Vier vragen aan:

jaargang 9 | nummer 2 | maart/april 2011 Uri Rosenthal, Magazine Neelieminister Kroes, van Buitenlandse Zaken Vice-voorzitter van de Europese Commissie en Commissaris voor de Digitale Agenda nationale veiligheid en crisisbeheersing Cyber security is een actueel thema in veel en momenteel implementeert. Het doel is Cecilia Malmström voor Binnenlandse Europese landen. Duitsland, Frankrijk en Europa te beschermen tegen grootschalige Zaken die verantwoordelijk is voor het Nederland hebben hiervoor bijna gelijktijdig cyberaanvallen en -storingen door verhoging beleid inzake cyber security. De ambities van minister Opstelten een strategie ingevoerd, vaak compleet met van het beveiligingsniveau van de De cascade van rampspoed in speciale centra voor cyber security. communicatie-infrastructuren in Europa.” Zoals aangekondigd in de Digitale Agenda Thema: Nafase - de crisis na de crisis Welke maatregelen neemt u in het kader van voor Europa werk ik aan de oprichting van de Digitale Agenda voor Europa en welke Ook andere internationale organisaties werken een Computer Emergency Response Team EU Commissaris Neelie Kroes over cybersecurity strategie volgt Europa op dit gebied? aan cyber security. In hoeverre bent u betrokken voor de EU-instellingen. Dit is bevorderlijk “De Europese Commissie is verheugd over bij dit soort activiteiten? voor de samenwerking tussen en het treffen het feit dat er in alle lidstaten inmiddels “Cyber security is een mondiaal thema en van goede beveiligingsmaatregelen binnen strategieën en organisaties voor cyber daarom kent de Commissie prioriteit toe de instellingen. Ik werk hierbij samen met security bestaan. De Digitale Agenda voor aan het stimuleren van de multilaterale Vice-voorzitter Maroš Šefčovič die belast is Europa bevat een hoofdstuk over online discussie met de relevante internationale met Institutionele Relaties.” veiligheid en vertrouwen en schetst de organisaties. We werken hierbij samen met noodzaak van maatregelen op het gebied EU-lidstaten en onze internationale partners Het Nederlandse beleid voor cyber security is van cyber security en cybercriminaliteit in allerlei fora, zoals de G8, de Organisatie vooral gebaseerd op publiekprivate samen­ waarbij de privacy en met name onze voor Economische Samenwerking en werking. Denkt u dat dit de integrale aanpak kinderen online beschermd worden. In dit Ontwikkeling (OESO), Meridian, het Internet ten goede komt of juist kwetsbaarder maakt? hoofdstuk worden veertien maatregelen Governance Forum en de International “Ik ben heel enthousiast over het grote omschreven ter verbetering van de Telecommunication Union. Parallel aan onze belang dat gehecht wordt aan publiek­ capaciteiten van Europa op het gebied van multilaterale gesprekken werken we ook private samenwerking binnen de preventie, opsporing en bestrijding aan strategische bilaterale samenwerking, Nederlandse strategie voor cyber security. wanneer de cyberveiligheid in het geding is. bij voorbeeld met de Verenigde Staten Ik ben er absoluut van overtuigd dat Deze maatregelen zijn met name gericht op hetgeen bekrachtigd werd tijdens de top belanghebbenden uit zowel de publieke het bestrijden van cybercriminaliteit en tussen de VS en en de Europese Unie van als de private sector moeten samenwerken samenwerking tussen zowel de lidstaten november jl.” om de risico’s voor de veiligheid effectief onderling als op mondiaal niveau. Zo zijn te kunnen aanpakken en terugdringen. er Computer Emergency Response Teams Kenmerkend voor cyber security is vooral dat De publieke autoriteiten moeten natuurlijk (CERTs) ) in het leven geroepen en wordt de het verschillende beleidsterreinen raakt. een hoog niveau aan cyber security dialoog tussen alle betrokkenen – uit zowel Hoe werkt u op dit dossier samen met uw waarborgen, maar het grootste deel van de de publieke als de private sector – bevorderd collega’s binnen de Europese Commissie? vitale ICT-infrastructuren is in handen van en worden er maatregelen genomen ter “Cyber security is inderdaad een zaak die of valt onder het toezicht van de private vergroting van de bewustwording.” ons allemaal aangaat, dus samenwerking sector. Het is dus een gezamenlijke tussen alle sectoren is cruciaal. Ik geef verantwoordelijkheid. Volledige participatie Met dit alles wordt voortgebouwd op de leiding aan de activiteiten van de Commissie in de vorm van publiekprivate partner- maatregelen die de Commissie in haar op het gebied van cyber security en werk schappen is dan ook onmisbaar.” Mededeling betreffende bescherming van vitale daarbij nauw samen met de andere informatie-infrastructuur heeft aangekondigd Commissarissen, vooral met Commissaris

64 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 Inhoud Colofon

Redactieadres Magazine nationale veiligheid Aan dit nummer werkten mee: Fotografie en crisisbeheersing Ben Ale, Annette Beerepoot, ANP, EU, Hollandse Hoogte, Huis van Ministerie van Veiligheid en Justitie Martin Bobeldijk, Kevin Blokland, Verhalen, Stefan Jacobs, Arie Kievit, LFTO, 3 | Minister Opstelten: Een veilig Nederland in een veranderende wereld – Uitdagingen Het Magazine nationale Postbus 20301 Marc Bökkerink, Andries Boneschansker, LOCC, Ministerie van Veiligheid en Justitie, op het terrein van de Nationale Veiligheid 7 | Grip 5 en GRIP 6 echt nodig 8 | Cybercrime veiligheid en crisisbeheersing 2500 EH Den Haag Mark Bovens, Hans te Brake, NFI, Frans Vega/KLPD is een tweemaandelijkse E-mail: [email protected] Mathilda Buijtendijk, Aad Correljé, en de financiële sector 9 | Convenant ‘bankenteam’ ondertekend 10 | Kabinet wil uitgave van de directie Chris Dekkers, Margreeth van Dorssen, IIlustraties weerbaarheid tegen spionage vergroten 12 | Digitale veiligheid biedt kansen voor Nationale Veiligheid van Redactie Michel Dückers, Menno van Duin, Impact, Ministerie van Veiligheid en het ministerie van Veiligheid Redactiecommissie: Ruth Clabbers, Marcel van Eck, Joost van Elk, Twan Erkens, Justitie, NCTb, TDC Lighthouse, TU Delft/ Nederland 13 | Cybersecurity in het Verenigd Koninkrijk 14 | Drie nationale cyber en Justitie. Marije Breedveld, Donna Landa, Pamela van Erve, Jean Fransman, TBM, Turnaround, WorldPress security strategieën vergeleken 15 | Terrorismebestrijding: evaluatie en strategie, Het blad informeert, David van Veenendaal, Georg Frerks, Hans de Goeij, Nico de Gouw, signaleert en biedt een Lodewijk van Wendel de Joode en André Griffioen, Jelle Groenendaal, Cartoons een samenhangend pakket 18 | Technologie voor (contra)terrorisme verkend platform aan bestuurders Geert Wismans (samenstelling en Erwin de Hamer, Ira Helsloot, Arend van Dam 20 | Beleidsperspectieven voor de nationale energieveiligheid 22 | Alert na Moerdijk? en professionals over eindredactie) Maarten Hoejenbos, Ton Hol, Ellen Jagtman, 24 | Crisiscommunicatie: ook een hulpdienst 26 | Evaluatie nationale aanpak beleidsontwikkeling, Redactiesecretariaat: Nalini Bihari Rob Jastrzebski, Roy Johannink, Vormgeving innovatie, uitvoering en (070-426 53 00) Wouter Jong, Esther de Kleuver, Grafisch Buro van Erkelens, Den Haag Mexicaanse griep 28 | De cascade van rampspoed in Japan evaluatie ten aanzien van Raymond Kleijmeer, Jan Kortekaas, nationale veiligheid en Redactieraad Siebe Kramer, Koos Kranenburg, Productiebegeleiding crisisbeheersing. Prof. dr. Ben Ale (Technische Universiteit Neelie Kroes, Martin Lamboo, Nils Ligthart, Ministerie van Binnenlandse Zaken en THEMA: NAFASE – DE CRISIS NA DE CRISIS De verantwoordelijkheid voor Delft) Eric Luiijf, Noortje van Maanen, Koninkrijksrelaties de inhoud van de artikelen Dr. Arjen Boin (Universiteit Utrecht) Michael Mekel, Erwin Muller, Josée Netten, Directie Communicatie en Informatie / berust bij de auteurs. Mr. dr. Ernst Brainich Freya Newton, Inge Oevering, , Grafische en Multimediale Diensten 30 | Voorbereiden op de fase na de ramp. Nafase in het perspectief van de nationale Prof. dr. Adelbert Bronckhorst (TNO/VU Ragna Opten, Manon Ostendorf, Ivo Ottens, Amsterdam) Pauliina Palttala, Bart Pegge, Sylvia Roelofs, Druk veiligheid 33 | Nuchter centraliseren in de nafase? 34 | Internationale lessen over de Dr. Menno van Duin (Nederlands Instituut Magda Rooze, Astrid Scholtens, Ina Strating, OBT bv, Den Haag organisatie van de nafase 37 | Wees voorbereid op de nafase 38 | Politieke Fysieke Veiligheid) Leon Strous, Petra Timmers, Roos Toxopeus, Prof. dr. Georg Frerks (Universiteit Marita Vos, Nelleke Weeda-de Jong, © Auteursrecht voorbehouden. verantwoording – de crisis na de crisis 40 | Richtlijn psychosociale ondersteuning Wageningen) Yvanka Weerens ISSN 1875-7561 geüniformeerden 41 | Geestelijke verzorging na ramp of crisis 42 | “Getroffen maar niet Prof. dr. Bob de Graaff (Nederlandse gebroken” 44 | Is de crisisbeheersing “getroffenenproof”? 45 | ‘Zoete lieve Gerritje’: Defensie Academie) Prof. dr. Ira Helsloot (Vrije Universiteit over kleine en grote rampen 48 | Coördinatie op nationaal niveau van de nafase Amsterdam) Moerdijk 49 | Organisatie nafase brand Chemie-Pack in Moerdijk 50 | Nazorg Moerdijk: Prof. dr. Erwin Muller (Universiteit Leiden) Dr. Astrid Scholtens (Crisislab) huisartsen en GHOR-regio voorbereid Prof. dr. Erwin Seydel (Universiteit Twente) Prof. dr. Rob de Wijk ( Centre for Strategic Studies) Overige onderwerpen

51 | Topklasse Brandweer voor risicovolle 59 | De Poldercrash: burgers aan het woord bedrijfsterreinen 60 | Passie voor veiligheid 52 | ‘Mannen in gele pakken’ op calamiteiten-PD 61 | NFI Field Lab geopend 54 | Vrijwilligerswerk noodzaak 62 | Handboek bijstand LOCC 56 | Nieuwe scorecard voor crisiscommunicatie Taken brandweer naar veiligheidsregio’s 58 | Op weg naar ondersteunende overheid – Rob-advies Veiligheid en vertrouwen Voor een gratis abonnement mail: [email protected]. zelfredzaamheid bij crises 64 | Vier vragen aan: EU Commissaris Neelie Kroes Het magazine is te downloaden via www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/crisis-en-nationale-veiligheid.

2 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 63 Ivo Opstelten, minister van Veiligheid en Justitie

Nederland veiliger maken! Dat is de opdracht die ik heb als minister van Veiligheid en Justitie. En dat betekent voor mij meer dan dat burgers zich veiliger op straat gaan voelen of dat de slagkracht van justitie en politie vergroot gaat worden. Het betekent ook dat we in Nederland goed voorbereid moeten zijn op rampen en crises die ons land kunnen treffen.

Een veilig Nederland in een veranderende wereld

Uitdagingen op het terrein van de Nationale Veiligheid

Die rampen en crises lijken soms ver van ons bed. veel andere terreinen: de grote nucleaire problemen, We leven immers in één van de welvarendste en veiligste maar ook de gevolgen voor de financieel-economische landen in de wereld. Een land met een open en veilige situatie, het uitvallen van belangrijke productiebedrijven samenleving, een internationaal georiënteerde of problemen rond de voedselveiligheid. economie en een knooppunt in een mondiaal netwerk Deze gevolgen zullen in Japan nog lang voelbaar zijn. van water-, land-, lucht- en zelfs digitale wegen. Dit zijn kansen voor de innovatie en voor onze toekomst. Als burgemeester was ik in het verleden me altijd al Tegelijkertijd zijn het ook uitdagingen, als het gaat om bewust van de mogelijkheid van een ramp of crisis. het waarborgen van onze veiligheid. Want die moderne, Als minister van Veiligheid en Justitie is dat niet anders. open en internationale samenleving brengt ook Bij de ramp zoals die onlangs plaatsvond in Moerdijk dreigingen met zich mee. Denk bijvoorbeeld aan het ervoer ik weer dat zoiets toch vrijwel altijd onverwacht risico van een cyberaanval, het gevaar van een geo­ gebeurt. Daarom kun je nooit genoeg voorbereid zijn politiek veroorzaakte energie- of grondstoffenschaarste op dit soort situaties, als burgers, gemeenten, veilig- of de kans op een terroristische aanslag. heidsregio’s en als nationale overheid.

Hoe groot de gevolgen kunnen zijn van een ramp blijkt Japan laat ook zien hoe belangrijk veerkracht is; hoe uit de dramatische gebeurtenissen in Japan. De beelden belangrijk het is dat een overheid voortvarend en van de tsunami blijven mij op het netvlies staan. Maar doortastend optreedt, dat burgers en bedrijven weten na de aardbevingen en tsunami’s, die al een ramp op hoe te handelen en doorpakken tijdens deze zich zijn, werd duidelijk hoe groot de doorwerking is op ongekende ramp.

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 3 Veerkracht is belangrijk. Maar ook: weten wat er Nationale Cyber Security Strategie mogelijkerwijs op ons af komt en weten wat we moeten Een veiliger Nederland betekent voor mij zeker ook een en kunnen doen. Dat is investeren in onze nationale veiligere digitale samenleving. Samenwerking maakt veiligheid. Met het oog daarop blijven we werken vanuit Nederland slagvaardiger, ook als het onze digitale de strategie die in 2007 is vastgesteld.1 In de onlangs samenleving betreft. De onlangs verschenen Nationale uitgebrachte Nationale Risicobeoordeling 2010 worden Cyber Security Strategie3 heet niet voor niets “Slagkracht potentiële risico’s scherp in beeld gebracht. Dit stelt ons door samenwerking”. We streven ernaar om slagvaardiger in staat ons voor te bereiden op mogelijke dreigingen. samen te werken met andere, veelal private partijen in Daarmee kunnen we maatschappelijke ontwrichting de ICT-sector, aan de veiligheid en betrouwbaarheid van zoveel mogelijk voorkomen – op een nuchtere manier. een open en vrije digitale samenleving. Om de economie Honderd procent veiligheid is immers een utopie. In te stimuleren en welvaart en welzijn te verhogen. Maar tijden van bezuinigingen moeten we heldere keuzes ook om een goede rechtsbescherming in het digitale maken. domein te garanderen en maatschappelijke ontwrichting te voorkomen. En ten slotte om adequaat te kunnen De Nationale Risicobeoordeling zet de dreigingen optreden, mocht het alsnog mis gaan. Ik werk daartoe uiteen die de vitale belangen van Nederland kunnen nauw samen met mijn collega’s van Economische aantasten: onze economische, fysieke, ecologische, Zaken, Landbouw en Innovatie (ELI), Binnenlandse territoriale veiligheid of onze sociaal-politieke Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en Defensie. stabiliteit. En maakt inzichtelijk wat we als samenleving precies kunnen doen om deze dreigingen te voorkómen, Deze strategie zet een integrale aanpak neer, waaraan dan wel er op voorbereid te zijn. Deze capaciteiten zowel publieke als private partijen deelnemen: worden waar nodig versterkt. Niet alleen door ons als • Er komt een Cyber Security Raad, waarin op strategisch overheid, maar ook door het bedrijfsleven, vitale niveau alle relevante partijen zitting hebben en sectoren en burgers. afspraken worden gemaakt over uitvoering en Op basis daarvan heb ik onlangs namens het kabinet uitwerking van de strategie. Deze Raad wordt op uiteengezet wat onze ambities zijn op het terrein van 1 juli a.s. geïnstalleerd. nationale veiligheid en voor welke uitdagingen wij • Een op te richten Nationaal Cyber Security Centrum staan als moderne samenleving 2. zorgt ervoor dat partijen, op basis van hun eigen taken en binnen de wettelijke mogelijkheden, informatie, kennis en expertise bij elkaar brengen. Minister Opstelten bezoekt het Mobile Command Centre van IBM bij gelegenheid van de presentatie Dit Centrum gaat op 1 januari 2012 van start. van de Cyber Security Strategie op 22 februari. • Dit centrum kan bijdragen aan adequate en actuele dreiging- en risicoanalyses, zodat we weten waar onze kwetsbaarheden zitten en wat de dreigingen zijn. • De weerbaarheid van vitale infrastructuur tegen ICT-verstoringen en cyberaanvallen wordt verder verstevigd. • Opsporing en vervolging van cyber crime worden versterkt en geïntensiveerd. Zo moet het team High Tech Crime van het KLPD de mogelijkheden krijgen om een verviervoudiging van zaken aan te kunnen. • Wetenschappelijk en toegepast onderzoek en de ontwikkeling van innovatieve veiligheidsoplossingen moeten een aanjager zijn voor cyber security. Investeringen in onderzoek en innovatie moeten Nederland doen uitgroeien tot een van de toplanden op dit gebied.

1 Strategie Nationale Veiligheid, Tweede Kamer, vergaderjaar 2006-2007, 30 821, nr 3. 2 Voortgangsbrief Nationale Veiligheid en Bevindingenrapportage Nationale Risicobeoordeling, Tweede Kamer, vergaderjaar 2010-2011, 30 821, nr 12. 3 Nationale Cyber Security Strategie, Tweede Kamer, vergaderjaar 2010-2011, 26 643, nr. 174.

4 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 Overstroming EDO Overstroming DR14 Moedwillige langdurige Criminele inmenging electriciteitsuitval vitaal bedrijfsleven Catastrofaal Ernstige grieppandemie Verstoring IP-netwerk (ICT) Massapolarisatie Beïnvloeding openbaar bestuur Nucleair incident Confrontatie allochtonen Overstroming Rijn-IJssel extreem rechts Mineraal geopolitiek Moedwillige Olie geopolitiek Milde grieppandemie Maritiem ongeval verstoring elektriciteit Cybercon“ict Enclavevorming Zeer ernstig Sneeuwstorm Onrust in probleemwijken Dierenrechtenextremisme IJzel Moslim extremisme Politiek sala‘sme Politiek sala‘sme met geweld Chemisch incident Landelijke black-out Moedwillige ICT-uitval electriciteit Ernstig Spoorwegongeval Moedwillige verstoring gaslevering vitale sector Voedselschaarste Zware storm Natuurbranden Dierenrechtenactivisme

Aanzienlijk Rechts extremisme Hiƒe-droogte

Links extremisme

Beperkt Beïnvloeding Uitval Internet Exchange aandelenmarkt

Zeer onwaarschijnlijk Onwaarschijnlijk Mogelijk Waarschijnlijk Zeer waarschijnlijk

Het risicodiagram bij de Nationale Risicobeoordeling 2010 brengt op basis van scenario’s de impact en waarschijnlijkheid van dreigingen in kaart. Dit jaar zijn zes scenario’s toegevoegd: cyberconflict, voedselschaarste en mineralen geopolitiek, spoorwegongeval en maritiem ongeval en de uitval van een internet exchange.

Aan de Nationale Cyber Security Strategie hebben tal spannend jongensboek. De analyses van de AIVD tonen van publieke en private partijen meegewerkt. Ze kwam echter aan dat het een reëel probleem is, dat om actie tot stand in een relatief korte periode. Mede onder druk vraagt. Het gaat hierbij niet alleen om economische van zorgwekkende ontwikkelingen, zoals een groeiend belangen, zoals het stelen van concurrentiegevoelige cybercrime probleem, malware en het in de tweede helft informatie. Het kan ook gaan over de aantasting van van 2010 ontdekte Stuxnet. Ontwikkelingen die de sociale en politieke stabiliteit in ons land, als bedreigend kunnen zijn voor onze vitale sectoren. democratische besluitvormingsprocessen heimelijk Daarnaast is er het besef dat ICT en internet van steeds worden beïnvloed. Of het gaat om onze fysieke groter belang worden voor het functioneren van de veiligheid en territoriale integriteit, als spionage een Nederlandse samenleving. Dit betekent ook dat de opmaat is naar een cyberaanval of sabotage van een strategie slechts het beginpunt is: het geeft de ambitie vitale infrastructuur. weer om samen te werken aan cyber security, publiek Samen met mijn collega van BZK, en samen met het en privaat; nationaal en internationaal; het bouwt aan bedrijfsleven wil ik de weerbaarheid tegen spionage een systeem om integraal om te gaan met ICT- vergroten. Zo is er een handleiding KWAS, waar ontwikkelingen en verstoringen. Zo heb ik onlangs, publieke en private partijen gebruik van kunnen maken. samen met het KLPD en de Nederlandse Vereniging van Met VNO-NCW en MKB Nederland hebben de minister Banken, het Convenant Bankenteam ondertekend. van BZK en ik een intentieverklaring getekend om het Fraude bij het internetbankieren neemt toe en dat komt bewustzijn over spionage te verhogen en de handleiding heel dicht bij huis, daar kunnen we allemaal mee in uit te rollen binnen de overheid en het bedrijfsleven. aanraking komen. En daarom moeten we er alles aan doen om dat tegen te gaan! Risico’s en dreigingen op het snijvlak van internationale en nationale veiligheid Kwetsbaarheidsanalyse Spionage Het digitale domein en het sluimerende gevaar van Zorgwekkend is ook de groei van heimelijke inlichtingen­ spionage benadrukken het mondiale karakter van onze activiteiten. In het rapport “Kwetsbaarheidsanalyse samenleving. Nationaal en internationaal veiligheids­ Spionage Nederland (KWAS)” constateert de AIVD dat de beleid zijn twee kanten van dezelfde medaille. dreiging van digitale spionage toeneemt, terwijl in Ontwikkelingen in het buitenland kunnen immers van Nederland deze risico’s vaak worden onderschat. Voor directe of indirecte invloed zijn op de veiligheidssituatie veel mensen heeft spionage wellicht nog iets uit een in Nederland. Wat zullen bijvoorbeeld de (lange

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 5 termijn) gevolgen voor Nederland zijn van de sterk verbeterd. Vooral waar het gaat om het voorkomen ont­wikkelingen die nu plaatsvinden in het Midden van maatschappelijke ontwrichting na een ramp. Zo zijn Oosten? Het versterken van de samenhang tussen het er convenanten in voorbereiding of reeds afgesloten nationale en internationale veiligheidsbeleid vinden tussen veiligheidsregio’s en de vitale sectoren drinkwater, mijn collega van BuZa en ik daarom van groot belang. gas, elektriciteit en telecom. Veiligheidsregio’s en vitale sectoren maken daarin afspraken voor intensieve Voor onze energie- en grondstoffen zijn we (mede) samenwerking. Op strategisch niveau vindt ook overleg afhankelijk van internationale (economische) stabiliteit plaats met vitale bedrijven over de thema’s die de en veiligheid. Een groot deel van onze grondstoffen is nationale veiligheid aangaan. afkomstig uit instabiele regio’s in de wereld. We moeten alert zijn op de voor Nederland essentiële belangen in Verbeterde aanpak nafase bij rampen het buitenland en ook als overheid deze belangen Een ramp is op zichzelf al desastreus, maar de nasleep gericht behartigen. Het ministerie van ELI brengt ervan kan de ramp nog versterken. In de nafase momenteel in kaart welke grondstoffen Nederland in kunnen problemen ontstaan, waardoor maatschappij- belangrijke mate uit het buitenland haalt, die van ontwrichtende gevolgen langer dan nodig blijven cruciaal belang zijn voor onze economie. Op Europees voortduren. Negatieve effecten worden daardoor niveau biedt de Europese Richtlijn voor de Bescherming onnodig lang gevoeld. Door deze maatschappelijke van Vitale Infrastructuur (EPCIP-richtlijn) een juridisch ontwrichting tegen te gaan en zo goed en zo snel kader om te kijken naar de infrastructuur in Europese mogelijk terug te keren naar het ‘dagelijks leven’, landen waarvan wij als Nederland afhankelijk zijn. kunnen we de effecten van een ramp zoveel mogelijk beperken. Op verschillende niveaus – lokaal, regionaal, Blijvende aandacht rijksoverheid en maatschappelijke organisaties – geven De hierboven geschetste “nieuwe” dreigingen zullen we hier invulling aan. de komende jaren extra aandacht krijgen. Natuurlijke dreigingen zoals overstromingen en pandemieën Tot slot blijven, naast deze nieuwe dreigingen, belangrijk. Een veranderende wereld vraagt om een meeveranderend Hetzelfde geldt voor dreigingen veroorzaakt door de veiligheidsdenken. Dit kabinet wil actuele ontwikkelingen mens, zoals terroristische aanslagen. De bevindingen- in binnen- en buitenland snel kunnen beoordelen in rapportage en de Nationale Risicobeoordeling van 2010 termen van nationale veiligheid. Dit mede in het licht laten zien dat we ons als samenleving blijvend moeten van de huidige financieel-economische situatie, die ons richten op dit soort dreigingen. de komende jaren dwingt tot nuchtere en duidelijke keuzes hoe we ons geld besteden. De Nationale Risico­beoordeling ondersteunt deze keuzes. ... een meeveranderend veiligheidsdenken. Ik vind het belangrijk dat we ook zelf als kabinet goed geëquipeerd zijn voor onze rol tijdens crises. Niet alleen Een toekomstvaste crisisbeheersing lokaal, regionaal of ambtelijk interdepartementaal De Nationale Risicobeoordeling laat zien dat nieuwe moet “oefenen” het credo zijn, ook het kabinet moet typen dreigingen en crises vragen om een sector­ goed voorbereid zijn. Afgelopen januari hebben we als overstijgende en bovenregionale of nationale aanpak. kabinet een dilemmatraining gehad. We hebben dat als Dit vraagt om een adequaat instrumentarium, waarbij zeer nuttig en positief ervaren. Daarom hebben we de mogelijkheden om regie te voeren goed aansluiten besloten om nog vóór de zomer een extra kabinets­ bij de vraagstelling. Nog vóór deze zomer komt het oefening te houden. kabinet met voorstellen om de regierol van de Rijksoverheid bij (dreigende) crises – waar nodig – te Publiek-privaat samenwerken, nuchter omgaan met versterken. We zullen dit in ieder geval verkennen voor risico’s en slag- en daadkracht wanneer de situatie daar de thema’s crisiscommunicatie, optreden van landelijke om vraagt. Ik sta voor de hierboven beschreven operationele diensten en opschaling. Daarbij maken we sleutelelementen en uitdagingen voor onze nationale onder andere gebruik van de lessen uit de evaluatie van veiligheid. Dit alles met het doel om Nederland veiliger de Q-koorts en de grieppandemie (Nieuwe Influenza te maken. H1N1). En zodra dit mogelijk is ook met de uitkomsten Sleutelpersonen vanuit de overheid, het bedrijfsleven van onderzoeken naar de recente ramp in Moerdijk. en de wetenschap zullen in dit Magazine enkele speerpunten en acties nader belichten en uitdiepen. De samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven (en Vanuit hun eigen invalshoek of professie. Ik wens u daar in het bijzonder de vitale infrastructuur) is overigens al veel leesplezier mee toe.

6 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 prof. mr. dr. E.R. Muller, hoogleraar Veiligheid en Recht, Universiteit Leiden en directeur COT Instituut voor Veiligheid en Crisismanagement GRIP 5 en GRIP 6 echt nodig

De GRIP structuur is inmiddels volledig ingeburgerd in de Nederlandse rampenbestrijding. Alle regio’s werken er mee. Het biedt alle betrokken organisaties en functionarissen een goede structuur zodat helder is wie wat moet doen. Soms leidt het wel eens tot lange discussies achteraf welke GRIP fase het nu precies geweest is, maar veelal is het een handig en doelmatig middel om de rampenbestrijding en vooral alle deelnemende organisatie goed te laten samenwerken en informatie te laten uitwisselen. De veiligheidsregio’s hanteren deze structuur vanzelfsprekend ook.

Het ontbreekt echter aan een GRIP 5 en een Een GRIP 5 en GRIP 6 fase betekent dat op Daarbij moet worden aangetekend dat het GRIP 6 fase in het model. De gebeurtenissen nationaal niveau niet alleen maar bestuurlijke niet noodzakelijk is bij elke crisis alle rond de grote brand in Moerdijk heeft de kwaliteiten beschikbaar moeten zijn, maar aspecten van de rampenbestrijding en discussie over de GRIP 5 en GRIP 6 fase weer ook volwaardige operationele kwaliteiten. crisismanagement te centraliseren op doen oplaaien. Eerder heb ik er als lid van Inmiddels zijn daar met de ontwikkeling nationaal niveau. De mate van GRIP 5 of de Raad voor het Openbaar Bestuur al een van de Landelijke Operationele Staf de GRIP 6 is afhankelijk van de specifieke crisis. pleidooi voor gehouden.1 Bij de grote brand eerste aanzetten toe gegeven maar om een Het is goed denkbaar dat ten aanzien van van Moerdijk was sprake van een regiogrens­ volwaardige GRIP 5 en GRIP 6 fase te specifieke processen zoals bijvoorbeeld overschrijdende en zelfs provinciegrens- kunnen realiseren zou deze ontwikkeling communicatie of bijstand of andere overschrijdende crisis. Als de wind anders verder moeten worden vormgegeven. processen sprake is van centralisatie maar was geweest was het zelfs mogelijk geweest Analoog aan de ontwikkeling bij de politie dat andere processen gewoon de dat de crisis internationale aspecten had dient ook ten aanzien van de rampen­ verantwoordelijkheid van de veiligheids­ gehad. De evaluaties over de grote brand in bestrijding, crisismanagement en veilig- regio blijven. De veiligheidsregio’s en de Moerdijk moeten nog plaatsvinden maar in heidsregio een verdere centralisering plaats gemeenten zijn goed in staat ook bij de vele discussies die er over worden gevoerd, te vinden. Daarbij zou eigenlijk ook de nationale en zelfs bij internationale crises komt steeds de vraag aan de orde of politieke discussie gevoerd moeten worden zekere functies en processen te realiseren. nationaal de besluitvorming niet had of toch niet ook de veiligheidsregio’s op Om te kunnen centraliseren is het moeten worden overgenomen. Een GRIP 5 eenzelfde schaal moeten worden noodzakelijk dat op nationaal niveau fase waarbij formeel sprake is van een georganiseerd als de nieuwe politieregio’s. voldoende bestuurlijke en operationele nationale crisis (inclusief de daarbij Het is voor de kwaliteit van de ontwikkeling voorzieningen en mogelijkheden zijn. behorende bevoegdheden) zou dat mogelijk van de veiligheidsregio’s niet wenselijk te Het nationaal niveau moet dan ook willen hebben gemaakt. Een GRIP 6 fase waarbij lang een verschil in schaal tussen politie, sturen en beslissen en niet alleen maar sprake is van een internationale crisis is brandweer en GHOR te laten plaatsvinden. coördineren. Moderne en complexe crises tevens goed denkbaar, ook al om de Hoewel de GRIP structuur ook kan worden vragen om een GRIP 5 en GRIP 6 fase. complexe samenwerking tussen Nederland vormgegeven zonder een stelselherziening Alle betrokken organisaties moeten dan wel en alle buurlanden op het terrein van is het samenvallen te prevaleren. bereid zijn zich daar in te voegen en naar te rampenbestrijding en crisisbeheersing te handelen. kunnen sturen.

