PDF Van Tekst
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Kleding in Nederland 1813-1920 K.P.C. de Leeuw bron K.P.C. de Leeuw, Kleding in Nederland 1813-1920. Z.n., Tilburg 1991 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/leeu182kled01_01/colofon.php © 2017 dbnl / K.P.C. de Leeuw v Woord vooraf Mijn belangstelling voor kleding dateert al van ver voor het begin van dit proefschrift. Aanvankelijk was deze niet zozeer analytisch, als wel vormgevend gericht. Na jarenlang mijn Barbiepop met veel plezier van allerlei nieuwe toiletjes voorzien te hebben, pakte ik het wat grootschaliger aan: ik volgde de opleiding ‘mode- en dessinontwerpen’ aan de Stadsacademie voor Toegepaste Kunsten te Maastricht. Daar viel me op dat de studenten van de verschillende afstudeerrichtingen aan de kleding te herkennen waren: de modemensen waren extravagant en opvallend gekleed, de reclamelieden modieus doch netjes, de beeldhouwers bestudeerd nonchalant. Dit fenomeen wekte mijn interesse, wat de kiem voor dit proefschrift heeft gelegd. Onderwerp van deze studie zijn de achtergronden van kleedgedrag. Het gaat om de vraag wat iemand ertoe brengt zich op een bepaalde manier te kleden. De eisen die de (natuurlijke, maar vooral sociale) omgeving stelt, spelen daarbij een belangrijke rol. Voor u ligt geen kostuumhistorische studie, maar een historisch en sociologisch onderzoek naar het kleedgedrag in Nederland tussen 1813 en 1920. Aan dit proefschrift heb ik met veel plezier gewerkt. Af en toe dreigde de hoeveelheid materiaal enigszins uit de hand te lopen of werd de werkdruk wat al te hoog. Dan was er altijd mijn promotor, prof. dr. H.F.J.M. van den Eerenbeemt, om mij soms wat bruusk, maar meestal met veel goede woorden weer op het juiste spoor te zetten. Zijn stimulerende begeleiding en warme persoonlijke belangstelling heb ik zeer gewaardeerd. Ook mevrouw M. van den Eerenbeemt-Wortmann heeft mijn studie ondersteund: zij spaarde jarenlang voor mij de moderubrieken uit de NRC. Graag wil ik degenen bedanken die de Faculteit voor Sociale Wetenschappen van de Katholieke Universiteit Brabant voor mij tot een aangename werkplek hebben gemaakt: de leden van de sectie geschiedenis (Minke, Jeanine, Judith, Mariel, Ria en Esther), de belangstellende collega's, en last but not least de leden van de ‘lunchclub’ (Marijke, Marianne, Margreet, Marij, Saskia, Willeke, Mieke, Brigitte, Birgit, Arthur, Andries, John). Minke Hiemstra bedank ik speciaal voor haar assistentie bij de definitieve versie van de lijst van geraadpleegde collecties, de literatuurlijst en het notenapparaat, Francine van Remunt voor de voortreffelijke wijze waarop zij de lay-out heeft verzorgd. Een woord van dank is ook op zijn plaats aan het adres van de medewerkers van de Economisch Historische Bibliotheek, het P.J. Meertensinstituut en de bibliotheekafdelingen van het Haags Gemeentemuseum, het Openluchtmuseum Arnhem en het Nederlands Textielmuseum. Hun bereidwillige hulp heeft zeker aan het tot stand komen van dit proefschrift bijgedragen. K.P.C. de Leeuw, Kleding in Nederland 1813-1920 vi Ook de instellingen, en de vertegenwoordigers daarvan, die de uitgave van dit proefschrift financieel mogelijk gemaakt hebben, wil ik