Succulenta 2005.Pdf

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Succulenta 2005.Pdf REDACTIONEEL Henk Viscaal Aan mij de taak om dit eerste nummer van het nieuwe jaar te openen met een redacti- oneeltje. Op zich is dit een prachtige gelegenheid om terug te blikken op het afgelopen jaar, of om een lijst met goede voornemens op te stellen. Nu vind ik terugblikken een moeilijke zaak omdat, volgens het gezegde, gedane zaken geen keer nemen, of omdat je dan toch, naast een hoeveelheid hoogtepunten, akelig met een aantal tekortkomingen van jezelf geconfronteerd wordt. Toch wil ik met betrekking tot ons tijdschrift heel even stil staan bij het afgelopen jaar. Als eerste denk ik dan aan de mederedacteuren die veel tijd en energie, naast hun gewo- ne baan, in de realisering van ons tijdschrift steken. Naast een groot aantal correcties die zij regelmatig uitvoeren, zorgen zij er ook voor dat regelmatig een aantal artikelen van hun hand verschijnt. Daarnaast moet ik zeker vermelden dat er, ook afgelopen jaar, weer een aantal schrijvers trouw hun artikelen met illustratiemateriaal aanleveren. En laat ik vooral onze redactie secretaresse niet vergeten. Zonder haar was het werken voor het tijdschrift aanmerkelijk zwaarder. Zij zorgt namelijk dat de radertjes, die bij de realisatie van ons tijdschrift nodig zijn, goed gesmeerd blijven en de redacteuren hun werk iedere keer weer op tijd gereed hebben. Het gestaag groeiende aantal schrijvers maakt dat een grote verscheidenheid in arti- kelen gewaarborgd is, zodat het niet steeds weer dezelfde auteurs zijn die het tijdschrift vullen. Genoeg over wat was; blik vooruit. Regelmatig schaf ik mij tijdschriften en boeken met betrekking tot kleurgebruik aan. Een lastige materie waar je niet op uitgeleerd, uitge- praat, of uitgeoefend raakt. De meeste artikelen beginnen zeer vaak met de hoopgevende opmerking dat een kleur, zoals we die in ons tijdschrift gebruiken, altijd een benadering zal zijn en nooit de juiste kleur zoals die op een foto, of op een dia, of in de werkelijkheid voorkomt. Ook de digitale fotografie levert zo zijn problemen op omdat iedere camera weer een andere instelling heeft. Denk maar eens aan de winkel waar een hele wand gevuld is met tv-toe- stellen. Iedere beeldbuis geeft net weer een iets ander beeld dan het toestel dat er naast staat. Dit omdat ieder toestel een net iets andere instelling heeft. Zo is het ook met de analoge en digitale fotografie. Bij de analoge fotografie kiezen we toch voor een bepaald merk film omdat de kleur dan beter uitkomt. Digitaal is het niet anders. Nu is het vaak zo dat het prijskaartje de mogelijk- en onmogelijkheden bepaalt, dus ook het resultaat.. Maar zolang hier geen uniforme afspraken komen, met betrekking tot gelijkluidende instellingen, zal ook deze vorm van fotografie zijn problemen opleveren. Steeds meer beeldmateriaal wordt bij de redactie digitaal aangeleverd. Dit heeft tot gevolg dat de software die gebruikt wordt regelmatig van een update voorzien moet wor- den, omdat men anders hopeloos achter komt te lopen. Hier is bijblijven dus geboden. Een behoorlijke klus wanneer je ziet met welke snelheid nieuwe ontwikkelingen elkaar opvolgen. Zeker wanneer je een kritische achterban hebt die ons tijdschrift er steeds beter uit wil laten zien. Hieraan wil ik dan een uitdrukking uit mijn volleybalscheidsrechterstijdperk toevoegen:”Wanneer jullie beter spelen, dan hoef ik niet zo slecht te fluiten”. Wanneer ik dan het fotomateriaal uit ons laatste tijdschrift zie, kan ik concluderen dat er goed gespeeld is. 2 ©Succulenta jaargang 84 (1) 2005 JONG GELEERD .... CRASSULA ORBICULARIS VAR. stekpoeder op de ROSULARIS wondjes en ze weer in wat zanderige cactus- Johanna Smit-Reesink grond zetten. Strooi bovenop wat grit. Geef Toen ik ze van onderen af een gisteren (23/ beetje water en laat ze 11/ 0 4 ) i n d e in de schaduw bewortelen. Daarna groeien kas rond- ze, als het goed gaat, gewoon weer verder. struinde zag Zoals je weet zijn er heel veel verschillen- ik plotseling de crassula’s en het is gezellig met vrien- aan mijn den en vriendinnen te delen en te ruilen. Crassula or- De planten hebben allemaal iets gemeen bicularis een en toch zijn ze verschillend! Net mensen! paar bloem- Veel plezier ermee en tot de volgende steeltjes met keer! duidelijke knopjes. Natuurlijk ben ik direct op zoek Prins Willem Alexanderlaan 104 gegaan naar bijzonderheden over de plant. 