-Gemeenzaam o Met dank aan Wim Kok, Jozias van Aartsen, Franz Fischler, Louise Fresco, Frans Vera, Riek van der Ploeg, Aart de Zeeuw, Piet Hein Donner, Paul Kalma, Herman Verbeek, Marianne Blom, Cees Van Roessel, Hein Linker, Jan Wiersema, Corrie Vogelaar, Joop de Koeijer, Wim Postema, Jerrie de Hoogh, Gerard Doornbos en Wim Meijer. Redactie Dick de Zeeuw, Jeroen van Dalen en Patrick de Graaf Schilderij omslag Sam Drukker Ontwerp Studio Bau Winkel (Martijn van Overbruggen) Druk Ando bv, 's-Gravenhage Uitgave Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij Directie Voorlichting Bezuidenhoutseweg 73 postbus 20401 2500 EK 's-Gravenhage Fotoverantwoording Foto schilderij omslag, Sylvia Carrilho; Jozias van Aartsen, Directie Voorlichting, LNV; Riek van der Ploeg, Bert Verhoeff; Piet Hein Donner, Hendrikse/Valke; Paul Kalma, Hans van den Boogaard; Herman Verbeek, Voorlichtingsdienst Europees Parlement; Marianne Blom, AXI Press; Gerard Doornbos, Fotobureau Thuring B.V.; Wim Meijer, Sjaak Ramakers s(O o <D o CD i 6 ra ro 3 3 Q CT O O) T 00 o o Inhoud 1 o Herdenken is Vooruitzien u 55 Voorwoord 9 Korte schets van het leven van Sicco Mansholt 13 De visie van Sicco Mansholt Wetenschappelijk inzicht en politieke onmacht 19 Minder is moeilijk in de Europese landbouw 26 Minder blijft moeilijk in de Europese landbouw 54 Een illusie armer, een ervaring rijker 75 Toespraken ter gelegenheid van de Mansholt herdenking Sicco Mansholt, -
Professionalization of Green Parties?
Professionalization of Green parties? Analyzing and explaining changes in the external political approach of the Dutch political party GroenLinks Lotte Melenhorst (0712019) Supervisor: Dr. A. S. Zaslove 5 September 2012 Abstract There is a relatively small body of research regarding the ideological and organizational changes of Green parties. What has been lacking so far is an analysis of the way Green parties present them- selves to the outside world, which is especially interesting because it can be expected to strongly influence the image of these parties. The project shows that the Dutch Green party ‘GroenLinks’ has become more professional regarding their ‘external political approach’ – regarding ideological, or- ganizational as well as strategic presentation – during their 20 years of existence. This research pro- ject challenges the core idea of the so-called ‘threshold-approach’, that major organizational changes appear when a party is getting into government. What turns out to be at least as interesting is the ‘anticipatory’ adaptations parties go through once they have formulated government participation as an important party goal. Until now, scholars have felt that Green parties are transforming, but they have not been able to point at the core of the changes that have taken place. Organizational and ideological changes have been investigated separately, whereas in the case of Green parties organi- zation and ideology are closely interrelated. In this thesis it is argued that the external political ap- proach of GroenLinks, which used to be a typical New Left Green party but that lacks governmental experience, has become more professional, due to initiatives of various within-party actors who of- ten responded to developments outside the party. -
1 WITTEVEEN, Hendrikus Johannes (Known As Johan Or Johannes), Dutch Politician and Fifth Managing Director of the International
