Koor En Orkest Collegium Vocale Bach
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Koor en Orkest Collegium Vocale Bach 15 maart 94 Hoogdagen Koor en Orkest Collegium Vocale muzikale leiding Philippe Herreweghe solisten Agnès Mellon, sopraan Andreas Scholl, alt Marc Padmore, tenor Peter Kooy, bas Program m a Johann Sebastian Bach (1685-1750) Cantate 'Erfreut euch, ihr Herzen', BWV 66 Pauze Oster-Oratorium 'Kommt, eilet und laufet’, BWV 249 inleidend gesprek door Koen Uvin 19.15 uur . Foyer Rode Zaal aanvang concert 20.00 uur pauze om 20.40 einde concert om 21.50 uur Koor Collegium Vocale Orkest Collegium Vocale sopranen Annelies Coene concertmeester Florian Deuter Lut Van de Velde violen Veronica Schepping Dominique Verkinderen Rob Diggens Gela Birkenstädt Andreas Preuss alten Steve Dugardin Adrian Chamorro Lisinka Schuring Paul Lindenauer Betty Van de Berghe Diane Moore Martin Van de Zeijst altviolen Udbava Wison tenoren André Cats Peter Van Boxelaere Koen Laukens cello Ageet Zweistra Joël Suhubiette Harm-Jan Schwitters Henk Westland contrabas Jonathan Cable bassen Pieter Coene orgel Herman Stinders Jan Depuydt traverso Patrick Beuckels Paul Van den Berghe fluit Bart Coen Robert Van der Vinne Koen Dieltiens Frits Van Huile hobo Marcel Ponseele Taka Kitazato fagot Philippe Miqueux trompet Per Olof Lindeke Leif Bengtsson Susan Williams pauken Marie Ange Petit Koor en Orkest Collegium Vocale Philippe Herreweghe Het koor Collegium Vocale werd opgericht in 1970 op Philippe Herreweghe was niet alleen in zijn studies initiatief van Philippe Herreweghe. Het was in die tijd geneeskunde en psychiatrie geïnteresseerd, maar ook het eerste vocaal ensemble dat op het gebied van de in de oude muziek. Hij studeerde clavecimbel en orgel vocale polyfonie resoluut nieuwe wegen insloeg. Van aan het conservatorium van zijn geboortestad Gent, bij bij het begin werd intensief samengewerkt met Musica Johan Huys en Gabriël Verschraegen. Antiqua Amsterdam en Ton Koopman. Van doorslag Sinds vele jaren doet hij, samen met het Collegium gevend belang was eveneens de nauwe samenwerking Vocale van Gent en de Chapelle Royale, onderzoek in met Nicolaus Harnoncourt en Gustav Leonhardt. een repertorium dat van de renaissance tot hedendaag Het Collegium Vocale bestaat uit zestien tot twintig se muziek gaat. Als orkestleider dirigeerde hij verschil jonge zangers met een gedegen muzikale achtergrond. lende werken uit dit repertoire. Naast La Chapelle De bijzondere stemplaatsing, het vermijden van intona- Royale, zijn eigen ensemble, en Concerto Köln leidde hij tievibrato, de consequente muzikale articulatie, het fi ook traditionele formaties als Scottish Chamber Or naal stellen van barokke pathos, dit alles geeft aanlei chestra, Ensemble Orchestral de Paris, Orchestre Phil ding tot een klankbeeld en expressiviteit die heel ver harmonique de Liège en Musique Oblique, waarmee hij frissend en boeiend zijn. in deSingel een onvergetelijke uitvoering van het Re In functie van het programma wordt het koor aange quiem van Fauré bracht. Dit seizoen dirigeerde hij in vuld met een internationaal samengesteld orkest waar deSingel voor het eerst en met succes het orkest in in topmusici uit de barokwereld elkaar regelmatig te residentie, de Beethoven Academie. rugvinden voor plaatopnames en - veelal buitenlandse Hij trad op in de belangrijkste Europese steden en in - concertreizen. Amerika. De laatste jaren was hij te gast op festivals in Frankrijk, Polen, Duitsland en Vlaanderen. Sinds 1982 is hij Artistiek Directeur van het Festival en het Institut de Musique Ancienne van Saintes. Momenteel is Herreweghe eveneens verbonden aan het Parijse Théâtre des Champs-Elysées, waar een nieuw barokorkest wordt samengesteld onder de artistieke leiding van Herreweghe zelf en Christophe Coin. Philippe Herreweghe werkt ook intensief samen met Anne Teresa De Keersmaeker. Hij leidde het Orchestre des Champs-Elysées bij de première van Mozart: Con- certaria's’ in Avignon, een choreografie die in maart 93 ook in deSingel te zien was. Agnès Mellon onder vele bekende dirigenten, zoals William Christie, In 1989 begon de sopraan Agnès Mellon haar carrière Konrad Junghänel, René Jacobs, Jos van Veldhoven en als soliste. Zij specialiseerde zich volledig in barokmu Dominique Vellard. Andreas Scholl heeft zich de afge ziek. Met het ensemble Les Arts Florissants, onder lei lopen jaren voornamelijk geconcentreerd op werken uit ding van William Christie, maakte Agnès Mellon ver de Engelse en Duitse renaissance en barok. schillend opnames en zong zij op tal van Europese muziekfestivals. Haar soepele en heldere stem samen gaand met een subtiele en gevoelige interpretatie, ga Peter Kooy ven haar reeds de mogelijkheid te musiceren met tal van Peter Kooy, geboren in Nederland, genoot zijn muzika voorname dirigenten