6721 AE Bennekom In het prachtige Crassulaboek van Prof. e-mail [email protected] Gordon Rowley vond ik dat de plant in 1863 al is beschreven in Curtis’s Botanical Crassula orbicularis var. rosularis Magazine! Er staat een prachtige oude Foto´s Henk Viscaal pentekening bij. De planten komen voor in Zuid-Afrika van de zuidelijke Kaap tot in Natal. Daar bloeien ze in de zomer. Dat is dus bij ons in de winter. Er zijn veel planten, die zich aanpassen aan de zomer- en winterperi- ode van het halfrond waar ze gekweekt worden, maar dit is een van de eigenwij- ze, net als de Testudinaria (olifantspoot). Die houdt zich ook aan de oorspronke- lijke bloeitijd in de natuur. Orbicularis betekent cirkelrond. De plant heeft rozetten met een doorsnee van ongeveer 10cm, de blaadjes zijn dik en langwerpig. Ze zijn donkergroen van kleur met een rode zweem aan de achter- zijde. De planten kunnen vrij koel staan en in de zomer kunnen ze heel goed schaduw verdragen. In het voorjaar kun je de plant ver- meerderen door scheuren. Afsnijden en een paar dagen laten drogen, dan wat ©Succulenta jaargang 84 (1) 2005 3 VOOR HET VOETLICHT (19) Bertus Spee Arrojadoa penicillata In Brazilië komen heel veel bijzondere cactussen voor zoals deze zeer aparte arrojadoa, dun zuilvor- mig groeiend tot wel 1 meter hoog. Als de planten bloeibaar zijn maken ze elk jaar een cephalium op de top van de zuiltjes, van waaruit de slanke, 2 cm lange bloemen tevoorschijn komen. Na elke bloeiperiode groeien de planten gewoon weer verder. In cultuur zijn ze niet moeilijk. Ze verlangen een zonnige, luch- tige plaats. In de winter niet onder 10 oC, Ze houden van af en toe wat nevelen. We planten ze in een humusachtig, doorlatend substraat en geven in de zomer, als de wortelkluit opgedroogd is, regelmatig flink water. Vermeerderen kan door te zaaien, al worden er niet vaak zaden aan- geboden. De planten zijn echter ook goed te stekken. We nemen hiervoor stengels van minimaal 20 cm lang en zetten deze op vochtig grof zand. Ze wortelen vrij snel en zijn dan al snel bloeibaar. Soms kunnen de stengels bij oudere planten verdrogen. Gooi deze planten dan niet weg want in het voorjaar maken ze vaak nieuwe uitlopers vanuit de basis. Echinopsis hybride Het geslacht Echinopsis telt ruim 60 soorten die voorkomen in Brazilië, Argentinië, Chili en Peru. Het worden vaak grote, rijk spruitende planten, tot wel 75 cm hoog met tientallen koppen. Het opvallendst zijn de grote, trech- tervormige bloemen die wel 20 cm lang kunnen worden. Deze zijn meestal wit van kleur en gaan bij het donker worden vrij snel open. Naar gelang het weer kunnen ze enkele dagen bloeien. Tegenwoordig komen er steeds meer planten in omloop met heel mooi ge- kleurde bloemen in allerlei tinten. Dit zijn vaak kruisingen met o.a. lobivia’s. In cultuur zijn ze weinig eisend. Een mineraalrijk grondmengsel, tweemaal per jaar wat extra voeding en ze groeien en bloeien probleemloos. Zo kun je wel eens een plant van 30 cm in een 12 cm potje tegenkomen! Vermeerderen kan zowel door zaaien als stekken. Deze stekken hebben vaak al wortels als ze nog aan de moederplant zitten. Ze kunnen dan zo opgepot worden. In de winter droog en licht houden bij een minimum-temperatuur van 5 oC. 4 ©Succulenta jaargang 84 (1) 2005 Oroya peruviana Zoals de naam al aangeeft, zijn deze planten