1 WITTEVEEN, Hendrikus Johannes (known as Johan or Johannes), Dutch politician and fifth Managing Director of the International Monetary Fund (IMF) 1973-1978, was born 12 June 1921 in Den Dolder and passed away 23 April 2019 in Wassenaar, the Netherlands. He was the son of Willem Gerrit Witteveen, civil engineer and Rotterdam city planner, and Anna Maria Wibaut, leader of a local Sufi centre. On 3 March 1949 he married Liesbeth Ratan de Vries Feijens, piano teacher, with whom he had one daughter and three sons. Source: www.imf.org/external/np/exr/chron/mds.asp Witteveen spent most of his youth in Rotterdam, where his father worked as director of the new office for city planning. His mother was the daughter of a prominent Social-Democrat couple, Floor Wibaut and Mathilde Wibaut-Berdenis van Berlekom, but politically Witteveen’s parents were Liberal. His mother was actively involved in the Dutch Sufi movement, inspired by Inayat Khan, the teacher of Universal Sufism. Sufism emphasizes establishing harmonious human relations through its focus on themes such as love, harmony and beauty. Witteveen felt attracted to Sufism, which helped him to become a more balanced young person. At the age of 18 the leader of the Rotterdam Sufi Centre formally initiated him, which led to his lifelong commitment to, and study of, the Sufi message. After attending public grammar school, the Gymnasium Erasmianum, Witteveen studied economics at the Netherlands School of Economics between 1939 and 1946. The aerial bombardment of Rotterdam by the German air force in May 1940 destroyed the city centre and marked the beginning of the occupation of the Netherlands by Nazi Germany. -
De Liberale Opmars
ANDRÉ VERMEULEN Boom DE LIBERALE OPMARS André Vermeulen DE LIBERALE OPMARS 65 jaar v v d in de Tweede Kamer Boom Amsterdam De uitgever heeft getracht alle rechthebbenden van de illustraties te ach terhalen. Mocht u desondanks menen dat uw rechten niet zijn gehonoreerd, dan kunt u contact opnemen met Uitgeverij Boom. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonde ringen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part ofthis book may be reproduced in any way whatsoever without the writtetj permission of the publisher. © 2013 André Vermeulen Omslag: Robin Stam Binnenwerk: Zeno isbn 978 90 895 3264 o nur 680 www. uitgeverij boom .nl INHOUD Vooraf 7 Het begin: 1948-1963 9 2 Groei en bloei: 1963-1982 55 3 Trammelant en terugval: 1982-1990 139 4 De gouden jaren: 1990-2002 209 5 Met vallen en opstaan terug naar de top: 2002-2013 De fractievoorzitters 319 Gesproken bronnen 321 Geraadpleegde literatuur 325 Namenregister 327 VOORAF e meeste mensen vinden politiek saai. De geschiedenis van een politieke partij moet dan wel helemaal slaapverwekkend zijn. Wie de politiek een beetje volgt, weet wel beter. Toch zijn veel boeken die politiek als onderwerp hebben inderdaad saai om te lezen. Uitgangspunt bij het boek dat u nu in handen hebt, was om de geschiedenis van de WD-fractie in de Tweede Kamer zodanig op te schrijven, dat het trekjes van een politieke thriller krijgt. -
De Rote Armee Fraktion in Het Nederlandse Parlementaire Debat
“Zoals bekend, zijn dat gewapende overvallers, misdadigers.” Infame Misdrijven: De Rote Armee Fraktion in het Nederlandse parlementaire debat Master Scriptie, History PCNI: Political Debate Niels Holtkamp S0954055 Begeleider: Prof. Dr. H. te Velde Universiteit Leiden 01 juli 2019 [email protected] +31654938262 Kort Rapenburg 6A 2311 GC Leiden 2 1 “Wer mit Ungeheuern kämpft, mag zusehn, dass er nicht dabei zum Ungeheuer wird. Und wenn du lange in einen Abgrund blickst, blickt der Abgrund auch in dich hinein.” - Friedrich Nietzsche, Jenseits von Gut und Böse (1886) 1 Titel naar uitspraak van Marcus Bakker (CPN), Handelingen Tweede Kamer 1973 – 1974, 4 september, 4604. ‘Infame misdrijven’ naar Theo van Schaik (KVP), Handelingen Tweede Kamer 1975 – 1976 12 februari, 2806. Afbeelding voorblad: Ton Schuetz/ANP. De ravage rond een telefooncel in Amsterdam Osdorp, waar bij een arrestatie in 1977 twee RAF leden en drie agenten gewond raakten, door vuurwapens en een handgranaat. 3 Inhoudsopgave “Zoals bekend, zijn dat gewapende overvallers, misdadigers.” .................................... 1 Afkortingen .................................................................................................................... 4 Deel 1 ............................................................................................................................. 5 De Rote Armee Fraktion en het Nederlandse parlementaire debat ................................ 6 Historiografie ............................................................................................................ -
