<<

ZANDWINNING KRUISELWERK, NIEUWE

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela

Code 0899156 / 21-12-10

GEMEENTE PEKELA 0899156 / 21-12-10 ZANDWINNING KRUISELWERK, NIEUWE PEKELA

TOELICHTING

INHOUDSOPGAVE blz

1. INLEIDING 1 1. 1. Aanleiding 1 1. 2. Voorgenomen ontwikkelingen 2 1. 3. Planopzet 2 1. 4. Leeswijzer 3

2. BELEIDSKADER 4 2. 1. Algemeen ontgrondingsbeleid 4 2. 2. Rijksbeleid 4 2. 3. Provinciaal beleid 5 2. 4. Gemeentelijk beleid 8 2. 5. Conclusie 9

3. BESCHRIJVING VAN HET PROJECT 11 3. 1. Huidige situatie 11 3. 2. Voorgenomen ontwikkelingen 13 3. 3. Ruimtelijke en functionele inpassing 15 3. 4. Conclusie 19

4. OMGEVINGSASPECTEN 20 4. 1. Milieu 20 4. 2. Water 24 4. 3. Ecologie 25 4. 4. Archeologie 26

5. PLANBESCHRIJVING 28 5. 1. Het juridische systeem 28 5. 2. Toelichting op de bestemmingen 28

6. UITVOERBAARHEID 30 6. 1. Maatschappelijke uitvoerbaarheid 30 6. 2. Financiële uitvoerbaarheid 30 6. 3. Grondexploitatie 30

7. INSPRAAK EN OVERLEG 31 7. 1. Inspraak 31 7. 2. Overleg 31

8. RAADSVASTSTELLING 34

BIJLAGEN

Bijlage 1 Gebiedsvisie

Bijlage 2 Resultaten akoestisch onderzoek

Bijlage 3 Resultaten onderzoek externe veiligheid

Bijlage 4 Resultaten waterparagraaf

Bijlage 5 Resultaten ecologisch onderzoek

Bijlage 6 Resultaten archeologisch onderzoek

Bijlage 7 Inrichting oevers rondom de zandwinning Kruiselwerk

Bijlage 8 Overlegreacties

Bijlage 9 Raadsbesluit

0899156 blz 1

1. INLEIDING

1. 1. Aanleiding

Het voorliggende bestemmingsplan bevat de planologische regeling voor de bestaande zandwinning Kruiselwerk en voor de voorgenomen uitbrei- ding ervan. Deze bestaande zandwinlocatie in de gemeente Pekela zal worden uitgebreid met drie percelen met een gezamenlijke oppervlakte van circa 17 hectare. In een later stadium wordt mogelijk nog een vierde per- ceel betrokken bij de uitbreiding. Ook de vier woningen (voormalige boer- derijen) aan het Kruiselwerk worden, vanwege een logische afronding van het plangebied, bij het bestemmingsplan betrokken.

Figuur 1. De ligging van het plangebied

Voordat gestart kan worden met de uitbreiding zal enerzijds een ontgron- dingvergunning moeten worden verleend door de provincie . Anderzijds zal door de gemeente Pekela de bestemming van het plange- bied gewijzigd moeten worden, omdat de plannen niet passen in het thans nog geldende bestemmingsplan buitengebied Nieuwe Pekela.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Status: Vastgesteld / 21-12-10 Buro Vijn B.V. blz 2 0899156

Dit plan werd door de gemeenteraad vastgesteld op 16 november 1989 en door Gedeputeerde Staten goedgekeurd op 28 juni 1990). De planologi- sche regeling krijgt door middel van dit bestemmingsplan zijn beslag.

Het bestemmingsplan is gebaseerd op een inrichtingsplan en een gebieds- visie, die in opdracht van het zandwinbedrijf H.H. v.d. Velde BV is opge- steld door de Grontmij. De gemeente Pekela stemt met de voorgenomen uitbreiding van de zand- winning, zoals weergegeven op de gebiedsvisie, in beginsel in. Medewer- king vindt plaats binnen de planologische randvoorwaarden van het voor- liggende bestemmingsplan.