afkomstig uit Peru waar deze zwaarbedoornde juweeltjes tot op 3500 m hoogte in het Andesgebergte groei- en. Ze worden wel 20 cm in diameter. Gezien de plaats van herkomst kunnen ze flink veel zon verdragen. In cultuur zijn ze dan ook niet veelei- send. We planten ze in een lemig, goed doorlatend substraat en geven ze een flink zonnige plaats en veel frisse lucht. Ze zullen dan elk jaar rijkelijk bloeien met opvallend rode bloemen met een geel hart. De bloemen kunnen wel een week open blijven. In de winter houden we ze droog en koel. Ze kunnen temperaturen tot enkele graden onder nul verdragen. Dit komt ook de bloeibaarheid ten goede. In de zomer verlangen ze af en toe een flinke watergift en verder is er geen omkijken naar. We kunnen deze planten goed uit zaad opkweken, hoewel ze vrij langzaam groeien. Daar ze zelden spruiten is stekken niet van toepassing. Om wat sneller bloeibare planten te krijgen worden ze vaak geënt op E. jusbertii. Lobivia wrightiana Het geslacht Lobivia wordt geacht uit Bolivia te komen; de soort wrightiana groeit echter in het midden van Peru. De planten groeien plat-bolvormig uit tot 7 cm in diameter. Ze spruiten rijk aan de basis en kunnen zo grote groepen vormen. Het plantenlichaam is donkergroen van kleur. De tot 7 cm lange, gekromde middendoorns ma- ken deze planten zeer herkenbaar. De 6 cm lange, roze bloemen verschijnen al vroeg in het voorjaar. De planten dienen hiervoor wel droog en koud te overwinteren. Ze groeien het best in een mine- raalrijk en doorlatend substraat. In de zomer geven we regelmatig flink water en zetten ze op een luchtige plaats. Ook dienen we regelmatig op spint te controleren. Vermeerderen kan gemakkelijk door zaaien of stekken De jonge spruiten zijn gemak- kelijk van de moederplant af te halen en zijn meestal al beworteld. Diepeneestraat 4 4454 BJ Borssele ©Succulenta jaargang 84 (1) 2005 5 SENECIO’S (3) Paul Mollers Senecio cedrorum Raynal 1968 Vernoemd naar Les Cedres, privé bo- tanische tuin van J.
Recommended publications
  • Cactaceas 2005 4 O.Pdf
    98 Volumen 50 No. 4 octubre-diciembre 2005 CACTÁCEAS Y SUCULENTAS MEXICANAS Volumen 50 No. 4 octubre - diciembre 2005 Editor Fundador Jorge Meyrán Consejo Editorial Anatomía y Morfología Dra. Teresa Terrazas Colegio de Posgraduados Ecología Dr. Arturo Flores-Martínez Escuela Nacional de Ciencias Biológicas, IPN Etnobotánica Dr. Javier Caballero Nieto Jardín Botánico IB-UNAM Evolución y Genética Dr. Luis Eguiarte Instituto de Ecología, UNAM Fisiología Dr. Oscar Briones Instituto de Ecología A. C. Florística Cactáceas y Suculentas Mexicanas es una revista trimestral de circulación Dra. Raquel Galván internacional, arbitrada, publicada por la Sociedad Mexicana de Cactología, Escuela Nacional de Ciencias Biológicas, IPN A. C. desde 1955, su finalidad es promover el estudio científico y despertar Química Dra. Kasuko Aoki el interés en esta rama de la botánica. UAM-Xochimilco El contenido de los artículos es responsabilidad exclusiva de los autores. Se Sistemas Reproductivos autoriza su reproducción total o parcial siempre y cuando se cite la fuente. Dr. Francisco Molina F. Instituto de Ecología Campus Hermosillo, UNAM La revista Cactáceas y Suculentas Mexicanas se encuentra registrada en los Taxonomía y Sistemática siguientes índices: CAB Abstracts, Periodica y Latindex. Dr. Fernando Chiang Instituto de Biología, UNAM The journal Cactáceas y Suculentas Mexicanas is a publication of the Editores Mexican Society of Cactology, published since 1955. Dr. Jordan Golubov UAM-Xochimilco Complete or partial copying of articles is permitted only if the original Dra. María C. Mandujano Sánchez reference is cited. Instituto de Ecología, UNAM Asistentes editoriales The journal Cactaceas y Suculentas Mexicanas is registered in Biól. Gisela Aguilar Morales the following indices: CAB Abstracts, Periodica and Latindex.
