Politiek Geroddel Persoonlijke Politiek En Het Liberalisme, 1865-1875

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Politiek Geroddel Persoonlijke Politiek En Het Liberalisme, 1865-1875 Politiek Geroddel Persoonlijke politiek en het liberalisme, 1865-1875 Masterscriptie Geschiedenis Universiteit van Amsterdam 2017 Marc Hartkamp Begeleider: Jeroen van Zanten Tweede lezer: Jouke Turpijn Inhoudsopgave Inleiding 1 Hoofdstuk 1 - Liberale politiek 1865-1872: 'Antagonisme van medestanders' 9 Hoofdstuk 2 - Liberale publicaties 1862-1872: 'Wij zijn te veel Bourgeois-Oekonomen' 30 Hoofdstuk 3 - Het liberalisme 1872-1875: 'De moedeloosheid is algemeen' 51 Epiloog en conclusie 59 Literatuur en bronnen 63 Illustraties op het voorblad zijn, van links naar rechts, bovenste rij: portretten van J.R. Thorbecke (1798-1872), I.D. Fransen van de Putte (1822-1902) en S. van Houten (1837-1930); onderste rij: N.G. Pierson (1839-1909) en S. Vissering (1818-1888). Inleiding In de jaren 1865-1875 werd door meerdere liberalen geconstateerd dat de liberale partij 'ziek' was. Dat gold ook voor J.R. Thorbecke, wellicht de grootste en zeker de bekendste liberaal van de negentiende eeuw.1 Een dergelijk negatief zelfbeeld lijkt niet in overeenstemming met de dominante positie die de liberalen destijds in Nederland bekleedden. Deze dominantie was terug te zien in de politiek, de wetenschap en in de publieke opinie.2 Niet onterecht heeft Siep Stuurman geconstateerd dat het tijdvak van 1848 tot 1910 een liberale periode was.3 In deze scriptie staat de ontwikkeling van het Nederlandse liberalisme in de jaren 1865-1875 centraal. Volgens de historiografie was er rond het jaar 1870 een einde gekomen aan de zogenaamde Thorbeckeaanse periode. Zo noemt Henk te Velde de jaren vóór 1870 bijvoorbeeld de 'wittebroodsweken' van het politieke liberalisme in Nederland.4 Historici hebben vastgesteld dat er in deze jaren een nieuwe generatie van liberalen was opgekomen, over het algemeen jong-liberalen genoemd. Zij worden afgezet tegen oud-liberalen. De jong-liberalen zouden meer daadkracht hebben gewenst van de politiek, terwijl oud-liberalen minder actief en 'tevreden' zouden zijn geweest. Enkele van de belangrijkste inhoudelijke debatten betroffen het kiesrecht en de zogenaamde 'sociale quaestie'. Dit laatste probleem werd door Piet de Rooy mooi omschreven als de 'splijtzwam in eigen kring'.5 Het proefschrift van Gerrit Taal, Liberalen en radicalen in Nederland, vormt het begin van de moderne historiografie over het liberalisme in de laatste decennia van de negentiende eeuw.6 Terwijl Taal in 1980 opmerkte hoe weinig aandacht er nog aan de jong-liberalen was besteed, is dat sindsdien wel veranderd. Zeker rondom het concept van de politieke cultuur zijn er vanaf de jaren '90 veel publicaties verschenen over de liberalen. De discussies in de tijdschriften, kranten en in de Tweede Kamer zijn uitvoerig onderzocht, maar aan de egodocumenten is door historici nog relatief weinig aandacht besteed. Dat is een tekortkoming, aangezien politiek altijd een persoonlijk aspect kent en dat gold zeker voor deze periode. Maartje Janse heeft er terecht op gewezen dat het 1 Cornelis Fock schreef in zijn memoires dat Thorbecke dit tegen hem had gezegd. Nationaal Archief (vanaf nu NA.), collectie Fock, inv. 6, memoires Cornelis Fock, p. 679. 2 Stefan Dudink, Deugdzaam liberalisme. Sociaal-liberalisme in Nederland 1870-1901 (Amsterdam 1997) 267: 'Liberalen hadden natuurlijk hun kiesverenigingen, dagbladen en tijdschriften en zij bezaten een meer algemene prominentie in het openbare leven.' 3 Siep Stuurman, Wacht op onze daden. Het liberalisme en de vernieuwing van de Nederlandse staat (Amsterdam 1992) 359. Hij heeft het over een overheersende burgerlijk-liberale cultuur. 4 Henk te Velde, Gemeenschapszin en plichtsbesef. Liberalisme en nationalisme in Nederland 1870-1914 (Den Haag 1992) 48. 