1 Raad voor het Openbaar Bestuur, Beter besturen bij rampen, 2008.

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 7 Leon Strous ([email protected]) en Raymond Kleijmeer, De Nederlandsche Bank

Cybercrime is de laatste jaren aan het groeien. Sectoren waar een crimineel financieel buit in ziet, vormen een interessant doelwit - zoals de financiële sector. Het is van cruciaal belang dat de instellingen in de financiële sector daarom voldoende kunnen waarborgen dat het betalings- en effectenverkeer ongehinderd door kan gaan ondanks deze groeiende dreiging van cybercrime. Een goed werkend betalings- en effectenverkee­ r is wat dat betreft een vitale levensader van de maatschappij. In het belang van een geordend economisch handelen van burgers, bedrijfsleven en de overheid op basis van vertrouwen in deze systemen moet er alles aan gedaan worden om dat vertrouwen te handhaven.

en de financiële sector

Het is belangrijk te beseffen dat bestrijding van Zo komen de informatiebeveiligers van de grotere cybercrime niet alleen een zaak is voor de informatie­ instellingen samen in het Financial Institutions beveiligers. Ook de business continuity experts, de Information Sharing and Analysis Centre (FI-ISAC) en fysieke beveiligers en de crisismanagers spelen een bij dit overleg zijn ook diverse handhavingdiensten belangrijke rol. De fysieke beveiligers dienen ervoor te betrokken zoals van het GovCERT en het Team High Tech zorgen dat er geen onbevoegden toegang hebben tot Crime van het KLPD. De informatiebeveiligers wisselen locaties waar apparatuur geplaatst kan worden of ervaringen uit over nieuwe dreigingen en mogelijke informatie vergaard kan worden om cybercrime mogelijk maatregelen daartegen. Ook over concrete aanvallen te maken c.q. te vereenvoudigen. De business continuity op een instelling, gelukt of niet, wordt informatie met experts zorgen voor uitwijk mogelijkheden en elkaar gedeeld. Afhankelijk van aard en intensiteit van alternatieven om het verkeer, al dan niet in beperktere deze aanvallen weten de experts van de verschillende omvang en functionaliteit, toch voort te zetten. instellingen elkaar zonodig goed te vinden. Daarnaast De crisismanagers komen in actie om maatregelen te hebben de informatiebeveiligers van banken regelmatig nemen zodra problemen gesignaleerd zijn. Deze functies gestructureerd overleg met elkaar over lopende zaken. worden in de individuele instellingen uitgevoerd maar gezien de verwevenheid van systemen en processen en Aan de continuïteitskant werken de business continuity de afhankelijkheden van de gezamenlijke infrastructuren experts samen in het Platform Business Continuity wordt op sector niveau door al deze disciplines Vitale Infrastructuur Financiële sector (BC VIF) dat niet samengewerkt. alleen ervaringen deelt over continuïteits­maatregelen maar ook als klankbord dient voor de overheid over Op verschillende niveaus en tussen verschillende projecten ter bescherming van de vitale infrastructuur groepen experts wordt gestructureerd overleg gevoerd. in Nederland. In het kader van de aansluiting op het

8 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 alerteringssysteem van de Nationaal Coördinator Als je zo naar het bovenstaande kijkt dan is het Terrorismebestrijding (NCTb) werkt de financiële sector sleutelwoord georganiseerde samen­werking tussen samen in een groep waarin vooral de fysieke disciplines, tussen instellingen en tussen private en beveiligingsexperts­ deelnemen. De NCTb gaat over publieke sector. Dit is essentieel om de risico’s te kunnen terreurdreigingen, waarbij kan worden gedacht aan beheersen en de eventuele schade zo klein mogelijk te fysieke dreigingen maar ook aan cyberaanvallen. houden. In bepaalde opzichten hebben we in Nederland duidelijk een overlegcultuur, en dat is nog niet bepaald De financiële sector heeft recent het operationeel een garantie voor resultaat. Er moet daarbij ook wel crisismanagement opnieuw ingericht waarbij op hoog gewaakt worden tegen risico’s van versnippering, niveau De Nederlandsche Bank, het ministerie van duplicering van inspanningen en misverstanden als er Financiën en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) iets aan de hand is. Ten behoeve van de veiligheid en samenwerken in geval van een ernstige operationele continuïteit van het betalings- en effectenverkeer zien verstoring van het betalings- en effectenverkeer. Ook de we graag dat partijen elkaar goed weten te vinden, instellingen spelen op het hoogste niveau een rol in zowel in de financiële sector als juist ook met de deze crisismanagementstructuur. overheid en de verschillende handhavingdiensten. Zodat op het moment dat het er op aan komt, de partijen Tot slot heeft in een wat breder verband de financiële weten wat ze aan elkaar hebben en wat ze moeten doen. sector bijgedragen aan initiatieven zoals de Incident Investeren in samenwerking loont en is noodzakelijk. Response Board en de Nationale Cyber Security 100% veiligheid bestaat niet. Het gaat er om dat je met Strategie en zal zij nauw betrokken zijn bij de verdere elkaar de negatieve gevolgen kunt opvangen. implementatie ervan.

Convenant ‘Bankenteam’ ondertekend

Als eerste concrete uitwerking van de preventie en repressieve interventie en afgelopen jaren toegenomen. Nationale Cyber Security Strategie gaan het opsporing en vervolging van verdachten en De Nederlandse Vereniging van Banken Korps Landelijke Politiediensten (KLPD), criminele organisaties. In het buitenland maakte bekend dat in 2010 de schade door het Landelijk Parket en de banken in een blijken dergelijke bankenteams succesvol. fraude met internetbankieren 9,8 miljoen ‘bankenteam’ samenwerken om digitale euro bedroeg. In 2009 was dit nog criminaliteit aan te pakken. Hiervoor is op De financiële schade die digitale 1,9 miljoen. 14 maart een samenwerkingsconvenant criminaliteit veroorzaakt voor financiële ondertekend door minister Opstelten. instellingen en consumenten, is de (bron: persbericht ministerie van Veiligheid en Justitie) Het convenant is ook ondertekend door voorzitter Boele Staal van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en de bestuurders Chris Vogelzang (ABN AMRO), Nick Jue (ING), René Steenvoorden (Rabobank), Annemarie Zielstra (cpni.nl), korpschef Ruud Bik (KLPD) en Hoofdofficier Van de Burg.

De Electronic Crimes Taskforce (ECTF) is een initiatief van het KLPD en gaat voorlopig voor één jaar van start. In het team delen politie, justitie en banken informatie om criminaliteit te voorkomen, zoals fraude met internetbankieren. De drie hoofddoel- stellingen van het team zijn: versterking van de informatiepositie van alle partijen,

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 9 Roos Toxopeus, directie Nationale Veiligheid, ministerie van Veiligheid en Justitie

Kabinet wil weerbaarheid tegen spionage vergroten

Dat buitenlandse inlichtingendiensten nog altijd actief zijn in Nederland was bekend, over de bedreiging die dit vormt voor de Nederlandse vitale belangen was minder bekend. In het rapport Kwetsbaarheidsanalyse Spionage Nederland (KWAS), dat het kabinet vorig jaar naar de Tweede Kamer stuurde, is deze bedreiging onderzocht.

Uit het onderzoek kwam naar voren dat organisaties (bij weerbaarder maken van alle organisaties waar vitale voorbeeld overheden, bedrijven of kennisinstellingen) belangen door spionage kunnen worden bedreigd. in Nederland op tal van terreinen over informatie Daarom hebben de Rijksoverheid, VNO-NCW en beschikken die in het belang van de nationale veiligheid MKB-Nederland op 25 maart een intentieverklaring liever niet in handen van buitenlandse mogendheden ondertekend om te zullen werken aan versterking van moet komen. Tegelijkertijd bleek dat de bescherming en de weerbaarheid van Nederland tegen spionage door beveiliging van de informatie, vanuit het gezichtspunt buitenlandse mogendheden. Goede weerbaarheid van nationale veiligheid, nog wel eens te wensen over betekent niet automatisch het plaatsen van grote liet. Het kabinet vond de bevindingen verontrustend en hekken rondom het gebouw of betonblokken bij de heeft zich gecommitteerd om de komende jaren de poorten. Goede weerbaarheid, zeker als het gaat om weerbaarheid tegen spionage te vergroten. Natuurlijk spionage, begint bij weten welke kennis, informatie en kan de regering dat niet alleen, het gaat immers om het processen binnen de organisatie gevoelig kunnen zijn

10 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 De kern van de aanpak tegen spionage is het vergroten van het bewustzijn van de Het is de bedoeling dat, in principe alle, relevante waarde van de informatie die in een organisaties in Nederland zelf een kwetsbaarheids­ analyse uitvoeren om kernbelangen en bijbehorende organisatie aanwezig is en het vergroten kwetsbaarheden te identificeren. Het inzicht dat daarmee wordt verkregen stelt organisaties in staat om van het veiligheidsbewustzijn een gefundeerde afweging te maken over de maatregelen die ze willen inzetten om hun weerbaarheid te vergroten. Als instrument om zo’n analyse uit te voeren is de Handleiding KWAS ontwikkeld. Deze Handleiding zal voor heimelijke inlichtingenactiviteiten: wat heeft binnen de rijksoverheid worden toegepast en ook aan waarde, wat zijn de kernbelangen? Het gaat daarbij niet organisaties daarbuiten beschikbaar worden gesteld. alleen om kwetsbare informatie, maar ook om welke Daarnaast zullen sectorspecifieke awareness-presentaties processen kwetsbaar zijn voor heimelijke beïnvloeding. worden gehouden waarin wordt ingegaan op in de betreffende sector geldende kernbelangen en kwetsbaarheden. Ook het uitwisselen van best practices Terwijl u nietsvermoedend het nieuws leest… en lessons learned zal worden gestimuleerd. Uw persoonlijke gegevens kunnen de hele wereld overgaan, vanaf het moment dat u een website bezoekt. Dat overkwam een aantal migranten Als u wilt weten welke kernbelangen in uw toen zij een nieuwssite van hun migranten- organisatie aanwezig zijn, kunt u uzelf bijvoorbeeld gemeenschap bezochten. De server van de de volgende vragen stellen: nieuwssite was gehackt in opdracht van een • Stel u bent een spion en u wordt naar uw buitenlandse overheid. De bezoekers van de organisatie gestuurd om daar te spioneren. website merkten hier niets van, maar hun Welke drie cruciale belangen zou u dan persoonlijke gegevens werden via de gehackte bovenaan uw verlanglijstje hebben staan van server naar het spionerende land gestuurd. meest belangrijke ‘geheime’ informatie die u Deze persoonlijke gegevens kunnen in het betref- zou willen verzamelen? fende land misbruikt worden om bijvoorbeeld • Waarom zou u juist die informatie willen familieleden van migranten onder druk te zetten. bemachtigen? • Hoe zou het weglekken van de drie cruciale belangen uw bedrijf of de Nederlandse samen- leving negatief kunnen beïnvloeden? De kern van de aanpak tegen spionage is daarom het vergroten van het bewustzijn van de waarde van de informatie die in een organisatie aanwezig is en het vergroten van het veiligheidsbewustzijn. De beveiliging Als u wilt weten hoe kwetsbaar uw belangen zijn van informatie- en communicatietechnologie moet kunt u uzelf de vraag stellen: daarbij meer aandacht krijgen, omdat de toenemende • Wie heeft toegang tot die drie cruciale digitalisering van informatie en de koppeling van belangen? datasystemen een goede beveiliging onontbeerlijk • Huurt u externen in die (delen van) uw bedrijfs- maken. De overheid heeft bovendien een Nationale voering of het beheer van bepaalde zaken van u Cyber Security Strategie ontwikkeld, die nauw op deze hebben overgenomen? versterkte aandacht aansluit. De strategie omvat een Voor een volledige zelfanalyse kunt u de werkplan met verschillende actielijnen die ook van Handleiding downloaden van www.aivd.nl grote waarde zijn voor de weerbaarheid tegen spionage, bijvoorbeeld de ambitie om samen met de vitale organisaties het gebruik van minimale ICT- beveiligingsstandaarden op basis van good practices te In 2012 wil het kabinet zichtbare stappen hebben gezet stimuleren. Maar ook het overleg met ICT-leveranciers in de verbetering van de Nederlandse weerbaarheid om te zoeken naar mogelijkheden om de veiligheid van tegen spionage en om dat te toetsen zullen de gezamen- hard- en software te verbeteren zal kunnen resulteren in lijke inspecties worden gevraagd om een onderzoek in een kleinere kwetsbaarheid voor spionage. te stellen naar de voortgang binnen het rijksdomein.

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 11 Publiek-private krachtenbundeling geeft impuls aan innovatie

Digitale veiligheid biedt kansen voor Nederland

De bijdrage van ICT aan de Nederlandse economie en maatschappij is zeer groot. Veiligheid en continuïteit van informatievoorziening en ICT-systemen zijn daarom van essentieel belang. Voor toekomstige ICT-innovaties is het vertrouwen van de eindgebruiker meer dan noodzakelijk. Het is dan ook erg positief dat de overheid het ICT-bedrijfsleven heeft betrokken bij het opstellen van de Nationale Cyber Security Strategie.

Sylvia Roelofs, algemeen directeur ICT~Office 1

Digitale veiligheid is wat mij betreft een voor economische groei wordt gezien. en diensten en als expert richting hun gezamenlijke verantwoordelijkheid van Zonder goede beveiliging geen internet­ klanten. Mede daarom heeft ICT~Office in overheid, ICT-bedrijfsleven en gebruikers. bankieren, geen thuiswerken, geen februari 2011 het initiatief ‘bescherm uw Door samenwerking met de overheid en innovaties in de zorg. Cyber security maakt onderneming’ gelanceerd. Deze website met andere private partners kunnen we innovaties mogelijk. Door samen te werken geeft MKB-bedrijven extra handvatten zodat veel meer bereiken dan ieder voor zich. kan niet alleen sterker en beter worden niet alleen de bewustwording stijgt, maar Dat is een enorme winst. Er lopen tal van geïnnoveerd in digitale veiligheid maar deze wordt omgezet in actie ter verbetering initiatieven om cyber security te bevorderen: zorgen we er ook voor dat het vertrouwen van eigen beveiliging van ICT-systemen en publiek, privaat door individuele bedrijven in ICT als de Innovatie-As in economie en van gegevens. en door netwerken van organisaties. maatschappij wordt geborgd. Het is daarbij De strategie moet ervoor zorgen dat een mooie ambitie dat Nederland met deze Elk incident geeft voeding aan het bestaande initiatieven in een duidelijke innovatieve ontwikkelingen voor digitale onbehaaglijke gevoel dat informatie blijkbaar context worden geplaatst. Alleen door van veiligheid internationaal een voorsprong niet goed te beveiligen is. De Wikileaks case bestaande successen gebruik te maken kan neemt en zijn best practices kan exporteren. is een schoolvoorbeeld van de cruciale rol de beoogde meerwaarde worden gehaald, die de gebruikers spelen. Goede beveiliging en wordt voorkomen dat onnodig nieuwe Naast goede (inter)nationale dreigings­ aan de buitenkant helpt niet als de diefstal initiatieven worden gestart. De ICT-branche analyses en een adequate responsorganisatie van binnenaf plaatsvindt. Een wake-up call is er veel aan gelegen dit gezamenlijk tot als er een grote ICT-verstoring is, begint met grotere impact is nauwelijks denkbaar. een succes te maken en levert daarom dan digitale veiligheid vooral ook bij het Bij alle betrokkenen staat het thema nu hoog ook een actieve bijdrage aan de uitwerking ‘voorkomen’ van incidenten. Veel meer dan op de agenda. De timing van de Nationale van de strategie. nu het geval is moet informatiebeveiliging Cyber Security Strategie had bijna niet beter een onderdeel zijn van de ICT-infrastructuur gekund. Het belang van digitale veiligheid Belangrijk is wel dat de overheid zich in de en het gebruik van ICT en internet: bij is zo groot dat het niet anders kan dan verdere ontwikkeling van de strategie niet consumenten, grote en kleine bedrijven, gebruik te maken van alle beschikbare slechts richt op de criminaliteitsbestrijding. vitale organisaties en de overheid zelf. kennis en ervaring, zowel nationaal als Juist de inbreng van het bedrijfsleven moet Ook het ICT-bedrijfsleven heeft hierin een internationaal. Het ICT-bedrijfsleven is ervoor zorgen dat digitale veiligheid als kans belangrijke rol, als leverancier van producten daar klaar voor.

1 ICT-Office is de branchevereniging van ruim 500 IT-, Telecom-, Internet- en Officebedrijven in Nederland (omzet bijna 30 miljard euro; meer dan 250.000 medewerkers).

12 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 Cybersecurity in het Verenigd Koninkrijk

Met de Nederlandse Nationale Cyber Security Publiekprivate samenwerking is essentieel. Vandaar dat detachering vanuit private Strategie net klaar en de implementatie in het partijen in OCSIA wordt toegejuicht. vooruitzicht was het tijd voor een bezoek aan Dat gebeurt vooral als op het hoogste niveau in de private organisatie het belang van onze collega’s in Londen. Waar zijn zij in de samenwerking wordt gezien en niet gekeken wordt naar de korte termijn opbrengst van afgelopen jaren tegenaan gelopen? Welke de samenwerking. Samenwerking op oplossingen hebben zij gevonden? Wat operationeel niveau werkt het beste als iedereen in zijn eigen ICT-omgeving blijft kunnen wij leren? We hadden bij het schrijven werken. Het uitwisselen van cyberspecialisten tijdens een crisis werkt niet. Cyber­specialisten van de Strategie al inspiratie opgedaan uit hun kennen hun eigen ICT-omgeving op hun Cyber Security Strategy uit 2009 en ideeën duimpje maar verdwalen in die van een ander. uitgewisseld. Maar er was meer te bespreken. Een belangrijk deel van de onveiligheid zit overigens niet in de techniek maar in hoe En dus bezochten we met een delegatie vanuit gebruikers zich gedragen. Minister van de ministeries van VenJ, Defensie, BZ en Buitenlandse Zaken Hague, met de Minister- President een actief pleitbezorger van het Govcert op 24 februari het Office of Cyber onderwerp, heeft in een internationaal­ forum aangekondigd te willen komen tot Security and Information Assurance (OCSIA). internationale normen en standaarden voor Een paar noties. het gebruik van internet. Hij heeft daartoe zeven uitgangspunten geformuleerd, variërend van de noodzaak tot het waarbor- gen van openheid en vrijheid van het Marc Bökkerink, internet, het belang van tolerantie en directie Nationale Veiligheid, ministerie van Veiligheid en Justitie ruimte geven aan diversiteit, tot proportio- naliteit van overheidsoptreden en de noodzaak van internationale samen­werking Veel organisaties werken aan cyber security. Security Risk Assessment is cybersecurity als bij het terugdringen van cyberdreigingen. Om de coördinerende rol van OCSIA, hoge prioriteit geïdentificeerd: in een Tijdens het bezoek zijn ideeën uitgewisseld onderdeel van Cabinet Office, goed te kabinetsperiode waarin vooral bezuinigd zal over deze uitgangs­punten en de stappen die kunnen invullen en verkokering tegen te worden is in totaal 650 miljoen pond voor nodig zijn om tot zulke normen en gaan zijn vanuit allerlei organisaties mensen cybersecurity vrijgemaakt. Een nieuwe cyber standaarden te komen. gedetacheerd in OCSIA, ook vanuit private security strategie is nu in de maak. In het najaar wil het Verenigd Koninkrijk partijen. Zij brengen deskundigheid en Uitgangspunt hierbij is dat cyber security over dit onderwerp een conferentie netwerk in zonder formeel vertegenwoordiger vooral gaat over maatregelen die gebruikers organiseren. Nederland denkt graag mee te zijn van hun moederorganisatie en werken toch al (zouden moeten) treffen. 80% van de in de voorbereiding. dus los van de belangen van die organisatie. veiligheid is te bereiken als burgers, bedrijven Het blijkt goed te werken. en overheden ‘gewoon’ hun systemen en Terugkijkend herkennen we veel in hoe de hun informatie beveiligen, zoals ze ook Britten cyber security benaderen. Er is veel Het belangrijkste doel van de Britse Strategie sloten op hun deuren zetten. De overige van te leren. Verschillen zijn er natuurlijk in 2009 was volgens Mike StJohn, het 20% bestaat uit zaken als het vervolgen van ook. Die gebruiken we om onze eigen plaats­vervangend hoofd van OCSIA, to criminelen en het voorkomen van kwets- ideeën te toetsen. En om verder te komen convince the deaf of the urgency. En er is baarheden en onveiligheden. Daar komt de bij de problemen die nog moeten worden geluisterd. Op basis van de laatste National sturende rol van de overheid in beeld. opgelost.

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 13 ir. Eric Luiijf, principal consultant, TNO ([email protected])

Drie nationale cyber security strategieën vergeleken

Onafhankelijk van elkaar brachten Frankrijk, Duitsland en Nederland hun nationale cyber security strategieën vrijwel tegelijk uit. De strategieën hebben overeenkomsten, maar tonen ook grote verschillen. De drie landen onderkennen een urgente noodzaak om cyber security aan te pakken, maar hebben andere vertrekpunten. Een korte analyse1.

De Franse strategie geeft antwoord op het werking uit als ook de plicht van burgers, Ook ontbreekt in de NCSS de aandacht voor cyberrisico dat onderkend werd in het bedrijven, vitale infrastructuur en onze ‘sourcing’: betrouwbare ICT gebouwd onder nationale risicowitboek 2008. Frankrijk stelt overheden om samen te werken aan cyber staatstoezicht. Beide andere landen zien dit vier strategische doelen: wereldmacht zijn security. De NCSS is de enige internationale als nationale prioriteit; Duitsland overigens op het terrein van cyberspace, vrijheid van strategie die dat zo nadrukkelijk uitdraagt. ook naar haar burgers toe in de vorm van een handelen door bescherming van de Daarnaast krijgt Defensie een rol in de veilige e-identiteit gekoppeld aan veilige informationele soevereiniteit, cyber­ bescherming van de Nederlandse cyber­ e-mail. bescherming van de vitale infrastructuur soevereiniteit, maar dat vergt nog nadere en een veilige cyberspace. In prachtige invulling. De NCSS kent zes actielijnen. Zowel Duitsland als Nederland stellen een volzinnen worden deze doelen uitgewerkt Wat opvalt, is dat de internationale Cyber Security Raad in. Nederland brengt de in zeven actielijnen. De overheid is hierbij samenwerking, informatiedeling en aanpak relevante publiekprivate partijen op de leidende partij en probeert door in de NCSS weinig nadruk heeft; het wordt strategisch niveau bijeen. In Duitsland wordt ‘communiceren, informeren en overtuigen’ alleen genoemd als een uitvoeringszaak de raad gevormd door de Duitse Kanselarij, alle Fransen mee te krijgen. voor de CERTs en bij rechtshandhaving en de staatssecretarissen van BZ, BiZa, Industrie internationale wetgeving. Zowel Frankrijk en Technologie, Justitie, Financiën, Onderwijs Duitsland beperkt zich in de strategie tot als Duitsland kennen een expliciete en Onderzoek, en vertegenwoordigers­ van alleen ICT die gekoppeld is aan het internet. internationale actielijn, waarbij Frankrijk alle Bondstaten. Als geassocieerd lid mogen Nederland en Frankrijk onderkennen dat zich richt op samenwerking met vertrouwde vertegenwoordigers uit industrie en ook ICT die (nog) niet gekoppeld is aan partners. Duitsland stelt Europese samen- wetenschap op uitnodiging aanschuiven… internet aandacht behoeft, bijvoorbeeld werking en de versterking van het European een geheel andere toonzetting die van de procescontrolesystemen, processoren in Network Information Security Agency NCSS. Frankrijk heeft de nationale cyber auto’s, pasjessystemen… Onveiligheid (ENISA) voorop en heeft als beleid de eigen security coördinatie direct onder de Minister daarin kan het vertrouwen van de bevolking cyber security belangen en ideeën in de President geconcentreerd in het nationale in alle ICT ondermijnen. De Duitse strategie internationale gremia gecoördineerd op de ICT-veiligheidsagentschap (ANSSI). kent tien doelstellingen, sterk gericht op agenda te zetten. De NCSS straalt helaas niet private partijen en de bevolking. Aanvullend zo’n gecoördineerd ‘pushen’ van onze Verschillen in aanpak en uitwerking van de worden cyberdefensieve maatregelen externe veiligheidsbelangen uit, een drie nationale strategieën komen deels voort getroffen door de Duitse Defensie. aandachtspunt voor de uitwerking van de uit cultuurverschillen en andere organisatie actielijnen wellicht? Dat het cyber security van overheid in relatie met andere relevante De Nederlandse strategie (NCSS) stelt probleem een internationaal probleem is, partijen. In de uitwerking van de strategieën economie en innovatie voorop waarbij cyber wordt overigens door alle drie de landen kunnen de landen in de komende periode security en ook de openheid en vrijheid op benadrukt door het min of meer gelijktijdig echter veel van elkaar leren. het Internet uitgangspunten zijn. De NCSS uitbrengen van Engelse versies van hun ademt zowel een publiekprivate samen­ strategieën.

1 Een uitgebreide analyse van meer nationale cyber security strategieën zal later dit jaar plaatsvinden.

14 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 Directie Beleid en Strategie, Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding

Terrorismebestrijding: evaluatie en strategie, een samenhangend pakket

De aanslagen van 11 september 2001 en de daarop volgende dreiging van terrorisme voor de gehele wereld hebben op veel terreinen grote gevolgen gehad. Terrorisme vormt in dit eerste decennium van de nieuwe eeuw een van de grootste bedreigingen voor onze in- en externe veiligheid. Er zijn in die jaren vele maatregelen genomen om de dreiging het hoofd te bieden. Tot voor kort waren de genomen maatregelen nog nooit in samenhang geëvalueerd. Ook was er nog niet eerder een nationale strategie ter bestrijding van terrorisme. Onlangs zijn zowel een evaluatie van het terrorismebeleid als een Nationale Contraterrorismestrategie afgerond en is de evaluatie in het parlement besproken. De evaluatie en de strategie dragen bij aan het verder vergroten van de samenhang in de Nederlandse terrorismebestrijding in brede zin en zullen periodiek worden herhaald. In dit artikel worden kort de aanleiding en belangrijkste conclusies van zowel de evaluatie als de strategie van terrorismebestrijding in Nederland besproken.

Evaluatie antiterrorismemaatregelen in Nederland De opvolging van het rapport Suyver; evaluatie van tien jaar 2001-2010 terrorismemaatregelen De evaluatie geeft een overzicht van de wijze waarop De Commissie Suyver Nederland op de dreiging van terrorisme sinds 2001 Mede door het uitblijven van wezenlijke terroristische heeft gereageerd. Vanuit het centrale onderzoekskader aanslagen in Nederland en door de aanzienlijke impact – opgebouwd uit de geclusterde aanbevelingen van de die de maatregelen kunnen hebben op burgers, groeit Commissie Suyver – is een beschouwing gegeven van vanaf 2006 de wens in het politieke spectrum om (a) het gehele antiterrorismebeleid op hoofdlijnen, evaluatief onderzoek te doen naar het nut en de (b) een beschouwing van vijf door Suyver geselecteerde noodzaak van het pakket aan antiterrorismemaatregelen. afzonderlijke maatregelen, (c) een casusgerichte Diverse (rechts)wetenschappers dragen bij aan het debat beschouwing over de toepassing van maatregelen en met stellingen als zou het Nederlandse antiterrorisme- (d) een beschouwing van antiterrorismemaatregelen beleid strijdig zijn met fundamentele rechten en in zijn vanuit een juridisch perspectief (fundamentele totale omvang te massief. In 2007 verzoekt Tweede rechten). Tezamen vormt de evaluatie als zodanig een Kamerlid Pechtold (D66) in een motie de regering na te zelfreflectie van de kant van de regering. gaan hoe antiterrorismemaatregelen het beste kunnen worden geëvalueerd. Aan deze motie wordt uitvoering Wat zijn de conclusies van de evaluatie? gegeven door middel van het rapport van de Commissie Uit het onderzoek komt naar voren dat Nederland in Suyver. De Commissie, onder voorzitterschap van feite heel beheerst heeft gereageerd op de terroristische voormalig SG Justitie Jan Suyver, geeft in zijn rapport uit dreiging. Er is op onderdelen veel onderzoek gedaan 2009 handreikingen op welke wijze een daadwerkelijke naar het fenomeen en naar de manier waarop het kan evaluatie het beste kan worden uitgevoerd. Het kabinet worden bestreden. De lessen daarvan geven voeding aan besluit vervolgens in overleg met het parlement eind nieuwe maatregelen of bijstelling ervan. Gesteld kan 2009 in eigen verantwoordelijkheid de evaluatie van worden dat sprake is van lerend vermogen. Voorbeelden terrorismemaatregelen uit te voeren, langs de lijnen hiervan zijn de bijstelling, doorontwikkeling, aanpassing, van het rapport Suyver, en in minder dan een jaar tijd. wijziging en zelfs intrekking van instrumenten als Met de kaders van het rapport Suyver in de hand ging gevolg van rechterlijke uitspraken of ervaringen in de het kabinet aldus aan de slag. Nog niet eerder werd een praktijk. Zo kondigt het kabinet op basis van de evaluatie evaluatie van terrorismemaatregelen op deze wijze in aan het wetsvoorstel bestuurlijke maatregelen nationale samenhang en praktisch gericht uitgevoerd. veiligheid te zullen intrekken onder andere omdat de

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 15 Figuur 1: Wet- en regelgeving / andere maatregelen

noodzaak van dit instrument voor dit doel in de praktijk van de Mens (EHRM) dat de wettelijke basis van onvoldoende is gebleken. Door de evaluatie praktisch Nederlandse specifieke antiterrorismemaatregelen en gericht en in samenhang uit te voeren is de conclusie dat de toepassing ervan in hoofdzaak in overeenstemming is het gat dat gevuld moest worden met het wetsvoorstel met fundamentele rechten. door andere nieuwere instrumenten al is ingevuld. Wat gaat het kabinet naar aanleiding van de evaluatie doen? Welke kernboodschappen kunnen aan de evaluatie worden Naast het intrekken van het genoemde wetsvoorstel ontleend? bestuurlijke maatregelen nationale veiligheid heeft het De eerste kernboodschap is dat het Nederlandse kabinet op basis van deze evaluatie aangegeven dat antiterrorismebeleid degelijk en deugdelijk genoemd mag permanent oefenen en evalueren essentieel is om de worden, maar niet in beton is gegoten. De aanpak van gewenste kwaliteit van terrorismebestrijding te kunnen terrorisme in Nederland past zich aan op basis van de handhaven. Hoewel “the proof of the pudding is in the ontwikkeling van het fenomeen, lessen uit de praktijk, eating”, is juist het uitblijven van een aanslag het rechterlijke toetsing en kritieken uit de maatschappij. belangrijkste doel. Door oefening en evaluatie wordt Vervolgens is het antwoord op de vraag of het pakket het geconstateerde lerend vermogen geborgd en behoudt antiterrorismemaatregelen toereikend is, afhankelijk van terrorismebestrijding zijn noodzakelijke draagvlak in de de op dat moment geldende aard en omvang van de maatschappij. Het kabinet heeft dan ook aangekondigd dreiging alsmede het gewenste niveau van veiligheid­ de uitgevoerde evaluatie vijfjaarlijks te zullen herhalen. (sgevoel). Het kabinet geeft aan niet te zullen nalaten Deze periodieke evaluatie vormt vervolgens mede de aanvullende maatregelen te nemen indien nodig. Van basis voor mogelijke aanpassing van de nationale CT belang is wel dat steeds helder wordt gemaakt waarom strategie. een maatregel noodzakelijk is. Daarvoor kan gelden dat sprake is van een nieuwe dreiging, een behoefte in de De Nationale Contraterrorismestrategie 2011-2015 praktijk of een internationale afspraak. Uitkomst van de evaluatie is dat voor de maatregelen die het afgelopen Doelstelling en grondslag decennium zijn genomen deze noodzaak in meerderheid Op 18 maart jl. werd de Nationale Contraterrorisme­ is gebleken. strategie 2011-2015 goedgekeurd door de ministerraad. Daarnaast is door uitbreiding van de bevoegdheden van Het document is het resultaat van anderhalf jaar de bij terrorismebestrijding betrokken partijen in interdepartementale afstemming, onder coördinatie van Nederland de aanpak van terrorisme meer een gezamenlijk de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding (NCTb). vraagstuk geworden. Dat maakt de praktijk tegelijkertijd De strategie beschrijft de belangrijkste inhoudelijke complex, maar dit is werkbaar en bovendien gegeven de strategische prioriteiten voor de komende vijf jaar, aan aard van het onderwerp noodzakelijk. Geconstateerd is de hand van een pijlerstructuur. De doelstelling van de dat de hiervoor nodige samenwerking tussen deze strategie is het verminderen van het risico op een partijen sterk is verbeterd. terroristische aanslag en de vrees daarvoor, alsmede het Ten slotte blijkt op grond van een analyse van de beperken van de mogelijke schade na een eventuele jurisprudentie van het Europees Hof voor de Rechten aanslag. De strategie verbindt alle betrokken partijen in