bedanken: de Katholieke Universiteit Brabant die mij als Assistent in Opleiding in dienst nam, het Instituut voor Maatschappijvraagstukken (IVM) van de Faculteit voor Sociale Wetenschappen en het Unger-Van Brerofonds. Mijn familieleden, vrienden en kennissen hebben regelmatig blijk gegeven van hun belangstelling voor mijn proefschrift. Zij hebben mij de laatste tijd wat minder vaak gezien dan zij (en ik) wensten. De bijdrage van sommigen van hen aan het tot stand komen van mijn proefschrift reikte verder. Peter Ham ben ik zeer erkentelijk voor de vele uren die hij aan de vertaling van mijn samenvatting heeft besteed, Wim van hoof voor de laatste retouchering van deze ‘sommaire’. Mijn paranymfen Roel Nieborg en Dorien van de Pas dank ik voor haar meelezen en meeleven. Mijn naaste familieleden hebben mij emotioneel, en in sommige gevallen ook financieel, gesteund. Tot slot een woord van dank aan mijn ouders: uiteindelijk hebben zij de allereerste basis gelegd voor dit proefschrift. Mijn geliefde Klaas zegt weinig tekort te zijn gekomen in de afgelopen maanden. Hopelijk heeft hij daarin gelijk: ik heb getracht niet in dezelfde val te trappen waar de meeste promovendi in belanden door een (te) zware wissel te trekken op het thuisfront. Toch wil ik hem bedanken voor de ervaren steun: ook hij heeft meegelezen en meegeleefd. Tilburg, 2 mei 1991 K.P.C. de Leeuw K.P.C. de Leeuw, Kleding in Nederland 1813-1920 xiii Lijst van geraadpleegde collecties BIBLIOTHEEK NEDERLANDSCH ECONOMISCH-HISTORISCH ARCHIEF, AMSTERDAM Van Deventer collectie GEMEENTEMUSEUM DEN HAAG Collectie van het voormalig Kostuummuseum P.J. MEERTENSINSTITUUT, AMSTERDAM Collectie Volkskunde NEDERLANDS TEXTIELMUSEUM, TILBURG Collectie Mode en Kleding OPENLUCHTMUSEUM, ARNHEM Collectie Streekdrachten K.P.C. de Leeuw, Kleding in Nederland 1813-1920 xiv Gedrukte bronnen en literatuur (Sendiri) ‘Aan den heer Champrosé te Parijs’ in: De Lantaarn, 1886 nr. 8. ‘Aan onze Amsterdamsche meisjes’ in: De Proletarische Vrouw, 1-4-1906. Adriaansens, H.P.M., Algemene sociologie, 's-Gravenhage 1983. Aewerdonk, W., Waarom vrouwenadel?, Leiden 1915. Aglaja (tijdschrift voor dameshandwerken), 1848-1860. Album des costumes des Pays Bas, dedié à sa majesté la reine des Pays Bas, Amsterdam 1849. Almanak voor Hollandsche blijgeestigen, Schoonhoven 1861; 1864. Alphen, H. van, Kleine gedichten voor kinderen, Utrecht 1821. Amersfoordt, J.P., ‘Hoe een burgerzoon boer wordt’ in: Nederlandsche Volksalmanak, 1858, 110. Amsterdam (gids met platen), Amsterdam 1883. Amsterdam en de Amsterdammers door een Amsterdammer, Amsterdam 1974 (oorspr. 1875). Analecta voor het bisdom Roermond, 1925-1926. Anröchte, Chr. A.F., Zelfonderricht in de Weener Dames-coupe, Amsterdam 1893. Anslijn, N., De arme Jakob: een leesboekje voor de scholen, Leiden 1863. Anslijn, N., De brave Hendrik: een leesboekje voor jonge kinderen, Amsterdam 1858. Anthonia Margaretha, Onze kleeding, Utrecht 1910. ‘Arbeiders-toestanden’ in: Sociaal Weekblad, 19-3-1904; 7-4-1906. ‘Arbeidstoestanden’ in: Sociaal Weekblad, 3-10-1908; 19-9-1908. Arundinis Piscatorii, J.F., (pseudoniem voor J.F. van Hengel), Schetsen uit het Hilversumsche volksleven, Hilversum 1985 (oorspr. ca. 1870). Augustinus, Sanctus