5 Piet de Rooy, Republiek van rivaliteiten. Nederland sinds 1813 (Amsterdam 2002) 100. 6 Gerrit Taal, Liberalen en radicalen in Nederland 1872-1901 (Den Haag 1980). 1 politieke effect van emotie 'moeilijk te preciseren en te meten' valt en daarom vaak door historici wordt genegeerd.7 Aangezien persoonlijke politiek in de hier beschreven periode juist een belangrijke rol speelde, komt emotie in deze scriptie wel degelijk aan de orde. De liberalen zelf beweerden dat persoonlijke argumenten niet thuishoorden in de politiek. In 'een echte parlementaire discussie' was een persoonlijke aanval een taboe.8 Het moest om de zaak gaan. Tegelijkertijd praatten de liberalen echter veel over het belang van een goede en krachtige persoonlijkheid.9 Er bestond in de liberale politiek geen belangrijker concept dan het zogenaamde 'algemeen belang'. Alle liberalen, jong en oud, maakten hier gewag van. Alleen politici met een goed 'karakter' hielden het algemeen belang constant in het oog.10 Ook de kiezers moesten een dergelijk karakter bezitten. Vaak werd het beperkte 'karakter' van lagere klassen als argument aangevoerd om hun het kiesrecht te ontzeggen. Een kiezer moest namelijk zelfstandig over voldoende 'capaciteit' beschikken om de juiste keus te kunnen maken ten gunste van het algemeen belang. Alan Kahan stelt dat een 'discourse of capacity' het negentiende-eeuwse liberalisme van heel West-Europa heeft gedefinieerd.11 Wat het algemeen belang precies inhield was natuurlijk lastig te bepalen. Thorbecke toont dat aan in het fascinerende zinnetje 'Men kan mij genoeg kennen, om te weten, dat ik zal doen hetgeen m.i. door het algemeen belang gevorderd wordt'.12 Als Thorbecke echter persoonlijk uitmaakte wat ten goede kwam aan het algemeen belang kan men zich afvragen hoe algemeen dat belang dan was. Bovendien speelde persoonlijke strijd in deze jaren een niet te onderschatten rol. Het is belangrijk om hierbij op te merken dat de liberalen veelal uit dezelfde sociale klasse kwamen: die van de gegoede burgerij.13 Men kende elkaar over het algemeen vrij goed.14 De meeste liberalen in de politiek waren juridisch geschoold. Ido de Haan en Henk te Velde hebben terecht geconstateerd dat 7 Maartje Janse, De afschaffers. Publieke opinie, organisatie en politiek in Nederland 1840-1880 (Amsterdam 2007) 293. 8 Jaap van Rijn, De eeuw van het debat. De ontwikkeling van het publieke debat in Nederland en Engeland 1800- 1920 (Amsterdam 2010) 75. 9 Remieg Aerts, 'Persoonlijkheid in de politiek, een nabeschouwing': in: Idem, Janny de Jong en Henk te Velde (red.), Het persoonlijke is politiek. Egodocumenten en politieke cultuur (Hilversum 2002) 173-188; aldaar 177- 178. 10 Dudink, Deugdzaam liberalisme, 13. Hij verwees hier ook naar de bekende Britse liberaal John Stuart Mill die sprak van 'character'. Vgl. ook Remieg Aerts, De letterheren. Liberale cultuur in de negentiende eeuw: het tijdschrift De Gids (Amsterdam 1997) 199: 'een plechtige nadruk op het aanzien en de zedelijke kwaliteiten van volksvertegenwoordigers, zoals integriteit, karakter, talent en zelfstandigheid van oordeel'. 11 Alan S. Kahan, Liberalism in nineteenth-century Europe: the political culture of limited suffrage (Basingstoke 2003) 6: 'The discourse of capacity was the foundation of liberal political culture.' 12 G.J. Hooykaas, E. Swart en M. Kooijmans (red.), Briefwisseling van J.R. Thorbecke VII 1862-1872 (Den Haag 2002) 218. Brief aan S. Blaupot ten Cate, 05-11-1866. 13 Al was ook een gedeelte van adellijke en patricische afkomst. 14 E.H. Kossmann, De lage landen 1780-1980. Twee eeuwen Nederland en België. Deel I 1780-1914 (Amsterdam/Brussel 1986) 217: 'Zij kenden elkaar allen persoonlijk'. 