16 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 Voorbeeld: tegengaan radicalisering binnen CT-strategie

CT Strategie

Verwerven Voorkomen Verdedigen Voorbereiden Vervolgen

Voorkomen Voorkomen aanslag radicalisering

4. Ingrijpen bij 1. Voedingsbodem 2. Weerbaarheid 3. Aanbod individuele verminderen vergroten tegengaan radicalisering

Figuur 2: De vijf pijlers van de CT-strategie, nader uitgewerkt in het voorbeeld tegengaan van radicalisering Tuesday, March 29, 2011

Nederland in een gedeelde visie op een effectieve aanpak strijdgebieden, het tegengaan van de verspreiding van van terrorisme. jihadistische propaganda en het stimuleren van De grondslag van de nationale CT-strategie is de tegengeluiden. zogeheten ‘brede benadering’. Dit betekent dat de risico’s Om de potentiële risico’s van migratie en reisbewegingen te van terrorisme zo vroeg mogelijk worden onderkend en beperken, zet de overheid in op verbetering van de aangepakt door een combinatie van preventieve en grensbewaking en de migratieketen, een betere repressieve maatregelen. De bestrijding van terrorisme informatiepositie van gemeenten en inlichtingendiensten geschiedt altijd binnen de kaders van de rechtsstaat en en een verhoging van het veiligheidsbewustzijn bij de met respect voor de fundamentele vrijheden van burgers. medewerkers van de betrokken organisaties. Door middel van strategische samenwerking, het Vijf pijlers monitoren van relevante ontwikkelingen en de De nationale CT strategie omvat 5 pijlers. De eerste pijler, ondersteuning van fundamenteel onderzoek streeft de Verwerven, is gericht op het verzamelen en uitwisselen overheid naar het optimaal benutten van de kansen en van informatie over mogelijke terroristische dreigingen bedreigingen van technologie en innovatie. Ten aanzien van en risico’s, als fundament voor huidig en toekomstig internet en CNRN/E worden noodzakelijke maatregelen CT-beleid. De tweede pijler, Voorkomen, duidt op het getroffen in samenwerking met partners in binnen- en beperken van de terroristische dreiging door het buitenland. voorkomen van aanslagen en het tegengaan van De aanpak van geradicaliseerde eenlingen en het gewelddadig extremisme in binnen- en buitenland. vergroten van ‘security awareness & performance’ De derde pijler, Verdedigen, is gericht op het beschermen vormen de speerpunten voor de doorontwikkeling van het van alle vitale objecten, diensten en personen. De vierde stelsel Bewaken en Beveiligen. pijler, Voorbereiden, omvat alle werkzaamheden die zijn gericht op het anticiperen op een mogelijke terroristische Uitwerking en evaluatie aanslag en de gevolgen daarvan. De vijfde pijler ten Voor de uitwerking van de nationale CT strategie worden slotte, Vervolgen, is gericht op het opsporen en vervolgen geen nieuwe besluitvormings- of overlegstructuren in van verdachten met terroristische motieven. het leven geroepen. De uitwerking zal plaatsvinden in Op dit moment komt de terroristische dreiging voor het eigen beleid van alle betrokken instanties en Nederland overwegend vanuit jihadistische hoek. organisaties. De NCTb zal daarbij een coördinerende rol Andere vormen van ideologisch gemotiveerd extremisme vervullen. Over de voortgang op de vier prioritaire worden ook goed in de gaten gehouden. Indien de thema’s van de CT-strategie zal jaarlijks in de inlichtingen- en veiligheidsdiensten daar de komende Voortgangsrapportage Terrorismebestrijding aan de Tweede jaren aanleiding toe zien of als de maatschappelijke Kamer worden gerapporteerd. situatie daarom vraagt, zullen ook deze vormen van Zoals gezegd zal de strategie vijfjaarlijks worden bezien extremisme vanuit CT-perspectief worden aangepakt. op de vraag of inhoudelijke aanpassing gewenst is. De vijfjaarlijkse evaluatie vormt daar mede de basis voor. Strategische prioriteiten Met de evaluatie en de strategie is een integrale en Voor de periode 2011-2015 kiest het kabinet voor de samenhangende aanpak van terrorisme in de toekomst uitwerking van de nationale strategie in de een viertal geborgd. strategische prioriteiten. In de aanpak van het internationaal jihadisme is de inzet gericht op het voorkomen en De integrale versies van de evaluatie en de strategie zijn neutraliseren van verdere escalatie in de jihadistische beschikbaar via www.nctb.nl

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 17 Twan Erkens, directeur Kennis en Analyse, NCTb Jan Kortekaas, strategisch analist, directie Kennis en Analyse, NCTb

Technologie biedt veel mogelijkheden om terrorisme te bestrijden, maar kan ook worden misbruikt door terroristen. Voor een beter inzicht in technologische ontwikkelingen en de kansen en dreigingen die er uit voortkomen, heeft de NCTb samen met TNO een technologieverkenning uitgevoerd. Die verkenning is niet bedoeld als eindproduct, maar als vertrekpunt voor verdere initiatieven om maximaal te kunnen profiteren van de kansen die nieuwe technologie biedt en voorbereid te zijn op nieuwe dreigingen die zij met zich mee kan brengen.

voor (contra-)terrorisme verkend

Inzicht in technologische ontwikkelingen van groot passeert een viertal systeemconcepten – combinaties van belang basistechnologieën – de revue: waarnemingssystemen, Terrorisme en de bestrijding daarvan worden beide beslissingsondersteuningssystemen, niet-letale wapens beïnvloed door technologische ontwikkelingen. Het is en beschermingsmiddelen. dan ook niet meer dan logisch dat vanuit terrorisme­ bestrijding, maar zeker ook vanuit het bewaken en Kansen beveiligen van belangrijke functionarissen en vitale Vooral nanotechnologie en materiaaltechnologie bieden objecten, grote belangstelling bestaat voor de mogelijk- vele kansen door de mogelijkheden die zij bieden om heden en gevaren van nieuwe technologie. Om inzicht nieuwe materialen te ontwikkelen met unieke eigen- te krijgen in de op dit terrein relevante ontwikkelingen, schappen. Die materialen kunnen vooral bijdragen aan heeft de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding bewaken en beveiligen, bijvoorbeeld door lichtere in samenwerking met TNO in 2010 een technologie­ beschermingsmiddelen voor de politie of voertuigen te verkenning uitgevoerd. Een belangrijk doel daarvan is ontwikkelen of door de weerstand tegen aanslagen te kennisvergroting. In gesprekken met talrijke weten- verhogen in de vorm van verbeterde waarnemings­ schappers en praktijkmensen is namelijk gebleken dat systemen. Die materialen kunnen ook bijdragen aan de betekenis van nieuwe technologieën lang niet altijd een betere bescherming bij optreden op een onheilsplek wordt onderkend, laat staan wordt beoordeeld op tijdens crisis of bij het arresteren van verdachten. toepasbaarheid in de praktijk. Te denken valt hierbij aan De nieuwe beschermingsmiddelen zullen niet alleen toepassingen op het vlak van risicotaxaties of van de lichter, maar ook effectiever zijn in het gebruik. afscherming van de te beveiligen objecten of personen voor kwaadwillenden. De verkenning beschrijft vijf Nano-, bio- en materiaaltechnologie bieden vele zogeheten basistechnologieën, namelijk nanotechno­ mogelijkheden tot verbeterde of nieuwe sensoren in logie, biotechnologie, informatietechnologie, allerlei soorten waarnemingssystemen en zogeheten neurotechnologie en materiaaltechnologie. Tevens lab[oratorium]-on-a-chip. Op een dergelijke chip

18 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 kunnen metingen worden uitgevoerd die anders in lampen om mensen tijdelijk te verblinden en te een laboratorium door specialisten moeten worden desoriënteren en akoestische wapens voorbijvoorbeeld uitgevoerd. Nanotechnologen van de Universiteit crowd control, gebiedsbeveiliging en het neutraliseren Twente hebben bijvoorbeeld een sensor ontwikkeld, van kwaadwillenden of van voer-, vaar- en vliegtuigen. die ook bij een zeer lage concentratie antraxsporen kan vinden. Die ontwikkelingen in sensoren en chips Dreigingen bieden tal van kansen voor detectie en identificatie van De ontwikkelingen in nanotechnologie en biotechno­ gevaarlijke stoffen of voor verificatie en identificatie logie zijn potentieel omstreden en kunnen de motivatie van personen. Deze komen niet alleen inlichtingen- vormen voor nieuwe vormen van activisme, extremisme en informatievergaring ten goede, maar kunnen ook of terrorisme. Dat kan zich richten tegen laboratoria en/ bijdragen aan verbeterd toezicht, het voorkomen van of productiesites waar wordt gewerkt met nano- of aanslagen, het adequaat reageren na een mogelijke biotechnologie. De ontwikkeling van nieuwe materialen aanslag en aan opsporing en vervolging van verdachten. kan ook leiden tot de ontwikkeling van nieuwe wapens, Te denken valt aan een ‘camera’ waarmee tijdens explosieven of giftige stoffen, nieuwe manieren om evenementen als Prinsjesdag verwarde personen in de explosieven of gif te verpakken of nieuwe dragers van menigte kunnen worden geïdentificeerd. Sommige explosieven of gif. Zo bieden de steeds geavanceerdere smartphones beschikken per slot van rekening al over onbemande vliegtuigjes of robots de gelegenheid om camera’s met software voor gezichtsherkenning en de explosieven te vervoeren naar bewaakte locaties en daar ‘apps Appie’ voor smartphones presenteert na scanning tot ontploffing te brengen. Tot slot bieden de techno­ van een barcode met de camera welk artikel het is. Zou logische ontwikkelingen niet alleen kansen voor het niet heel nuttig zijn als hoofdconducteurs met een contraterrorisme, maar ook voor terroristen zelf. lab-on-a-chip bij een verdachte rugzak heel snel kunnen Dit is de andere zijde van de medaille. Ook terroristen bepalen of deze bagage explosieve stoffen bevat? hebben in beginsel immers behoefte aan bijvoorbeeld beschermingsmiddelen tegen kogels en middelen voor Ontwikkelingen in informatietechnologie, in waar­ informatievergaring tijdens de voorbereiding van nemings- en beslissingsondersteunende systemen en aanslagen. in beperkte mate in neurotechnologie, zullen leiden tot slimmere methoden van informatievergaring, -verwerking Vervolgactiviteiten en analyse zowel voorafgaand, als tijdens en na een Wat de NCTb betreft blijft het niet alleen bij de crisis. Zo biedt IT kansen voor effectievere of efficiëntere verkenning. Op grond van de conclusies van de verwerving van informatie, zoals door datamining met technologieverkenning zijn drie domeinen gekozen die behulp van slimme zoeksoftware in bijvoorbeeld zich lenen voor een innovatietraject, namelijk: detectie Twitter-berichten. Zo zou kunnen worden bepaald in van stoffen of personen, kennisvergaring en- uitwisseling hoeverre de emoties tegen bepaalde politici oplopen en bewaken en beveiligen. Voor een definitieve keuze waardoor zij in gevaar zouden kunnen komen. Ook kan van de meest kansrijke nieuwe technologieën daarbinnen zo met behulp van nieuwe technologieën inzicht worden is een scherper inzicht nodig in de behoeften binnen verkregen in de situatie op een onheilsplek. deze domeinen. Daarvoor zal de NCTb een aantal expertmeetings organiseren met deskundigen in de Niet-letale wapens nu vooral in ontwikkeling en gebruik veiligheidsketen om scherper zicht te krijgen op voor militaire toepassingen, zijn mogelijk ook inzetbaar behoeften in de praktijk en de vragen in de richting voor contra-terrorisme en bewaken en beveiligen. Te van aanbieders van technologie scherper te formuleren. denken valt aan netten, spijkermatten, schuimsoorten, Als er behoefte is aan chips voor detectie van stoffen, voor welke stof(fen) kan dan het best een chip worden ontwikkeld, wat is de haalbaarheid daarvan en binnen welk(e) proces(sen) zou een dergelijke chip bruikbaar zijn? Vervolgens wil de NCTb met die partijen, onderzoeks- instituten en het bedrijfsleven de haalbaarheid van specifieke technologische oplossingen verkennen. Op basis van de uitkomsten van deze exercitie zullen vervolgens gezamenlijke innovatieprojecten worden gestart.

Medewerkers van publieke organisaties die werkzaam zijn in de veiligheidsketen en securitymedewerkers van vitale sectoren kunnen gratis een gedrukt exemplaar van de verkenning bestellen bij de NCTb door hun naam en adres te e-mailen naar [email protected].

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 19 Aad Correljé, universitair hoofddocent Economie van Infrastructuren TU Delft, projectleider Edgarproject Up Stream – Downstream: Securing gas supply and demand and the governance of the gas value chain, en verbonden aan het Clingendael International Energy Programme

Beleidsperspectieven voor de nationale energieveiligheid Het dilemma van de goede betrekkingen; met wie?

De recente ontwikkelingen rond de Middellandse Zee en in het Midden Oosten en in Japan maken het denken over veiligheid op het gebied van de energievoorziening er niet makkelijker op. De problemen met de Japanse kerncentrales, als gevolg van de aardbeving en de daaropvolgende tsunami, hebben tot gevolg dat het inzetten van kernenergie ongetwijfeld weer met de nodige argwaan zal worden bekeken. En dat, terwijl kernenergie nu juist weer aan belang aan het winnen was als reële optie, om zowel een CO2-arme als een relatief stabiele en onafhankelijke vorm van energieopwekking tot stand te brengen. Daarmee wordt het waarschijnlijk een stuk lastiger om binnenslands substantiële maatregelen te treffen die de Nederlandse afhankelijkheid van buitenlandse energieleveranciers in balans kunnen brengen.

En dat heeft weer tot gevolg dat de internationale De tweede as onderscheidt een bilaterale nationale component van een veilige energievoorziening versus een multilaterale internationale aanpak, die onverminderd van belang zal blijven. Hier lijken de beiden hun werking zowel in Nederland als in het volksopstanden in Tunesië, Egypte, Libië, Jemen en buitenland kunnen hebben. Zo ontstaat een viertal Bahrein en de mogelijke uitbreiding van de onlusten ‘velden’ met verschillende soorten van initiatieven en naar andere olie en gas producerende landen in het activiteiten van overheden en burgers en bedrijven om Midden Oosten echter roet in het eten te gooien bij een de energieveiligheid te zekeren. Voor ieder van die deel van het Nederlandse energieveiligheidsbeleid. In velden kan een Nederlands beleidsperspectief de recent aan de Kamer aangeboden Nationale geïdentificeerd worden, met het oog op de (nationale) Risicobeoordeling 2010 noemt minister Opstelten van energieveiligheid . Veiligheid en Justitie, onder meer, het risico van een geopolitiek veroorzaakte energie- of grondstoffen Beleidsperspectieven schaarste als een belangrijke bedreiging van de Het eerste veld omvat fundamentele marktactiviteiten Nederlandse welvaart en veiligheid, die extra aandacht door bedrijven en burgers in het produceren, verwerken verdient de komende periode. Hierbij wordt nadrukkelijk en (inter)nationaal verhandelen van energie. Sinds de gesteld dat een deel van onze energiebehoefte betrokken 3e Energienota uit de tweede helft van de jaren ’90 van wordt uit instabiele regio’s. vorige eeuw domineert in Nederland het marktwerkings­ perspectief. Er bestaan bilaterale relaties tussen de De ontwikkeling van de Nederlandse strategie op het overheid en het bedrijfsleven en de consumenten, gebied van energieveiligheid speelt zich af langs een waarbij het aangaan van transacties zoveel mogelijk tweetal assen. Daarbij onderkent de regering dat wordt overgelaten aan de eigen verantwoordelijkheid. nationaal en internationaal energieveiligheidsbeleid twee kanten zijn van dezelfde medaille en dat zowel de Het ondersteunen van private transacties tussen bedrijven overheid als burgers en bedrijven een rol zullen moeten en burgers in goed functionerende markten wordt in spelen in het verzekeren van de energieveiligheid. het tweede beleidsveld, vanuit een multilateraal De ene as verbindt twee posities, waarbij ofwel de perspectief, ondersteund door het Nederlandse beleid overheid, ofwel de burgers en het bedrijfsleven in het kader van de EU en de WTO. Dat is erop gericht verant­woordelijkheden zullen moeten nemen. om internationaal zoveel mogelijk ruimte voor

20 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 Nederlandse bedrijven te helpen in het verkrijgen van toegang tot internationale energieprojecten en het behartigen van voor Nederland vitale belangen in het buitenland. Dit beleidsveld is de afgelopen jaren geconcretiseerd door het aangaan van goede betrekkingen met een aantal landen waar Nederlandse bedrijven een rol (willen) spelen in de energiesector, bijvoorbeeld door middel van bezoeken van leden van de regering en culturele uitwisseling. Het is duidelijk dat dit vierde beleidsveld grote gevoeligheden kent; niet voor Nederland alleen overigens. In de eerste plaats bestaat er een potentieel conflict. Het bilateraal behartigen van min of meer specifieke belangen in het buitenland kan in conflict geraken met de doelstellingen uit het tweede veld, dat een internationaal level-playing field beoogt. marktwerking en internationale investeringen te scheppen. Geruime tijd is er, met name binnen de EU, Daarnaast echter blijkt uit de recente ontwikkelingen in vanuit gegaan dat een succesvol open marktbeleid alle Tunesië, Egypte, Libië, Jemen en Bahrein dat het aangaan zorgen rond energieveiligheid en daarmee de noodzaak van ‘vriendschappelijke banden’ met de overheden in tot een specifiek energieveiligheidsbeleid zou doen olie en gas producerende landen een lastige aangelegen­ verdampen. Bovendien leek ‘de markt’ een overvloedig heid kan worden als de legitimiteit van die overheden energieaanbod te generen. door hun bevolking betwist wordt. Een dergelijk scenario lijkt zich momenteel rond de Middellandse Zee en in Al vrij snel ontstond er echter weer twijfel aan de het Midden Oosten af te spelen. Afhankelijk van de betrouwbaarheid van de markt, het gedrag van de uitkomsten van dergelijke confrontaties, het karakter verschillende deelnemers en de consequenties van van de opvolgende regeringen en het lokale imago wat geopolitieke spanningen voor de productie, het transport Nederland en de betrokken bedrijven verworven hebben en de handel in energie. Daarop werd een aantal in de landen kunnen vriendschappelijke banden met multilaterale, door staten gedragen, initiatieven overheden uiteindelijk contraproductief blijken. genomen die door Nederland ondersteund werden; De ontwikkelingen in Libië zullen ons leren in hoeverre het derde beleidsveld. Deels bouwen die voort op de bijvoorbeeld de Italiaanse olieindustrie haar positie traditionele rol van het IEA en ook de EU, in het beheren daar zal kunnen behouden, gegeven de goede relaties van de strategische reserves. Daarnaast heeft de EU de tussen het Khadaffi-regime, de Italiaanse regering en afgelopen jaren een aantal ‘Security of Supply’ de industrie. Richtlijnen het licht doen zien, gericht op de aanvoer van aardgas en elektriciteit. Ook wordt er een extern EU Dilemma beleid ontwikkeld dat stabiliteit nastreeft in de relaties In meer algemene zin kan gesteld worden dat er sprake met huidige en potentiële energieleveranciers. De NAVO is van een dilemma. Als energie in toenemende mate uit en de VN Veiligheidsraad zijn een steeds belangrijker en instabiele regio’s afkomstig zal zijn, zal de Nederlandse openlijker rol gaan spelen rond militaire strategische regering ‘vriendschappelijke relaties’ moeten onder- vraagstukken van energievoorzieningszekerheid, via houden met instabiele overheden die hun eigen partnerschappen en de beveiliging van aanvoerroutes bevolking onderdrukken en mogelijk hun controle over en infrastructuur. energiebronnen en aanvoerlijnen als politiek dwang- middel gebruiken jegens andere landen. Het hebben Het vierde veld aan beleidsinitiatieven wordt gevormd van dergelijke relaties kan echter een contraproductief door bilaterale initiatieven op het gebied van energie- effect hebben bij een regeringswisseling in die landen, veiligheid, die door de Nederlandse overheid aangestuurd of als er ernstige bezwaren ontstaan tegen het betrokken worden in relatie met andere partijen. Voor wat betreft regime in de internationale statengemeenschap of bij het binnenlandse beleid kunnen we hier verwijzen naar de Nederlandse bevolking. De huidige discussie rond de de convenanten voor samenwerking met bedrijven in de belevering van een klein aantal Tamoil benzinestations drinkwater, elektriciteit, gas en telecom sectoren die door Shell laat zien dat ook dit een gevoelig aspect is. onder regie van het Veiligheidsberaad ontwikkeld De vraag hoe we met dit dilemma omgaan laat zich worden met de Veiligheidsregio’s. niet makkelijk beantwoorden. Toch wat meer afstand houden misschien? Of een bredere waaier aan De op het buitenland gerichte component van dit veld betrekkingen die ook nadrukkelijk op het volk gericht wordt gevormd door activiteiten van de overheid om zijn…?

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 21 dr.ir. Ellen Jagtman ([email protected]) prof.dr. Ben Ale, Sectie Veiligheidskunde, Faculteit Techniek Bestuur en Management, TU Delft Alert na Moerdijk Alarmeren en informeren van de ? bevolking over de brand bij Chemie-Pack

Aanleiding dan de respondenten in de andere gebieden. Op woensdag 5 januari 2011 brak brand uit bij het bedrijf Op 5 januari om 16 uur had 2/3 van de respondenten Chemie-Pack in Moerdijk. Het incident ontwikkelde zich aanwezig in het gealarmeerde gebied gehoord van de tot een grote brand waarbij in de loop van de middag brand. Dit was om 17 uur opgelopen tot 89% in Gebied 1. en avond de bevolking in diverse gebieden werd In Gebied 2 en Gebied 3 was dit aandeel om 17 uur gewaarschuwd. De waarschuwingen op de dag van de respectievelijk 59% en 49%. De figuur laat voor Gebied 1 brand hadden betrekking op de rook die vanuit Moerdijk tussen 15 en 16 uur een sterke toename zien van het aantal in noordelijke en later noordoostelijke richting trok. respondenten dat op de hoogte komt van de brand. Om Het dringende advies luidde: naar binnen te gaan, 19 uur ’s avonds was van de respondenten uit zowel deuren en ramen te sluiten, ventilatiesystemen uit te Gebied 1 als Gebied 2 ruim 97% op de hoogte van de brand. schakelen en af te stemmen op de rampenzender. Diverse middelen waaronder de sirene, geluidswagens, Welke communicatiekanalen bracht mensen op de SMS Alert, de rampenzender, radio, televisie en internet hoogte? werden ingezet om mensen op de hoogte te brengen. Respondenten hoorden op 5 januari via vele Waarschuwen gebeurde niet alleen via deze middelen. verschillende kanalen van de brand in Moerdijk. Bijna Mensen informeerden ook elkaar. Bovendien zijn er 1/3 van alle respondenten vernam van de brand van een mensen die zelf de rook waarnamen en zo op de hoogte bekende. Een kwart van alle respondenten kwam via kwamen van de gebeurtenis. Om meer inzicht te krijgen een nationale radio of televisie zender op de hoogte. in het alarmeren en informeren van de bevolking over De bijdrage van de kanalen verschillen sterk per gebied. de brand heeft de TU Delft een vragenlijst uitgezet. Figuur 2 toont de bijdrage van de verschillende kanalen De 462 reacties zijn ingedeeld in drie gebieden. voor de respondenten die ten tijde van het uitbreken Gebied 1: alarm via alle middelen inclusief sirene en van de brand in Gebied1 aanwezig waren. Ruim 45% van geluidswagen. Gebied 2: alarm via rampenzender, radio/ deze mensen hoorde van een ander bekend of onbekend televisie en internet. Gebied 3: gebieden zonder advies persoon van de brand. De speciaal voor dit gebied waarvoor informatie het voornaamste doel is. Van elke ingezette middelen (met name de sirene, en in beperkte respondent is het gebied bepaald aan de hand van de mate geluidswagens en SMS Alert) brachten 27% van de locatie waar hij of zij was op het moment dat de brand respondenten uit Gebied1 op de hoogte. Deze middelen bij de brandweer bekend was (rond 14:30 uur). Hierna hebben een niet vast te stellen indirect effect gehad, wordt hoofdzakelijk Gebied1 besproken. aangezien andere respondenten hoorden van de brand van een persoon die wellicht zelf weer door een Wanneer waren mensen op de hoogte van de brand? alarmeringsmiddel in kennis was gesteld. Bijna 10% van De communicatie via verschillende middelen in de respondenten in Gebied 1 vernam van de brand via Gebied 1 heeft in de middag van 5 januari hoofdzakelijk eigen visuele waarneming. betrekking op de directe blootstelling aan toxische Aangezien de alarmeringsmiddelen waren gericht op stoffen via inademen. Het inzetten van middelen als de Gebied 1, verschilt de bijdrage van communicatiekanalen sirene en geluidswagens is gericht op het versneld op de in de beide andere gebieden. In Gebied 2 hoort bijna de hoogte brengen van de in het gebied aanwezige helft van de respondenten van de brand van een ander bevolking op basis van concentraties boven de persoon of organisatie. De informatiekanalen radio, AlarmeringsGrensWaarde (AGW). Bij overschrijding van televisie en internet hebben in dat gebied eveneens een de AGW kan blootstelling van één uur leiden tot grote bijdrage. Deze informatiekanalen hebben in onomkeerbare of ernstige gezondheidsschade. Voor de Gebied 3 de grootste bijdrage gehad. Naar mate een aanwezigen in Gebied 1 is het daarom van belang vroeg waarschuwing meer directe relevantie heeft voor te vernemen van de brand. Figuur 1 laat zien dat de aanwezigen in een gebied, stellen mensen elkaar respondenten in Gebied 1 eerder op de hoogte waren individueel actiever in kennis van wat er gaande is.

22 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 Figuur 1: Aantal respondenten per gebied dat op de hoogte was van de brand

Figuur 2: Communicatie­ kanalen eerste kennisneming in Gebied! (N=96)

locatie Moerdijk woedde met wind uit het zuiden Hadden de alarmeringsmiddelen een hoofdrol? ontstond een bijzondere situatie: de ogen in Midden en De sirene wordt ingezet om de berichtgeving aan West-Brabant waren gericht op bronbestrijding, terwijl aanwezigen die mogelijk aan te hoge concentraties vragen over de noodzaak tot waarschuwen van de gevaarlijke stoffen worden blootgesteld te versnellen. bevolking en dus effectbestrijding voor Zuid-Holland Heeft de sirene deze rol vervuld? Om hier inzicht in te Zuid relevant waren. Bij de brand in Moerdijk is de krijgen, is de tijd waarop respondenten hoorden van de sirene ingezet. De alarmeringsmiddelen hebben nut brand en het communicatiekanaal gecorreleerd. Hieruit gehad in het versnellen van de berichtgeving. Initieel blijkt dat mensen in Gebied 1 in eerste instantie via had ook visuele waarneming door aanwezigen zelf een visuele waarneming en de alarmeringsmiddelen op de grote bijdrage. De meeste mensen die aanwezig waren hoogte komen. De bijdrage van de informatiekanalen in het gebied waar de sirene en geluidswagens zijn radio, televisie of internet en van andere personen komt ingezet, hoorden evenwel van iemand anders van de later op gang. De alarmeringsmiddelen geven direct of brand. Directe relevantie geeft aanleiding om anderen indirect aan dat handelen is gewenst om in veiligheid te te attenderen op het incident en daarmee op het gevaar. komen of blijven. Uit de door de respondenten De olievlekwerking tussen de leden van de bevolking genoemde “eerste reactie” nadat via sirene, geluidswagen van een alarm kan worden versterkt door meer personen of SMS Alert was vernomen van de brand, volgt dat direct te alarmeren en activeren, bijvoorbeeld via ongeveer de helft van respondenten (vrijwel) direct naar NL-Alert dat in ontwikkeling is. binnen zijn gegaan en ramen en deuren hebben gesloten. Meer lezen? Lessen voor alarmeren en informeren H.M. Jagtman, B.J.M. Ale, M.H.A Kluin en S. Sillem, Omdat er officiële onderzoeken lopen naar de oorzaken Hoe hoorde u van de brand bij Chemie-Pack in Moerdijk? en afwikkeling van de brand, was voor dit onderzoek het Rapportage bevindingen vragenlijstonderzoek, TU Delft, 2011. precieze tijdstip waarop de sirene voor het eerst werd ISBN 978-90-5638-249-0. geactiveerd niet beschikbaar. Doordat de brand op de Beschikbaar via http://repository.tudelft.nl/

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 23 Als er één vakgebied binnen de crisisbeheersing is dat de laatste jaren een vlucht heeft genomen, dan is het wel de crisiscommunicatie. Tien jaar geleden stond het agendapunt ‘voorlichting’ als punt 7 op de agenda. Als je geluk had, kreeg je als communicatiedeskundige dan de kans om uit te leggen hoe je alle voorgaande besluiten dacht te gaan verwoorden in een persbericht. Als je pech had, moest je het persbericht in de eerstvolgende vergadering aan de aanwezigen voorleggen. En zo kon het uren duren voor de overheid in crisistijd wat van zich liet horen. Crisiscommunicatie: Manon Ostendorf, senior communicatie­adviseur Nationaal Crisiscentrum óók een hulpdienst

In de huidige maatschappij is voor een dergelijke aanpak brand via social media massaal melding maken van geen plaats meer. De publieke beeldvorming heeft korte prikkelende luchtwegen en een brandende jeuk, is er metten gemaakt met iedere vorm van bureaucratie. sprake van een crisis – ook als de meetresultaten dat Het publiek verlangt snelheid en duidelijkheid van de op dat moment niet wetenschappelijk onderbouwen. overheid. De burger wil serieus genomen worden en Zwijgen is dan geen optie. Als gevolg daarvan wijzigt ook zijn eigen beslissingen kunnen nemen. De voort­ de boodschap: het uitgangspunt voor communicatie is schrijdende informatietechnologie gaf het laatste duwtje. niet wat de overheid wil zeggen, maar wat het publiek Het acht uur-journaal en de start van de krantenpersen wil weten. De moderne crisiscommunicatieadviseur vormen geen deadlines meer. De maatschappij draait beschikt over een ‘omgevingsanalyse’: hij weet wat er 365 dagen per jaar, 24 uur per dag wereldwijd op volle leeft op straat door gericht te onderzoeken welke vragen toeren. Met de burgers als nieuwe journalisten. telefonisch en digitaal worden gesteld, hoe het publiek zich gedraagt op de plaats van het incident en welke In eerste instantie zagen veel bestuurders in deze sentimenten leven op bijvoorbeeld radio, televisie en ontwikkelingen vooral een bedreiging. Ze voelden dat social media. Daarop baseert hij vervolgens zijn adviezen de druk op hen behoorlijk werd opgevoerd. Begrijpelijk, aan het beleidsteam. want het is geen sinecure in onzekere situaties snel de juiste feiten naar buiten te brengen. Het risico is groot Duiding dat je zaken dan later weer moet rechtzetten. En dat doet De ouderwetse voorlichting richtte zich vooral op de afbreuk aan je imago als betrouwbare instantie. Het jonge informatievoorziening. De feiten. En dat levert een vakgebied crisiscommunicatie bood de bestuurder de lastig dilemma, want in de eerste uren na een incident, helpende hand. Waar de ouderwetse voorlichter zich is het moeilijk vast te stellen hoeveel slachtoffers er zijn vooral richtte op het verstrekken van informatie, beschikt en wat de oorzaak was van het incident. Veel bestuurders de moderne adviseur crisiscommunicatie over een veel vervielen daardoor noodgedwongen in een urenlang breder palet van mogelijkheden. En daarmee vormt hij stilzwijgen. Ook hier biedt de crisiscommunicatie bedreigingen om tot kansen. oplossingen: geef duiding. In woord en gebaar. Laat het publiek weten hoe het nieuws je heeft geraakt, toon Focus medeleven met de slachtoffers, vertel wat je allemaal in Allereerst kent crisiscommunicatie een andere focus: het werk stelt om de crisis aan te pakken, vraag begrip het is niet langer de overheid, maar het publiek dat voor het feit dat nog niet alles bekend is. Erken hun bepaalt of er een crisis is. Wanneer mensen na een emoties. Uiteraard verwachten ze óók duidelijkheid en

24 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 informatie. Dus als die er is, moet je die geven. Of je dat adviezen van de overheid op te volgen als ze vooraf de als bestuurder zelf moet doen, is overigens de vraag. Uit tijd hebben gekregen eventuele persoonlijke bezittingen onderzoeken komt duidelijk naar voren dat mensen, als in veiligheid te brengen. In de praktijk wordt vaak te het bijvoorbeeld om medische adviezen gaat, veel meer lang gewacht, omdat bestuurders zo veel mogelijk vertrouwen hebben in een arts of viroloog dan in een zekerheid willen hebben over de juistheid van hun burgemeester. beslissingen. Geen enkele burger verwacht van een bestuurder dat hij een glazen bol heeft, waarmee hij de Social media toekomst kan voorspellen. Maar hij verwacht wél dat hij Met de opkomst van social media nam de roep om een serieus wordt genomen. Wees niet te bang onzekerheid ‘snelle’ overheid nog verder toe. Deze nieuwe vorm van te communiceren. Geef het publiek de beschikbare burgerjournalistiek vormt daarmee enerzijds een last, kennis en stel mensen in staat zelf hun keuzes te maar biedt anderzijds wel degelijk ook een lust. Met maken. Wees duidelijk in wat de burger van de overheid social media zenden mensen immers niet alleen 24 uur mag verwachten, maar geef ook duidelijk aan wat hij per dag informatie, maar ontvangen ze deze ook. En als beter zelf kan organiseren. Geef tips en adviezen over jouw informatie voldoende toegevoegde waarde biedt, wat mensen kunnen doen om schade te beperken. Geef sturen ze deze vervolgens razendsnel door naar al hun ze een rol in het informeren van de buren en vraag ze contacten. Hoewel het aantal mensen met bijvoorbeeld een extra oogje in het zeil te houden bij mensen in hun een Twitteraccount nog relatief gering is, bevinden zich omgeving, die zichzelf wellicht wat minder zelfstandig onder de gebruikers relatief veel journalisten en kunnen redden. communicatieprofessionals, die jouw informatie gebruiken voor hun eigen doeleinden. En dat biedt Met een effectieve crisiscommunicatie kunnen ruim geweldige kansen om in relatief korte tijd een grote 16 miljoen hulpverleners hun steentje bijdragen om de groep mensen te bereiken. (potentiële) effecten van een dreiging of crisis te beperken. Daarmee is crisiscommunicatie de laatste Mandaat jaren uitgegroeid tot een volwaardige hulpdienst. Met Zoals een brandweerman het vuur bestrijdt met water, mogelijkheden, waarvan andere hulpdiensten slechts kan de crisiscommunicatie een crisis bestrijden met kunnen dromen. woorden. Hoewel dit besef bij veel bestuurders is gegroeid, blijft het mandaat dat de crisiscommunicatie Advies nodig? krijgt nog wel eens achter. Crisiscommunicatie verdient De adviseurs crisiscommunicatie van het Nationaal net zo’n stevige positie in de opschalingstructuur als de crisiscentrum zijn in crisistijd voor overheden 24/7 andere hulpdiensten. Elk beleidsteam – op lokaal, beschikbaar voor advies. Telefoon: 070-4265000. regionaal of nationaal niveau – verdient een adviseur Voor meer informatie: www.nationaalcrisiscentrum.nl crisiscommunicatie. Er zullen maar weinig brandweer- commandanten in ons land zijn, die toestemming moeten vragen aan hun burgemeester om zijn wagens bij brand uit te mogen laten rukken. Voor de crisis­communicatie is dit helaas niet zo vanzelfsprekend. Er zijn nog steeds situaties, waarin het uren duurt voordat actiecentra communicatie gebeurte­ nissen mogen bevestigen, die voor het publiek al die tijd al zichtbaar waren.