    [Show full text]
  • Reproductive Biology, Hybridization, and Flower Visitors of Rare Sclerocactus Taxa in Utah's Uintah Basin
    Western North American Naturalist Volume 70 Number 3 Article 10 10-11-2010 Reproductive biology, hybridization, and flower visitors of rare Sclerocactus taxa in Utah's Uintah Basin Vincent J. Tepedino Utah State University, Logan, [email protected] Terry L. Griswold Utah State University, Logan, [email protected] William R. Bowlin Utah State University, Logan Follow this and additional works at: https://scholarsarchive.byu.edu/wnan Recommended Citation Tepedino, Vincent J.; Griswold, Terry L.; and Bowlin, William R. (2010) "Reproductive biology, hybridization, and flower visitors of rare Sclerocactus taxa in Utah's Uintah Basin," Western North American Naturalist: Vol. 70 : No. 3 , Article 10. Available at: https://scholarsarchive.byu.edu/wnan/vol70/iss3/10 This Article is brought to you for free and open access by the Western North American Naturalist Publications at BYU ScholarsArchive. It has been accepted for inclusion in Western North American Naturalist by an authorized editor of BYU ScholarsArchive. For more information, please contact [email protected], [email protected]. Western North American Naturalist 70(3), © 2010, pp. 377–386 REPRODUCTIVE BIOLOGY, HYBRIDIZATION, AND FLOWER VISITORS OF RARE SCLEROCACTUS TAXA IN UTAH’S UINTAH BASIN Vincent J. Tepedino1,2, Terry L. Griswold1, and William R. Bowlin1,3 ABSTRACT.—We studied the mating system and flower visitors of 2 threatened species of Sclerocactus (Cactaceae) in the Uintah Basin of eastern Utah—an area undergoing rapid energy development. We found that both S. wetlandicus and S. brevispinus are predominantly outcrossed and are essentially self-incompatible. A third presumptive taxon (unde- scribed; here called S. wetlandicus-var1) is fully self-compatible but cannot produce seeds unless the flowers are visited by pollinators.
    [Show full text]
  • Elaboración De Una Guía Ilustrada De Cactáceas En Honduras
    Elaboración de una guía ilustrada de Cactáceas en Honduras Juan Pablo Schulze Rojas ZAMORANO Carrera de Desarrollo Socioeconómico y Ambiente Diciembre, 2004 i Elaboración de una guía ilustrada de Cactáceas en Honduras Proyecto especial presentado como requisito parcial para optar al título de Ingeniero en Desarrollo Socioeconómico y Ambiente en el Grado Académico de Licenciatura. Presentado por: Juan Pablo Schulze Rojas Honduras Diciembre, 2004 ii El autor concede a Zamorano permiso para reproducir y distribuir copias de este trabajo para fines educativos. Para otras personas físicas o jurídicas se reservan los derechos de autor. ________________________________ Juan Pablo Schulze Rojas Honduras Diciembre, 2004 iii Elaboración de una guía ilustrada de Cactáceas en Honduras Presentado por Juan Pablo Schulze Rojas Aprobada: __________________________ __________________________ José L. Linares, Ing. Agr. Mayra Falck, M.Sc. Asesor Principal Coordinadora de la Carrera de Desarrollo Socioeconómico y Ambiente __________________________ __________________________ George Pilz, Ph.D. Aurelio Revilla, M.S.A. Asesor Decano Académico Interino __________________________ Kenneth L. Hoadley, D.B.A. Rector iv DEDICATORIA A mi mamá Toya. A mi papá Juanca. A mi hermano Javier. A Claire. A mis abuelitos. A mis compañeros. A todos los que me apoyaron. A la naturaleza. A la esperanza por la PAZ. v AGRADECIMIENTOS A José L. Linares, por su asesoría, alegría y buena cocina. Al Dr. Pilz, por la tranquilidad. A mis padres, por todo su gran apoyo, soporte, aguante y cariño brindado. A Javier por ser mi hermano. A los clanes Rojas y Muñoz-Reyes, por haberme acogido. A los Babos, por ser un ejemplo de valores. A la Mimi, por su alegría.
