Huijsen-Nederland En Het Verhaal Van Oranje(01)
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Nederland en het verhaal van Oranje Huijsen, J. Publication date 2012 Document Version Final published version Link to publication Citation for published version (APA): Huijsen, J. (2012). Nederland en het verhaal van Oranje. General rights It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Disclaimer/Complaints regulations If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible. UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl) Download date:02 Oct 2021 nederland en het verhaal van oranje Nederland en het verhaal van Oranje academisch proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit van Amsterdam op gezag van de Rector Magnificus prof. dr. D.C. van den Boom ten overstaan van een door het college voor promoties ingestelde commissie, in het openbaar te verdedigen in de Aula der Universiteit op vrijdag 20 april 2012, om 11 uur door Jacobus Huijsen geboren te ’s Gravenhage. promotiecommissie Promotor: prof. dr. J.C. Kennedy Overige leden: prof. dr. W.D.E. Aerts prof. dr. J.C.H. Blom prof. dr. N.C.F. van Sas prof. dr. C.A. Tamse Faculteit der Geesteswetenschappen, Universiteit van Amsterdam het gewicht van het niet-weegbare Ter herinnering aan mijn moeder Ada Rijksbaron-Gebraad (1914-1999) inhoud inleiding A sense of belonging 11 Natiebesef en een gedeeld historisch verhaal 15 Nederland en het Oranjekoningschap 17 Opzet 21 Relevantie 29 i het verhaal van een gepassioneerde relatie Volkeren hebben zo hun verhalen 31 Een ‘gedroomde mythe’ 36 Een uniek verhaal binnen een unieke context 39 Een steeds terugkerend element in het publieke discours 44 Het Oranjekoningschap, een staaltje van ‘herinneren en vergeten’ 55 Een nieuwe creatie, maar toch van premoderne oorsprong 58 Het Verenigd Koninkrijk, een rijk zonder natie 63 1830-1848, een overgangsperiode 65 Alom op zoek naar samenhang 68 Het ‘verhaal van Oranje’ als raamvertelling voor de natie 71 De hardnekkigheid van de Oranjeliefde 79 De oorsprong en betekenis van Koninginnedag 85 Koningin Emma en de tijdgeest 87 A Virgin Queen in een Gouden Koets 94 Toch tegenstellingen 99 Een gedeeld verhaal, maar nog niet door iedereen 103 ii inspiratie in een tijd van beproeving (1918-1945) Het ‘verhaal van Oranje’ in een massademocratie 107 Gebruik en misbruik van Oranje 110 De lange echo van een kortstondige vergissing 113 Een modern land, een conservatieve natie 116 Hare ‘christelijk-nationale’ Majesteit 120 Extreem-rechts en Oranjeliefde in een tijd van cultuurpessimisme 130 Het nationaalsocialisme en Oranje 132 1933, een somber jaar, maar een begin van heroriëntatie 138 Oranjeherdenking & de ontdekking van de nationale mythe 140 Het ritualiseren van de natiebeleving 154 In de schaduwen van morgen 163 1940-1945; Oranjes ‘finest hour’ 170 ‘Vernieuwing’ 173 Mythisch geïnspireerd leiderschap 188 De maatschappelijke betekenis van een gedeeld verhaal 190 iii de natie als gezindheid (1945-1950) Het Oranjepatriottisme als civil religion rond Oranje 193 De paradox van de ‘conservatieve vernieuwers’ 197 Nederland als ‘nationale gemeenschap…’ 200 ‘... met een veronderstelde, gemeenschappelijke levensstijl’ 204 ‘Het is Oranje, het blijft Oranje…’ 211 De ‘nationale gemeenschap’ op de proef gesteld 223 Een nationale gezindheid met politieke consequenties 228 iv tussen traditie en moderniteit (1950-1966) Soestdijk als het hart van Nederland 231 Het ambivalente karakter van de Nederlandse jaren 1950 234 ‘… kijk naar de toekomst, en bezie het verleden van Uw kant slechts met wantrouwen’ 237 De ‘zelfontmythologisering van Oranje’ 249 Het Oranjepatriottisme vervluchtigde, Oranjes populariteit niet 263 v de teloorgang van een gedeelde taal (1966-1984) Met en tegen de ‘tijdgeest’ 271 Een ‘intensief-humaan en wereldwijd engagement’ 277 Verschuivingen bij de niet-confessionelen 280 Van Leitkultur naar ‘christelijke tegencultuur’ 284 Opnieuw verontrusting over de ‘geest der eeuw’ 289 Tussen preciezen en pragmatici 293 Vervaging ten gevolge van ontideologisering 298 En nog geen volkssoevereiniteit 300 ‘Vaderlandsliefde is iets om je aan te laten opereren zoals aan een blindedarm’ 306 Van Oranjepatriottisme naar Oranjegevoel 310 ‘De teloorgang van een gedeelde taal’ 320 vi traditie als last en uitdaging Een premodern instituut in een postmoderne samenleving 327 Op zoek naar de tijdgeest 328 Een professionele uitoefening van het ambt 334 De kroon op de republiek 342 