Zelfredzaamheid Dergelijke trage reacties zijn niet alleen funest voor de beeldvorming en de betrouwbaarheid, maar ontnemen bestuurders ook de kans in te spelen op de zelfred­zaamheid van de burger. Communicatie biedt de mogelijkheid mensen tijdig hun eigen keuzes te laten maken. En dat kan bijzonder positieve gevolgen hebben voor de crisisbeheersing. Zo komt uit onderzoek naar voren dat mensen eerder bereid zijn evacuatie­

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 25 Ira Helsloot, Crisislab Margreeth van Dorssen, Berenschot

Evaluatie nationale aanpak Mexicaanse griep

Op 14 maart is de evaluatie van de Mexicaanse griep, uitgevoerd maanden erna kon er op cruciale punten als adviezen door Berenschot en Crisislab, naar de Tweede Kamer gestuurd. richting de bevolking niet tot internationaal afgestemde Dit artikel presenteert de hoofdlijn van deze evaluatie die op besluiten worden gekomen. verzoek van de Kamer in opdracht van het ministerie van VWS Op 1 mei werd de H1N1 opgenomen als A-ziekte in de is verricht. Wet publieke gezondheidszorg. Hierdoor werd de ziekte formeel meldingsplichtig en kreeg de minister van VWS de eindverantwoordelijkheid over de bestrijding ervan De gebeurtenissen plus bijzondere bevoegdheden met betrekking tot Op 24 april 2009 en de dagen erna leek het of het lang quarantaine en het verkeer van personen in Nederland. gevreesde doemscenario van een nieuwe ‘Spaanse griep’ Afgezien van de meldingsplicht is van deze bevoegdheden werkelijkheid was geworden. De ‘Mexicaanse griep’ leek overigens geen gebruik gemaakt. op grond van de eerste Mexicaanse cijfers die door de WHO werden gehanteerd (62 doden op 800 tot 1.000 Na de eerste meest dreigende week werd duidelijk dat besmettingen), de mortaliteit van een ziekte als SARS te H1N1 een ‘mild’ karakter had, dat wil zeggen dat H1N1 koppelen aan de besmettelijkheid van een gewone griep. minder slachtoffers leek te vergen dan een gewone seizoensgriep. Vanaf die week werd de dominante zorg In Nederland werd meteen op 24 april tot de eerste van de deskundige adviseurs het gevaar dat het virus zou maatregelen besloten, namelijk een advies richting muteren tot een gevaarlijker variant. Op 19 juni besloot reizigers vanuit Mexico die binnen enkele dagen na de minister van VWS op grond van de adviezen tot de terugkomst koortsverschijnselen vertoonden en een definitieve aanschaf van vaccins voor alle Nederlanders. daarmee corresponderend advies richting medische professionals hoe met dergelijke patiënten om te gaan: De verspreiding in Nederland nam in eerste instantie na monstername en diagnostiek of er sprake was van maar heel langzaam toe tot ongeveer 120 geconstateerde H1N1 werden patiënten en hun mogelijke contacten besmettingen eind juni. Gedurende de zomer nam het met antivirale middelen behandeld. Op 28 april werd aantal patiënten verder toe. Voor alle duidelijkheid: het een ontradend reisadvies voor Mexico afgegeven door het aantal patiënten bleef ver verwijderd van de norm die ministerie van Buitenlandse Zaken voor ‘niet-essentiële gehanteerd wordt om van een epidemie te spreken. In reizen’. Op 29 april nam de minister van VWS het het najaar van 2009 bleek de Nieuwe Influenza A (H1N1) principebesluit tot aanschaf van vaccins voor de gehele de seizoensgriep te zijn geworden die overall minder Nederlandse bevolking. zieken en dodelijke slachtoffers maakte dan de Na enige dagen bleek de uitbraak op vele plekken voet ‘gemiddelde’ seizoensgriep. Statistisch werd vastgesteld aan de grond gekregen te hebben of te krijgen. Met name dat er een relatief groter aantal jonge patiënten was in in buurland de VS nam het aantal signaleringen sterk vergelijking met een normale griep. toe. Met deze toename ontstond er ook een beter inzicht in de ernst van H1N1. Deze bleek buiten Mexico De oorspronkelijk ingezette maatregelen zoals het vooralsnog niet tot dodelijke slachtoffers te leiden. testen van alle grieppatiënten werden, in een poging Binnen een week werden de eerste patiënten in Europa de verspreiding naar en in Nederland te remmen, gesignaleerd. Op dat moment allen reizigers vanuit volgehouden totdat het aantal patiënten zo hoog werd Mexico of de VS. In Nederland werd de eerste besmetting dat de belasting voor GGD-en en andere betrokken op 30 april 2009 gemeld. organisaties te hoog werd. Op 30 april bleek tijdens een conferentie van de Europese In verschillende etappes werd gekomen tot bepaling ministers van Gezondheidszorg dat de Nederlandse van de groepen die uiteindelijk vaccinatie kregen wens tot Europese coördinatie van maatregelen zoals de aangeboden. Afgezien van de reguliere risicogroepen aanschaf van vaccins geen meerderheid vond. Ook in de ging het hier met name om zwangere vrouwen en

26 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 ‘Better safe than sorry’ als dominante redeneerlijn Tony Blair stelde, terugkijkend op de tweede Golfoorlog: ‘Welke les zou ik eruit trekken? Dit is van belang omdat we in de toekomst heel goed weer in een dergelijke situatie kunnen komen. Allereerst: ga uit van het ergste.’1

kinderen van 6 maanden tot 4 jaar. Een brede publieks- zichtbaar in verschillende andere casussen. De dominante informatiecampagne is ingezet vanaf half augustus. redeneerlijn achter dergelijke observaties is er één van Vanaf begin november zijn de vaccinatiecampagnes ‘better safe than sorry’, waarbij worst-case scenario’s uitgevoerd. leidend zijn in voorbereiding, advisering en besluit­ Vanaf het begin is de communicatiestrategie om open vorming. Iets wat kenmerkend lijkt voor de hedendaagse te zijn over de gevaren van H1N1 en om ‘het vertrouwen (politieke) inschatting van adequate crisisbeheersing. te behouden in de overheid’. In de uitwerking betekent dit dat men onzekerheden in de bestrijdingsinstrumenten Op meer detailniveau: (zoals de mogelijke bijwerkingen van vaccinatie) niet De voorbereiding op crises wordt enerzijds gekenmerkt prominent communiceerde. Een in onze analyse dieper door een neiging alles tot op detailniveau vooraf vast liggende oorzaak voor deze communicatiestrategie is de te willen leggen. Anderzijds wordt het benoemen van opvatting bij relatief veel respondenten dat er een reëel werkelijke (en vaak moeilijke) problemen vermeden, risico was dat de samenleving ‘op hol’ zou kunnen slaan zodat lastige keuzes vooraf niet gemaakt worden. onder dreiging van een grieppandemie. Advisering vindt met name monodisciplinair plaats op Uiteindelijk is er van ongeveer 60 patiënten vastgesteld basis van ‘better safe than sorry’. Praktische uitvoer­ dat zij aan H1N1 zijn overleden, in vergelijking met baarheid en de noodzaak tot evenwichtige veiligheids- schattingen van 250 tot 1.000 voor een regulier investeringen worden buiten de adviezen gelaten door griepseizoen. adviseurs vanwege de dreiging dat zij de verant­woorde­ lijkheid moeten dragen als hun adviezen te ‘licht’ blijken. De centrale bevindingen Drie centrale conclusies worden in deze evaluatie Besluitvorming vindt plaats op basis van adviezen getrokken: uitgaande van worst-case scenario’s; besluitvormers • De opschaling in Nederland was grosso modo snel en krijgen geen gewogen, integraal en uitvoerbaar advies adequaat, waarbij de reguliere en sommige van de aangeboden. De noodzakelijke integraliteit en noodzakelijke ‘griepspecifieke’ en professionele uitvoerbaarheid van maatregelen worden daarom maatregelen soepel in werking werden gesteld. Dit geeft uiteindelijk in overleg tussen de besluitvormers vertrouwen voor het geval er de volgende keer een besproken. Hierdoor worden de besluitvormers zwaar werkelijk gevaarlijke infectieziekte-uitbraak plaatsvindt. belast en worden zij beperkt in hun mogelijkheid tot • De internationale en interdepartementale afstemming strategische reflectie op de crisissituatie. van verschillende voorgenomen en ingezette maatregelen was beperkt concreet. Tevens was er Communicatie met de maatschappij staat onder druk: beperkt inzicht in de reactie van de maatschappij bij een besluitvormers die genoodzaakt zijn praktische en werkelijk gevaarlijke infectieziekte-uitbraak. Dit uitte pragmatische besluiten te nemen die niet geheel sporen zich onder andere in terughoudende communicatie. met de expertadviezen, voelen zich geremd in de • De besluitvorming werd overheerst door risico­ communicatie daarover. mijdende adviezen, waardoor dikwijls tot niet (kosten)effectieve maatregelen besloten werd – of ten Tot slot echter een belangrijke waarschuwing: wie op minste tot maatregelen waarvan onbekend was of het basis van de conclusies en leerpunten in deze evaluatie kosteneffectief was. tot het oordeel wil komen dat het verwijtbaar is dat adviseurs en beslissers tot de veilige weg besloten, moet Deze observaties over de (voorbereiding op) nationale bedenken dat in recente evaluaties maatregelen die crisisbesluitvorming zijn onzer inziens niet uitsluitend achteraf als onvoorzichtig werden beschouwd, van toepassing op de H1N1-casus, maar eveneens genadeloos werden bekritiseerd.

1 Tony Blair, Memoires, Amsterdam: De Bezige Bij, 2010, p. 523.

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 27 Georg Frerks, hoogleraar Rampenstudies, Universiteit van Wageningen

De cascade van

in Japan

De meervoudige ramp in Japan tart elke beschrijving. Het is een extreme gebeurtenis in alle opzichten. De natuurlijke trigger event, een aardbeving van 9.0 op de schaal van Richter, sloeg alle lokale records van de laatste 140 jaar. De daaruit voortvloeiende verwoestende tsunami leidde tot misschien wel 20.000 dodelijke slachtoffers, en een schade die kan oplopen tot meer dan 300 miljard dollar. Als een dergelijke ramp in een minder goed voorbereid land was gebeurd, hadden er gemakkelijk honderdduizenden doden kunnen vallen.

Denk aan de aardbeving in Sichuan, China in 2008, die Het meest duidelijke voorbeeld hiervan is natuurlijk de met een sterkte van ‘slechts’ 7.9 ruim 87.000 doden situatie rondom de kerncentrale in Fukushima Dai’ichi, veroorzaakte, of aan de tsunami in de Indische Oceaan die op het moment van schrijven van deze column steeds in 2004 met meer dan 226.000 doden. Hieruit blijkt dat onheilspellender vormen aanneemt. Ondanks het feit een goede voorbereiding en training, en de juiste dat aardbevingen en tsunami’s stevig in het Japanse infrastructurele maatregelen veel levens kunnen schelen. historische besef en het hedendaagse denken verankerd Ook de waardige en gedisciplineerde wijze waarop de zijn – tsunami is een woord – was men toch niet Japanse bevolking zelf de hulpoperaties, de opvang en voldoende voorbereid op de huidige cascade van de nazorg hebben opgepakt, dwingt bewondering af. rampspoed met allerlei onverwachte consequenties. Dit toont aan welke veerkracht getroffen bevolkingen Hoewel rampendeskundigen bijvoorbeeld tot voor kort zelf bezitten en hoe dit van pas komt, vooral wanneer dachten dat mobieltjes een grote bijdrage zouden overheden de taken zelf nauwelijks aankunnen, zelfs in kunnen leveren bij rampenvoorbereiding, waarschuwing een hoogontwikkeld land als Japan. Dit ontkracht dan en respons, bleek in Japan dat deze moderne technologie ook de vaak gehoorde mythe dat de getroffen bevolking niet bestand was tegen het geweld van de tsunami. Alle apathisch of in paniek zou zijn, en de professionele antennes verdwenen tegelijk met de huizen waaraan ze hulpverleners alleen maar ‘in de weg zou lopen’. waren bevestigd in het kolkende water. We zagen lange rijen ontheemde Japanners opgelijnd voor ouderwetse De ramp in Japan heeft echter ook een heel ander en telefoontoestellen om familie en vrienden via de bijzonder verontrustend punt duidelijk gemaakt. Dit landlijn te kunnen bereiken. Ook bleek de elektriciteits- is het gegeven dat rampen vaak een onberekenbaar voorziening kwetsbaar, niet alleen door het wegvallen karakter krijgen door de onvoorziene keten van gevolgen van de nucleaire energie van de getroffen centrales zelf, die ze oproepen – een keten die feitelijk onbeheersbaar maar ook door de wijze waarop het stelsel was aangelegd wordt voor menselijk ingrijpen. Het beeld dat hierbij en omschakelen lastig bleek. Het rantsoeneren van de vaak wordt gebruikt is dat van een cascade, een waterval. elektriciteit, gepaard gaande aan de ontwrichting van In de natuurwetenschappen wordt het begrip cascade het land als zodanig, had tevens een negatieve uitwerking ook gebruikt om een kettingreactie aan te geven, waarvan op de lokale economie en de productie. Veel bedrijven de uiteindelijke impact veel groter is dan aan het begin. moesten hun activiteiten staken of verminderen.

28 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 De grote golf van Anderen hadden een tekort aan onderdelen, omdat hun daardoor een centrale plaats gekregen in het sociale en Kanagawa. De Japanse toeleveringsbedrijven waren getroffen. Dit effect strekt politieke debat. De ontwikkeling en de toepassing van kunstenaar Katsushika zich onderhand uit naar het Westen, waar krapte ontstaat technologieën worden in toenemende mate dan ook Hokusai verbeelde in deze beroemde aan essentiële onderdelen die in Japan worden gemaakt, omringd door allerlei vragen over de betrouwbaarheid houtsnijdruk uit 1832 bijvoorbeeld in de automobielindustrie. Weer een ander van het management van deze risico’s. Modernisering niet alleen de kracht gevolg betreft de opwaartse druk op de yen, en de wordt zo, volgens Beck, niet alleen meer gekoppeld aan van de natuur, maar reacties op de beurzen waardoor vermogen ‘verdampt’. de productie van welvaart, maar steeds meer aan ook de kracht van de De voedselvoorziening blijkt gevaar te lopen, doordat destructieve krachten, gevaren en risico’s. Bovendien roeiers. groente, melk en vlees door radioactieve straling zijn zijn deze risico’s nauwelijks meer te berekenen en zijn besmet. Dit geldt nu ook voor het water uit de kraan ze eveneens vaak onzichtbaar. Radio-actieve straling is en zelfs de zee. Hoewel de autoriteiten beweren dat de hiervan wellicht wel het meest duidelijke en griezelige hoeveelheden straling nog geen onmiddellijke voorbeeld. De politiek en de wetenschap hebben bedreiging vormen voor de volksgezondheid, neemt de daarbij hun geloofwaardigheid verloren, omdat ze zelf ongerustheid onder het publiek en de scepsis over de nauw betrokken zijn bij het ontstaan en de groei van de officiële communiqués en het bedrijf Tepco met de dag bewuste risico’s, aldus Beck. toe. Deze onrust bleef niet beperkt tot Japan zelf, maar sloeg ook over naar China, waarbinnen een paar uur Hoewel Beck’s analyse al een kwart eeuw oud is, toont alle jodiumtabletten en ‘jozo-zout’ waren uitverkocht de meervoudige ramp in Japan aan dat zijn redenering aan angstige massa’s Chinezen. De ongerustheid over nog steeds hoogst actueel is. Vanwege de enorme de veiligheid van kerncentrales is nu wereldwijd humanitaire en economische kosten van rampen zoals aangewakkerd, en verschillende regeringsleiders in Japan moeten we ons daarom nog meer dan al het hebben zich genoopt gezien nadere studies naar de geval is verdiepen in de complexiteit van dit soort veiligheid van kernenergie te laten doen, of zelfs non-lineaire verbanden, en nog veel meer buiten de moratoria op de bouw van centrales te gelasten. gebaande paden en ‘out-of-the-box’ te leren denken, om onze voorbereiding op deze ‘onvoorspelbare’ rampen te De Duitse socioloog Ulrich Beck heeft in zijn befaamde verbeteren. Computersimulaties, ‘serious gaming’ en boek Risicogesellschaft een diepgaande analyse gemaakt scenario-ontwikkeling kunnen behulpzaam zijn om de van de risico’s en de risicopercepties die de moderne ingewikkelde koppelingen en cascades bij deze complexe, samenleving karakteriseren.1 Beck stelt dat de krachten ‘interactieve’ rampen te doorgronden. Daarnaast blijft van de techno-economische vooruitgang in toenemende het zaak – letterlijk een zaak van leven en dood – mate overschaduwd worden door de productie van overheden en autoriteiten hinderlijk kritisch te blijven risico’s van wereldwijde omvang. Die risico’s hebben volgen!

1 U. Beck, The Risk Society, Towards a New Modernity, London: Sage Publications Ltd, 1992. (Het Duitse origineel Risikogesellschaft. Auf dem Weg in eine andere Moderne dateert uit 1986).

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 29 Nils Ligthart, Uit onderzoek en ervaringen met rampen in allerlei gebieden in de wereld, blijkt directie Nationale Veiligheid, dat de wederopbouw en de hulpverlening in de periode na de acute fase van een ministerie van Veiligheid en Justitie ramp, de zogeheten nafase, vaak beter kunnen. Zo kost de opbouw na de orkaan Michel Dückers, Katrina veel energie, geld en tijd. Zelfs na ruim vijf jaar wordt er nog steeds Stichting Impact gewerkt aan het herstel van de infrastructuur en blijkt ook de psychosociale opvang nog van groot belang. Japan zal na de aardbeving, tsunami en de nucleaire crisis voor een zo mogelijk nog grotere opgave staan om het dagelijks leven in de getroffen gebieden weer op gang te brengen.

‘Voorbereiden op de fase na de ramp Nafase in het ’ perspectief van de nationale veiligheid

Het waarborgen van een veilig leefklimaat vraagt ieders Gebieden zijn onbewoonbaar, voorzieningen en inzet: van de overheid in al haar geledingen, van bedrijven bedrijvigheid gehavend. Dat vraagt om herstel en nazorg; en maatschappelijke organisaties en van internationale een omvangrijk taakveld dat de continuïteit van de partners. Nederland is geen uitzondering. Eerder is de vitale infrastructuur omvat. Evenals reparatie en strategie Nationale Veiligheid door het kabinet vastgesteld wederopbouw, opvang en zorg voor getroffenen, om, met behulp van scenario’s, zo goed mogelijk zicht schaderegelingen, herdenkingen en monumenten. te krijgen én voorbereid te zijn op verschillende soorten dreigingen en gevaren die de nationale veiligheid kunnen Rijksbrede nazorgstrategie raken. Wat komt er op ons af, hoe erg is dat en wat In Nederland wordt op diverse fronten (lokaal, kunnen we hier aan doen. Doel is vijf vitale belangen regionaal, overheid en bedrijfsleven) invulling gegeven te waarborgen: territoriale veiligheid, economische aan de nafase. De rijksoverheid wordt direct betrokken veiligheid, ecologische veiligheid, fysieke veiligheid, bij de rampen met een nationaal karakter en de nafase en sociale en politieke stabiliteit. De strategie is een daarvan. Het gaat hierbij om scenario’s zoals beschreven belangrijk referentiekader. In de strategie worden in de strategie Nationale Veiligheid zoals grootschalige onder meer de rollen en verantwoordelijkheden van overstromingen, een grieppandemie, een nucleaire ramp alle betrokkenen beschreven. Door jaarlijks deze of grootschalige ICT-uitval. Een goede voorbereiding op scenario’s op te stellen en te beoordelen op kans en de fase ná de directe bestrijding van dergelijke rampen effect kan steeds gerichter worden bepaald waar is noodzakelijk. Daarom heeft het Kabinet versterking prioriteiten gesteld moeten worden ten aanzien van de van de nafase bij rampen op de agenda gezet. Het is inzet van mensen, middelen en methoden (capaciteiten). belangrijk om na een ramp zo goed en zo snel mogelijk terug te keren naar het “dagelijks leven” om negatieve Oog voor de nafase effecten zoveel mogelijk te beperken. Daarom wordt er De afgelopen jaren lag de nadruk binnen nationale in rijksbreed verband gewerkt aan een nazorgstrategie veiligheid sterk op de preparatie op de acute fase van in het project “Nafase”. repressie en respons. Ook de nafase is een wezenlijk onderdeel van rampen- en crisisbeheersing dat aandacht Interdepartementaal project verdient. De nafase is relatief langdurend en kostbaar. Medio 2010 is dit interdepartementale project Nadat de acute crisis onder controle is wordt de omvang geïnitieerd door het ministerie van Veiligheid en van de schade en andere gevolgen duidelijk. Schade is Justitie. De focus ligt in eerste instantie op taken en ontstaan aan mens, dier, milieu en samenleving. verantwoordelijkheden van departementen als

30 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 Thema’s met taken en processen binnen de nafase2

Taken/processen zijn gericht op… Voorbeelden

Organisatie en communicatie - Coördinatie en organisatie optimaal verloop en aansluiting tussen processen, behoud van - Informatievoorziening overzicht, toezicht, betrokkenen partijen informeren over risico’s - Externe voorlichting en verwachtingen ten aanzien van gevolgen en (on)wenselijk - Toezicht handelen - Registreren en volgen vluchtelingen, evacués en vee

Onderzoek en verantwoording - Damage assessment verkrijgen van duidelijkheid over gevolgen (ernst en omvang - Gezondheidsonderzoek en –monitoring schade) en oorzaken, wat kan resulteren in leren, straffen en - Monitoren natuur-, milieu- en landschapschade verantwoording afleggen - (Evaluatie)onderzoek en leren - Strafrechtelijk onderzoek - Afleggen (politieke) verantwoording

Herstel en nazorg - Reconstructie uitvoeren van activiteiten gericht op herstel en nazorg ten - (Her)huisvesting, herstel en wederopbouw aanzien van mens, dier, leefmilieu en samenleving - Afvalverwerking en afvoer rioolwater - Herstel milieu en natuur - Geneeskundige opvang en verzorging - Psychosociale opvang en verzorging - Opvang en verzorging vee - Dierengezondheid en dierenwelzijn - Uitvaart en herdenkingen - Belangenvereniging en zelforganisatie slachtoffers - Evacuatie, restauratie en opslag cultureel erfgoed - Continuïteit onderwijs - Continuïteit economisch leven - Stimuleren sociale cohesie samenleving

Financiële voorzieningen en regelingen - Noodmaatregelen sociale zekerheid benodigde financiële middelen - Schade en financiële voorzieningen

Continuïteit en herstel vitale infrastructuur Continuïteit en herstel van: waarborgen functioneren vitale infrastructuur - Elektriciteit, aardgas, olie - Telecommunicatievoorzieningen - Drinkwater en voedsel - Spoedeisende en ziekenhuiszorg, geneesmiddelen - Betalingsdiensten, betalingsstructuur - Keren en beheren oppervlaktewater - Openbare orde en veiligheid - Rechtspleging, detentie, rechtshandhaving - Besluitvorming openbaar bestuur, diplomatieke communicatie, informatieverstrekking overheid - Hoofd(vaar)wegennet, mainport Schiphol en , spoor - Vervoer, opslag en productie/verwerking van chemische en nucleaire stoffen

2 De inhoud van dit kader biedt een samenvatting van de processen die in dialoog met betrokkenen zijn geïnventariseerd tijdens het project nafase. Daarnaast is geput uit M. van Duin en M. Zannoni, Leidraad Nafase, 2005.

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 31 tussenstap om te kunnen vaststellen welke capaciteiten afstemming te bereiken. nodig zijn voor de uitvoering daarvan. Uitgangspunt van Ten slotte zal ook de rol van externe partners hierbij het project is uiteraard de nafase van rampen en crisis worden bekeken in enkele workshops met organisaties vanuit een nationale invalshoek. Daaronder worden alle als het Nederlands Genootschap van Burgemeesters, activiteiten verstaan (zie kader) ‘die na de bestrijding Slachtofferhulp, het Rode Kruis en Verbond van van een regio-overschrijdende ramp of crisis plaatsvinden Verzekeraars. Het onderzoek levert een eerste aanzet om maatschappelijke ontwrichting op te heffen en zo voor een samenhangend beeld van de taken en goed en zo snel mogelijk terug te keren naar het dagelijks verantwoordelijkheden van de rijksoverheid in de nafase leven’. Het project omvat drie sporen. In de eerste plaats van een ramp. Dat is een belangrijke bouwsteen voor de wordt ingezet op onderzoek en kennisverzameling. rijksbrede visie. Naar verwachting zullen de resultaten Daarnaast op het vergroten van bewustwording op van het onderzoek nog dit voorjaar beschikbaar zijn. nationaal niveau. En ten derde op instrument­ Naast dit onderzoek is een inventarisatie gemaakt van ontwikkeling. Om uiteindelijk tot de gewenste producten de vitale belangen die worden aangetast in de scenario’s te komen wordt in 2011 een rijksbrede strategie en visie van de Nationale Risicobeoordeling om relevante op de nafase ontwikkeld. nafaseprocessen te detecteren. Dit geeft aanknopings- punten voor de planning van benodigde capaciteiten. Onderzoek en kennisverzameling Tot slot is literatuuronderzoek uitgevoerd, onder meer Binnen het project wordt onderzoek gedaan naar de naar de organisatie van de nafase (zie de bijdrage elders taken en verantwoordelijkheden die de rijksoverheid in dit magazine). heeft in de nafase. IVA beleidsonderzoek en advies, gelieerd aan de Universiteit van Tilburg, voert dit Bewustwording onderzoek uit. Met alle departementen wordt Inmiddels is een kennismakingsronde gemaakt langs geïnventariseerd welke verantwoordelijkheden hun alle departementen om het animo te polsen voor het minister heeft tijdens de nafase, welke taken en onderwerp en de bereidheid gezamenlijk tot een visie te activiteiten daaruit voortvloeien, welke partners daarbij komen. Men blijkt hier positief tegenover te staan en is betrokken zijn en in welke mate de daarvoor benodigde bijzonder coöperatief. Dit kwam tot uiting in de operationele capaciteit voorhanden is. In workshops, gesprekken per departement en gemaakte afspraken. georganiseerd per departement, worden deelnemers Bovendien wordt actief deelgenomen aan het lopende binnen de context van het scenario van de Ergst onderzoek. Voor de voortgang van het project is dit Denkbare Overstroming geplaatst: de Randstad wordt cruciaal. Het succes valt of staat met het draagvlak getroffen door een overstroming met de proporties van binnen de departementen. Zij zijn het die, zowel de Watersnoodramp uit 1953. In die setting is het voor individueel als gezamenlijk, zorg dragen voor een de betrokken crisisdeskundigen van de departementen effectieve en samenhangende procesgang binnen de gemakkelijk voorstelbaar welke rol voor hen is nafase. Dat lijkt een nationale aangelegenheid, maar is weggelegd. slechts schijn. Via allerhande vertakkingen werkt het Binnen iedere workshop wordt gebruikgemaakt van een door in lokale processen. overzicht van thema’s of processen die gedurende het project Nafase zijn geïdentificeerd. Voor elk daarvan Instrumentontwikkeling beschrijven de deelnemers de activiteiten die vanuit De twee eerdere sporen bieden randvoorwaarden en hun departement worden ondernomen. Onder bouwstenen om te komen tot een rijksbrede strategie deelnemers leidt dat soms tot verrassende ontdekkingen: en visie. Daarmee wordt een hiaat opgevuld dat eerder men realiseert zich dat er taken zijn waar nog niemand is geconstateerd door de Taskforce Management aan had gedacht of dat capaciteiten beschikbaar zijn Overstromingen. Het vormt een basis om de nafase waarvan men het bestaan niet kende. De ronde van vanuit het perspectief van de nationale veiligheid een departementale workshops is in de afrondingsfase. In plek te geven in trainingen, oefeningen zoals INEX 4 enkele daarop volgende interdepartementale workshops en Indian Summer en specifieke draaiboeken en staan opnieuw de thema’s en processen centraal. handreikingen voor de nafase. Per onderdeel worden de activiteiten van de diverse betrokken departementen in hun onderlinge samenhang Via deze sporen beoogt het interdepartementale project bekeken. Daarbij zal blijken dat activiteiten soms bij te dragen aan waar het in de nafase om gaat: het overlap vertonen, soms in het geheel niet op elkaar maatschappelijk vermogen om na een ramp of crisis aansluiten en er soms schakels ontbreken in een terug te keren naar het dagelijks leven. De ramp na de procesketen. Uiteraard dienen deze workshops om die ramp moet worden voorkomen. Dat is het uitgangspunt.

