De Traditie En Het Verlichte Denken
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
De traditie en het verlichte denken Politieke theorie, de burger en het publieke debat in de Republiek (1650-1704) Hans de Jong Hans de Jong Deze tekst is in licentie gegeven volgens een Creative Commons Naamsver- melding-NietCommercieel-GeenAfgeleideWerken 3.0 Nederland licentie. <http://creativecommons.org/licenses/by-nc-nd/3.0/nl> Gedrukt bij ZuidamUithof Drukkerijen, 2012 ISBN 978-90-393-5573-2 De traditie en het verlichte denken Politieke theorie, de burger en het publieke debat in de Republiek (1650-1704) Tradition and Enlightenment Political theory, the burgher and the public debate in the Dutch Republic (1650-1704) (with a summary in English) PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit Utrecht op gezag van de rector magnificus, prof.dr. G.J. van der Zwaan, ingevolge het besluit van het college voor promoties in het openbaar te verdedigen op vrijdag 22 juni 2012 des middags te 4.15 uur door JOHANNES ANNE DE JONG geboren op 11 april 1943 te Utrecht Promotor: Prof.dr. W.W. Mijnhardt Inhoud Woord vooraf v Inleiding 1 De omstandigheden 3 Vraagstelling en rechtvaardiging 8 Keuze van de bron van onderzoek 9 Representativiteit van de verzameling onderzochte pamfletten 11 Tekstinterpretatie van een omvangrijke en heterogene bron 18 Onderzoeksperspectief 20 Begrenzing van het onderzoek 21 Indeling van het boek 22 25 De burger en zijn beeld van de tijd 25 Hoofdstuk 1: ‘Burgers en ingesetenen’ 25 De doelgroep van het pamflet 26 Koper en lezer van het pamflet 31 Begripsverandering en het begrip burger in de literatuur 34 Hoofdstuk 2: Vijf politieke debatten 39 Het conflict tussen Willem II en Amsterdam (1650) 40 Het debat rond Interest (1662-1664) 47 Het Rampjaar (1672) 51 Het conflict tussen Willem III en Amsterdam (1690) 57 De Plooierijen(1702-1704) 61 Een politiek bewuste burger 65 Hoofdstuk 3: Het publieke debat 69 Een schets 71 Het pamflet 73 Het publieke debat in de jaren 1650-1704 81 De vrijheid van meningsuiting 84 Toegankelijkheid, informatievoorziening, publieke opinie 87 i 97 Maatschappelijk belang, bedreiging en verweer 97 Hoofdstuk 4: Het maatschappelijk belang 99 Hoofdstuk 5: Bedreiging van het maatschappelijk belang 107 De burger en zijn bestuur 107 Oligarchievorming bestuurlijke elite 113 De burger en de staat 119 Het maatschappelijk belang en centrale machtsuitoefening 131 Hoofdstuk 6: De politieke theorie in het verweer van de burger 135 De traditie van de politieke theorie 136 Voorkomen van de politieke theorie in de pamfletten 138 De dominantie van de aloude-constitutie denkwijze 140 De aloude-constitutie denkwijze en het republicanisme 151 Hoofdstuk 7: De aloude-constitutie denkwijze en politiek machtsmisbruik 163 171 Het verlichte denken en de traditie 171 Hoofdstuk 8: De veranderingen in het Godsbeeld, het mensbeeld en de methode van waarheidsvinding 177 Gods hand verdwijnt uit de geschiedenis 179 Een mensbeeld vol ‘quade passien en blinde driften’ 189 Waarheidsvinding en de continuïteit van de historische verklaring 202 Hoofdstuk 9: De politieke concepten van het verlichte denken en de aloude-constitutie denkwijze 209 Slotbeschouwing en samenvatting 219 Bijlagen 231 Bijlage A: Representativiteit pamflettencollectie Koninklijke Bibliotheek 231 Bijlage B: Verantwoording geselecteerde pamfletten 233 Pamfletonderwerpen in het jaar 1650 234 ii Populatie