2 hun stijl er een was van 'intellectualistische juristen'.15 Daar hebben de historici G.A. van der List en P.G.C. Schie tegen ingebracht dat liberalen 'geen denkers, maar doeners' waren met 'niet bijster veel belangstelling [...] voor politiek-filosofische bespiegelingen'.16 Dat laatste is niet helemaal juist. Liberalen hielden zeker veel rekening met de praktijk, maar ook de theorie verloren ze niet uit het oog. Dat gold nog het meest wanneer liberalen bespraken hoe de politiek hoorde te werken. Thorbecke was hoogleraar geweest en veel van zijn volgelingen – de zogenaamde Thorbeckeanen – waren een leerling van hem geweest. Voorname jong-liberalen als Samuel van Houten en Jan Kappeyne van de Coppello waren advocaat. De enkele liberalen die geen juridische opleiding hadden genoten werden nog wel eens bekritiseerd omdat zij niet goed zouden spreken. In deze scriptie zijn egodocumenten de bronnen die centraal staan. De term 'egodocument' is afkomstig van de Nederlandse historicus Jacques Presser.17 Met name gaat het om memoires en briefwisselingen. Negentiende-eeuwse liberalen hebben relatief veel van dit soort bronnen nagelaten. Mogelijk is dit te verklaren vanuit de individualisering die toentertijd plaats zou hebben gevonden.18 Het liberalisme van deze periode strubbelde echter nogal met individualisme. Een duidelijk voorbeeld hiervan is het intense klassenbewustzijn van de liberalen terwijl ze tegelijkertijd vol waren van individuele ontplooiing. 'Liberalisme streefde de vrijheid van de [sic] individu na maar bleef gevangen in de denkpatronen van de standensamenleving', stelt Te Velde dan ook terecht.19 In de historiografie is er voornamelijk aandacht geweest voor de groepsvorming van de liberalen.20 Egodocumenten en het belang van het persoonlijke aspect sluiten echter meer aan op een individuele benadering. Het idee van agency sluit ook aan op deze bronnen, aangezien de persoonlijke beweegredenen hierin vaak duidelijk naar voren komen. Enkele grote processen en structuren die door historici al eerder zijn benoemd, worden echter ook weerspiegeld in de egodocumenten. Voorbeelden hiervan zijn invloeden uit het buitenland en de (angst voor de) opkomende arbeidersbeweging.
Recommended publications
  • Fall 08 26#2Cs3.Indd
    Volume XXVI • Number 2 • 2008 Historical Magazine of The Archives Calvin College and Calvin Theological Seminary 1855 Knollcrest Circle SE Grand Rapids, Michigan 49546 page 9 page 13 (616) 526-6313 Origins is designed to publicize 2 From the Editor 13 Early Members in the Maxwell Christian Reformed Church and advance the objectives of 4 The Congregation of The Archives. These goals Angie Ploegstra and Paula Vander Tuberculosis Sufferers: include the gathering, Maxwell Christian Reformed Hoven organization, and study of Church historical materials produced by 22 Pacifi c Coast CRC Churches Angie Ploegstra and Paula Vander the day-to-day activities of the Before World War II, Part II Christian Reformed Church, Hoven Howard B. Spaan its institutions, communities, and people. Richard H. Harms Editor Hendrina Van Spronsen Circulation Manager Conrad J. Bult Book Reviewer Tracey L. Gebbia Designer H.J. Brinks Harry Boonstra Janet Sheeres Associate Editors James C. Schaap Robert P. Swierenga Contributing Editors page 35 page 40 HeuleGordon Inc. Printer 33 Notes in a Seventeenth- Century 42 Book Reviews Family Bible Henry Baron, Conrad Bult Anne G. Bousema 46 For the Future 39 “Dear Father, . .” upcoming Origins articles Cover photo: Leendert Woudstra ?? translated by Gerrit W. Sheeres 47 Contributors from the editor . den, Washington, Rev. Howard Spaan to make such data readily available, continues his survey of pre-World both sets of data are now available via War II Christian Reformed congrega- the internet at http://www.calvin.edu/ tions west of the Great Plains. Anne hh/family_history_ resources/ sohol- G. Bousema, who lives in Hoeve- land_church.htm and http://www.calvin.