1 Deelrapport Nafase van Taskforce Management Overstromingen (2009).

32 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 in de nafase?

Het is al vaak gezegd Na de gebeurtenis buitelen andere omwonenden; verschillende veiligheidsregio’s bestuurders, journalisten, deskundigen en zetten zaken op een rijtje; hulpdiensten maar daarmee niet deskundologen en diverse populaire moesten aandacht schenken aan het eigen infotainmentprogramma’s over elkaar heen personeel; de nieuwe VWA en landbouw­ minder waar: de ramp om maar aan zoveel mogelijk issues belangen kwamen in beeld; en daarboven aandacht te besteden. Gedurende enkele probeerde het ministerie van Veiligheid en na de ramp is vaak dagen tot zelfs enkele weken wil men alles Justitie een coördinerende rol te spelen. weten over de gebeurtenis en wordt iedere Daarbij droegen de vele malen herhaalde lastiger te managen oprisping nieuws. Dat geschiedt natuurlijk beelden van de ministers die ter plaatse niet mede omdat de kijkers en anderen die de leken te willen spreken met hulpverleners dan de ramp zelf. verschillende media volgen al dagen lang over niet bij aan de geloofwaardigheid en de de gebeurtenis horen en dus niet alles vanaf wenselijkheid van een coördinerende rol Veel rampen, crises en het begin nog uitgelegd hoeven te krijgen. van de centrale overheid in casu de Minister Dagen – zelfs wekenlang werd Moerdijk van Veiligheid en Justitie. zelfs mini-crises (van vereenzelvigd met zijn burgemeester, de zwarte gifwolken, neergeslagen roetdeeltjes, Hoe je het ook wendt of keert; er is en dient die gebeurtenissen de minister van Veiligheid en Justitie die het sprake te zijn van enige centralisatie en ook busje niet uitkwam en de geur van spruitjes. coördinatie op centraal niveau. Er komen zoals een pedosexueel Wij leven in een beeldsamenleving en er was zoveel belangen in het geding; zovelen willen voldoende om de aandacht vast te houden. wat of juist niet(s); de vraag of gedupeerden in de woonplaats; een Zelfs de vroeger zo prestigieuze publieke wel of niet (ten dele) schadeloos worden omroep probeert tegenwoordig zelf het gesteld door de overheid; de aanpak van de ernstig schietincident, nieuws te maken. In het geval van Moerdijk nazorg tussen verschillende organisaties en/ met eigen metingen naar aluminium op of regio’s; het duiden van de situatie en een forse verstoring 50 cm (!!!) diepte in de polders bij Strijen. mogelijk zelfs het ‘framen of reframen’ van De ‘scoop’ die men wilde (dramatische de situatie. Allemaal argumenten waarom van de openbare hoeveelheden giftige stoffen in de bodem) (gecoördineerde) rijksbetrokkenheid niet werd een regelrechte blunder (verkeerde onlogisch is. Misschien zijn begrippen als orde) laten een lange metingen en dito interpretaties). rechtszekerheid, rechtsgelijkheid en openbare veiligheid wat zwaar om de nafase zien. Na rampen, crises maar ook al na een bemoeienis van het centrale niveau te gebeurtenis als de brand in Moerdijk blijkt rechtvaardigen. Feit is dat deze aspecten wel de complexiteit van de nafase, waarin zoveel een rol spelen. Juist ten aanzien van de processen, actoren en belangen een rol nazorg zal bij boven-lokale of nationale spelen. Altijd doen zich allerhande rampen en crises, maar ook bij rampen in onverwachte gebeurtenissen voor en blijken het buitenland een grotere rol vanuit de Menno van Duin, vele actoren eigen verantwoordelijkheden rijksoverheid logisch zijn. Ook ten aanzien lector Crisisbeheersing, en bevoegdheden te hebben. Na Moerdijk van de schadevergoeding is het logisch hier Politieacademie/Nederlands Instituut zagen wij het Openbaar Ministerie dat een op boven-lokaal en zelfs boven-regionaal Fysieke Veiligheid straf­rechtelijk onderzoek startte; het RIVM niveau naar te kijken. Wij hebben momenteel dat diverse metingen verrichtte en hierover een minister die als een soort van super- moest rapporteren; de gemeentes die hun burgemeester waakt over ons aller veiligheid. eigen rol hielden, waren onder andere druk Laten wij er nu dan ook maar ‘gebruik’ van met informatiebijeenkomsten met maken.

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 33 dr. M.L.A. Dückers, adviseur projectteam nafase bij het ministerie van Veiligheid en Justitie en senior beleidsmedewerker Zorg en Veiligheid, Impact prof. dr. ir. G.E. Frerks, hoogleraar Rampenstudies, Universiteit Wageningen

Wat valt er te leren over de nafase van rampen in het buitenland? De aard van de nafase hangt natuurlijk in de eerste plaats af van de gevolgen van de ramp. Die gevolgen kunnen variëren van doden en gewonden, materiële schade, maatschappelijke ontwrichting en het niet meer functioneren van overheidsdiensten en sociale instituties. Er is vaak sprake van verwoesting op grote schaal. Infrastructuur is geheel of gedeeltelijk buiten werking gesteld. Gebouwen zijn onbewoonbaar geworden of vernietigd. Mensen zitten zonder onderdak. Maatschappelijke organisaties, het sociale weefsel, de sociaal- economische en natuurlijke leefomgeving raken vaak ernstig ontregeld.

Internationale lessen over de organisatie van de nafase bij rampen

Naast bovengenoemde gevolgen van een ramp, bepalen In deze bijdrage worden lessen getrokken uit de de sociaaleconomische, politieke en bestuurlijke evaluatie van de nafase van vier in het oog springende toestand van het getroffen land en de aanwezige rampen. Enige leerpunten keren steeds terug en hebben respons- en herstelcapaciteit het karakter van de nafase naar ons idee een bredere, zo niet algemene geldigheid. en het vermogen van een samenleving om terug te Ze kunnen ons ook helpen ons beter op de nafase voor veren. Hoe hoger het voorzieningenpeil, de bestuurlijke te bereiden. Deze rampen zijn de tsunami in Zuidoost- organisatiegraad en het niveau van productie en Azië (2004; ruim 200.000 doden), orkaan Katrina in de dienstverlening binnen een land, hoe meer veerkracht Verenigde Staten (2005; 1.800 doden, ruim 800.000 de getroffen maatschappij in het algemeen vertoont. mensen moesten hun huizen verlaten), de aardbeving Toch blijken er zich in de nafase bijna altijd zwakke in het Italiaanse L’Aquila (2009; 308 doden, 67.500 plekken te openbaren, zowel in ontwikkelingslanden mensen moesten hun huizen verlaten) en de aardbeving als in meer ontwikkelde landen. Er is in getroffen in Haïti (2010; ruim 200.000 doden, duizenden zonder landen dan ook veel kritiek geweest op de voorbereiding, huisvesting). Bij deze rampen was het aantal slachtoffers organisatie en uitvoering van activiteiten in de nafase en getroffenen erg groot evenals de materiële en en op instanties die hiervoor verantwoordelijk waren. immateriële schade. Hoewel de sociaal-economische

34 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 toestand en herstelcapaciteit van de getroffen gebieden niveau moet zich vooral richten op harmonisatie, uiteenliepen, kwam een aantal organisatorische en coördinatie en ondersteuning van lokale inspanningen. praktische problemen steeds terug. Hierop baseren wij De crux is dat er een spanning bestaat tussen het de volgende lessen. traditionele centralisme van de rampenhulpverlening, en de noodzaak tot decentralisatie. Deze spanning moet worden opgelost door helderheid te creëren, opdat ieder bestuurlijk niveau exact weet wat zijn verant­ Les 1. Optimaliseer de woordelijkheden en bevoegdheden zijn. samenwerking en synergie tussen overheden op Les 2. Sluit aan op lokale verschillende niveaus capaciteit en behoeften

De eerste les betreft een oud aandachtspunt in de Na Katrina concludeerden onderzoekers dat lokale crisisbeheersing. Na de aardbeving in Haïti wordt echter non-profit instellingen en overheden wendbaarder en opnieuw geconcludeerd dat een sterk en besluitvaardig alerter opereerden dan de federale overheid en leiderschap op ieder niveau nodig is om de doel­ nationale organisaties. Er was aan de kant van de treffendheid, doelmatigheid en samenhang van de centrale overheid een gebrek aan flexibiliteit, training wederopbouw te waarborgen. Na Katrina identificeert en bronnen om deze lokale instanties optimaal te een onderzoekscommissie, ingesteld door het Huis benutten en te ondersteunen, en daarmee te voorzien van Afgevaardigden, tekortkomingen op ieder overheids­ in lokale behoeften. Na de tsunami heeft een inter­ niveau die het werk van hulpdiensten, burgers en nationale evaluatiecommissie geconcludeerd dat maatschappelijke organisaties aanzienlijk hebben cruciale lokale capaciteiten door internationale ondermijnd. Verder leert Katrina, evenals L’Aquila, hulporganisaties en media zijn onderschat en de dat de lokale respons bij een catastrofe moet worden aansluiting op vaardigheden van lokale actoren en de versterkt in plaats van vervangen of overvleugeld door contextspecifieke behoeften onder de maat bleef. externe assistentie. Dit vereist een geïntegreerd systeem Zowel bij de tsunami als de aardbeving in Haïti zijn door van crisisbeheersing waarin het zwaartepunt zich op de internationale gemeenschap grote hoeveelheden decentraal niveau bevindt, niet nationaal. Het nationale geld ingezameld, maar vanwege de vele betrokken instanties ontstonden coördinatieproblemen en werden de lokale coördinatiemechanismen gepasseerd. Bijgevolg zijn de fondsen niet op evenwichtige en eerlijke wijze verdeeld en hebben ze uiteindelijk nauwelijks bijgedragen aan de opbouw van lokale capaciteit, terwijl ze vaak onvoldoende aansloten op de lokale behoeften. In Haïti bleken humanitaire hulporganisaties bovendien onervaren in het werken in een stedelijke context met de daaraan verbonden logistieke en toegankelijkheidsproblemen. Een sterkere verbinding met lokale actoren en de civil society, en hun deelname aan de bestaande coördinatiemechanismen zouden hebben geleid tot een betere kennis van de operationele context, meer duurzame ondersteuning en investeringen in capaciteit.

Les 3. Schep realistische verwachtingen

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 35 Een samenleving verwacht dat de overheid adequaat een democratisch fundament en transparantie. Tijdens optreedt na een ramp. Na orkaan Katrina is wereldwijd de nafase van de tsunami in Sri Lanka bleken de fondsen met ongeloof kennis genomen van het haperende te worden verdeeld via de bestaande politieke patronage- overheidsapparaat. Katrina werd een “failure of initiative”. netwerken. De ervaringen tijdens de nafase van de Het besluit tot evacuatie kwam te laat, en er kwam tsunami geven verder aan dat donoren vaak besluiten onvoldoende hulp vanuit de ‘onzichtbare’ federale op basis van politieke berekening en mediadruk, en dat overheid. Hoewel er in het eerste jaar na de ramp voor de focus van organisaties meer ligt op eigen promotie ongeveer 17 miljard dollar aan federale fondsen is en profilering dan op de behoeften van getroffen geïnvesteerd in vervangende huisvesting, herstel van gemeenschappen. infrastructuur (waaronder transport, publieke gebouwen, energie, water en communicatiemiddelen), de Richting een betere voorbereiding wederopbouw van economie en dienstenverkeer en het Deze lessen zijn natuurlijk niet de enige die kunnen herstel van milieuschade is de kritiek op de aanpak van worden getrokken uit de vier rampen. Wel zijn deze de overheid gebleven. In tegenstelling tot Katrina ging leerpunten relevant voor de voorbereiding op de nafase na de aardbeving in L’Aquila aanvankelijk lof uit naar van toekomstige rampen, mogelijk ook in Nederland. het optreden van de autoriteiten in de responsfase en De rampen vonden weliswaar plaats in onvergelijkbare het realiseren van tijdelijke bewoning. Later kantelde gebieden, zowel cultureel, geografisch, als qua dat beeld echter drastisch. De overheid had beloofd dat voorzieningenpeil, maar steeds worden dezelfde zwakke 75% van de bewoners binnen 30 dagen na de vereiste plekken blootgelegd in het repons- en herstelsysteem. woninginspectie kon terugkeren, maar de daad­ De kans is daarom reëel dat in de nafase van de recente werkelijke inspectie en wederopbouw van gebouwen overstromingen in Australië, de aardbeving in Nieuw- werd uiteindelijk een uitermate traag en ongeorganiseerd Zeeland en de tsunami in Japan (inclusief nucleaire proces. risico’s) dezelfde uitdagingen weer een rol gaan spelen. Voor deze rampen komt een laatste, eveneens algemeen geldend leerpunt te laat: de mate van voorbereiding is Katrina werd een “failure of initiative”. bepalend voor de uitvoeringspraktijk in de nasleep van een ramp. De gesignaleerde problemen kunnen niet worden voorkomen zonder een betere en gerichte De verwachtingen over Haïti waren vermoedelijk minder voorbereiding. hoog. Desalniettemin ontvingen in het eerste half jaar circa vier miljoen mensen voedselhulp. Anderhalf Bronnen miljoen mensen kregen materialen voor noodonder- D. Alexander, ‘The L’Aquila Earthquake of 6 April 2009 dak. Ruim een miljoen mensen ontving drinkwater en and Italian Government Policy on Disaster Response, in: een eenzelfde aantal profiteerde van Cash-for-Work Journal of Natural Resources Policy Research 2010; 2(4): 325-342. programma’s. Daarnaast zijn diensten verschaft zoals V. Bier, ‘Hurricane Katrina as a Bureaucratic Nightmare’ geneeskundige hulp, onderwijs en hulp aan boeren. Dit in: R. Daniels, D. Kettl & H. Kunreuther (Eds.), On Risk alles toont aan dat verwachtingenmanagement­ een and Disaster: Lessons from Hurricane Katrina, Philadelphia: belangrijk aandachtspunt dient te zijn bij rampen. University of Pennsylvania Press 2006, 243–254. G. Frerks, ‘Principles Ignored and Lessons Unlearned: A Disaster Studies Perspective on the Tsunami Experience in Sri Lanka, in: D. McGilvray & M. Gamburd (Eds.), Les 4. Bewaak de Tsunami Recovery in Sri Lanka. Ethnic and Regional Dimensions, London/New York: Routledge. 2010, 143-162. integriteit binnen het Inter-Agency Standing Committee, Response to the Humanitarian Crisis in Haiti Following the 12 January Earthquake, systeem 2010. M. Landy, ‘Mega-Disasters and Federalism’, in: Public Administration Review 2008; 68: s182-s198. T. Rossetto a.o. , The L’Aquila, , Earthquake of 6 April 2009: Een vierde les heeft te maken met integriteit. In tijden A Preliminary Field Report by EEFIT. London: UK Earthquake van nood is die niet gegarandeerd. Noodregimes zijn Engineering Field Investigation Team, 2009. eventueel zelfs gevaarlijk. Naar aanleiding van Katrina L. Singer a.o., A Continuing Storm: The On-Going Struggles of en L’Aquila wijzen onderzoekers erop dat veiligheids- Hurricane Katrina Evacuees. Appleseed Foundation, 2006. kleppen tegen corruptie en misbruik van “het systeem” J. Telford, J. Cosgrave & R. Houghton, Joint Evaluation of moeten worden ingevoerd. Noodbevoegdheden zijn the international response to the Indian Ocean tsunami: Synthesis soms misschien onmisbaar, maar moeten wel rusten op Report. London: Tsunami Evaluation Coalition, 2006.

36 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 Samenwerkingsmodel en simulatiespel Wees voorbereid op de nafase Magda Rooze en Annette Beerepoot, Stichting Impact

De nafase draait om herstel en nazorg na een ramp of crisis. Gemeente en veiligheidsregio zijn daarvoor verantwoordelijk. Maar de vele organisaties die betrokken zijn bij alle processen maken de uitvoering en coördinatie niet eenvoudig. Dat de zorg- en dienst­verlening aan getroffenen beter kan is niet nieuw. Dat voorbereiding van belang is evenmin. Maar hoe dit aan te pakken? Die vraag ging vooraf aan de ontwikkeling van het Modelplan nafase en bijbehorend simulatiespel Impact the Game, in opdracht van het toenmalige ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Modelplan nafase leverde eveneens bruikbaar materiaal op: Om de praktische toepassing te bevorderen Een werkbaar model voor de nafase van een de behoefte aan korte lijnen, het besef dat is het simulatiespel ontwikkeld. In ramp. In nauwe samenwerking met het veld deskundigen het niet te snel over moeten training­sessies – in de regio kan men deze heeft Impact, het landelijk kennis- en willen nemen, de wens iets te willen doen zelf organiseren, Impact assisteert daar adviescentrum voor psychosociale zorg na maar niet te weten wat. Uit de raadpleging graag bij – leren deelnemers in drie rampen, zich daarvoor ingezet. Aanleiding zijn vier pijlers afgeleid waarop het rampscenario’s invulling te geven aan de was de vuurwerkramp in Enschede. De fase modelplan rust: houding, samenwerking, samenwerking. Het maakt hen bewust van van wederopbouw en herstel duurde lang. informatievoorziening en communicatie. de diversiteit van de vragen van getroffenen. Betrokken instanties, die onder normale Informatievoorziening en communicatie In de rol van bijvoorbeeld gemeente, omstandigheden niet veel met elkaar van staan bekend als cruciale, maar complexe huisarts, GGD of vrijwilliger leren zij het doen hadden, moesten nu intensief crisisbeheersingsprocessen die vragen om aanbod van andere organisaties kennen en samenwerken. Het gezamenlijk oppakken een goede voorbereiding. Houding en kunnen individuele of gezamenlijke van de problemen van een getroffen samenwerking zijn niet minder cruciaal. draaiboeken en plannen worden getoetst. gemeenschap, was nieuw voor hen. Het Er wordt gewerkt in een omgeving met grote zoekproces om invulling te geven aan de onzekerheid en ambigue informatie, waarin De spelsimulatie zorgt voor een gemeen­ samenwerking zou soepeler zijn verlopen men ook nog eens oog dient te hebben voor schappelijke nieuwe basis en taal waarmee als vooraf al was nagedacht over de vragen de belevingswereld van getroffenen. Dit de benodigde werkwijze onderdeel wordt die in de nafase aan de orde zijn. vraagt reflectie. Op de situatie als geheel en van het denken en handelen. Ook worden op het effect van de ramp voor de zorg- en aangrijpingspunten geboden om burger­ Met die wijsheid is het draagvlak gepolst dienstverleners zelf. initiatieven te benutten. In een sessie, tijdens om vervolgens in samenspraak met beleids­ een regiobijeenkomst zelfredzaamheid van medewerkers en deskundigen toe te werken In het modelplan heeft het verzamelde het ministerie van Veiligheid en Justitie, naar een samenwerkingsmodel. Niet alleen materiaal een plek gekregen. Processtappen bleken alle initiatieven uiteindelijk bij de is relevante wetgeving in kaart gebracht, in de voorbereidende en in de nafase zijn gemeente terecht te komen. Die was daar ook zijn gemeentelijke nazorgplannen beschreven nadat met betrokken actoren is niet op voorbereid. Een eye-opener. Het bestudeerd en zijn lessen getrokken uit teruggeredeneerd vanuit de optimale situatie modelplan, simulatiespel en aanvullende diverse rampen. Om het modelplan voor in de nafase. Per processtap is vastgelegd informatie zijn verkrijgbaar via de ‘eindgebruikers’ zo praktisch mogelijk wie verantwoordelijk, bevoegd, deskundig www.impact-kenniscentrum.nl. te maken zijn getroffenen en zorg- en en uitvoerend zijn. Daarnaast zijn steeds dienstverleners bevraagd over hun ervaringen. prestatie-indicatoren geformuleerd en bevat het modelplan een overzicht van zorg- en Door getroffenen zijn waardevolle lessen dienstverleners die een rol vervullen in de aangereikt over ‘betonnen regels en nafase, inclusief vragen die in de praktijk administratief terrorisme’, of ‘hoe organiseer op hen afkomen. je medemenselijkheid’. Treffende citaten die zonder verdere uitleg aangeven waar het Simulatiespel in de zorg- en dienstverlening mis kan gaan. Het ontwikkelen van een samenwerkings­ De consultatie van zorg- en dienstverleners model voor de voorbereiding is één ding.

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 37 Mark Bovens, hoogleraar Bestuurskunde, Universiteit Utrecht

Onder de noemer ‘NCC Academie’ krijgen Per rol is er een leerprogramma uitgewerkt. Voor medewerkers de gelegenheid zich voor hun rol veel rollen staat een masterclass op het programma. tijdens crises door te ontwikkelen met behulp van Eén van de thema’s is ‘politieke verantwoording; de opleidingen, trainingen en oefeningen (OTO). crisis na de crisis’.

De brand in het detentiecentrum Schiphol-Oost, waarbij 11 gedetineerde asielzoekers omkwamen, was hevig, maar kort. In de vroege ochtend van 27 oktober 2005 was de brand geblust en waren de overlevenden in veiligheid gebracht. De politieke nasleep daarentegen duurde lang en kwam pas tot een climax met het aftreden van de ministers Donner en Dekker, bijna een jaar later. Donner en Dekker bij aftreden na rapport Schipholbrand Politieke verantwoording – de crisis na de crisis

De crisis na de crisis vallen. De politieke crisis bouwt vaak langzaam op en In de middag van 21 september 2006 leggen de ministers komt pas tot ontlading lang nadat de ramp zelf zich Donner en Dekker een korte emotionele verklaring af in heeft voltrokken of de ‘echte’ crisis onder controle is de Tweede Kamer waarin ze hun aftreden aankondigen. gebracht. Zo verscheen het rapport van het NIOD, dat Hun positie is onhoudbaar geworden nadat Pieter van leidde tot het aftreden van het voltallige kabinet Kok-II, Vollenhoven namens de Onderzoeksraad voor Veiligheid bijvoorbeeld pas meer dan 6 jaar na de gebeurtenissen die ochtend een vernietigend onderzoeksrapport over in Srebrenica. de Schipholbrand heeft gepresenteerd. Het gelijktijdig aftreden van Donner en Dekker was uniek in de Voor politieke bestuurders en voor de ambtelijke Nederlandse politieke geschiedenis. Nooit eerder traden diensten die betrokken zijn bij een ramp of crisis, kan ministers af uitsluitend vanwege fouten van ambtelijke de politieke nasleep zeer ingrijpende gevolgen hebben diensten. Hun aftreden kwam bijna elf maanden na de en vaak veel meer tijd en aandacht vergen dan de ramp brand in het detentiecentrum op Schiphol waarbij de elf zelf. Het is daarom verstandig om systematisch aandacht gedetineerde vreemdelingen waren omgekomen. te besteden aan de politieke kant van crisisbeheersing en het managen van de politieke crisis na de feitelijke De Schipholbrand is een dramatische, maar zeker niet crisis niet te verwaarlozen. ongewone casus. Bij zeer veel rampen en crises zie je dat de politieke nasleep lang kan duren en dat er maanden, Politieke verantwoording of soms zelfs jaren later, nog politieke slachtoffers Politieke verantwoording is een breed begrip. Het gaat

38 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 daarbij om elke situatie waarin een politieke bestuurder nasleep van crises zijn wel wat regelmatigheden te zich gedwongen voelt om tekst en uitleg te geven over onderscheiden. Het loont daarom om tijd en aandacht zijn eigen optreden of dat van ondergeschikte diensten te besteden aan het managen van de crisis na de crisis. aan politieke fora. Dat kunnen politieke organen zijn, zoals gemeenteraden of de Tweede Kamer, onderzoeks- Het managen van de crisis na de crisis begint al tijdens en enquêtecommissies, maar ook journalisten – tijdens de ramp zelf. In de eerste uren zijn alle ogen nog gericht persconferenties, op de stoep van het ministerie, in de op de autoriteiten. Een verkeerde woordkeus, een gangen van de Tweede Kamer, of bij Pauw en Witteman. haperend of juist een te zelfverzekerd optreden, kan de Die politieke verantwoording begint in feite al op de latere beeldvorming sterk beïnvloeden. Denk aan het dag van de ramp zelf, bij de eerste reacties, en gaat mediaoptreden van de burgemeester van Moerdijk in de daarna vaak maanden door, in wisselende intensiteit. eerste uren na de brand bij Chemie-pack, dat, onbewust en onbedoeld, het beeld neerzette van een overheid die Aan het begin van het proces van politieke verant­ het ook allemaal niet meer wist. Of omgekeerd: woording, bij de eerste persconferentie na de ramp, minister Verdonk, die vrijwel direct na de brand in het kunnen politieke bestuurders nog enige invloed uit detentiecentrum verklaarde dat er door het personeel oefenen op de beeldvorming, maar vrij snel daarna ‘adequaat was opgetreden’ – het staat nu nog op raken ze meestal de regie over de ‘framing’ kwijt. Wikipedia – en daarmee het beeld neerzette van een Andere actoren komen in het geweer en zetten hun overheid die haar straatje probeerde schoon te vegen. interpretatie van de gebeurtenissen tegenover de Minister Donner zei daarop dat hij niet kon uitsluiten dat officiële lezingen. Onderzoeksjournalisten komen met er mogelijk fouten zijn gemaakt, maar die deemoedige onthullingen, actiegroepen vragen aandacht en houding werd nauwelijks meer opgemerkt – hij had genoegdoening voor het leed van de slachtoffers, gelijk, maar kreeg het uiteindelijk niet. Maar het kan klokkenluiders melden zich bij de pers met misstanden ook goed gaan, zie bijvoorbeeld het standvastige uit het verleden, op internet gaan verhalen over ‘onder optreden van burgemeester Van der Laan nadat bekend de pet houden’ of ‘mannen met witte pakken’ de ronde werd dat mogelijk tientallen kinderen in enkele crèches doen. Kamerleden gaan vragen stellen, spoeddebatten in Amsterdam waren misbruikt. aanvragen, en al snel klinkt de roep om een onderzoeks­ commissie. Politieke bestuurders rest al gauw niet meer Vrijwel elke ramp leidt tot een grondig extern onderzoek, dan reageren en het blussen van de steeds weer door de Onderzoeksraad voor de Veiligheid, een commissie oplaaiende politieke brandjes. van deskundigen of een parlementaire onderzoeks­ commissie. Vaak zijn er openbare hoorzittingen met veel publiciteit. Dan kan het dodelijk zijn als een bestuurder ...het blussen van de steeds weer oplaaiende zijn dossiers niet op orde heeft, waardoor er bijvoorbeeld onjuiste of onvolledige informatie wordt verstrekt en politieke brandjes... daarmee de schijn van een doofpot wordt gewekt. Zo kwam interim minister Hirsch Ballin van Justitie in Dat proces van politieke verantwoording heeft een eigen 2006 direct in moeilijkheden toen tijdens de kamer­ dynamiek, die door veel operationele crisismanagers als debatten over het rapport van deOnderzoeksraad voor grillig, en vaak zelfs als ronduit irrationeel, wordt ervaren. de Veiligheid bleek dat hij de Kamer op een onderdeel De ‘echte’ crisis valt te managen door gebruik te maken niet volledig had geïnformeerd. Dat vraagt bijvoorbeeld van beproefde evidence based technieken. Reguliere om adequate logboeken en een goed dossierbeheer, crisisbeheersing gaat uit van een technische, eenduidige vanaf het eerste uur van de ramp tot aan de laatste natuurwetenschappelijke rationaliteit. Via proeven en Kamervraag. experimenten in laboratoria valt vast te stellen welke aanpak van een brand, een scheepsramp, of een Op het ministerie van Justitie is inmiddels zelfs een aardbeving wel en niet werkt. De politieke crisis aparte strategie ontwikkeld voor hoe om te gaan met daarentegen, onttrekt zich vaak aan de dichotome politieke incidenten. Hiermee voorkomt men dat kleine logica van de natuurwetenschappen waarin iets waar is incidenten uitgroeien tot grote politieke rampen die of niet waar. De politieke logica is analoog en meerduidig. alle aandacht en energie van de politieke en ambtelijke Gelijk krijgen is daarin soms belangrijker dan gelijk hebben. top vragen. Die strategie voorziet bijvoorbeeld in het opzetten van een ‘feitentafel’: er is een vast klein team Politieke crisisbeheersing dat de feiten achterhaalt, ze op een rij zet, en vervolgens Dat voor natuurwetenschappers en technische experts dossiers bijhoudt. Zo wordt voorkomen dat het ogenschijnlijk grillige karakter van politieke crises, ministerie – letterlijk – steeds achter de feiten moet betekent niet dat het verloop volstrekt onvoorspelbaar aanlopen en de regie over de politieke beeldvorming is. Politiek kent haar eigen rationaliteit. In de politieke helemaal kwijt raakt.

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 39 dr. Hans te Brake, senior beleidsmedewerker onderzoek en ontwikkeling, projectleider richtlijn, Impact dr. Menno van Duin, lector Crisisbeheersing Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra (NIFV) en Politieacademie, voorzitter projectgroep richtlijn psychosociale Landelijke richtlijn ondersteuning geüniformeerden

Deelnemers vanuit politie, ambulance, brandweer, defensie en reddingswerk hebben de handen ineen­geslagen om te komen tot een eenduidige beschrijving van een optimale psychosociale ondersteuning voor geüniformeerden. Aanbevelingen hiertoe zijn vastgelegd in de richtlijn psychosociale ondersteuning geüniformeerden, die op 16 december 2010 is aangeboden aan directeur-generaal Veiligheid Schoof van het ministerie van Veiligheid en Justitie. De richtlijn bevat aanbevelingen voor geüniformeerden zelf, voor de georganiseerde collegiale ondersteuning, de leidinggevenden en het management.