en steekproef: conflict Willem II/Amsterdam (1650) 236 Bijlage C: De KB nummers van de onderzochte pamfletten 241 Bijlage D: Rekenmodel aantal kopers en lezers, en bevolkingssegment 242 Tabellen 244 Tabel 1: De hoofdonderwerpen van het publieke debat 244 1650-1704 Tabel 2: De formele kenmerken van het onderzochte 245 politieke pamflet Tabel 3: Het voorkomen van de politiek-theoretische 246 argumentaties in de onderzochte pamfletten Tabel 4: De categorieën van argumentatie in de 246 onderzochte pamfletten Tabel 5: Het wereldbeeld in de onderzochte pamfletten 247 Tabel 6: Het godsbeeld in de onderzochte pamfletten 248 Tabel 7: Verwijzingen naar de canon van het denken 249 in de onderzochte pamfletten (filosofen, politieke denkers en historici) Tabel 8: De rol van het mensbeeld in de onderzochte pamfletten 253 Tabel 9: Voorkomen van de aloude-constitutie denkwijze en het burgerlijk humanisme in de onderzochte pamfletten 253 Grafieken 255 Grafiek 1: De procentuele verdeling van de KB pamfletten per jaar 255 Grafiek 2: Voorkomen politieke theorie in de pamfletten 256 Grafiek 3: Afname beroep goddelijke autoriteit in de pamfletten 257 Grafiek 4: Afname beroep op de autoriteit van het denken 257 Grafiek 5: Beroep op de autoriteit van de traditie (de geschiedenis) 258 Grafiek 6: Betekenis mensbeeld in de pamfletargumentaties 258 Summary: Tradition and Enlightenment 259 Literatuur 268 Bron 268 iii Primaire literatuur 268 Secundaire literatuur 269 Register 286 Curriculum vitae 290 iv Woord vooraf Na en beroepsleven waarin ik mij vooral bezig hield met de toekomst, richtte ik mij in 1998 op het verleden door een deeltijdstudie geschiedenis aan de Universiteit van Utrecht. Het contrast lijkt groter dan het is, want in mijn werkzaamheden speelden extrapolaties van het verleden vaak een be- langrijke rol. De belangstelling voor het verleden was altijd al latent aanwe- zig, waarbij het vooral ging om een nieuwsgierigheid naar de manier waarop de mens in het verleden dacht. Door een zeker toeval ging mijn doctoraal- scriptie over Franciscus van den Enden (1602-1674), bekend als de leer- meester Latijn van Baruch de Spinoza. Mijn doctoraalscriptie liet de vraag open waarom zijn vooruitstrevende politieke denkbeelden, waarin de burger centraal stond, geen enkele aandacht trokken in bredere kring van de bevol- king. Deze vraag vormde de aanleiding en drijfveer om in 2005 met een promotieonderzoek te beginnen met als onderwerp de betekenis van de poli- tieke theorie voor de burger. Dit boek is hiervan de neerslag. Mijn promotieonderzoek is een verrijkende ervaring geweest door de kennismaking met de werken uit de traditie van de politieke theorie, door de rijkdom van de secundaire literatuur die daarop betrekking heeft en door de worsteling dit te begrijpen en te plaatsen. Een mensenleven is te kort om daarin volledig te slagen, laat staan de promotietijd. Mijn interesse was het onderwerp in een brede context te behandelen, wat regelmatig de twijfel opriep of dit niet te ambitieus was. Daarbij kwam dat ik als buitenpromoven- dus weinig gelegenheid had tot uitwisseling van opvattingen en het toetsen van ideeën. Ik prijs mij gelukkig dat in al die jaren mijn nieuwsgierigheid een stabiele drijfveer bleef om het onderzoek tot een goed einde te brengen. Voor het tot stand komen van mijn proefschrift ben ik veel dank ver- schuldigd aan mijn promotor prof. dr. Wijnand Mijnhardt. Hij gaf