<<

Rapport Kennisdocument vlagzalm thymallus (Linnaeus,1758)

Kennisdocument8

Foto’svoorblad: Grotefoto:MichelRoggo Overigefoto’s:SportvisserijNederland

Kennisdocument vlagzalm, (Linnaeus, 1758)

Kennisdocument 8

Sportvisserij Nederland

door

G.A.J. de Laak

januari 2008

Statuspagina

Titel Kennisdocumentvlagzalm, Thymallus thymallus (Linnaeus, 1758) Samenstelling SportvisserijNederland Postbus162 3720ADBILTHOVEN Telefoon 0306058400 Telefax 0306039874 E-mail [email protected] Homepage www.sportvisserijnederland.nl Opdrachtgever SportvisserijNederland Auteur(s) G.A.J.deLaak Emailadres [email protected] Redactie en W.A.M.vanEmmerik begeleiding Aantal pagina’s 60 Trefwoorden vlagzalm,biologie,habitat,ecologie Projectnummer Kennisdocument8 Datum januari2008

Bibliografische referentie: DeLaak,G.A.J.,2007.KennisdocumentvlagzalmThymallus thymallus (Linnaeus, 1758).Kennisdocument8.SportvisserijNederland,Bilthoven.

© Sportvisserij Nederland, Bilthoven Nietsuitditrapportmagwordenvermenigvuldigddoormiddelvandruk,fotokopie, microfilmofopwelkeanderewijzedanookzondervoorafgaandeschriftelijke toestemmingvandecopyrighthouderendeopdrachtgever. SportvisserijNederlandisnietaansprakelijkvoorgevolgschade,alsmedeschadewelke voortvloeituittoepassingvanderesultatenvanwerkzaamhedenofanderegegevens verkregenvanSportvisserijNederland.

Samenvatting Inditkennisdocumentiseenoverzichtgegevenvandekennisvande vlagzalm, Thymallus thymallus .Dezekennisbetreftinformatieoverde systematiek,herkenningendeterminatie,geografischeverspreiding,de leefwijze,hetvoedsel,devoortplantingendeverschillende ontwikkelingsstadia,migratie,specifiekehabitatenmilieueisen, bedreigingenenbeheer.OpEuropeesniveaunemenvlagzalmpopulaties afenisdesoortbedreigd. DeEuropesevlagzalmbehoorttotordevanSalmoniformes(zalm achtigen).HetoorspronkelijkeverspreidingsgebiedvandeEuropese vlagzalmbeslaatWest,MiddenenNoordEuropa. Thymallus thymallus isinprincipeeenanadromevissoortnetalsde anderefamilieledenvandesalmoniden.Indemeestepopulatiesechter,is dittrekgedragnietzouitgesprokendatmenkansprekenvananadromie. Welishetzodatdevlagzalmtijdensdepaaiderivieroptrektnaar paaigebieden.Dejongenlevendeeerstejarenopdebeekofrivier.De soortheefteenvrijkortelevensduur,deleeftijdismaximaal14jaar.De vissenwordenintussenhet1 etot5 ejaargeslachtsrijp.Devissenzijndan 20tot30cmlang.Demaximalelengteligtrondde60cm. Vlagzalmenetenvoornamelijkinsectenofinsectenlarven,slechtszelden vis. DeEuropesevlagzalmisindemeesteEuropeserivierentussende18een 20eeeuwachteruitgegaanofzelfsverdwenen.Debelangrijksteoorzaken daarvoorzijn:degrotevisserijdruk,hettoenemendeaantal migratiebarrièresopderivieren,vernietigingvanpaaienopgroeihabitat enwatervervuiling. VoorherstelenbehoudvandeEuropesevlagzalmisheto.a.belangrijk datervoldoendepaaienopgroeihabitataanwezigis,ergeen migratiebelemmeringenzijnnaardepaaigrondenenomgekeerdendatde waterkwaliteitvoldoet. Aanvullendonderzoeknaardemigratiemogelijkheden,habitatonderzoek, genetischonderzoekenkoeltechniekenisnodig. DeEuropesevlagzalmkomtnietofnauwelijksvoorinNederlanden herstelofherintroductiezalhoogstenslokaalgeschieden.Hiervoormoet eenprogrammaopmaatwordengemaakt.Geziendemogelijkelocaties voorherintroductieinNederlandligtsamenwerkingmetpartnersop nationaaleninternationaalgebiedvoordehand.

Inhoudsopgave

1 Inleiding...... 11 1.1 Aanleiding ...... 11 1.2 Beleidsstatus ...... 11 1.3 Afkadering...... 11 1.4 Werkwijze...... 12

2 Systematiekenuiterlijkekenmerken ...... 13 2.1 Systematiek...... 13 2.2 Uiterlijkekenmerken...... 15 2.3 Herkenningendeterminatie...... 16

3 Ecologischekennis...... 17 3.1 Leefwijze ...... 17 3.2 Geografischeverspreiding...... 17 3.3 Migratie…...... 19 3.3.1 Migratievanennaarpaaigebieden...... 19 3.3.2 Migratiebuitendepaaitijd ...... 20 3.4 Voortplanting ...... 21 3.4.1 Paaigedragenbevruchting...... 21 3.4.2 Paaiperiode...... 23 3.4.3 Paaihabitat ...... 23 3.4.4 Sexratiobijdevoortplanting...... 23 3.4.5 Gonadenenfecunditeit...... 23 3.5 Ontogenese ...... 24 3.5.2 Eistadium ...... 24 3.5.3 Embryonaleenlarvalestadium...... 25 3.5.4 Juvenielestadium ...... 26 3.5.5 Adultestadium ...... 27 3.5.6 Levensduurenleeftijdsbepaling...... 29 3.6 Groei,lengteengewicht...... 29 3.6.1 Lengtegroei...... 29 3.6.2 Lengtegewichtrelatie...... 31 3.7 Voedsel...... 32 3.8 Genetischeaspecten ...... 35 3.9 Populatiedynamica...... 36 3.10 Parasieten/ziekten ...... 37 3.11 Bijzonderhedenvandesoort...... 37 3.12 Plaatsinhetecosysteem ...... 38 3.12.1 Predatoren...... 38 3.12.2 Competitie ...... 38

4 Habitatenmilieueisen ...... 39 4.1 Algemeen ...... 39 4.2 Watertemperatuur ...... 39 4.3 Zuurstofgehalte...... 40 4.4 Zuurgraad ...... 40 4.5 Doorzichtenlicht ...... 40

4.6 Saliniteit...... 40 4.7 Stroomsnelheid/debiet/getijverschil ...... 42 4.8 Waterdiepte...... 42 4.9 Bodemsubstraat ...... 42 4.10 Vegetatie...... 43 4.11 Waterkwaliteit...... 43 4.12 Migratie……………………………………………………………………………………43

5 Visserij...... 45

6 Beheer...... 49

7 Kennisleemtes ...... 51

Verklarendewoordenlijst...... 52

Verwerkteliteratuur ...... 53

- Inleiding -

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

DitkennisdocumentmaaktdeeluitvaneenreeksdiedoorSportvisserij NederlandwordtopgesteldvooreengrootaantalNederlandsevissoorten (zieookpagina58).Dezekennisdocumentenmoetendebeschikbare kennisvaneenvissoortbetertoegankelijkmaken.Doordezekenniste bundelenenbeschikbaartemakenvoormeermensenkanditdocument bijdragenaaneenbetervisstandwaterennatuurbeheer.

1.2 Beleidsstatus

Devlagzalmiseeninheemsevissoort.Devissoortwordtgenoemdinde VisserijwetindeRegelingaanwijzingvissen,schaalenschelpdieren1982 eninhetReglementminimummatenengeslotentijden1985.Voorde vlagzalmgeldteenminimummaatvan35cmenbestaatervoordeze vissoorteengeslotentijdvan1aprilt/m31mei. VolgensdeRodelijst(deNie&vanOmmering,1998;2004)isde vlagzalminNederlandverdwenen,d.w.z.eensoortdieinhet stroomgebiedvanMaasenRijnzijnlevenscyclusmeernietopeigen krachtkanvoltooien. OpEuropeesniveauwordtdevlagzalmgenoemdindeConventievan BernendeHabitatrichtlijn92/43(V/II). DeBeneluxbeschikking965(Beschikkinginzakedevrijemigratievan vissoortenindehydrografischestroomgebiedenvandeBeneluxlanden (mei1996))geeftvoorschriftenoverdevrijemigratievantrekvissenin hetstroomgebiedvandeMaas.OpdeIUCN(theWorldConservation Union)lijstis Thymallus thymallus nietopgenomen.Inveellandenvan Europaheeftdevlagzalmeenbeschermdestatus.

1.3 Afkadering

Inditkennisdocumentwordenvooraldeecologische,morfologischeen taxonomischeaspectenvandevlagzalmbehandeld.Anatomischeen fysiologischeinformatiekomtbeperktaandeorde. Daarnaastwordtaandachtgeschonkenaande(sport)visserijopvlagzalm (enconsumptie),deachteruitgangendebedreigingenvandesoortende mogelijkhedenvoorherstel. DehoeveelheidbeschikbareliteratuuroverdeEuropesevlagzalmis beperkt.Daaromisondermeerookliteratuurgebruiktoveronderzoeken diedeArctischevlagzalmbetreffen.Bedachtdienttewordendatde

© 2007 Sportvisserij Nederland 11 - Kennisdocument vlagzalm -

beschikbareliteratuurvanbijvoorbeelddezevlagzalmnietzondermeer toegepastmagwordenopdeEuropesevlagzalm.Inhoeverreresultaten vanonderzoekenuitandereregio’svantoepassingzijninhetRijnen Maassysteemisniethelemaalduidelijk.

1.4 Werkwijze

Deonderstaandekennisisgebaseerdopliteratuuronderzoek. DeASFA(AquaticSciencesandFisheriesAbstracts)fileszijndoorzocht mettrefwoordenevenalsdebibliotheekvanSportvisserijNederland. Daarnaastisalgemeneliteratuurengrijzeliteratuur(rapportenen verslagen)betrokkenbijhetonderzoek.Tevensisgebruikgemaaktvan informatieopInternet.

© 2007 Sportvisserij Nederland 12

- Systematiek en uiterlijke kenmerken -

2 Systematiek en uiterlijke kenmerken

2.1 Systematiek

DezalmachtigenwarenvoorhetPlioceen(5,2miljoenjaar1,64miljoen jaargeleden)aleenapartegroep.Erzijnfossielengevondendieduiden opeensplitsinginmeerderegeneraindietijd.Aangenomenwordtdat eenfossielgenaamd Eosalmo driftwoodensis ,die35miljoenjareneerder leefdedevoorvadervandezalmachtigenisgeweest(Watson,1999;Mills, 1989). DezalmachtigenvallenonderdeklassevandeTeleostei(recenteechte kraakbeenvissen).DeTeleosteivallenondersubklassevande Actinopterigii,destraalvinnigen.Destraalvinnigeniseenvandegroepen onderdeKlassevandeOsteichtyes(debeenvisseninruimezin)binnen desuperklassevandeGnathostomata(kaakbekkigen)(Berg,1948). Indeordevandezalmachtigen(Salmoniformes)onderscheidenzichten minste3subordes:Salmonoidei,GalaxioideienRectropina.Indesuborde Salmonoideikomendefamilies,Osmeridae,Plecoglossidaeen Salangidaevoor.DefamilieSalmonidaekenttenminste1subfamilie: Salmoninae.DeFamilievandezalmachtigen(Salmonidae)vormtsamen metdefamiliesvandeCoregonidae(houtingachtigen),Osmeridae (spieringachtigen),enEsocidae(snoekachtigen),Salvinidae(arctische forellen),Umbridae(Hondsvissen),enThymallidae(vlagzalmen)deOrde vandeSalmoniformes(zalmachtigen). Overdetaxonomischesystematiekvandefamilievandesalmoniden bestaatnogsteedsonduidelijkheid(Crisp,1993).Maitland&Campbell (1992)beschouwenvlagzalmenencoregonenalsaparte(sub)families. Wheeler(1992)beschouwtdezefamiliesalsgeslachtenvandesuborde Salmonidei.OokopFishbasewordtgesprokenvaneensubfamilie Thymallinae.DesubfamilieSalmoninaekenttenminstedegeneraSalmo, Oncorhynchus,Salvelinus,Hucho,SalmothymusenBrachymystax. DooronderzoekvanonderandereMenzies(1931),Jones(1959)enMills (1970)werdmeerduidelijkheidgeschapenindenaamgevingende levenswijzevansalmoniden(Mills,1989).Dezeauteurshantereneen fylogenetischesystematiek.Hierbijwordtnietuitgegaanvan morfologischeovereenkomstentussenvissoorten,maardematevan verwantschap.Dematevanverwantschapwordtdeelsbepaalddoorde evolutieleer(survivalofthefittest). Ookvoordefamilievanvlagzalmengeldtdaterweerveelverwarring overdeafstammingbestaat.DoorFroese&Pauly,2004)wordende volgende9officiëlenamenen35synoniemengenoemd(zieTabel2.1):

© 2007 Sportvisserij Nederland 13 - Kennisdocument vlagzalm -

Tabel 2.1 Officiële en wetenschappelijke namen van het geslacht Thymallus (Bron: Froese en Pauley, 2004)

Erkende naam Engelse Wetenschappelijke naam Auteur naam / synoniem 1 Salmothymus Adriatictrout Thymallus microlepis Steindachner,1874 obtusirostris 2 Thymallus arcticus Arcticgrayling Thymallus arcticus Pallas,1776 arcticus Thymallus arcticus arcticus Pallas,1776 Thymallus arcticus Svedovidov,1931 brevipinnis Thymallus brevipinnis Svedovidov,1931 Thymallus montanus Milner,1874 Thymallus signifer Richardson,1823 Thymallus signifer tricolor Cope,1865 Thymallus tricolor Cope,1865 Thymallus tricolor Milner,1874 montanus 3 Thymallus arcticus Baikalblack Thymallus arcticus Dybowski,1874 baicalensis grayling baicalensis Thymallus grubii baicalensis Dybowski,1874 4 Thymallus arcticus Amurgrayling Thymallus arcticus grubei Dybowski,1869 grubii Thymallus arcticus grubii Dybowski,1869 Thymallus grubei Dybowski,1869 Thymallus grubii Dybowski,1869 5 Thymallus arcticus EastSiberian Thymallus arcticus pallasi Valenciennes,1848 pallasi grayling Thymallus pallasii Valenciennes,1848 6 Thymallus brevirostris Mongolian Thymallus brevirostris Kessler,1879 grayling 7 Thymallus nigrescens Kosogol Thymallus arcticus Dorogostaisky,1923 grayling nigriscens Thymallus nigrescens Dorogostaisky,1923 8 Thymallus thymallus Grayling Thymallus decorus Koch,1840 Thymallus eliani Valenciennes,1848 Thymallus gymnogaster Valenciennes,1848 Thymallus gymnothorax Valenciennes,1848 Thymallus thymallus Linnaeus,1758 Thymallus thymallus Lukash,1929 kamensis Thymallus thymallus Balon,1962 lacustris Thymallus umbrosa Gistel,1848 Thymallus vexillifer Fitzinger,1832 Thymallus vexillifer Perty,1832 Thymallus vulgaris Nilsson,1832 9 Thymallus yaluensis Thymallus articus yaluensis Mori,1928 Thymallus jaluensis Mori,1928 Thymallus yaluensis Mori,1928

© 2007 Sportvisserij Nederland 14

- Systematiek en uiterlijke kenmerken -

VooraldenaamgevingvandevlagzalmindevoormaligeOostbloklanden enRuslandlevertveelproblemenopomdatdezeliteratuurslecht ontslotenis. DooranalysevanmitochondrieelDNAvanEuropesevlagzalmenis duidelijkgewordendatdeNoordEuropesevlagzalmgenetischonder verdeeldkanwordenineenFinlandEstlandNoordwestRuslandpopulatie enCentraalDuitslandPoleneneenpopulatietenwestenvandeBaltische Zeepopulatie.Beidelaatstgenoemdepopulatiesstammenafvaneen populatieuithetDonaugebied(Koskinen et al .,2000). Etymologie InhetGrieksbetekentthymallo(u)seensoortvisdieopzalmlijkt(Froese &Pauly,2004).Andereauteursmenendatdenaamafkomstigisvan tijm,hetkruidwaardevlagzalmnaarruikt(Jankovič,1964).Volgens sommigeauteurssmaakthetvleesvandevlagzalmooknaartijm(deNie, 1997;Gerstmeier&Romig,2000).