Ontwikkeling vrienden, collega’s of lotgenoten. Essentieel en het beschrijft de organisatorische kaders Stichting Impact, het landelijk kennis & is de veerkracht van het individu. Daarbij kan waarbinnen deze moeten plaatsvinden. adviescentrum psychosociale zorg na rampen, een gezonde werkcultuur veel klachten heeft deze richtlijn ontwikkeld in opdracht voorkomen en verkleint het de kans op Toekomst van de richtlijn van het ministerie van Binnenlandse Zaken negatieve consequenties van schokkende De betrokken organisaties erkennen deze en Koninkrijksrelaties, het huidige gebeurtenissen. Dit houdt in dat de richtlijn als landelijke standaard voor de ministerie van Veiligheid en Justitie. Ook geüniformeerde goed getraind wordt, psychosociale zorgverlening. Daarmee is zijn professionele hulpverlenende instanties maar ook moet er aandacht zijn voor een belangrijke stap gezet. De wijze waarop betrokken, te weten huisartsen, psychologen, gezondheidsbeleid en een goede organisatie psychosociale ondersteuning organisatorisch psychiaters en psychosociale ondersteuning voor het afhandelen van incidenten, met structuur krijgt zal echter verschillen van bedrijfsgeneeskundigen. vooraf duidelijk vastgelegde rollen en naargelang de mogelijkheden en werkwijzen Op www.impact-kenniscentrum.nl is de verantwoordelijkheden van de binnen de verschillende organisaties. richtlijn in zijn geheel te downloaden. betrokkenen. De vervolgstap is daarom van minstens zo groot belang: de richtlijn moet binnen de De ontwikkeling van de richtlijn bestond Collegiale ondersteuning betrokken organisaties geïmplementeerd uit onderzoek naar beschikbare weten- Collegiale ondersteuning volgt uit het worden, waarbij een dergelijke ‘finetuning’ schappelijke literatuur en ‘best practices’ bovenstaande. Ondersteuning die door kan plaatsvinden. Ondersteund door de vanuit de praktijk. Daarvoor is gebruik collega’s wordt geboden is goed toegankelijk Stichting Arbeidsmarkt- en Opleidingsfonds gemaakt van interviews met experts uit de en biedt, indien nodig, een laagdrempelige Politie, en in samenwerking met 5 politie- praktijk, focusgroepen en zogenaamde toegang tot professionele (GGZ-)zorg. De korpsen, zal Impact deze implementatie bij ‘meeleesgroepen’. Een conceptversie is in richtlijn beschrijft een generieke vorm van de politie ter hand nemen. Bij Brandweer, een commentaarfase voorgelegd aan de georganiseerde collegiale ondersteuning, Ambulancezorg Nederland, en defensie bestaan betrokken organisaties. Hierbij zijn ook die in de figuur is weergegeven. Voor elk van ook initiatieven om de implementatie ter aanvullende partijen, zoals het Rode Kruis, deze stappen doet de richtlijn aanbevelingen, hand te nemen. Slachtofferhulp Nederland, De Basis en maatschappelijk werk betrokken. Tevens is een test uitgevoerd, waarin de bruikbaarheid van de aanbevelingen in de richtlijn in het 2 Inroepen 3 Uitvoeren veld zijn getoetst. 4 Advies tot 1 Constateren van collegiale van collegiale doorverwijzen ondersteuning ondersteuning Veerkracht en de rol van de organisatie De meeste mensen zijn in staat om potentieel schokkende gebeurtenissen op eigen kracht te boven te komen, met behulp Informeren leidinggevende en/of coördinator van de eigen directe omgeving, zoals familie,

40 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 Michel Dückers, senior beleidsmedewerker Zorg en Veiligheid bij Impact en projectleider update rampenspirit Hans de Goeij, beleidsadviseur Oude Gracht Groep en adviseur van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, voorzitter klankbordgroep update rampenspirit Geestelijke verzorging Maarten Hoejenbos, zelfstandig adviseur, voorzitternetwerk geestelijk verzorgers bij rampen en crises na ramp of crisis

Verbind kringen, benut bronnen en herstel de balans

De geestelijke verzorging vervult een unieke plek na rampen en crises. Historicus James Kennedy ziet rampen als onheil dat zich niets aantrekt van de verscheidenheid in religie en levensbeschouwing van mensen. De zorg voor medemensen, ook vanuit de geestelijk verzorger, mag zich volgens Kennedy evenmin beperken tot de eigen kring. Maar hoe het ‘levensbeschouwelijke element’ te verankeren in de zorg na rampen? Dat vroeg Kamerlid Van der Staaij 10 jaar geleden aan minister Remkes. De minister beloofde toen het onderwerp op te pakken en benadrukte dat gemeenten en lokale organisaties een sleutelrol vervullen. Die gedachte was weer leidend in Rampenspirit, een schriftelijke handreiking voor geestelijk verzorgers bij een ramp of crisis.

In een volledig herziene uitgave (februari voor getroffen hulpverleners, collega’s en alarmering, training, oefening, regie etc. 2011) zijn uitgangspunten nadrukkelijker de geestelijk verzorger zelf. De herziene gemaakt. Het is een gemiste kans als uitgewerkt. In dialoog met een klankbord- Rampenspirit biedt aanknopingspunten voor geestelijk verzorgers van verschillende groep van deskundigen en het netwerk van riten en rituelen in het publieke domein gezindten niet in die voorbereiding een geestelijk verzorgers zijn lessen uit binnen- alsmede opzet van stiltecentra. De hand­ gezamenlijke aanpak en één spreekbuis en buitenland verwerkt tot een handzame reiking is aangevuld met tips voor geestelijk afspreken, dat is niveau 2. publicatie. De inhoud is toegespitst op de verzorgers op creditcard formaat en een brede, gemêleerde doelgroep van geestelijk compacte checklist voor de mate van De ‘levensbeschouwelijke verankering’ kan verzorgers, geestelijk leiders, voorgangers voorbereiding. alleen slagen indien betrokkenen binnen en raadslieden. De nieuwe handreiking geestelijke verzorging én crisisorganisatie biedt ook gerichte aanknopingspunten Geïllustreerd wordt hoe de geestelijke samenwerken. De handreiking kan daaraan voor gemeenten en veiligheidsregio’s. verzorging in de nazorg van een ramp aan bijdragen. Sleutelfiguren en koepel­ betekenis wint naarmate groepen of organisaties – van religieuze en levens­ In de praktijk blijkt het niet eenvoudig om stromingen erin slagen zich te organiseren; beschouwelijke denominaties en geestelijk de opvang en verzorging door geestelijk door kringen te verbinden kan de geestelijke verzorgers van onder meer defensie, justitie verzorgers zo te organiseren dat hun verzorging een betere bijdrage leveren. en zorginstellingen – worden uitgenodigd bronnen optimaal worden benut tijdens Op meerdere niveaus moet worden kennis te nemen van de inhoud. Ter lering of na een ramp. Toch is dit het uitgangspunt samengewerkt om schaarse bronnen en voorbereiding vooraf, en als kort geweest bij de tweede editie. Niet om een efficiënt te benutten. Niveau 1: Er moet, naslagwerk als de ramp of crisis zich blauwdruk aan te reiken, wel een hand­ liefst vooraf, consensus en afstemming onverhoopt aandient. reiking met onderwerpen waarmee worden bereikt binnen eigen kring van geestelijk verzorgers te maken kunnen geestelijke verzorgers: wat te doen en op De handreiking is verkrijgbaar via Impact, krijgen. Het geeft inzicht in hun rol en welke wijze? Niveau 3: Geestelijke verzorging het landelijk kennis- en adviescentrum taken. Ingegaan wordt op werkwijzen, moet worden geïntegreerd en verankerd in voor psychosociale zorg na rampen benaderingen, competenties en bronnen. de aanpak van publieke en private hulp-, (www.impact-kenniscentrum.nl). Aandacht gaat uit naar samenwerking met zorg- en dienstverleners. In de tijd vóór een partners, inzet van vrijwilligers, en zorg ramp of crisis worden afspraken over inzet,

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 41 Ina Strating, Crisiswerkplaats

“Getroffen maar niet gebroken”

allemaal onder de indruk. We zagen onder andere 23 doden. voorwerpen in circa 30 glazen kastjes. Geen kunst­ schatten van historische waarde, maar gewone 947 gewonden. dagelijkse dingen, schijnbaar waardeloos. 1250 daklozen. Een sleutelbos. Meer dan 500 woningen Een knuffelbeest. verwoest. Een espressokopje. Meer dan 1000 woningen Elk voorwerp is voor de eigenaar van grote waarde. beschadigd. Want het is het enige dat hij of zij nog bezit. Van vóór de ramp… Duizenden kleine stukjes Mijn moeder leeft niet meer. Zij was dol op kunst & Verhalen vertellen is te leren, luisteren ook cultuur. Haar laatste wens was “de Gaudi-bank zien en Na de (tijdelijke) tentoonstelling bezochten we een plek dan sterven”. Daarom gingen mijn ouders en ik naar die blijvend herinnert aan de Vuurwerkramp. Het Huis Barcelona waar de Gaudi-bank staat. De Gaudi-bank van Verhalen staat in de herstelde wijk Roombeek. Het bestaat uit hele grote maar ook hele kleine stukjes Huis is een Stichting die uitgaat van de gedachte dat mozaïek. Er zit geen regelmaat in kleur en textuur. mensen er voor elkaar horen te zijn. Alle activiteiten in U kent het vast. Om al die duizenden kleine stukjes één het Huis zijn op dit principe gebaseerd: “er voor elkaar geheel te laten zijn, is een bindmiddel nodig. Specie. zijn”. In veel gevallen betekent dit dat (volgens de Dat zorgt ervoor dat de stukjes op hun plek blijven Presentietheorie van Andries Baart) er mensen aanwezig zitten. Als soort van één geheel. Eerst is specie smeuïg zijn en “gewoon” luisteren. Hierdoor ontstaat een en bewerkbaar. Daarna verhardt het zich. Van duizenden voedingsbodem voor gesprekken, ontmoetingen en kleine stukjes. Weer naar één geheel… warm menselijk contact. Verhalen worden daar verteld, gehoord, gedeeld én bewaard. Na de Vuurwerkramp Heel gewoon, grote waarde hebben namelijk vele vrijwilligers en beroepskrachten Vorig jaar 13 mei herdacht Enschede de Vuurwerkramp. geluisterd naar de verhalen van getroffenen. Vele Tien jaar geleden alweer. Ter gelegenheid hiervan was er daarvan zijn opgetekend. Een open, écht luisterend oor in museum Twentse Welle een tentoonstelling over bleek mensen goed te doen. Dit was de aanzet tot de “Veerkracht”. Uit de folder: bouw van het Huis van Verhalen (voorheen Pastoraat na Ramp). Directeur is Hermien Maartens. Ik noem haar de “Rampslachtoffers staan direct na de verwoesting volop in de “geestelijk moeder” van het Huis. Haar hart en ziel ligt belangstelling. Televisieploegen maken overuren, kranten staan er erin. Centrum van het Huis is de ontmoetingsruimte. vol van, hoogwaardigheidsbekleders bezoeken het rampgebied en In woord en beeld zijn hier ervaringen van getroffenen er worden herdenkingen georganiseerd. Het hele land leeft mee. vastgelegd. Bezoekers aan het huis (voor iedereen en Maar wanneer de puinhopen zijn opgeruimd en de ramp oud gratis toegankelijk, bezoekerstijden zie website) kunnen nieuws is, begint het gevecht pas echt. Verwerking, jarenlange deze uitingen bekijken en hun gedachten delen. Vele wederopbouw en strijd met instanties. Er zijn verschillen in getroffenen hebben hun verhaal tot expressie laten verwerking en wederopbouw. Maar de veerkracht van mensen is komen. In beeld, tekst, geluid, handwerk, etc. Al deze universeel.” verhalen worden veilig bewaard in een kast die centraal in de ruimte staat. De Verhalenkast. Een plek voor de Met acht crisiscollega’s bezocht ik vorig jaar augustus getroffenen van de Vuurwerkramp. Van grote waarde… deze tentoonstelling “die de verhalen van de getroffenen vertelde. Zij hebben destijds de ramp overleefd, maar dragen Ben innerlijk en uiterlijk de littekens met zich mee. Ze verloren huis en Tijdens mijn laatste bezoek aan het Huis sprak ik Ben. haard en moesten daarna weer zien op te krabbelen.” We waren Hij vertelde mij aan de keukentafel zomaar zijn verhaal.

42 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 passie de geschiedenis en verbinden verleden en heden met elkaar. Het verhaal staat centraal…

Nazorg = aandacht organiseren En zo verbinden verhalen de mensen en de wijk. Van duizenden kleine stukjes weer naar één geheel. Het Huis van Verhalen heeft ansichtkaarten met de volgende tekst:

Als er maar aandacht is Een welkom Een groet Foto: Huis van Verhalen Iemand die je kent En die je naam roept Wat mij met name raakte was dit: “Ik heb van mijn ouders geleerd dat je moet helpen waar je kunt helpen”. Ben luisterde Iemand die een beetje naar zijn ouders en hielp bij de Vuurwerkramp. Hij bracht onder andere gewonde mensen naar een ziekenhuis in Lijkt op God Duitsland. Omdat er geen ambulances beschikbaar waren op dat moment. Nu ontstaat plots belangstelling En je niet vergeet… te weten hoe andere mensen burgerhulpverlening na een ramp hebben ervaren. Ik kon hem wijzen op het Financieren = Verhaleren zojuist verschenen NIFV-rapport over burgerhulpverlening Je hoofd inzetten om te studeren over crises en rampen na rampen. Misschien heeft hij er wat aan. moet en is belangrijk. Maar om je hart te voelen moet je ervaren voor wie je dit En hij had eigenlijk ook nog wel een prangende vraag werk doet. De getroffenen. aan burgemeester Mans: “Die grote chaos op die zaterdag, In mijn beleving hoort een bezoek aan het Huis van hoe kán dat nou…?” Verhalen dan ook verplicht thuis in de basisopleiding Crisisbeheersing en Rampenbestrijding. Tien jaar later… Crisisfunctionarissen leren. Getroffenen worden geholpen. Uit elkaar gescheurd gevoel Leren van verhalen. In een speciale behoefte voorziet het Stiltecentrum, Verhaleren… een kleine ruimte apart van de Ontmoetingsruimte. (met dank aan Ed Oomes) Hier kun je je bezinnen, een kaarsje opsteken, een verhaal schrijven, verhalen van anderen lezen. Ook kun Er is helaas geen overheidsgeld beschikbaar voor deze je stilstaan bij het door Brenda Bleijenberg gemaakte belangrijke nazorgactiviteit in Enschede. En dat raakt kunstwerk “De Feniks”, een abstract weergegeven vogel mij. Want ik ben ervan overtuigd dat het de overheid (zie de afbeelding), vastgemaakt op een witte muur. Het heel wat geld zal besparen als zij dit soort initiatieven lichaam van de vogel bestaat uit verschillende delen die wél gaat financieren. Doordat getroffenen niet bij de in diverse kleuren zijn weergegeven. Dit symboliseert reguliere (psychosociale) hulpverlening terechtkomen, het uit elkaar gescheurd zijn van het gevoel. “De ene dag maar telkens weer hun verhaal kunnen vertellen in een voel je je rustig, de andere dag heel triest. De volgende dag kun je Huis. Ik zal het nooit kunnen bewijzen, maar weet dat blijheid voelen en daarna weer de intense kwaadheid om het het zo is. gebeurde”. Indrukwekkend… Elke ramp verdient zijn eigen Huis van Verhalen… Verhalend wandelen Niet alleen mensen, maar ook gebouwen, straten en Meer info wijken hebben hun verhaal. Ambassadeurs van het www.huisvanverhalenenschede.nl. Huis van Verhalen leiden graag groepen rond in de wijk. http://www.crisiswerkplaats.nl/veerkracht-enschede-10- Coördinator Titia Boitelle en haar collega’s vertellen vol jaar-later/

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 43 Josée Netten en Michel Dückers, Impact Wouter Jong, Nederlands Genootschap van Burgemeesters Is de crisisbeheersing

Enkele vuistregels

Komend voorjaar zijn Impact en het Nederlands Genootschap van Burgemeesters (NGB) van plan om bijeenkomsten te organiseren rond de interviewbundel 1. Stem de communicatie en de manier waarop u informatie verstrekt af op de “Wereld van Verschil”. In deze bundel getroffene. Zoek naar de juiste toon, timing en taal. Gebruik eenvoudige en heldere vertelden getroffenen en nabestaanden van taal. crises over hun ervaringen met de overheid.1 2. Geef getroffenen erkenning voor het feit dat zij iets ernstigs hebben meegemaakt en De overheid die bij crises op allerlei neem hen serieus. manieren met getroffenen in aanraking 3. Wees geduldig en realiseer u zich dat sterke emotionele reacties van getroffenen komt. Van vrijwilliger in de opvanghal tot verschillende oorzaken kunnen hebben. Besef dat reacties soms zijn terug te voeren de minister-president die een herdenkings- op onbeholpen gedrag en bureaucratische procedures vanuit de overheid. bijeenkomst bijwoont. Uit de interviews 4. Stel u bereidwillig op maar beloof alleen wat u waar kunt maken. komt naar voren dat getroffenen bij crises 5. Leg beloften vast en zorg dat deze worden geborgd in de organisatie. vaak een gebrek aan pragmatisme en 6. Tijdig geïnformeerd worden is cruciaal voor getroffenen. Informeer hen ook bij menselijke maat ervaren. Afspraken en mediagevoelige momenten in de nasleep van een ramp, bij voorbeeld bij rechtszaken procedures worden leidend, het leed van de en de presentatie van rapporten van onderzoekscommissies. getroffene raakt ondergesneeuwd. Zoals de 7. Besef dat getroffenen met meerdere overheden en andere partijen te maken krijgen. ouders die na een ramp in het buitenland Dit kan overdonderend en verwarrend zijn. Ondersteun getroffenen in praktische een boete kregen omdat het lichaam van zaken en stel een contactpersoon aan die namens de overheid zaken uit handen kan hun zoon niet binnen de in de Wet op de nemen. Werk hierbij vraag- of behoeftegestuurd, niet aanbod­gestuurd. Lijkbezorging gestelde termijn begraven was. 8. Durf menselijk te handelen en kijk kritisch naar regels en procedures die onder Nu regio’s in het land druk in de weer zijn crisisomstandigheden verstikkend kunnen werken. om het regionaal crisisplan te vervolmaken 9. Besef dat getroffenen op termijn vaak opmerkelijk veerkrachtig zijn. Duw getroffenen en vast te stellen, is het een uitgelezen kans niet in een slachtofferrol maar ga uit van en bouw voort op hun eigen capaciteit. om te toetsen of de nieuwe plannen Stimuleer bijvoorbeeld lotgenotencontact en ondersteun initiatieven, zoals het “getroffenenproof” zijn. In bijeenkomsten in organiseren van herdenkingen, waarbij ook religieuze en levensbeschouwelijke de regio brengen NGB en Impact getroffe- organisaties een rol kunnen spelen. nen en plannenmakers bijeen, om te bespreken of de lessen van getroffenen van eerdere rampen en crises voldoende zijn ingebed in de nieuwe plannen. Deze vuistregels zijn een hulpmiddel. Het is omgekomen Amé zegt: “We vinden het aan de professional in de crisisbeheersing belangrijk dat de overheid leert. Ik hoop Als handreiking hebben Impact en het NGB om zelf eigen lessen uit de interviews te dat mensen iets met ons verhaal kunnen”. in samenspraak met getroffenen en destilleren. Want juist dát aspect is een Als crisisbeheersers in Nederland zijn wij het deskundigen de bundel “Wereld van verschil” belangrijke drijfveer van geïnterviewden aan deze getroffenen verplicht om de door opnieuw tegen het licht gehouden.2 Dit geweest om mee te werken aan de bundel. hen aangereikte lessen ter harte te nemen. heeft geleid tot een aantal vuistregels. Zoals de vader van de bij de tsunami

1 De pdf-versie is te downloaden via http://www.impact-kenniscentrum.nl/ne/producten# 2 Dank is verschuldigd aan drs. C. Contino, mw I. Davelaar, prof. dr. B. Gersons, N. Hoffer, C. ten Hove, prof. dr. P. Speelman, mw. I. Sybesma, prof. drs. E. van Thijn, mw. drs. M. Rooze MBA en prof. mr. P. van Vollenhoven.

44 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 Ton Hol, hoogleraar Encyclopedie van het recht en Rechtsfilosofie, Universiteit Utrecht

‘Zoete lieve Gerritje’:

over kleine en rampen grote

Geen ramp of crisis zonder schade. Zodra bij een ramp of crisis een en ander weer onder controle lijkt, komt dan ook snel de vraag op: wie zal dat betalen? Nog altijd is het uitgangs­ punt van ons schadevergoedingsrecht, dat in beginsel een ieder zijn eigen schade draagt.

Misschien is er veel voor te zeggen dat uitgangspunt te enorme impact hebben op onze samenleving. En waar blijven benadrukken. In het huidige tijdgewricht is het, binnen de verzorgingsstaat niet alle dekking kan om begrijpelijke redenen, niet populair. Anders dan in worden geboden voor ‘pech’, kan dat in de risico­ de negentiende eeuw, investeren we tegenwoordig veel samenleving in nog mindere mate. Het gaat immers in ons eigen leven en dat van onze kinderen. Door de om risico’s die niet (geheel) te dekken vallen, noch door welvaart beschikken we over veel middelen iets van het verzekeringen, noch op andere wijze. Kortom: wie gaat leven te maken. Hoge opleiding, interessante baan, veel dat betalen? ‘Den eerste boer den beste’, zoals in het liedje? vrije tijd die we met sport, cultuur en reizen invullen. Moerdijk maakt duidelijk dat die vlieger niet op gaat. Kortom, anders dan in een tijd waarin de verwachtingen van het leven wat minder hoog gespannen waren, Hulpbiedende burgers schatten we het tegenwoordig hoog in. Gaat er iets mis, Laat hier geen misverstand over bestaan: veel schade is dan wordt dat ook snel ervaren als een ‘ramp’ en vinden in dit land gedekt. Veel is er verzekerd. Men is verzekerd we ook snel dat er een compensatie moet zijn voor de voor eigen schade of voor andermans schade (in geval opgelopen schade. We verwachten ‘totale rechtvaardig- van wettelijke of andere aansprakelijkheden). Een paar heid’. En alhoewel niet minder dan eind vorige eeuw, zaken verdienen echter aandacht. In de eerste plaats is biedt onze verzorgingsstaat gedeeltelijk de gevraagde het goed om eens te kijken naar de positie van burgers tegemoetkomingen, maar niet alle. Daar komt bij dat die – al dan niet als vrijwilliger – hulp bieden bij we ons in toenemende mate ervan bewust worden dat rampen. Voor schade die vrijwilligers zelf oplopen of we in onze moderne risicosamenlevingen steeds vaker veroorzaken bij anderen, hebben organisaties en lokale kunnen worden geconfronteerd met schades die nog overheden over het algemeen verzekeringen afgesloten. maar moeilijk te dekken zijn. Milieuschade, kernram- Het is goed daar nog eens na te gaan of dat inderdaad pen, overstromingen, kredietcrisis, maar ook ‘normale’ steeds het geval is en of de verzekeringen adequaat zijn. rampen, zoals laatstelijk de Moerdijkbrand, kunnen een Minstens zo belangrijk is het om vrijwilligers vooraf over eventuele risico’s en dekkingen te informeren. In de praktijk bestaat vaak onduidelijkheid en vreest men (onnodig) het nodige. Veel gestelde vragen zijn of er een wettelijke verplichting op hen rust om anderen in nood Breng vrijwilligers en anderen niet te helpen, of ze civielrechtelijk aansprakelijk zijn voor schade ontstaan aan de kant van een slachtoffer waaraan onnodig in situaties waarin eigenlijk ze bijstand verlenen, en zelfs of ze strafrechtelijk kunnen worden vervolgd wanneer een slachtoffer komt professionele hulp vereist is. te overlijden of lichamelijk letsel oploopt. In Nederland

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 45 hoeft de vrijwilliger eigenlijk niet veel te vrezen. Tenzij burgers inzetten bij een ramp, is het goed te weten dat hij echt ‘stomme’ dingen doet, in ernstige mate deze echter een speciale verantwoordelijkheid dragen. roekeloos handelt, zal hem eventuele (extra) schade Breng vrijwilligers en anderen niet onnodig in situaties niet (kunnen) worden nagedragen. En een algemene waarin eigenlijk professionele hulp vereist is. Doet men verplichting om mensen in nood te helpen is er ook dat toch en gaat er iets mis met vrijwilliger, burger of niet. Zo’n verplichting is er voor burgers en organisaties slachtoffer, dan kan dat mogelijk terugslaan op de eigen met een specifieke zorgplicht, zoals ouders tegenover organisatie. De schade veroorzakende handelingen hun kinderen, professionals (brandweer, artsen ten kunnen dan aan de organisatie zelf worden toegerekend. opzichte van hun patiënten etc.). Ook als men zelf Niet voor niets worden bijvoorbeeld vrijwilligers bij de betrokken is bij een ongeval ontstaat er een zorgplicht. politie niet ingezet voor risicovolle taken. Buiten deze gevallen is die er niet. En wat die burger betreft die bijstand verleent, zijn positie Om vrijwilligerswerk te stimuleren, zou het goed zijn dit is een wat andere dan die van de vrijwilliger. Ook hij soort zaken helder te communiceren. Als het gaat om de hoeft niet te vrezen snel aansprakelijk te worden gesteld organisaties die vrijwilligers en eventueel gewone voor schade die het slachtoffer oploopt. Ons rechtstelsel

46 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 kiest er voor de drempel om anderen te helpen zo laag Maar stel dat daarvan sprake zou zijn (daarover valt nu mogelijk te houden. Wij willen geen Amerikaanse nog niets te zeggen), dan nog is de vraag of er wat te toestanden, waarin mensen vaak anderen aan hun lot halen valt. Dat betekent dat de kosten voor rekening overlaten, omdat men vreest te worden aangesproken van de overheid komen. De vraag is dan weer welke voor de schade ontstaan door fouten. Nee, liever iets, overheid? Een decentrale overheid, zoals het water- dan niets zeggen we hier. Maar hoe zit het met de eigen schap of de centrale overheid? Ook interessant is de schade? Een kapotte broek, omdat men op de knieën vraag of de overheid in het verleden voldoende heeft heeft gezeten terwijl men iemand hielp, bloedvlekken toegezien op de voorzorg binnen het bedrijf en hier op op de autobekleding, of inkomensverlies. Vaak zal de adequate wijze handhavend heeft opgetreden. Men mag helper daar niet moeilijk over doen, maar als het erop er vanuit gaan dat zulks het geval is geweest, maar het is aankomt, wordt dergelijke schade niet zonder meer bij rampen wel degelijk een punt van aandacht. Zo laat vergoed. Deze is niet veroorzaakt door het slachtoffer de casus van het opslagbedrijf CMI in Rotterdam zien dat en zo zijn er nog andere juridische complicaties. niet is uitgesloten dat de overheid wordt aangesproken Moeten we daar iets mee, als men zich realiseert dat voor schade wegens gedogen van onveilige toestanden. vrijwilligers en professionele hulpverleners in dit Interessant is hierbij te zien dat in geval van CMI de opzicht in een betere positie verkeren? Overigens, overheid toch al wel het nodige had gedaan om de minstens zo belangrijk: hoe is de nazorg geregeld? Wie situatie binnen het bedrijf te doen verbeteren. Voor de heeft er aandacht voor de helper achteraf? Een bedank- rechtbank was dit echter niet voldoende. Principiëler is je, even vragen of het goed gaat, het doet wonderen en de kwestie van de schade aan particulieren. Neem in maakt veel schade goed, ook materiële schade. Maar geval van Moerdijk de telers van spruitjes. Geheel hoe organiseer je dat? onverplicht heeft de overheid 1 miljoen Euro beschik- baar gesteld om hun verlies wegens schade door De casus Moerdijk omzetverlies of schade aan de spruiten te compenseren. Een enkel punt (er zijn er vele) van aandacht als het gaat Principieel van aard is dit punt, omdat men zich hier over de grote schade. Moerdijk is een interessante kan afvragen of dit soort zaken niet vallen onder het casus. De schade is zeer omvangrijk, zo omvangrijk dat bedrijfsrisico van de telers. Helemaal vreemd is deze niet valt te verwachten dat deze door verzekeringen vergoeding niet. We kennen inmiddels schadefondsen wordt gedekt.1 Wie draait er dan voor op? Die vraag is om schade ontstaan door overstroming te dekken. Het aan de orde voor wat betreft de milieuschade. Mogelijk gaat dan om schades die men individueel niet kan is deze niet of onvoldoende gedekt. Wie draait er dan voorkomen, groot van omvang kunnen zijn, voor op? Chemie-pack? Maar dan moet het vallen onder en niet goed voorzienbaar zijn, zodat je er niet op kunt de risico-aansprakelijkheid (gevaarlijke opstal / anticiperen door je er tegen te verzekeren, en evenmin gevaarlijke stoffen?), of moet er sprake zijn van om die reden kunt incalculeren in het bedrijfsrisico. onrechtmatige daad (onvoldoende zorgvuldig geweest ten aanzien van voorkomen van brand bij voorbeeld). Zo’n situatie lijkt ook hier aan de orde. Maar hoe zit het dan met andere bedrijven die schade hebben geleden vanwege de brand, bijvoorbeeld omdat er minder omzet is vanwege de gifwolk die mensen weghield, of omdat producten niet op tijd werden aangeleverd? Er valt veel voor te zeggen bedrijven die dreigen om te vallen door zo’n ramp tegemoet te komen. We profiteren met zijn allen van al die bedrijvigheid in dit dichtbevolkte landje. Het zou dan ook flauw zijn om degene die daar toevallig de zure vruchten van plukt te laten zitten. Solidariteit vereist dat we ook de kosten delen. Dat kan als de overheid een deel van de schade uit de belasting­ inkomsten vergoed. Evident is dat echter niet.

Kortom: wie gaat dat betalen? Veel juridische, maar ook principiële knopen moeten nog worden doorgehakt. ‘Den eerste boer den beste’ gaat het in ieder geval niet Foto: Arie Kievit betalen.

1 Zie hierover o.m. H.P. de Jong e.a., ‘Moerdijk: een brand en zijn gevolgen’, in: De Beursbengel, maart 2011, p. 6 e.v. Interessant is ook de in het artikel opgeworpen vraag of het niet beter is in dit soort gevallen minder te blussen in verband met dreigende milieuschade.

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 47 Foto: Arie Kievit

In 1999 volgde het kabinet de aanbeveling op van de Parlementaire Enquêtecommissie Bijlmerramp om een coördinerend minister aan te wijzen als eerstverantwoordelijke­ voor de nazorg bij rampen. Marcel van Eck en Yvanka Weerens, Sindsdien is het Nationaal Handboek Crisisbesluitvorming aangevuld met programma Fysieke Veiligheid, ministerie van een nieuw hoofdstuk over de nafase. Veiligheid en Justitie Coördinatie op nationaal niveau van de nafase Moerdijk

Echter, nog steeds zijn er onderzoeken en niet af aan de verantwoordelijkheden en Het afstemmingsoverleg nafase Moerdijk ervaringen die uitwijzen dat de afhandeling bevoegdheden van andere bewindslieden besteedt specifieke aandacht aan de en de hulpverlening na de acute fase van en van de medeoverheden op provinciaal, gezondheidszorg en psychosociale zorg, de een ramp of crisis, de zogenaamde nafase, regionaal en lokaal niveau. diervoederveiligheid en voedselveiligheid, verbetering behoeven. Energie, geld en tijd tegemoetkomingen, communicatie, de zijn belangrijke factoren in de nafase waar Na de brand van Chemie Pack op het aspecten rond de sanering van bodem en niet in alle gevallen adequaat aandacht aan bedrijventerrein in Moerdijk is dan ook water en de politieke verantwoording. Ook is wordt besteed. De afgelopen jaren lag de besloten om een ‘afstemmingsoverleg het nafase-overleg belast met de afstemming nadruk bij de rampenbestrijding en nafase Moerdijk’ in het leven te roepen, tussen het rijk en de veiligheidsregio’s crisisbeheersing nog steeds veelal op de om de nafase goed te laten verlopen. waarbij o.a. de lessons learned tezijnertijd preparatie van de acute fase van repressie Periodiek komen nu verschillende met elkaar zullen worden uitgewisseld. Het en respons. Relatief weinig aandacht werd departementen (VenJ, EL&I, VWS, SZW, afstemmingsoverleg kan zijn nut bewijzen besteed aan de nafase die verhoudingsgewijs I&M en FIN) bijeen om alle relevante door tijdig te signaleren dat zaken dreigen langdurend van aard en kostbaar is. Niet aspecten die verbonden zijn aan de nafase te worden vergeten, dubbel worden gedaan zelden heeft onderbelichting van de nafase met elkaar af te stemmen. Concreet gaat of onvoldoende worden afgestemd. Tot nu geleid tot een ontstaan van een ‘ramp na de het daarbij om de beantwoording van de toe heeft het afstemmingsoverleg gezorgd ramp’, zoals door voornoemde Enquête­ vele sets Kamervragen, het in samenhang voor duidelijkheid en volledigheid van de commissie ook al werd geconstateerd. beantwoorden van en sturen van brieven activiteiten van de verschillende aan de Tweede Kamer naar aanleiding van departementen. Er wordt goed en efficiënt In het kader van de rampenbestrijding en vragen uit Algemene Overleggen en (spoed) samengewerkt en kennis wordt gedeeld. crisisbeheersing heeft de minister van debatten, het gecoördineerd afhandelen Het uitgangspunt ‘één plus één is drie’ is Veiligheid en Justitie (VenJ) tot taak om op van toezeggingen van bewindslieden, en het naar het zich laat aanzien onverkort van nationaal niveau alle relevante veiligheids- coördineren van de uiteindelijke behandeling toepassing op het afstemmingsoverleg aspecten in iedere fase van de veiligheids­ en afhandeling van de uitkomsten van de nafase Moerdijk. keten, waaronder dus ook de nafase, te onderzoeken van inspecties en de coördineren. Deze coördinatie doet uiteraard Onderzoeksraad voor Veiligheid.