    [Show full text]
  • Canadian Journal of Netherlandic Studies Revue Canadienne D’Études Néerlandaises 35.2 (2014)
    Canadian Journal of Netherlandic Studies Revue canadienne d’études néerlandaises http://www.caans-acaen.ca/journal 35.2 (2014) From the editor / De la rédaction / Van de redactie i-vi Robert Tiegs 1-27 Hidden beneath the waves: Commemorating and forgetting the military inundations during the siege of Leiden Harry Van Dyke 29-45 Government schools or Free schools? Abraham Kuyper addresses a long-standing controversy in the Dutch parliament Cover illustration: Suske en Wiske. Het Lijdende Leiden. By Willy Vandersteen. Standaard Uitgeverij Rode reeks no. 314, 2011. Downloaded from http://suskeenwiske.ophetwww.net/albums/ak/het_lijdende_leiden2.php. From the editor Inge Genee It is Spring 2016 and this is our fall 2014 issue. This means that, unfortunately, our continued efforts to catch up on our backlog have not yet been successful. Our apologies once again to our readers for the long wait. As mentioned in my editorial to the previous issue, you can help us keep the journal viable by sending us your work and by alerting your students and colleagues to CJNS/RCEN as a possible publication venue for their work. Please prepare your submission according to our guidelines (see http://caans- acaen.ca/journal/authors/). And if you don’t have an article to submit, you might consider writing a book review for us. Available titles waiting for a review article are listed on our website at http://caans-acaen.ca/journal/publications-for- review/, and we welcome suggestions for other titles to review. The current issue is short on quantity but long on quality, with two contri- butions.
    [Show full text]
  • 11111111111 Lj 11111~183501 ~I~ I~ 1~1~ 000945904 ~~1~~ IIII~ " -W: '
    . / 11111111111 lj 11111~183501 ~I~ I~ 1~1~ 000945904 ~~1~~ IIII~ " -w: ' .. , , ,. , I .' .' Children, Work and 'Child Labour': Changing Responses to the Employment of Children Dr Ben White Inaugural Address delivered on 16 June 1994 as Professor of Rural Sociology at the Institute of Social Studies, The Hague, The Netherlands. Preface Itmay seem a peculiar choice for the inaugural lecture of a Professor of Rural Sociology to focus on the problem of child labour, rather than a more general aspect of rural sociology or rural development. There are in fact s~veral reasons for the choice of topic. Firstly, some years ago, on a different occasion but before a similar audience at the ISS (the Dies Natalis of 1986) I did try to outline what I thought were important elements in a general approach to ·rural devel­ opment, in teaching and research. My views on the subject have not changed much, though I could repeat three elements which I underlined as essential, and which apply equally to the topic on which I will speak today. These are: interdisciplinarity (but without the loss of 'discipline' itself); a learning and teaching strategy anchored in the comparative approach and with due regard for the historical roots of contemporary problems and contemporary diversity; and a concern for issues of social and economic justice, as part of our understanding of the meaning of 'development' itself [White, 1987]. Child employment is generally agreed to be on the increase, in almost all world re gions. Global concern about child labour pro blems is subject to cycles, and we are currently in a period of quite intense interest and concern.