    [Show full text]
  • December 2012 Number 1
    Calochortiana December 2012 Number 1 December 2012 Number 1 CONTENTS Proceedings of the Fifth South- western Rare and Endangered Plant Conference Calochortiana, a new publication of the Utah Native Plant Society . 3 The Fifth Southwestern Rare and En- dangered Plant Conference, Salt Lake City, Utah, March 2009 . 3 Abstracts of presentations and posters not submitted for the proceedings . 4 Southwestern cienegas: Rare habitats for endangered wetland plants. Robert Sivinski . 17 A new look at ranking plant rarity for conservation purposes, with an em- phasis on the flora of the American Southwest. John R. Spence . 25 The contribution of Cedar Breaks Na- tional Monument to the conservation of vascular plant diversity in Utah. Walter Fertig and Douglas N. Rey- nolds . 35 Studying the seed bank dynamics of rare plants. Susan Meyer . 46 East meets west: Rare desert Alliums in Arizona. John L. Anderson . 56 Calochortus nuttallii (Sego lily), Spatial patterns of endemic plant spe- state flower of Utah. By Kaye cies of the Colorado Plateau. Crystal Thorne. Krause . 63 Continued on page 2 Copyright 2012 Utah Native Plant Society. All Rights Reserved. Utah Native Plant Society Utah Native Plant Society, PO Box 520041, Salt Lake Copyright 2012 Utah Native Plant Society. All Rights City, Utah, 84152-0041. www.unps.org Reserved. Calochortiana is a publication of the Utah Native Plant Society, a 501(c)(3) not-for-profit organi- Editor: Walter Fertig ([email protected]), zation dedicated to conserving and promoting steward- Editorial Committee: Walter Fertig, Mindy Wheeler, ship of our native plants. Leila Shultz, and Susan Meyer CONTENTS, continued Biogeography of rare plants of the Ash Meadows National Wildlife Refuge, Nevada.
    [Show full text]
  • Threatened, Endangered, Candidate & Proposed Plant Species of Utah
    TECHNICAL NOTE USDA - Natural Resources Conservation Service Boise, Idaho and Salt Lake City, Utah TN PLANT MATERIALS NO. 52 MARCH 2011 THREATENED, ENDANGERED, CANDIDATE & PROPOSED PLANT SPECIES OF UTAH Derek Tilley, Agronomist, NRCS, Aberdeen, Idaho Loren St. John, PMC Team Leader, NRCS, Aberdeen, Idaho Dan Ogle, Plant Materials Specialist, NRCS, Boise, Idaho Casey Burns, State Biologist, NRCS, Salt Lake City, Utah Last Chance Townsendia (Townsendia aprica). Photo by Megan Robinson. This technical note identifies the current threatened, endangered, candidate and proposed plant species listed by the U.S.D.I. Fish and Wildlife Service (USDI FWS) in Utah. Review your county list of threatened and endangered species and the Utah Division of Wildlife Resources Conservation Data Center (CDC) GIS T&E database to see if any of these species have been identified in your area of work. Additional information on these listed species can be found on the USDI FWS web site under “endangered species”. Consideration of these species during the planning process and determination of potential impacts related to scheduled work will help in the conservation of these rare plants. Contact your Plant Material Specialist, Plant Materials Center, State Biologist and Area Biologist for additional guidance on identification of these plants and NRCS responsibilities related to the Endangered Species Act. 2 Table of Contents Map of Utah Threatened, Endangered and Candidate Plant Species 4 Threatened & Endangered Species Profiles Arctomecon humilis Dwarf Bear-poppy ARHU3 6 Asclepias welshii Welsh’s Milkweed ASWE3 8 Astragalus ampullarioides Shivwits Milkvetch ASAM14 10 Astragalus desereticus Deseret Milkvetch ASDE2 12 Astragalus holmgreniorum Holmgren Milkvetch ASHO5 14 Astragalus limnocharis var.
