One team, One country? Rugby, Zuid-Afrika en natievorming 1995-2007

Naam: Emma Bennis

Studentnummer: 6073964

Opleiding: Master Geschiedenis, UvA

Begeleider: Niek Pas

Tweede lezer: Jouke Turpijn

Datum: 17 april 2016

0

Inhoudsopgave

Voorwoord ...... 1

Inleiding ...... 3

1. Rugby in Zuid-Afrika ...... 10

1.1. Historiografie ...... 10

1.1.1. Natievorming ...... 15

1.2. Opkomst van rugby en de Afrikaner identiteit ...... 18

1.2.1. Symboliek en het Springbokembleem ...... 22

2. Het wereldkampioenschap rugby 1995 ...... 24

2.1. De Springbokken tegen de Wallaby’s: een viering van de regenboognatie ..... 27

2.2. ‘Rugby is in the Afrikaner soul’ ...... 30

2.2.1. De Ere ...... code 32

2.2.2. Smet op de regenboognatie ...... 34

2.3. ‘How rugby scored a try for the new ’ ...... 36

2.4. Griffiths en de transformatie van rugby...... 38

3. Het wereldkampioenschap rugby 2007 ...... 42

3.1. De schaduw van Mandela ...... 44

3.2. Mbeki en de Afrikaanse Renaissance ...... 45

3.3. De strijd over transformatie ...... 48

3.3.1. Transformatie: White en SARU ...... 52

3.4. ´Die Boere-oorlog is gewreek!´ ...... 54

Conclusie ...... 58

Bibliografie ...... 62

1

Krantenmateriaal ...... 64

2

Voorwoord

24 oktober 2015 is een grote dag voor het rugby in Zuid-Afrika. In wordt op deze dag de finale gespeeld van de Currie Cup, de oudste nationale competitie in Zuid-Afrika die teruggaat tot 1889. Het winnen van deze trofee is de meest prestigieuze prijs die op nationaal niveau behaald kan worden. Toch is het Ellis Park Stadion, waar ik op dat moment aanwezig ben, voor minder dan twintig procent bezet met toeschouwers. Dat is goed te zien op de zelfgemaakte foto hiernaast.

Dat komt doordat een paar uur later in Londen de halve finale van het wereldkampioenschap rugby plaatsvindt tussen Zuid-Afrika en Nieuw- Zeeland. De winnaar zal doorgaan naar de finale en spelen voor de titel 'wereldkampioen rugby'. Na de wedstrijd in het Ellis Park stadion, die overigens wordt gewonnen door de uit Johannesburg, ga ik naar een kroeg om de halve finale op een groot scherm te kijken. Alle kroegen waar we langskomen zijn, in groot contrast met het stadion, helemaal afgeladen met mensen in een Springbokshirt die de halve finale willen bekijken. De steun voor het nationale team bij deze belangrijke wedstrijd is erg groot, en veel mensen in Johannesburg verkiezen het nationale team boven de lokale club. Er is veel belangstelling voor rugby in Zuid-Afrika. Het nationale team dat Zuid-Afrika vertegenwoordigt speelt een grotere rol dan de lokale clubs uit de nationale competitie. Tijdens de vier maanden die ik in Johannesburg ben geweest kon ik in levende lijve meemaken op welke manier het wereldkampioenschap rugby leeft in Zuid-Afrika. Niet alleen door de wedstrijden van het nationale team op tv te bekijken op drukbezochte, openbare plekken, maar ook door te praten met mensen over hoe ze rugby ervaren en wat het voor hen betekent; en ook door te kijken naar de verslaggeving op de televisie en in de kranten tijdens het kampioenschap.

Mensen zijn telkens weer verbaasd als ik vertel dat ik onderzoek doe naar rugby in Zuid- Afrika. De eerste vraag is: waarom rugby? De keuze voor rugby als onderzoeksonderwerp

1 heeft zich geleidelijk ontwikkeld. Dat had ik van tevoren niet bedacht. Het is opgekomen tijdens het vak Masteratelier in de masterfase waar ik het thema sportgeschiedenis ben gaan volgen. De emotie, de identiteitsvorming en de symboliek vind ik ontzettend interessante aspecten die centraal staan in de sportgeschiedenis. Dankzij de docenten, Niek Pas (tevens mijn begeleider) en Jouke Turpijn, ben ik op het onderwerp rugby gekomen. De tweede vraag is: waarom Zuid-Afrika? Antwoord: wegens een vakantie in Zuid-Afrika die mijn interesse heeft opgewekt in de unieke geschiedenis van dat land in de afgelopen 25 jaar. Vooral de vreedzame transitie van het apartheidsbewind naar een democratie is een boeiend thema.

Om het onderzoek goed uit te kunnen voeren moest ik beschikken over empirisch materiaal dat niet online beschikbaar is. Dat is de reden dat ik uiteindelijk vier maanden in Johannesburg heb gezeten. Deze fantastische ervaring heeft ontzettend veel bijgedragen aan dit onderzoek. Ik heb interviews kunnen afnemen met oud-spelers en rugbyexperts, hoewel een groot deel daarvan op dat moment in Engeland was vanwege het wereldkampioenschap. Maar ook om een beter besef te krijgen van de manier waarop deze complexe samenleving in elkaar zit, is het fijn om er een tijdje te hebben gewoond. Criminaliteit, corruptie, racisme en het verschil tussen arm en rijk zijn onderwerpen die tot de dag van vandaag zorgen voor grote problemen in het land. Aan de andere kant is iedereen ontzettend vriendelijk en open. Zuid- Afrika is een geweldig land om in te wonen, met interessante cultuur, overweldigende natuur, heerlijk eten en een grote gastvrijheid. Het is kort gezegd een land van uitersten en contrasten. Mijn verblijf in Zuid-Afrika was een geweldige ervaring die niet mogelijk was geweest zonder de hulp van een flink aantal mensen. Hier wil ik specifiek Colin du Plessis noemen, die niet alleen op academisch niveau heeft geholpen en mij in contact heeft gebracht met oud rugbyspelers en experts, maar mij ook heeft meegenomen naar mijn allereerste rugbywedstrijd bij de Blou Bulle (Afrikaans voor blauwe stieren). Daarnaast wil ik mijn vriend Pieter bedanken. Omdat hij met mij is meegegaan naar Zuid-Afrika is mijn ervaring in Zuid-Afrika nog leuker, interessanter en fijner geweest. En mijn ouders voor hun steun in deze onderneming.

Daarnaast wil ik specifiek mijn vader Hans bedanken voor de hulp met spelling en andere tekstuele adviezen. Als laatste bedank ik mijn begeleider Niek Pas. Niet alleen omdat ik zonder hem niet op het onderwerp was gekomen, waar ik nog steeds erg blij mee ben, maar ook omdat hij mij elke keer heeft uitgedaagd om het beste uit mijzelf en het onderwerp te halen. Een fijne begeleider bij wie ik altijd aan kon kloppen met vragen en zonder wie ik over een jaar nog niet klaar was geweest. 2

Inleiding

“Sport has the power to change the world…it has the power to inspire. It has the power to unite people in a way that little else does. It speaks to youth in a language they understand. Sport can create hope where once there was only despair. It is more powerful than government in breaking down racial barriers.”1 (2000)

Sport heeft de potentie om de wereld te veranderen, zegt Nelson Mandela in bovenstaande quote. Sport kan mensen bij elkaar brengen, hoop creëren en raciale spanningen doorbreken. En dat is nodig om een nieuw Zuid-Afrika te bouwen na het einde van apartheid. Ten tijde van apartheid was een systeem van rassensegregatie in werking in Zuid-Afrika. De samenleving was ingedeeld en gescheiden op basis van ras met als doel de blanke overheersing in stand te houden. In 1990 wordt het apartheidssysteem afgeschaft en in 1994 vinden de eerste multiraciale verkiezingen plaats. Nelson Mandela wordt dan verkozen tot de eerste president van het post-apartheid democratische Zuid-Afrika. Hij staat voor de moeilijke taak om van Zuid-Afrika een eenheid te maken.

En Mandela probeert inderdaad door middel van sport verschillende bevolkingsgroepen te verenigen en een nationale identiteit te vormen. Dit doet Mandela onder andere door het wereldkampioenschap rugby in 1995 te steunen dat wordt gehouden in Zuid-Afrika.2 De keuze om deze sport te steunen is opmerkelijk gezien de positie van het rugby tijdens de apartheidsperiode. Rugby werd namelijk beschouwd als een typisch blanke Afrikanersport; de sport bij uitstek van de voormalige overheerser die het apartheidsbewind heeft ingevoerd en Mandela 27 jaar heeft opgesloten. Mandela wil echter op vreedzame wijze de verschillende bevolkingsgroepen unificeren en maakt met het uitspreken van steun voor het rugbywereldkampioenschap een gebaar naar de Afrikanergemeenschap voor wie rugby een belangrijk onderdeel is van hun cultuur.3 Dit maakt dit toernooi interessant om te onderzoeken.

1 Nelson Mandela, speech bij de Laureus Wereld Sport Awards, 2000, Monaco. 2 A. Johnston, Inventing the Nation, South Africa (London 2014) 142. 3 John Nauright, Long Run to Freedom. Sport, Cultures and Identities in South Africa (West-Virginia 2010) 158. 3

Maar er zijn meer redenen te noemen waarom dit toernooi van historisch belang is. Onder meer omdat Zuid-Afrika bekend staat als een land dat goed is in rugby op internationaal niveau. Ze hebben alleen wegens de sportboycot de eerste twee wereldkampioenschappen gemist. Dit is het eerste wereldkampioenschap rugby waaraan Zuid-Afrika deelneemt en ze worden dan ook nog meteen wereldkampioen. Dit vergroot de aandacht voor het toernooi, niet alleen vanwege de comeback na een jarenlang isolement, maar vooral omdat het toernooi vaak beschreven wordt als het moment waarop verschillende bevolkingsgroepen binnen Zuid- Afrika unificeren.

The day the rainbow nation united behind the Boks 4 - voorpaginatitel van de The Sunday Times als Zuid-Afrika het wereldkampioenschap wint

In deze scriptie gaat de aandacht uit naar de manier waarop Mandela met behulp van het rugbywereldkampioenschap in 1995 het Zuid-Afrikaanse volk probeert te unificeren in een proces van natievorming. Op welke manier kan een sport als rugby daaraan bijdragen? Omdat rugby door velen wordt beschouwd als een typische Afrikanersport lijkt dit een moeilijke opgave. Echter, het wereldkampioenschap in 1995 heeft zo'n euforiemoment gecreëerd dat daarmee stappen gezet konden worden in het proces van natievorming, zoals de academische literatuur vaak benadrukt.

Om een beter beeld te krijgen van de rol van rugby in Zuid-Afrika na het einde van apartheid wordt in deze scriptie ter vergelijking gekeken naar het WK rugby in 2007. Zuid-Afrika wint in 2007 wederom het wereldkampioenschap. Toch is de situatie in 2007 duidelijk anders. Het toernooi vindt plaats in Frankrijk en niet in eigen land, waardoor de pers minder aandacht besteedt aan het toernooi. Daarnaast kampt Zuid-Afrika in 2007 met grote maatschappelijke en sociale problemen. Dit is niet anders dan tijdens het toernooi van 1995, waarbij Zuid- Afrika net de apartheid achter zich heeft gelaten en de samenleving opnieuw vorm moet krijgen, maar de rol van rugby is wel heel anders. De rugbyadministratie krijgt veel kritiek omdat ze volgens velen te weinig hebben gedaan om de sport te veranderen van een Afrikanersport naar een sport voor alle bevolkingsgroepen in Zuid-Afrika. Hierbij speelt vooral de raciale representatie binnen het team een grote rol. Er is kritiek op het feit dat het team nog steeds teveel blanke spelers heeft en dat de rugbybond te weinig doet om dit te veranderen. Het is duidelijk dat de beloftes die zijn gedaan tijdens het wereldkampioenschap

4 P. Malherbe, ´the day the rainbownation united behind the Boks´, The Sunday Times, 28 mei 1995, 2. 4

1995 om de sport inclusief voor iedereen te maken niet zijn nagekomen. De vraag die hieruit voortkomt is welke rol rugby heeft in het natievormingsproces als we de wereldkampioenschappen 1995 en 2007 in vergelijkend perspectief plaatsen?

Om een antwoord te kunnen geven op deze vraag maken we in deze scriptie gebruik van empirisch materiaal. Empirische bronnen kunnen inzicht geven in de gedachten van de mensen op het moment dat een gebeurtenis plaats vindt. Volgens sporthistoricus Martin Polley geeft empirisch materiaal een idee van de gevoelens, percepties en overheersende ideeën van dat moment en laat het zien op welke manier bepaalde evenementen en gebeurtenissen worden geïnterpreteerd.5 In deze scriptie staan kranten van 1995 en 2007 centraal. Zij vormen het empirisch materiaal dat ons in staat stelt een beeld te geven van deze percepties en deze gevoelens.

Daarnaast is er een interessant verband tussen media en natievorming. Karen Farquharson legt uit dat de pers de rol speelt van het vormen, vergroten en herhalen van het discours rondom sport en natie.6 Hierdoor speelt het een vormende rol voor het identificatieproces van groepen mensen. Daar komt bij dat een krant niet onafhankelijk is en schrijft vanuit de doelgroep van zijn lezers. Afhankelijk van deze doelgroep kiest de krant een versie van de werkelijkheid. Dit is duidelijk te zien bij de Afrikanerkrant Rapport die rugby beschouwt als een sport die de Afrikanercultuur en -identiteit bevestigt.7

De pers speelt ook een politieke rol in het vormen van de perceptie van de wereldkampioenschappen. Lynette Steenveld en Larry Strelitz gaan hier op in in hun bespreking van het WK 1995. Zij doen dit aan de hand van de theorie van Peter Dahlgren, die zijn theorie weer heeft afgeleid van de theorie over de publieke sfeer van Jürgen Habermas.8 De theorie van Dahlgren gaat ervan uit dat de publieke sfeer een historisch bepaalde, sociale omgeving is waar informatie, ideeën en debat een plaats vinden en waar politieke standpunten gevormd kunnen worden. Deze formulering geeft volgens Dalhgren aan wat de rol is die de media, en dus ook de schrijvende pers, spelen bij publieke vraagstukken door het forceren en opleggen van meningen aan de maatschappij. En daarmee dus ook welke rol de pers speelt in het vormen van democratische waarden en normen in een samenleving. Steenveld en Strelitz

5 S.W. Pope en John Nauright (ed.), Routlegde Companion to Sports History (Oxon 2010), 36. 6 K. Farquharson en Timothy Marjoribanks, ‘Transforming the Springboks: Re-imagining the South African Nation through Sport’ Social Dynamics: A journal of African studies, 1 (2003) 27-48, 30. 7 Ibidem. 8 Steenveld en Strelitz, ‘The and the politics of nation-building in South Africa’, 614. 5 kiezen dit thema omdat Zuid-Afrika tijdens het wereldkampioenschap 1995 pas kort een democratisch systeem kent en de publieke sfeer tot kort ervoor werd bepaald aan de hand van het apartheidsbewind. Door het ontbreken van sterke en stabiele institutionele structuren neemt de pers gemakkelijk nationalistische argumenten over vanuit de politiek.9 Ondanks dat het lastig is om aan te tonen in hoeverre dit ook inderdaad het geval is, zullen we aan de hand van voorbeelden kijken naar de manier waarop de pers een geïdealiseerde versie van de werkelijkheid geeft tijdens het WK 1995.10 Hierbij spelen symboliek en de betekenis die wordt toegeschreven aan het toernooi, onder andere vanuit de politiek, een belangrijke rol.

In 2007 is de pers minder positief ten aanzien van het rugbykampioenschap dan in 1995. De kritiek op de ontbrekende transformatie is hier een overheersend thema. Heeft dit te maken met de politiek die zich negatief uitlaat over rugby tijdens het wereldkampioenschap 2007? En in hoeverre heeft het te maken met de gemaakte beloftes in 1995 om de sport te transformeren die niet zijn nagekomen? In 1995 komt de overheid nadrukkelijk op voor het rugbyteam en het rugbybeleid; dat lijkt veel minder het geval te zijn in 2007. De verschillen en overeenkomsten in de persrepresentatie van beide toernooien komen aan de orde.

We doen dit aan de hand van een drietal kranten die alle drie een ander publiek aanspreken en de focus leggen op verschillende onderwerpen. Voor de keuze van de kranten was het van belang dat de krant zowel in 1995 als in 2007 werd uitgegeven. Juist omdat de krant Rapport zich specifiek richt tot de Afrikaner bevolking in Zuid-Afrika is het interessant om deze krant te bekijken. Daarnaast kijken we naar Mail & Guardian en The Sunday Times die allebei een ander publiek aanspreken.

Rapport is een Afrikaanstalige krant. Gezien de betekenis van rugby voor is rugby een belangrijk onderdeel van het nieuws in de krant en dit is ook te zien aan de hoeveelheid artikelen over dit onderwerp. De krant geeft in achtergrondartikelen vaak op heldere wijze weer hoe Afrikaners denken over rugby in Zuid-Afrika. Maar interessanter nog, hoe Afrikaners denken over de veranderingen binnen het rugby.

9 Ibidem. 10 Farquharson en Marjoribanks, ‘Tranforming the Springboks’, 30. 6

De Engelstalige Mail & Guardian heeft van de drie kranten de kleinste oplage maar staat bekend als een onafhankelijke, intellectuele krant met veel achtergrondartikelen.11 Deze krant besteedt relatief gezien minder aandacht aan sport. Rugby wordt ten tijde van een wereldkampioenschap genoemd in artikelen, maar is buiten de overwinning in de finale geen voorpaginanieuws. Bij de Engelstalige The Sunday Times is dat heel anders. Het is de krant met de grootste oplage van de drie. Tijdens het wereldkampioenschap worden veel verslagen van wedstrijden en andere artikelen over rugby opgenomen. Het blad geeft een divers beeld van rugby in de Zuid-Afrikaanse samenleving.

Naast de drie kranten kijken we ook naar de bestaande wetenschappelijke literatuur. In hoeverre komt het empirische materiaal overeen met de literatuur en waar zitten de verschillen? Voor het WK van 1995 is dit makkelijker te doen dan voor het wereldkampioenschap in 2007. De literatuur is een stuk omvangrijker over 1995; voor 2007 zijn er eigenlijk maar twee werken waarin de auteurs specifiek ingaan op het wereldkampioenschap. Een indicatie dat er nog veel ruimte is voor onderzoek. Gabriël J. Botma is de enige die een vergelijking maakt tussen de twee kampioenschappen. Zijn onderzoek is het meest vergelijkbaar met dit onderzoek, ook omdat Botma eveneens gebruik heeft gemaakt van krantenmateriaal. De benadering van Botma is echter anders. Hij legt de nadruk op het wereldkampioenschap 2007 en blikt vanuit dit WK terug op 1995. In ons onderzoek staat de rol van rugby in het proces van natievorming centraal en de vraag in hoeverre de betekenis van rugby in het natievormingsproces wel of niet doorgetrokken kan worden naar 2007.