mij grote vrijheid in het zelf ontdekken, terwijl hij mij tegelijkertijd behoedde voor de vele valkuilen van het historisch onderzoek. De gesprekken bij hem thuis, in zijn indrukwekkende bibliotheek, vormen een blijvende herinnering. Mijn beide paranimfen, Marian Hellema en Lian Hielkema, ben ik zeer er- kentelijk voor hun betrokkenheid en het spontane aanbod mijn proefschrift kritisch tegen het licht te houden. Zij hebben mijn slordige interpunctie ver- beterd, de nodige stijlverbeteringen aangebracht en vele kritische vragen gesteld bij de gehanteerde begrippen en getrokken conclusies. Het heeft mij bewust gemaakt dat het schrijven van een historisch werk geen puur solisti- sche arbeid kan zijn. Daniel Quinn wil ik bedanken voor zijn belangstelling en v hulp om van mijn Engels van de Summary echt Engels te maken. Voorts ben ik mijn dochters Saskia en Anneke en een aantal vrienden en bekenden er- kentelijk voor hun betrokkenheid en belangstelling. De hoogleraren prof. dr. Hans Blom, prof. dr. Wiep van Bunge, prof. dr. Joris van Eijnatten, prof. dr. Ido de Haan, prof. dr. Inger Leemans en prof. dr. Maarten Prak wil ik bedanken voor de beoordeling van mijn proefschrift en hun deelname aan de beoordelingscommissie. Mijn laatste woord van dank gaat uit naar Karin, mijn vrouw. Zij heeft mij de ruimte gegeven om een deel van onze gezamenlijke tijd aan het onder- zoek en het boek te wijden, zij gaf mij morele steun en was ruimhartig wan- neer mijn gedachten afdwaalden naar de zeventiende eeuw. Hans de Jong Apeldoorn, juni 2012 vi 1 Inleiding De Politiquen op Parnas door haer disputeren een wyl tijds Apollo het hooft hebbende doen omlopen, en hem in onseeckerheyt gehouden, wat forme van regeeringh op aerde de beste is, wilde syn Doorluchtigheyt eyndelijck de wae- rheyt, en het besluyt van hen alle hooren, plaetste rondom sigh van de oude Plato, Aristoteles, Xenophon, Demostenes, daer na Cicero, Livius, Tacitus, toen Verulamius, Lipsius, Machiavelli, en ten laetsten Hobbes, La Court, Spi- noza, en andere, eyschende dat men niet langer inpracticabele concepten formeren, noch op den sin of naem van Monarchie, Aristocratie, Democratie of Arbitraire en Subalterne regeringh stil sou staen, maer hem door een voor- beelt concept van wel regeren sou geven 1. Het bovenstaande citaat uit 1690 drukt twijfels uit over het praktische nut van de politieke theorie voor het bepalen van de meest geschikte staatsvorm voor een samenleving 2. In breder perspectief gaat het om de kernvraag waarop uiteindelijk elke politieke theorie een antwoord probeert te geven; de uitgesproken twijfel betreft dus ook het nut van de politieke theorie op zich 3. Het citaat is niet ontleend aan een politiektheoretisch werk, maar komt uit een pamflet, een medium dat een belangrijke rol speelde in het publieke debat: het debat waarin de burger zich in het publieke domein uitte 4. Was dit scepticisme over het nut van de politieke theorie kenmerkend voor het publieke debat in de Republiek tijdens de tweede helft van de zeventiende eeuw 5? Het is een vraag naar de betekenis van de politieke theorie voor de burger in zijn uiteenzetting met de politieke werkelijkheid. Politieke theorie biedt burgers de inzichten en begrippen voor het bepalen van hun politieke standpunten en de rechtvaardiging daarvan in het publieke domein. Het gaat daarbij om begrippen als vrijheid, gelijkheid, gerechtig- heid, soevereiniteit en staat.