    [Show full text]
  • List of Prime Ministers of Netherlands
    Prime Ministers under William II (1840–1849) Name Term of Office Political Party Election Cabinet (Born–Died) Start End Duration Gerrit March 25, May 17, 0 years, Independent Schimmelpenninck — Schimmelpennick 1848 1848 53 days (Liberal) (1794–1863) Jacob de Kempenaer November November 0 years, Independent De Kempenaer / Donker 1848 (1793–1870) 21, 1848 1, 1849 345 days (Liberal) Curtius Prime Ministers under William III (1849–1890) Johan Rudolph November April 19, 3 years, Independent 1850 Thorbecke Thorbecke I 1, 1849 1853 169 days (Liberal) 1852 (1798–1872) Floris Adriaan van April 19, 3 years, Independent Van Hall / Donker Hall July 1, 1856 1853 1853 73 days (Liberal) Curtius (1791–1866) Justinus van der Independent March 18, 1 year, Brugghen July 1, 1856 (Anti 1856 Van der Brugghen 1858 260 days (1804–1863) Revolutionary) Jan Jacob Rochussen March 18, February 23, 1 year, Independent 1858 Rochussen (1797–1871) 1858 1860 342 days (Conservative) Floris Adriaan van February 23, March 14, 1 year, Independent Van Hall / Van Hall 1860 1860 1861 19 days (Liberal) Heemstra (1791–1866) Jacob van Zuylen van March 14, November 0 years, Independent Nijevelt 1861 10, 1861 241 days (Liberal) Van Zuylen van Nijevelt (1816–1890) — / Van Heemstra Schelto van Heemstra November February 1, 0 years, Independent (1807–1864) 10, 1861 1862 83 days (Liberal) Johan Rudolph February 1, February 10, 4 years, Independent 1862 Thorbecke Thorbecke II 1862 1866 9 days (Liberal) 1864 (1798–1872) Isaäc Dignus Fransen February 10, 0 years, Independent van de Putte
    [Show full text]
  • VU Research Portal
    VU Research Portal English language sources for the study of Dutch politics 1998-2008 (extended version) Woldendorp, J.J. 2008 document version Publisher's PDF, also known as Version of record Link to publication in VU Research Portal citation for published version (APA) Woldendorp, J. J. (2008). English language sources for the study of Dutch politics 1998-2008 (extended version). Department of Political Science VU University. http://www.fsw.vu.nl/nl/wetenschappelijke- afdelingen/politicologie/medewerkers-pol/woldendorp/index.asp General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal ? Take down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. E-mail address: [email protected] Download date: 27. Sep. 2021 English language sources for the study of Dutch politics 1998-2008 Jaap Woldendorp Department of Political Science Vrije Universiteit De Boelelaan 1081 1081 HV Amsterdam email: [email protected] 1 Introduction There are presently three English language bibliographies for the study of Dutch politics: Daalder (1989) and Andeweg and Cohen de Lare (1999a, 1999b).
    [Show full text]
  • Van Wie Was De Kinderwet?
    Van wie was de Kinderwet? De Kinderwet en het begin van de sociale wetgeving in Nederland Tekst boven plaatje: “De eerste wet, te danken aan het initiatief der Tweede Kamer”. Tekst onder plaatje: “De fabriekskinderen “Leve mijnheer van Houten!””. Uit: de Nederlandsche Spectator. 1874. IISG BG C2/342 MA Thesis Politcal Cultures and National Identities Iza Matze S1225146 Jac. P. Thijssestraat 3, 2771 HS Boskoop Scriptiebegeleidster: Dr. M.J. Janse 3 augustus 2017 Inhoud Inleiding .............................................................................................................................................. 3 Theorie en historiografie ................................................................................................................. 3 Materiaal en methode .................................................................................................................... 8 Inleidend hoofdstuk: Ontwikkelingen negentiende eeuw .................................................................. 10 Deel 1: Roering in de maatschappij ................................................................................................... 13 1.1 Het begin ................................................................................................................................ 13 1.1.1 Le Poole............................................................................................................................ 14 1.1.2 Zaalberg ..........................................................................................................................
    [Show full text]
  • Column LR Vliegangst
    COLUMN LR VLIEGANGST – Marcel Wissenburg – De mens is niet redelijk, maar wel tot het redelijke delijke steun geven. Structurele steun vraagt echter geneigd. Vijfennegentig procent van ons leven, zo om het onderschrijven en omarmen van nieuwe niet veel meer, draaien wij volautomatisch op in- waarden die eerder afgewezen werden: vrijheid, au- stinct, routine en verwachting. Het zijn die paar tonomie, verantwoordelijkheid, eerlijkheid. Zo’n minuten per dag wanneer we reflecteren op onze ‘Umwertung eigener Werte’ is eng, riskant, veelei- routines en ze desnoods herzien die ons onderschei- send – en dan lopen we tegen twee paradoxen aan. den van onze meer behaarde neefjes en nichtjes – De eerste is dat wie risico’s liefst mijdt, ook de risi- die paar ogenblikken van autonomie. Maar zelfs die co’s van de zelfkritische reflectie liever uit de weg zal momenten doorleven we vaak routineus, bang als gaan, en juist daardoor risico’s loopt. Risicoaversie we zijn voor vrijheid – bang om hoog te vliegen. lijkt een genetische component te hebben; verleiden met uitdaging en spanning helpt hier in elk geval Op dit moment wordt een onderscheid interessant niet tegen. De tweede paradox is dat uitgerekend li- dat een van de vaders van de sociale wetenschap- berale waarden de risicomijdende mens op het oog pen, Max Weber (1864-1920), ooit maakte tussen afschrikken. instrumentele en waarderationaliteit. Instrumentele rationaliteit, alias doelrationaliteit, is onderzoeken Wie risico liefst mijdt ziet geen waarde, geen aan- of doelen en middelen nog wel in sync zijn, of de trekkingskracht in – bijvoorbeeld – vrijheid, ver- middelen zo efficiënt en effectief mogelijk de doelen taald als deregulering, terugtrekkende overheid, realiseren.