2.2 Uiterlijke kenmerken

Devlagzalmheefteenlanggerektlichaamdatzijdelingsafgeplatis.De kopisrelatiefkleinenlooptspitstoenaardebek.Debovenkaakislanger dandeonderkaak.Hetoogisvrijgroot.Depupilheefteenuitlopende puntinderichtingvandeneusenisdaardoorenigszinspeervormig.De buikenborstvinnenzijnlaagophetlichaamgeplaatst.Derugvinbegint halverwegedeborstenbuikvin.Netalsalleanderesalmonidenheeftde vlagzalmeenvoordesalmonidenkenmerkendevetvin.Destaartvinis lichtgevorkt.Verdervaltvooralbijmannetjesdesterkvergroterugvinop metkenmerkenderijenstrepenofstippen.Aandezegroterugvin(lijkt uitgestrektopeenvlag)heeftdevlagzalmzijnnaamtedanken.Met namebovendezijlijnkomenverspreiddonkerestippenvoor.Deze stippenliggenvaakopeenlijn.Debovenkaakisnabijhetkaakscharnier afgeplatenvaltoverdeonderkaakheen.Opdekakenzijnkleinetandjes aanwezig.Hetlichaamistorpedovormigenhierdooraangepastaan stromendewateren. Meristiekekenmerken:Rugvinstralen:1724(915);Analevinstralen:10 13(1013);Vertebrae/rugwervels:(5861),aantalschubbenopde zijlijn114130(109131).Destaartvinislichtgevorkt(Nijssenende Groot,1987,tussenhaakjes:Froese&Pauly,2004). Omeventueelonderscheidtekunnenmakentussenondersoortenof rassenisinhetverledenveelmorfometrischonderzoekgedaan.Opbasis vanstatistischeverschilleninlichaamsverhoudingentrachttemenhet bewijsteleverenvoorhetbestaanvanverschillendepopulaties.Jankovič (1964)levertopbasisvan50morfometrischekenmerkenhetbewijsvoor morfometrischeverschillentussenpopulatiesinJoegoslavischeen Russischerivieren.

© 2007 Sportvisserij Nederland 15 - Kennisdocument vlagzalm -

Geslachtsverschillen Buitendepaaitijdzijnmannetjesenvrouwtjesmoeilijkteonderscheiden. Indepaaitijdkenmerkthetmannetjezichdoorgemiddeldgroterebuik borstenanaalvin,eendonkerekleurterwijldevrouwtjesmeerzilver achtigblijven. Hetmeestkenmerkendeisdeenormerugvinvanhetmannetje.Derugvin kantotdevetvinreikenendelaatstestralenvanderugvinzijnhet langst.Bijhetvrouwtjezijndelaatsterugvinstralenhetkortst(Dyk, 1959).Bijgedragswaarnemingentijdensdepaaikunnendesexenop kleurengedragonderscheidenworden.Hetdonkeremannetjeisvrij stationairaanwezigopdedoorhembezettepaaiplaats,terwijldequa kleurlichterevrouwtjesmeerheenenweertrekkentussende verschillendepaailocaties(Poncin,1994).

De vlagzalm (bron Sportvisserij Nederland)

2.3 Herkenning en determinatie

InNederlandzaldeherkenningvandevlagzalminhetalgemeennietveel problemenopleverenwanterkomtmaaréénsoortvoor.Devissoort kenmerktzichdooreengroterugvin,deaanwezigheidvaneenvetvinen eenpeervormigeoogpupil(ziebovenstaandefoto).

© 2007 Sportvisserij Nederland 16

- Ecologische kennis -

3 Ecologische kennis

3.1 Leefwijze

Devlagzalmiseensalmonide,maarkentgeenuitgesprokenzoetzout trekgedragzoalsdezalm.Welmigreertdevlagzalmoverrelatiefkleine afstandeninderiviervoornamelijktijdensdepaaiperiode(lokale/ regionalemigratie).IndeBotnischeGolfkomenooktrekkendepopulaties vanvlagzalmenvoor.Hierdoorlaatdevlagzalmtochietszienvande typischeanadromeleefwijzevansalmoniden.Devlagzalmkanrelatief brakwaterverdragen.Devlagzalmheeftvannoordelijk(Zweden)naar hetzuiden(ZuidFrankrijkenJoegoslavië)eensteedsbeperkterleef gebiedineenrivier.Inhetnoordenvanhetverspreidingsgebiedkomen vlagzalmenvoorinallerleidelenvanhetstroomgebiedvaneenrivier, zoalsstilstaandemeren,beken,rivierenenzelfsindezee.Insommige riviereninDuitslandenFrankrijkkomtdevlagzalmmaaropeenspeciaal korttrajectvanenkelekilometersineenriviervoor.Ditheeft voornamelijktemakenmetdevoorkeurvanvlagzalmvoorzuurstofrijk water.Bijorganischebelastingvanbeekofrivierwaterverdwijntde vlagzalmmeestalalseerstesoortindevisgemeenschap.Dezonewaarin devlagzalmvoorkomtkenmerktzichdoorhogestroomsnelhedeneneen vlakstromingspatroonvanhetwater.Datwilzeggen,hetwateriszodiep datergeenluchtinslagdoorturbulentwatermeervoorkomt.De vlagzalmzoneligtnetstroomafwaartsvandeforelzone,maarstroom opwaartsvandebarbeelzone. Devlagzalmkomtvooringroependieeenhiërarchischverbandhebben. Devlagzalmverdedigtgeenterritorium.Depaairijpevlagzalmtrektinhet vroegevoorjaarnaarbovenstroomsgelegenpaaigebiedenenpaaitdaar af.Deeierenwordeninkiezelbeddenafgezetenwordennietdoorde oudersbewaakt.Alsdeeierenuitkomen,zoekendelarvendebeschutting indeoeverzone.Nadepaaivertrekkendeouderdierenweernaarhun standplaats.AnadromevlagzalmenindeOostzeetrekkenterugnaarde zeenadepaai.Naarmatedevlagzalmouderwordt,verschuifthethabitat meernaardehoofdstroom.Devlagzalmwordtna1tot5jaargeslachts rijp.

3.2 Geografische verspreiding

InEuropakomtalleendeEuropesevlagzalm( Thymallus thymallus )voor, globaaltussende40 een70 ebreedtegraad.InMiddenEuropais plaatselijkdeArctischevlagzalmgeïntroduceerd. HetverspreidingsgebiedvandevlagzalminEuropabetreftdelenvan België,Duitsland,Denemarken(Jutland),centraalenOostFrankrijk (inclusiefRhônesysteem),NoordItalië/Adriatischezee,delenvan vroegereJoegoslavië,CentraalEuropa/Balkan(inclusiefDonau),inclusief landenenrivierendieafwaterenindeZwartezee(Dnjestr),Estland, Letland,Litouwen,KolaSchiereiland,hetnoordenvanRuslandende © 2007 Sportvisserij Nederland 17 - Kennisdocument vlagzalm -

rivierenafwaterendindeWitteZeetotaandeKararivierOeralgebergte. NietduidelijkisofdeEuropesevlagzalmnogvoorkomtinwaterendie uitmondenindeKaspischezee.Inhetnoordenwordthetverspreidings gebiednaarhetwestenbegrensddoordeTana(Teno)rivierin NoorwegenenFinland.InZwedenkomtdevlagzalmvooropallewateren dieuitmondenindeBotnischegolf.InhetzuidenvanNoorwegenkomtde vlagzalmookvoor,maarnietinderivierendieuitmondeninde Atlantischeoceaan.DevlagzalmkomtwelinhetzuidenvanEngeland voor,maarnietinSchotlandenIerland.DerivierAvonisdegrensvan hetverspreidingsgebied.Devlagzalmiswelgeïntroduceerdtennoorden vandezeriviereninIerland.InIJslandenGroenlandkomtdevlagzalm nietvoor. IndeKararivierkomenzoweldeEuropese(97%)alsdeAziatische vlagzalm( Thymallus arcticus )voor(3%;Jankovič,1964).DeKararivier ligtnettenwestenvanhetOeralgebergte.TenoostenvandeKararivier komtdearctischevlagzalm Thymallus arcticus voorinMongolië,Siberië enBaikalmeer.OokinendetotdeHudsonbaaikomtdeze soortvoor.IngrotedelenvanNoordAmerikaontbreektdesoortechter. IndeVerenigdeStatenkwamdevlagzalmoorspronkelijkinen voor( T. montana). InAziëwordendoorSchoeffmann(1999)drieondersoortenvan T. arcticus beschreven,de T. brevirostis (Mongoolsevlagzalm,Central bassin,T. nigrescens (Kosogolgrayling;Arctischezee)en T. grubei (Amur graylingdievoorkomtinrivierendieuitmondenindePacifischezee).In Mongoliëzouooknogeen Phylogephyra altaica voorkomenaande zuidkantvandebergAltai.InNoordAmerikakomendesoorten T. montana , T. tricolor ende T. signifer voor.De T. tricolor isuitgestorven endebeideanderesoortenwordengezienalseensynoniemvoorde arctischevlagzalm(Hubert et al. ,1985). Kurlykova&Makoedov(1995)beschrijvenopbasisvanmorfologische kenmerkenalsgrootteenvlekkenpatroonopderugvin,deondersoorten T. arcticus palassi (OostSiberië)en T. arcticus mertensi (Kamchatka)in NoordoostRusland. Shurikhina et al. (1986)beschrijvenookkruisingsexperimententussen verschillendesalmonidenwaaronderde T. arcticus baicalensis .De resultatenbevestigendetaxonomestatusvandevlagzalmenalseen apartefamilieThymallidaeindesubordeSalmonoidei. T. yaluensis (Mori,1928:InFroese&Pauly,2004)wordtookbeschreven alseenkleinevlagzalmdievoorkomtinzeerkouderivierenvanKorea, SiberiëensommigemerenindeAlpen.Ookinhetnoordelijkstroom gebiedvandeMississippirivierzoudesoortvoorkomen. InNederlandkomtalleendeEuropesevlagzalm T. thymallus voor.In NederlandkwamdevlagzalmindeGeulvoor.In1885isdepopulatie verdwenendoorlozingen(o.a.lood)inBelgië(Redeke,1941).Mogelijk kwamdevlagzalmookinenkeleanderebekeninhetzuidenvanhetland voor.Indejaren90vandetwintigsteeeuwzijnenkeleuitzettings experimentendoorhengelsportverenigingenmetvlagzalmgedaaninde Keersop.DitbeekjeligtinhetstroomgebiedvandeBovenDommel.Tot aan1992werdindeKeersopsuccesvollevoortplantingvandevlagzalm geconstateerd.Devissenpaaidenopeensubstraatdatbestonduitfijn © 2007 Sportvisserij Nederland 18

- Ecologische kennis -

grindenzand.Doordathetwaterschapmindergingmaaien,groeidede beekdichtmetonderwatervegetatieenverdweendevlagzalmuitde KeersopendeBovenDommel. RecentzijnookvlagzalmenuitgezetindeEiffelroeropNederlands grondgebied(pers.mededelingT.Belgers,VBCRoer)endeAchterhoekse beken(pers.mededelingJ.teMoller).Na1970zijninNederlandvangsten gedaanindeKeersop,Geul,SwalmendeRoer.InhetHaringvlietzijnook tweeexemplarenaangetroffen(deNie,1997).Mogelijkzijndeze exemplarenuitgespoelduitdegenoemdebeken.InNederlandlijkende omstandighedenvooreenduurzaamzichzelfinstandhoudendepopulatie marginaal.

Figuur 3.1 Verspreiding van een aantal vlagzalmsoorten (bron: Broughton, 1989)

3.3 Migratie

3.3.1 Migratie van en naar paaigebieden

Alsdewatertemperatuurstijgttotcirca5ºC,beginnenvlagzalmente trekkennaardepaaigebieden.Adultevlagzalmmigreerde230metertot bijna5kmnaardepaaiplaatsenineenBelgischerivier(Aisne)(Parkinson et al .,1999).Daarwerdtussen18en29maartgepaaid,bijeenafname vanhetdebietnahoogwater,toenamevandetemperatuurenlage turbiditeitvanhetwater.Sommigeauteursmenendatdemaanstandook eenbelangrijkefactorisinhetinducerenvandepaaitrek.Mannetjes arriveerdenenkeledageneerderopdepaaigrondendandevrouwtjesen blevenerooklanger(1019dagen,tegenover2tot3dagenvoorde vrouwtjes).Eengrootaandeelvandepaaidierenverlietdepaaiplaatsal na12uur. Alszevolwassenzijn,paaiendevlagzalmeniederjaar(Northcote,1995).

© 2007 Sportvisserij Nederland 19 - Kennisdocument vlagzalm -

Homing Hethominggedragvanvlagzalmenwordtdoormeerdereauteurs beschreven(o.a.Parkinson et al. ,1999;Müller&Karlsson,1983,Pavlov et al .,2000).Devlagzalmenkerennadepaaiterugnaardepoolriffle sequenties,waarzijvoordepaaigevangenengemerktwaren. Nadepaaitrektdevlagzalmterugnaardelocatiewaardeze oorspronkelijkvandaanzijngekomen.Inrivierenzijnditpoolriffle locaties,maarinnoordelijkestrekenkunnenditookmerenzijn. Voorzowelresidente(lacustrine)alsanadrome(migrerende)vlagzalmen bestaatinmeerofminderematehominggedrag.Voorlacustriene vlagzalmwordtvaakeenmigratienaarhetmeerofhoofdrivierals opgroeigebiedbeschreven,terwijldezevlagzalmpaaieninzijrivieren (Pavlov et al. ,2000).IneenNoorsmeerpaaiendevlagzalmin13zij riviereninmeienjuni.Deouderdierenverlatendepaaigrondenkortna depaaienkerenterugnaarhetmeer.Dejongevlagzalmgroeitopinhet meer,inseptemberzijnzegemiddeld11,9kmverwijderdvandezijrivier waarzegeborenzijn. Uitmerkexperimentenbleekdat84,5%vandegemerktevlagzalmineen zijrivier,hetvolgendejaarterugkeerdeindezezijrivier.Derestvande vissenpaaideinnaastgelegenzijrivieren.Dezeproeftoontaandatook vlagzalmeneenhogematevanhominghebbenendatookdepopulatiein eenmeerbestaatuitverschillendestocksdietenminsteverschillende zijrivierenbenuttenvoordepaai(Kristiansen&Doving,1996). InNoordDuitslandwerddoorradiotelemetriehetgedragvan7 vlagzalmengevolgdtijdensdepaai.Destroomopwaartseverplaatsingwas maximaal11,3km(gemiddeld8,2km).Periodenmetactievemigratie vondenplaatsgedurendededagenwerdenafgewisseldmetrustperioden voornamelijktijdensdenacht.Gedurendedepaaitrekwerdgemiddeld 1,15km/dgezwommen.Erwerdgeencorrelatiegevondentussende paaitrekenderivierafvoer,waterpeilofdewatertemperatuur.Gedurende rustperiodenwerdenvanafeentijdelijkhomingpuntzwemactiviteiten ondernomentot100meterrondditpunt.Viervande7vlagzalmen vertoondepostreproductievehoming,datwilzeggendatzeterugkeerden opdeplaatswaarzevoordepaaimigratieverbleven.Dedoorde onderzoekersgeobserveerdelangepaaitrekiseengevolgvanweinig geschiktpaaihabitatindezerivier.Nietpasseerbarestuwenzijneengrote bedreigingvoorvlagzalmenineenlaaglandbeek(Meyer,2001).