Een ontwerp-gebiedsvisie Kruiselwerk heeft conform de gemeentelijke in- spraakverordening gedurende zes weken ter inzage gelegen. Vervolgens heeft het college van burgemeester en wethouders de Gebiedsvisie Krui- selwerk op 30 januari 2009 vastgesteld. Deze vaststelling is gepubliceerd en de vastgestelde visie heeft vervolgens wederom zes weken voor een ie- der ter inzage gelegen. Deze visie vormt thans de onderlegger voor de pla- nologische regeling.

1. 2. Voorgenomen ontwikkelingen

Uitbreiding zandwinning In eerste instantie wordt de bestaande zandwinlocatie, die in de huidige si- tuatie circa 29 hectare beslaat, uitgebreid met drie percelen met een geza- menlijke oppervlakte van 17 hectare. Deze percelen zijn tot nu toe in agra- risch gebruik. Een vierde perceel, gelegen aan de oostrand van het plan- gebied, behoudt in eerste instantie de agrarische functie, maar kan in een later stadium bij de zandwinlocatie worden betrokken. Dit perceel is daarom al wel binnen de plangrens meegenomen.

De zandwinlocatie in een ruimtelijke en functionele context In een gebiedsvisie van de Grontmij is de ruimtelijke ontwikkeling van de zandwinning Kruiselwerk op een langere termijn geschetst. De locatie maakt deel uit van een groter landschappelijk geheel: het veenkoloniale gebied. Er is dan ook nadrukkelijk aandacht geschonken aan een verant- woorde landschappelijke inpassing en ruimtelijke inbedding in de omge- ving. Speciale aandacht gaat uit naar de mogelijkheden om Kruiselwerk te laten fungeren als schakel of verbindingszone tussen de (dag)recreatieve functies in de regio.

1. 3. Planopzet

Het bestemmingsplan Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela komt tot stand onder het regime van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het bijbe- horende Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Ook zal het plan voldoen aan de voorwaarden uit het SVBP 2008 (Standaard Vergelijkbare Bestemmings Plannen), zoals in de Wro wordt voorgeschreven.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 21-12-10 0899156 blz 3

Om het plan geschikt te maken voor een digitale uitwisseling, wordt het voorzien van de IMRO-coderingen. Het bestemmingsplan voldoet daarmee aan de vormvereisten ten behoeve van de digitale beschikbaarheid die vanaf 1 januari 2010 gelden.

1. 4. Leeswijzer

Het bestemmingsplan is als volgt opgebouwd: . In hoofdstuk 2 wordt het relevante beleidskader beschreven; . hoofdstuk 3 omvat de beschrijving van het plan, waarbij wordt ingegaan op de bestaande situatie en de voorgenomen ontwikkelingen. Ook wordt ingegaan op de ruimtelijke en functionele inpassing van de uit- breiding van de zandwinning, zowel voor de periode waarin het zand wordt gewonnen, als voor de periode daarna; . hoofdstuk 4 gaat in op de milieu- en omgevingsaspecten; . in hoofdstuk 5 volgt de juridische planbeschrijving met een toelichting op de gekozen bestemmingen; . in hoofdstuk 6 wordt ingegaan op de uitvoerbaarheid. . In hoofdstuk 7 zijn de resultaten van inspraak en overleg opgenomen.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Status: Vastgesteld / 21-12-10 Buro Vijn B.V. blz 4 0899156

2. BELEIDSKADER

2. 1. Algemeen ontgrondingsbeleid

Het ontgrondingsbeleid heeft in de afgelopen jaren een belangrijke wijzi- ging ondergaan. Vanaf de jaren zestig en zeventig was het centrale beleid gericht op het terugdringen van de oppervlakte aan zandwinningen. De ruimtevraag die gepaard gaat met de winning van oppervlaktedelfstoffen werd voorheen door het rijk gestuurd via het Structuurschema Oppervlak- tedelfstoffen. De regierol van de rijksoverheid bij het afstemmen van vraag en aanbod is echter afgebouwd en wordt meer aan de markt overgelaten. Wel speelt de maatschappelijke wenselijkheid van (uitbreiding van) een zandwinning een steeds grotere rol. Een integrale afweging van alle belan- gen en aspecten is belangrijk. Van groot belang is de wijze waarop de zandwinning landschappelijk ingepast wordt, hoe deze na verloop van tijd wordt afgerond en welke eindfunctie mogelijk en wenselijk is (toekomst- waarde). De ruimtelijke kwaliteit is in dit verband leidend. Zowel de provincie als de gemeente kunnen aan de ruimtelijke inpassing en het toekomstige gebruik voorwaarden verbinden. De gemeente zal er op toezien dat deze voorwaarden worden vertaald in een bestemmingsplan. De ruimtelijke kwaliteit is echter ook een belangrijke voorwaarde voor het verlenen van de ontgrondingvergunning door de provincie.