Naast Botma zijn er een aantal namen en werken die van belang zijn geweest voor dit onderzoek. Dit zijn John Nauright, Douglas Booth en Saskia Welschen. John Nauright en Douglas Booth zijn beide bekende sporthistorici die veel hebben geschreven over de rol van rugby in Zuid-Afrika. Het geeft aan dat specifiek rugby in Zuid-Afrika interessant is voor onderzoek. Nauright heeft The Long Run to Freedom geschreven; een goed overzichtswerk vanaf de opkomst van apartheid tot het wereldkampioenschap rugby 1995 waarbij de nadruk ligt op de transitieperiode tussen 1990 en 1994. De nadruk ligt op ras, wat in Zuid-Afrika een dominant thema is in de sportgeschiedenis.l

11 G.J. Botma, ‘Lightning strikes twices: the 2007 World Cup and memories of a South African rainbow nation’, Communicatio: South African Journal for Communication theory and research, 10. 7

Booth heeft ook geschreven over ras en sport in Zuid-Afrika, maar hij legt veel meer de nadruk op symboliek binnen de sport. Het belang van bijvoorbeeld het Springbokembleem komt uitgebreid aan de orde. Zijn werken worden internationaal geroemd en hij is daarnaast bekend door het schrijven over methodologie voor sportgeschiedenis. Toch hebben beide auteurs niet geschreven over het wereldkampioenschap 2007. Bij Booth zou dit te maken kunnen hebben met het feit dat hij zich meer op de methodologie van sportgeschiedenis is gaan richten als onderzoeksveld. Bij Nauright valt het op dat het WK van 2007 ontbreekt in zijn overzichtswerk The Long Run to Freedom. Nauright heeft namelijk het boek in 2010 herschreven, maar alleen met het oog op het uitkomen van de film Invictus (die gaat over het wereldkampioenschap 1995) en omdat het WK voetbal in Zuid-Afrika er dan aankomt.

Naast het werk van Botma heeft Saskia Welschen ook onderzoek gedaan naar het wereldkampioenschap 2007, hoewel niet in vergelijking met 1995. Welschen komt uit de sociologie en ondanks dat zij een geheel andere methode hanteert, en de focus niet legt op het wereldkampioenschap rugby, maar specifiek op de euforie na de overwinning, is het proefschrift erg bruikbaar geweest voor dit onderzoek. Dit heeft te maken met de gebruikte theorie en methodologie waarbij de interactie tussen natievorming en kritieke maatschappelijke gebeurtenissen een grote rol speelt. Het gaat om de manier waarop bepaalde gebeurtenissen, zowel positief als negatief, een invloed kunnen hebben op de nationale identiteit. In deze scriptie is dit ook een centraal onderwerp.

Aangezien er verder weinig is geschreven over het wereldkampioenschap 2007 zal er voor het laatste hoofdstuk van deze scriptie grotendeels gekeken worden naar de berichtgeving in kranten. Onder andere naar de mate waarin er kritiek is op rugby. Maar ook bekijken we in hoeverre er wordt teruggeblikt naar het wereldkampioenschap 1995 en op welke manier Afrikaners zich de sport ook tijdens dit toernooi toe-eigenen. In het tweede hoofdstuk, waarin het wereldkampioenschap van 1995 het centrale onderwerp vormt, kijken we zowel naar de literatuur als naar het empirisch materiaal, ook om te kijken waar overeenkomsten en verschillen te vinden zijn. We gaan hier voor een deel in op de positieve persberichtgeving, maar ook specifiek op verhalen die de literatuur tegenspreken. Vanzelfsprekend komt ook Mandela uitgebreid aan de orde, zo goed als de symboliek die rondom dit wereldkampioenschap hangt.

Maar voordat we gaan naar het WK rugby in 1995 geven we in het volgende hoofdstuk meer achtergrondinformatie over rugby in Zuid-Afrika. Ten eerste door uitgebreid in te gaan op de

8 historiografie van de Zuid-Afrikaanse rugbygeschiedenis. Vervolgens behandelen we het proces waarbij de Afrikaners zich de sport toe-eigenen. De nadruk ligt op de culturele betekenis van de sport en hoe deze tot stand is gekomen. Het is van belang hiernaar te kijken om een beter begrip te krijgen van de rol die rugby speelt bij de vorming van de culturele identiteit van Afrikaners tijdens de wereldkampioenschappen van 1995 en 2007.

9

1. Rugby in Zuid-Afrika

In de jaren zestig komt sportgeschiedenis wereldwijd op als onderdeel van sociale geschiedenis. Het is echter door de jaren heen langzaamaan, onder invloed van de culturele en linguïstische wending, onderdeel geworden van culturele geschiedenis.12 Hoewel er lang onzekerheid heeft bestaan over de waarde en het belang is sportgeschiedenis in de afgelopen twintig jaar een erkend onderzoeksveld geworden.13

1.1. Historiografie

De geschiedenis van het Zuid-Afrikaanse rugby is een relatief populair onderwerp binnen de sportgeschiedenis. Dit heeft deels te maken met de grote culturele waarde die wordt toegeschreven aan rugby in de Zuid-Afrikaanse context. John Nauright schrijft in Routledge Companion to Sports History, een uitgebreid historiografisch overzichtswerk over sportgeschiedenis, dat de Zuid-Afrikaanse sportgeschiedenis zich op een interessante manier heeft ontwikkeld. Nauright maakt onderscheid tussen enerzijds onderzoek tot de jaren negentig, uitgevoerd door historici die de anti-apartheidsbeweging ondersteunden, waarbij de nadruk ligt op de apartheidspolitiek, en anderzijds onderzoek zonder activistische doeleinden na die periode.14 Toch zijn niet alle eerdere werken activistisch van aard. Peer-review artikelen van een aantal boeken die zijn uitgekomen in de jaren zeventig en tachtig maken duidelijk dat de nadruk inderdaad ligt op ras en de apartheidspolitiek.

‘South Africa is the pariah of the international community. One word – apartheid – explains why. Nowhere has it felt its pariah status more than in the field of sport. (…) Worn out propaganda statements are regularly bandied about from all sides. There has been a distinct dearth in serious (and, specifically, in academic) studies. That is

12 R. Holt, ´Historians and the history of sport’, (Oxon 2014) 32. 13 Pope en John Nauright (ed.), Routlegde Companion to Sports History (Oxon 2010), Routledge, 3. 14 J. Nauright ‘Africa (sub-Saharan)’, in: Pope en John Nauright (ed.), Routlegde Companion to Sports History (Oxon 2010), 319. Een aantal werken zijn: R. Lapchick, The politics of Race and International Sport; The Case of South Africa (Westport, 1975), R. Thompson, Race and Sport (London 1964), D. Woods, Black and White (Dublin 1981). 10

why the appearance of The South African Game, a well-argued work by Robert Archer and Antoine Bouillon, is to be welcomed.’15

We kunnen onderscheid maken tussen gedegen onderzoek waarbij het gaat om de manier waarop apartheid invloed heeft op sportbeleid aan de ene kant en activistische teksten tegen apartheid aan de andere. Bovenstaand citaat verwijst naar het boek The South African Game; Sport and Racism, geschreven door Archer en Bouillion in 1982. Dat boek bespreekt de rol van sport tijdens de periode van apartheid. Zij schrijven een grote rol toe aan de internationale sportboycot van Zuid-Afrika, waarvan het doel was om druk uit te oefenen op het apartheidsregime. Archer en Bouillion bekijken de ontwikkelingen vanuit een academisch, wetenschappelijk perspectief. Maar volgens recensent André Odendaal is er op dat moment nog te weinig literatuur op academisch niveau.

Een voorbeeld van een boek van meer activistische aard is South Africa: Racism in Sport, geschreven door anti-apartheidsactivist C. de Broglio in 1970. Hij pleit actief voor beëindiging van raciale discriminatie binnen de sport. Hieronder een citaat uit een review van het boek.

‘A chronicle such as this convinces the reader of the admirable determination of dedicated men such as Mr. de Broglio, Mr. Brutus and their associates, as well as of all those sportsmen, white and non-white, South African and non-South African, who have persisted in the long struggle to eliminate racism in sports.’16

Kort gezegd is er in de jaren zeventig en tachtig internationale aandacht voor de Zuid- Afrikaanse sportgeschiedenis, maar met verschillende doeleinden. Buiten onderzoeks- of activistische doeleinden, draagt ook bemoeienis van de internationale sportgemeenschap met Zuid-Afrika bij aan de aandacht voor dat land en zijn politiek. Na de Tweede Wereldoorlog wordt sport steeds internationaler, toegankelijk voor alle bevolkingsgroepen. Zuid-Afrika en het apartheidsbeleid vormen een uitzondering. Door de opkomst van de Burgerrechtenbeweging in de Verenigde Staten, komen er protesten uit de hele wereld tegen raciale discriminatie in de sport. Deze protesten richten zich tegen Zuid-Afrika en dragen bij aan de uitsluiting van Zuid-Afrika bij de Olympische Spelen van 1968, het verwijderen van

15 André Odendaal, ‘Peer Review: The South African Game: Sport and Racism’, Journal of the International African Institute 2 (1984) 107. 16 Irvin J. Norland, ‘Peer-review: South Africa: Racism in Sport by Chris de Broglio’, Africa Today 6 (1970) 28. 11

Zuid-Afrika uit de Olympische organisatie en een boycot tegen Nieuw-Zeeland bij de Olympische Spelen van 1976 omdat dit land sportieve banden handhaaft met Zuid-Afrika op het gebied van rugby. Deze activistische opstelling van de internationale gemeenschap leidt tot een toename van het academisch onderzoek naar de relatie tussen ras en sport in de jaren zeventig en tachtig. Daarbij gaat de aandacht van het internationale onderzoek vooral uit naar anti-apartheid en het isoleren van blanke Zuid-Afrikanen.17

Nauright beargumenteert dat sinds 1990 de sportgeschiedenis in een bredere context wordt geplaatst.18 Historici in Zuid-Afrika die de geschiedenis van rugby op deze wijze benaderen zijn onder anderen Albert Grundlingh19, Christopher Merrett20 en André Odendaal.21 Bij hen ligt de focus op de introductie, de verspreiding en de popularisering van rugby in Zuid-Afrika. Maar ze kijken ook naar de manier waarop sport verandert ten tijde van de apartheid. Een veel voorkomend thema is de toe-eigening van rugby door Afrikaners in Zuid-Afrika. Het gaat dan om de rol die sport speelt bij het vormen van identiteiten en in het vasthouden aan rassenscheiding of juist het bijeenbrengen van verschillende rassen.22 Aan de hand hiervan

17 J. Nauright en D. Wiggins, ‘Race’, in: Pope en John Nauright (ed.), Routlegde Companion to Sports History (Oxon 2010), 157. 18 J. Nauright ‘Africa (sub-Saharan)’, in: Pope en John Nauright (ed.), Routlegde Companion to Sports History (Oxon 2010), 319. 19 Albert Grundlingh is hoogleraar aan de universiteit van Stellenbosch, gespecialiseerd in Afrikaner cultuur. Grundlingh heeft over rugby onder andere de volgende boeken en artikelen geschreven: ‘Beyond the tryline: Rugby and South African society´, Johannesburg, 1995. ‘Sport Past and Present in South Africa’ (co-ed. with Scarlett Cornelissen), London, 2010. ‘Playing for power? Rugby, Afrikaner nationalism and masculinity in South Africa, c.1900-c.1970’, in: J. Nauright (ed.), Making men: Rugby and masculine identity, (London 1994). ‘From redemption to recidivism? Rugby and change in South Africa during the 1995 Rugby World Cup and its aftermath’, Sporting Traditions, 2 (1998) 67-86. ‘Rands for rugby: Ramifications of the professionalisation of South African rugby, 1995-2007’, Newcastle, 2008. 20 Christopher Merrett is hoogleraar aan de universiteit van Kwazulu-Natal, gespecialiseerd in ras, politiek en sportgeschiedenis. Hij heeft, onder andere, de volgende werken gepubliceerd: ‘Caught Behind’, Kwazulu-Natal Press, 2004. ‘Sport, Space and Segregration, Kwazulu-Natal Press, 2009. ‘History and its racial legacies: quotas in South African rugby and cricket, Sport in Society: cultures, commerce, media, politics (2011) 754-777. 21 André Odendaal is voormalig professioneel cricketer en dit is ook zijn gebied van expertise. Hij heeft een boek geschreven, samen met Albery Grundlingh, over rugby en een aantal boeken waar meer algemene thema´s en concepten centraal staan: ‘Beyond the Tryline: Rugby and South African Society’ (1995). ‘The Story of an African Game: Black Cricketers and the Unmasking of One of South Africa's Greatest Myths, 1850-2003’ (2003). 22 Scarlett Cornelissen en Albert Grundlingh (ed.), Sport past and present in South Africa, (trans)forming the Nation (New York 2012) 1-7, 2. 12 komen ook andere concepten als klasse, gender en identiteit naar voren. Sport gaat in zekere zin mee met wat er speelt in de maatschappij, of is er in elk geval een reflectie van.23

Rugbyonderzoek dat zich richt op de periode na het einde van apartheid gaat meestal uit van dezelfde concepten. Ras blijft een belangrijk onderwerp in het onderzoek, ook tijdens de wereldkampioenschappen rugby van 1995 en 2007. Dat heeft in eerste instantie te maken met de rol die Mandela toekent aan rugby in het nieuwe Zuid-Afrika. Hij gebruikt rugby, een typische Afrikanersport, als een middel om unificatie tussen de raciaal verschillende bevolkingsgroepen tot stand te brengen in het verdeelde Zuid-Afrika. Hierdoor is rugby niet alleen een goed onderwerp om rassenkwesties te behandelen, maar ook om te kijken naar het proces van natievorming na het einde van apartheid. Dat Zuid-Afrika het toernooi in eigen land wint en dat er slechts één gekleurde speler in het team zit, maken dit wereldkampioenschap nog interessanter. Dat is ook waarom er relatief veel literatuur beschikbaar is over het WK in 1995. Zeker als we dat vergelijken met onderzoek dat gaat over het WK 2007, want daar is nauwelijks over geschreven. In 1995 wordt vooral de euforie, de symboliek en de totstandkoming van unificatie in Zuid-Afrika door middel van het toernooi in het onderzoek benadrukt. Een positieve houding kenmerkt de literatuur over dit wereldkampioenschap.24

Hoewel er vaak positief wordt geschreven over het toernooi van 1995, is er toch ook veel scepticisme over de daadwerkelijke verandering die sport tot stand kan brengen, vooral wat betreft de vorming van een nationale identiteit. In het boek The Long Run to Freedom. Sport, Cultures and Identities in South Africa benadrukt Nauright de potentie van het rugby WK in 1995. Hij geeft aan dat het een ontzettend mooi moment is geweest in de geschiedenis van Zuid-Afrika, maar toch is hij sceptisch over de rol van rugby bij de totstandbrenging van een nieuwe nationale identiteit. Deels heeft dat te maken met het blijvende racistische karakter van rugby en het belang van rugby voor de culturele identiteit van Afrikaners. In het boek hanteert hij een cultuurhistorische benadering waarbij de nadruk ligt op ras en culturele

23 Ibidem. 24 Kristine Höglund and Ralph Sundberg, ‘Reconciliation through Sports? The case of South Africa’, Third World Quaterly 4 (2008). Helga Dickow and Valerie Moller, ‘South Africa’s ‘Rainbow People’, national pride and optimism: a trend study’, Social Indicators Research 2 (2002). Martha Evans, ‘Mandela and the televised birth of the rainbownation’, National identities 3 (2010). J. van der Westhuizen, ‘Popular Culture, Discourse and divergent identities: Reconstructing South Africa as an African State’, African Identities 1 (2008). 13 identiteit. Toch zijn er twee dingen die ontbreken in dit onderzoek. Nauright meent dat er geen nationale identiteit gevormd is tijdens het rugby WK 1995. In deze scriptie kijken we wat nauwkeuriger naar deze bewering. Want zelfs kortstondige momenten kunnen bijdragen aan de vorming van een nationale identiteit waar ook de herinnering aan het evenement in een latere fase aan kan bijdragen. Daarnaast ontbreekt het WK 2007 in het boek van Nauright ondanks dat de herziene versie in 2010 uitkomt. Dit is een gemis, juist omdat Nauright in de vergelijking tussen 1995 en 2007 had kunnen inspelen op de specifieke rol van rugby en de veranderingen die in de tussentijd hebben plaatsgevonden of juist zijn uitgebleven.

Naast The Long Run to Freedom heeft Nauright samen met Douglas Booth conferenties georganiseerd over het belang van sportgeschiedenis, is hij initiatiefnemer en editor voor de Routledge Companion to Sports History uitgave, en schrijft hij in dezelfde bundel het hoofdstuk over het Afrikaanse continent.25 Booth heeft ook veel gepubliceerd over rugby in Zuid-Afrika. Waar Nauright de nadruk legt op de culturele identiteit, legt Booth eerder de nadruk op ras en symboliek.26 Booth stelt zich in The Race Game terughoudend op ten aanzien van het onderwerp van nationale identiteitsvorming naar aanleiding van het wereldkampioenschap 1995. Hij concludeert wel dat rugby niet snel daadwerkelijk een unificerende sport kan zijn als het team raciaal niet representatief is voor de Zuid-Afrikaanse bevolking. Ras is dus voor Booth een centraal thema. Hij kijkt voornamelijk naar ras en identiteit aan de hand van symboliek en hij besteedt daarbij specifiek aandacht aan het Springbokembleem. Zoals later uitgebreid wordt besproken vormt het Springbokembleem na het einde van apartheid een belangrijk discussieonderwerp dat voor de Afrikaners van groot belang is. Ook bij Booth ontbreekt verder onderzoek over de periode nadat het WK van 1995

25 John Nauright is hoogleraar aan de universiteit van Queens, Canada, en is gespecialiseerd in sportgeschiedenis. Nauright heeft veel geschreven over rugbygeschiedenis in Zuid-Afrika waaronder: ‘Beyond Boundaries: Race and Ethnicity in Sport’, Fayetteville 2012. ‘Long Run to Freedom: Sport, Cultures and Identities in South Africa’, Morgantown, 2010. ‘The Routledge Companion to Sports History’, London, 2010 (ed.). ‘New Directions in South African Sports History’, International Journal of the History of Sport, 1, (2011). ‘Worlds Apart? The 1995 Rugby World Cup and the 2010 FIFA World Cup’, in P. Alegi & C. Bolsmann (eds.) Reflections on the 2010 World Cup, 2012. 26 Douglas Booth is hoogleraar aan de universiteit van Otago, en is gespecialiseerd in sportgeschiedenis. Booth heeft één boek uitgegeven over rugby in Zuid-Afrika en daarnaast belangrijke uitgaves over sportgeschiedenis: ‘The Race Game: Sport and politics in South Africa’, London, 1998. ‘The Field; truth and fiction in sport history’ London, 2005. ‘Mandela and Amabokoboko: the political and linguistic nationalisation of South Africa?’, the Journal of Modern African Studies, 3 (1996). ‘Beyond history: racial emancipation and ethics in apartheid sport’, Rethinking History 4 (2010). ‘Hitting Apartheid for Six? The Politics of the South African Sports Boycott’, Journal of Contemporary History 3 (2003). 14 is afgelopen. Wat gebeurt er na de euforie van het WK van 1995? Wat gebeurt er bij het WK van 1999 en van 2007? Dat zijn vragen die niet worden beantwoord. Bij Booth is de verklaring mogelijk dat hij zich na 1995 is gaan richten op de methodologie van de sportgeschiedenis in het algemeen en dat hij geen onderzoek meer heeft gedaan naar de specifieke situatie van de Zuid-Afrikaanse rugbygeschiedenis.