3.3.2 Migratie buiten de paaitijd

Buitendepaaitijdkomenvlagzalmenvooropeenminofmeervaste positie.Depositiewordtbepaalddooreensterkehiërarchischestructuur. Bijniettrekkendevlagzalmenwerdenbewegingenwaargenomenvan circa26meterrondhunhomingpunt.Alsregelstaatdesterksteofoudste visvooraanindegroep,gezienmetdestroomrichtingmee(Parkinson et al. ,1999). Arctischevlagzalmenoverwinterenindiepekommen(pools)alshetwater indewinterergkoudoflaagwordt.NietbekendisofdeEuropese vlagzalmingebiedendiequaklimaatovereenkomenmetdeNederlandse situatie,ookoverwinterenindiepekommen.Iniedergevalzijndaarinde literatuurgeenaanwijzingenvoorgevonden.

© 2007 Sportvisserij Nederland 20

- Ecologische kennis -

3.4 Voortplanting

3.4.1 Paaigedrag en bevruchting

Vlagzalmenzijnpromiscue,zowelvrouwtjesalsmannetjespaaienmet meerderesoortgenoten.Hetgrootstemannetjeisergdominanten verdedigteenterritorium.Ditmannetjeisvaakdonkergekleurd. Hetpaaigedragvandevlagzalmbestaatuitdevolgendehandelingen: hetbenaderenvanhetmannetjedoorhetvrouwtje; hetschuddenmethetlichaamdoorhetmannetjeenhetvrouwtje; hetaanrakenmetrugvinofrugvinoverhetvrouwtjeleggendoorhet mannetje(“clasping”); hetkruisenvandestaartvinnen; “headtail”naastelkaarstaanengapen,waarbijspermaeneieren vrijkomen. Alsdezereeksisuitgevoerdwordtgesprokenvaneensuccesvolle paaiactie. Deeierenvandevlagzalmliggenonderenkelecentimetersgrindof gravel.Door(Dyk,1959;Poncin,1994,1996;Darchambeau&Poncin, 1997)wordtbijhetbeschrijvenvandepaainietgemeldofeenkuilwordt gemaaktdoorhetmannetjedanwelhetvrouwtjeenofdeeierenactief bedektworden.Dooréénauteurwordtbeschrevendathetvrouwtjehaar genitaleopeningondergravelwerktdoorsterkevibrerendebewegingen endaarbijhaareierenafzet.Deeierenwordenondiepafgezet(Jankovič, 1964). Vaakblijkenvlagzalmensuccesvoltepaaienopeenmengselvanfijn grindenzand,waarinzeerondiepenestenwordengemaakt(Oostenrijk, DenemarkenenKeersop). Demannetjesbezetteneennestgebiedenverdedigendit.Devrouwtjes bewogenoververschillendegebieden.Nahetpaaienvertrokkende vlagzalmweernaardeoudepoolrifflesequentieterug,waarzeeind februarigemerktwaren(Parkinsonet al. ,1999). InonderzoekvanDarchambeau&Poncin(1997)blekenvande70paai pogingenindeOurtheermaar36volledigtewordenafgemaakt.In sommigegevallenwerddepaaipogingnietafgemaaktdoorinmengingvan eenandermannetje.Ditzogenaamde“sneakingbehaviour”werd vastgesteldin1pogingtussentweemannetjesen1vrouwtje Degrootstevlagzalmman(43cmTL,n=1)vertoondesterkterritoriaal gedragopeenpaailocatie(Poncin,1994;Kratt&Smith,1980).Dezevis ontwikkeltookmeeragressiefgedrag(driemaalzoveel)danandere mannetjes(25–36cm,n=7).Ditagressiefgedragbestaatuiteenaantal dreigingeneneindigtmeteenaanval,metofzonderbijten,waarnaeen vanbeidemannetjesverdwijnt.Vrouwtjes(2433cmTL,n=4)vertonen geenagressiefgedrag.Echterdefrequentievanpaaienwasvergelijkbaar metdievankleineremannetjes.Hetpaaigebiedbestonduiteen20meter langeren10meterbredesectie.Hetdominantemannetjetoonde agressiefgedraginhetmiddenvanhetpaaibed,deanderemannetjes niet.Hetmiddenvanhetpaaibedleekdebesteplaatsquahabitat.De waterdieptewas3040cm,stroomsnelheid20cm/s,13cmgrooten © 2007 Sportvisserij Nederland 21 - Kennisdocument vlagzalm -

schoongravel.Doordeanderemannetjeswerdvaakaanderandvanhet paaibedgepaaid,toteenwaterdieptevan88cm.Ookpaaipogingen tussenmannetjes,maarookvrouwtjesonderlingkomenvoor.Visuele stimulatieenvibrerendebewegingenzijndefactorendieditgedrag veroorzaken.Ookinteractiestijdensdepaaimetanderevissoortentijdens depaaikomenvoor.Poncin(1994)beschrijfthetpaaigedragvaneen mannelijkevlagzalmbijeenfoeragerendebarbeel.Demannelijke vlagzalmvertoondehetbenaderen,schuddenenrugvinclasping.Het meestepaaigedragwerdoverdagwaargenomenbijwatertemperaturen van6,9tot7,9ºC.Ookinanderestudieswordtpaaigedraggedurendede dagwaargenomen,vaaktussen12.00en19.00uur.Depaaiperiodekan1 tot6wekenduren(Poncin,1996;Jankovič,1964,Dyk,1959).Instudies vanDyk(1959)werdafgepaaidtussende7en12ºCenduurdede paaitijd3dagentotmeerdan2weken.Dekortstepaaitijdenende laagstetemperaturenwaaropalgepaaidwerd,werdenwaargenomenin hogergelegenbekenofbeekdelen.Depaaiperiodekanvoorenkeledagen wordenuitgesteldalsdetemperatuurzakt.

Paaiende vlagzalmen op zand/grindsubstraat (foto: Michel Roggo) Devlagzalmpaaitmeestalinkleinegroepenvanvissen,maarookdepaai vanhonderdenexemplarensamenwordtookbeschreven(Dyk,1959). Vertragingindepaaitrek,doorbijvoorbeeldstuwen,heefttotgevolgdat minderpaairijpevrouwtjesdehogerstroomopwaartsgelegenpaaigronden bereiken.Devertragingheeftmeerdirectegevolgenvoorvrouwtjesdan voormannetjes.Mannetjesblijvenlangerrijp.Hetnietbereikenvande hogergelegenpaaigebiedenheefttotgevolgdatdevrouwtjeshuneieren afzettenopnietoptimalepaaibedden.Ditheeftweergevolgenvoorde aantallenuitgekomeneierenendeoverlevingvan0+vissen(recruitment) (Fleming&Reynolds,1991).

© 2007 Sportvisserij Nederland 22

- Ecologische kennis -

HetpaaigedragvandeArctischevlagzalmvertoontveelovereenkomsten methetpaaigedragvandeEuropesevlagzalm.Arctischevlagzalmen verbleventot7dagenopdepaaigronden(Kratt&Smith,1980).

3.4.2 Paaiperiode

3.4.3 Paaihabitat

DevlagzalmpaaitinzijnleefgebiedincentraalEuropaopeendiepte tussen30en50cmopkiezelofzand/leemondergrond.Destroom snelheidis40tot70cm/s,incidenteelkanhetsnellerstromen.De vlagzalmpaaitnietopverontreinigdeofmetslibbedekteondergronden (Dyk,1959). Dyk(1959)beschrijfthetafpaaienvanvlagzalmeninhetZweedse scherengebied.Hetzoutgehaltealdaaris1,7‰.

3.4.4 Sex-ratio bij de voortplanting

Jankovič(1964)beschrijftdatmeestalmeermannetjesvoorkomendan vrouwtjes. OokMüller(1961)beschrijfteenhogeverhoudingman:vrouw.Delaagst gevondenverhoudingis1vrouw:2mannetjes,dehoogsteverhoudingis 6mannetjes:1vrouwtje.Dezegegevenszijnafkomstigvanhengel vangsten,dezemaniervanvangenzouderesultatenkunnenbeïnvloeden, alsbijvoorbeelddemannetjesindepaaitijdgemakkelijkergevangen kunnenworden,omdatzebijvoorbeeldagressieverzijn.Bijeenelektro visserijwerdeenverhoudingvan3mannetjes:1vrouwtjeaangetroffen. Dezebemonsteringsmethodeiswaarschijnlijkmindersexeselectief. Onafhankelijkvandebemonsteringsperiodewerdeenhogeverhouding man:vrouwgevondeninOostenrijkseonderzoeken(Uibleinet al. ,2001).

3.4.5 Gonaden en fecunditeit

Deontwikkelingvandegeslachtsproductenbegintaanheteindvanhet eerstejaarinzuidelijkestreken.Dezevlagzalmenzijninhettweedejaar algeslachtsrijp.Innoordelijkegebieden,zoalsdeKararivier,zijnde vlagzalmenpasinhetzesdeofzevendejaargeslachtsrijp(Jankovič, 1964). Deeiontwikkelingvindtplaatsindeherfstenwinter,deontwikkelingvan testesvindtalgedurendedezomerplaats(juliseptember).Oudere vrouwtjesenmannetjeshebbeneenhogereGSI,endediametervande bevruchteeierenisookgroter(Jankovič,1964).Indeliteratuurwordt slechtseenmaalmeldinggemaaktvaneenhermafrodietevlagzalmvan21 cmuitPolen(Bachuta et al .,1991). Defecunditeitvanvlagzalmenisinenkelestudiesonderzocht.Vaakwordt nietvermeldofhetdeabsolutefecunditeitisofderelatievefecunditeit.

© 2007 Sportvisserij Nederland 23 - Kennisdocument vlagzalm -

Tabel 3.1 Fecunditeitsgegevens vlagzalm

Aantal eieren Lengte of leeftijd Min. Aantal Max. aantal Ref. 50007000/kg Hochleithner(2001) 30006000 600010000 Jankovič,1964 36240 45cm/1160g/9jaar Jankovič,1964 Dyk(1959)noemtvoorjongerevrouwtjes15.000tot20.000eierenper kg,voorouderevrouwtjes10.000eierenperkglichaamsgewicht.Het gewichtsaandeelvandeeiereniscircaeenzesdevanhetlichaamsgewicht.

3.5 Ontogenese

Tabel 3.2 Overzicht van de verschillende levensstadia van de vlagzalm.

eieren vanafhetafzettentothetuitkomenvandeeieren embryo vanafuitkomeneierentotdedooierzakgeheelverbruiktis larve/fry vanafhetmomentdatdedooierzakverbruiktistotdeuiterlijke kenmerkengeheelontwikkeldzijn,lengtedancirca2,5cm.Op datmomentheetfryookwelfingerling Juveniel/parr vanafhetmomentdatdeuiterlijkekenmerkenontwikkeldzijn totdegeslachtsrijpheid.Vanafhetstadiumfrytoteenlengte van7cmwordthetjuvenielookwelparrgenoemd. adult vanafhetmomentdathetdiergeslachtsrijpistotdedood

3.5.2 Ei-stadium

Deeierenwordenafgezetonderenkelecentimetersgravelensomsgrof zand.Deeierenhebbeneendoorsnedevan3,2tot4,1mmenwegen30 tot40milligram.VolgensJankovič(1964)hebbendeeiereneendiameter van0,9tot4mm,maarineentabelmetfecunditeitgegevenswordt meerderemaleneenminimumvan3mmgenoemd,alleenvoor Joegoslaviëwordteenminimumvan2mmgenoemd.Dediametervande eierenligttussende3en4mmenhangtafvandeleeftijdvanhet vrouwtje.Dyk(1959)geeftechternietwatdezerelatieis.Aannemelijkis datouderevrouwtjesgrotereeierengeven.Ditisookhetgevalvolgens Jankovič(1964). Deeierenzijnplakkerigofkleverig.Haugen(2000)noemteenminimum van2,37eneenmaximumvan3,61mgdrooggewichtvooreeneivoor Zweedserivieren. Bijeenwatertemperatuurvan9,5ºCkomendeeierennaongeveertien dagenuit(Hochleithner,2001).Eenwatertemperatuurtussende7en11 ºCisoptimaalvoorhetuitkomenvandeeieren.Bijwatertemperaturen lagerdan5ºCofhogerdan15ºCdaalthetuitkomstpercentagetotonder de50%.Bijeentoenemendetemperatuurneemthetaantaldagenvan hetmomentvanbevruchtingtothetuitkomenaf.Bijeentemperatuur van9ºCduurthet1921dagentotdat5%vandelarvenisuitgekomen, nanogeens3tot5dagenis90%uitgekomen,ditisookhetmaximale uitkomstpercentage.Bij15gradenisna10tot12dagen5%vande

© 2007 Sportvisserij Nederland 24

- Ecologische kennis -

eierenuitgekomenennanogeens2dagenis75%uitgekomen,ditisook hetmaximaleuitkomstpercentage(Humpesch,1985).

Vlagzalmei in het oogpuntstadium (foto: Michel Roggo) Derelatietussenhetaantaldagentussenbevruchtingenuitkomenwerd beschrevenalsy=a/(xb) c,(y=aantaldagen,a=6484,6,b=5,103,c= 2,099).DezerelatiewordtookweldeBelehradekfunctiegenoemd.Een functiemeteenexponentgeefteenbeterefitdaneenanderecurve,zoals eenlineaire.Indezecurvekomendebevruchteeierenna21,7dagenuit bijeentemperatuurvan10ºC(Jungwirth&Winkler,1984).Haugen (2000)noemt264tot280daggradenalscumulatievetemperatuurvoor hetuitkomenvandeeiereninNoorwegen.Dezegegevenskomengoed overeenmetdeeerderbeschrevenrelatie,maarnietmetdegegevens vanHochleithner(2001). Desterfteonderdeeierenisinhettemperatuurbereikvan6tot14ºC minderdan10%.Bovenofonderdezerangeneemtdesterftezeersnel toe.Met1ºCafoftoenameisdesterftealgestegentotmeerdan90% (Humpesch,1985).

3.5.3 Embryonale en larvale stadium

Deuitgekomenembryo’shebbeneendooierzakdienanogeens2tot5 dagenisgeresorbeerd.Danpaskomendelarvenuithetgrind.Desterfte tijdenshetdooierzakstadiumwaslaag(Haugen,2000).Deeersteswim upbewegingvandelarvengebeurdetussende27en37dagenna bevruchting.Tussendeeersteswimupbewegingvaneenlarveende laatstelarvemeteenswimupbewegingzit3tot5dagen.Jonge vlagzalmlarvenkomenindevroegeochtendnazonsopganguithet gravelbed.Nadeswimupvullendelarvendezwemblaasmetluchten

© 2007 Sportvisserij Nederland 25 - Kennisdocument vlagzalm -

verblijvenzeinkleinegroepeninhetmiddenvandewaterkolom.Na enkeledagennemenzeeenpositieindichterbijdebodemengaanze dichternaardeoevers(Haugen,2000).

Een pas uitgekomen embryo (foto: Michel Roggo) Delarvensteldenhunstroomafwaartseverplaatsinguittotde daaropvolgendenachtnaarderivieroevers(Bardonnet&Gaudin,1991, 1991;Bardonnet et al. ,1993).Bijaquariumproevenwerdergeen voorkeurvoortijdstipvanuitkomstgevondenbijgeenvariatieinlichten temperatuur.Bijzwaklichtenvariabeletemperaturenwerdeen uitkomstpiekvandeeierengevondenindemorgen,bijdelaagste temperatuur(Bardonnet&Gaudin,1991). Devrijzwemmendelarvenhebbeneenlengtevan10tot14mmennemen gelijkvoedselop(exogenevoedselopname).VooreenaantalZweedse rivierenwordengemiddeldelengte’sbijswimuplarvenvan13,0tot15,6 mmgenoemddoorHaugen,2000).Degroeisnelheidvarieerdevan1,2tot 2%perdag,ditwasnietafhankelijkvandetemperatuur. Jongelarvenvan1520mmblekenindebovenstewaterlagendichtlangs derivieroeverteverblijven,waardestroomsnelheidlagerdan20cm/sis endedieptemaximaal40cmis(Sempeski&Gaudin,1995 a,b ).