Gesprekken Van Volksvertegenwoordigers Met Emma, Wilhelmina, Juliana, Beatrix En Willem-Alexander
Carla van Baalen e.a. (red.), De Republiek van Oranje, 1813-2013. Jaarboek Parlementaire Geschiedenis 2013, pp. 57-67 ‘Een apart genre’ Gesprekken van volksvertegenwoordigers met Emma, Wilhelmina, Juliana, Beatrix en Willem-Alexander Remco Meijer1 In de eerste maanden na zijn inhuldiging ontving koning Willem-Alexander een voor een alle fractieleiders uit de Tweede Kamer op paleis Noordeinde. Het waren kennismakingsbezoeken, ze duurden een uur en vonden plaats op de werkkamer van de nieuwe koning. De reeks visites van parlementariërs werd op donderdag 6 juni 2013 ingeluid met een bezoek van de beide Kamervoorzitters, Fred de Graaf (Eerste Kamer, vvd) en Anouchka van Miltenburg (Tweede Kamer, vvd). Op 13 juni volgden, keurig op volgorde van de fractiegrootte, Halbe Zijlstra van de vvd, Diederik Samsom van de pvda en Geert Wilders van de pvv. Voor zover de voorzitters van de eerste drie fracties iets over de bezoeken loslieten, waren de geluiden positief. pvv-leider Wilders, die zich in het verleden kritisch over leden van het Koninklijk Huis had uitgelaten, was het meest expliciet. Hij twitterde na afloop: ‘Openhartig en aangenaam gesprek gehad met de koning. Onze koning is een sympathieke en energieke man.’2 Op vrijdag 28 juni was sp-leider Emile Roemer aan de beurt, en nog net voor het zomerreces van de Tweede Kamer, op donderdag 4 juli, kwamen de leiders van cda, d66, ChristenUnie, GroenLinks, sgp, 50Plus en Partij voor de Dieren langs. De sfeer was kennelijk ook nu goed. cda-leider Sybrand van Haersma Buma: ‘Nederland mag trots zijn op deze open en betrokken vorst.’3 Bezoeken als deze, van parlementariërs aan het staatshoofd, vormen een ongereguleerde traditie die al menige hobbel heeft gekend. -
The Low Countries. Jaargang 11
The Low Countries. Jaargang 11 bron The Low Countries. Jaargang 11. Stichting Ons Erfdeel, Rekkem 2003 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_low001200301_01/colofon.php © 2011 dbnl i.s.m. 10 Always the Same H2O Queen Wilhelmina of the Netherlands hovers above the water, with a little help from her subjects, during the floods in Gelderland, 1926. Photo courtesy of Spaarnestad Fotoarchief. Luigem (West Flanders), 28 September 1918. Photo by Antony / © SOFAM Belgium 2003. The Low Countries. Jaargang 11 11 Foreword ριστον μν δωρ - Water is best. (Pindar) Water. There's too much of it, or too little. It's too salty, or too sweet. It wells up from the ground, carves itself a way through the land, and then it's called a river or a stream. It descends from the heavens in a variety of forms - as dew or hail, to mention just the extremes. And then, of course, there is the all-encompassing water which we call the sea, and which reminds us of the beginning of all things. The English once labelled the Netherlands across the North Sea ‘this indigested vomit of the sea’. But the Dutch went to work on that vomit, systematically and stubbornly: ‘... their tireless hands manufactured this land, / drained it and trained it and planed it and planned’ (James Brockway). As God's subcontractors they gradually became experts in living apart together. Look carefully at the first photo. The water has struck again. We're talking 1926. Gelderland. The small, stocky woman visiting the stricken province is Queen Wilhelmina. Without turning a hair she allows herself to be carried over the waters. -