    [Show full text]
  • Van Het Volksleven Tot Opheffing Ca. 1850–1900
    Tot opheffing van het volksleven Mensen achter het CBS ca. 1850–1900 Ronald van der Bie ‘Tot opheffing van het volksleven’ Mensen achter het CBS ca. 1850–1900 Colofon Uitgever Centraal Bureau voor de Statistiek Henri Faasdreef 312, 2492 JP Den Haag www.cbs.nl Prepress: Textcetera, Den Haag en Grafimedia, Den Haag Ontwerp: Edenspiekermann Inlichtingen Tel. 088 570 70 70, fax 070 337 59 94 Via contactformulier: www.cbs.nl/infoservice Bestellingen Alleen als pdf beschikbaar. © Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen, 2014. Verveelvoudigen is toegestaan, mits het CBS als bron wordt vermeld. Woord vooraf Dit onderzoek gaat over de geschiedenis van de Centrale Commissie voor de Statis­ tiek (1892), de voorgangster van het Centraal Bureau voor de Statistiek (1899). Die geschiedenis wortelt in de discussie over de sociale kwestie, één van de grote vraagstukken die het publieke debat in ons land in de tweede helft van de negen tiende eeuw beheersten. Rondom dit debat vormde zich een groep opinie­ leiders, vooral in progressief­liberale kringen, die de belangrijke discussieplatforms beman­­den, de meningvorming beïnvloedden, initiatieven namen voor directe actie, oproepen deden voor (statistisch) onderzoek en de beleidsvoorbereiding ondersteunden. Enkele hoofdrolspelers in dit debat zijn in 1892 uitgenodigd om zitting te nemen in de Centrale Commissie voor de Statistiek, dat opgericht was voor het verzamelen, bewerken en publiceren van statistieken voor de departementen en andere open­ bare besturen. En dat, in de woorden van minister Tak van Poortvliet, uit gesproken bij de installatie van de commissie op 22 november 1892: ‘tot steun van de regering, tot voorlichting van de wetgever, tot bevordering van de wetenschap, tot op heffing van het volksleven.’ De commissie bestond uit dertig leden die ik eerder heb geportretteerd in De macht van de statistiek.
    [Show full text]
  • Session I Abraham Kuyper and Reformed Social Teaching
    Session I Abraham Kuyper and Reformed Peter S. Heslam James D. Bratt Social Teaching James C. Kennedy Journal of Markets & Morality Volume 5, Number 1 (Spring 2002), 11–33 Copyright © 2002 Prophet of a Third Way: The Shape of Kuyper’s Socio- Peter S. Heslam The London Institute for Political Vision Contemporary Christianity A century after Abraham Kuyper’s visit to the United States, the issue that dominated political discourse both in Northern Europe and in the United States was that of the so-called Third Way. This was reflected in a meeting that took place in Washington in the autumn of 1998 between Tony Blair and Bill Clinton, the serving governmental heads of the United Kingdom and the United States. It was a time of seemingly intractable crisis at the White House in the wake of the Monica Lewinsky affair, but the theme that pervaded the agenda of that meeting was that of a Third Way in politics, and it served to cement the Blair-Clinton relationship with bonds of solidarity. It even diverted the focus of media coverage of the United States president, which hitherto had been fixed on the unfolding scandal. Much debate ensured in the broadsheets as to what was meant by the term; was it a radical alternative to two opposing ideologies, one that bore no similarity to what it sought to replace? Or was it an amalgam of the best parts of each of them? Although Kuyper did not use the term, his sociopolitical vision was designed as a Third Way—an alterna- tive to the ideologies of individualism, on the one hand, and collectivism, on the other.