3.5.4 Juveniele stadium

Ouderelarvenenjongeparrsvan2035mmbeginnenpositiestekiezen nabijdeoeverenzwemmenpelagisch.Destroomsnelheden(bijde bodemgemeten)zijnaltijdlagerdan20cm/s,in60%vandegevallenlag hetzelfsbeneden10cm/s.Maximumdieptebedraagt50cm,meteen

© 2007 Sportvisserij Nederland 26

- Ecologische kennis -

voorkeurvoorondieperdan20cm.Debodembestaatdaarvoornamelijk uitzandenwatsiltoffijnegravel.Delocatiesmetweinigturbulentie (sheerstress)hebbeneenhogevoorkeur.Tochheefteenhogevariatiein stroomsnelheidgeeninvloedopdemortaliteitenverplaatsingnaar benedenstroomsegebieden(zogenaamde drift )totgevolg.Detwee maandenoudevlagzalmenreagerensnelopeenverhoogdeafvoerdoor beschuttingtezoeken(Valentin et al. ,1994). Bijdeovergangvanhetfrynaarhetparrstadiumvindteentweede belangrijkeoverganginhethabitatplaats.Vanafeenlengtevan3540 mmwerdentoenemendeaantallenjuvenielenaangetroffeninde hoofdstroom,waarzenabijdebodemverbleven.Destroomsnelheden aldaarvarieerdenvan1550cm/s,destroomsnelheid(bijdebodem gemeten)ligttussende20en40cm/s,meteenvoorkeurvoorsnelheden tussen20en30cm/s.Devoorkeurgaatuitnaarkleinestenenengrof gravel(60:40)ofgrofenfijngravel(60:40)(Sempeski&Gaudin,1995 b). Dezeontogenetischeveranderinginhabitatwordtvoormeerdere salmonidensoortenbeschreven.Metdetoenameinlengteneemthet zwemvermogentoeenhierdoorwordthetmogelijkopandervoedselover teschakelenvanhetrelatievefijnedriftendezoöplanktonnaar invertebratenzoalsChironomidenofsnelbewegendesoortenals Gammarus en Asellus . Gedurendededagwarenalleleeftijdscategorieënactief,indenacht warendelarvenenparrsnietactiefenrusttenzenabijdebodeminerg ondiepwater.Larvenenparrzijnafhankelijkvanvoorbijdrijvendvoedsel, ditkunnenze’snachtsnietbemachtigen.Larvenenparrhebbengeen territoriumenkomenvaakingroepenvan10tot100individuenvoor (Sempeski&Gaudin,1995 a,b ).Sempeski&Gaudin(1995 b)gevenaandat destroomsnelheidbijdekopvandevis(focalpoint)eengrotere biologischebetekenisheeftdananderestromingsvariabelen.

3.5.5 Adulte stadium

Sexedifferentiatiebijvlagzalmengeschiedttusseneenleeftijdvan6 maandenenheteindevanheteerstelevensjaar.Inhetzuiden (Joegoslavië)wordenenkelemannetjesgeslachtsrijpop2jarigeleeftijd, (17,8–31,8cmen150tot260gram),demeesteopdriejarigeleeftijden zijnzeallemaalgeslachtsrijpopeenleeftijdvan4jaarbijeenlengtevan 25tot45cmeneengewichttussen432en840gram.InRusland(Kara rivier)wordenvlagzalmennietgeslachtsrijpvoorhetzesdeofhetzevende jaar,hoewelsommigeindividueneerdergeslachtsrijpworden.Inde Mesnarivierwordenvlagzalmengeslachtsrijpinhetvierdejaar.In Tsjechiëwordenmannetjesgeslachtsrijpoptweeendriejaar,en vrouwtjesopdrieenvierjarigeleeftijd.Drieandereauteursnoemenvoor middenEuropaookleeftijdenvantweejaarvoormannetjesendriejaar voorvrouwtjeswaaropzegeslachtsrijpworden(Jankovič,1964). Devlagzalmwordtinhet2etot5 elevensjaargeslachtsrijp.Demannetjes zijnoverwegendinhet2 ejaaralgeslachtsrijpbijeenlengtevan20cmen eengewichtvan100gram.Devrouwtjeszijnmeestalinhetderdejaar geslachtsrijpbijeenlengtevan25cmeneengewichtvan200gram (Müller,1961).Degeslachtsrijpeleeftijdneemttoerichtingdenoordelijke

© 2007 Sportvisserij Nederland 27 - Kennisdocument vlagzalm -

regionen(Northcote,1995).Demaximaalgerapporteerdeleeftijdis14 jaar(60cmTL,6700gram).Doorvisserijdrukisinvelelandende gemiddeldeleeftijdgedaald.Vaakwordenvlagzalmennietouderdan5of 6jaar(Jankovič,1964).Indezelandenisdeduurvandereproductieve fasetussende1en5jaar. Vlagzalmheefteenmeeruniformgroeipatroon(mindervariatieinlengte bijeengegevenleeftijd)gedurendehetlevendanbeekforel.Ditkomt dooreenlagerefenotypischevariatiebijvlagzalm.Dooreenmindere variatieindelevensgeschiedenisvaneensoortiserminderflexibiliteit. Ookgroeiendejuvenielenvanvlagzalmallenonderminofmeerdezelfde omstandighedenop.Bijbeekforelwordtalleenalopgebiedvanpaaien eenveeluitgebreiderscalaaanhabitatomstandighedenaangetroffen. Hierdoorheeftdesoorteenbrederelifehistorydanvlagzalm(Haugenen Rygg,1996). IneenonderzoekvanThorfve&Carlstein(1998)werdengekweekte vlagzalmenenforellenuitgezetineenseminatuurlijkebeek.Ineen stroomafwaartsevisvalwerdenbinnen2uur36,4%vandevlagzalmen teruggevangenenvan2tot48uur10.0%,voorforelzijnde corresponderendedata1,5%inbeidegevallen.Vlagzalmverplaatstzich dusbijuitzettinggemakkelijkerovergrotereafstandendanforel.De aanwezigheidvanvlagzalmisvoorforeleenredenomzichnaarandere locatiesinhetproefgebiedteverplaatsen. Insympatrischepopulatiesvanvlagzalmenbeekforelkomen0 + vlagzalmenmeervooropdiepereengrotererivieren.Inproevenmet beekofzeeforelalleen,vlagzalmalleenengemengdbleek:  Indezomermaandenbleekvlagzalmdieperedelentebezettenvande beekdelendanzeeforel.  Zeeforeldichthedenwarenhogerinondieperedelenbijsympatrie.Bij allopatriewerdditnietaangetoond.  Dematevanwegtrekkenvanvlagzalmwasinjulihogerdanin september.Injuliwasergeen(significant)verschilindematevan soortenendieetoverlapinhetvoedselpakket(Degermanet al. ,2000). OokMüller(1961)beschrijftdatjuvenielevlagzalmeninrivierentotop eendieptevan3metervoorkomen.Indiversestudiesisgeblekendatde vlagzalmnietechteenvoedselconcurrentisvoorbeekofzeeforel.Dit werdvroegerwelgedacht,omdatbeekofzeeforelbijafnemende zuurstofwaardeneerdergestresstraaktenverdwijntuiteenleefgebied, terwijlvlagzalmblijft(Northcote,1995).Ookbenutdevlagzalmmeer benthischvoedseldanbeekofzeeforeleneetdevlagzalmkleinere exemplarenvandezelfdeprooisoortdanbeekofzeeforel(Northcote, 1995). Devlagzalmkenteenbepaaldepositiebinneneenbepaalddeelvande rivier.Doorexperimentenisaangetoonddatditwordtveroorzaaktdoor hiërarchieennietdoorhabitatpreferentie(Hughes&Reynolds,1994).In depopulatiebestaateenbepaaldevolgordeindehiërarchie.Doorhet verwijderenvandehoogstevisindehiërarchie(dominantevis) verplaatstenlagergeplaatstevissenzichnaareenpositievanhunvoor

© 2007 Sportvisserij Nederland 28

- Ecologische kennis -

gangerindehiërarchie.Dematevandominantiewordtbepaalddoorde lengtevandevis.Dedominantiewordtookmodelmatigbeschreven (Hughes,1992).

3.5.6 Levensduur en leeftijdsbepaling

Demaximaalgerapporteerdeleeftijdis14jaarmeteentotaallengtevan 60cmeneengewichtvan6700gram(Froese&Pauly,2004).Door visserijdrukenintensievevangstisinvelelandendegemiddeldeleeftijd gedaald.Vaakwordenvlagzalmendannietouderdan5of6jaar,meteen maximumgewichtvancircaeenkilo(Jankovič,1964). Indeliteratuurwordtvaakgemelddatdeleeftijdsbepalinggeschiedtaan dehandvanschubbenenvinstralen,maarotolieten(gehoorsteentjes) hebbendevoorkeur.Bijschubbenenvinstralenwordtdeleeftijdbij oudereexemplarenvanArctischevlagzalmenvaakonderschat(Sikstrom, 1983).

3.6 Groei, lengte en gewicht

3.6.1 Lengtegroei

Rivierafvoerenwatertemperatuurzijnbelangrijkefactorenindelange termijnoverlevingenpopulatiedynamicavanvlagzalm(Deeganet al. , 1999). HetmodelvanBertalanffywordtvaakgebruiktvoordegroeivanvis, omdatheteengoedebeschrijvinggeeftvandejaarlijksegroeioverde helelevenscyclus.Hetmodelhoudtechtergeenrekeningmet veranderingeningroeisnelheidinafzonderlijkeseizoenen,watvaakeen afspiegelingisvandewatertemperatuursschommelingeningematigde klimaat.DoorMallet et al .(1999)wordteennieuwmodelgepresenteerd, datwelrekeninghoudtmetdevariatieinwatertemperaturen.Hetmodel houdtookrekeningmetdethermischetolerantiegrenzenvanvlagzalm, waarbijmeteenlageregroeisnelheidwordtgerekendenrekeningwordt gehoudenmeternstigesterfte(Malletet al. ,1999).Degroeikan ek(tt ) beschrevenwordenmetdevolgendefunctie:L t=L∞(1 0 ),waarbijk eenfunctieisvandegemiddeldetemperatuurvolgensonderstaande vergelijking: opt 2 K=k (TTmin )(TTmax )/(TTmin )TTmax )(TTopt ) .Tmin =minimum

groeitemperatuur,T max =maximalegroeitemperatuur,T opt =Temperatuur

metdehoogstegroeicoefficient(k opt ).Deparametersvoorhetgroeimodel 1 zijn:L∞=45,5cm,t 0=13dagen,k opt =0,0027dagen ,T min =4,5ºC,

Topt =17,3ºC,T max =21ºC.Detemperatuursgegevenszijngebaseerd opexpertopinie,deandereparameterszijngeschatuitdata. Sexeverschillen Indeeerstedrielevensjarenbestaanernauwelijksgroeiverschillen tussenmannetjesenvrouwtjes(Jankovič,1964).Degroeisnelheidneemt afmetdetoenamevandelengtevandevis.Degroeineemtsterkafals devisgeslachtsrijpwordtinhet4 eof5 ejaar.Degewichtstoenameblijft echterwelhoog.Nahetpaairijpwordengroeienmannetjessnellerdan

© 2007 Sportvisserij Nederland 29 - Kennisdocument vlagzalm -

vrouwtjesinJoegoslaviëenindeMesnarivierinvoormaligRusland (Jankovič,1964). Seizoen Vlagzalmengroeienvoornamelijkindemaandenapril/meitot oktober/november.Indewintertreedterinhetalgemeennauwelijks groeiop.Erkunnenechterwelgroteindividueleverschillenoptreden. Grotegroeiverschillenwerdenookvastgestelddoorhetlezenvande schubben.Bijafnamevandegroeiverschijntereenverdichtingvan circuliindeschub.Eenbredebandvanverdichtingenvancirculiiseen winterband.Diversevlagzalmenvertoondenpaseenvernauwinginde loopvandewinterofzelfspasinhetvoorjaar.Delengtevande vlagzalmen,vastgesteldinoktoberwasvoordeafzonderlijke(1tot6 jaar)jaarklassen10,5;20;26;30;33;35cm(Woolland&Jones,1975). Regio Devlagzalmlijktindenoordelijkeregionenvanhetverspreidingsgebied langzamertegroeiendanindezuidelijkeregionen.Jankovič(1964) noemtvooreenriviersysteeminZweden3,0cm(range2.7–3.2cm)als kleinstewaardevoordelengtevan0+vissen,ineenanderrivierdeel werddezeklasse8,1cmgroot(range6,8–9,2cm).Degroeivan vlagzalmkanbinneneenriviersysteemsignificantverschillen(Woolland& Jones,1975)tussenrivierdelen. DegroeivandeverschillendeleeftijdsklassenisvooreenaantalEngelse, JoegoslavischeenZweedserivierenissamengevatinonderstaandetabel. Tabel 3.3 Lengte in centimeters van verschillende vlagzalmpopulaties (indien geen land wordt genoemd is dit Engeland) (Woolland & Jones, 1975).

Locatie Leeftijd in jaren 1 2 3 4 5 6 7 8 910 UpperDee 12,0 21,3 27,0 31,6 33,4 Deeat 12,523,830,334,4 Corwen LlynTegid 12,0 22,5 29,8 35,8 37,9 39,9 Gryfe 12,020,025,030,0 Douglas 7,6 16,8 22,7 25,3 29,0 Lugg 11,016,726,030,3 Test 15,9 28,6 33,5 38,7 41,3 43,2 Storsjo, 8,4 15,9 23,2 28,5 31,7 33,7 37,8 Zweden Drobsinska 14,7 22,4 26,9 29,4 31,1 Indalsälven, 9,4 17,2 23,9 29,6 34,9 38,6 40,8 41,3 Zweden Joegoslavië 15,6 24,1 30,6 35,1 39,0 41,2 42,0 Ourthe, 14,523,529,5 Belgie Zweden 8,1 17,623,8 52,0

© 2007 Sportvisserij Nederland 30

- Ecologische kennis -

Anadrome populatie Müller&Karlsson(1983)constaterendatdeanadromevlagzalmeneen snelleregroeihebbendanstandvissenuitdeLuleälv.Degroeivanvissen indeLuleälvisvergelijkbaarmetdegegevensvandeIndalsälv(zieTabel 3.3).Deanadromevlagzalmenverblijveneenjaarinhetzoetewateren gaandannaardeBotnischegolf.Daarverblijvenzetothet4 elevensjaar enkerendanterugomaftepaaien.Devissenhebbeneenlengtebereikt vanbijna40cm,terwijldeleeftijdgenoteninhetzoetewatereenlengte bereikthebbenvannoggeen30cm.

3.6.2 Lengte-gewicht relatie

Eenvlagzalmvaneengroeiseizoenoudweegtcirca10grambijeen lengtevan8cm.Inhettweedejaarbijeenlengtevan20cmweegtdeze vis199grameninhetderdejaar200grambijeenlengtevan25cm.Bij eenlengtevan35en60cmwegendezevissen0,5en0,75kg. (GegevensTsjechischonderzoek,Jankovič,1964). InLucarivier(Joegoslavië)wordenexemplarengevangenvan2kilo.In derivierTravnoisin1899eenvlagzalmgevangenvan6,5kilo.In Zwedenwerdeenvlagzalmvan10jaaroud52cmlang.InJoegoslavië wordenookvlagzalmengerapporteerdvanbijvoorbeeld13jaarmeteen lengtevan49cm. DelengtegewichtverhoudingvoordevlagzalminNederlandisberekend als G=0,006884*TL 3,1498 waarbijG=gewichtingramenTListotaallengteincm(r2=0,9994).De relatieisslechtsgebaseerdop7vissenmeteenvorklengtetussen23,2 cmen33,9cm(KleinBreteler&deLaak,2003).

600

500

400

300

200

Gewicht in grammen in Gewicht 100

0 10 15 20 25 30 35 40 45 50 55 60 Vorklengte in cm

Figuur 3.2 Lengte-gewichtsrelatie Vlagzalm (bron: Klein Breteler & de Laak, 2003).

