Bijdragen En Mededelingen Betreffende De Geschiedenis Der Nederlanden
Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden. Deel 96 bron Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden. Deel 96. Martinus Nijhoff, Den Haag 1981 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_bij005198101_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m. 1 Aggaeus de Albada en de crisis in de Opstand (1579-1587) K. van Berkel ‘Herr, mein Got, wie geet es zu in der ellenden verkerten welt, das du so grosz bist unnd dich niemandt findet’. Hans Denck1. Inleiding Het jaar 1579 was in vele opzichten beslissend voor de koers die de Opstand tegen Filips II verder zou volgen. Drie gebeurtenissen springen daarbij in het oog. Eerst, op 6 januari, de sluiting van de Unie van Atrecht, waarmee de koningsgetrouwe gewesten binnen de Staten-Generaal zich aaneensloten en zich feitelijk van de generaliteit afscheidden. Vervolgens, nog in dezelfde maand, de ondertekening van de Unie van Utrecht, waarin de opstandige gewesten zich hechter probeerden te organiseren. Tenslotte, in december, het mislukken van de vredesonderhandelingen te Keulen, waardoor de middengroep, die in de voorafgaande jaren een gematigde koers had proberen te varen, definitief uitgespeeld was. Na 1579 moesten diegenen die tot de middengroep hadden behoord een keuze doen voor de ene of de andere partij, de door calvinisten gedomineerde opstandige of de katholieke koningsgetrouwe, met hooguit de hoop binnen een van beide partijen een matigende werking te kunnen uitoefenen2.. Zij die niet kozen, niet konden, niet wilden of niet dorsten kiezen, verdwenen van het politieke toneel. Eén van hen was de woordvoerder van de Staten-Generaal op het congres te Keulen, de Friese jurist Aggaeus de Albada.
[Show full text]