Inhoudelijk koningschap 345 Oranje en de ’Loevesteinse’ verleiding 347 Van natiebesef naar een universele oriëntatie 351 Uit de politieke luwte 358 Oranje en populisme, voor het eerst onbegrip 363 Uit onverdachte hoek 369 Oranje als ‘knuffel’ van de intellectuele en artistieke ‘middle class’ 374 Stokpaardjes van Oranje 380 Traditie, last en uitdaging 383 vii het gewicht van het niet-weegbare Een schamel discours 389 Veronachtzaamde dimensies 391 De natie 397 Het gewicht van het niet-weegbare 398 Noblesse oblige 405 Nederland op zijn best 408 ‘En de symfonie op dat thema moet nog altijd geschreven worden’ 411 appendix Woord van dank 419 Bijlagen 421 Correspondentie Christelijke Bond van Oranje-Verenigingen met leden van het Koninklijk Huis en vice versa 421 Bronnen en literatuur 427 Interviews 427 Archieven 428 Literatuur 428 Websites 451 Noten 452 Summary 520 Register 530 inleiding A sense of belonging Prinses Máxima hield in 2007 een toespraak die – onbedoeld – veel opwinding veroorzaakte. Haar woorden kwamen er in de kern op neer dat ‘dé Nederlander’ niet bestaat.1 NRC Handelsblad noemde het opmerkelijk dat een lid van het Koninklijk Huis zich mengde in een politiek gevoelige discussie.2 Trouw meende dat de prinses was voorbijgegaan aan de politieke realiteit en het gevoel van veel Neder- landers.3 Ook politici reageerden op haar uitspraak. Onder anderen van Ella Vogelaar (PvdA), minister van Wonen, Wijken en Integratie, kwam support, maar daar stond haar politieke tegenpool Geert Wil- ders (pvv) tegenover, die sprak van ‘goedbedoelde, politiek correcte prietpraat’.4 Het was bijzonder opvallend dat zelfs Michiel Zonnevylle, voorzitter van de Bond van Oranjeverenigingen, het nodig vond kri- tisch op een prinses van Oranje te reageren. Hij zag haar uitspraak als ‘een grote vergissing’, waarvan de achterban van de Bond ‘steil ach- terover’ was gevallen en hij weet deze vergissing aan het beeld dat Máxima voorgeschoteld kreeg en dat niet zou aansluiten bij dat van gewone mensen. Hij noemde de prinses een typisch voorbeeld van een jonge kosmopoliet die overal kan werken en wonen en vooral omgaat met andere hoogopgeleiden en daardoor een te eenzijdig intellectueel beeld van de werkelijkheid krijgt.5 Het zijn een paar voorbeelden van de vele reacties. De prinses zelf zei diep geraakt te zijn en zich verkeerd begrepen te voelen. Ze gaf de volgende verduidelijking van haar woorden: 12 nederland en het verhaal van oranje ‘Je kunt Limburger of Amsterdammer zijn, koopman of dominee, Ajax- of Feyenoord-fan, protestant of katholiek, maar ten slotte voe- len we ons allemaal Nederlander. Door die grote verscheidenheid zijn we onszelf gebleven en voel ik me thuis in Nederland.’ Als dit de intentie weergeeft van de toespraak van Máxima, kan ze moeilijk iets hebben miszegd: de nationale eenheid werd in Nederland altijd al in verscheidenheid beleefd. Dat er dan toch zo’n opwinding over kon ontstaan, toont aan dat het om een actueel en omstreden onder- werp gaat. Bovendien blijkt dat de politieke tegenstellingen omtrent het natiebesef in verband worden gebracht met verschillen in maat- schappelijke achtergrond, vooral waar het de tegenstelling tussen de progressieve intellectuele elite en de ‘doorsnee-Nederlander’ betreft.6 Cruciaal zou daarbij zijn dat de eerste categorie zich laat leiden door een eenzijdig rationeel beeld van de werkelijkheid. Deze discussie bracht me in mijn herinnering enige jaren terug, naar 2004 en 2005, toen ik werkte aan mijn boek Beatrix. De kroon op de republiek, dat zou verschijnen ter gelegenheid van het zilveren rege- ringsjubileum van de koningin.7 Als vanzelfsprekend was ik daarbij, in verband met het koningschap, begrippen tegengekomen als natie, natiebesef, nationale eenheid, mythen en symbolen. Stuk voor stuk onmeetbare grootheden, die niet uit de heersende logica voortvloeien; dat wil zeggen dat ze vaak moeilijk rationeel te plaatsen zijn. Onder in- tellectuelen golden ze daarom geruime tijd overwegend als non-issues, en in gesprekken erover werd ik met enige regelmaat nog met deze instelling geconfronteerd.8 Desondanks maken deze issues deel uit van de werkelijkheid en daarmee van de belevingswereld van velen. Ideeën die hiervoor geen plaats laten, falen naar mijn mening. Dit is bijvoorbeeld het geval als in opvattingen over de natie voorbij wordt gegaan aan de behoefte aan eigenheid, ergens bij te behoren – de sense of belonging –, die ook de Amerikaanse socioloog Richard Sennett