© 2007 Sportvisserij Nederland 31 - Kennisdocument vlagzalm -

DegrootstevlagzalmwaaropdeLGrelatieisgebaseerdis,heefteen lengtevan34cmvorklengte.Devlagzalmkaneenlengtebereikenvan circa60cm,maarvandergelijkgrotevissenzijngeenlengtegewicht gegevensbekenduitveldwaarnemingenvandeOVB.Daaromisdelijn vandeLGrelatienietverdergetekendindegrafiekdan35cm. Woolland&Jones(1975)gevenvooriedereleeftijdsklasseeenaparte lengtegewichtrelatieop.Decoefficiëntenaenbverschillenookduidelijk tussendejaarklassenentussentweeriviersystemen. Diverseauteurssuggererendatereeninflexiepunt(omkeerpunt)inde lengtegewichtrelatievanvlagzalmiswaartenemen.Ditreflectiepuntis waarschijnlijkhetmomentdateenvissoortovergaatvaneen allometrischegroei(lichaamsdelenveranderenproportioneelt.o.v.totaal gewicht)naareenmeerisometrischegroei(lichaamsdelennemen evenredigtoemetdetoenameingewicht). BijArctischevlagzalmeniseensignificantverschilindelengtegewicht relatieaangetoondtussenmannetjesenvrouwtjes,waarbijvrouwtjes zwaarderzijn(Reed&McCann,1971).Dezelfdeauteursgevenvoorde omrekeningvandevorklengte(VL)naardetotaallengte(TL)een omrekeningsformuleVL=5,04mm+0,95*TLenvantotaallengte(TL) naarvorklengte(VL)TL=6,22mm+1,052*VL(1283individuen,146 tot517mmTL).VoordeEuropesevlagzalmzijngeenomrekenings gegevensgevonden

3.7 Voedsel

Vlagzalmisvoornamelijkeenzichtjager.Hetvermogenvandevlagzalm prooientelokaliserennamtoemetdegroottevandeprooiende toenamevanhetlicht.Binnenhetvisueleveldwordtelkegeschikteprooi aangevallen.Deroodgekleurdecopepode Diaptomus pribilofensis werd doorgeenenkelevlagzalmbenaderdofgegeten,hoeweldegrootte geschiktis(Schmidt&O’Brien,1982). Vlagzalmenvoedenzichoverhetalgemeenmetbodemfaunagedurende hethelejaar.Gedurendedemaandendaterlandinsectenaanwezigzijn wordeninsectendieinhetwaterzijngevallenookgegeten,somsworden zeuitdeluchtgegrepen.Gedurendedezomermaandenvoedtdevlagzalm zichmeestaltijdensdevroegemorgenendeschemer.Indewinter maandenvoedtdevlagzalmzichgedurendedetijddathetlichtis (Jankovič,1964). Inhetlarvalestadiumprederendelarvenvoornamelijkkleineexemplaren vanzoöplankton,zoals Bosmina, Copepoden, Cyclops, Daphnia, Rotatoria en/of Artemia (Jankovič,1964;Müller,1961).Inhetleefgebiedvande larvenwordtditzoöplanktonmetdewaterstroommeegevoerd. Afhankelijkofdebeekgevoedwordtdooreenmeer(metzoöenfyto plankton),kunnenlarvenook Chironomiden-, Tricoptera of Ephemeride larveninhundieethebbenbijeenlaagaanbodzoöplankton.Bijhet verlatenvandeoeverzonenaardehoofdstroomvanderivierneemthet aandeel Chironomiden inhetvoedseltoe(Sempeski&Gaudin,1995 b).

© 2007 Sportvisserij Nederland 32

- Ecologische kennis -

Müller(1961)beschrijfteen21cmlangevlagzalmdiemaarliefst2450 Simulium larven(blackflies,knutjes)heeftgegeten. InHerefordshire(Engeland)iseenonderzoekgedaannaardevoedsel voorkeurvanvlagzalm.Hierbijzijngegevensbeschikbaaroverallelengte klassenvanvlagzalmenovereenheeljaar.Geziendeliggingvanhet onderzoeksgebiedtenopzichtevanNederlandlijktditeengeschiktonder zoekomhiertepresenteren. Hetonderzoeknaarhetfoerageergedragvanvlagzalmisvaak gefragmenteerdintijdenruimte.Meestalwordendeslechtsbepaalde maandeninhetjaarbemonsterdofalleenbepaaldejaarklassenvande vlagzalmendanookvaakinrelatietotderolvanvlagzalmalsconcurrent vananderesalmonidensoorten.Hetbemonsterenvanmaaginhouden tijdenseenkorteperiodekaneenvertekendbeeldgevenvande werkelijkevoedselsamenstelling.Sommigevoedselitemszijnmaarkort (dagen)massaalbeschikbaarenwordendanookmassaalbenut. Inveleonderzoekenisaangetoonddatvlagzalmeenhoge foerageeractiviteitheeftenditkomttotuitdrukkingineengeringaantal legemagen.Ineenstudiewerdenslechts2legemagenopeentotaalvan 253maaginhoudengevonden.Hetvolumevandemaaginhoudenneemt afindezomermaandenenindeherfst.Hetvoedselkanwordeningedeeld naardeherkomst: • Substraat:zand,steentjes,detritus,twijgjesenknoppenvanbomen. • Plantaardig:Bessenenzaden,filamenteuzealgen.Delaatstegroep wordtopgenomensamenmetfaunadiealgeneet. • Oppervlaktevoedsel:Landinsecten,meestaladultestadia. • Bodemvoedsel:insecten,meestallarven,verschillendemosselachtigen encrustacea(GammarusenAsellus),bloedzuigersencyprinideen zalmeieren.

IndestudievanHellawall(1971)wordengeenvisseninhetmenuvande vlagzalmaangetroffen,mogelijkdoorhetrelatievelageaandeelgrote vissenindeproefgroep.Visalsvoedselwordtwelgenoemd,meestalgaat hetomdriedoornigestekelbaarzenenelritsen.Viswordtechterweinig gegeten.Somspassenvlagzalmenhungedragaan,bijvoorbeeldde Kamchatkangrayling,diezichaanpastaandetypischeconditiesvaneen zalmrivier.Hetdieetvandezearctischevlagzalmbestaatvooreengroot deeluitdeeierenendekarkassenvanPacifischezalmsoorten. Inruim700maaginhouden(Zweden)diewerdenonderzochtwerden5 magenmetvisofviseierenaangetroffen.Gegetenwerdenbeekprik, blankvoorn,rivierdonderpad,elrits,tiendoornigestekelbaars,baarsen eierenvanzalm(Müller1961).

© 2007 Sportvisserij Nederland 33 - Kennisdocument vlagzalm -

Tabel 3.4 Relatief aandeel van voedselbronnen in de maaginhoud van vlagzalm uit de rivier Lugg (Totalen per hoofdgroep)(Hellawell, 1971).

Hoofdgroep Frequentie van Volume (%) voorkomen (%) Crustacea(Vlokreeften, 8,2 19,7 Waterpissebedden) Diptera(Vliegen,muggen) 25,6 19,3 Ephemeroptera(Haften,blackflies, 6,9 6,7 meivliegeneneendagsvliegen) Tricoptera(Caddisvliegen, 15,2 15,0 kokerjuffers/schietmotten) Plecoptera(Steenvliegen) 1,2 0,13 Coleoptera(Waterkevers) 7,0 2,66 Molluscs(Mossles/slakken) 3,6 1,98 Visseeieren(cyrinidenenzalm) 1,1 1,72 Landinsecten(Vliegen, 12,2 8,68 sprinkhanen) Plantaardigmateriaal 0,5 0,21 Detritus/Debris 11,4 14,99 Crustacea vormenhetbelangrijkstevoedselquavolume(20%),maar komenquaaantallenrelatiefweinigvoorindemaaginhoud(8%). Diptera larven(metnameblackflies, Baetis sp. )komenvaakvoorenhebbeneen hoogaandeelinhetvolume. Tricoptera en Ephemeroptera vormenquaaandeelenvolumeruim20% vanhetdieet. Insommigemaandenwordenin45%vandevissenooksteentjesaan getroffen.Mogelijkhelpendezesteentjes(diametervan8tot16mm)bij hetvermalenvanvoedsel. Tussendeseizoenenbestaatookvariatieindevoedselsamenstelling. Crustacea endanmetname Gammarus ishetbelangrijkstewinter voedsel.Inhetvoorjaarneemthetvolumeaandeel Diptera toeeninjuni juliishetaandeellandinsectenhoog.HetaandeelTricoptera neemtafin junienjuli,maarneemtindeherfsttotenmetdecemberweertoe. Ooktussendejaarklassenziteengrotevariatieinaandelenvanhoofd groepen. Eriseensterkecorrelatietussendelengtevandevisendevoedsel grootte. Somswordteenhoogaandeeldebrismettwijgjesgevonden.Mogelijk verwartdevlagzalmbijhetfoeragerenditvoedselitemmet Trichoptera larven(kokerjuffers)(Hellawell,1971). Müller(1961)beschrijftdatdevlagzalmeninNoordZwedenminder voedseltotzichnemeninhetwinterhalfjaaralsdebekenbedektzijnmet ijs.Hetvoedselbestaatdanvoornamelijkuit Tricoptera larven (kokerjuffers).Mollusken(metname Limnea :slakken)wordenincidenteel ookgegeten.

© 2007 Sportvisserij Nederland 34

- Ecologische kennis -

Tabel 3.5 Voedselaandeel vlagzalm op basis volume tussen jaarklassen in rivier de Lugg (Hellawell, 1971).

Hoofdgroep 0+ 1+ 2+ 3+ 4+ Diptera(l&p) 54,4 21,7 11,3 23,9 20,2 Ephemeroptera(n) 6,9 7,2 7,7 9,5 Tricoptera(l) 12,3 11,8 19,2 31,6 Plecoptera(n) 0,6 0,2 0,1 Coleoptera(l&a) 2,2 1,9 4,0 2,5 Crustacea 2,4 15,3 28,0 2,7 Molluscs 0,4 1,2 2,9 7,0 Aerial 4,4 8,8 8,3 35,2 Debris,detritus 14,9 16,0 13,8 19,7 35,2 a=adult,l=larf,p=pop,n=nymph Diptera =Vliegenenmuggen; Ephemeroptera =Eendagsvliegen/haften; Tricoptera = Caddisvliegen; Plecoptera =Steenvliegen; Coleoptera =Waterkevers; Crustacea = Vlokreeften; Molluscs =Waterslakkenenmossels;Aerialinsects=indeluchtvliegende insecten;o.a.libellenensprinkhanen. Inhetalgemeenzijnde Ephemeroptera ( Beatis en Chitonoptera ), Trichoptera , Plecoptera en Diptera ( Chironomiden )demeestvoor komendevoedselitemsgedurendehetgehelejaarinhetzuidenvan Europa. Saltatoria (sprinkhanen), Odonata , Hemiptera , Neuroptera , Lepidoptera , Coleoptera en Hymenoptera zijnvoornamelijkinbepaalde seizoenenvertegenwoordigdinhetvoedselvandevlagzalm(Jankovič, 1964).InRussischerivierMesnawerdendevolgendehoofdgroepen gevonden: Amphipoda (vlokreeftachtigen), Chronomidae en Tricoptera . Isopoda (duizendpootachtigenenpissebedden), Coleoptera ,Hymenoptera (bijen,wespenenmieren)enandereorganismenwarenzeldzamer.

3.8 Genetische aspecten

Genetischeanalysetoondeeensterkegenetischedivergentie(afsplitsing) tussenpopulatiesvanhetnoordelijkeenzuidelijkedeelvandeAlpen.Er werdookaangetoonddatereenmixvandesubpopulatiestussen sommigerivierenbestaat(Uibleinet al. ,2001;Persat,1996). OokpopulatiesvanvlagzalmindeDonau,Rijn/MainenElbeblekengrote genetischedifferentiatietevertoneninmitochondrieelenDNAuitde celkern.Debevindingengevenaandatuitwisselingvanvlagzalm materiaaluitverschillendegebiedenvoorkomenmoetworden,omde genetischediversiteitenintegriteitvandepopulatiestebehouden.(Gross et al. ,2001). Hetniveauvangenetischediversiteitbinneneenpopulatievlagzalmenis erglaagvergelekenmetanderevissoorten(Koskinen et al. ,2002). Haugen(2000)vergeleek8groepenvanvlagzalmbinneneenrivier systeeminNoorwegen.Uitkomstpercentagesvaneierenenlengtebij uitkomenwerdengecorrigeerdvoorwaterdiepte,stroomsnelheiden kwaliteitvanhetgravelbed/paaiplaats.Degevondenfenotypische verschillenzoudengedeeltelijkverklaardkunnenwordendoorgenetische verschillen.Vlagzalmisinditriviersysteemuitgezetin1910enheeftzich overeengrootgebiedverspreidenheeftzichdaarbijaangepastaande heersendeomstandigheden.Devlagzalmheeftzichindezebetrekkelijk

© 2007 Sportvisserij Nederland 35 - Kennisdocument vlagzalm -

korteperiodegenetischgedifferentieerd(Haugen,2000)inditafgesloten gebied. Hetchromosoomaantalvanvlagzalmis102(2n).Erzijngeengevallen gemeldvanhybridisatiemetanderesalmoniden.WelkandeEuropese vlagzalmgemakkelijkkruisenmetdeArctischevlagzalm.Hybridisatie tussen T. thymallus en T. arcticus ingebiedenwaardeverspreidingvan desoortenelkaaroverlapt,komtondernatuurlijkeomstandighedenvoor, bijvoorbeeldindeKararivier(Shubin&Zakharov,1984).

3.9 Populatiedynamica

Depopulatieopbouwvanveelvlagzalmpopulatieswordtgedomineerddoor relatiefveeljongeexemplarenvanwegedegrotehengeldrukopdeze vissoort(Jankovič,1964).Inveelrivierenwordenvlagzalmenmee genomen,vanwegedehogeconsumptiewaardevandevis.Insommige zwaarbevisteZwitsersevlagzalmpopulatieszijnmaar6%vandevissen ouderdantweejaaren0,3%isouderdan3jaar(Northcote,2000). DepopulatieopbouwvanvlagzalmeninvoortweeEngelserivierenis beschrevenvooreenperiodevantweejaarinTabel3.6. Tabel 3.6 Populatiesamenstelling oktober 1968 tot oktober 1970. (Woolland & Jones, 1975).

Leeftijdsklasse LlynTegid UpperDee DeeCorwen aantal % aantal % Aantal % 0+1 155 15,3 197 11,4 7 10,0 1+2 570 56,2 1033 59,6 28 40,0 2+3 219 21,6 392 22,6 20 28,6 3+4 55 5,4 67 3,9 8 11,4 4+5 14 1,4 32 1,8 6 8,6 5+6 1 0,1 10 0,6 0 6+7 0 1 0,1 1 1,4 7+8 0 1 0,1 0 Totaal 1014 1733 70 De0 +en1 +leeftijdsklasseisslechtvertegenwoordigd.Waarschijnlijk wordtditveroorzaaktdooreeninefficiëntebemonsteringsmethodevoor jongevis.IndeDeebijCorwenkomenmeeroudereexemplarenvoor (Woolland&Jones,1975). Mallet et al. (2000)geveneenoverzichtvandepopulatieopbouwvan vlagzalmdoorsnorkelobservatiesintweezijrivierenvandeAin(stroom gebiedRhône).Desamenstellingvandebeidepopulatieswasalsvolgt (zietabelopdevolgendebladzijde):

© 2007 Sportvisserij Nederland 36

- Ecologische kennis -

Tabel 3.7 Jaarklassesamenstelling vlagzalm in twee Franse rivieren (bron Mallet et al., 2000).

Gévrieux Mollon 0+ 1+ 2+ 0+ 1+ 2+ Aantal 135 43 26 160 160 64 Gem.Lengte 10,5 24,6 36,9 10,2 24,3 37,0 Minmaxlengte 713 1828 3047 713 2028 3045 Nb2 +isde2 +jaarklassenenadultevissen. DebiomassavanvlagzalmwordtineenaantalOostenrijkserivieren geschattussende2,4en45,3kgperhectare(Uiblein et al. ,2001).Deze biomassaislagerdandebiomassaindejaren90vandevorigeeeuw. Deminimumpopulatieverdubbelingstijdis1,4–4,4jaren(K=0,12

0,26;tm=26;t max =14jaar:Fishbase). Indeliteratuurzijngeenaanwijzingenoverdeminimumpopulatiegrootte gevonden.