Er is op dit moment slechts één artikel beschikbaar waarin een vergelijking wordt gemaakt tussen het WK van 1995 en dat van 2007: Lightning Strikes Twice: the 2007 Rugby World Cup and the memories of a South African Rainbow nation geschreven door Gabriel J. Botma.27 Het is een van de weinige bronnen waarbij ook het wereldkampioenschap 2007 onderdeel is van het onderzoek en waarbij krantenmateriaal wordt gebruikt. Botma wil aantonen dat de pers vastzit in een discourse. Hij neemt het concept discourse over van Michel Foucault. Botma wil met behulp van dit concept aantonen dat journalisten onderdeel zijn van het vormen van de realiteit. Hoewel journalisten beweren dat ze de maatschappij een spiegel voorhouden, wordt deze spiegel gevormd door de voorkeuren van de journalist. Dat is zowel onbewust als bewust, maar het geeft journalisten een machtspositie volgens Botma.

In deze scriptie wordt een andere benadering gehanteerd aan de hand van natievorming. Hoe zit dat precies met natievorming en welke benadering wordt hiervoor in de pers gebruikt?

1.1.1. Natievorming

Nationalisme en nationale identiteit zijn thema’s die vaak voorkomen in de sportgeschiedenis. In deze scriptie bekijken we deze thema's aan de hand van empirisch materiaal. Benedict Anderson benadrukt het belang van het geprinte woord in de kranten bij het proces van natievorming, zeker bij grote sportoverwinningen. De pers kan een nationale mythe creëren, waarbij de wedstrijd zelf naar de achtergrond verdwijnt terwijl de overwinning in het geheugen blijft.28

27 G. J. Botma, ‘Lightning strikes twice: The 2007 Rugby World Cup and memories of a South African rainbow nation’, Communicatio: South African Journal for Communication Theory and Research 1 (2010) 1-19. 28 S. Welschen, The Country we are supposed to be. ‘Born free’ South Africans talk about their nation (Amsterdam 2012) 40. 15

Er zijn veel academici die erkennen dat sport kan functioneren als marker voor identiteit voor zowel de toeschouwers, de media en de publieke sfeer als voor het onderzoek zelf.29 Sport kan aanleiding geven tot nationalisme. Omdat de term nationalisme een beladen term uit de geschiedenis is en daardoor een negatieve connotatie heeft gekregen, zijn veel onderzoekers overgegaan op termen als nationaliteit of nationale identiteit. Ook moet worden benadrukt dat het onderzoek naar nationaliteit vaak vanuit een Eurocentrisch perspectief en kader wordt benaderd. Toch kan de theorie over nationalisme gebruikt worden om te kijken naar Zuid- Afrika. Wel moet hierbij rekening gehouden worden met de uitzonderlijke historische context van Zuid-Afrika.30 In deze scriptie kijken we specifiek naar natievorming. Hoewel vergelijkbaar met nationale identiteit, ligt de nadruk bij natievorming op de culturele identiteiten van verschillende gemeenschappen die in het proces van natievorming nader tot elkaar komen. Overheden spelen een actieve rol in het bevorderen van een beeld van een eenduidige nationale identiteit waardoor natievorming tot stand komt. En dat probeert Mandela ook te bereiken door een nationale identiteit te vormen met behulp van het concept van de regenboognatie, waarbij de nadruk ligt op eenheid in diversiteit.

Het concept nationaliteit kent meerdere definities en benaderingen. De theorie van Anderson waarin hij ingaat op het idee van de verbeelde gemeenschap is relevant om hier te noemen. Anderson bespreekt de manier waarop mensen zich verbonden voelen met elkaar ondanks dat ze elkaar niet kennen. Daarmee speelt Anderson in op de verbeelding. Want hoe kan iemand iets gemeen hebben met iemand anders die hij of zij helemaal niet kent? In de verbeelde gemeenschap hebben taal, geschiedenis, cultuur en andere symbolen de rol om saamhorigheid te creëren.31 Dit zou je ook kunnen zeggen voor sport als drager van cultuur en symboliek in de verbeelde gemeenschappen van Anderson. Daarnaast zou je met betrekking tot Zuid- Afrika kunnen kijken naar de maakbaarheid van deze verbeelde gemeenschap na het einde van apartheid.

Ook de theorie van Eric Hobsbawm over invention of tradition is belangrijk om hier te noemen. Hobsbawm ziet nationalisme als een politieke strategie die voortkomt vanuit de elite of heersende klasse om stabiliteit en steun te verzekeren. Hobsbawm noemt ook het belang

29 M. Goksoyr, ‘Nationalism’, in: Pope en John Nauright (ed.), Routlegde Companion to Sports History (Oxon 2010) 268. 30 Welschen, The Country we are supposed to be, 61. 31 M. Goksoyr, ‘Nationalism’, in: Pope en John Nauright (ed.), Routlegde Companion to Sports History (Oxon 2010) 270. 16 van sport. Nationale vieringen en sportevenementen zijn ultieme momenten waarop invention of tradition tot uiting komt en bijdraagt aan natievorming.32 Dit gebeurt ook in Zuid-Afrika na het einde van apartheid waarbij inderdaad sportevenementen deel uitmaken van een politieke strategie. Dat komt sterk naar voren tijdens de beide wereldkampioenschappen die in deze scriptie centraal staan. Het verschil is dat in 1995 het wereldkampioenschap rugby vanaf het begin wordt ingezet voor politieke doeleinden, en in 2007 pas als Zuid-Afrika in de finale staat.

Hobsbawm en Anderson zijn twee voorbeelden van de vele onderzoeken naar nationaliteit. En hoewel relevant en toepasbaar op Zuid-Afrikaanse rugbygeschiedenis, zijn deze perspectieven en benaderingen niet ontwikkeld voor sportgeschiedenis. Sportoverwinningen leiden tot een euforie die bijdraagt aan natievorming, maar wat is de levensduur hiervan? Leidt dit tot een blijvende vorm van nationale identiteit of heeft dit eerder te maken met de 'negentigminuten nationaliteit', zoals dit ook wel wordt genoemd? Sportnationalisme is intens en gepassioneerd, maar tegelijkertijd vaak kortstondig.33

Wat betreft natievorming en rugby in Zuid-Afrika wordt in deze scriptie gebruik gemaakt van de benadering van Saskia Welschen in haar proefschrift The country we are supposed to be. ‘Born free’ South Africans talk about their nation’. Welschen is socioloog en heeft in haar proefschrift specifiek gekeken naar de invloed van het behalen van de wereldtitel rugby in 2007 op identiteitsvorming in Zuid-Afrika. Welschen benadrukt dat men de rol van specifieke evenementen of gebeurtenissen vaak over het hoofd ziet bij het proces van natievorming, terwijl men wel erkent dat identiteiten maakbaar, veranderlijk en dynamisch zijn.34 En identiteiten zijn niet alleen veranderlijk van persoon tot persoon, maar ook per persoon door de tijd heen.

Rogers Brubaker analyseert op welke manier specifieke evenementen in staat zijn om groepen te mobiliseren. Het verschil in benadering is dat het proces van natievorming zich niet per definitie geleidelijk ontwikkelt door de tijd heen, maar dat het ook kan ontstaan in reactie op specifieke gebeurtenissen. Nationaliteit wordt hier beschouwd als een voorwaardelijk, fluctuerend en wisselvallig kader.35 En hoewel het idee dat evenementen of gebeurtenissen

32 Ibidem, 271. 33 Ibidem, 288. 34 Welschen, The Country we are supposed to be, 52. 35 Ibidem 53. 17 invloed kunnen hebben op de vorming van nationale identiteit niet nieuw is, blijkt het lastig om een daadwerkelijk conceptueel kader te bepalen. Want wat zijn de indicatoren die aangeven dat, zelfs al is het kortstondig, een evenement heeft bijgedragen aan de nationale identiteit? Heeft dat te maken met de herinnering aan een bepaalde gebeurtenis achteraf? Of is dat de beleving van het moment zelf, tijdens de emotie, zowel negatief als positief?

In deze scriptie wordt geprobeerd om op basis van de verslaggeving in de pers een beeld te geven van het natievormingsproces. We gaan uit van de benadering van Welschen die benadrukt dat evenementen of gebeurtenissen bijdragen aan de vorming van nationale identiteit, zowel positief als negatief, kortstondig of langdurig. Voordat de wereldkampioenschappen van 1995 en 2007 aan de orde komen, is het van belang om eerst te kijken naar de manier waarop rugby zich heeft ontwikkeld tot een typische Afrikanersport. Zonder deze voorgeschiedenis is namelijk niet duidelijk waarom het bijzonder is dat rugby wordt verkozen tot de sport die tot natievorming moet leiden.

1.2. Opkomst van rugby en de Afrikaner identiteit

Om te begrijpen wat voor belangen en waarden men hecht aan rugby in Zuid-Afrika tijdens de wereldkampioenschappen, moeten we eerst kijken naar de opkomst van rugby in Zuid-Afrika en de naar de manier waarop Afrikaners zich de sport hebben toegeëigend.

Rugby wordt in 1861 in Zuid-Afrika geïntroduceerd vanuit Engeland, hoewel het pas echt een fundament krijgt in Zuid-Afrika rond 1890.36 Rugby krijgt langzamerhand meer populariteit, ook onder de Afrikaners, maar waar komt dit vandaan? Volgens Albert Grundlingh moeten we om het historische verband tussen rugby, Afrikaner nationalisme en de verspreiding van de sport te begrijpen allereerst kijken naar de universiteit van Stellenbosch. Gedurende het grootste gedeelte van de 19e eeuw is de universiteit van Stellenbosch de meest vooraanstaande universiteit voor Afrikaners en als deze universiteit rugby introduceert zijn de eerste stappen naar Afrikanerrugby gezet.37 Doordat de universiteit zich inspant om broederschap in de rugbysport en indirect de eigen reputatie te versterken, versterkt het ook meteen het enthousiasme voor rugby als een mannelijke Afrikaanse activiteit. Geleidelijk wordt het beoefenen van rugby gelijkgesteld aan een patriottische instelling, volgens Grundlingh.

36 Nauright, Long run to freedom, 39. 37 Grundlingh, ‘playing for power’, 106. 18

Daarnaast is de rol van predikanten en leraren groot in het verspreiden en populariseren van de sport op het platteland nadat ze hun opleiding in Stellenbosch hebben afgerond.38

Dean Allen heeft een ander denkbeeld over hoe rugby populair is geworden onder Afrikaners. In het artikel van Grundlingh wordt er geen specifieke aandacht besteed aan de Boerenoorlogen. Volgens Allen spelen deze oorlogen juist een cruciale rol in de ontwikkeling van rugby als onderdeel van het Afrikanernationalisme.39 Hij zegt dat rugby, via de Britten, voor de Boerenoorlogen wel aanwezig is in Afrikaner gemeenschappen, maar dat de sport nog niet erg populair is. Dat verandert volgens Allen tijdens de oorlogen waarbij een enorm aantal Afrikaners gevangen zit in kampen. In deze kampen wordt veel rugby gespeeld als tijdverdrijf en het lijkt erop dat Afrikaners het spel gaan waarderen. Als de oorlog ten einde is, houdt deze waardering aan en verspreidt rugby zich snel onder de Afrikaners.

In het boek Rugby and the South African Nation, geschreven door Johan Nauright en David R. Black, gaan ze op zoek naar het moment dat Afrikaners rugby beschouwen als onderdeel van hun identiteit. Ze stellen dat in de beginjaren de Afrikaner rugbyspelers inderdaad van de universiteit van Stellenbosch komen, maar dat er op dat moment nog geen sprake is van toe- eigening en identiteitsvorming met betrekking tot rugby.40 Dit gebeurt langzaamaan. Na de oorlogen in 1902 komen de Afrikaners terug naar huis. Velen van hen trekken naar de steden op zoek naar werk en een inkomen. Omdat na de oorlog de Engelstalige bevolking erg begunstigd wordt ten opzichte van de Afrikaners passen velen zich aan en wordt de levensstijl, en daarmee ook de sport, van de Engelstalige bevolking overgenomen.41

De echte omslag vindt plaats in de jaren dertig en veertig. Vanaf die periode wordt rugby gezien als Afrikanersport en onderdeel van hun identiteit. Dit is iets waar historici het over het algemeen over eens zijn.42 Rugby wordt vanaf dat moment onderdeel van de culturele symbolen die een rol spelen bij het streven naar een identiteit en naar erkenning.43 Die drang naar een eigen identiteit loopt hand in hand met de opkomende steun voor de nationalistische Afrikaner politieke partij, de Nasionale Partij. Dit is de partij die in 1948 aan de macht komt

38 Ibidem, 108. 39 Dean Allen, ‘Beating them at their own game: Rugby, the Anglo-Boer War and Afrikaner nationalism, 1899- 1948’, The International Journal of the History of Sport 3 (2003) 39. 40 David R. Black en John Nauright, Rugby and the South African nation (Manchester 1998) 35. 41 Allen, ‘Beating them at their own game’, 49. 42 Nauright en Black, Grundlingh en Allen zijn hier voorbeelden van. 43 Allen, ‘Beating them at their own game’, 37. 19 in Zuid-Afrika en het beleid van apartheid invoert. De partij wordt ondersteund door het genootschap de Broederbond. De Broederbond is in 1918 in het geheim opgericht en streeft naar een aparte Afrikanerstaat. De Broederbond stimuleert het bewustzijn van Afrikaners door de nadruk te leggen op taal, religie, tradities, volk en de belangen van de Afrikaners. Ze werken nauw samen met de Nasionale Partij.44

In 1939 krijgen de Nasionale Partij en de Broederbond een kans om meer draagvlak te creëren onder de Afrikaners en de macht naar zich toe te trekken. Naar aanleiding van de Tweede Wereldoorlog en de aankondiging dat Zuid-Afrika aan de kant van Britten zal meevechten, ontstaat er een splitsing onder de blanke bevolking tussen tegenstanders van de oorlog en voorstanders, een splitsing die parallel loopt aan de scheiding tussen Afrikaners en Engelsen.45,46 Dit geeft de Afrikaners een aanleiding om hun vijandigheid naar het Britse Rijk te uiten. De Broederbond maakt er vanaf dat moment werk van om rugby tot een Afrikanersport te maken. Onder andere door hun eigen mensen te plaatsen op hoge posities binnen de rugbyinstanties. Als ze volledige controle hebben over alle instanties die betrokken zijn bij het rugby, zijn ze in staat om invloed uit te oefenen op de bredere sociale en politieke dimensies van de sport in Zuid-Afrika. Volgens Allen is rugby, met zijn duidelijk Engelse afkomst, vanaf dat moment toegeëigend door de Afrikaners en wordt het ingezet om de imperialistische hegemonie te ondermijnen.47

Maar waarom specifiek rugby? Het belang van de symbolische betekenissen die met rugby verbonden zijn, speelt hier een grote rol. Bijvoorbeeld de nadruk op kameraadschap en groepsgevoel en het idee dat er een collectieve dominantie moet ontstaan ten opzichte van de tegenstander.48 Het is een manier waarop Afrikaners hun specifieke kwaliteiten zoals robuustheid, uithoudingsvermogen, kracht en vastberadenheid kunnen laten zien.49 De Afrikaners zijn goed in rugby en dat draagt bij aan positieve beeldvorming. Het nationale elftal doet het erg goed in toernooien en daardoor gaan steeds meer Afrikaners de sport volgen, waardoor het weer makkelijker toegeëigend kan worden door de Afrikaners. De Springbokken hebben tussen 1903 en 1956 alle wedstrijden gewonnen of gelijk gespeeld en

44 Black, Rugby and the South African Nation, 62. 45 Allen, ‘Beating them at their own game’, 47. 46 Grundlingh, ‘playing for power’, 120. 47 Allen, ‘Beating them at their own game’, 53. 48 Black, Rugby and the South African Nation, 61. 49 Grundlingh, ‘playing for power’, 114. 20 hebben tot 1974 geen thuiswedstrijd verloren.50 Het is daarnaast een collectieve sport waarin strijd met nadruk op uithoudingsvermogen, kracht, snelheid en moed voorop staan. Daarnaast wordt het gezien als een sport voor de bovenlaag van de samenleving, een herensport. Daarmee vormt het een perfect middel om morele discipline in te prenten. Al deze kwaliteiten van rugby komen perfect van pas op het moment dat Afrikaners bezig zijn hun nationalistische identiteit te creëren en vervolgens te versterken. Met andere woorden, ze herkennen hun eigen identiteit, of hetgeen ze willen doen voorkomen als hun identiteit, in het rugby.51

De rol van rugby voor Afrikaners en de Afrikaneridentiteit wordt tijdens apartheid alleen maar versterkt. Men beschouwt rugby als een essentieel onderdeel van de Afrikaner samenleving. Dit verdwijnt niet na het einde van apartheid, en nog steeds, tot op de dag van vandaag, wordt de sport, ook vanwege een gebrek aan transformatie, beschouwd als een typisch Afrikaner sport.

50 Black, Rugby and the South African Nation, 34. 51 Grundlingh, ‘playing for power’, 113. 21

1.2.1. Symboliek en het Springbokembleem

In identiteitsvorming en natievorming spelen symbolen een grote rol. Dit is zeker het geval bij het Springbokembleem. Dit embleem is een punt van discussie na het einde van apartheid. Verschillende groepen in de samenleving hebben er verschillende oordelen over. Het embleem wordt voor het eerst gebruikt bij een tour van het nationale Zuid- Afrikaanse rugbyteam in 1906 door Engeland. Het wordt tot op de dag van vandaag beschouwd als een belangrijk symbool voor Afrikaners.52 Sportfans hechten in het algemeen veel belang aan emblemen want dat zijn symbolen die de identiteit van een team of een club representeren.53 Het probleem dat na het afschaffen van apartheid ontstaat is dat het symbool van de rugbysport ook het symbool van de Afrikaners is. En gegeven de historische context is het springbokembleem daarmee tegelijkertijd een symbool dat verwijst naar apartheid.