48 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 Noortje van Manen, communicatieadviseur, project Herstel & Nazorg brand Chemie-Pack Organisatie nafase brand Chemie-Pack in Moerdijk

De acute fase van de brand bij Chemie-Pack heeft vanaf 5 januari ruim een maand geduurd. In die periode is het Regionale Beleidsteam onder leiding van P. van der Velden, de plaatsvervangend voorzitter van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant, actief geweest. Op 9 februari 2011 is formeel de nafase van de brand ingezet door de bestuurlijke overdracht aan de Stuurgroep Herstel en Nazorg brand Chemie-Pack. J. Mans, waarnemend burgemeester van de gemeente Moerdijk, is voorzitter van de stuurgroep.

In de stuurgroep zijn behalve de opdracht- de gemeente Moerdijk. Voor functies waarbij Doelgroepen en betrokkenen gever (gemeente Moerdijk), ook provincie dat niet haalbaar was, zijn externen Het netwerk van betrokken doelgroepen Noord-Brabant, Veiligheidsregio Midden- en aangetrokken. en partijen is omvangrijk en complex. West-Brabant, Waterschap Brabantse Delta De belangrijkste doelgroepen zijn uiteraard en Havenschap Moerdijk vertegenwoordigd. De projectorganisatie functioneert binnen de getroffen burgers, hulpverleners en De stuurgroep heeft vooral als taak om te de gemeente Moerdijk. Medewerkers van bedrijven. Daarnaast is er een groot netwerk functioneren als aanjager en coördinatie- de gemeente en het projectteam maken van betrokken partijen. Ter illustratie volgt punt. Bovendien dient de stuurgroep zorg te zoveel mogelijk gebruik van elkaars kennis een droge opsomming: scholen, brandweer, dragen voor afstemming van activiteiten en en expertise. Er is dagelijks sprake van politie, geneeskundige hulpverlening, het oplossen van knelpunten. afstemming en samenwerking op alle veiligheidsregio’s, Havenschap, Waterschap, niveaus. Tevens is er structureel overleg Rijkswaterstaat, RIVM, OM, ministeries Projectteam tussen de burgemeester, de gemeente- (Veiligheid en Justitie, Defensie, Het plan voor de nafase wordt uitgevoerd secretaris en de projectleider. Volksgezondheid, Welzijn en Sport, door een projectteam, onder leiding van C. De gemeenteraad is 17 maart akkoord Infrastructuur en Milieu, Economische Zaken Baljé; hij legt verantwoording af aan de gegaan met het projectplan. Zij heeft een en Innovatie), Tweede Kamer, provincies, waarnemend burgemeester. De activiteiten in voorlopig projectbudget van 1,3 miljoen euro medewerkers en gemeenteraden van het plan richten zich onder meer op milieu, beschikbaar gesteld. De raad wil intensief gemeenten, belangenverenigingen, gezondheidszorg, communicatie, juridische betrokken zijn en heeft om die reden om een onderzoeksinstanties, Regionaal zaken, bedrijfsvoering en coördinatie van voortgangsrapportage gevraagd, zes weken Operationeel Team, Regionaal Beleidsteam, onderzoeken en verantwoording. Het team na de raadsvergadering. Nationaal Crisiscentrum en de pers. bestaat zoveel mogelijk uit medewerkers van

Bestuurlijke verantwoording

Bestuur Veiligheidsregio College van B&W Midden- en West-Brabant Moerdijk Stuurgroep Zuid-Holland Zuid Herstel en Nazorg Nationale Stakeholders

Staande organisatie (gemeentesecretaris) Projectleider

Projec†eam Herstel en Nazorg

Organisatie en Coördinatie Juridische Zaken bedrijfsvoering Gezondheidszorg Milieu en Terrein onderzoeken Communicatie verantwoording

Backoces IAP

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 49 Ragna.G. Opten, communicatieadviseur VDMMP Chris.M.A. Dekkers MPM, voorzitter/projectleider begeleidingsgroep, project Samenwerking Huisartsen en GHOR

Nazorg Moerdijk: huisartsen en GHOR-regio’s voorbereid

In de acute fase van de brand in Moerdijk adviseerde het RIVM aan de mensen met gezondheidsklachten, contact op te nemen met hun huisarts. En ook ten tijde van de nazorgfase brengen de mensen met gezondheids- en psychische klachten in de meeste gevallen een bezoek aan de huisarts. Om huisartsen bewust te maken van en te ondersteunen bij hun (vaak cruciale) rol tijdens rampen en crises, is door GHOR Nederland en de huisartsenkoepels een aantal praktische hulpmiddelen ontwikkeld. De brand in Moerdijk, maar ook andere praktijkvoorbeelden van rampen en grootschalige ongevallen (Nieuwe Influenza A, de vuurwerkramp Enschede en de cafébrand in Volendam) laten zien dat de huisarts een belangrijke rol heeft in alle fasen van opgeschaalde gezondheidszorg. Zowel in de voorbereidingsfas­ e, acute fase als de nafase wordt er van de huisarts verwacht dat wordt voldaan aan de zorgbehoefte van hun patiënten.

Goede voorbereiding en samenwerking voor gezamenlijk goede voorbereiding op De toolkit ‘Goed voorbereid op nazorg na Om deze zorgverlening verder te professio- rampen (zoals Moerdijk), grootschalige rampen’ wordt met de ingang van de nafase naliseren hebben de huisartsenkoepels de infectieziekte-uitbraak en (psychosociale) Moerdijk meer afgenomen door de huisartsen Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV), het nazorg bij crises en rampen zijn door het uit het getroffen gebied, constateert de LHV. Nederlands Huisartsengenootschap (NHG), samenwerkingsproject verschillende Het project is met de oplevering van de de Vereniging Huisartsenposten Nederland hulpmiddelen ontwikkeld. toolkits afgerond. Het groeiende besef van (VHN) en GHOR NL in 2008 de krachten goede samenwerking en voorbereiding gebundeld in het project ‘Samenwerking Producten voor, tijdens en na rampen en grootschalige Huisartsen en GHOR’ met subsidie van het Begin februari zijn de toolkits ‘Goed ongevallen bij huisartsen en GHOR-regio’s ministerie van VWS. Dit project is gestart om voorbereid op een grootschalige infectie- heeft hiermee een impuls gekregen. te komen tot goede landelijke en regionale ziekte-uitbraak’ en ‘Goed voorbereid op Meer informatie over de producten van het afspraken tussen de GHOR en huisartsen nazorg bij rampen’ verspreid onder project vindt u onder meer op de websites over taken, bevoegdheden, verantwoorde- huisarts(vertegenwoordigers) en GHOR- van GHOR NL en LHV. Een overzicht van alle lijkheden, borging van afspraken, opleiden, regio’s. Daarnaast is het model huisartsen- producten staat op www.lhv.nl (huisartsen- trainen en oefenen en structurele rampenopvangplan (HaROP) klaar voor zorg > samenwerking > bij ongevallen en inbedding.1 gebruik. De toolkits bieden handige rampen). informatie over de voorbereiding op en de ‘Tijdens de acute fase na de brand Moerdijk hebben organisatie van optreden bij onder meer de GGDen en huisartsen in de omgeving van Moerdijk langdurige nazorg na rampen. Het HaROP GHOR en huisartsen en de regio Zuid-Holland Zuid, ruim tweehonderd is een hulpmiddel om samenwerkings­ Bij een groot ongeval, crisis of ramp meldingen van gezondheidsklachten binnen afspraken over de voorbereiding en coördineert de GHOR de inzet van de gekregen (onderzoek 5 januari 2011 op crisis.nl)’2. organisatie van het optreden bij rampen geneeskundige diensten zoals en crises vorm te geven. ambulances en ziekenhuizen. De GHOR Het belang van goede voorbereiding en Naast de toolkits en het HaROP heeft het is opgericht om ‘alle partners in de witte samenwerkingsafspraken (ook omtrent project verschillende producten opgeleverd kolom meer als één geheel laten informatievoorziening) wordt met het die tot doel hebben om de samenwerking functioneren ten tijde van een ramp of praktijkvoorbeeld uit Moerdijk extra tussen huisartsen en GHOR te vereen­ grootschalig incident’. De huisarts is één onderstreept. Om huisartsen en GHOR-regio’s voudigen en optimaliseren zoals een van deze belangrijke partners in de witte hierbij te ondersteunen en zorg te dragen e-learningsmodule en de webcast GHOR. kolom.

1 Magazine Nationale Veiligheid en Crisisbeheersing, jaargang 7/ nr. 6 – artikel: Kwaliteitsimpuls professionalisering samenwerking huisartsen en GHOR 2 Volkskrant 24 januari 2011

50 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 Siebe Kramer, voormalig burgemeester Kapelle Topklasse Brandweer voor risicovolle bedrijfs­terreinen

In mijn bestuurlijke periode in Moerdijk, 1997/2002, heb ik als wethouder en lid van Foto: Arie Kievit het DB van het Industrie-en Havenschap bij diverse gelegenheden gepleit voor een specifieke, speciaal in personeel en materieel opzicht toegeruste beroepsbrandweer voor Het kost dus ook veel meer vrije tijd met dekkingsplan in de betrokken regio worden het hele 3000 ha grote bedrijventerrein. alle gevolgen van dien. Gemeenten zijn aangepast en zijn de lokale brandweren nog De commandant van de Stadsgewestelijke verantwoordelijk voor uitrusting, materieel, slechts voor het zogenaamde “huis, tuin en Brandweer Breda steunde het. Dit gegeven opleiding, training etc. In Nederland maar keukenwerk” waarbij het optreden bij heeft niets van doen met de beste stuurlui ook in een, uitgestrekte plattelands provincie verkeersongelukken een steeds grotere rol aan de wal of de bekende leunstoel generaals als Zeeland, wordt niettemin veel geld gaat spelen. Er blijft dus werk genoeg maar maar het is voor de beeldvorming. Het bleek besteed aan de brandweer. Met de gevaar- op een ander lokaal niveau, waardoor de namelijk geen haalbare kaart en in feite was setting rondom het Sloegebied/Vlissingen, opleidings-, trainings- en uitrustingsstaat de tijd er niet rijp voor. Er bestond geen de Kanaalzone/Terneuzen, de Kerncentrale/ kan worden aangepast. Gewoon weer terug aanleiding voor en het grootste BRZO bedrijf, Borssele, de Westerschelde, het Schelde- naar de basis, waarvoor de vrijwillige Shell, had een eigen goed geoutilleerde Rijnkanaal en de Westerscheldetunnel zijn brandweer in principe bedoeld was. De lat bedrijfsbrandweer. Voor het overige was we dit verplicht, maar verhoudt die ligt nu veel te hoog, de verwachtingsboog is het een taak van de overheid. De meeste inspanning zich nu eigenlijk wel tot veel te gespannen en achteraf wordt er steeds bedrijven, zonder bedrijfsbrandweer,­ hetgeen bij een calamiteit redelijkerwijs meer met het beschuldigende vingertje naar hadden de minimaal vereiste maatregelen, verwacht mag worden? Is hier niet sprake een in bepaalde opzichten operationeel preventief en repressief, getroffen. Voor de van een zekere mate aan schijnveiligheid en tekortgeschoten brandweer of gemeente rest was het vertrouwen op de lokale getuigt het nog wel van behoorlijk bestuur gewezen, terwijl in feite gewoon niet meer brandweer van de nieuw gevormde gemeente naar de vrijwilliger? optimaal voldaan kan worden aan de steeds Moerdijk en de regionale brandweer van het maar opgeschroefde eisen. In de zijlijn roep Stadsgewest. Bij enkelen had ook de gedacht Soms moet het ijzer worden gesmeed als ik in dit verband ook nog maar eens de postgevat dat er wel kon worden meegelift het heet is. Ik stel daarom voor dat op voormalige Mobiele Colonnes in herinnering. met de buurman. Shell voelde om haar grootschalige bedrijventerreinen met Een dergelijke eigentijdse goed geoutilleerde moverende redenen in geen enkel opzicht milieuhinderlijke bedrijven en bedrijven eenheid zou als extra achtervang kunnen iets voor het idee want het was daar in menig met anderszins gevaarlijke stoffen een dienen, bij voorbeeld ondergebracht bij de opzicht op orde. specifieke, speciaal toegeruste en opgeleide krijgsmacht en in vier regio’s gestationeerd. professionele parate brandweereenheid, Niemand moet bij mij aankomen over de Inmiddels is de animo voor brandweer­ verplicht wordt gesteld. De aldaar gevestigde kosten van een beroepsbrandweer want de vrijwilliger om uiteenlopende redenen aan bedrijven moeten er allemaal naar rato aan huidige kosten zijn ook niet misselijk en het het afnemen. De kosten voor gemeenten meebetalen of met een geschikte bedrijfs- gaat om de wil. Bij de huidige opzet ontbreekt nemen alsmaar toe en bij het rendement brandweer in participeren. Bij geen niet de goede wil en inzet maar een optelsom kunnen vraagtekens worden gezet. repressieve inzet is er voldoende werk voor van veel eenheden garandeert nog geen De traditionele vrijwillige spuitgast moet het beroepspersoneel te verrichten in de voldoende en tijdig rendement en kwaliteit. steeds meer studeren, certificaten halen, sfeer van preventie, preparatie, pro-actie en Bij Moerdijk ging het dan nog om een grote opleidingen volgen en oefenen. Met alleen handhavingcontroles. Dit betaalt zichzelf calamiteit, laat staan als het om een echte een avondje oefenen lukt dat niet meer. op termijn terug. Tegelijkertijd moet het ramp had gegaan.

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 51 Rob Jastrzebski

Foto: Frans Vega/KLPD

De brand bij Chemie-Pack in Moerdijk kwam voor het Landelijk Team Forensische Opsporing (LTFO) eigenlijk iets te vroeg. Toch was het onderzoek naar de brandoorzaak de eerste praktijkcasus voor de nieuwste loot aan dit specialistische politieteam: forensisch onderzoek in beschermende kleding voor chemische, biologische, radiologische en nucleaire incidenten (CBRN). ‘Mannen in gele pakken’, die forensisch LTFO zet onderzoek kunnen uitvoeren op een calamiteiten-plaats delict dat te gevaarlijk is om zonder beschermende kleding te betreden. In mei ronden nieuwe stap achttien LTFO-specialisten de laatste opleidingen voor het werken onder CBRN-condities af. René Bastiaansen, hoofd van het LTFO, vindt dat het in forensisch onderzoek na de brand in Moerdijk krachtig bewijst dat de Nederlandse politie zo’n gespecialiseerd team nodig heeft: “Een regulier forensisch onderzoek team had in die gevaarlijke omgeving zijn werk niet kunnen doen.” ‘Mannen in gele pakken’ op calamiteiten-PD

Het LTFO is opgericht in 2007, met het doel de binnen dan nodig, zoals een chemicaliënpak of gaspak met een Nederland aanwezige forensische expertise te bundelen ademluchtapparaat. bij grotere calamiteiten, grote opsporingsonderzoeken en terroristische aanslagen. Sindsdien is het team al Maar optreden in gaspak of chemicaliënpak is niet diverse keren ingezet. Onder andere bij de Poldercrash, bepaald core-business voor de politie. Het vraagt bij de strandrellen in Hoek van Holland en het specialistische opleiding en training en voor het werken Koninginnedagdrama in . En recent dus op in besmette omgevingen en ontsmetting na de inzet het industrieterrein van Moerdijk, na een van de moeten strikte procedures worden gevolgd. Het zijn grootste chemische branden in de Nederlandse procedures en werkwijzen die voor de brandweer meer geschiedenis. Maar hoe kan je verantwoord forensisch vertrouwd zijn dan voor de politie. Het LTFO leunde dan onderzoek doen in een potpourri van giftige stoffen die ook sterk op de deskundigheid van de brandweer bij het uit de ruïnes van het bedrijf sijpelt? Maar op één manier: inrichten van de CBRN-onderzoektaak. de onderzoekers moeten het beschermende pak in! “We moeten niet zelf dingen gaan organiseren waar Brandweerexpertise anderen beter in zijn”, stelt René Bastiaansen. “We Dat het LTFO ook in een besmette omgeving zijn werk hebben al jarenlang nauwe samenwerking met de moet kunnen doen, staat beschreven in het Programma brandweer, via de Landelijke Faciliteit ondersteunen versterking opsporing en vervolging, waarin het team zijn Ontmantelen (LFO). Dat is een gemengd specialistisch oorsprong vindt. Het verrichten van sporenonderzoek, team van politie en brandweer, dat ondersteuning het veilig stellen van materialen en het bergen en biedt bij het veilig ontmantelen van opgerolde identificeren van slachtoffers in zo’n risicovolle drugslaboratoria. Dit team maakt ook deel uit van het omgeving kan echter niet in de standaard werkkleding LTFO, waardoor de lijnen met de gevaarlijke stoffen­ worden uitgevoerd. Een hogere beschermingsgraad is specialisten van de brandweer kort zijn. Die experts

52 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 hebben ons geadviseerd over de aan te schaffen kleding beschermende kleding heeft opgeleverd is volgens en uitrusting en hebben ook een aangepaste opleiding Bastiaansen dat vanwege de belastende werkomstandig- en training voor ons ontwikkeld en uitgevoerd.” heden meer LTFO-leden moeten worden opgeleid voor dit specialisme. “Het LTFO telt nu in totaal zo’n 160 leden, Professionele improvisatie afkomstig van regiokorpsen en het KLPD. Op dit De voorbereidingen voor de nieuwe ‘CBRN-tak’ van het moment worden achttien leden opgeleid voor het LTFO zijn in 2010 van start gegaan. Begin dit jaar was een werken in beschermende uitrusting. We streven naar deel van de kleding en uitrusting aangeschaft en gingen een landelijke pool van zo’n 30 man, met een goede ook de opleidingen voor achttien LTFO-medewerkers spreiding over het land. Rekening houdend met de van start. Toen het LTFO de vraag kreeg het onderzoek toekomstige inrichting van de politieorganisatie in tien naar de brand in Moerdijk voor zijn rekening te nemen, regionale uitvoeringsgebieden, kom je dan aan drie was de organisatie daar nog niet in alle opzichten ‘klaar’ opgeleide forensisch specialisten per regio. Met zo’n voor. De operationele procedure voor het uitvoeren van spreiding kunnen we overal in Nederland voldoen aan politietaken in gas- of chemicaliënpak was wel de responseis dat we binnen twee uur na alarmering uitgewerkt maar nog niet alle opleidingen waren met een team ter plaatse zijn.” voltooid. De LTFO-operatie kreeg dan ook het kenmerk van ‘professionele improvisatie’, waarbij nauw werd Een ander punt van aandacht is de logistieke onder­ samengewerkt met de brandweer en specialisten van steuning en de ontsmetting van de medewerkers bij het Defensie en het RIVM. werken op besmette plaatsen delict. De politie heeft zelf geen voorzieningen voor ontsmetting en daarom is het “Een inzet in gaspak of chemicaliënpak is voor de LTFO voor die taken nu nog afhankelijk van mensen en dragers behoorlijk belastend en is vanwege de logistieke middelen van de brandweer. Aad Roosemalen, organisatie en de veiligheidsprocedures arbeidsintensief”, projectleider bij het LTFO, vat samen welke knelpunten vervolgt René Bastiaansen. “Ook is de inzetduur door dat oplevert. “Het onderzoek na de brand bij Chemie- het gebruik van ademluchtapparatuur beperkt tot Pack duurde anderhalve week. Al die tijd hebben we maximaal twintig à dertig minuten. Met die beperking een beroep moeten doen op de brandweer voor het moesten we rekening houden bij het onderzoek naar de ontsmetten van onze mensen en hun uitrusting. Dat brand in Moerdijk. Om die reden hebben de ingezette gaf nogal wat druk op de bedrijfsvoering van het koppels van twee man elkaar frequent afgelost en betreffende brandweerkorps. We gaan de mogelijkheden hebben zij kortdurende werkopdracht meegekregen, onderzoeken om zelf een ontsmettingsunit aan te die zij binnen die beperkte tijd goed konden uitvoeren.” schaffen en daarvoor opgeleide brandweermensen aan ons team te koppelen, want we kunnen niet bij elke Lessen van Moerdijk LTFO-inzet dagenlang capaciteit van de lokale brandweer Een van de lessen die de eerste praktijkinzet in vragen.”

Van plaats incident tot plaats delict Om de buitenwereld te laten zien hoe het LTFO in Iedere plek waar een ramp of calamiteit heeft plaats­­ dergelijke situaties te werk gaat, werd op 28 februari in gevonden, begint als ‘plaats incident’. Het terrein is Wormerveer een praktijkdemonstratie georganiseerd dan gezamenlijk ‘eigendom’ van de samenwerkende voor de pers. Op het terrein van een chemisch bedrijf hulpdiensten: brandweer, geneeskundige hulp­­- werd een ‘calamiteiten-PD’ gesimuleerd, waarbij een verlening­ en politie. In deze fase ligt de hoogste vat met gevaarlijke stoffen was lek geraakt en waarbij prioriteit bij het redden van slachtoffers en feitelijke een dodelijk slachtoffer was gevallen. Waardoor is de incident­bestrijding. fabrieksmedewerker om het leven gekomen en hoe kan hij worden geborgen? En welke stof was precies in het Is er het vermoeden van een strafbaar feit, dan komt re spel? De demonstratie gaf een goed inzicht in de na de hulpverlening een omslagpunt en wordt de plaats verschillende fasen van een LTFO-inzet: verkenning, incident een ‘plaats delict’. Politie en justitie zijn nu ‘in het in kaart brengen van de plaats delict en het charge’ en de prioriteit wordt verlegd naar sporen­ veiligstellen van sporen, berging van het slachtoffer, onderzoek en opsporing. Bij grotere en complexere analyse van de betrokken gevaarlijke stof en calamiteiten komt dan het LTFO in actie. Dankzij de onderzoek naar de oorzaak van het ongeval. nieuwe beschermende uitrusting en de opleiding voor gaspak- en chemicaliënpakdragers kunnen de forensisch experts nu ook in een risicovolle omgeving hun werk doen.

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 53 Erwin de Hamer, programma Bestuur en Organisatie, ministerie van Veiligheid en Justitie Vrijwilligerswerk

2011 is het internationale jaar van de Katwijks beraad en zij houden voor het eerst een grote gezamenlijke bijeenkomst. Ze zijn hiertoe in staat gesteld vrijwilliger. In dat kader vinden door een subsidie van het ministerie van Justitie en Veiligheid. De ruim 300 aanwezigen krijgen een gedurende het hele jaar activiteiten gevarieerd programma aangeboden.

plaats. Er bestaat zelfs een aparte Veiligheid is van iedereen De eerste prominent die Jaap Peters mag aankondigen, website: www.vrijwilligerswerk.nl. is Pieter van Vollenhoven, erevoorzitter van de LOPV. Hij is daarnaast misschien bekender als de man van en In Nederland zijn naar schatting ruim vooral als de vorige voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Hij stelt in een gepassioneerd betoog vijf miljoen vrijwilligers actief op alle dat veiligheid ooit de verantwoordelijkheid van de burgers zelf was, maar dat de overheid die taak heeft fronten, waaronder ook veiligheid. overgenomen. We zitten nu in een fase waarbij de burger weer het heft in eigen handen neemt. In de eerste vijftien minuten van een ramp of incident zijn zij degenen die hulp verlenen. De professionals komen pas later. Voor Intrinsieke motivatie hulpverleners die vanuit een organisatie werken zou De penningmeester van de Oranjevereniging in meer duidelijkheid moeten komen. Zorg dat je als Zwammerdam is een van de vijf miljoen vrijwilligers die organisatie beschrijft hoe je hulp gaat verlenen en tegen Nederland telt. Jaap Peters – over hem praten wij – is welke norm. Feitelijk zou per sector duidelijk moeten echter veel bekender als managementgoeroe. Zijn boek zijn, welke normen er bestaan. De intensieve mensenhouderij gaat over de onbegrijpelijke logica die managers erop na houden, om vervolgens Groot economisch belang beroepszeer te veroorzaken bij vakinhoudelijke Een heel andere spreker is Marius Ernsting voorzitter medewerkers op de werkvloer. Zijn persoonlijke motto van de Nederlandse Organisatie Vrijwilligerswerk, die luidt ‘van je werk je hobby maken’. In zijn inleiding bij ruim 300 organisaties verenigt. Hij spreekt over het het congres van Vrijwilligers in Veiligheid (VIV) sprak hij economische belang van vrijwilligers. Hij zegt dat dit over de intrinsieke motivatie van vrijwilligers. De niet in geld valt uit te drukken, maar doet daartoe vrijwilliger is iemand die passie krijgt wanneer er sprake vervolgens wel een poging. Met een eenvoudige is van chaos of van een crisis. Vakmanschap en trots zijn rekensom komt hij ongeveer op 550.000 fte’s aan op wat je doet staan daarbij voorop. Zelfsturing, het vrijwilligerswerk in Nederland. Hij schat dat op een intelligent kunnen weigeren, laat dan de mooiste waarde van circa twintig miljard euro. Hij voorspelt dat dingen gebeuren. de druk op de vrijwilliger gaat toenemen. Door het grotere beslag op de beroepsbevolking, komt minder De plaats van samenkomst op 17 maart is het nieuwe ruimte voor vrijwilligerswerk. De civil society staat naar theater LantarenVenster in Rotterdam. Aanwezig zijn zijn mening onder druk. Het is daarom nodig dat de vrijwilligers en bestuursleden van zeven vrijwilligers­ overheid de ernst van dit probleem onderkent en organisaties, die allen werken aan een veiliger bedrijven (en ook de overheid zelf ) in staat stelt om Nederland: Vereniging Brandweervrijwilligers, faciliteiten te bieden aan vrijwilligers werkzaam binnen Landelijke Organisatie van PolitieVrijwilligers (LOPV), hun organisatie. het Rode Kruis, de Koninklijke Nederlandse Reddings­ maatschappij, de Reddingsbrigade, het Oranje Kruis en Individualisme en saamhorigheid de Nationale Reserve. Sinds kort zijn zij verenigd in het De cultuurhistoricus Herman Pleij is een carrière als

54 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 Foto: Stefan Jacobs

cabaretier misgelopen. In zijn lange, maar continu voor de vrijwilliger dat hij of zij iets wil betekenen voor boeiende voordracht sleept hij de luisteraar mee in een de samenleving, wil deugen. Hoe liggen de verant­ historisch overzicht. Hij heeft het niet over het woordelijkheden vraagt Hol zich af. De vrijwilliger wil economische belang van de vrijwilliger. Integendeel de deugen en het is aan zijn organisatie om te zorgen voor vrijwilliger, de mens in het algemeen, wil graag goed dekking door opleidingen, begeleiding en verzekeringen. doen. Zich belangeloos inzetten voor de medemens Werkgevers, daarin valt hij Ernsting bij, zouden de geeft je een goed gevoel. In dat opzicht kun je zeggen vrijwilligers binnen hun bedrijf moeten faciliteren. dat hij of zij daar dus belang bij heeft. In Nederland En de overheid? De overheid moet vertrouwen op de bestaat al sinds de Middeleeuwen een hoog ontwikkeld deugdzame burger en ze verantwoordelijkheid geven. vrijwilligerswerk. Hoe komt dat toch dat in het Dicht niet alles af met regels, is zijn advies. individualistische Nederland de saamhorigheid toch zo sterk ontwikkeld is? Het heeft veel te maken met Waardering pragmatiek, het poldermodel. We moeten er samen uit Minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie mag zien te komen. Begrippen als door een deur kunnen, het congres afsluiten. Hij heeft een boodschap die erin of daar kan ik mee leven, zijn illustratief voor onze gaat als Gods woord in een ouderling. Zijn speech is een bereidheid tot compromissen. Door onze horizontale mengeling van enerzijds grote waardering voor het structuur kunnen veel mensen meedoen en bestaat er werk dat vrijwilligers doen en anderzijds een pakket aan in ons land een enorme ideeënrijkdom. De eigen­ maatregelen. Hij neemt zich o.a. voor om te zien hoe gereidheid, ingegeven door eigenbelang, wordt de aansprakelijkheid en risico’s van wat hij noemt de opgelost door de saamhorigheid. Samenvattend zegt spontane, ongeorganiseerde vrijwilliger is geregeld. hij dat belangeloze hulp niet bestaat, maar is dat erg? Voor de zomer zal de minister met een Actieprogramma ‘Burgers en bedrijven in veiligheid’ komen. De meeste Sociaal dier indruk maakt zijn voorstel aan de organisaties binnen Na de pauze volgt een aantal workshops, waarvoor ik de VIV om een landelijke vrijwilligersdag te organiseren. verwijs naar de website www.vivcongres.nl. Ton Hol, Guitig merkt hij op dat hij de bestuurders op de eerste hoogleraar Rechtsfilosofie, heeft het na de pauze over rij bij het idee ziet verbleken, maar hij adviseert hen om deugden en verantwoordelijkheden en niet over kosten het gewoon te doen. Hij wil daar wel zijn steentje aan en baten. Het gaat bij vrijwilligerswerk vaak over het bijdragen. Het blijkt later op Twitter, als dat al niet uit verlenen van zorg. De vraag is of er een zorgplicht het applaus bleek, dat zijn speech meer dan positief is bestaat. Die bestaat vooral in speciale afhankelijkheids- ontvangen. relaties, zoals die van ouders voor hun minderjarige kinderen. Er bestaat naar zijn mening geen echte De organisatie van dit vrijwilligerscongres kan juridische prikkel om te helpen. Het probleem van terugkijken op een geslaagde dag. Alle sprekers waren individualisme zou kunnen zijn dat het adagium luidt: van niveau en om met Humphrey Bogart in de film ieder voor zich en de overheid voor ons allen. Echter de Casablanca te spreken het is the beginning of a beautiful mens wil deugen en is een sociaal dier. Dat betekent friendship tussen de zeven organisaties.

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 55 Nico de Gouw, voormalig communicatieadviseur Nationaal Crisiscentrum NCC, zelfstandig consultant crisiscommunicatieadvies ([email protected]) Marita Vos en Pauliina Palttala, respectievelijk hoogleraar en onderzoeker, University of Jyväskylä, Organizational Communication and PR, Department of Communication, Faculty of Humanities, Nieuwe scorecard voor crisiscommunicatie

Voor crisiscommunicatie bestaat er nu een scorecard die overheden in Europa voortaan vrij kunnen gebruiken. Dit nieuwe instrument is ontwikkeld met EU-subsidie1 door een inter­ nationale groep onderzoekers. Het geeft een breed overzicht van prestatie-indicatoren voor hoe communicatie crisismanagement Finse delegaties is informatie en praktijkervaring kan ondersteunen. De Engelstalige versie is met behulp van uitgewisseld. De leider van het consortium is Marita Vos, online software direct beschikbaar en gemeenten, veiligheids­ hoogleraar aan de Universiteit van Jyväskylä in Finland regio’s, ministeries en andere hulp­verlenings­organisatie kunnen en afkomstig uit Nederland. Naast internationale experts het instrument voor de eigen situatie aanpassen. was ook de Finse overheid met diverse niveaus en autoriteiten betrokken in de begeleidingscommissie. De scorecard is gebaseerd op literatuuronderzoek naar Het instrument bestaande inzichten en aanvullend empirisch onderzoek De scorecard geeft een omvattend beeld van wat waaronder een online enquête onder experts, interviews communicatie kan doen om crisismanagement te en focusgroepen. Ook is de scorecard getest in de ondersteunen. Daarmee wordt het belang van praktijk. De wetenschappelijke onderbouwing wordt in communicatie onderstreept op strategisch, artikelen verantwoord en verschijnt naar verwachting in organisatorisch en operationeel niveau (zie overzicht). Journal of Contingencies and Crisis Management. Er is onder De prestatie-indicatoren worden geëvalueerd met meer gebruik gemaakt van ’best practices’ in crisis­ behulp van schaalvragen. Zo worden verbeterpunten communicatie, met die aantekening dat dit geen regels opgespoord. De online software levert een rapport voor kan leveren die alom toepasbaar zijn maar veeleer nadere bespreking en analyse. Een kleurencode geeft inzicht in achterliggende processen en kwaliteitscriteria. aan welke punten hoog of laag scoren, terwijl een uitroepteken wijst op sterk uiteenlopende meningen Een belangrijk kwaliteitscriterium is de oriëntatie op de die in de nabespreking aan de orde moeten komen. zeer diverse publiekgroepen die heel verschillende Het instrument is op drie manieren te gebruiken: risicoperceptie en mediagebruik hebben. Dit vereist een • een overheidsorganisatie kan ermee doorlichten of constant monitoren om te volgen hoe publiekgroepen het – wat de communicatie betreft – voldoende is reageren op informatie en welke informatie zij nodig voorbereid op een crisissituatie; hebben. Crisiscommunicatie wordt gezien als een • het levert heldere criteria om een oefening gericht op coproductie met het publiek. De scorecard kent veel communicatie te evalueren; waarde toe aan samenwerking binnen het netwerk van • het instrument kan, nadat een crisissituatie zich heeft hulpverlenende organisaties. Dit geldt ook voor voorgedaan, helpen om lessen te trekken uit de aanpak communicatie. In veel landen worden bevoegdheden van de communicatie. weliswaar verdeeld maar is er weinig sprake van afstemming van de communicatie. Dat veroorzaakt Het onderzoek fragmentatie en een onduidelijk beeld bij de bevolking. Het consortium dat dit onderzoek uitvoerde bestaat uit Naast instructieve communicatie is ook steeds teams van Finland, Noorwegen, Israel en Estland2. Zij empathische communicatie en duiding nodig. Bestuurders hebben zich ook laten inspireren door hoe in Nederland hebben een belangrijke taak om betekenis te geven aan crisiscommunicatie wordt aangepakt. In werkbezoeken het gebeurde en verantwoording af te leggen over de rol van het NCC-cluster Risico- en Crisiscommunicatie en van de overheid.