Download Journal Sample (PDF)
2018 Geograph Autumn Vol 103 Party 3 AN INTERNATIONAL JOURNAL • 125 years of the Geographical Association • Twenty-five years of progress in physical geography • Geographies of mobility • Local practices in Fairtrade’s global system Geography Vol 103 Part 3 Autumn 2018 © Geography 2018 Geography Editorial Policy and Vision Geography is the Geographical Association’s flagship journal and reflects the thriving and dynamic nature of the discipline. The journal serves the ‘disciplinary community’ including academics working in geography departments in higher education institutions across the globe together with specialist teachers of the subject in schools, academies and colleges. Our role is to help ‘recontextualise’ the discipline for educational purposes. To do this, we enable readers to keep in touch with the discipline, which can be challenging but also immensely rewarding. Likewise, it is beneficial for university academics to keep in touch with the school subject and its changing educational context. Geography contributes to this process by stimulating dialogue and debate about the essential character and contribution of geography in the UK and internationally. The journal spans the breadth of human and physical geography and encourages debate about curriculum development and other pedagogical issues. The Editorial Collective welcomes articles that: • provide scholarly summaries and interpretations of current research and debates about particular aspects of geography, geography as a whole or geographical education • explore the implications -
De Oorlog Tussen De Generaals
De oorlog tussen de generaals Het conflict in de top van de Koninklijke Landmacht, 1971-1973 drs. H.P.M. Kreemers* Inleiding ciële ondergang. De marine, land- Slechts één zesde van het legerkorps macht en luchtmacht hadden na de bevond zich in het mogelijke opera- et de Prinsjesdagbrief (sep- Tweede Wereldoorlog gretig geprofi- tiegebied. ‘Met geen mogelijkheid tember 2003) zetten minister teerd van de vrijgevigheid van met zouden de resterende vijf zesden tij- Mvan Defensie Henk Kamp name de Amerikaanse en Britse bond- dig ter plaatse zijn’, aldus De Jong. en staatssecretaris Cees van der Knaap genoten die de Nederlandse krijgs- Voorraden zouden niet op tijd kunnen het mes in de Nederlandse krijgs- macht aan een grote verscheidenheid worden aangevoerd en anti-tank - macht. Op weg naar een nieuw even- aan militaire middelen hielpen. De wapens en luchtverdedigingsmidde- wicht tussen operationele taken en de instandhouding van dat omvangrijke len waren in onvoldoende mate be- voor Defensie beschikbare financiële defensieapparaat, ‘de Amerikaanse schikbaar. middelen verdwenen 11.700 functies krijgsmacht door een verkleinglas’, in het defensieapparaat, werden een- legde echter een steeds groter beslag De erbarmelijke staat waarin de Ne- heden opgeheven, legerplaatsen en op de financiële middelen. De krijgs- derlandse krijgsmacht zich bevond vliegbases gesloten. En dat alles zon- macht dreigde zo van binnen uit te weet De Jong aan het ontbreken der veel tromgeroffel uit de eigen worden uitgehold. van voldoende verantwoordelijkheids - organisatie. Opmerkelijk, omdat ver- besef bij grote delen van de Neder- anderingen in de krijgsmacht in het landse bevolking. In dat opzicht trok verleden tegenkrachten opriepen die Uitholling Nederlandse hij een parallel met de jaren dertig, tot ver buiten de defensieorganisatie krijgsmacht toen niemand ‘in ons overheids- en te horen waren. -
'Een Democratische Formatie?'