Vlak na het einde van apartheid, als er veel onzekerheid heerst voor Afrikaners en hun toekomst, komt dit probleem sterk naar voren. In 1991 wordt een anti-apartheid sportcommissie aangesteld die eist dat elke sportvereniging en elke sportbond ontwikkelingsprogramma’s implementeert om ongelijkheid recht te zetten. Positieve discriminatie in de lokale teamselectie en nieuwe vlaggen, liederen, kleuren en emblemen.54 Gezien het historische belang en de belichaming van de Afrikaner identiteit in rugby wordt het idee dat het embleem van de Springbok zou verdwijnen met veel vijandigheid en woede door de Afrikaners ontvangen.55

Volgens Nauright grijpen mensen ten tijde van snelle sociale, politieke en culturele veranderingen terug op elementen in hun historische culturele identiteit. Daar willen ze aan

52 Dean Allen, ‘Captain Diplomacy’: Paul Roos and the Creation of South Africa's Rugby ‘Springboks’ , Sport in History 4 (2013) 569. 53 John hunter, ´Flying the Flag: Identities, the Nation, and Sport´, Identities: Global Studies in Culture and Power 4 (2010), 416. 54 Booth, ‘Mandela and Amabokoboko´, 465. 55 Booth, The Race Game, 58. 22 vasthouden. Het zijn nostalgische herinneringen en reconstructies van een verleden van betere tijden toen hun wereld nog stabiel en overzichtelijk was. Voor Afrikaners is het springbokembleem in het collectief geheugen het symbool voor succes bij uitstek. Vandaar dat mensen zich vastklampen aan het springbokembleem tijdens deze onzekere periode begin jaren negentig, waarin veel blanke Zuid-Afrikanen angstig zijn over wat er gaat gebeuren.56 Enquêtes uit deze periode laten zien dat de blanke Zuid-Afrikanen bereid zijn om de vlag en het volkslied op te geven, maar er zijn er niet veel die het embleem van de Springbok willen opgeven.57

Aan de andere kant staat de sportcommissie met het standpunt dat het embleem van de Springbok te veel associaties heeft met pijnlijke herinneringen en dus moet verdwijnen. Zij willen dat de naam en het embleem van het team veranderen. Wat meehelpt in de strijd voor het behoud van het springbokembleem is dat de internationale pers het Zuid-Afrikaanse sportteam als springbokteam blijft aanduiden.58 Wat ook meespeelt is dat Mandela de blanke bevolking wil pacificeren en sport als een belangrijk hulpmiddel ziet om dit te bereiken. Om de blanke bevolking tegemoet te komen besluit men daarom in 1995 om het embleem van de Springbok te behouden. Dit geldt alleen voor het nationale rugbyteam en niet voor andere sportteams; die gaan over op het gebruik van de protea-bloem als nationaal embleem.59

Het embleem van de Springbok heeft tot veel discussie en debat geleid in Zuid-Afrika. De omgang met het verleden en daarmee de omgang met symbolen en emblemen die herinneren aan dat verleden zijn emotioneel beladen. Dat geldt zeker voor het Springbokembleem. Een groot deel van de zwarte bevolking beschouwt het als een herinnering aan apartheid, terwijl de blanke bevolking het als belangrijk onderdeel ziet van hun culturele identiteit. Vandaar dat ook rondom het wereldkampioenschap 1995 discussie is ten aanzien van het embleem.

56 Nauright, The Long Run to Freedom, 168. 57 C. Simpkins, ‘Let’s not scrap the Springbok, Mail & Guardian, 9 juni 1995, 1. 58 Booth, The Race Game, 108. 59 Nauright, Long Run to Freedom, 174. 23

2. Het wereldkampioenschap rugby 1995

Op deze prent gaat Mandela los bij de rugbywedstrijd van Zuid-Afrika tegen Australië, de openingswedstrijd van het wereldkampioenschap rugby 1995. Je ziet Mandela het Springbokteam toejuichen met de tekst dat de Springbokken geen Haka hebben (een ceremoniële dans uit Nieuw-Zeeland die voorafgaand aan wedstrijden wordt uitgevoerd op het veld), maar dat ze een Toi-Kaka doen (waarschijnlijk een verwijzing naar de Toyi-Toyi; een traditionele protestdans uit Zuid-Afrika). Naast hem zitten voormalig apartheidspresident F.W. de Klerk en vicepresident Thabo Mbeki. De Klerk maakt een opmerking tegen Mbeki over hoe serieus Mandela natievorming neemt. Het geeft aan hoe de pers aankijkt tegen de rol die Mandela toekent aan het wereldkampioenschap rugby en zijn poging om de natie te verenigen door middel van dit toernooi.

Vir die pres. Nelson Mandela was Donderdag [de openingsdag] ’n triomf. Nog nooit in die geskiedenis is ’n staatshoof met soveel feesvierende jubeling op ’n sportterrein

24

ontvang waar die skare oorwegend wit was nie. Die boodskap was onomwonde: al verskil ons politiek, kan ons saamstaan wanneer dit moet.60

Mandela heeft de lastige taak om, na een vreedzame transitie naar een democratisch land, de verschillende groepen met elkaar te verzoenen en een eenheid te creëren uit diversiteit. Dit probeert hij te bereiken door de introductie van het begrip regenboognatie en met behulp van dit politieke discours hoopt hij de verwachtingsvolle zwarte bevolking te unificeren met de achterdochtige Afrikaners en de rest van de blanke bevolking. De Afrikaners zijn erg onzeker over wat de toekomst zal brengen nadat ze hun macht zijn verloren.61 In de nieuwe regenboognatie komt de nadruk te liggen op een multiculturele samenleving waarin diversiteit een positief en karakteristiek kenmerk vormt. Mandela stelt zich hierbij op achter minderheden zodat deze zich ook betrokken voelen bij de nieuwgevormde, democratische staat. Met deze eenheid in diversiteit wil hij bereiken dat culturele verschillen niet worden ontkend maar dat deze juist als positieve factor gaan gelden. Het doel is volgens Welschen om de culturele diversiteit te erkennen en om dit te transformeren naar een bron van trots en eenheid waarin iedereen zich onderdeel voelt van de natie.62

En hoewel dit een mooi streven zou zijn, moet hierbij een kanttekening worden geplaatst. Er zit namelijk een vorm van tegenstrijdigheid in het discours van de regenboognatie. Want juist omdat de focus ligt op diversiteit komt de nadruk dus te liggen op verschillende raciale en etnische groepen. Dit lijkt vreemd aangezien het ideaal van de regenboognatie juist de nadruk legt op een non-raciale samenleving waarbij ras en etniciteit geen rol spelen. Er wordt dus de nadruk gelegd op de eigen culturele en etnische identiteit die samen gaat met andere culturele en etnische identiteiten binnen een non-raciale samenleving. Dat lijkt onmogelijk en hierin zit dan ook een tegenstrijdigheid.

Toch is het duidelijk dat het wereldkampioenschap rugby 1995 vaak wordt genoemd in combinatie met het ideaal van de regenboognatie. Dit komt volgens Van Der Westhuizen voort uit het sterke verband tussen grote sportwedstrijden en evenementen en de Zuid- Afrikaanse identiteit.63 Maar het heeft ook te maken met de rol die Mandela zelf speelt in de promotie van het wereldkampioenschap in combinatie met de regenboognatie. Hier is het

60 Schrijver onbekend, ‘Bok-koors pak S.A.’, Rapport, 28 mei 1995,1. 61 Johnston, Inventing the nation, 152. 62 Welschen, The country we are supposed to be, 82. 63 Van der Westhuizen, ‘Popular culture, discourse and divergent identities’, 46. 25 moment dat Mandela met springbokshirt en de bijbehorende pet het rugbyveld oploopt voor de finalewedstrijd symbolisch waarschijnlijk het meest belangrijke moment waarop de regenboognatie en rugby samenkomen. Dit moment wordt ook in veel literatuur aangehaald als een historisch belangrijk moment: waarbij de Afrikaners Mandela omarmen als hun president, en waarbij alle andere bevolkingsgroepen rugby accepteren en daarmee de Afrikaners accepteren.64

Sport wordt gebruikt om het discours van de regenboognatie te benadrukken, en dit werkt goed als er euforie is wegens behaalde overwinningen. Dat wil echter niet zeggen dat er een eenduidige nationale identiteit ontstaat door sportevenementen waarmee alle Zuid-Afrikanen zich identificeren. Nauright schrijft dat volgens hem niet een beeld ontstaat waarmee alle Zuid-Afrikanen zich kunnen identificeren, ondanks de pogingen van Mandela.65 Aan de andere kant moet ook niet onderschat worden dat zelfs een euforiemoment van groot belang kan zijn geweest in het natievormingsproces. De herinnering aan euforie en eenheid, zelfs voor een kort moment, kan bijdragen aan natievorming. En ook het besef dat er eenheid mogelijk is, ondanks alle verschillen, kan een sterke bindingsfactor zijn.66 Het is echter in Zuid-Afrika lastig om de verschillende groepen mensen samen te brengen. Sport kan een boost geven en zorgen voor een tijdelijk euforiemoment, die van belang kan zijn voor het natievormingsproces, maar er moet ook niet vergeten worden dat sport eerder luxe is dan noodzaak in een land als Zuid-Afrika.67

Ook tijdens het presidentschap van Mandela wordt langzaamaan duidelijk dat het uitroepen van verzoening en van een non-raciale samenleving in een regenboognatie niet automatisch leidt tot een nieuwe nationale orde met nieuwe waarden. De regering onder leiding van Mandela heeft vanaf 1994 de moeilijke taak om verdeelde groepen mensen te verenigen, de apartheidserfenis aan te pakken en de grote materiële ongelijkheid te verkleinen. En ook hierin zit iets tegenstrijdigs, want de herverdeling van rijkdom is nodig, maar houdt ook het risico in zich om de verzoening en de nadruk op eenheid in diversiteit te verstoren. Zo zal de

64 Booth, The Race Game, 206. Botma, ‘Lightning strikes twice’, 1. Steenveld en Strelitz, ‘The 1995 World Cup’, 609. Farquharson, ‘Transforming the Springboks’, 28. Höglund, ‘Reconciliation through Sports? The case of South Africa’, Third World Quarterly 4 (2008) 805. 65 Nauright, Long Run to Freedom, 181. 66 Welschen, The country we are supposed to be, 53. 67 Ibidem, 180. 26 blanke bevolking zich aangevallen voelen op het moment dat het aan rijkdom en status moet inleveren. De spanning tussen deze programma's – verzoening en herverdeling – is in toenemende mate een bron van strijd, zo schrijft Welschen.68 En deze spanning is ook te zien aan het sportbeleid. Volgens Nauright had het sportbeleid twee kanten op kunnen gaan na de overwinning van Mandela. Ten eerste had de focus kunnen komen te liggen op het ontwikkelen en verbeteren van sportfaciliteiten voor de meerderheid van de samenleving opdat meer mensen toegang hebben tot sport. De andere optie was om meteen weer op internationaal niveau deel te nemen aan sport en dus te investeren in topsport. Ondanks dat de eerste optie de participatiegraad had vergroot en meer draagvlak zou hebben gecreëerd, heeft het ANC voor de tweede optie gekozen omdat deze internationaal aantrekkelijker is en omdat Mandela hierdoor de blanke bevolking kon laten zien dat het nieuwe Zuid-Afrika ook hen erbij wil betrekken.69 Het wereldkampioenschap rugby 1995 is een van de eerste resultaten van dit beleid.

2.1. De Springbokken tegen de Wallaby’s: een viering van de regenboognatie

The game may be the first of the tournament, but it will be the most significant, because the losers will enter the knock-out half with England and New-Zealand; the two other sides with realistic hopes of victory. If the losers of the Cape Town opener make the final, it will be a great achievement. The winners of the game have a far easier route.70

De eerste wedstrijd van het toernooi wordt in de pers beschreven als zeer belangrijk. Niet alleen omdat Zuid-Afrika speelt tegen de titelhouder Australië en dit team wordt gezien als kanshebber, maar ook omdat dit de eerste keer is dat Zuid-Afrika participeert in een WK rugby. Daarnaast heeft de overwinnaar van deze wedstrijd een makkelijkere route naar de finale waardoor er hooggespannen verwachtingen zijn.

En deze hooggespannen verwachtingen leidden tot een uitbarsting van euforie nadat de wedstrijd wordt gewonnen door Zuid-Afrika met 27-18. Niet alleen het spel van de Zuid- Afrikanen wordt geroemd, maar er wordt vooral benadrukt dat de overwinning een viering is

68 Welschen, The country we are supposed to be, 86. 69 Nauright, Long Run to Freedom, 158. 70 S. Barnes, ‘A month to relish’, The Sunday Times, 21 mei 1995, 9. 27 van de regenboognatie en dat Zuid-Afrika is verenigd. Volgens de pers op dat moment kan de wedstrijd alleen overtroffen worden qua emotie en eenheidsvorming door de finale op 24 juni.

It was a day, oh what a day it was. With the eyes of the world on South Africa Rugby World Cup ’95 got off to a start as emotional as it was spectacular, as memorable as it was important and finally joyously, vibrantly and colourfully African. Mark the day down, May 25 1995. It will be remembered not only as one of the great moment in the embryonic history of our new democracy but as arguably the best victory in the annals of South African rugby. If ever there was a reason for one country to feel proud to be associated with one team this was it; an occasion of such good humour and such goodwill that it could only be surpassed by something equally spectacular at Ellis Park on June 24.71

En niet alleen de wedstrijd, maar ook de openingsceremonie en de openingsspeech van Nelson Mandela op dezelfde dag komen ruim aan bod in de pers. De ceremonie wordt achteraf in de pers bejubeld en beschouwd als een stap in de goede richting voor de regenboognatie en de nationale eenheid die door middel van het toernooi bereikt kan worden.

We cheered the dancers, the flags and the people who make up the rainbow nation. But most of all we were cheering for ourselves. These were our people, this was our country and we were putting on the greatest show in the world. I couldn’t believe that my natural reaction to the opening display, pride and joy at celebrating this day in our new South Africa, was being shared by the brandy swigging, foul-mouthed men alongside me. And when the nation’s most famous son [Nelson Mandela] welcomed our foreign visitors and declared the World Cup open, they cheered and hugged each other like kids.72

Maar hoewel de sfeer in de pers over het algemeen jubelend is, zijn er ook mensen die uitspreken dat er vooral niet te hard van stapel gelopen moet worden. Zo waarschuwt historicus Albert Grundlingh al ten tijde van het toernooi in een interview met Mail & Guardian om de verwachtingen niet te hoog te laten oplopen. Er moet volgens Grundlingh voorzichtig worden om gegaan met uitspraken met betrekking tot natievorming na de openingsdag.

71 D. Retief, ‘The greatest Springbok win’, The Sunday Times, 28 mei 1995, 6. 72 P. Malherbe, ‘Stand overflow with joy and pride at special victory’, The Sunday Times, 28 mei 1995, 3. 28

Given that the nation for whom the 'Springboks' are playing is not much more than a year old, I asked Grundlingh what he made of the win against Australia. “It is certainly encouraging that a certain section of whites – predominantly rugger-bugger as such – have taken warmly to Mandela as President,” he answered circumspectly. “It would be churlish to say nothing has changed but we must not be blinded by the transient euphoria of the opening game. What does the World Cup mean for the majority of people in squatter-camps and townships? We have to be very careful before we can see this as a successful nation-building exercise.” Did he nevertheless detect a longing for national unity behind the media hullabaloo? “I think one can say that it’s the early beginnings, a tentative grasping of a new national identity that may grow into something bigger.”73

Toch meent ook Grundlingh, na aandringen van de interviewer, dat het toernooi eventueel het begin zou kunnen zijn van de vorming van een nationale identiteit voor de Zuid-Afrikanen. Wat aansluit op het idee dat euforie het begin kan zijn van meer. Het is echter duidelijk dat Grundlingh daar niet zeker van is, en hij stelt terecht de vraag wat de rugbyoverwinning betekent voor de mensen die in de sloppenwijken wonen.

En ook de academische literatuur achteraf is niet altijd even positief als de opstelling van de pers over de openingsdag. Hoewel het hier dan voornamelijk gaat over de openingsceremonie, en niet de wedstrijd zelf. De wedstrijd zelf en de manier waarop dit in de pers is belicht komt nergens voor in de literatuur. Nauright neemt wel in The Long Run to Freedom een kritisch stuk over waarbij de openingsceremonie wordt omschreven als een vertoning van het toeristische Zuid-Afrika waarbij het lastige apartheidsverleden wordt genegeerd. De nadruk ligt op de uiterlijke vertoning – 'de safari' – en moeilijke en pijnlijke momenten uit de recente geschiedenis worden weggelaten.74 En Steenveld en Strelitz karakteriseren de speech van Mandela als zeer politiek beladen wegens de nadruk die wordt gelegd op de nieuwe regenboognatie en natievorming. Ze verbazen zich erover dat de speech indertijd zo goed is ontvangen.75

Toch is de pers euforisch na de eerste overwinning van het toernooi. Misschien een uitlaatklep na jarenlang niet te hebben meegedaan aan internationale sportevenementen wegens de

73 L. Alfred, ‘Playing for power with the ‘thing that is not round’, Mail & Guardian, 23 juni 1995, 7. 74 Nauright, Long Run to Freedom, 189. 75 Steenveld en Strelitz, ‘The 1995 Rugby World Cup and the politics of nation-building in South Africa’, 620. 29 boycot? Of misschien wordt het beeld vanuit de pers ook wel gevormd vanuit het regenboognatie ideaal dat Mandela nastreeft? In elk geval is het een zeer positief beeld na slechts een wedstrijd te hebben gespeeld. Toch is het extreme euforie moment voorbij en zakt het weg naar de achtergrond. Mede doordat er een aantal incidenten zijn die ervoor zorgen dat de fragiele steun voor rugby ondermijnt kan worden, zoals in de volgende paragrafen duidelijk wordt.

2.2. ‘Rugby is in the Afrikaner soul’76

Rugby stond bekend als een typische Afrikanersport en met het wereldkampioenschap in 1995 wordt geprobeerd dit patroon te doorbreken. Toch is ook duidelijk te zien in de pers dat er vaak wordt teruggegrepen op het idee dat rugby de sport is van Afrikaners, zowel door Afrikaners zelf als door andere bevolkingsgroepen. Hierbij is het interessant om te kijken naar de typische Afrikanerkrant Rapport, de meest uitgebreide rugbykrant van Zuid-Afrika.

Hoewel de regenboognatie geroemd wordt en vrijwel uitsluitend positief wordt beschreven, is er nog steeds sprake van een ‘wij’ versus ‘zij’ -opstelling. Dit is bijvoorbeeld te zien aan teksten als ‘sport moet ons volkie se moreel in die uur van benoudheid hoog hou’.77 Die benauwdheid gaat over de onzekerheid over wat de toekomst zal gaan brengen voor de Afrikaner gemeenschap in Zuid-Afrika nu ze niet meer de macht hebben. Deze onzekerheid wordt gevoed door de manier waarop andere blanke gemeenschappen in andere Afrikaanse landen zijn behandeld na het einde van de blanke overheersing.

Wegens deze onzekerheid wordt dan ook vaak teruggegrepen naar symboliek en nostalgie; een manier om te kunnen omgaan met de veranderende maatschappij. 78 Dit is te zien aan uitspraken als ‘was dit nie lekker om na ’n Springbok-oorwinning saam met vriende om ’n braaivleisvuur die hele wedstryd te herleef.’79 Waarbij de braai (eigenlijk een barbecue in het Afrikaans) wordt beschouwd als sociale-culturele Afrikaner traditie. Naast dit soort uitspraken zijn het Springbokembleem en de erecode van belang voor het behoud van deze symboliek en nostalgische herinneringen. Over het springbokembleem is tijdens en vlak na het toernooi nog geen definitieve beslissing genomen en er is veel discussie over in de pers. De erecode gaat

76 A. Brink, ‘South Africa;s dirty old habits die hard’, Mail & Guardian, 30 juni 1995, 3. 77 J. Coetzer, ‘Duur prys betaal vir SA se sport-euforie’, Rapport, 11 juni 1995, 3. 78 Nauright, Long Run to Freedom, 165. 79 F.D. Joubert, ‘Sportbeheptheid steeds misbruik’, Rapport, 04 juni 1995, 6. 30 over het disciplinaire spel dat wordt verwacht van het Springbokteam waardoor de waarden en eensgezindheid die de sport vertegenwoordigt in Zuid-Afrika worden versterkt.