3.10 Parasieten / ziekten

VoorvlagzalmzijninEuropa69ziektenbeschreven.Deziekte veroorzakersbehorentot10taxonomischegroepen.Denham&Long (1999)beschrijvendeeerstewaarnemingvandeplatwormGyrodactylus thymalli inEngeland. Gyrodactylus salaris isnietaangetoondonder vlagzalmpopulatiesinEngeland.Meerdan400soortenvande ectoparasiet(aanbuitenzijdevandegastheerlevend) Gyrodactylus sp zijnbeschreven.Sommigesoortenkomenalleenindenoordelijke regionenvoor,andereziekteverwekkerskomenuitsluitendinhet Mediterranegebied.Devlagzalmismeestalgevoeligvoorziekte verwekkersdieookvoorkomenbijanderesalmoniden(Mytenev& Shyl’man,1985).Devlagzalmisookgevoeligvoordekarperluis( Argulus sp.)enbloedzuigers( Cystobranchus sp.).Invlagzalmkomenook bepaaldesoortenlintwormenvoor(Jankovič,1964). Devlagzalmisindezomerminderresistenttegenziekten.Ditkan wordenveroorzaaktdooreenlaagzuurstofgehalteinhetwaterofdoor verontreinigingen.

3.11 Bijzonderheden van de soort

InderivierdeAhr(zijrivierRijn)werdcirca25%mindervlagzalm, gestippeldealverenbarbeelenserpelinggevangenineenwinternade aanwezigheidvanaalscholvers( Phalacrocorax carbo ).Ecomorfologische veranderingen,vervuilingofvisserijinvloedenwerdenuitgeslotenals oorzaakvoordezeontwikkelingindeafnamevangenoemdevissoorten (Schwevers&Adam,1999).

© 2007 Sportvisserij Nederland 37 - Kennisdocument vlagzalm -

3.12 Plaats in het ecosysteem

3.12.1 Predatoren

Dejuvenielestadiavanvlagzalmwordengepredeerddoorsnoek, salmoniden,cypriniden,reigers,aalscholversenanderegewervelden, zoalsotters.Ouderestadiahebbenrelatiefweiniglastvanpredatie,otters enaalschoverswordenwelgenoemdalspredatorenvanoudereleeftijds klassen(Jankovič,1964;Suter,1995).

3.12.2 Competitie

Devlagzalmendeforelconcurrerenomruimteenvoedsel.Insystemen waardebeidevissoortennaastelkaarvoorkomen,blijktdeforelinde meerondieperedelenvoortekomen.Devlagzalmverplaatstzijnleef gebiednaarbredere,langzaamstromendeendieperesectiesvanderivier (Haugen&Rygg,1996;Degerman et al .,2000).Ookdegroottevande bekendekleineretandenvandevlagzalmwijzenopeenanderdieet (Jankovič,1964).Devlagzalmisbeterinstaatmollusken (zoetwatermosselen)teverterendanforel,omdatdevlagzalmeensterke gespierdemaagheeft(Jankovič,1964). DevlagzalmkomtvolgensMüller(1961)vaakvoormetdesoortenzalm (3locaties),rivierdonderpad(3locaties),elrits(3locaties) Lota vulgaris (waarschijnlijkkwabaal,ook3locaties)ensnoek(1locatie)vooropdrie onderzochtelocatiesineenbeek. InOostenrijkkomtop5locaties(1999)devlagzalmvoornaastde soorten:Oekrainischebeekprik( Eudontomyzon mariae ),beekforel, regenboogforel,Huchen(Donauzalm),kwabaal,kopvoorn, rivierdonderpadeneendonauserpeling.Desoortenrijkdomvarieerdevan 4tot9soorten(Uiblein,2001).Indetotaleonderzoeksperiodeingrotere delenvanOostenrijkisdevlagzalmtegelijkaangetroffenmet22andere vissoorten(Uiblein,2001).

© 2007 Sportvisserij Nederland 38

- Habitat- en milieu-eisen -

4 Habitat- en milieu-eisen

4.1 Algemeen

VoordearctischevlagzalmiseenHGImodelontwikkeld(Hubert et al. , 1985).HetmodelisgebaseerdopdesituatieinNoordAmerikaenhet betrefteenanderesoort.Hetmodelkandusnietzondermeertoegepast wordenopdeEuropesesituatie.IndienervoordeEuropesesoortgeen gegevenszijngevondenisgebruikgemaaktvanhetNoordAmerikaanse model.

4.2 Watertemperatuur

Paaiperiode Detemperatuurwaaropgepaaidwordtis6tot10°C(ondergrens)en10 14,6°C(bovengrens).Inzuidelijkeregionenbegintdepaaieerder (maartapril)danindenoordelijkeregionen(meitotmiddenjuni). Eifase Eenwatertemperatuurtussende7en11ºCisoptimaalvoorhetuit komenvandeeieren.Bijwatertemperaturenlagerdan5ºCofhogerdan 15ºCdaalthetuitkomstpercentagetotonderde50%.Bijeen toenemendetemperatuurneemthetaantaldagenvanhetmomentvan bevruchtingtothetuitkomenaf.Bijeentemperatuurvan9ºCduurthet 1921dagentotdat5%vandelarvenisuitgekomen,nanogeens3tot5 dagenis90%uitgekomen,ditisookhetmaximaleuitkomstpercentage. Bij15gradenisna10tot12dagen5%vandeeierenuitgekomenenna nogeens2dagenis75%uitgekomen,ditisookhetmaximaleuitkomst percentage(Humpesch,1985).Northcote(1995)meldt180220 daggradenvoorhetuitkomenvandeeieren. IneenOostenrijkslaboratoriumwerdendevolgendeuitkomsten vastgesteld.Demortaliteitbereikte100%bijtemperaturenboven16ºC. Derelatietussenhetaantaldagentussenbevruchtingenuitkomenwerd beschrevenalsy=a/(xb) c,(y=aantaldagen,a=6484,6,b=5,103,c= 2,099).DezerelatiewordtookweldeBelehradekfunctiegenoemd.Een functiemeteenexponentgeefteenbeterefitdaneenanderecurve,zoals eenlineaire.Indezecurvekomendebevruchteeierenna21,7dagenuit bijeentemperatuurvan10ºC(Jungwirth&Winkler,1984).Ditkomt goedovereenmetdeeerderbeschrevenrelatie,maarnietmetde gegevensvanHochleithner(2001).Haugen(2000)noemt264tot280 daggradenalscumulatievetemperatuurvoorhetuitkomenvandeeieren inNoorwegen.Hijvergeleek8populatiesvanvlagzalmbinneneen riviersysteem. © 2007 Sportvisserij Nederland 39 - Kennisdocument vlagzalm -

Adulte stadium HetCriticalThermalMaximum(CMT)isineenproefbepaaldvoor3 groepenarctischevlagzalmen.Devissenwerdengewendaaneen constantewatertemperatuur(8,4,16,0en20,0ºC).DeUpperincipicent temperatuur(UILT)wasvoordedriegroepen23,0,23,0en25,0graden. Dezewaardenkomenovereenmetdewaardendieineerdereonder zoekeninAlaskazijnwaargenomen(Lohr et al. ,1996). IneenexperimentinFrankrijkwerdenvlagzalmen10dagen geacclimatiseerdbij20ºC.Voorvlagzalmdiewerdblootgesteldaaneen temperatuurvan26,2Cwasdesterftena24uurcompleet(Kraiem& Pattee,1980).Northcote(1995)noemtookeengrensvan25ºCals maximumtemperatuurinBritishColumbia. IndeKeersop(Nederland)kunnenvolwassenvlagzalmeneenwater temperatuurvan24ºCoverleven(pers.mededelingF.Moquette).

4.3 Zuurstofgehalte

Vlagzalmenhebbenzuurstofrijkwaternodig.Indeliteratuurzijnweinig exactegegevenshierovergevonden.Demeesteglobalezuurstofwaarden gevenaandatvlagzalmeenzuurstofgehaltevan4a5mg/lofhoger prefereert. BijeenexperimentinFrankrijkwerdenvlagzalmenblootgesteldaanlage zuurstofgehalten.Na24uurbleekeenconcentratievan3,6mg/ldodelijk voorallevlagzalmen.Bijdriesoortencyprinidenwerdluchthappenbij zuurstofgebrekwaargenomen,bijvlagzalmniet(Kraim&Pattee,1980).

4.4 Zuurgraad

Müller(1961)noemteenpHvan5,5tot6,5optimaalinhumushoudende bekenenmeren,waarvlagzalmenvoorkomen.

4.5 Doorzicht en licht

Devlagzalmvoedtzichnietgedurendedenacht.Devlagzalmiseen zichtjagerenheeftdushelderwaterenlichtnodig.

4.6 Saliniteit

Preferentiesvoorsaliniteitzijnnietgevonden.Indegebieden(beken, rivierenenbergmeren)waarvlagzalmvoorkomtzullendezoutgehalten laagzijn.Fysiologischmoetdevlagzalmhetvermogenhebbenzich tenminsteaanbrakwatertekunnenaanpassen.Müller(1961)noemt zoutgehaltenvan1,5en2,7‰inhetZweedsescherengebiedwaarde anadromevlagzalmenvoorkomen.

© 2007 Sportvisserij Nederland 40

- Habitat- en milieu-eisen -

Geschikt habitat voor de vlagzalm (foto: Sportvisserij Nederland)

Geschikt habitat voor de vlagzalm (foto: Sportvisserij Nederland)

© 2007 Sportvisserij Nederland 41 - Kennisdocument vlagzalm -

4.7 Stroomsnelheid / debiet / getijverschil

VolgensNykaenen&Huusko(2002)moetdestroomsnelheidopde paaiplaatsaandebodemcirca30tot60cm/szijn.Jankovič(1964)noemt devolgendeeisenvoorgeschiktpaaihabitatindeLuleÄlv(Zweden): stroomsnelheid0,4–0,7m/s,diepte20tot40cmengravelals substraat.InFrankrijkwerdoptweerivierenhetpaaihabitatonderzocht. Degemiddeldewaardenzijnstroomsnelheid49cm/s(range2692, n=150)opdepaaiplaats(Sempeski&Gaudin,1995 a). Jongelarvenvan1520mmblekenindebovenstewaterlagenkortlangs derivieroeverteverblijven,waardestroomsnelheidlagerdan20cm/sis endedieptemaximaal40cmis(Sempeski&Gaudin,1995 a,b ).Bijde overgangvanfrynaarparrvindteentweedebelangrijkeoverganginhet habitatplaats.Vanafeenlengtevan3540mmwerdentoenemende aantallenjuvenielenaangetroffenindehoofdstroom,waarzenabijde bodemverbleven.Destoomsnelhedenaldaarvarieerdenvan1550cm/s, destroomsnelheidbijdebodemligttussende20en40cm/s,meteen voorkeurvoorsnelhedentussen20en30cm/s(Sempeski&Gaudin, 1995 b). DoorMallet et al. (1999,2000)wordenhabitatpreferentiesvanvlagzalm inFrankrijkvoordestroomsnelheidgegeveninrelatietotdewaterdiepte. Allejaarklassenpreferereneenstroomsnelheidtussende70en110cm/s.

4.8 Waterdiepte

Depaaiplaatsenliggenmeestalopeenwaterdieptevan10tot40cm. DoorMallet et al. (1999,2000)wordenhabitatpreferentiesvanvlagzalm voordewaterdieptegegeven.De0+/1+/adultsprefererenwaterdieptes tussen5060;80120;100140cm.Ditzijngemiddeldenvantweevrij sterkverschillenderiviertjes.Dehabitatvoorkeurenzijndeelsafhankelijk vanhetbeschikbarehabitat.

4.9 Bodemsubstraat

InFrankrijkwerdoptweerivierenhetpaaihabitatonderzocht.De gemiddeldewaardenzijnstroomsnelheid49cm/s(range2692,n=150) waterdiepte1040cm,substraatisgravelandstenen(gem2,64cm).De waterdieptewaaropgepaaidwerd,verschildesignificanttussendebeide rivieren(Sempeski&Gaudin,1995 a).Opbasisvandegevonden gegevensenhetsignificanteverschilinwaterdiepteopdepaaiplaatszou opregionaleverschillenkunnenduiden,hetlijktalsoferinhetnoordenop gemiddeldgroteredieptewordtgepaaid.Vooreenkunstmatigpaaibedin debovenRijnwerdgrindgebruiktmeteendiametervan1650mm. Devlagzalmheeftvoorkeurvoorpaaigrondenmeteendominant substraattypetussende16en32mm,eenwaterdieptevan40110cm eenstroomsnelheidvan40tot90cm/s.DoorMalletet al. (1999,2000) wordenookhabitatpreferentiesvanvlagzalmvoorhetbodemsubstraat gegeven.InderivierGévrieux(Frankrijk)hebbenouderevlagzalmeneen voorkeurvoorcoarsesand(0.5–2mm)tot15.6cm(coarsecobble).In

© 2007 Sportvisserij Nederland 42

- Habitat- en milieu-eisen -

hetnabijgelegenriviertjeMolloniscoarsesandsubstraatwelbeschikbaar, maarwordtgeheelnietbenutwordtdoorouderevlagzalmen. Bijdeovergangvanfrynaarparrvindteentweedebelangrijkeovergang inhethabitatplaats.Vanafeenlengtevan3540mmwerden toenemendeaantallenjuvenielenaangetroffenindehoofdstroom,waarze nabijdebodemverbleven.Devoorkeurgaatuitnaarfijnestenenengrof gravel(verhouding60:40)ofgrofenfijngravel(verhouding60:40) (Sempeski&Gaudin,1995 b).

4.10 Vegetatie

Erzijngeenaanwijzingengevondendatdevlagzalmonderwatervegetatie nodigheeftineenlevensstadium.Instreamcoveriswelvanbelangvoor delarvendiezichlangsdeoeverophouden.VolgensNykaenen&Huusko (2002)moethetaandeelinstreamvegetatiebedekkingopdepaaiplaats minderzijndan10%.

4.11 Waterkwaliteit

Müller(1961)noemtalsgeschiktehardheidvoorwaterwaardenvoor watereninZwedenvan0.50.8ºdH.

4.12 Migratie

Devlagzalmkanergsnelzwemmenenzalnietsnelhinderondervinden vannatuurlijkeobstakels.Bijeenlengtevan7tot37cmvorklengtekan eenarctischevlagzalmeenkritischezwemsnelheidvan36,3x vorklengte^ 0,19 gedurendemeerdan600secondenvolhoudenbijeen temperatuurvan12tot20ºC.(0,8m/stot1,1m/s;Wolter&Arlinghaus, 2003). Mitseenvispassagegoedfunctioneertzaldevlagzalmdevispassagegoed kunnenpasseren.

© 2007 Sportvisserij Nederland 43 - Kennisdocument vlagzalm -

© 2007 Sportvisserij Nederland 44

- Visserij -

5 Visserij

Devlagzalmisnietvanbelangvoordeberoepsvisserij.Aanheteindevan de19 eeeuwschijnterwelberoepsmatigopdeAmurvlagzalmgevistte zijn,erwordenvangstenvan27000kiloperjaarvermeld.Devlagzalm staatinhoogaanzienbijdesportvisserij.Devlagzalmiseenattractieve vis,maarhadvroegerinvelerivierenwaarzalmvoorkwamnietzo’n goedenaamenmenschaardedevlagzalmwelondercoarsevis(witvis), metnameinEngeland.Devlagzalmenwerdenbijvangstaltijdgedood (culling). Devisserijdrukdoordesportvisserijinsommigeriviereniserghoog,in eenNoorserivierwordtjaarlijksperkilometer2000hengelurenbesteed aandevangstvanvlagzalm.Inzwaarbevistepopulatieswordenernstige verwondingenaandebekgerapporteerd.Totwel41%vandevissen vertoontbeschadigingenveroorzaaktdoorhakenbijhetaanslaan. InzijrivierenvandePechora(Rusland)vindtookoverbevissingplaats (Northcote,2000). Doorsportvisserswordtmeestalmetdevliegenhengelopvlagzalmgevist. Metdezehengelwordteenkunstvliegofimitatievaneenprooidierinhet wtergebracht.Devlagzalmkanookaankunstaasalskleinespinners wordengevangen.Hetvangenvaneenvlagzalmaaneenwormofeen isookmogelijk,maarwordtoverhetalgemeenalsonsportief ervaren,vanwegedegoedevangkansen. VoordeEuropesevlagzalmzijngeengegevensgevondenoverhetaantal hengelurenofdebestedingvansportvissersomopdezevissentekunnen vissen.VoordeNoordAmerikaansesoortzijnwelgegevensbekendover reeksenvanjaren(BCHydrowebpagina).

