Het Sociaal-Democratisch Programma. De Beginselprogramma's Van SDB, SDAP En PVDA 1878-1977
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Het sociaal-democratisch programma. De beginselprogramma's van SDB, SDAP en PVDA 1878-1977 Bart Tromp bron Bart Tromp, Het sociaal-democratisch programma. De beginselprogramma's van SDB, SDAP en PVDA 1878-1977. Bert Bakker, Amsterdam 2002 Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/trom003soci01_01/colofon.php © 2018 dbnl / erven Bart Tromp 11 Woord vooraf Dit boek heeft een lange voorgeschiedenis. In oktober 1977 schreef ik voor de Haagse Post een uitvoerige beschouwing over het ontwerpbeginselprogramma van de Partij van de Arbeid, dat bij het verschijnen van het weekblad op het zestiende ‘kongres’ van deze partij zou worden vastgesteld. De bespreking viel nogal kritisch uit, zoals enkele opstellers mij tijdens dat congres in niet mis te verstane bewoordingen lieten weten. Een aantal jaren later vormde deze bespreking het uitgangspunt voor mijn bijdrage aan een uiteindelijk nooit verschenen boek over de beginselprogramma's van Nederlandse politieke partijen. Die bijdrage werd daarna in 1985 in een studie van de Wiardi Beckman Stichting gepubliceerd. Daarin had ik onder andere het programma van 1977 vergeleken met zijn voorgangers, een exercitie die eigenlijk uitnodigde tot een uitvoeriger onderzoek. Deze kreeg in de jaren daarna stukje bij beetje gestalte - er was altijd wel een project dat dringender om afronding vroeg. Ook tot eigen verbazing is het karwei uiteindelijk geklaard. In deze studie wordt de ideologische ontwikkeling van de sociaal-democratische stroming in Nederland in kaart gebracht door de analyse van de opeenvolgende beginselprogramma's van de Sociaal-Demokratische Bond, de Sociaal Demokratische Arbeiderspartij en de Partij van de Arbeid en van de wijze waarop deze tot stand zijn gekomen. Een overzichtsstudie als deze bouwt voort op veel reeds eerder verricht onderzoek. In de natuurwetenschappen is het normaal dat in zo'n geval volstaan wordt met verwijzing naar zulk onderzoek. In de sociale en historische wetenschappen hanteert men echter impliciet de norm dat ook dan opnieuw primaire bronnen geraadpleegd dienen te worden, niettegenstaande het feit dat dit eerder door anderen is gedaan. Bart Tromp, Het sociaal-democratisch programma. De beginselprogramma's van SDB, SDAP en PVDA 1878-1977 12 In deze studie heb ik de volgende richtlijn gevolgd: bij alles wat rechtstreeks betrekking heeft op de beginselprogramma's en hun totstandkoming, zijn de beschikbare primaire bronnen geraadpleegd. Waar dat is gebeurd dankzij het werk van eerdere onderzoekers, wordt naast de bron ook naar hun desbetreffende publicatie verwezen. Bij andere gedeelten is gebruikgemaakt van secundaire publicaties, waarbij echter zoveel mogelijk naar de primaire bron is doorverwezen. De opeenvolgende programma's zijn op gelijke wijze geanalyseerd, maar verschillen toch in de uitwerking van de analyse, vooral als gevolg van het verschil in beschikbaarheid en omvang van gegevens over hun totstandkoming. Eerdere versies van de afzonderlijke hoofdstukken zijn gelezen en van commentaar voorzien door dr. J. Perry, dr. M.H.J. Buiting, dr. P.J. Knegtmans, dr. C.H. Wiedijk, prof. dr. J.Th.M. Bank, drs. P. Frencken, prof. dr. M. van Rossem en drs. P. Kalma. Ik ben hen allen daarvoor zeer erkentelijk, evenals Willemien Brattinga, die de hele tekst kritisch heeft nagelopen. Vanzelfsprekend blijven mogelijk gebleven fouten, inhoudelijk zowel als grammaticaal, voor mijn rekening. Van de vele anderen die op een of andere wijze behulpzaam zijn geweest bij het schrijven van deze studie noem ik de medewerksters van het Internationale Instituut voor Sociale Geschiedenis; Joke Ruaris, vele jaren het institutioneel geheugen en geweten van de PvdA, die indertijd als enige het archief van het beginselprogramma 1977 wist te vinden, drs. Richard 't Hart, die allerlei intellectuele en organisatorische handen spandiensten heeft willen verrichten in de tijd dat hij aan de Wiardi Beckman Stichting was verbonden, en dr. Rod Aya, die op korte termijn bereid was een samenvatting in het Engels te schrijven. Daarnaast gaat mijn dank uit naar prof. dr. J.Th.J. van den Berg en prof. dr. H. Daalder, die als promotores optraden bij de proefschriftversie van dit boek, voor hun steun, kritiek, en vertrouwen in de goede afloop, en naar dr. Ruud Koole, voor zijn kritisch commentaar als referent. De tekst van dit boek is identiek met die van de gelijknamige, op 9 oktober 2002 aan de Universiteit van Leiden verdedigde dissertatie, afgezien van de Epiloog. Daarin wordt beschreven hoe het debat over het beginselprogramma zich vanaf 1977 in de PvdA zich tot op de dag van vandaag heeft voortgezet. Bart Tromp, 's-Gravenhage, 16 juli 2002 Bart Tromp, Het sociaal-democratisch programma. De