2. 2. Rijksbeleid

2.2.1. Nota Ruimte

In de Nota Ruimte is vermeld dat ontgrondingen nodig zullen blijven, gezien de grote bouwopgave (woningen, bedrijven, wegen) voor de komende jaren en de daaraan gekoppelde behoefte aan de oppervlaktedelfstoffen zand, grind en klei. Ze kunnen echter ingrijpende gevolgen hebben, zoals aan- tasting van het landschap, aantasting van grondwaterstromen en schade aan natuur. De behoefte ervan kan worden beperkt door een zuinig gebruik van grondstoffen, hergebruik van bouwmaterialen en recycling van rest- stoffen. Verder kan de behoefte enigszins worden beperkt door aanwen- ding van alternatieven en meer inzet van vernieuwbare grondstoffen (zoals hout). Echter voor circa 80% van de voorziening is Nederland vooralsnog afhankelijk van oppervlaktedelfstoffen.

Ondanks het feit dat het dikwijls om forse ingrepen gaat, kunnen ontwikke- lingsmogelijkheden ontstaan voor waterrecreatie, wonen op of aan het wa- ter, natuurontwikkeling, uitbreiding van de waterbergingscapaciteit en even- tueel andere functiecombinaties. In die gevallen kan ontgronding sa- mengaan met een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 21-12-10 0899156 blz 5

2. 3. Provinciaal beleid

2.3.1. Provinciaal omgevingsplan 2009-2013

Provinciale Staten hebben het Provinciaal Omgevingsplan (POP) 2009- 2013 op 17 juni 2009 vastgesteld. In het POP staat het omgevingsbeleid van de provincie op het gebied van milieu, verkeer en vervoer, water en ruimtelijke ordening. Belangrijke onderwerpen zijn de bescherming van de karakteristieken van het Groninger landschap, ruimte voor ontwikkeling, leefbaarheid op het platteland en stimulering van duurzame energie.

De Omgevingsverordening Provincie Groningen 2009 is gelijktijdig met het POP vastgesteld. Hiermee wordt beoogd de in het POP opgenomen doel- stellingen de komende jaren te verwezenlijken. De regels en voorschriften in de verordening sluiten aan op het POP. Op het gebied van de ruimtelijke ordening worden gemeenten verplicht om bestemmingsplannen volgens de verordening op te stellen. Naast algemene bepalingen geeft de Omge- vingsverordening onder andere bijzondere bepalingen voor: . bestemmingsplannen voor het buitengebied; . de ecologische hoofdstructuur en robuuste verbindingen; . bestemmingsplannen voor nationale landschappen en andere kwetsba- re landschappen.

In het Provinciaal Omgevingsplan Groningen 2009-2013 is op hoofdlijnen het omgevingsbeleid van de provincie aangegeven. Het waterhuishou- dingsplan, het milieubeleidsplan en het mobiliteitsplan zijn hierin geïnte- greerd. Verhoging van de ruimtelijke kwaliteit staat in het POP centraal. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen moet rekening worden gehouden met de karakteristieken van de omgeving. Inzet van het POP is om deze kwaliteit te versterken door enerzijds efficiënt ruimtegebruik en anderzijds door in plannen rekening te houden met as- pecten als water, infrastructuur, natuurwaarden, bodem en cultuurhistorie. Naast het algemene beleid per thema bestaat het POP uit een aantal re- gioperspectieven.