    [Show full text]
  • MAY 2007 CACTUS COURIER Newsletter of the Palomar Cactus and Succulent Society
    BULLETIN MAY 2007 CACTUS COURIER Newsletter of the Palomar Cactus and Succulent Society Volume 53, Number 5 April 2007 The Meeting is the 3rd Saturday!! MAY 19, 2007 “Veterans Memorial Building” 230 Park Ave, Escondido (Immediately East of the Senior Center, Same Parking Lots) There is construction in our usual room. NOON ! “Intergrated Pest Management” HEALTHY GARDEN – HEALTHY HOME Representatives from the Healthy Garden – Healthy Home program, including several UC Master Gardeners and the UCCE San Diego County IPM Program Representative, Scott Parker, will facilitate a workshop on Integrated Pest Management (IPM). IPM, a scientifically based approach for pest management, incorporates cultural, mechanical, biological and chemical Aphid options as part of an overall pest management program. The primary focus of an IPM program is to utilize a non-toxic or least toxic approach in addressing pest control concerns. During this workshop, Ants, a very common home and garden pest in San Diego County, will be used to demonstrate the proper implementation of an IPM approach. However, additional topic related to cactus and succulents such as Aphids, Aloe Mite, Mealy Bugs, Agave Weevil, and Damping Off Disease will be discussed. Ladybug on the job! Aloe Mite (Yuck!) Wasp on Scale! Go, Team, Go! Cochineal on Opuntia (We have this in the Garden!) Mealy Bugs. How sad! Cochineal Scale Black Scale, Sooty Mildew BOARD MEETING • PLANT SALES • BRAG PLANTS • EXCHANGE TABLE The Board Meeting will be moved due to the construction. REFRESHMENTS Jean O’Daniel Reese Brown Red Bernal Mike Regan Britta Miller Vicki Martin Plant(s) of the Month This month we are having two different groups of plants, Sansevieria and Dudleya.
    [Show full text]
  • South American Cacti in Time and Space: Studies on the Diversification of the Tribe Cereeae, with Particular Focus on Subtribe Trichocereinae (Cactaceae)
    Zurich Open Repository and Archive University of Zurich Main Library Strickhofstrasse 39 CH-8057 Zurich www.zora.uzh.ch Year: 2013 South American Cacti in time and space: studies on the diversification of the tribe Cereeae, with particular focus on subtribe Trichocereinae (Cactaceae) Lendel, Anita Posted at the Zurich Open Repository and Archive, University of Zurich ZORA URL: https://doi.org/10.5167/uzh-93287 Dissertation Published Version Originally published at: Lendel, Anita. South American Cacti in time and space: studies on the diversification of the tribe Cereeae, with particular focus on subtribe Trichocereinae (Cactaceae). 2013, University of Zurich, Faculty of Science. South American Cacti in Time and Space: Studies on the Diversification of the Tribe Cereeae, with Particular Focus on Subtribe Trichocereinae (Cactaceae) _________________________________________________________________________________ Dissertation zur Erlangung der naturwissenschaftlichen Doktorwürde (Dr.sc.nat.) vorgelegt der Mathematisch-naturwissenschaftlichen Fakultät der Universität Zürich von Anita Lendel aus Kroatien Promotionskomitee: Prof. Dr. H. Peter Linder (Vorsitz) PD. Dr. Reto Nyffeler Prof. Dr. Elena Conti Zürich, 2013 Table of Contents Acknowledgments 1 Introduction 3 Chapter 1. Phylogenetics and taxonomy of the tribe Cereeae s.l., with particular focus 15 on the subtribe Trichocereinae (Cactaceae – Cactoideae) Chapter 2. Floral evolution in the South American tribe Cereeae s.l. (Cactaceae: 53 Cactoideae): Pollination syndromes in a comparative phylogenetic context Chapter 3. Contemporaneous and recent radiations of the world’s major succulent 86 plant lineages Chapter 4. Tackling the molecular dating paradox: underestimated pitfalls and best 121 strategies when fossils are scarce Outlook and Future Research 207 Curriculum Vitae 209 Summary 211 Zusammenfassung 213 Acknowledgments I really believe that no one can go through the process of doing a PhD and come out without being changed at a very profound level.
    [Show full text]
  • Proposal for Amendment of Appendix I Or II for CITES Cop16
    Original language: English CoP17 Prop. XXX CONVENTION ON INTERNATIONAL TRADE IN ENDANGERED SPECIES OF WILD FAUNA AND FLORA ____________________ Seventeenth meeting of the Conference of the Parties Johannesburg (South Africa), 24 September – 5 October 2016 CONSIDERATION OF PROPOSALS FOR AMENDMENT OF APPENDICES I AND II A. Proposal Transfer of fishhook cacti Sclerocactus spinosior ssp. blainei (= Sclerocactus blainei), Sclerocactus cloverae (CITES-listed synonym of Sclerocactus parviflorus), and Sclerocactus sileri from Appendix II to Appendix I, as per the outcome of the CITES Periodic Review of the Appendices, in accordance with Resolution Conf. 9.24 (Rev. CoP16), Annex 1, paragraph B) iii): Populations are restricted and are characterized by a high vulnerability to intrinsic and extrinsic factors and an observed, inferred, or projected decrease in the number of subpopulations and the number of individuals. Nomenclature amendment to the Appendix-I listing of Sclerocactus glaucus, formerly treated as a complex, to three distinct species: Sclerocactus glaucus, Sclerocactus brevispinus, and Sclerocactus wetlandicus (the last two are CITES-listed synonyms of S. glaucus), as per the outcome of a Periodic Review of the Appendices. The three species continue to meet the criteria for Appendix I in accordance with Resolution Conf. 9.24 (Rev. CoP16), Annex 1, paragraph B) iii): Populations are restricted and are characterized by a high vulnerability to intrinsic and extrinsic factors and an observed, inferred, or projected decrease in the number of subpopulations and the number of individuals. B. Proponent United States of America* C. Supporting statement 1. Taxonomy 1.1 Class: Magnoliopsida 1.2 Order: Caryophyllales 1.3 Family: Cactaceae 1.4 Genus, species or subspecies, including author and year: The scientific names Sclerocactus blainei (CITES-listed Sclerocactus spinosior ssp.