In de pers is het Springbokembleem een discussie vanuit zowel de Afrikaners als de andere bevolkingsgroepen. Deze discussie bloeit op na de overwinning van wereldkampioenschap als het nationale sportcomité overweegt een beslissing te nemen over het springbokembleem. Deze beslissing wordt echter uitgesteld door de persoonlijke inmenging van Mandela, met hulp van onder andere aartsbisschop Desmond Tutu, minister van sport Steve Tswete en minister van natuurbehoud Kader Asmal. Deze laatste schijft het volgende in de Mail & Guardian:

They [people against the retention of Springbok] confer an unintended compliment upon the architects of apartheid. They deny that we, the victors, have the power to possess and transform the symbols of the past. Symbols are a battle ground, a terrain upon which we can win or we can lose. In rugby, we have won. All South Africa has won. (…) It requires a hermetic delirium to think that, in this context, Springbok symbolism could remain racist. The devil of old had, finally, been exorcised. The reason for retention is, simply, the genuine reconciliation that the step implies.80

Dit lijkt in grote lijnen ook het beleid te zijn van Mandela. Hij zet zich in voor het behoud van het Springbokembleem. De reden is dat hij gelooft dat het Springbokembleem in betekenis veranderd is door het wereldkampioenschap en dus gezien kan worden als een inclusief embleem. Emblemen en symbolen zijn niet statisch. Hun betekenis verandert en daardoor kunnen zij meehelpen een bepaald doel te bereiken. Het Springbokembleem kan na de overwinning van 1995 een positief Zuid-Afrikaans symbool worden.

Naast de positieve verhalen en de ondersteuning van het standpunt van Mandela, geeft de pers ook de visie van de tegenstanders weer. Tegenstanders vinden niet dat het embleem nu kan dienen als een symbool van het nieuwe Zuid-Afrika. Hieronder is Sango Menye met een ingezonden reactie een voorbeeld van de tegenstanders.

Although I am confident in President Nelson Mandela’s leadership, my loyalty is not blind: I am diametrically opposed to Mr Mandela’s support for the South African rugby team’s springbok emblem. It should be remembered that South African rugby has been

80 Kader Asmal, ‘Let’s steal the Springbok from Verwoerd’, Mail & Guardian, 28 juli 1995, 1. 31

the sporting code that has been most vocal in its support of maintaining the symbols of our inhumane past. (…) Let us always remember that reconciliation and nation- building is a two-way process. It demands commitment from both black and .81

Er is een grote groep onder het zwarte establishment die het idee hebben dat Mandela zich te snel heeft laten ompraten door de blanke rugbywereld om zijn steun uit te spreken voor het springboksymbool en dat er te weinig rekening wordt gehouden met mensen die het symbool kwetsend vinden.

En hoewel in de academische literatuur vooral wordt gekeken naar de manier waarop het embleem verandert van een uitsluitend symbool naar een inclusief Zuid-Afrikaans symbool, is er af en toe in de literatuur ook kritiek. Booth is hier erg duidelijk in door te zeggen dat het embleem een raciaal beladen embleem zal blijven tot het daadwerkelijk is overgenomen door de zwarte bevolking in Zuid-Afrika. Een goed begin om dit te bereiken is volgens hem een gelijk aantal zwarte en blanke spelers in het nationale Springbokteam, iets wat nog lang niet is bereikt.82

Aan de andere kant schrijft Nauright dat Mandela met zijn steun voor het embleem wil laten zien aan de Afrikaners dat ze ook onderdeel zijn van de nieuwe regenboognatie.83 Maar hoe zit dat dan met de mensen die het symbool kwetsend vinden en zien dat het symbool mag blijven? Het is duidelijk dat in deze kwestie niet een keuze gemaakt kan worden die iedereen tevredenstelt. Mandela heeft gekozen om de Afrikanerbevolking te steunen in het behoud van het embleem omdat hij denkt dat dit de betekenis van de Springbok kan veranderen ten goede voor de regenboognatie. Andere symbolen als de vlag en het volkslied worden wel verandert.

2.2.1. De Erecode

Maar niet alleen het embleem heeft gezorgd voor twijfels bij veel mensen. Ook de essentie van de sport rugby, een hard en ruw spel, wordt beschouwd als een bijzondere keuze om de regenboognatie te representeren. En kan een team van sporters, nog praktisch geheel bestaand uit blanke spelers, deze representatieve rol wel aan?

81 Sango Menye, ‘we musn’t reward rugby for resisting change’, The Sunday Times, 09 juli 1995, 3. 82 Booth, The Race Game, 221. 83 Nauright, Long Run to Freedom, 167. 32

South Africa’s rugby World Cup squad members have taken an oath. In the interests of disciplined and focused approach, the players have each sworn to abide by a code of honour which will determine their every move. Aware of the tendency of certain Springboks to lose self-restraint, Du Plessis and captain Francois Pienaar have placed the emphasis on moral integrity and loyalty.84

De erecode van het rugby in Zuid-Afrika kan worden gekoppeld aan de toe-eigening van rugby door de Afrikaners die in het eerste hoofdstuk is beschreven. Het is gerelateerd aan het idee van groepsgevoel en kameraadschap en de manier waarop bepaalde kwaliteiten zoals kracht en vastberadenheid als belangrijk worden beschouwd. Rugby is een perfecte manier om morele discipline in te prenten. In 1995 lijkt het erop dat deze waarden niet meer worden gezien als specifiek onderdeel van de Afrikanercultuur. Dat is het gevoel dat Mandela wil creëren met het WK rugby: de waarden verbonden met de erecode gelden voor alle bevolkingsgroepen. Toch wordt het Zuid-Afrikaanse team van tevoren niet zonder meer beschouwd als een team dat zich altijd aan de erecode houdt en netjes speelt.

Donderdag kon mense wat die Springbokke sedert hul terugkeer tot internasionale rugby noukeurig volg, hulle oë nie glo. Slegs ses strafskoppe is teen die Bokke toegeken teenoor die agt keer wat Australië gestraf is. En van vuisgevegte, rammetjie-uit-nek- geit, geniepsighede en blatante vuil spel, was daar net geen teken nie. Dit is skoon by die agterdeur uit.85

Opvallend in dit citaat is dat het aangeeft dat er niet wordt geloofd dat de Springbokken zo weinig strafschoppen tegen krijgen. Kennelijk is men wel wat anders gewend. Maar nu is er geen sprake van vuistgevechten of andere vormen van vuil spel. Hoewel Zuid-Afrika deze eerste wedstrijd tegen Australië mooi, eerlijk en gedisciplineerd speelt, lijkt dit af te nemen naarmate het toernooi vordert. In de derde wedstrijd, tegen Canada, ontstaat er een ruzie tussen twee Canadese spelers en een Springbokspeler en worden ze alledrie van het veld gestuurd.

The fact that South Africa advanced to the quarter-finals of the Rugby World Cup was almost forgotten as their Test against Canada came to an explosive and shameful

84 D. Retief, ‘Springboks bound by tough code of honour, The Sunday Times, 14 mei 1995, 6. 85 Schijver onbekend, ‘Bokke bewys hulle kan skoon speel’, Rapport, 28 mei 1995, 5. 33

ending. Three players, James Dalton of South Africa and two Canadian players, were sent off by the referee in the 34th minute of the second half.86

Baie moeilik om ´n wedstrydverslag te skryf oor ´n wedstryd wat vir duisend redes onthou gaan word voordat enigiemand gaan onthou dat daar rugby gespeel is ook. 87

De pers benadrukt dat het niet goed is voor het imago van Zuid-Afrika als er vuil spel wordt gespeeld. Voordat de halve finale wordt gespeeld tegen Frankrijk ligt Zuid-Afrika zelfs bijna uit het toernooi vanwege disciplinaire fouten:

The greatest fear among the Springboks was that if Bevan [de scheidsrechter] abandoned the match in the first half because of conditions had become unplayable, they would lose on a technicality of their poorer disciplinary record.88

Bijzonder is dat het Zuid-Afrikaanse team bijna uit het toernooi ligt wegens disciplinaire fouten terwijl deze erecode juist is opgesteld om te voorkomen dat ze zulke fouten maken. Hoewel mannelijkheid en kracht kenmerken zijn van rugby, ligt de nadruk op discipline en zelfbeheersing waardoor het een respectabele sport is. Het Zuid-Afrikaanse team wil zich ook opstellen als een team dat de erecode nastreeft, alleen lijken ze er niet altijd in te slagen. Een vroege uitschakeling vanwege ondisciplinair gedrag zou schadelijk geweest zijn voor het natievormingsproces. En hoewel de erecode goed en edelmoedig klinkt, kan het ook leiden tot onrust op het moment dat deze waarden wegvallen door vuil spel. Toch gebeurt dat hier niet en neemt de pers het op voor het Zuid-Afrikaanse rugbyteam, samen met Mandela en het ANC. Toch is er een incident dat wel potentieel erg schadelijk had kunnen zijn voor het Springbokteam. Komen ze hier wel mee weg?

2.2.2. Smet op de regenboognatie

The trouble with slurs is that they tend to linger. The case of Joost van der Westhuizen being branded the originator of racial taunts directed at the West Samoans is just such a case. Of all the negative things which have been said about the South African team at

86 D. Retief, ‘Dalton send-off blow for Boks’, The Sunday Times, 4 juni 1995, 6. 87 L. de Villiers, ´Slag van Boet Erasmus!´, Rapport, 4 juni 1995. 88 C. van der Berg, ‘Muddy Marvelous’, The Sunday Times, 18 juli 1995, 1. 34

present pursuing the holy grail of the William Webb Ellis Trophy, this is by far the most potentially damaging.89

Als gebleken was dat Van der Westhuizen inderdaad racistisch gedrag had vertoond, zou dit zeker schadelijk geweest zijn. Racisme is in Zuid-Afrika een gevoelig onderwerp, en al helemaal bij rugby. Rugby had een belangrijke rol gekregen in de verzoening, zeker na de openingsceremonie en het optreden van Mandela. De fragiele regenboognatie zou wankelen als een speler terecht zou zijn beschuldigd van het maken van racistische opmerkingen. Zeker omdat het team onder de banner ‘one team, one country’ bevolkingsgroepen probeert samen te brengen.

Opvallend is dat de pers nauwelijks ingaat op het incident. Dit kan te maken hebben met de manier waarop de pers wordt beïnvloed door de politiek in Zuid-Afrika. En het had ook potentieel heel schadelijk kunnen zijn voor het natievormingsproces en de regenboognatie. Toch ontwijkt de pers het incident. Het enige artikel waar wel uitgebreid ingegaan wordt op de situatie is een artikel in de Mail & Guardian waarin ook duidelijk beschreven wordt hoe schadelijk het had kunnen zijn voor het rugbyteam en de nieuwe regenboognatie. De columnist neemt het echter meteen op voor van der Westhuizen.

Being branded a racist, even if this was fuelled by some sleazy insinuations and some very leading questions from a Kiwi journalist, is a different matter altogether. It impacts not just on Van der Westhuizen, but the game he plays, the home language he speaks, the squad he is part of and the nation this side has been so proud to represent under the banner of “One team. One Country”90

Duidelijk is dat de columnist het opneemt voor het Springbokteam door te zeggen dat de ‘kiwi journalist’ suggestieve vragen stelt. Het is echter behoorlijk suggestief dat de schrijver termen als ‘kiwi’ journalisten gebruikt. Het zou het best zo kunnen zijn dat dit soort verdachtmakingen van ‘kiwi’ journalisten dienen om het spel van het Springbokteam te beïnvloeden. Maar een eventuele schuldvraag wordt meteen weggevaagd door de schrijver. Deze gaat echter nog verder door te zeggen:

Van der Westhuizen and South African rugby deserve better than to be tarred with a racist brush in so cavalier a fashion. One can hardly believe that Van der Westhuizen

89 J. Swift, ‘Stain that will be hard to remove’, Mail & Guardian, 15 juni 1995, 3. 90 J. Swift, ‘Stain that will be hard to remove’, Mail & Guardian, 15 juni 1995, 3. 35

could have said anything vaguely approaching what the wild allegations would have him uttering. It is simply beyond belief.91

De Mail & Guardian gaat er vanuit dat het allemaal onzin is en dat het niet waar kan zijn dat een speler van het rugbyteam van de regenboognatie racistische opmerkingen maakt. Ook een kort artikel in The Sunday Times gaat kort in op de eventuele racistische opmerkingen van een Zuid-Afrikaanse speler, maar ook hier wordt meteen overgestapt naar een ander onderwerp.

So before we get caught up in making sweeping generalisations about ill-mannered, or even racist, South African rugby players, let’s pause for thought. Chester Williams. Now there’s a man any country would be proud of.92

Het snelle overstappen op een ander, positief onderwerp geeft de gevoeligheid aan van dergelijke racistische beschuldigingen. Het artikel stapt niet over op een willekeurig ander onderwerp, maar op Chester Williams, de enige gekleurde speler van het regenboogteam. Nu heeft dit deels ook te maken met het feit dat Williams vier try’s scoort in de wedstrijd tegen West-Samoa en Williams dus een goede wedstrijd speelt. Bovendien is het de eerste wedstrijd waarin Williams speelt want bij eerdere wedstrijden was hij geblesseerd. Maar het blijft opmerkelijk hoe de pers het onderwerp van de beschuldiging van racistische opmerkingen vermijdt. En ook de acceptatie van het feit dat er slechts een gekleurde speler in het team speelt is opvallend. Dat kan te maken hebben met de acceptatie vanuit de overheid, die voortkomt uit de beloftes van de rugbyunie om de sport na het WK te transformeren. Maar het heeft ook grotendeels te maken met het feit dat Zuid-Afrika de wedstrijden wint, en een team dat wint zal minder snel kritiek krijgen.

2.3. ‘How rugby scored a try for the new South Africa’93

Hoewel in de afgelopen paragrafen voornamelijk is gekeken naar de opvallende verhalen die hadden kunnen leiden tot een negatieve houding ten aanzien van rugby, is dat het gehele toernooi niet of nauwelijks gebeurd. En na de overwinning van de finale is de stemming in de pers, evenals na de eerste wedstrijd in het toernooi, euforisch. De Springbokken zijn wereldkampioen en winnen de wedstrijd (na verlenging) met 15 tegen 12 van de favoriete All

91 Ibidem. 92 Martin Gillingham, ‘Battered Boks end up on the back foot’, The Sunday Times 11 juni 1995, 6. 93 J. Swift, ‘How rugby scored a try for the new South Africa’, Mail & Guardian, 23 juni 1995, 2. 36

Blacks uit Nieuw-Zeeland. De pers bevestigt dat dit toernooi kan leiden tot natievorming en verzoening tussen verschillende bevolkingsgroepen.

It is a fact generally accepted that sport mirrors life, and especially the society in which it exists. In sport there is heroism, disappointment, high drama, even moments of embarrassment and sheer boredom. Sport very rarely runs a smooth path to a pre- conceived plan. Yet there is something poetically symmetrical about the structure of Rugby World Cup 1995, and in particular with its top and tail. As for the top, those fortunate enough to have been at Newlands on May 25 for the emotive rugby clash between South Africa and Australia will speak of a memorable day forever etched in the memory. If that opening encounter was scripted close to perfection, then the same can certainly be said of the tail: this Saturday’s key final.94

Als het zo is dat sport een weerspiegeling is van de maatschappij dan valt er veel te zeggen over de rol van rugby in Zuid-Afrika. Het is inderdaad zo dat, kijkend naar het beeld in de pers, de openingswedstrijd en de finale hebben geleid tot vieringen van de regenboognatie in Zuid-Afrika. Zo wordt er in Rapport geschreven dat ‘politiek en rasse-verskille moes wyk voor ’n ongekende samehorigheidsgevoel’.95

De eerste stappen naar het uiteindelijk doel, de regenboognatie, zijn gezet. En hoewel de strijd nog niet voorbij is, is er hoop voor de toekomst na het wereldkampioenschap. Het staat wijd en zijd bekend als een evenement waarbij de eerste stappen in het natievormingsproces zijn gezet.96 En dat beeld wordt kijkend naar de kranten na de overwinning bevestigd.

‘Yesterday, tears flowed like rain. All of them were tears of pride. Because together we achieved a far greater victory than the winning of the cup. We earned the right to play for it.’97

‘All Blacks v the rainbow nation. The dream final – the single mindedness and skill of the All Blacks against the ‘one team, one nation’ determination of South Africa.’

94 M. Lampart-Stokes, ‘Meads’ memories of a great rivalry’, Mail & Guardian, 23 juni 1995, 4. 95 Schrijver onbekend, ‘Die sin van rugby’, Rapport, 25 juni 1995, 5. 96 van der Merwe, ‘Political Analysis of South Africa’s Hosting of the Rugby and Cricket World Cup’, 73. 97 Lion Lager reclame, The Sunday Times, 25 juni 1995 5. 37

Er wordt hier niet alleen geschreven over het rugbyteam en de overwinning, maar vooral ook benadrukt dat het een overwinning is voor allen in Zuid-Afrika. En dat het een overwinning is die belangrijk is voor het land.

‘It was a thrilling victory for South Africa who reaffirmed their position as the world’s best team three years after their return from international isolation. The importance of the occasion and the immense fervour which has surrounded the Springboks throughout their world cup campaign ensure it will be remember as the greatest day in South African sporting history.’

En zo wordt het in de academische literatuur ook vaak weergegeven. De overwinning van het wereldkampioenschap rugby 1995 heeft geleid tot verzoening in het hele land, waarmee de eerste stappen zijn gezet voor het ideaal van de regenboognatie. Zo schrijft Nauright: ‘The 1995 World Cup was a pivotal event in the beginnings of forming a new national identity in post-apartheid South Africa.’98

Toch is af te vragen of hier sprake is van de negentigminutennationaliteit zoals dat wordt genoemd. Zeker omdat er al snel na de overwinning kritiek opkomt in de pers ten aanzien van rugby, en specifiek het rugbybeleid.

2.4. Griffiths en de transformatie van rugby

Edward Griffiths, chief executive of SARFU, said that a large part of SARFU’s share of the cash injection would be channelled to the development of rugby in under-privileged areas. “The World Cup has given rugby an enormous boost. The profile of our game has never been higher, entire communities have become enthralled by and receptive to the game and we intend to take full advantage,” he said.99

Edward Griffiths, directeur van de South-African Rugby Football Union (SARFU) en onder andere de bedenker van de slogan ´one team, one country´, heeft uitspraken gedaan over ontwikkelingen in het rugby. Zoals hierboven staat aangegeven wil Griffiths investeren in de ontwikkeling van rugby en aanhaken op het momentum van de overwinning. Een van de

98 Nauright, The Long Run to Freedom, xi. 99 D. Retief, ‘‘into a mega-bok world’, The Sunday Times, 25 juni 1995, 7. 38 manieren om deze ontwikkeling tot stand te brengen is volgens Griffiths het invoeren van een quotasysteem in alle lagen van het rugby, met twee uitzonderingen: de Currie Cup en het nationale Springbok team. Alle andere teams moeten minstens zeven zwarte spelers opnemen in een team van vijftien man in totaal.