waaronder Philippe Herreweghe, le opleiding bij Max van Egmond in het Sweelinck Jean-Claude Malgoire, Gustav Leonhardt, Sigiswald Conservatorium te Amsterdam. Sinds 1972 is hij lid van Kuijken, Ton Koopman en John-Eliott Gardiner. het kamerkoor van de Nederlandse Radio. Peter Kooy Agnès Mellon verleende ook haar medewerking aan maakte reeds verschillende opnames en werkte mee verschillende operaprodukties. met tal van programma's op radio en televisie. Zowel in eigen land als elders trad hij op als solist en nam hij deel aan talrijke muziekfestivals. Samen met de Mare Padmore Chapelle Royale, onder leiding van Philippe Herreweg Mare Padmore geboren te Londen, genoot zijn muzika he, Ton Koopman en Gustav Leonardt, maakte hij een le opleiding aan The King’s College te Cambridge. Hij tournee doorheen Zuid-Amerika. studeerde bij Erich Vietheer en werkt nu samen met Gita Denise. In Frankrijk, Oostenrijk, Duitsland en de Verenigde Staten gaf Mare Padmore vele concerten en nam hij deel aan verschillende festivals. Sedert 1991 werkt hij intens samen met het ensemble Les Arts Florissants, onder leiding van William Christie. Tot Padmores recentste opnamen behoren ondermeer Monteclairs Jephthé, Rameau's Castor en Pollux, Han dels Messiah, The Fairy Queen van Purcell en het Wei hnachtsoratorium van Bach. Andreas Scholl Andreas Scholl begon zijn muzikale loopbaan bij de Kiedricher Chorbuben, een Duits jongenskoor met een eeuwenoude traditie. Sinds 1987 studeert hij aan de Schola Cantorum Basiliensis bij Richard Levitt, René Jacobs en Nigel Rogers. In de afgelopen jaren zong hij Johann Sebastian Bach Cantate BWV 66 In de 17de en de eerste helft van de 18de eeuw bekleedt deze zeer gebruikelijke en absoluut onlaakbare 'paro- de Cantate onder de muzikale genres een vooraan dietechniek'. Hij gebruikt hier een feestcantate uit Kö staande plaats. Sterk verwant met opera en oratorium then (1718). De onbekende tekstdichter die de opdracht ontstaat ze in eerste instantie als lyrische tegenhanger kreeg op deze compositie een Paastekst te zetten, ver van deze dramatische en epische zustervormen in Ita ving de oorspronkelijke slotzin door een koraal, die hij lië. In de loop van de 17de eeuw doet ze ook in de aan het begin plaatste. Dit koor uit - evenals de twee buurlanden haar intrede en kent ze als 'kerkcantate' een daaropvolgende delen - zijn vreugde en dank over de onovertroffen hoogtepunt in het protestantse Duits opstanding van Christus. De bas-aria behoudt volledig land. Dit hoogtepunt is onlosmakelijk met de naam van de dansende beweging van haar werelds voorbeeld. Johann Sebastian Bach verbonden. Hierop volgt een recitatief in duet, dat pendelt tussen Eén van de oorzaken - wellicht ook de belangrijkste - die de gevoelens van angst (Furcht) en hoop (Hoffnung). tot deze climax leidden, is de Lutherse theologie. De Als slot van de cantate klinkt de derde strofe uit het overtuiging dat het in de Bijbel opgetekende woord van oud-middeleeuwse Paaslied 'Christ ist erstanden'. God dood en zonder werking was, zolang het niet echt verkondigd werd, bracht een totale heroriëntering in de kerkmuziek met zich mee. In het spoor van de gezangen van Luther zelf, waarin een zeer nauwe band bestaat tussen tekst en muziek, legden de componisten van religieuze muziek zich ook toe op een precieze en ge voelvolle declamatie van het gezongen woord. Dit ge beurde ook steeds vaker in het Duits in plaats van in het Latijn. In 1723 werd Johann Sebastian Bach cantor aan de Thomaskirche te Leipzig, een functie die niet alleen heel wat educatieve en organisatorische verplichtingen meebracht, maar ook het voorzien in kerkmuziek in hield. Centraal stond het componeren van de 'Haupt- musik', de muziek voor de eredienst op zondag en op kerkelijke feestdagen, namelijk cantates. Om aan deze veeleisende opdracht te kunnen beant woorden, greep Bach zeer vaak terug naar bestaande composities, die dan van een geestelijke tekst voorzien werden. Ook voor deze cantate maakt hij gebruik van Cantante 'Erfreut euch, ihr Herzen', BWV 66 Koor Erfreut euch, ihr Herzen, Mein Grab und Sterben bringt euch Leben, Entweichet, ihr Schmerzen, Mein Auferstehn ist euer Trost." Es lebet der Heiland und herrschet in euch. Mein Mund will zwar ein Opfer geben, Ihr könnet verjagen Mein Heiland! doch wie klein, Das Trauren, das Fürchten, das ängstliche Zagen, Wie wenig, wie so gar geringe Der Heiland erquicket sein geistliches Reich. Wird es vor dir, o grosser Sieger, sein, Wenn ich vor dich ein Sieg- und Danklied bringe Recitatief (bas) Hoffnung Es bricht das Grab und damit unsre Not, Mein Auge sieht den Heiland auferweckt, Der Mund verkündigt Gottes Taten; Es hält ihn nicht der Tod in Banden. Der Heiland lebt, so ist in Not und Tod Den Gläubigen vollkommen wohl geraten. Furcht Kein Auge sieht den Heiland auferweckt, Es