    [Show full text]
  • ALFABETISCHE TERMENLIJST Pagina 2 a a Z
    ALFABETISCHE TERMENLIJST Pagina 2 A a z. alpha. A = afk. adenine: toegepast in schematische weergave vd. bouw van DNA en RNA. a. = afk. Lat. anno: in het jaar. a-, an- = voorvoegsel met de betekenis: niet, zonder. Å = ångstrom: verouderde lengteeenheid; 1 millimeter is gelijk aan 10 miljoen ångstrom; v. nm, afk. van nanometer. Aalwijn, Aalwee N. ZAfr. = Aloe spp. (Asphodelaceae), ook enkele aloë-achtige verwante soorten. Aaron's Beard N. = Opuntia leucotricha (Cactaceae). Aaron's Rod N. = Koningskaars: Verbascum thapsus (Scrophulariaceae). ABA z. abscisic acid. abaxial ADJ. = aan de vd. as verwijderde zijde, aan de onderzijde (ve. blad); syn. dorsal; ant. adaxial, ventral. abbreviate ADJ. = afgekort. ABC Islands N. = Aruba, Bonaire & Curaçao: de voormalig Ned. eilanden die, tov. de andere Kleine Antillen ver naar het Westen, voor de kust van Venezulela liggen; v. Leeward Islands, Windward Islands. aberrant ADJ. = afwijkend, niet normaal, ongewoon, iets verschilled vh. type; syn. abnormal. abiogenesis N. = veronderstelde ontwikkeling van levende organismen uit dood anorganisch materiaal. abiotic ADJ. = abiotisch: btr. factoren uit de niet-levende omgeving die het leven van planten en dieren beïnvloeden; bv. beschikbaar water, pH vd. bodem, kooldioxidegehalte vd. lucht en licht; v. biotic. abnormal ADJ. = ongewoon, abnormaal, afwijkend; v. aberrant. aboriginal ADJ. = oorspronkelijk, inheems; btr. plant die van nature in een gebied thuis hoort; syn. native, indigeneous; ant. exotic. aborted ADJ. = defect, onvruchtbaar, onvolledig ontwikkeld. abortion N. = het feit dat een orgaan of deel vd. plant zich niet ontwikkelt of in de volwassen plant niet meer aanwezig is. abortive ADJ. = al in een vroeg stadium onvolledig ontwikkeld. Abrojo Sp. N. = 1) Opuntia tunicata (Cactaceae) 2) ook O.
    [Show full text]
  • Cactaceae) with Special Emphasis on the Genus Mammillaria Charles A
    Iowa State University Capstones, Theses and Retrospective Theses and Dissertations Dissertations 2003 Phylogenetic studies of Tribe Cacteae (Cactaceae) with special emphasis on the genus Mammillaria Charles A. Butterworth Iowa State University Follow this and additional works at: https://lib.dr.iastate.edu/rtd Part of the Botany Commons, and the Genetics Commons Recommended Citation Butterworth, Charles A., "Phylogenetic studies of Tribe Cacteae (Cactaceae) with special emphasis on the genus Mammillaria " (2003). Retrospective Theses and Dissertations. 565. https://lib.dr.iastate.edu/rtd/565 This Dissertation is brought to you for free and open access by the Iowa State University Capstones, Theses and Dissertations at Iowa State University Digital Repository. It has been accepted for inclusion in Retrospective Theses and Dissertations by an authorized administrator of Iowa State University Digital Repository. For more information, please contact [email protected]. INFORMATION TO USERS This manuscript has been reproduced from the microfilm master. UMI films the text directly from the original or copy submitted. Thus, some thesis and dissertation copies are in typewriter face, while others may be from any type of computer printer. The quality of this reproduction is dependent upon the quality of the copy submitted. Broken or indistinct print, colored or poor quality illustrations and photographs, print bleedthrough, substandard margins, and improper alignment can adversely affect reproduction. In the unlikely event that the author did not send UMI a complete manuscript and there are missing pages, these will be noted. Also, if unauthorized copyright material had to be removed, a note will indicate the deletion. Oversize materials (e.g., maps, drawings, charts) are reproduced by sectioning the original, beginning at the upper left-hand comer and continuing from left to right in equal sections with small overlaps.