Dit voorstel stuit op veel kritiek, ook binnen de rugbyunie zelf. Veel mensen, en dan vooral de Afrikaners, vinden het niet nodig dat er op basis van quota wordt geselecteerd. Ze hebben het idee dat er vooral tijd nodig is omdat de kwaliteit van het spel te veel zou afnemen door invoering van quota: ‘Suid-Afrika kan ‘n reënboog-rugbyspan vir ’n Regenboognasie kies sónder dat hij voorgeskryf word, dankie.’100 Dit is een onderwerp dat veel besproken wordt in de pers. Er zijn verschillende visies. De nationale sportcommissie is voorstander van de invoering van quota om de sport daadwerkelijk te laten transformeren tot een Zuid-Afrikaanse sport die inclusief is voor alle bevolkingsgroepen.101 De minister van sport, Steve Tshwete, en het ANC staan ook achter het besluit, mits het op goede wijze wordt toegepast.

Sports Minister Steve Tshwete says’ affirmative action in sports selection has to be applied as soon as possible. “For example in rugby I am hoping that blacks will get a chance to get into the South African team well in advance of the next World Cup tournament.” The Mininster said affirmative action would definitely not be a placatory gesture. “We definitely do not want a situation where black people are put into squads just because of the colour of their skin.”102

Het moet dus niet zo zijn dat spelers alleen worden geselecteerd vanwege hun huidskleur, maar ze moeten gekozen worden op basis van hun talent en hun goede rugbyspel. Op het moment dat dit niet wordt gedaan zullen deze spelers altijd bestempeld worden als ‘quotaspelers’. Met de steun van de overheid wil Griffiths dus een nieuwe koers varen in de manier waarop rugby ontwikkeld wordt in Zuid-Afrika. Toch blijkt dat het lastig is om dit daadwerkelijk te bereiken, zeker omdat Griffiths een machtige vijand heeft: Louis Luyt, de president van de SARFU.

Edward Griffiths, chief executive of the South African Rugby Football Union, has justified his decision to push for affirmative action in rugby – despite criticism from

100 Joe Venter, ‘Kwotas onnodig in rugby’, Rapport, 16 juli 1995, 1. 101 C. van der Berg, ‘NSC support quota system’, The Sunday Times, 30 juli 1995, 2. 102 Schrijver onbekend, ‘affirmative action in sports selection soon, says Tshwete’, The Sunday Times, 21 mei 1995, 7. 39

union president Louis Luyt. Mr Luyt said: “he is not the decision maker… it is a pity he made these statements without first consulting the executive"103

Luyt is van de oude stempel en was al hoofd van de SARFU ten tijde van apartheid. En ook in de academische literatuur wordt vaak ingegaan op de rol van Luyt binnen rugby. Zo laat Nauright zien dat Luyt voortdurend de mensen ontslaat die het niet met hem eens zijn.104 Ook Griffiths wordt hier de dupe van en verliest zijn baan een halfjaar na het wereldkampioenschap. Luyt lijkt de kwaliteit van het spel belangrijker te vinden en wil dat niet opgeven om de sport te laten ontwikkelen voor alle bevolkingsgroepen in Zuid-Afrika. Door deze tegenstand vanuit de gehele rugbyunie blijft de ontwikkeling van de sport op het hoogste niveau achter. Hoewel het beoogde quotasysteem van Griffiths wel wordt doorgevoerd is de toestroom naar de top grotendeels blank. Zo is Chester Williams de enige gekleurde speler voor de Zuid-Afrikaanse Springbokken tot 1997. Daarnaast komt de beloofde implementatie van rugby in de sloppenwijken de eerste jaren na het wereldkampioenschap nog nauwelijks van de grond, volgens Nauright.105 Het wordt daardoor lastig voor de politiek om rugby te blijven steunen. Dat is bijvoorbeeld te zien bij Mandela en Tshwete die hun best doen om sport te promoten als een belangrijk onderdeel van natievorming maar hun openlijke steun aan rugby intrekken omdat de gemaakte beloftes niet worden nagekomen. Zo speelt bijvoorbeeld het nationale elftal in 1996 een wedstrijd in Zuid- Afrika waarbij Mandela niet aanwezig is.106 Volgens velen zit rugby nog teveel vast in oude patronen en komt dat door personen als Louis Luyt die de macht naar zich toetrekken. De beloofde veranderingen worden in elk geval niet naar behoren doorgevoerd en aan de raciale representatie, een belangrijk onderdeel van deze verandering, lijkt weinig te veranderen.

Toch blijkt uit zowel de literatuur als de pers dat het wereldkampioenschap rugby heeft geleid tot een verzoenend moment. En voor Zuid-Afrika zijn deze momenten tot op heden schaars, waardoor het van belang is voor het natievormingsproces. Wat hierbij vooral opvalt is ook de steun vanuit de pers tijdens het WK 1995. Want hoewel meerdere verhalen en onderwerpen, het Springbokembleem, de erecode en beschuldigingen van gemaakte racistische opmerkingen, de fragiele steun hadden kunnen ondermijnen is dat niet gebeurd. Heeft dit te maken met de persoonlijke steun van Nelson Mandela? Of komt dit voort uit de hoop dat

103 C. van der Berg, ‘Sarfu chief demands affirmative action plan’, The Sunday Times, 16 juli 1995, 3. 104 Nauright, Long Run to Freedom, 184. 105 Ibidem, 180. 106 Ibidem. 40

Zuid-Afrika daadwerkelijk een verenigde natie kan zijn? En is het mogelijk om dit moment te herleven op het moment dat Zuid-Afrika wederom de wereldtitel rugby wint in 2007? Daar wordt naar gekeken in het volgende hoofdstuk.

41

3. Het wereldkampioenschap rugby 2007

“I’m trying not to cry. It’s amazing and been worth every single second. We had 45 million South Africans and the rest of the world shouting for us”. Aanvoerder John Smit, 2007107

“You had 65,000 South Africans with you here today... tremendous support!” “David we didn’t have 65,000 South Africans, we had 43 million South Africans.” Aanvoerder Francois Pienaar, 1995108

Dit zijn de reacties van aanvoerder John Smit na de overwinning van de finale in 2007 en die van Francois Pienaar na de overwinning van 1995. Het wordt nergens anders genoemd, maar lijkt wel op elkaar. In beide gevallen wordt de nadruk gelegd op de eenheid van alle Zuid- Afrikanen. Maar ook een andere uitspraak van Smit tegen Rapport is opvallend. Hij zegt ‘ek voel absolute trots, veral nadat pres. Thabo Mbeki ons agterna in die kleedkamer bedank het vir ons bydrae om Suid-Afrika ’n beter plek te maak’.109 Twaalf jaar eerder benadrukt Pienaar het bijzondere gevoel als president Mandela de kleedkamer inkomt. The Sunday Times schrijft in 1995:

‘Pienaar thanked President Mandela for his contribution. “When he came into the change room wearing the Springbok No 6 jersey I was honoured. When he presented the trophy he said ‘thank you for what you have done for South Africa’. I said to him ‘no mr president, thank you for what you have done for South Africa’.110

Misschien neemt Smit onbewust onderdelen van de bekende uitspraken van Pienaar over. De overeenkomst is in elk geval opvallend. Belangrijk is dat Smit evenals Pienaar benadrukt dat de overwinning meer is dan een sportoverwinning alleen. Het is van belang voor iedereen uit Zuid-Afrika en met de komst van de president die het team bedankt voor de bijdrage aan een beter Zuid-Afrika krijgt dit extra nadruk.

107 Sunday Times reportes, ‘Olé, Olé, Olé… the happy people!’, The Sunday Times, 21 oktober 2007, 3. 108 D. Retief, ‘Pienaar thanks a nation’, The Sunday Times, 25 juni 1995, 10. 109 J. Harmse, ‘Mandela aan SA span”’ons is ’n wennasie’’, Rapport, 21 oktober 2007, 2. 110 C. van der Berg, ‘Our most glorious day’, The Sunday Times, 25 juni 1995, 18. 42

Toch kiest de pers een wat ander uitgangspunt. Er wordt vaak terugverwezen naar 1995, zeker naarmate het toernooi vordert en Zuid-Afrika kans maakt om het toernooi wederom te winnen. Je zou verwachten dat voornamelijk Rapport als grootste rugbykrant vaak de overwinning uit 1995 ophaalt. Toch is dat niet het geval. Hoewel de vergelijking met 1995 af en toe wordt gemaakt, is de krant voornamelijk bezig het toernooi te verslaan. De Mail & Guardian en The Sunday Times halen 1995 vaker aan, waarbij het vooral gaat over de lessen die geleerd kunnen worden en het verschil in gevoel. Vaak wordt 1995 als belangrijk onderdeel van de natievorming beschouwd en gaat het in 2007 voornamelijk om de sport zelf:

‘That triumph [1995] was about igniting the country’s capabilities to unite and grow as a new member of the global community. This victory was purely about rugby.’111

‘History may be bunk, but whatever happens on Saturday it can’t hope to rival 1995. Remember when the Sowetan hit the streets on the day before the final with the headline “All blacks want South Africa to win the World Cup”? And remember the spontaneous cheering that began when Nelson Mandela first appeared on the Ellis Park pitch wearing a Springbok jersey with the number six on the back? (...) It is only a game and the difference between now and 1995 is that the result won’t be bandied around as an example of nation-building.’112

Dit stukje geeft aan dat de symboliek en betekenis van het evenement in 2007 geheel anders ligt dan in 1995 waar Mandela overweldigende steun krijgt van de Afrikaners als hij met Springbokshirt het veld op loopt en waar de zwarte pers voor het eerst openlijk steun uitspreekt voor het nationale rugbyteam. Tijdens het toernooi is de voorspelling dat het euforie-gevoel dat ontstaat na de overwinning in 1995 niet herhaald zal worden als Zuid- Afrika het toernooi in 2007 wint.

Richting de finale en al helemaal na de overwinning van Zuid-Afrika verandert de toon en wordt voornamelijk teruggekeken naar 1995 om te waarschuwen niet te vervallen in oude patronen met te veel optimisme en euforie omdat dit alleen maar tot teleurstellling zal leiden: ‘After the 1995 victory all sorts of pronouncements – made with sincere felt intentions, but

111 S. Xabanisa, ‘Percy shows no mercy as he kicks mighty Springboks to victory’, The Sunday Times, 21 oktober 2007, 5. 112 A Capostagno, ‘Back for seconds, ‘Mail & Guardian, 19 oktober 2007, 3. 43 sadly very naive – claimed that the spirit of reconciliation had arrived. Yet we all know what soon happened when reality brought us down to earth’.113

Ook de minister van sport, Makhenkesi Stofile, die zich eerder negatief uitlaat over rugby, zegt in een reactie na de overwinning ‘Ons oorwinning in die Wereldbekerreeks van 1995 het ons die geleentheid gegee om te sien wat Suid-Afrika kan wees. Ons het nie daarop voortgebou nie. Mag ons nou nie weer dieselfde fout begaan nie.’114

Er wordt in de pers op verschillende manieren teruggekeken naar 1995. Tijdens het toernooi door te zeggen dat het moment niet meer op dezelfde manier beleefd zal worden als in 1995. Direct na de overwinning is er wel sprake van euforie in de pers. Dit is herkenbaar en vergelijkbaar met de euforie van 1995, maar meteen komen er waarschuwingen. Er moet vooral worden teruggekeken naar 1995 om te leren van de fouten die toen zijn gemaakt. Daarbij is het vooral zaak om op te passen niet te veel maatschappelijk belang toe te kennen aan de overwinning.

Dit zou ook een oorzaak kunnen zijn waarom er weinig tot geen academische literatuur beschikbaar is over het wereldkampioenschap rugby 2007. Zelfs in Nauright’s The Long Run to Freedom waarvan in 2010 een herziende versie wordt uitgebracht, wordt de overwinning van het rugbykampioenschap in 2007 slechts een keer kort genoemd. De symboliek, euforie en toegewezen rol in het natievormingsproces zijn duidelijk veranderd. Heeft dit te maken met teleurstelling wegens de hoge verwachting van het WK in 1995? Of zijn er andere oorzaken die meespelen, bijvoorbeeld omdat er vanuit de overheid minder steun is voor de sport?

3.1. De schaduw van Mandela

Ook wordt in de pers in 2007 vaak teruggekeken naar de rol van Mandela in het toernooi van 1995 in vergelijking met die van de politici twaalf jaar later. Een artikel uit The Sunday Times geschreven door Mark Gevisser gaat in op de schaduw van Mandela die over Mbeki hangt. Hij meent dat het een opluchting moet zijn geweest voor Mbeki dat de Springbokken hebben

113 T. Hoeane, ‘It’s time to start talking about race’, The Sunday Times, 28 oktober 2007, 6. 114 M. Stofile, geen titel, Rapport, 28 oktober 2007, 7. 44 gewonnen. Een verlies van de finale zou door de media gebruikt kunnen worden als een symbool voor het falende leiderschap van Mbeki:

‘But there was another more troubling difference between 1995 and 2007. Madiba had used the World Cup final to perform for the world his rainbow vision of reconciliation. Now, with the violent murder of one of the country’s biggest music stars, Mbeki was forced to talk not just about a nation capable of victory and excellence but about the devastating crime epidemic crippling his country.’115

Dit stukje geeft aan dat door een gewelddadige gebeurtenis – de roofmoord op muziekster Lucky Dube vlak voor de finale – Mbeki na de finale niet volledig kan profiteren van het succes van het Springbokteam en de nadruk kan leggen op een positief beeld van de natie. Gevisser is echter de enige die dit in een artikel in de pers noemt. Meestal wordt benadrukt dat Mbeki niet hetzelfde kan bereiken als Mandela omdat hij simpelweg niet Mandela is. Het algemene beeld van Mbeki is minder succesvol als dat van Mandela. Dat heeft grotendeels te maken met de rol die Mandela heeft toegewezen gekregen als martelaar voor zijn gevangenschap en held in de bevrijding. Daarnaast is Mandela een enorm charismatisch persoon en gemakkelijk lief te hebben. De ‘Madiba Magic’ zoals deze ook wel wordt genoemd.116

Toch is volgens Johnson deze ‘Madiba Magic’ versterkt omdat Mandela op het goede moment uit de politiek is gestapt. Hierbij is het citaat van Enoch Powell van toepassing:

‘All political lives, unless they are cut off at midstream at some happy juncture, end in failure, because that is the nature of politics and human affairs’.117

3.2. Mbeki en de Afrikaanse Renaissance

Thabo Mbeki wordt op het moment dat hij het roer overneemt belast met de druk om resultaten te leveren. Waar Mandela in zijn politieke agenda de nadruk legt op verzoening en eenheid, moet Mbeki resultaten laten zien en een solide economische fundering garanderen. De vraag naar verandering is groot en dat is precies wat Mbeki met zijn politieke discours, de

115 M. Gevisser, ‘For a manic-depressive nation it’s euphoric victory or hellish despair’, The Sunday Times, 28 oktober 2007, 4. 116 Alexander Johnston, Inventing the nation, South Africa (London 2014) 148. 117 Ibidem. 45

Afrikaanse Renaissance, gaat proberen als hij in 1999 het presidentschap officieel overneemt. De focus ligt op sociaaleconomische veranderingen.118 Onderstaande reactie van bisschop Desmond Tutu op de overwinning van het wereldkampioenschap rugby geeft een overzicht van wat dit beleid inhoudt.

Viva AmaBokoboko. Fantastic! That image of the Springboks carrying our president shoulder high; wasn’t that just something? That spoke volumes about our beautiful land, our Rainbow Nation and its potential. The land was a sea of green and fold and hardly a whisper about transformation. (…) We have continuing economic growth. Our president has played a leading role in Africa brokering peace deals. But why should the Springbok victory in Paris come as a much-needed boost to a sagging morale? Well, it is that much has happened and is happening that is distressing. We were flummoxed by a perplexing policy on HIV/Aids and a high crime rate. (…) Our friends who helped us become free are dismayed by our extraordinarily postures internationally, represented by our very odd vote with China and Russia against a non-punitive resolution in the United Nations Security Council on Burma and our policy towards Zimbabwe. It all seems such a betrayal of our ideals and our past. (…) What an unedifying spectacle the leadership contest has become. Cry, the beloved country, cry as we see more and more who thumb their noses at the people.119

Deze tekst van Tutu geeft een beeld van de manier waarop het beleid van Mbeki wordt beoordeeld, en is erg vergelijkbaar met de manier waarop de wetenschappelijke literatuur schrijft over het politieke beleid van Mbeki.120 Het is niet een louter positief stuk. In het begin stelt Tutu dat er sprake is van economische groei en dat Mbeki vaak betrokken is bij vredesonderhandelingen op het Afrikaanse continent. En ook Welschen beaamt dit door te schrijven dat de naam Afrikaanse Renaissance al doet vermoeden dat Mbeki gericht op het Afrikaanse continent. Mbeki benadrukt dat Afrikaanse landen hetzelfde leed kennen en eenzelfde lot hebben ondergaan en daarom elkaar moeten ondersteunen.121 Alexander Johnston is in zijn boek Inventing the Nation, South Africa, kritisch over de speciale rol die Zuid-Afrika hierin toe-eigent. Er worden namelijk in Zuid-Afrika meer investeringen gedaan

118 Ibidem, 153. 119 Desmond Tutu, ‘Sports on the rainbow nation’, Mail & Guardian, 9 november 2007, 1. 120 Johnston, Inventing the nation en Welschen, The country we are supposed to be. 121 Welschen, The country we are supposed to be, 87. 46 waarbij andere Afrikaanse landen zich soms achtergesteld voelen. Daarnaast is de economische groei in Zuid-Afrika groter dan in andere Afrikaanse landen. En ook wat betreft de organisatie van internationale sportevenementen benadrukt Zuid-Afrika de ligging op het Afrikaanse continent, maar benadrukt het dat Zuid-Afrika de beste plek is om evenementen te organiseren.122

Tutu benadrukt dat ook een ander aspect van het internationale beleid is veranderd. In plaats van steun aan landen die hebben geholpen bij het beëindigen van apartheid koos Zuid-Afrika de zijde van Rusland en China tijdens een stemming in de veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Volgens Tutu was dat verraad aan de idealen van Zuid-Afrika en verraad aan het verleden.

Maar ook nationale thema’s zijn lastig. Mbeki wordt persoonlijk verantwoordelijk gehouden voor een onthutsend HIV/Aidsbeleid. Hij verliest veel populariteit door te ontkennen dat aids wordt veroorzaakt door een virus. Volgens Mbeki zijn de oorzaken van aids onder andere armoede, slechte voeding en een algemene slechte gezondheid. Wegens zijn standpunt worden medicatieprogramma’s geweerd uit het land. Door Zuid-Afrika te vergelijken met omringende landen schat men dat ongeveer 330.000 levens gespaard hadden kunnen worden.123 Een punt waarop Mbeki tot op de dag van vandaag veel kritiek krijgt.