beginselprogramma's van SDB, SDAP en PVDA 1878-1977 13 I Partij, program en ideologie 1.1 Inleiding en probleemstelling In deze studie worden de opeenvolgende beginselprogramma's1 van de Sociaal-Democratische Bond (SDB), de Sociaal-Democratische Arbeiders Partij (SDAP) en de Partij van de Arbeid (PvdA) onderzocht en met elkaar vergeleken, en wel in twee opzichten. In de eerste plaats door na te gaan op welke wijze zij tot stand zijn gekomen. In de tweede plaats door hun inhoud te analyseren en vervolgens ook de verschuivingen in de inhoud van deze programma's door de tijd heen te bezien. Dit project is gebaseerd op de stelling dat de ideologische identiteit van een politieke partij het scherpst tot uiting komt in de beginselprogramma's die deze partij vaststelt, en dat dientengevolge een studie van opeenvolgende beginselprogramma's de beste manier is om veranderingen in die identiteit in kaart te brengen. Deze stelling dient natuurlijk aannemelijk gemaakt te worden alvorens het daarop gebaseerde onderzoek te beginnen. Pas na het onderzoek kan overigens definitief vastgesteld worden of zij in dit geval inderdaad opgaat; dit gebeurt in hoofdstuk tien. In paragraaf 1.3 bespreek ik eerst de kwestie van wat onder de identiteit van een politieke stroming kan worden verstaan. Vervolgens ga ik in op de verschillende mogelijkheden om zo'n identiteit vast te stellen. Uitkomst van dit beraad is de keuze voor de vergelijking van beginselprogramma's van drie opeenvolgende politieke partijen, de SDB, de SDAP en de PvdA, als representanten van de sociaal-democratische stroming in Nederland. Er is sprake van voldoende continuïteit tussen deze drie partijen om ze als zodanig te beschouwen, terwijl het inderdaad aannemelijk is dat de plaats van het beginselprogramma in de partijen door de tijd heen ongeveer dezelfde is gebleven. Bart Tromp, Het sociaal-democratisch programma. De beginselprogramma's van SDB, SDAP en PVDA 1878-1977 14 In paragraaf 1.4 komt dan ter sprake wat de beste manier is om een dergelijk onderzoek uit te voeren. Hierbij wordt allereerst het onderscheid tussen contextuele en tekstuele analyse besproken, omdat hier een algemeen vraagstuk ligt ten aanzien van het onderzoek en de interpretatie van politieke teksten. Het vervolgens kiezen voor een contextuele benadering levert echter niet onmiddellijk een eigen onderzoeksopzet op. Deze wordt in het vervolg van de paragraaf uiteengezet. Grof gesteld komt deze hierop neer: Allereerst teken ik op, hoe het program tot stand kwam; wat de (politieke) aanleiding(en) was (waren) om aan de opstelling ervan te beginnen; welke controversen binnen de partij erbij aan de orde kwamen; welke politieke problemen in het algemeen een rol speelden; hoe de feitelijke besluitvorming zijn beslag kreeg en tot de tekst leidde die uiteindelijk is vastgesteld. Kortom: welke factoren kunnen verklaren dat het desbetreffende programma eruit ziet zoals het eruit ziet. Het is niet mijn pretentie hierbij volledig te zijn; dat is ook onmogelijk. Het gaat erom de meest saillante en gewichtige factoren zichtbaar te maken. Hier toont zich het contextuele uitgangspunt dat een tekst alleen maar begrepen kan worden als men de context kent waarin deze ontstaan en geschreven is. Het tweede deel van de analyse bestaat eruit de tekst van het programma zelf te onderzoeken. Dat houdt allereerst in wat men een systematische annotatie zou kunnen noemen. Teneinde de onderlinge vergelijkbaarheid van de opeenvolgende programma's te vergemakkelijken, worden deze annotaties ingedeeld in een algemeen schema. Een dergelijk algemeen schema lijkt problematisch, gezien het contextueel-historische uitgangspunt van deze studie. Zo'n schema suggereert immers een kader en criteria te bieden die door de tijd heen geldig blijven. Het gevaar dreigt zo dat een idealtypisch model van een sociaal-democratische politieke partij wordt voorgeschreven aan de historische verschijningsvormen ervan. Het besef van dit gevaar maakt het echter mogelijk er in tendens aan te ontkomen; een zekere structurering ten dienste van de onderlinge vergelijkbaarheid van programma's is echter onmisbaar. De karakterisering van ieder programma in termen van dit schema leidt daarnaast tot een commentaar waarin de verschillen en overeen- Bart Tromp, Het sociaal-democratisch programma. De beginselprogramma's van SDB, SDAP en PVDA 1878-1977 15 komsten met het voorgaande programma worden vastgesteld en besproken. In het laatste hoofdstuk wordt eerst nagegaan of de vooronderstellingen over aard en betekenis van beginselprogramma's juist zijn geweest. Vervolgens wordt de ontwikkeling van de beginselprogramma's door de tijd heen in kaart gebracht en daarmee de continuïteit dan wel discontinuïteit welke zich dan aftekent. 1.2 Politieke partijen en ideologieën Oorsprong van het begrip ‘politieke partij’ De beroemdste definitie van een politieke