    [Show full text]
  • Flora Del Bajío Y De Regiones Adyacentes
    FLORA DEL BAJÍO Y DE REGIONES ADYACENTES Fascículo complementario XXVII agosto de 2011 LA DIVERSIDAD VEGETAL DEL ESTADO DE GUANAJUATO, MÉXICO Por Sergio Zamudio* Instituto de Ecología, A.C. Centro Regional del Bajío Pátzcuaro, Michoacán y Raquel Galván Villanueva Departamento de Botánica Escuela Nacional de Ciencias Biológicas Instituto Politécnico Nacional México, D.F. RESUMEN Se hace una revisión de la riqueza de plantas vasculares que habitan en el estado de Guanajuato, México, tomando como referencia la base de datos del herbario IEB y la literatura especializada existente. Se registran 182 familias, 904 géneros y 2774 especies, incluyendo 41 variedades y 10 subespecies, por lo que la riqueza florística de Guanajuato se considera moderadamente alta, comparada con la de otros estados de México. Las Angiospermas o plantas con flores son las más abundantes en el estado y están representadas por 161 familias, 860 géneros y 2631 especies; le siguen las Pteridofitas con 17 familias, 38 géneros y 125 espe- cies y finalmente las Gimnospermas con 4 familias, 6 géneros y 18 especies. Se proporciona la lista de especies ordenada alfabéticamente por familias. * Trabajo realizado con apoyo económico del Instituto de Ecología, A.C. (cuenta 20006), del Consejo Nacional de Ciencia y Tecnología y de la Comisión Nacional para el Conocimiento y Uso de la Biodiversidad. 1 Dentro de las Angiospermas, las familias mejor representadas son Composi- tae con 119 géneros y 465 especies, Gramineae con 83 géneros y 250 especies y Leguminosae con 58 géneros y 188 especies. Entre los géneros más diversos destacan Euphorbia (45 spp.), Solanum (43 spp.), Salvia (42 spp.), Mammillaria (35 spp.), Muhlenbergia (34 spp.) y Eupatorium (33 spp.).
    [Show full text]
  • A Vegetation Map for the Little Karoo. Unpublished Maps and Report for a SKEP Project Supported by CEPF Grant No 1064410304
    A VEGETATION MAP FOR THE LITTLE KAROO. A project supported by: Project team: Jan Vlok, Regalis Environmental Services, P.O. Box 1512, Oudtshoorn, 6620. Richard Cowling, University of Port Elizabeth, P.O. Box 1600, Port Elizabeth, 6000. Trevor Wolf, P.O. Box 2779, Knysna, 6570. Date of Report: March 2005. Suggested reference to maps and this report: Vlok, J.H.J., Cowling, R.M. & Wolf, T., 2005. A vegetation map for the Little Karoo. Unpublished maps and report for a SKEP project supported by CEPF grant no 1064410304. EXECUTIVE SUMMARY: Stakeholders in the southern karoo region of the SKEP project identified the need for a more detailed vegetation map of the Little Karoo region. CEPF funded the project team to map the vegetation of the Little Karoo region (ca. 20 000 km ²) at a scale of 1:50 000. The main outputs required were to classify, map and describe the vegetation in such a way that end-users could use the digital maps at four different tiers. Results of this study were also to be presented to stakeholders in the region to solicit their opinion about the dissemination of the products of this project and to suggest how this project should be developed further. In this document we explain how a six-tier vegetation classification system was developed, tested and improved in the field and the vegetation was mapped. Some A3-sized examples of the vegetation maps are provided, with the full datasets available in digital (ARCVIEW) format. A total of 56 habitat types, that comprises 369 vegetation units, were identified and mapped in the Little Karoo region.
    [Show full text]