Als het over rugby gaat, focust Mbeki op een transformatie van de sport, een van de hoofdthema’s rondom het rugby toernooi van 2007. Nu is de invoering van quota niet nieuw, want dat speelde ook al tijdens het bewind van Mandela, maar er wordt wel meer nadruk op gelegd. Nu maakt men meer een onderscheid tussen aan de ene kant arm en zwart en aan de andere kant blank en rijk. Dit wordt in Johnston uitgelegd aan de hand van Mbeki zijn Two Nations speech:

‘a major component part of the issue of reconciliation and nation building is defined by and derives from the material conditions in our society which have divided our country

122 Johnston, Inventing the nation, 170. 123 Sarah Bosely, ‘Mbeki Aids denial caused 300,000 deaths’, The Guardian online, http://www.theguardian.com/world/2008/nov/26/aids-south-africa, geraadpleegd op 20 november 2015. 47

into two nations, the one black and the other white. We therefore make bold to say that South Africa is a country of two nations.’124

Mbeki legt hier terecht de nadruk op materiele ongelijkheid als een obstakel voor het natievormingsproces. Echter, doordat Mbeki stelt dat de samenleving in twee delen uiteenvalt op basis van ras in plaats van rijkdom zorgt deze speech voor veel ophef claimt Johnston.125 Mbeki zet zich hiermee indirect af tegen de blanke bevolking die wordt gezien als rijk en geprivilegieerd, ondanks dat er een steeds grotere zwarte midden- en bovenklasse opkomt. In zekere zin krijgt de blanke bevolking het boetekleed aangetrokken door Mbeki. Dit leidt tot veel kritiek op het beleid van Mbeki. Het is aan de hand van deze speech duidelijk dat Mbeki een ander beleid voert om natievorming tot stand te brengen dan zijn voorganger Mandela waarbij de nadruk ligt op de diversiteit omarmen om eenheid te creëren. En heeft het transformatie beleid veel impact in het rugby. Daar kijken we naar in de volgende paragraaf.

3.3. De strijd over transformatie

‘Dit sou vir seker ’n lelike blaps aan die kant van SA Rugby gewees het om nie met die seëvierende Springbokke en die Web Ellis-beker naar Soweto toe te gaan, soos wat vroeër beplan is nie. Goed dat hulle bytyds tot hul sinne gekom het. Natuurluk was dit eers ná wydlopende kritiek oor die program vroeër “weens tydsdruk” aangepas is. Ewenwel, hier maak hulle toe Vrydag bekend dat hulle wel gister in die histories belangrike township, wat ’n stad geword het, besoek gaan aflê. Simbolies sou hierdie besoek baie betekenisvol wees as ’n voortsetting van die tonele wat ons voor, gedurende en ná afloop van verlede naweek se eindstryd teen Engeland in die Wêreldbeker-toernooi gesien het: ’n nasionale groen revolusie (in ’n steeds nog te kleurbewuste land).’126

Hierboven is een stuk overgenomen uit Rapport waarin het gaat over de overwinningstoer van de Springbokken als het team terug is uit Frankrijk. Er is veel ophef in de pers als voor de overwinningstournee Soweto wordt afgezegd. Deze ophef en kritiek zorgt ervoor dat het uiteindelijk toch weer in de tour wordt meegenomen, maar het blijft opmerkelijk dat er in

124 Thabo Mbeki, ‘Two Nations Speech’, website van Universiteit van Zuid-Afrika, http://www.unisa.ac.za/contents/colleges/docs/1998/tm1998/sp980529.pdf, geraadpleegd op 20 november 2011. 125 Johnston, Inventing the nation, 155. 126 H. Wyngaard, ‘Bok-besoek aan platteland broodnodig vir heling’, Rapport, 28 oktober 2007, 8. 48 eerste instantie besloten is om juist een symbolisch en historisch belangrijke plek als Soweto af te zeggen. De bekendste en grootste sloppenwijk van Zuid-Afrika is niet alleen populair omdat zowel Desmond Tutu als Nelson Mandela hier woonden, maar ook omdat hier de protesten tegen het apartheidsbewind zijn begonnen.

De toer door Soweto wordt belangrijk geacht om gehoor te geven aan de positieve reacties vanuit de zwarte bevolking na het winnen van het wereldkampioenschap. Er is namelijk rondom het toernooi veel kritiek op rugby omdat deze sport niet representatief is voor de samenleving, voor de regenboognatie. Veel mensen vinden het nog steeds een blanke Afrikaner sport die wordt geleid door een Afrikaner rugbyadministratie. Niet alleen vanuit samenleving maar ook vanuit de politiek komt er kritiek op de rugbyadministratie, onder andere van de minister van sport Makhenkesi Stofile. Als voorafgaand aan het toernooi de selectie bekend wordt gemaakt, zegt Stofile in de pers dat hij teleurgesteld is dat er niet een team staat dat de natie representeert en dat rugby vastzit in het verleden.127 En het feit dat er slechts twee gekleurde spelers voor het nationale team spelen in 2007 zegt genoeg.

Het kernwoord voor de kritiek in de pers is 'transformatie'; de sport verandert niet snel genoeg, is niet representatief en zal op deze manier nooit een sport voor geheel Zuid-Afrika en al haar inwoners kunnen zijn. Opvallend is hier dat Booth in 1998 in het boek The Race Game al aangeeft dat de sport raciaal beladen zal blijven tot het team een gelijk aantal zwarte spelers heeft.128 Daarom is het des te opmerkelijk dat “weens tydsdruk” Soweto aanvankelijk uit de toer lijkt te worden geschrapt. Een zwarte rugbyfan schrijft in een column:

‘Rugby administrators have thus far treated black followers of the sport with disdain at best, or utter disgust and disrespect at worst. Take the issue of Soweto, for example. I am not even talking about the lack of rugby infrastructure or rugby programmes in the country’s biggest township. I am talking about the simple issue of taking the triumphant squad to Soweto, to share their glory with Sowetans who have actually formed a rugby-appreciation club! (…) It took public indignation for the authorities to reconsider and send the triumphant boys in green to Soweto. Why do we always have to fight in order to be acknowledged?’129

127 Simnikiwe Xabanisa, ‘Boks get cautious nod from Stofile’, The Sunday Times, 22 juli 2007, 1. 128 Booth, The Race Game, 221. 129 Schrijver onbekend, ‘Black fans deserve rugby’s respect, too’, The Sunday Times, 28 oktober 2007, 5. 49

Het gaat hier volgens de schrijver nog niet eens om de fundamentele veranderingen die nodig zijn in sloppenwijken als Soweto om transformatie van de sport tot stand te brengen. De overweging om een symbolische plek als Soweto buiten de overwinningstournee te houden geeft volgens hem aan hoe de rugbyadministratie aankijkt tegen transformatie. Uiteindelijk wordt door druk en kritiek besloten om de toer alsnog door Soweto te laten gaan, maar dan is het kwaad al geschied.

‘For rugby to become a truly mass-participations sport goodwill and energy of this wonderful moment needs to be harnessed. Now more than ever there are young black South Africans who want to play rugby or become involved as supporters or administrators. We wait with bated breath to see if such initiatives succeed where they have palpably failed in the past. Already there has been a stumble.’ 130

De laatste zin slaat op de aanvankelijke afzegging van Soweto. Er had op goede manier ingespeeld moeten en kunnen worden op de overwinning om de sport te transformeren, maar zelfs hier heeft de rugby-administratie jammerlijk gefaald.

Een eventuele oplossing om transformatie te bereiken komt vanuit politici en behelst het invoeren van quota op het hoogste niveau van rugby. Ook dit is een discussie die veelbesproken is in de pers tijdens het toernooi. Twee weken na de overwinning barst de discussie los. Kijk bijvoorbeeld naar de volgende koppen uit The Sunday Times van 28 oktober:

 ‘Don’t waste this second chance’,  ‘For a manic-despressive nation it’s euphoric victory or hellish despair’  ‘Black fans deserve rugby’s repect, too’  ‘It’s time to start talking about race’  ‘Let World Cup euphoria not blind us to rugby’s racist realities’,  ‘We must use this chance to give black rugby a boost’.131

Uit deze teksten is duidelijk op te maken dat het na de overwinning voornamelijk gaat over de manier waarop rugby zich verder zal ontwikkelen. Er zijn veel verschillende meningen maar de meesten zijn het over twee dingen eens. Allereerst dat er iets moet veranderen omdat de

130 Simnikiwe Xabanisa, ‘Boks get cautious nod from Stofile’, The Sunday Times, 22 juli 2007, 1. 131 The Sunday Times, 28 oktober 2007. 50 sport nog steeds niet representatief is voor Zuid-Afrika. Daarnaast zijn de journalisten eensgezind in de afwijzing van de invoering van een quotasysteem. Niet alleen omdat dan niet het beste team opgesteld staat, maar ook omdat op deze manier de zwarte spelers per definitie quotaspelers worden.

‘Transformation has always been fraught with ethical, moral and political dangers. In a society that aims for equality, is it ethically sound to use quotas to speed transformation? Is affirmative action ever morally justified? (…) Transformation perhaps needs a less political and more humane face. Players of colour are often labelled quota players.’132

Ook is er relatief weinig discussie in de pers over de manier waarop de transformatie het beste bereikt zou kunnen worden. Dit wordt goed samengevat in een artikel uit The Sunday Times:

‘Only a handful of dinosaurs are in favour of a “white” team, but loading a Springbok side with colour selections without regard to merit is ridiculous. Saru need to get their butts off the ground, start developing facilities in the townships and rural areas, ensure rugby is available on free TV channels and do whatever is needed to keep support going among our black citizens, while keeping selection based on merit. Eventually, the team might be all black, but who cares? They’ll still be the Boks.’133

In een interview met Nick Mallett, de voormalige bondscoach van het Springbokteam van 1997 tot 2000, gaat deze ook in op de noodzaak om rugby te ontwikkelen. Volgens Mallett begint transformatie bij ontwikkeling en educatie. Sport is een luxegoed; iets voor eerste- wereldlanden. Zuid-Afrika zal eerst moeten focussen op de economische en sociaalmaatschappelijke problemen die heersen voordat de sport kan worden aangepakt vanuit de overheid. Dit zorgt echter wel voor een langzamere overgang naar het bereiken van een raciaal representatieve sport, en dat leidt weer tot kritiek. De vraag naar transformatie is er, de weg er naartoe blijft onduidelijk.

En dat zit duidelijk in de weg met eventuele natievorming aan de hand van sport. Wegens de algemene steun en hoop op de toekomst is er in 1995 een euforische stemming na de overwinning. In 2007 is deze hoop en steun ten aanzien van rugby vervlogen en dat heeft grotendeels te maken met het gebrek aan transformatie. Toch is er volgens Welschen zelfs

132 C. Waldburger, ‘the dark side of victory’, Mail & Guardian, 19 oktober 2007, 2. 133 M. Burger, ‘This is how to unlock black talent’, The Sunday Times, 4 november 2007, 5. 51 tijdens het korte moment van euforie dat uitbreekt na de overwinning in 2007 sprake van natievorming. Ondanks dat dit van tevoren niet de verwachting was wegens de heersende problemen. Zuid-Afrikanen zijn vlak na de overwinning trots dat hun land wereldkampioen is geworden.134

3.3.1. Transformatie: White en SARU

Het gevolg van transformatie zal waarschijnlijk zijn dat het voornamelijk blanke team uit elkaar valt op het moment dat een quotaregeling wordt ingevoerd. Hierdoor wordt volgens coach Jake White de druk opgevoerd om te winnen:

‘“After this tournament, massive political pressure is going to be exerted to pick a Springbok side based more on colour rather than merit. This is a huge unspoken motivation for them [the team] – to show that they deserve to keep their team.” (…) White, who has done more than any other Springbok coach to develop young black and coloured players, believes the Final will almost certainly be his last game in charge. Even victory, he suggests, “will not buy me any more time. But what it will do is buy South African rugby some time to work out if it is smart enough to hang on to this group of players and move on together for the sake of the game in the entire country. I want to see what it’s like to coach on a relatively even keep, without South Africa’s political interference.”’135

Er is veel druk uitgeoefend op White om een raciaal representatief team op te stellen. En hoewel in het citaat wordt benadrukt dat White veel heeft gedaan om zwarte en gekleurde spelers te ontwikkelen, hij zal toch worden ontslagen door SARU. White heeft gekozen voor de beste spelers zonder te letten op huidskleur en kiest daarmee voor verdienste boven quota. Ook geeft White in de laatste zin aan dat hij graag wil zien hoe het is om te coachen in een land waar de politieke inmenging met de sport minder is. Dit geeft aan hoeveel druk er staat op de coach van het Springbokteam. Ook de voormalige coach Mallett spreekt in een interview over de enorme druk die ligt op een coach van het nationale Zuid-Afrikaanse rugbyteam. Dat komt volgens Mallett doordat rugby in Zuid-Afrika zo'n belangrijke rol speelt in de samenleving, want buiten rugby heeft Zuid-Afrika niet veel dingen om trots op te zijn.

134 Welschen, The country we are supposed to be, 189. 135 D. McRae, ‘‘It’s time for new heroes’’, The Sunday Times, 19 oktober 2007, 1. 52

Dit maakt rugby ook zeer complexe sport, Zuid-Afrika behoort tot de beste van de wereld maar krijgt het niet voor elkaar om een raciaal representatief team op te stellen. De media spelen daarbij een grote rol. Op het moment dat het goed gaat en er wordt gewonnen dan zijn er geen problemen; als er echter wordt verloren dan wordt de coach als schuldige aangewezen. Omdat rugby belangrijk is, zoekt men een zondebok en deze rol wordt vaak toegewezen aan de coach. Mallett wordt na zijn Springbok-carrière – die eindigt na een ruzie met SARU omdat hij prijzen voor wedstrijdkaartjes te hoog vindt – coach van het Italiaanse nationale team. Hij constateert dat de druk om te presteren in Italië veel minder hoog is. Een overwinning is mooi meegenomen. De sfeer is veel rustiger en relaxter ten opzichte van de coach.136

In de praktijk blijkt vaak dat op het moment dat een coach qua resultaten goed presteert hij wordt geprezen en mag aanblijven. White wordt echter ontslagen na het behalen van het wereldkampioenschap. Volgens veel krantenartikelen komt dit omdat hij niet goed overweg kan met de rugby-administratie. Over het algemeen vindt de pers het een schande dat White zo behandeld wordt, zeker na het behalen van de overwinning. De pers keert zich tegen SARU.

‘It is now common knowledge that, although White was being approached by other rugby nations and would probably have taken another job, he expected to leave with some dignity. (…) “I walk away with no regrets but with plenty of sadness. I am also angry because we have lost a golden opportunity to build on success,” White said melancholically this week. 137

White vindt dat er niet op goede wijze is ingespeeld op de overwinning en wat deze had kunnen betekenen voor rugby in Zuid-Afrika. Het had het begin kunnen en moeten zijn van een geleidelijke transformatie van de sport. White is het niet eens met de invoering van een quotasysteem. Zoals in het eerder citaat ook staat, denkt hij zelfs dat een quotaregeling een negatieve invloed zal hebben op de kwaliteit van de sport door het hele land. White ziet graag zijn team bijeenblijven en dat kan niet op het moment dat een quotasysteem wordt ingevoerd.

De schuldvraag betreffende transformatie, of vooral het gebrek ervan, in de rugbywereld lijkt te gaan om een strijd waar drie partijen bij betrokken zijn. De rugbyadministratie SARU, de

136 Telefonisch interview met Nick Mallett, 9 september 2015. 137 A. Capostagno, ‘White needs a little time out’, The Sunday Times, 26 oktober 2007, 5. 53 politiek en de coach met de spelers. Op het hoogste niveau gaat deze strijd tussen SARU en de politiek, en daaronder vindt strijd plaats tussen SARU en de spelers en de coach van het nationale team.

3.4. ´Die Boere-oorlog is gewreek!´

138

De tekening hierboven staat in Rapport na de overwinning van Zuid-Afrika, de Springbokken, op de rugbyers van Engeland, die een roos als embleem hebben. In de tekening vertrapt de springbok de roos met de volgende tekst erbij: ‘… laat weet generaal de la Rey die Boere- oorlog is gewreek!’. Het geeft eigenlijk aan dat de rugbyoverwinning van Zuid-Afrika tegen Engeland gezien wordt als wraak voor de Boerenoorlogen. Generaal de la Rey is ten tijde van de Boerenoorlogen, die plaatsvinden tussen 1880 en 1902, een van de grootste militaire leiders van het conflict aan de kant van de Afrikaners.

138 Rapport, 21 oktober 2007, 7. 54

Dit plaatje sluit mooi aan bij het eerste hoofdstuk, waar de opkomst van rugby en de betekenis voor rugby in Afrikaner cultuur is besproken. De Afrikaners hebben in zekere zin rugby toegeëigend als Afrikaner sport, terwijl de Engelsen degenen zijn geweest die de sport hebben geïntroduceerd in Zuid-Afrika. Dit plaatje laat de wrok van de Afrikaners zien over het verlies van de tweede en laatste Boerenoorlog maar het geeft vooral aan dat rugby wordt gezien als een Afrikanersport. En dat meer dan honderd jaar na de Boerenoorlogen!

Nu is dit wel een satirisch plaatje, maar het feit dat het in Rapport staat zegt genoeg. Het is in zekere zin een vorm van wraak dat de sport die de Engelsen hebben geïntroduceerd nu een sport van de Afrikaners is geworden, en dus is de overwinning op de Engelsen een symbolische overwinning. De Afrikaners hebben zich het rugby toegeëigend en vervolgens de vaders van het rugby verslagen.

De strijd met Engeland in dit wereldkampioenschap is vanaf het begin al aanwezig omdat Zuid-Afrika ook in de groepsfase al speelt tegen Engeland. De wedstrijd uit de groepsfase tussen Engeland en Zuid-Afrika is het meest dramatische verlies uit de rugby-geschiedenis van de Engelsen. Ze verliezen met 36-0 en het is ook de eerste wereldkampioenschap- wedstrijd tot dan toe waarin het Engeland niet lukt om te scoren. Voor Zuid-Afrika is deze groepswedstrijd een extra prikkel omdat Engeland de titelverdediger is. Voor de wedstrijd verwacht de pers al dat Zuid-Afrika zal gaan winnen:

‘What a difference four years make. On Friday South Africa takes on England at the Stade de France, confident that they have the beating of the old enemy. Four years ago the England team has an aura of invisibility about it, but today it looks like one of those household implements reassembled in haste, with two or three parts left over that don´t seem to have a genuine function.’139

Na de slechte wedstrijd tegen Zuid-Afrika voelen de Engelsen zich verslagen, en de Zuid- Afrikaanse kranten smullen daarvan:

‘“England fans left in shock”, “Engeland hammered and humiliated”. “Fans turn on England after shameful Paris surrender”. “Boklash!”. These were some of the horror headlines that greeted English fans after England’s record World Cup defeat to the Springboks on Friday night. The world champions were reduced to figures of ridicule

139 A. Capostagno, ‘Now is the time for SA to excel’, Mail & Guardian, 14 september 2007, 3. 55

yesterday as pundits echoed the booing they got from fans at Stade de France stadium. Separate lead stories were needed to describe different aspects of the “disaster”. Further coverage of the match in newspapers and television was widely accompanied by the warning “if you can bare it”. (…) The Telegraph’s rugby writer, Mick Cleary, summed up the performance “England’s world champions’ crown lay rusted and battered in the Stade de France, gutter after a performance that mocked their status as defenders of the title. This was their worst World Cup defeat yet and the first time they had failed to score a point since 1998. South Africa were in a different class.”’140

In de kranten direct na de overwinning op Engeland in de groepsfase wordt vooral besproken hoe slecht het Engelse team de titel verdedigt. ‘Rugby se standaard in die Noordelike Halfrond het erg agteruitgegaan. Engeland is ’n skadu van die span van hulle was. Daar is nie een nuwe speler waaroor ek opgewonde oor is nie en hulle het nie spelbrekers nie.’141

Na de finale, waarbij Zuid-Afrika met vijftien tegen zes de titel behaalt, wordt in de pers vooral gesproken over de goede prestatie van Zuid-Afrika.