© 2007 Sportvisserij Nederland 45 - Kennisdocument vlagzalm -

Een stuw maakt migratie onmogelijk (foto: Sportvisserij Nederland)

Een vliegvisser (foto: Sportvisserij Nederland)

© 2007 Sportvisserij Nederland 46

- Visserij -

Bedreigingen InOostenrijkisindiversepublicatiesbeschrevendatdevlagzalm populatiesafnemen.Sinds1997isdestatusvandevlagzalmin Oostenrijkendangered(Uiblein et al .,2001).Mallet et al. (1999)noemt hetverdwijnenvanvlagzalmpopulatiesinFrankrijk.Persat(1996)noemt ookeenafnamevanvlagzalmpopulatiesinheelEuropa. VoordeNederlandsesituatiegeldtdatvlagzalmslechtslokaalen incidenteelvoorkomt,behalveinenkelegrensoverschrijdenderivierenof beken,zoalsdeEiffelRoer.Devooruitzichtenvoorherstelvanvlagzalm populatiesinNederlandzijnsterkafhankelijkvanhabitatrestauratie.In groterebekenalsdeGeulenEiffelRoerkunnenmogelijkweerzichzelf instandhoudendepopulatiesvanvlagzalmenvoorgaankomen. Deafnamevanvlagzalmpopulatieswordtgewijdaandetoenamevanfijn sediment(slib),dammeninrivieren,gebrekaanpoolrifflesequenties,en bio/chemischevervuiling.Regenboogforelconcurreertmetdevlagzalm omvoedselenruimte.(Uiblein et al. ,2001).Bijorganischebelastingvan beekofrivierwaterverdwijntdevlagzalmmeestalalseerstesoortinde visgemeenschapMüller(1961).Nietpasseerbarestuwenzijneengrote bedreigingvoorvlagzalmenineenlaaglandbeek(Meyer,2001). InZwedenheeftdevlagzalmtelijdengehadvanverzuring,rivierregulatie enoverbevissingenbestaandepopulatiesmomenteeluitlagedichtheden dievoornamelijkbestaanuitjongeexemplaren(Carlstein,1995). Doordiverseauteurswordtdegevoeligheidvanvlagzalmvoor biochemischevervuilinggenoemd(o.a.Uiblein,2001).Devlagzalmheeft eenhogeconcentratiezuurstofnodigenzalbijeenmindergunstige zuurstofhuishoudingsnelverdwijnen. OokMallet et al. (1999)noemthetverdwijnenvanvlagzalmpopulatiesin Frankrijkdoorhabitatdegradatie,vervuilingenoverbevissing. Habitatdegradatiewordtvooreenbelangrijkdeelveroorzaaktdoor regulatievanriviertjesdoorbijvoorbeelddammenenstuwen,waardoor devariatieinstroomsnelheidafneemt.Hierdoorverdwijntookallerlei specifiekhabitatdatnodigisvoorhetvoltooienvandegehele levenscyclusvandevlagzalm.Doordebouwvandammenmet waterkrachtcentraleskandestroomsnelheidstroomafwaartsvande waterkrachtcentraleenormvariëren.Ditwordtvaakalseengroot probleemgezienbijhetbeheervanvlagzalmpopulaties(Northcote,1995). Deimpactvanaalscholversopdevlagzalmpopulatielijktgeringtezijn. Vaakisdehengeldrukvangroterinvloedopdepopulatie.Welworden vaakwondenopdevisontdekt,dietoegeschrevenkunnenwordenaan aalscholvers.IneenpopulatievlagzalmeninZwitserlandwerdenop10tot 16%vanallejaarklassenvissenrecentewondenvanaalscholvers aangetroffen.Deauteursteltdatnegatieveimplicatiesvanzulke verwondingenopdepopulatienietbekendzijn(Suter,1995).Inderivier deAhr(zijrivierRijn)werdcirca25%mindervlagzalm,gestippeldealver enbarbeelenserpelinggevangenineenwinternadeaanwezigheidvan aalscholvers( Phalacrocorax carbo ).Ecomorfologischeveranderingen, vervuilingofvisserijinvloedenwerdenuitgeslotenalsoorzaakvoordeze ontwikkelingindeafnamevangenoemdevissoorten(Schwevers&Adam, 1999). © 2007 Sportvisserij Nederland 47 - Kennisdocument vlagzalm -

© 2007 Sportvisserij Nederland 48

- Beheer -

6 Beheer

Diversevlagzalmpopulatieshebbendeafgelopendecenniasterkteleiden gehadvanmenselijkeinvloeden.Hetherstelvanvlagzalmpopulatieskan opmeerderemanierenbenaderdworden.Habitatverbeteringenvisserij regulatielijkendemeestepositieveinvloedtehebbenopvlagzalm populaties.Bijhabitatverbeteringmoetwordengedachtaanhet terugdringenvanverontreinigingenenhetherstellenvandenatuurlijke situatieineenbeek,waardoormeerdiversiteitinhetmilieuontstaat. Anderemogelijkebeheersmaatregelenzijn(Northcote,1995): • Beherenvandeafvoervanenergiecentrales,piekafvoerendienen vermedenteworden; • Predatorenconcurrentiecontrole; • Prooidieren(invertebraten)introduceren; • Paaienopgroeifaciliteitenbieden; • Vissenopkwekeninkwekerijen. Bijvisserijregelgevingkunnendevolgendemaatregelenwordengenoemd (Jankovič,1964): • Instellenvaneengeslotenperioderuimvoordepaaitotruimnade paai.InTsjechiëenaangrenzendelandengeldteenverbodvan1 januaritothalfjuni. • Hetinstellenvaneenminimummaatvoorhetmeenemenvanvissen. Insommigelandenisdeminimummaat30cm,maarook40cmkomt voor.Bedachtdienttewordendatouderevrouwtjesveeleierengeven enduswaardevolzijn. • Maximumaantalmeetenemenvisseninstellenofeentotaal meeneemverbodinstellen. • Visserijverbodvoorbepaalderivierdelenofeenlangereperiodevan bijvoorbeeld9maanden. • Bijernstigbedreigdepopulatieskunnenookdrastischebeperkingen, zoalseentotaalvisverbodwordeningesteld. VoorhetherstelvanpopulatiesindeNederlandsebekenlijkteen internationaleaanpakvanbelang,omdatdepotentieelgeschiktebeken grensoverschrijdendzijn.Vooreennatuurlijkevlagzalmpopulatiein Nederlandlijkendemogelijkhedenbeperkt.Hetontbreektmomenteelaan geschikthabitat.Aanmogelijkelocatiesvoorherintroductiemoetgedacht wordenaandeGeul,RoerendeGrensmaas. Kweken Vroegerwashetbevruchtenvanvlagzalmeierenproblematisch,omdat vrouwtjesnietgoedgeslachtsrijpwerdeningevangenschap.Doorhet toepassenvanhormonenisditverbeterdenkanvlagzalmooksuccesvol kunstmatigbevruchtworden.Vlagzalmkandusookuitgezetworden, hoewelmenrekeningdienttehoudenmetdegenetischeintegriteitvan eenpopulatieenmetziekteinsleep. © 2007 Sportvisserij Nederland 49 - Kennisdocument vlagzalm -

Elektrovisserij JuvenieleArctischevlagzalmlijktvrijgevoeligvoordeeffectenvan elektrischestroomopdelengteengroei.InhetbeheervanEuropese populatiesdientdaarmeerekeningtewordengehouden.Afhankelijkvan detijdwaaraandevlagzalmenwerdenblootgesteldendegebruikte stroomsoortblekenjuvenielevlagzalmengrotegroeivertragingenopte lopentenopzichtevandecontrolegroep.Voordeoverlevingvandevisin dewinterkanditcruciaalzijn.Devlagzalmendiewerdenblootgesteldaan gepulseerdegelijkstroomvan60Hzgedurende5of10seconden,bleken 9tot17mmslechtergegroeidtezijnna100dagen.Hetgewichtvandeze vissenwas17tot26gramlager(Dwyer&White,1997). Genetica Hetverspreidingsgebiedvanvlagzalmisvrijgrootendekansdatdesoort geheeluitsterftlijktdaaromklein.Morfometrischeengenetischestudies hebbenaangetoonddathetomgeïsoleerdepopulatiesgaat.Hetlijktdus vanbelangdezepopulatieszogoedmogelijktebehouden.Door uitzettingenvangenetischnietnauwverwanteexemplarenkaneen verliesaanallochtonegenenontstaan.Doordiverseauteurswordtdus voorzichtigheidbepleitomvissenmaargemakshalveuittezetten. Habitatverbeteringheeftmeerenstructurelerepositieveeffecten(Persat, 1996).

© 2007 Sportvisserij Nederland 50

- Kennisleemtes -

7 Kennisleemtes

Overhetbeheervanvlagzalmpoulatiesinhetbuitenlandisrelatiefveel bekend.Mogelijkzijnuitdezestudiesderuimtelijkeeisenvanvlagzalmte bepalen.Hieroverisgeeninformatiegevondenindebestudeerde literatuur. Kennisoverhetbeheerofhettoepassenvanbeheertenaanzienvan vlagzalmpopulatiesinNederlandisnietaanwezig.

© 2007 Sportvisserij Nederland 51 - Kennisdocument vlagzalm -

Verklarende woordenlijst

term omschrijving allometrisch veranderingenindeproportievandelenvaneen organismealsgevolgvangroei. allopatrisch populatiesdieingescheidengeografischegebieden voorkomen anadroom vissoortendiehetgrootstedeelvanhunvolwassenleven doorbrengeninhetzoutewaterenvoordepaaide rivierenoptrekken. circuli eenafzonderlijkdonkerbandjeineenschubvaneenvis. Deafzonderlijkecirculivormeneenzomerbandofeen winterband.Ineenzomerbandliggendecirculiverderuit elkaardanineenwinterbandenzijnhiermeeeen indicatievoordegroeitussendeverschillendeseizoenen. clasping omvattenvandepartnerdoorhetmannetjemetzijn (rugvin) groterugvin. endangered populatie(s)zal/zullenoplangeretermijnverdwijnenals geenmaatregelengenomenworden. frystadium stadiumvanafvrijzwemmendelarvetoteenlengtevan 2,5cm,hetstadiumwaaropdeeersteschubbengevormd worden.Inditstadiumwordendevisjesookwel fingerlinggenoemd. hermafrodiet organismemetmannelijkeenvrouwelijke geslachtskenmerkenengeslachtsorganen. homing hetvermogenomterugtekerennaarde geboorteplaats/rivier. induceren ingangzetten,opgangbrengen. isometrisch gelijkmatigeveranderingvandelenvaneenorganisme alsgevolgvangroei. poolriffle hetgeheelvaneenstroomversnellingeneenpoel.Een sequentie stroomversnellingwordtgekenmerktdoorhogerestroom snelhedenovereenondieperdeelvandebeek.Hetwater isvaakturbulentalsergrotestenenaanwezigzijn.Een poel(pool)iseendieperdeel,metlagere stroomsnelheden. promiscue afpaaiendmetmeerderepartnersvanhetandere geslacht. lacustrien levenswijzewaarbijeengrootdeelvanhetlevenvaneen vissoortverbondenisaaneenmeer. parrstadium stadiumvanjongesalmonideindeperiodevoorde migratie,maarnahetverlatenvanhetpaaibed. shear matevanturbulentievanhetwateroppervlak. stresses sympatrisch populatiesdieindezelfdeofoverlappendegeografische gebiedenvoorkomenmaardienietonderling voortplanten.

© 2007 Sportvisserij Nederland 52

- Verwerkte literatuur -

Verwerkte literatuur

Bardonnet,A.,Gaudin,P.,1990.Dielpatternofemergenceingrayling (Thymallus thymallus ).CanadianJournalofZoology.Vol.68,no.7,pp. 465469,1991. Bardonnet,A.,Gaudin,P.,1991.Influenceofdailyvariationsoflightand temperatureontheemergencerhythmofgraylingfry( Thymallus thymallus ).CanadianJournalofFisheriesandAquaticSciences.Vol. 48,no.7,pp.11761180. Bardonnet,A.,Gaudin,P.,Thorpe,J.E.,1993.Dielrhythmofemergence andfirstdisplacementdownstreamintrout(Salmotrutta),Atlantic (S.salar)andgrayling( Thymallus thymallus ).JournalofFish Biology.Vol.43,no.5,pp.755762. Berg,L.S.1948.FreshwaterfishesoftheU.S.S.R.andadjacentcountries: deel1.4theditionimprovedandaugmented.IPSRPress,1962. Broughton,R.B.,1989.Grayling,thefourthgameFish.TheCrowood Press,Marlborough. Bachuta,J.,A.Witkowski,B.Kokurewicz,1991.Anhermaphrodite grayling, Thymallus thymallus (L.)fromtheNysaKlodzkaRiver(Lower Silesia,Poland).JournalofFishBiology.Vol.38(6).;p.p.955957. Carlstein,M.,1995.GrowthandsurvivalofEuropeangraylingrearedat differentstockingdensities.AquacultureInternational.Vol.3,no.3, pp.260264,1995. Crisp,D.T.,1993.Theenvironmentalrequirmentsofsalmonandtroutin freshwater.FreshWaterForum.Vol.3(3),p176201. Darchambeau,F.,Poncin,P.,1997.Fieldobservationsofthespawning behaviourofEuropeangrayling.JournalofFishBiology.Vol.51,no.5, pp.10661068. Deegan,L.A.,Golden,H.E.,Harvey,C.J.,Peterson,B.J.,1999.Influence ofEnvironmentalVariabilityontheGrowthofAge0andAdultArctic Grayling.TransactionsoftheAmericanFisheriesSociety.Vol.128,no. 6,pp.11631175. Degerman,E.,Näslund,I.,Sers,B.,2000.Streamhabitatuseanddietof juvenile(0+)browntroutandgraylinginsympatry.Ecologyof FreshwaterFish.Vol.9,no.4,pp.191201. Denham,K.L.,Long,J.,1999.OccurrenceofGyrodactylusthymalli Zitnan,1960ongrayling, Thymallus thymallus (L.),inEngland.Journal ofFishDiseases.Vol.22,no.3,pp.247252. deNie,H.W.,1997.AtlasvandeNederlandseZoetwatervissen.Media Publishing,Doetinchem. deNie,H.W.&G.vanOmmering.1998.Bedreigdeenkwetsbare zoetwatervisseninNederland.ToelichtingopdeRodeLijst.IKC Natuurbeheer,Wageningen. Dyk,V.,1959.ZurBiologieundPhysiologiederÄschenvermehrung. ZeitschriftfürFisherei.Ed.H.H.Wundsch.BandVIIIN.F.Heft1bis8. Dwyer,W.P.&R.G.White,1997.Effectofelectroshockonjuvenilearctic graylingandyellowstonecutthroattroutgrowth,100daysafter treatment.NorthAmericanJournalofFisheriesManagement.Vol17, no1,p174177.