1 Dit onderzoeksproject ‘Developing a crisis communication scorecard’ kreeg financiële steun als onderdeel van het European Community’s Seventh Framework programme (FP7/2007-2013) onder nr. 217889. 2 University of Jyväskylä, Finland; Norwegian University of Science and Technology; Ben Gurion University of the Negev, Israel; University of Tartu, Estonia; and Emergency Services College, Finland.

56 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 De inhoud bereiding voor crisiscommunicatie door te lichten, De scorecard bestaat uit drie onderdelen voor vult het eerste gedeelte in. Om een oefening gericht te verschillende fasen van crisismanagement. In de evalueren wordt dat gedeelte van de scorecard gebruikt voorbereidingsfase ligt de nadruk op voldoende in dat over de oefening gaat. Om achteraf lessen te trekken communicatie opgeleid personeel; dat is in veel EU-landen uit de communicatie bij een crisissituatie, kunnen alle nog geen gemeengoed. In de responsfase is het fasen stap voor stap worden geanalyseerd. De methode voortdurend communiceren met de publiekgroepen van de scorecard kan worden aangepast aan de locale van belang. In de sociale media is het volgen van wat situatie. gebeurt niet genoeg maar is naast monitoren actief De online vragenlijst is vrij beschikbaar en de tekst kan deelnemen in de communicatie van belang. In de nazorg desgewenst ook worden gedownload, vertaald en gaat het vooral over participatie bij de wederopbouw toegesneden op de eigen situatie. Crises hebben veel en het leren van lessen. Het coördineren van dergelijke impact op de samenleving en communicatie kan processen is niet eenvoudig, zoals bij voorbeeld bijdragen aan een sterke coproductie van bevolking en regelmatig blijkt bij internationale rampen waarin er hulpverlenende instanties. De onderzoeksgroep hoopt veel actoren met verschillende belangen zijn. met deze scorecard veel bestuurders en professionals in De scorecard benoemt drie clusters: direct of indirect crisismanagementorganisaties te inspireren met nieuwe betrokken bevolkingsgroepen, de media en de interne vormen om de communicatie in crisissituaties verder te samenwerking in het netwerk van bij crisismanagement verbeteren. De scorecard is te vinden op betrokken organisaties. In totaal worden 5 crisisfasen www.crisiscommunication.fi. Het materiaal is vrij te onderscheiden met 25 communicatietaken, die door gebruiken met het verzoek feedback en gebruiks­ 63 prestatie-indicatoren worden gemeten. Wie de ervaringen te laten weten aan de onderzoekers vragenlijst online of in print gebruikt om de voor­ ([email protected]).

Elementen crisiscommunicatie-scorecard

Beleidsniveaus Communicatietaken

Strategisch - Ontwikkelen van communicatiestrategieën voor coproductie met burgers - Scenariospecifieke strategieën bv. bij pandemie of terrorisme - Onderzoeken van risicoperceptie en mediagebruik - Planning voor communicatie in het (internationale) hulpverleningsnetwerk

Organisatorisch - Infrastructuur zoals crisis websites, callcenters, multiplatform sociale media - Training en procedures voor 24-uurs web- en mediaservices - Uitlijnen van communicatie en crisis management procedures - Voorbereide onderdelen voor aan te passen snel inzetbare communicatiemiddelen

Operationeel - Continu monitoren van publieksreacties en (sociale) media - Initiëren van communicatie met publiekgroepen en media - Afstemming strategie in het netwerk van hulpverleningsinstanties

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 57 Freya Newton, adviseur Beleid en Onderzoek VDMMP Roy Johannink, senior adviseur Beleid en Onderzoek VDMMP Zelfredzaamheid bij rampen en crises Op weg naar een ondersteunende overheid

Moet de overheid middelen blijven inzetten om zelfredzame initiatieven door burgers bij rampen en crises te stimuleren, of kan de overheid deze taak beter bij burgers en bedrijven beleggen? Onderzoek laat zien dat burgerinitiatieven beter beklijven dan overheidsacties. Als het aan de auteurs ligt, stimuleert de overheid zelfredzaamheid bij rampen en crises door een ondersteunende rol in te nemen. Alleen dan is overheidssturing complementair aan de effectiviteit van burgerinitiatieven.

Stimulerende rol van de overheid en reële verwachtingen van de overheid. de bevorderende factoren het volgende: Ondanks het feit dat zelfredzaamheid bij Als de overheid het noodzakelijk acht om hulpdiensten geven campingeigenaren de crises al bestaat, meent de overheid dat zelfredzaamheid te stimuleren, blijkt het mogelijkheid – en vrijheid – om samen met versterking en stimulering hiervan wenselijk innemen van een ondersteunende rol het professionele hulp situatiegerichte evacuatie­ is. Waarom eigenlijk? Belangrijk punt lijkt meest effectief. Dit betekent een (lokale) plannen te ontwikkelen. Dit draagt bij aan te zijn dat de overheid samen met burgers overheid die serieus reageert op initiatieven de kennis van handelingsperspectieven, meer capaciteit heeft om ernstige gevolgen van burgers en investeert in contextgerichte maar ook aan zowel een reële verwachting van crises te beperken. Maar dient de instrumenten. Denk bijvoorbeeld aan van de overheid als het verantwoordelijk- overheid wel een initiërende rol in te nemen kleinschalige rampoefeningen met burgers heidsgevoel van burgers. Immers wanneer om zelfredzaamheid bij crises te versterken? en voorlichting op scholen. Een dominante hulpdiensten niet tijdig ter plaatse zijn, kan Of is een ondersteunende rol wellicht of afwezige overheid in geval van sociale een campingeigenaar met de juiste effectiever? Recent onderzoek1 laat zien dat zelfredzaamheid zorgt voor een afname van ondersteuning, burgers bij een bosbrand burgerinitiatieven in het geval van sociale zelfredzame initiatieven evenals een afname waarschuwen en via de juiste route laten zelfredzaamheid beter beklijven. Wat in de effectiviteit ervan. Burgers worden evacueren. Dit is alleen mogelijk als de betekent deze conclusie voor de manier ontmoedigd doordat de dominante overheid eigenaar zich bewust is van de (beginnende) waarop de overheid zelfredzaamheid bij hun verantwoordelijkheid ongevraagd van dreiging, weet hoe te handelen en niet altijd rampen en crises dient te stimuleren? ze afneemt. Of doordat de afwezige overheid uitgaat van direct parate hulpdiensten. burgers niet serieus neemt en ze niet de Ondersteunende rol van de overheid nodige financiële en organisatorische steun Kortom: een ondersteunende overheid Op basis van ervaringen met sociale biedt. beperkt de impact van bosbranden door het zelfredzaamheid is gebleken dat specifieke beste uit zowel professionele hulpverlening bevorderende factoren de effectiviteit van Een ideale uitwerking als uit burgerinitiatieven te halen. We wachten beleidsinstrumenten beïnvloeden. De meest Passen we deze ondersteunende rol van de af welke rol de overheid zich in 2011 gaat bevorderende factoren zijn: bewustzijn van overheid concreet toe op bos- en duin­ aanmeten. Als het aan ons ligt, weten wij risico’s, kennis van handelingsperspectieven branden, dan betekent dit redenerend vanuit het wel.

1 F. Newton, Zelfredzaamheid bij rampen en crises: stimulerende beleidsinstrumenten van de overheid, augustus 2010. Het rapport is beschikbaar via www.smvp.nl/files/zelfredzaamheid.pdf.

58 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 Astrid Scholtens, hoofd onderzoek Crisislab Jelle Groenendaal, onderzoeker Crisislab

Na de Poldercrash van 25 februari 2009 is er door verschillende instanties onderzoek gedaan naar het functioneren van de professionele hulpverleningsdiensten. Nu is er ook een onderzoek verschenen naar de essentiële bijdrage van burgers tijdens die crash. De Poldercrash: burgers aan het woord

Ruim twee jaar gelden, op 25 februari 2009, toestel namen bij voorbeeld foto’s of belden crashte tijdens de landing een passagiers- met familie. Net als bij de ontvluchting lijkt vliegtuig van Turkish Airlines in een akker de analyse dat passagiers vooral diegenen vlak voor de Polderbaan van Schiphol. Vier hebben geholpen waarvan de noodzaak tot passagiers en vijf bemanningsleden van de hulp voor hen direct zichtbaar was, bij 135 inzittenden overleefden het ongeval niet. voorbeeld omdat zij direct geconfronteerd Het net verschenen onderzoek van Crisislab worden met een gewonde of beknelde in opdracht van de veiligheidsregio’s medepassagier. Kennemerland en Amsterdam-Amstelland Ook wordt uitgebreid stilgestaan bij het feit beschrijft het handelen van zelfredzame dat een 25-tal behulpzame omstanders niet passagiers en omstanders in detail. buitengewoon veel lijkt wanneer dit wordt vergeleken met de literatuur waarin massale De grote lijn is dat nog voor de professionele redzaamheid wordt besproken. Het is echter hulverleners ter plaatse waren het merendeel misschien geen toeval dat er ook geen van de soms zwaargewonde passagiers, behoefte was aan meer redzame zelfstandig het vliegtuig had verlaten. Hun omstanders. belangrijkste drijfveer was angst voor een mogelijke explosie of branduitbraak. Soms In het onderzoek zijn ook de eerst werden zij daarbij ondersteund door aankomende professionele hulpverleners behulpzame medepassagiers of omstanders bevraagd over hun interactie met (zelf ) die vanaf de snelweg de akker in zijn gerend. redzame passagiers en omstanders. Hier valt Ook verschillende beknelde passagiers het grote verschil in waardering op tussen werden door medepassagiers en omstanders zwaar­gewonde passagiers die op de akker individuele hulpverleners: sommige bevrijd en uit het vliegtuig gehaald. lagen maar niet vervoerd konden worden, hulpverleners hebben met grote waardering Uiteindelijk waren slechts zes nog in leven werden door ongeveer 25 behulpzame intensief samengewerkt met omstanders, de zijnde passagiers niet zonder professioneel omstanders, in afwachting van de meeste hulpverleners hebben echter geen gereedschap te bevrijden en moesten deze professionele hulpverleners, met dekens burgers bewust waargenomen, niet met hen daarom noodgedwongen wachten op de en jassen toegedekt, gerustgesteld en bij samengewerkt en ook weinig vertrouwen in komst van de professionele hulpverleners. bewustzijn gehouden. een succesvolle samenwerking.

De meeste passagiers verlieten vervolgens In het onderzoek is met vele passagiers en De onderzoeksrapportage is vooral ook een – elkaar ondersteunend en soms gedragen omstanders gesproken over hun handelingen indrukwekkend boek vanwege de vele citaten door omstanders op vliegtuigonderdelen – en hun beweegredenen ervoor. Zo wordt bij van passagiers, omstanders en professionele nog voor de komst van de professionele voorbeeld ingegaan op het opvallende feit hulpverleners die een uniek inzicht bieden hulpverleners de kleiachtige akker. Ze dat slechts een klein aantal passagiers die in hun ervaringen tijdens de Poldercrash. verzamelden zich in een nabijgelegen veilig uit het wrak ontsnapten zich eenmaal loods van een boerderijencomplex die buiten nog bekommerden om hun mede­­ Het boek (Zelf )redzaamheid tijdens de Poldercrash werd open­gesteld door de eigenaresse. De passagiers. De meeste passagiers buiten het is bij Boom Lemma Uitgevers te bestellen.

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 59 Nelleke Weeda-de Jong, adviseur communicatie Turnaround Communicatie Martin Bobeldijk, directeur Turnaround Communicatie Passie voor veiligheid: “We moeten ‘yes we can’ ombouwen naar ‘yes we do’

Geld, macht en structuren. Het lijkt alsof discussies in de veiligheidssector alleen nog daar over gaan. Maar er is meer. Waar blijft de passie? We doen het toch voor de burger, voor een veilig Nederland! Tijdens het motivatiecongres ‘Terug naar de passie’ van Turnaround Communicatie werd het thema passie vanuit diverse aanstekelijke invalshoeken belicht. “Passie is lijden, mag het je wat kosten om iets te bereiken?” “Leef je passie en inspireer daarmee de mensen om je heen.” “Passie en verlangen brengen mensen in beweging.” “Maak van passie geen management-rimram.” “Liever minder pretenties en meer passie.”

Wat is passie? “Passie heeft alles te maken organisatie moet wel gemanaged worden.” TU in Delft, vraagt zich in het kader van met inspiratie”, aldus motivator Tom Kok “En óók managers zijn gepassioneerd”, vult risicocommunicatie hardop af waarom het die de dag opent. “Passie is dat wat je gaande Sebastian Reyn, senior adviseur Kennis en besluit om in Duitsland enkele kerncentrales houdt als alles stilvalt. Passie zorgt ervoor Strategie van het ministerie van Defensie te heropenen wordt teruggedraaid als Japan dat je dingen doet die je niet voor mogelijk aan. Kolonel Bas van Hoofd, commandant wordt getroffen door een tsunami. “Óf we hield.” Talentscout Siebe Slagter sluit daar RMC West, geeft daarbij het voorbeeld van vinden de kans dat er iets misgaat met naadloos op aan: “Passie is verlangen en de gevangengenomen militairen in Libië. kerncentrales een aanvaardbaar risico óf brengt je in beweging. We moeten ‘yes we “Vergeet niet dat ook zij én hun niet. Maar dan hadden we er so wie so niet can’ ombouwen naar ‘yes we do’.” commandanten de opdracht met passie aan moeten beginnen. Door eigen besluiten hebben uitgevoerd.” telkens te herzien, creëert de overheid haar “Passie in de uitvoering is dodelijk” eigen ongeloofwaardigheid.” Tijdens het congres reageert tweemaal een “Ieder zijn eigen Moerdijkje” panel van veiligheidsprofessionals op de Een veelbesproken onderwerp tijdens het “Passie is lef!” sprekers. Jankees Trimpe Burger, directeur congres is de ramp in Japan. Regelmatig Gedurende de dag schreven de deelnemers Kustwacht, prikkelt het publiek: “Passie voor wordt de link gelegd naar Nederland, zoals aan het congres hun passiepunten en een onderwerp is uitstekend, maar passie in door lector crisisbeheersing Menno van drijfveren op. Deze werden als afsluiting de uitvoering is dodelijk. Een brandweerman Duin: “Nederland heeft, had en houdt een overhandigd aan Menno van Duin, lector moet niet zo gepassioneerd staan blussen dat chronisch gebrek aan rampen en crises. Crisisbeheersing en beïnvloeder van het hij zijn omgeving vergeet. En een politieman Waar wij tot nu toe ervaring mee hebben veiligheidsveld. “Passie is lef! Risico’s die een ontzettend gepassioneerde opgedaan zijn een paar rimpelingen in de nemen! Daar danken we onze welvaart aan. arrestatie verricht; dat komt ook niet goed…” samenleving.” Maarten Dewachter, Maar passie gaat dieper, heeft een basis. Winrie de Boer, directeur Veiligheidsberaad, coördinerend gemeentesecretaris Midden- Bedenk daarom voor jezelf wat belangrijke stelt dat passie leuk en aardig is, maar dat er en West-Brabant, geeft dan ook met een waarden in het leven zijn; waarden waarop ook een zakelijk benadering nodig is. “Met kwinkslag aan dat iedere veiligheidsregio zo je terug wilt kunnen vallen en die je blijvend alléén passie komen we er niet. We hebben zijn eigen ‘Moerdijkje’ nodig heeft om te motiveren.” nu eenmaal ook met structuren te maken.” kunnen verbeteren. Ben Ale, hoogleraar Een uitgebreid verslag van het congres vindt Henk Geveke, directeur TNO, valt bij: “Een Veiligheid en Rampenbestrijding aan de u op www.terugnaardepassie.nl

60 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 Rampenoefeningen en onderwijs onder één dak NFI Field Lab geopend

Op 18 maart is het NFI Field Lab officieel geopend door Erik Akerboom, Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Tjark Tjin-A-Tsoi, algemeen directeur van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI).

Multidisciplinair oefenen In het NFI Field Lab kunnen alle partijen uit de veiligheidsketen onder gesimuleerde, maar realistische condities multidisciplinair oefenen met het veiligstellen van sporen op

een complexe plaats delict (PD). Dit draagt Foto: NFI bij aan een hoger oplossingspercentage en meer efficiency door gebruik van state-of- the-art technologie en door training. Zo is het werk van de ander te verstoren en ontwikkelen, te testen en er onder gecon- het bijvoorbeeld mogelijk nucleaire, daarmee sporen te vernietigen. Om kennis troleerde omstandigheden mee te trainen.” biologische en terroristische aanslagen na en ervaring op te doen in samenwerking te bootsen in het NFI Field Lab, met als doel met andere disciplines moeten technisch De NFI Academy verzorgt in het Field Lab optimale voorbereiding op een incident rechercheurs en forensisch onderzoekers trainingen en cursussen op drie aspecten: waarbij chemische, biologische, radioactieve kunnen oefenen. In een zo realistisch 1 forensische kennis en methoden voor en nucleaire (CBRN-) middelen betrokken zijn. mogelijke omgeving. Een behoefte waarin politie, rechters en officieren van justitie; dit Field Lab als geen ander voorziet,” zo 2 oefeningen en trainingen voor forensisch ‘Forensic awareness’ sprak Akerboom tijdens de opening. onderzoek en forensisch bewust De afgelopen decennia zijn de technologische handelen op de PD (met name voor mogelijkheden voor analytisch forensisch Forensische keten versterken ketenpartners als inspectiediensten, onderzoek sterk toegenomen. De sporen Technisch onderzoek speelt een steeds ambulancepersoneel en douane); die kunnen worden onderzocht, zijn steeds grotere en belangrijke rol in opsporings­ 3 maatwerk voor internationale projecten kleiner en diverser geworden en zijn vaak onderzoek en rechtszaken. Met het en forensische consultancy. met het blote oog niet zichtbaar. Hierdoor aanbieden van het NFI Field Lab als oefen- Het NFI Field Lab heeft een oppervlakte van is het vinden en veiligstellen van relevante en opleidingsfaciliteit wil het NFI diensten 800 m2 en ligt naast het huidige gebouw sporen ook complexer geworden. Het verlenen die de forensische keten verder van het NFI. De ruimte is uitgerust met efficiënt en effectief behandelen van een versterken. Tjin-A-Tsoi lichtte dit als volgt de modernste technieken voor multi­ complexe plaats delict is essentieel voor toe: “Door spectaculaire innovaties kan disciplinaire oefeningen en opleidingen. de betrouwbaarheid van het forensisch steeds meer opsporingsinformatie worden “De strafrechtsketen zou zichzelf meer laboratoriumonderzoek dat meestal later verkregen uit steeds kleinere en diversere moeten gaan zien als een technologie- volgt. sporen. Dit creëert echter twee knelpunten: intensieve sector. Het is daarom belangrijk hoe vind je zulke kleine sporen op de plaats om de keten constant te informeren over de “Forensic awareness is van cruciaal belang delict en hoe leg je al die complexe techniek technologische mogelijkheden en hen waar bij CBRN-incidenten, met name bij complexe uit aan leken? Juist daarom heeft het NFI de nodig te begeleiden bij de inzet daarvan,” incidenten. Complexe PD’s vragen om goede NFI Academy en het NFI Field Lab opgezet. aldus Tjin-A-Tsoi. coördinatie en afstemming. Iedere expert Dit maakt het voor het eerst mogelijk gericht moet zijn werk kunnen doen zonder daarbij nieuwe technologie voor de PD te (bron: Nieuwsbericht NFI, 18 maart 2011)

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 61 Gereviseerd Handboek Bijstand aangeboden aan Erik Akerboom

Driebergen het geheel gereviseerde Handboek Bijstand aangeboden aan de kwartiermaker integratie Nationale Veiligheid en NCTb Erik Akerboom. Het Handboek is aangepast aan de Wet op de Veiligheidsregio’s en de nieuwe departementale indeling. De eerste twee delen waren in 2009 al eens beschreven. Nu is er een derde deel dat de Inkomende Buitenlandse Bijstand beschrijft. Een vierde deel over de bijstand in en aan het Caribisch deel van het Koninkrijk is in ontwikkeling. De hand­ boeken zijn ook vertaald in het Frans, Duits en Engels en worden in Europees verband als voorbeeld modellen in diverse landen gebruikt. De handboeken zijn digitaal verkrijgbaar via www.hetlocc.nl. Op 23 februari heeft Patrick Voss, hoofd van het Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum (LOCC) in (bron: persbericht LOCC)

Taken brandweer van gemeenten naar veiligheidsregio’s

Er komt een einde aan de mogelijkheid van gerelateerde taken naar het regionale brandweerexamens (Nbbe), de Landelijke gemeenten om een aantal brandweertaken niveau van de veiligheidsregio getild en Faciliteit Rampenbestrijding (LFR) en de in gemeentelijk verband uit te voeren. De komt er een einde aan de gemeentelijke LMD-Brandweer worden gedaan, gaan op in ministerraad heeft daarmee ingestemd op brandweer. een nieuwe organisatie: het Instituut voorstel van minister Opstelten. Met deze Daarnaast komt er één organisatie die de Fysieke Veiligheid (IFV). Het wetsvoorstel is wetswijziging geeft het kabinet uitvoering krachten bundelt op het terrein van de voor advies aan de Raad van State gezonden. aan de motie Hennis-Plasschaert om over te fysieke veiligheid in Nederland. De taken gaan tot regionalisering van de brandweer. die nu door het Nederlands instituut fysieke (Bron: persbericht ministerie van Veiligheid en Met dit voorstel worden alle brandweer­ veiligheid (Nifv), het Nederlands Bureau Justitie, 18 maart 2011)

Rob-advies Veiligheid en Vertrouwen

drs. M.M.S. (Michael) Mekel, Raad voor het openbaar in zijn advies ‘Veiligheid en adviseur Raad voor het openbaar bestuur vertrouwen. Kernen van een democratische rechtsstaat’ ([email protected]) dat in januari 2011 is aangeboden aan minister Opstelten. Naast het advies bracht de Raad een essaybundel uit. De verantwoordelijkheidsverdeling tussen burgers, In deze bundel, die gaat over de rol van burgers en de bedrijven en overheid als het gaat om veiligheid in de verwachtingen die zij hebben van de overheid op samenleving is onduidelijk. Burgers kunnen veel meer veiligheidsgebied, gaat Hans Boutellier in op de dan tot nu toe betrokken worden bij de veiligheids­ verschillende rollen van de burger. Peter Lankhorst en aanpak. De minister van Veiligheid en Justitie zou het Auke van Dijk schetsen de contouren van de organisatie initiatief moeten nemen voor een betekenisvolle van veiligheid in de buurt. De rol van de burgemeester discussie hierover. Daarnaast dienen politiek en bestuur komt aan bod in de bijdrage van Arno Korsten, met het goede voorbeeld te geven door moreel leiderschap. medewerking van de burgemeesters Don Bijl en Harde maatregelen alleen en het steeds benadrukken Frank Kerckhaert. Ira Helsoot, Roel Pieterman en Jaap van onveiligheid zijn niet productief. Dat schrijft de Hanekamp ten slotte gaan in op het fenomeen risico’s.

62 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 Colofon

Redactieadres Magazine nationale veiligheid Aan dit nummer werkten mee: Fotografie en crisisbeheersing Ben Ale, Annette Beerepoot, ANP, EU, Hollandse Hoogte, Huis van Ministerie van Veiligheid en Justitie Martin Bobeldijk, Kevin Blokland, Verhalen, Stefan Jacobs, Arie Kievit, LFTO, Postbus 20301 Marc Bökkerink, Andries Boneschansker, LOCC, Ministerie van Veiligheid en Justitie, 2500 EH Den Haag Mark Bovens, Hans te Brake, NFI, Frans Vega/KLPD E-mail: [email protected] Mathilda Buijtendijk, Aad Correljé, Chris Dekkers, Margreeth van Dorssen, IIlustraties Redactie Michel Dückers, Menno van Duin, Impact, Ministerie van Veiligheid en Redactiecommissie: Ruth Clabbers, Marcel van Eck, Twan Erkens, Justitie, NCTb, TDC Lighthouse, TU Delft/ Marije Breedveld, Donna Landa, Pamela van Erve, Jean Fransman, TBM, Turnaround, WorldPress David van Veenendaal, Georg Frerks, Hans de Goeij, Nico de Gouw, Lodewijk vanw Wendel de Joode en André Griffioen, Jelle Groenendaal, Cartoons Geert Wismans (samenstelling en Erwin de Hamer, Ira Helsloot, Arend van Dam eindredactie) Maarten Hoejenbos, Ton Hol, Ellen Jagtman, Redactiesecretariaat: Nalini Bihari Rob Jastrzebski, Roy Johannink, Vormgeving (070-426 53 00) Wouter Jong, Esther de Kleuver, Grafisch Buro van Erkelens, Den Haag Raymond Kleijmeer, Jan Kortekaas, Redactieraad Siebe Kramer, Koos Kranenburg, Productiebegeleiding Prof. dr. Ben Ale (Technische Universiteit Neelie Kroes, Martin Lamboo, Nils Ligthart, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Delft) Eric Luiijf, Noortje van Maanen, Koninkrijksrelaties Dr. Arjen Boin (Universiteit Utrecht) Michael Mekel, Erwin Muller, Josée Netten, Directie Communicatie en Informatie / Mr. dr. Ernst Brainich Freya Newton, Inge Oevering, Ivo Opstelten, Grafische en Multimediale Diensten Prof. dr. Adelbert Bronckhorst (TNO/VU Ragna Opten, Manon Ostendorf, Amsterdam) Pauliina Palttala, Bart Pegge, Sylvia Roelofs, Druk Dr. Menno van Duin (Nederlands Instituut Magda Rooze, Astrid Scholtens, Ina Strating, OBT bv, Den Haag Fysieke Veiligheid) Leon Strous, Petra Timmers, Roos Toxopeus, Prof. dr. Georg Frerks (Universiteit Marita Vos, Nelleke Weeda-de Jong, © Auteursrecht voorbehouden. Wageningen) Yvanka Weerens ISSN 1875-7561 Prof. dr. Bob de Graaff (Nederlandse Defensie Academie) Prof. dr. Ira Helsloot (Vrije Universiteit Amsterdam) Prof. dr. Erwin Muller (Universiteit Leiden) Dr. Astrid Scholtens (Crisislab) Prof. dr. Erwin Seydel (Universiteit Twente) Prof. dr. Rob de Wijk (The Hague Centre for Strategic Studies)

Voor een gratis abonnement mail: [email protected].

Het magazine is te downloaden via www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/crisis-en-nationale-veiligheid.

Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011 63 Vier vragen aan:

jaargang 9 | nummer 2 | maart/april 2011 Uri Rosenthal, Magazine Neelieminister Kroes, van Buitenlandse Zaken Vice-voorzitter van de Europese Commissie en Commissaris voor de Digitale Agenda nationale veiligheid en crisisbeheersing Cyber security is een actueel thema in veel en momenteel implementeert. Het doel is Cecilia Malmström voor Binnenlandse Europese landen. Duitsland, Frankrijk en Europa te beschermen tegen grootschalige Zaken die verantwoordelijk is voor het Nederland hebben hiervoor bijna gelijktijdig cyberaanvallen en -storingen door verhoging beleid inzake cyber security. De ambities van minister Opstelten een strategie ingevoerd, vaak compleet met van het beveiligingsniveau van de De cascade van rampspoed in Japan speciale centra voor cyber security. communicatie-infrastructuren in Europa.” Zoals aangekondigd in de Digitale Agenda Thema: Nafase - de crisis na de crisis Welke maatregelen neemt u in het kader van voor Europa werk ik aan de oprichting van de Digitale Agenda voor Europa en welke Ook andere internationale organisaties werken een Computer Emergency Response Team EU Commissaris Neelie Kroes over cybersecurity strategie volgt Europa op dit gebied? aan cyber security. In hoeverre bent u betrokken voor de EU-instellingen. Dit is bevorderlijk “De Europese Commissie is verheugd over bij dit soort activiteiten? voor de samenwerking tussen en het treffen het feit dat er in alle lidstaten inmiddels “Cyber security is een mondiaal thema en van goede beveiligingsmaatregelen binnen strategieën en organisaties voor cyber daarom kent de Commissie prioriteit toe de instellingen. Ik werk hierbij samen met security bestaan. De Digitale Agenda voor aan het stimuleren van de multilaterale Vice-voorzitter Maroš Šefčovič die belast is Europa bevat een hoofdstuk over online discussie met de relevante internationale met Institutionele Relaties.” veiligheid en vertrouwen en schetst de organisaties. We werken hierbij samen met noodzaak van maatregelen op het gebied EU-lidstaten en onze internationale partners Het Nederlandse beleid voor cyber security is van cyber security en cybercriminaliteit in allerlei fora, zoals de G8, de Organisatie vooral gebaseerd op publiekprivate samen­ waarbij de privacy en met name onze voor Economische Samenwerking en werking. Denkt u dat dit de integrale aanpak kinderen online beschermd worden. In dit Ontwikkeling (OESO), Meridian, het Internet ten goede komt of juist kwetsbaarder maakt? hoofdstuk worden veertien maatregelen Governance Forum en de International “Ik ben heel enthousiast over het grote omschreven ter verbetering van de Telecommunication Union. Parallel aan onze belang dat gehecht wordt aan publiek­ capaciteiten van Europa op het gebied van multilaterale gesprekken werken we ook private samenwerking binnen de preventie, opsporing en bestrijding aan strategische bilaterale samenwerking, Nederlandse strategie voor cyber security. wanneer de cyberveiligheid in het geding is. bij voorbeeld met de Verenigde Staten Ik ben er absoluut van overtuigd dat Deze maatregelen zijn met name gericht op hetgeen bekrachtigd werd tijdens de top belanghebbenden uit zowel de publieke het bestrijden van cybercriminaliteit en tussen de VS en en de Europese Unie van als de private sector moeten samenwerken samenwerking tussen zowel de lidstaten november jl.” om de risico’s voor de veiligheid effectief onderling als op mondiaal niveau. Zo zijn te kunnen aanpakken en terugdringen. er Computer Emergency Response Teams Kenmerkend voor cyber security is vooral dat De publieke autoriteiten moeten natuurlijk (CERTs) ) in het leven geroepen en wordt de het verschillende beleidsterreinen raakt. een hoog niveau aan cyber security dialoog tussen alle betrokkenen – uit zowel Hoe werkt u op dit dossier samen met uw waarborgen, maar het grootste deel van de de publieke als de private sector – bevorderd collega’s binnen de Europese Commissie? vitale ICT-infrastructuren is in handen van en worden er maatregelen genomen ter “Cyber security is inderdaad een zaak die of valt onder het toezicht van de private vergroting van de bewustwording.” ons allemaal aangaat, dus samenwerking sector. Het is dus een gezamenlijke tussen alle sectoren is cruciaal. Ik geef verantwoordelijkheid. Volledige participatie Met dit alles wordt voortgebouwd op de leiding aan de activiteiten van de Commissie in de vorm van publiekprivate partner- maatregelen die de Commissie in haar op het gebied van cyber security en werk schappen is dan ook onmisbaar.” Mededeling betreffende bescherming van vitale daarbij nauw samen met de andere informatie-infrastructuur heeft aangekondigd Commissarissen, vooral met Commissaris

64 Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing maart/april 2011