‘In daardie tweede helfte van die beroemdste dag in Suid-Afrikaanse rugby, was dit net moed, durf en deursettingsvermoë keer op keer op keer op hulle voete gedwing het om nog ’n Engelsman te laat grond eet.’142

Hoewel hier wel wordt gesproken over de neergang van Engeland, is dat voornamelijk te danken aan het mooie spel van Zuid-Afrika. De pers looft de goede prestatie van Zuid-Afrika, ondanks dat er veel kritiek wordt geuit op het zwakke spel van het Engelse team, de titelverdediger. De sfeer blijft gemoedelijk, maar er vindt nog wel een incident plaats tussen Zuid-Afrikaanse en Engelse fans die in Parijs aanwezig zijn.

‘“The spirit has been brilliant. We only had one tense incident with the English, when we started singing at each other in a restaurant. We were singing ‘Stand up if you lost to us, stand up!’, and then they sang: ‘I’ve never met a nice South African – you like to

140 R. Philp en S. Xabanisa, ‘England fans left in shock’, The Sunday Times, 16 september 2007, 1. 141 H. Meyer, ‘Engelse uitoorlê, Rapport, 16 september 2007, 7. 142 J. Harmse, ‘Bok-bevonk’, Rapport, 21 oktober 2007, 10. 56

shoot wild animals, and you really hate black people’, which got us pretty woes [angry]. But eventually they stood up!”’143

Zowel de spotprent aan het begin van deze paragraaf als de opmerkingen hierboven gemaakt door Engelse fans geven aan wat voor rol sport kan spelen in een maatschappij. In Zuid- Afrika wordt teruggegrepen naar de Boerenoorlogen en ingespeeld op sentimenten van wraak. Aan de andere kant noemen de Engelsen blanke Zuid-Afrikanen mensen die zwarte mensen haten. Het is duidelijk dat sport veel gevoelens losmaakt in mensen waarbij hun nationale identiteit wordt benadrukt en stereotypen worden gebruikt. Wat hieruit ook duidelijk wordt is dat rugby ook door Engelsen wordt beschouwd als een blanke Afrikaner sport in Zuid-Afrika. Dit kan te maken hebben met de Zuid-Afrikaanse fans, waarvan een groot deel blank is, maar vooral ook met de hoeveelheid blanke spelers in het team. Omdat dit zo prominent aanwezig is in de pers tijdens het toernooi in 2007 komt ook de vraag op of rugby, dat zowel binnen als buiten Zuid-Afrika wordt beschouwd als een blanke Afrikanersport, kan bijdragen aan het natievormingsproces?

Hierin heeft de pers ook een aandeel. Voorafgaand aan het toernooi was er voornamelijk kritiek op de raciale representatie van het team en de rugbyunie die te weinig doet om de sport te transformeren. Toch wordt er gebruik gemaakt van de overwinning in Zuid-Afrika. In de pers wordt benadrukt dat sport mensen bijeen kan brengen en er is een euforische sfeer na de overwinning. Maar ook de overheid, die in eerste instantie zich negatief uitlaat over het rugby, viert de overwinning en draagt bij aan de euforie. Misschien is er zoveel behoefte aan vreugde en eenheidsvorming in Zuid-Afrika dat zelfs een sport die wordt bekritiseerd wegens gebrek aan transformatie kan worden gebruikt voor dit doeleinde na het behalen van een grote overwinning.

143 H. White, ‘From da hotline’, The Sunday Times, 4 november 2007, 5. 57

Conclusie

Bij de beschouwing van rugby in post-apartheid Zuid-Afrika komen verschillende onderwerpen naar voren die de moeite waard zijn om te bestuderen. Van de toegewezen rol bij het ideaal van de regenboognatie tijdens het wereldkampioenschap 1995, het culturele belang van rugby voor Afrikaners, de klaarblijkelijke onwil van de rugbyadministratie om de sport te veranderen, het gebrek aan transformatie rondom het wereldkampioenschap 2007, tot aan de euforie die uitbreekt na het behalen van beide wereldtitels. Het zijn onderwerpen die vanuit verschillende benaderingen onderzocht kunnen worden. In deze masterscriptie hebben we onder andere gekeken naar ras en Afrikaneridentiteit. Dit zijn thema’s die onvermijdelijk naar voren komen bij onderzoek naar rugby in Zuid-Afrika. Dit heeft voornamelijk te maken met de ontwikkeling van de sport in Zuid-Afrika. Het wordt beschouwd als een typische Afrikanersport die de Afrikaneridentiteit bevestigt. Daarom lijkt het op het eerste gezicht bijzonder dat Mandela ervoor kiest om zijn steun uit te spreken voor deze sport bij het wereldkampioenschap rugby dat in 1995 plaats vindt in Zuid-Afrika. Mandela's opstelling komt echter voort uit de wil om de verschillende bevolkingsgroepen in Zuid-Afrika dichter bij elkaar te brengen. En dat is ook het centrale thema van dit onderzoek: de rol van rugby in het natievormingsproces in post-apartheid Zuid-Afrika, en dan vooral gericht op de wereldkampioenschappen rugby in 1995 en 2007; twee kampioenschappen waar Zuid-Afrika de wereldbeker wint.

In deze scriptie heeft de benadering van Welschen een belangrijke plaats gekregen. Zij schrijft dat belangrijke evenementen of gebeurtenissen die slechts kortstondig bijdragen aan de vorming van een nationale identiteit toch een aantoonbare invloed kunnen hebben op het natievormingsproces. Dat komt omdat identiteiten veranderlijk en dynamisch zijn. Het euforische moment van het winnen van een wereldbeker creëert een herinnering die bijdraagt aan dit proces. Zo wordt nog steeds op positieve wijze teruggedacht aan beide overwinningen. En deze herinnering op zichzelf draagt bij aan het natievormingsproces, hoe negatief er verder ook wordt gedacht over rugby op een later moment.

Om een beeld te krijgen van de manier waarop rugby heeft bijgedragen aan het natievormingsproces, is krantenonderzoek gedaan. Het gaat om drie verschillende kranten die zich alle drie op een ander publiek richten. Rapport valt op als de Afrikanerkrant die vanuit het Afrikanerperspectief schrijft. Zo komt bijvoorbeeld de onzekerheid van de toekomst voor Afrikaners naar voren in verschillende artikelen tijdens het wereldkampioenschap in 1995. 58

Het Afrikanersperspectief is ook duidelijk bij uitspraken en een tekening naar aanleiding van de overwinning tegen de Engelsen in de finale in 2007, waarbij de krant het heeft over wraak voor de Boerenoorlogen. Daarnaast zijn The Sunday Times en Mail & Guardian onderzocht. The Sunday Times is Engelstalig en de meest algemene krant. Mail & Guardian is de Engelstalige, intellectuele krant en staat bekend om kritische achtergrondartikelen. Opvallend is dat de kranten, zowel in 1995 als in 2007, de standpunten van de politiek overnemen. Dit zou kunnen komen door het ontbreken van sterke institutionele structuren waardoor nationalistische politieke standpunten sneller worden overgenomen. We zien dat het politieke beleid voor wat betreft natievorming wordt weerspiegeld in de pers. Op deze manier kunnen sportevenementen, en vooral de verslaggeving daarvan, ingezet worden als onderdeel van een politieke strategie.

Wel hebben we gezien dat er in dit opzicht duidelijke verschillen bestaan tussen het WK 1995 en het WK 2007. Tijdens het wereldkampioenschap van 1995 is de steun vanuit de pers voor het ideaal van de regenboognatie en eenheidsvorming opvallend. Vooral de krantenartikelen rond de openingswedstrijd en de finale vormen een bevestiging van de rol die men aan rugby toekent in het proces van natievorming. In de pers komt naar voren dat de natie verenigd is door het toernooi. Gebeurtenissen, discussies en verhalen die deze eenheidsvorming hadden kunnen ondermijnen worden wel genoemd, maar ze worden niet weergegeven als eventuele belemmering voor een nationale verzoening. Het gaat bijvoorbeeld om discussies over het Springbokembleem, de erecode die niet wordt nageleefd en vooral de beschuldigingen aan het adres van een Springbokspeler over het maken van racistische opmerkingen. Deze negatieve aspecten verdwijnen naar de achtergrond want de verslaggeving staat in het teken van de regenboognatie. Dat heeft waarschijnlijk te maken met de hoop die de mensen hebben dat dit wereldkampioenschap een nieuwe natie doet ontstaan waarin een gelijke plaats is voor verschillende groepen binnen Zuid-Afrika. Mandela speelt daarbij natuurlijk een grote rol vanwege zijn persoonlijk steun aan het toernooi. Daarnaast moet niet worden vergeten dat ook het winnen van de wereldbeker een groot aandeel heeft. Overwinningen zorgen voor trots en blijdschap en zijn daarom een goede ondersteuning van het proces van natievorming.

Het lijkt erop dat veel academici dit beeld uit de pers en de media hebben overgenomen. Volgens hen is de overwinning een daadwerkelijke breuk met het verleden en heeft het een enorme symbolische waarde gehad met positieve effecten voor de toekomst. In dit onderzoek hebben wij, in tegenstelling tot de meeste andere wetenschappelijke literatuur, ook gekeken naar verhalen die dit ideaal hadden kunnen ondermijnen. Wat ook ontbreekt in veel 59 secundaire literatuur is een beschouwing van de kritiek die opkomt vlak na het toernooi, als blijkt dat gemaakte beloftes niet worden nagekomen. Nauright is de enige die hier in The Long Run to Freedom uitgebreid op ingaat. Na het toernooi ontstaat er al snel weer kritiek op het rugbybeleid. De rugbyunie komt zijn beloftes niet na, voornamelijk wat betreft de transformatie van de sport tot een inclusieve sport voor alle bevolkingsgroepen. Deze transformatie is dan ook het hoofdthema in de pers tijdens het WK van 2007. De kritiek en de negatieve berichten die na het toernooi van 1995 opkomen, hebben twaalf jaar later niet geleid tot ingrijpende veranderingen Hoewel Nauright een goed overzichtswerk heeft geschreven, ontbreekt helaas een bespreking van het WK in 2007 en het daarmee verbonden thema van het gebrek aan transformatie.

Het grootste verschil tussen de beide toernooien in de media is dat tijdens het toernooi van 2007 de sfeer over het algemeen negatief is ten opzichte van het rugby en het rugbybeleid, tot het moment dat de finale is bereikt. Vanuit de overheid en ook vanuit de pers komt in eerste instantie veel kritiek. De hoop en de steun zijn vervlogen en dat heeft grotendeels te maken met een gebrek aan transformatie. Thabo Mbeki en het ANC voeren op dat moment een ander politiek beleid waarbij de nadruk niet ligt op verzoening en natievorming, maar op materiële en economische gelijkheid voor alle bevolkingsgroepen.

12 jaar na 1995 wordt rugby nog steeds beschouwd als een Afrikanersport die weigert te transformeren. In deze scriptie zijn daarvan twee voorbeelden gepresenteerd. De eerste is het afzeggen van de overwinningstoer door Soweto, waarmee de rugbyunie een symbolisch en historisch belangrijke plek overslaat. Het andere voorbeeld is de manier waarop Rapport in 2007 de overwinning tegen Engeland in de finale weergeeft: als wraak op de Boerenoorlogen. Dit benadrukt dat de toe-eigening van rugby door Afrikaners in de bestudeerde periode niet is veranderd.

Het gebrek aan transformatie leidt tot veel kritiek vanuit de politiek en de pers. Toch gaat de pers over het algemeen niet mee in het steunen van de invoering van een quotasysteem, alleen al omdat de zwarte spelers dan altijd bestempeld zullen worden als ‘quotaspelers’. En ook zal dan waarschijnlijk het niveau van het nationale team dalen. Overwinningen zijn kennelijk dermate van belang dat een quotasysteem minder aantrekkelijk wordt gevonden. En dat is te zien tijdens het WK 2007 waar ondanks de eerdere kritiek op het uitblijven van transformatie, er na het behalen van de wereldbeker in de pers opnieuw een sfeer ontstaat van euforie. Ook Welschen benadrukt de positieve sfeer na de overwinning en benadrukt dat deze geheel tegen

60 de verwachting in is. Wat hierbij het meest opvallend is, is dat zelfs de politiek blijdschap laat blijken op het moment dat Zuid-Afrika de titel behaalt. Kennelijk is een overwinning dermate van belang dat alle kritiek aan de kant wordt geschoven.

De bestudering van twee wereldkampioenschappen rugby heeft laten zien dat sport veel kan betekenen voor natievorming op korte termijn. In een latere fase speelt ook de herinnering van de overwinning mee in het natievormingsproces. Een voorbeeld hiervan is de manier waarop gedurende het WK 2007 wordt teruggekeken naar 1995, namelijk als het unificerende, verzoenende en euforische moment waarop de regenboognatie tot stand kwam. Mocht Zuid- Afrika in de toekomst nog een wereldbeker rugby winnen, dan zou het interessant zijn om te kijken naar welk wereldkampioenschap er dan wordt verwezen. En ook om te kijken op welke manier de sport rugby dan is veranderd ten opzichte van het WK 1995 en het WK 2007.

Duidelijk is dat de pers vaak de visie overneemt van de overheid. Dat is vooral naar voren gekomen tijdens het wereldkampioenschap van 1995. Rugby blijft een moeilijke sport in Zuid-Afrika en tot het moment dat de raciale verhoudingen bij de teamsamenstelling representatief zijn voor de Zuid-Afrikaanse samenleving, zal de sport waarschijnlijk kritiek blijven krijgen. Toch zijn de momenten van euforie naar aanleiding van de overwinning belangrijk geweest voor de algehele nationale identiteit en het natievormingsproces in Zuid- Afrika. Hierdoor breekt, ondanks alle kritiek, feestvreugde uit onder de gehele Zuid- Afrikaanse bevolking. In elk geval heeft rugby daarmee een bijdrage geleverd aan het moeizame natievormingsproces in Zuid-Afrika.

61

Bibliografie

Allen, Dean, ‘‘Captain Diplomacy’: Paul Roos and the Creation of South Africa's Rugby ‘Springboks’’’, Sport in History 4 (2013) 568-583.

Allen, Dean, ‘Beating them at their own game: Rugby, the Anglo-Boer War and Afrikaner nationalism, 1899-1948’, The International Journal of the History of Sport 3 (2003).

Black, R. en John Nauright, Rugby and the South African Nation (Manchester 1998).

Booth, Douglas, ‘Beyond History: Racial emancipation and ethics in apartheid sports’, Rethinking History: the Journal of Theory and Practice 4 (2010) 461-481.

Booth, Douglas, ‘Mandela and Amabokoboko: The Political and Linguistic Nationalisation of South Africa?’, The Journal of Modern African Studies 3 (1996) 459-477.

Booth, Douglas, The Field (New York 2005).

Booth, Douglas, The Race Game: Sport and Politics in South Africa (London 1998).

Botma, Gabriel J., ‘Lightning strikes twice: The 2007 Rugby World Cup and memories of a South African rainbow nation’, Communicatio: South African Journal for Communication, Theory and Research 1 (2010) 1-19.

Black, David R. en John Nauright, Rugby and the South African Nation (Manchester 1998).

Cornelissen, Scarlett and Albert Grundlingh (ed.), Sport Past and Present in South Africa: (Trans)forming the nation (New York 2012).

Desai, Ashwin, The Race to Transform: Sport in post-Apartheid South Africa (Cape Town 2010).

Dickow, Helga en Valerie Møller, ‘South Africa's 'Rainbow People', National Pride and Optimism: A Trend Study’, Social Indicators Research 2 (2002) 175-202.

Evans, Martha, ‘Mandela and the televised birth of the rainbownation’, National identities 3 (2010) 309-326.

Farquharson, Karen en Timothy Marjoribanks, ‘Transforming the Springboks: Re-imagining the South African Nation through Sport’, A journal of African Studies 1 (2003) 27-48.

62

Grundlingh, Albert, André Odendaal en Burridge Spies (ed.), Beyond the Tryline: Rugby and South African society (Randburg 1995).

Höglund, Kristine en Ralph Sundberg, ‘Reconciliation through Sports? The case of South Africa’, Third World Quarterly 4 (2008) 805-818.

Holt, Richard ‘Historians and the History of Sport’, Sport in History 1 (2014) 1-33.

Hunter, John, ‘flying the flag: identities, the nation and sport’, Identities: Global Studies in Culture and Power 4 (2003) 409-425.

Johnston, A. Inventing the nation. South Africa. (London 2014).

Merrett, Christopher, Colin Tatz en Daryl Adair, ‘History and its racial legacies: quotas in South African rugby and cricket’, Sport in Society 6 (2011) 754-777.

Merwe, Joost van der, ‘Political analysis of South Africa’s hosting of the Rugby and Cricket World Cups: Lessons for the 2010 Football World Cup and beyond?’, Politikon: South African Journal of Political Studies 1 (2007) 67-81.

Nauright, John, Long run to freedom: sport, cultures and identities in South Africa (Morgantown 2010).

Nauright, J. (ed.), Making men: Rugby and masculine identity, (London 1994).

Pope, Stephen W. en John Nauright (ed.), Routledge Companion to Sports History (Abingdon 2010).

Steenveld, L en L. Strelitz, ‘The 1995 World Cup and the politics of nation-building in South Africa’, Media, Culture & Society, 4 (1998) 609-629.

Welschen, Saskia, The country we are supposed to be, ‘Born free’ South Africans talk about their nation (Amsterdam 2012).

Westhuizen, Janis van der, ‘Popular Culture, Discourse and divergent identities: Reconstructing South Africa as an African State’, African Identities 1 (2008) 45-61.

63

Krantenmateriaal

The Sunday Times, 1995, data: 07-05-1995, 14-05-1995, 21-05-1995, 28-05-1995, 04-06- 1995, 11-06-1995, 18-06-1995, 25-06-1995, 02-07-1995, 09-07-1995, 23-07-1995, 30-07- 1995.

Mail & Guardian, 1995, data: 05-05-1995, 12-05-1995, 19-05-1995, 26-05-1995, 02-06- 1995, 09-06-1995, 15-06-1995, 23-06-1995, 30-06-1995, 07-07-1995, 14-07-1995, 28-07- 1995.

Rapport, 1995, data: 07-05-1995, 14-05-1995, 21-05-1995, 28-05-1995, 04-06-1995, 11-06- 1995, 18-06-1995, 25-06-1995, 02-07-1995, 09-07-1995, 23-07-1995, 30-07-1995.

The Sunday Times, 2007, data: 22-07-2007, 29-07-2007, 05-08-2007, 12-08-2008, 19-08- 2007, 26-08-2007, 02-09-2007, 09-09-2007, 16-09-2007, 23-09-2007, 30-09-2007, 07-10- 2007, 14-10-2007, 21-10-2007, 28-10-2007, 04-11-2007.

Mail & Guardian, 2007, data: 03-08-2007, 10-08-2007, 17-08-2007, 24-08-2007, 31-08- 2007, 07-09-2007, 14-09-2007, 21-09-2007, 28-09-2007, 05-10-2007, 12-10-2007, 19-10- 2007, 26-10-2007, 02-11-2007, 09-11-2007.

Rapport, 2007, data: 19-08-2007, 26-08-2007, 02-09-2007, 09-09-2007, 16-09-2007, 23-09- 2007, 30-09-2007, 07-10-2007, 14-10-2007, 21-10-2007, 28-10-2007, 04-11-2007.

64