© 2007 Sportvisserij Nederland 53 - Kennisdocument vlagzalm -

Fleming,D.F.,J.B.Reynolds,1991.Effectsofspawningrundelayon spawningmigrationofArcticgrayling.AmericanFisheriesSoc., Bethesda,MD(USA).BioengineeringSect.FisheriesBioengineering Symposium.,Afs,Bethesda,MD(USA),1991,pp.299305,American FisheriesSocietySymposium,no.10. Froese,R.andD.Pauly.Editors.2007.FishBase.WorldWideWeb electronicpublication. www..org version10/2007. Gerstmeier&Romig,2000.ZoetwatervissenvanEuropa.Tirion,Baarn. Gross,R.,Kuehn,R.,Baars,M.,Schroeder,W.,Stein,H.,Rottmann,O., 2001.GeneticdifferentiationofEuropeangraylingpopulationsacross theMain,DanubeandElbedrainagesinBavaria.JournalofFish Biology.Vol.58,no.1,pp.264280. Haugen,T.O.,2000.Earlysurvivalandgrowthinpopulationsofgrayling withrecentcommonancestorsfieldexperiments.JournalofFish Biology.Vol.56,no.2,pp.11731191. Haugen,T.O.,Rygg,T.A.,1996.Intraandinterspecificlifehistory differencesinsympatricgraylingandbrowntroutinaNorwegian reservoir.JournalofFishBiology.Vol.48,no.5,pp.964978. Haugen,T.O.,Rygg,T.A.,1996.Foodandhabitatsegregationin sympatricgraylingandbrowntrout.JournalofFishBiology.Vol.49, no.2,pp.301318. Hellawell,J.M.,1971.Thefoodofthegrayling Thymallus thymallus (L.)of theriverLugg,Herefordshire.JournalofFishBiology187197. Hochleithner,M.,2001.Lachsfische.BiologieundAquakultur.AquaTech publications,Austria. Hubert,W.A..,R.S.Helzner,L.A.LeeandP.C.Nelson,1985.Habitat suitabilityindexmodelsandinstreamflowsuitabilitycurves:Arctic graylingpopulations.U.S.FishWildl.Serv.Biol.Rep.82(10.110).34 pp. Hughes,N.F.,1992.RankingoffeedingpositionsbydriftfeedingArctic grayling(Thymallusarcticus)indominancehierarchies.Canadian JournalofFisheriesandAquaticSciences.Vol.49,no.10,pp.1994 1998. Hughes,N.F.,Reynolds,J.B.,1994.WhydoArcticgrayling(Thymallus arcticus)getbiggerasyougoupstream?CanadianJournalofFisheries andAquaticSciences.Vol.51,no.10,pp.21542163. Humpesch,U.H.,1985.Isthereanoptimumtemperatureforhatching successofsalmonidsandgrayling?.ÖsterreichsFischerei. Salzburg.Vol.38,no.10,pp.273279. Jankovič,D.,1964.SynopsisofbiologicaldataonEuropeanGrayling Thymallus thymallus (Linneaus,1758).EuropeanInlandFisheries AdvisoryCommission(EIFAC).FoodandAgricultureOrganizationofthe UnitedNations,Fisheriesdivision,Biologybranch.Rome,March1964. Jones,J.W.,1959.TheSalmon.Collins,London. Jungwirth,M .,&H.Winkler, 1984.Thetemperaturedependenceof embryonicdevelopmentofgrayling( Thymallus thymallus ),Danube salmon(Huchohucho),Arcticchar(Salvelinusalpinus)andbrown trout(Salmotruttafario).Aquaculture,vol.38,no.4,pp.315327, 1984. KleinBretelerJ.G.P.&G.A.J.deLaak,2003.Lengte–Gewichtrelaties Nederlandsevissoorten.DeelrapportI,versie2.Organisatieter

© 2007 Sportvisserij Nederland 54

- Verwerkte literatuur -

VerbeteringvandeBinnenvisserij,Nieuwegein.OVBrapportnummer: OND00074,13p Koskinen,M.T.,E.Ranta,J.Piironen,A.Veselov,S.Titov,T.O.Haugen, J.Nilsson,M.CarlsteinandC.R.Primmer,2000.Geneticlineagesand postglacialcolonizationofgrayling(Thymallusthymallus,Salmonidae) inEurope,asrevealedbymitochondrialDNAanalyses.Molecular EcologyVolume9Issue10,p1609. Koskinen,M.T.,Nilsson,J.,Veselov,A.J,,Potutkin,A,G.,Ranta,E., Primmer,C.R.,2002.Microsatellitedataresolvephylogeographic patternsinEuropeangrayling, Thymallus thymallus ,Salmonidae. Heredity[Heredity].Vol.88,no.5,pp.391401. Kraiem,M.,&Pattee,E.,1980.Latolerancealatemperatureetaudeficit enoxygenechezleBarbeau( Barbus barbus L.)etd'autresespeces provenantdeszonespiscicolesvoisines.ReichenbachKlinke,H.H. (ed.).Arch.Hydrobiol.,88(2),250261. Kratt,L.F.,Smith,R.J.F.,1980.Ananalysisofthespawningbehaviourof theArcticgrayling Thymallus arcticus (Pallas)withobservationson matingsuccess.JournalofFishBiology,17(6),661666. Kristiansen,H.,Doving,K.B.,1996.Themigrationofspawningstocksof grayling Thymallus thymallus ,inMjosa,Norway.Environmental BiologyofFish.47(1)pp.4350. Kurlykova,O.B.,Makoedov,A.N.,1995.Intraspecificdifferentiationof Arcticgrayling,Thymallusarcticus,inNortheastRussia.Journalof Ichthyology/VoprosyIkhtiologii.Vol.35,no.9,pp.220226;Vol.35, no.6,pp.748752. Lohr,S.C.,Byorth,P.A.,Kaya,C.M.,Dwyer,W.P.,1996.High temperaturetolerancesoffluvialArcticgraylingandcomparisonswith summerrivertemperaturesoftheBigHoleRiver,Montana. TransactionsoftheAmericanFisheriesSociety.Vol.125,no.6,pp. 933939 Maitland,P.S.&C.N.Campbell,1992.FreshwaterfishesoftheBritish Isles.TheNewNaturalist,HarperCollinsPublishers. Mallet,J.P.,Charles,S.,Persat,H.,Auger,P.,1999.Growthmodellingin accordancewithdailywatertemperatureinEuropeangrayling (Thymallus thymallus L.).CanadianJournalofFisheriesandAquatic Sciences.Vol.56,no.6,pp.9941000. Mallet,J.P.,N.Lamouroux,P.Sagnes&H.Persat,2000.Habitat preferenceofEuropeangraylinginamediumsizestream,theAinriver, France.JournalofFishBiology56,p13121326. Menzies,W.J.M.,1931.TheSalmon.2 nd edn.Blackwood,Edingburgh. Geciteerdin:Mills,D.H.,1970.SalmonandTrout:Aresource,its ecology,conservationandManagement.OliverandBoyd,Edingburgh. Meyer,L.,2001.Spawningmigrationofgrayling Thymallus thymallus (L., 1758)inanorthernGermanlowlandriver.ZoologicalInstitute, TechnicalUniversityofBraunschweigFasanenstr.3,38102 BraunschweigFRGArchivfürHydrobiologie.Vol.152,no.1,pp.99 117. Mills,D.H.,1970.SalmonandTrout:Aresource,itsecology,conservation andManagement.OliverandBoyd,Edingburgh. Mills,D.(ed.).,1989.EcologyandManagementofAtlanticSalmon.Dep. OfForestryandNaturalResourcesUniversityofEdingburgh.Chapmann andHall,London,NewYork. © 2007 Sportvisserij Nederland 55 - Kennisdocument vlagzalm -

Mitenev,V.K.&B.S.Shyl’man,1985.Ecogeographicanalysisofthe parasitesoftheEuropeanGrayling Thymallus thymallus (Thymallidae), invariouspartsofitsrange.JournalofIchtyology.Vol.24.No5,1984. Müller,K.,1961.DieBiologiederÄsche( Thymallus thymallus )imLuleÄlv (SchwedischLappland).ZeitschriftfürFischerei.BandXN.F.Heft13, 1961. Müller,K.,&L.Karlsson,1983.Thebiologyofthegrayling, Thymallus Thymallus L.incoastalareasoftheBothnianSea.AquiloSer.Zool. 22.p6568. Nijssen,H.,&S.J.deGroot,1987.DevissenvanNederland.KNNV, Utrecht,1987. Northcote,T.G,1995.ComparativebiologyandmanagementofArctic andEuropeangrayling(Salmonidae,Thymallus).ReviewsinFish BiologyandFisheries.Vol.5,no.2,pp.141194. Northcote,T.G.,2000.AnUpdatedReviewofGraylingBiology,Impacts, andManagement.Peace/WillistonFishandWildlifeCompensation Program,ReportNo.211.24ppplusappendices. http://www.bchydro.com/pwcp/pdfs/reports/pwfwcp_report_no_211.p df. Nykaenen,M.,Huusko,A.,2002.Suitabilitycriteriaforspawninghabitat ofriverineEuropeangrayling.JournalofFishBiology.Vol.60,no.5,p 13511354. OVB,1985.Cursusvissoorten Parkinson,D.,Philippart,J.,Baras,E.A.,1999.Apreliminary investigationofspawningmigrationsofgraylinginasmallstreamas determinedbyradiotracking.JournalofFishBiology.Vol.55,no.1, pp.172182. Pavlov,D.S.,V.K.Nezdolii,M.P.Ostrovskii,V.K.Fomin,2000.Durationof stay,distribution,andmigrationofthejuvenileEuropeangrayling Thymallus thymallus inthespawningtributary.JournalofIchthyology. Vol.40,no.7,pp.519525. Persat,H.,1996.Threatenedpopulationsandconservationofthe Europeangrayling, Thymallus thymallus (L.,1758).In:Conservationof EndangeredFreshwaterFishinEurope.A.Kirchofer&D.Hefti(eds.). BirkhäuserVerlagBasel/Switzerland. Poncin,P.,1994.Fieldobservationsonamatingattemptofaspawning grayling, Thymallus thymallus withafeedingbarbel,Barbusbarbus. JournalofFishBiology.Vol.45,no.5,pp.904906. Poncin,P.,1996.Afieldobservationontheinfluenceofaggressive behaviouronmatingsuccesintheEuropeangrayling.JournalofFish Biology.Vol.48,no.4,pp.802804. Redeke,H.C.,1941.Pisces(CyclostomiEuichthyes),in:Faunavan Nederland,10:1331;tevensverschenenals“Devissenvan Nederland”ijthof,Leiden). Reed,R.J.&J.A.M.McCann,1971.Totallengthweightrelationshipsand conditionfactorsfortheArcticgrayling,Thymallusarcticus(Pallus),in Alaska.TransactionsoftheAmericanFisheriesSociety.Vol.100,no.2, pp.358359. Schmidt,D.,O'Brien,W.J.,1982.PlanktivorousFeedingEcologyofArctic Grayling(Thymallusarcticus).CanadianJournalofFisheriesand AquaticSciences.Vol.39,no.3,pp.475482.

© 2007 Sportvisserij Nederland 56

- Verwerkte literatuur -

Schoeffmann,J.,1999.Thegrayling(Thymallinae)ofthethree differentcatchmentofMongolia.ÖsterreichsFischerei.Salzburg.Vol. 52,no.23,pp.6264. Schwevers,U.,Adam,B.,1999.Theeffectcormorant( Phalacrocorax carbo sinensis )onthefishcommunityoftheRiverAhr(Rhineland Palatinum).ÖsterreichsFischerei.Salzburg.Vol.51,no.89,pp.198 210. Sempeski,P.,Gaudin,P.,1995 a.Habitatselectionbygrayling1. Spawninghabitats.JournalofFishBiology.Vol.47,no.2,pp.256265. Sempeski,P.,Gaudin,P.,1995 b.Habitatselectionbygrayling2. Preliminaryresultsonlarvalandjuveniledaytimehabitats.Journalof FishBiology.Vol.47,no.2,pp.345349. Shubin,P.N.,Zakharov,A.B.,1984.HybridizationbetweenEuropean grayling, Thymallus thymallus ,andArcticgrayling,Thymallusarcticus, inthecontactzoneofthespecies.JournalofIchthyology.Vol.24,no. 4,pp.159162,1984. Shurikhina,L.A.,Tugarina,P.Ya.,Mednikov,B.M.,1986.Systematicsof Thymallidae(Salmoniformes)basedonDNAxDNAhybridization. JournalofIchthyology.Vol.26,no.2,pp.2429. Sikstrom,C.B.,1983.MovementsandgrowthofArcticgrayling (Thymallus arcticus )andjuvenileArcticchar(Salvelinusalpinus)ina smallArcticstream,Alaska.ProgressiveFishCulturist,vol.45,no.4, pp.220223. Suter,W.,1995.Theeffectofpredationbywinteringcormorants (Phalacrocaxcarboongrayling Thymallus thymallus andtrout (Salmonidae)populations.TwocasestudiesfromSwissrivers.Journal ofAppliedEcology.Vol32,no1,pp2946. Thorfve,S.,Carlstein,M.,1998.Poststockingbehaviourofhatchery rearedEuropeangrayling, Thymallus thymallus (L.),andbrowntrout, SalmotruttaL.,inaseminaturalstream.FisheriesManagementand Ecology.Vol.5,no.2,pp.147159. Uiblein,F.,Jagsch,A.,HonsigErlenburg,W.,Weiss,S.,2001.Status, habitatuse,andvulnerabilityoftheEuropeangraylinginAustrian waters.JournalofFishBiology.Vol.59,no.a,pp.223247,Dec.2001. Valentin,S.,Sempeski.,P.Souchon,Y.Gaudin,P,1994.Shortterm habitatusebyyounggrayling, Thymallus thymallus L.,undervariable flowconditionsinanexperimentalstream.FisheriesManagementand Ecology.1(1)pp.5765. Watson,R.1999.Salmon,Trout&Charroftheworld.Afisherman’s Naturalhistory.SwanHillPress,England Wheeler,A.,(1992).Alistofcommonandscientificnamesoffishesofthe BritishIsles.JournalofFishBiol.,41,Supp.A,137. Wolter,C.,&R.Arlinghaus,2003.Navigationimpactsonfreshwaterfish assemblages:theecologicalrelevanceofswimmingperformance. ReviewsinFishBiologyandFisheries.13:6389. Woolland,J.V.&J.W.Jones,1975.Studiesongrayling, Thymallus thymalllus L., inLlynTegidandtheupperRiverDee,NorthWales. JournalofFishBiology(1975)7,no.6,p749773.

© 2007 Sportvisserij Nederland 57 - Kennisdocument vlagzalm -

In deze reeks verschenen: 01. Kennisdocumentgrotemodderkruiper, Misgurnus fossilis (Linnaeus,1758) 02. KennisdocumentAtlantischesteur,Acipenser sturio (Linnaeus,1758) 03. Kennisdocumentgestippeldealver,Alburnoides bipunctatus (Bloch,1782) 04. Kennisdocumentsneep,Chondrostoma nasus (Linnaeus,1758) 05. Kennisdocumentpos, Gymnocephalus cernuus (Linnaeus,1758) 06. KennisdocumentAtlantischezalm, Salmo salar (Linnaeus,1758) 07. Kennisdocumentforel,Salmo trutta (Linnaeus,1758) 08. Kennisdocumentvlagzalm, Thymallus thymallus (Linnaeus,1758) 09. Kennisdocumentrivierdonderpad, Cottus gobio (Linnaeus,1758) 10. Kennisdocumentriviergrondel, Gobio gobio (Linnaeus,1758) 11. KennisdocumentEuropeseaalofpaling,Anguilla anguilla (Linnaeus,1758) 12. Kennisdocumentschol,Pleuronectes platessa (Linnaeus,1758) 13 Kennisdocumentsnoek, Esox lucius (Linnaeus,1758) 14. Kennisdocumentbarbeel, Barbus barbus (Linnaeus,1758)) 15. Kennisdocumentbittervoorn,Rhodeus amarus (Pallas,1776) 16. Kennisdocumentsnoekbaars, Sander lucioperca (Linnaeus,1758) 17. Kennisdocumentdiklipharder,Chelon labrosus (Risso,1827) 18. Kennisdocumentharing,Clupea harengus harengus (Linnaeus,1758) 19. Kennisdocumentkolblei,Abramis (of Blicca) bjoerkna (Linnaeus,1758) 20. Kennisdocument,winde Leuciscus idus (Linnaeus,1758) 21. Kennisdocumentzeebaars,Dicentrarchus labrax (Linnaeus,1758) 22. Kennisdocumentkarper, Cyprinus carpio (Linnaeus,1758) ZiedewebsitevooreendigitalePDFversieennieuwekennisdocumenten (http://www.sportvisserijnederland.nl/vis_en_water/)

© 2007 Sportvisserij Nederland 58

Sportvisserij Nederland Postbus162 3720AdBilthoven