Aurelius, De doctrina christiana, Corpus Christianorum Series Latina, XXXII, Turnhout 1962. Bakker-Stijkel, D.G., Wie 't breed heeft laat 't breed hangen, Arnhem 1982. Banck, J.E., ‘Mr. Alexander Ver Huell’ in: Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift, XV (1898), 51-76. Barentsen, P.A., Het oude Kempenland: eene proeve van vergelijking van organisme en samenleving, Groningen/Batavia 1935. Barthes, R., ‘Rhetorik des Signifikats: die Welt der Mode’ in: S. Bovenschen ed., Die Listen der Mode, Frankfurt am Main 1986, 291-308. Barthes, R., La système de la mode, Parijs 1967. Baudet, H., Een vertrouwde wereld: 100 jaar innovatie in Nederland, Amsterdam 1986. De Bazar (tijdschrift voor dames-handwerken en modes), 1860. Bednarik, K., De jonge arbeider van deze tijd: een nieuw type, Utrecht 1957. K.P.C. de Leeuw, Kleding in Nederland 1813-1920 xv Beelen, Nic. van, ‘De klederdrachten van Katwijk aan Zee’ in: Katwijks volksleven, Leiden 1951. Beer Portugaal, D.J. den, ‘De crinoline verdedigd; dichterlijke brief aan ***’ in: Almanak voor Hollandsche blijgeestigen, 1861, 149-155. ‘Behaagzucht’ in: De Proletarische Vrouw, 3-8-1918. Benjamin, W., Het kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid, Nijmegen 1985. Bernard, J., ‘Op de badplaats’ in: De Lantaarn, 1-4-1889. Bervoets, J., en R. Chamuleau, Het dagboek van Alexander Huell 1860-1865, Zutphen 1985. Beschouwing van den tegenwoordigen toestand van Drenthe in gemeenzame brieven, Amsterdam 1818. Beugel, I. van der, ‘Van “tailleur” tot “pakje”’, in: M.G. Schenk red., Vrouwen van Nederland 1898-1948: de vrouw tijdens de regering van koningin Wilhelmina, Amsterdam 1948, 137-144. Bing, V. en J. Braet von Ueberfeldt, Nederlandsche Kleederdragten, naar de natuur getekend, Zutphen 1978 (oorspr. Amsterdam 1850-1857). ‘Binnen de grenzen’ in: Evolutie, 18-5-1898. ‘Binnenlands overzicht’ in: Sociaal Weekblad, 20-8-1898. Bles, dr., ‘De kleeding, de opvoeding, de karaktervorming’ in: Onze Kleeding, 1-10-1912. Blöte-Obbes, M.C., ‘Het souvenir van haar’ in: Neerlands Volksleven, maart 1966. Boehn, M. von, Die Mode: eine Kulturgeschichte vom Mittelalter bis zum Jugendstil, München 1986. Boer, W.R., ‘Publieke vermakelijkheden’ in: Tijdschrift voor Staathuishoudkunde en Statistiek, XXII (1862), 15-27. De Bon Ton: modes voor dames, met te Parijs vervaardigde platen, 1838-1840. Bonnaud, Bederving van het menschelijk geslacht, door het gebruik der baleinen keurslijven, Dordrecht 1777. Booy, E.P. de, ‘58 Miljoen Nederlanders en de lagere school’ in: A.F. Manning en M. de Vroede, 58 Miljoen Nederlanders, 113-140. Bosboom-Toussaint, G., ‘Laura's keuze’ in: Eigen Haard (1876) nr. 1; nr. 6. Bosch Kemper, J. de, Geschiedkundig onderzoek naar de armoede in ons vaderland, hare oorzaken en de middelen die tot hare vermindering zouden kunnen worden aangewend, Haarlem 1851. Bothenius Brouwer, A.J., ‘N.V. Hollandia-fabrieken Kattenburg & Co’ in: Neêrlands Welvaart, Kleedingindustrieën, afl. 1, 1920. Boudier-Bakker, I., ‘Bezoek’ in: Elseviers Maandschrift XXXIII (1907), 54-59. Bourdieu, P., Distinction, Londen/Melbourne/Henley 1984. Bouman, P.J., Geschiedenis van den Zeeuwschen landbouw in de negentiende en twintigste eeuw en van