‘Een democratische formatie?’ Onderzoek naar het debat over de spanning tussen openbaarheid en beslotenheid van kabinetsformaties tussen 1970 en 2012 Masterscriptie Lisa van Bussel Universiteit Leiden S1585355 14 juli 2016 prof. Dr. Henk te Velde en Elisabeth Dieterman aantal woorden: 31013 Inhoudsopgave Inleiding 2 Hoofdstuk 1 Arguing and Bargaining 10 Hoofdstuk 2 De besloten formatie 13 Hoofdstuk 3 De schriftelijke formatie 18 Hoofdstuk 4 De tegenstrijdige formatie 26 Hoofdstuk 5 De snelle formatie 35 Hoofdstuk 6 De functionele formatie 42 Hoofdstuk 7 De anti-paarse formatie 50 Hoofdstuk 8 De nieuwe formatie 59 Conclusie Een democratische formatie? 68 Epiloog 78 Literatuurlijst 82 2 Inleiding Openbaarheid zal door elke politicus onderstreept worden als kernbegrip binnen het politieke stelsel van Nederland. Openbaarheid is belangrijk als het gaat om informatievoorziening naar het parlement of de burger, maar heeft nog een andere functionele waarde. Wanneer besluitvorming openbaar plaatsvindt, kunnen buitenstaanders zich identificeren met het proces. In het geval bepaalde afwegingen achteraf toch slechte keuzes geweest blijken te zijn kan er terug gegrepen worden op het transparante proces waaraan iedereen op een bepaalde manier heeft kunnen deelnemen. Maar waarom gebeurt dit dan niet altijd? Als een transparant proces van totstandkoming van besluiten of akkoorden achteraf een hoop ellende wegneemt, waarom worden er dan ook regelmatig radiostiltes afgesproken? Openbaarheid van politieke processen is al lange tijd een thema in Nederland. Johan Rudolf Thorbecke, vormgever van de grondwetswijziging van 1848, had openbaarheid al hoog in het vaandel staan en omschreef het als: ‘Openbaarheid dat is; de groote algemene school van politieke opvoeding.’1 De grondwetswijziging van 1848 stond niet alleen in het teken van de invoering van ministeriële verantwoordelijkheid, maar ook van het creëren van openbaarheid. -
Bezinning Op Het Buitenland
Duco Hellema, Mathieu Segers en Jan Rood (red.) Bezinning op het buitenland Het Nederlands buitenlands beleid Zijn de traditionele ijkpunten van het naoorlogse Nederlandse buitenlandse beleid in een onzekere wereld nog up to date? In hoeverre kan het bestaande buitenlandse beleid van Nederland nog gebaseerd worden op de traditionele consensus rond de drie beginselen van (1) trans-Atlantisch veiligheidsbeleid, (2) Europese economische integratie volgens de communautaire methode, en (3) ijveren voor versterking van de internationale (rechts)orde en haar multilaterale instellingen? Is er sprake van een teloorgang van die consensus en verwarring over de nieuwe werkelijkheid? Recente internationale ontwikkelingen op veiligheidspolitiek, economisch, financieel, monetair en institutioneel terrein, als mede op het gebied van mensenrechten en Duco Hellema, Mathieu Segers en Jan Rood (red.) ontwikkelingssamenwerking, dagen uit tot een herbezinning op de kernwaarden en uitgangspunten van het Nederlandse buitenlandse beleid. Het lijkt daarbij urgent een dergelijke herbezinning nu eens niet louter ‘van buiten naar binnen’, maar ook andersom vorm te geven. Het gaat derhalve niet alleen om de vraag wat de veranderingen in de wereld voor gevolgen (moeten) hebben voor het Nederlandse buitenlands beleid. Ook dient nagegaan te worden in hoeverre de Nederlandse perceptie van de eigen rol in de internationale politiek (nog) adequaat is. In verlengde hiervan zijn meer historische vragen te stellen. In hoeverre is daadwerkelijk sprake van constanten in het