    [Show full text]
  • Government Schools Or Free Schools? Abraham Kuyper Addresses a Long-Standing Controversy in the Dutch Parliament
    Government schools or Free schools? Abraham Kuyper addresses a long-standing controversy in the Dutch parliament Harry Van Dyke The Netherlands experienced a struggle for educational freedom between 1840 and 1920. Although this freedom was guaranteed in the Constitution of 1848, the ruling elite insisted for many decades that only public schools, which were operated by the government and consigned to religious neutrality, qualified for public funding. Private, religious schools were excluded. This meant that parents who used a private Christian school in fact paid double for the education of their children: first as taxpayers for the public school, and then for their own school. Christian parents in the lower classes thus faced a dilemma: either education for their children in the spirit of home and church, involving expensive tuition fees; or education in the religiously neutral public school, which was free of charge; or else no school attendance at all for their children (school attendance was not compulsory). A foremost champion of parity treatment of both types of schools was the journalist-theologian Dr. Abraham Kuyper. For many years he and his followers campaigned against the inequality, particularly since it jeopardized freedom of conscience. They challenged the claim that education could be religiously neutral. Kuyper spoke often about the issue, both as a member of parliament and from 1901 to 1905 as prime minister. He did that so eloquently that a selection of quotations from his parliamentary speeches is worth taking note of. The struggle was ultimately resolved when both public and private schools were accorded equal funding from the public treasury.
    [Show full text]
  • Liberalen Onder Één Dak H.J.L
    LIBERALEN ONDER ÉÉN DAK H.J.L. Vonkoff LIBERALEN ONDER ÉÉN DAK VVD: 50 JAAR LIBERALE VERENIGING Sdu Uitgevers, Den Haag 1998 Projectcoördinatie en -begeleiding: drs. L.H.M. Osterholt, Den Haag Foto’s omslag: Jur Bosboom, Spaarnestad Fotoarchief, Fotoarchief W D Vormgeving omslag: Chaim Mesika, Hilversum Zetwerk: Ten Brink Meppel b.v., Meppel Druk en afwerking: Ten Brink Meppel b.v., Meppel © H.J.L. Vonhoff, 1998 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher. ISBN 90 12 08581 0 Inhoud 1 Liberalen onder één dak 7 2 Van 1940 tot 1948 25 3 Portret van een nieuwe partij 39 4 Het karakter van de VVD als beginselpartij 53 5 De VVD en het Indië-beleid 65 6 De VVD en Europa 81 7 De VVD en de defensie 95 8 De VVD en het onderwijs 125 9 De W D en het cultuurbeleid 149 10 De W D en het bestuur 175 11 De W D en het financieel-economisch beleid 203 Verantwoording 221 Noten 223 Personenregister 231 Hoofdstuk i Liberalen onder één dak Liberalen onder één dak. De vijftigjarige geschiedenis van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie is de belichaming van dit belangrijke politieke fenomeen. In de geschiedenis van het Nederlandse liberalisme was die eenheid tot dan toe zeer ongebruikelijk.
    [Show full text]
  • Thorbecke Revisited De Rol Van Het Doctrinaire Liberalisme in De Nederlandse Politiek1
    artikel t Thorbecke Revisited De rol van het doctrinaire liberalisme in de Nederlandse politiek1 jan drentje Thorbecke Revisited: The Role of Doctrinaire Liberalism in Dutch Politics 3­ In the political history of the nineteenth century Thorbecke played a crucial role. As the architect of the 1848 liberal constitutional reform he led three cabinets. In many - 4 | 3 28 bmgn-lchr 126 | deel ways he dominated the political discourse during the period between 1840 and 1872. In recent historiography Thorbecke’s liberalism has been chiefly interpreted within the framework of political styles. Thorbecke’s constitutional style could be characterised by a formal, governmental approach to politics, distanced from the citizen and society. In this respect Thorbecke’s liberalism is indebted to the French Doctrinaires as represented by Guizot. In this article it is argued that what is known as doctrinaire liberalism in the Dutch context comprised a correction of the oligarchical political culture of the Restoration and was connected to social and economic questions that had played a role since the time of the Patriots Party. A formal approach to politics had a concrete social significance.Thus the demarcation of public and private legal systems was a means of generating social reform. More generally, strict liberalism can be seen as a way of carrying out politics in which the point was to bring political rationality into the historical context. Naar aanleiding van de protestantse agitatie tegen het ministerie- Thorbecke in 1853 noteerde de historicus Ranke in een van zijn Tagebücher: ‘Er (Thorbecke) ist strenger Doktrinär und hat durch die Entschiedenheit seiner Meinung sich eine grosse Partei gebildet’.
    [Show full text]