In het POP is de planlocatie gelegen in een gebied dat wordt getypeerd als een veenkoloniaal landschap met een karakteristieke kanalen- en wijken- structuur. Op de overzichtskaart van het POP maakt de planlocatie deel uit van het grotere landbouwgebied. Meer van belang is dat op kaart 3 (“Infra- structuur”) voor de planlocatie de aanduiding “zandwinning” is opgenomen. Ook op kaart 2 (“Functiekaart water) is rekening gehouden met de zand- winning door de aanduiding “diepe plas”.

Landschappelijke kwaliteit en kernkarakteristieken Veenkoloniën De kernkarakteristieken van de Veenkoloniën, waarin het plangebied ligt, zijn de grootschalige openheid en de kanalen- en wijkenstructuur. De be- langrijkste bedreigingen voor de grootschalige openheid zijn nieuwe be- bouwing en beplanting. De provincie wil dat de openheid in de genoemde gebieden wordt be- schermd.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Status: Vastgesteld / 21-12-10 Buro Vijn B.V. blz 6 0899156

Daarom zijn regels voor de aanleg van opgenomen in de provinciale omge- vingsverordening (artikel 4.25). Van gemeenten wordt verwacht dat zij via hun bestemmingsplannen beperkingen opleggen aan nieuwe bebouwing en bosontwikkeling in het buitengebied. Bedreigingen voor de kanalen- en wijkenstructuur komen met name voort uit het dempen van sloten, het wij- zigen van de loop van watergangen en verandering van de oevers na on- derhoud.

Ter bescherming van de kenmerkende kanalen- en wijkenstructuur zijn re- gels opgenomen in de Omgevingsverordening-2009. Op de kaart 6a (Landschapswaarden) zijn de karakteristieke waterlopen opgenomen, waarbij artikel 4.43 van de Omgevingsverordening bepaalt dat een bestemmingsplan regels bevat ter bescherming van deze karakteristie- ke waterlopen. Daarmee kunnen de landschappelijk bepalende kenmerken behouden blijven.

Ontwikkeling Veenkoloniën De provincie wil de sociaal-economische en ruimtelijke structuur in de Veenkoloniën stimuleren. Dit is ook de doelstelling van door de regio opge- stelde “Agenda voor de Veenkoloniën” uit 2002. De doelstellingen hieruit zijn in het POP meegenomen. Eén van de mogelijkheden om de economi- sche structuur te versterken is ruimte te bieden voor agrarische schaalver- groting. Het landschap is daar geschikt voor, mits de schaalvergroting zorgvuldig wordt ingepast. Daarnaast wordt introductie mogelijk gemaakt van nieuwe economische dragers, zoals melkveehouderij en toerisme en recreatie.

Om het gebied aantrekkelijker en toegankelijker te maken voor recreatie en toerisme wil de provincie met behoud van de kanalen- en wijkenstructuur de kansen voor de vaarrecreatie beter benutten. Daarnaast wordt het toe- voegen van nieuwe kernkarakteristieken voorgestaan, bijvoorbeeld door het realiseren van een aantal landschappelijke, toeristisch-recreatieve ver- bindingszones tussen Westerwolde en de Hondsrug, met name via de beekdalen van het Pagediep en de Mussel Aa naar Gasselternijveen. Te- vens wil de provincie het gebied ook verbinden met het beekdal van de Ruiten en Westerwoldse Aa via groene corridors met ruimte voor exclu- sieve woonvormen, zoals buitenplaatsen.

Ontgrondingen De winning van delfstoffen is onontbeerlijk voor de economie. In de diepe ondergrond worden gas, olie en zout gewonnen. Daarnaast worden als bouwgrondstoffen ook de oppervlaktedelfstoffen zand en klei gewonnen (winning van delfstoffen in de ondiepe ondergrond). Provincies moeten, af- hankelijk van de voorraden, zoveel mogelijk voorzien in hun eigen behoefte aan bouwgrondstoffen. Een zuinig en duurzaam gebruik van de voorraden is daarom geboden. Op of nabij winplaatsen van delfstoffen mogen geen ontwikkelingen plaatsvinden die deze winning blijvend onmogelijk maken. Delfstoffenwinning kan negatieve effecten veroorzaken voor de omgeving, zoals bodemdaling en aantasting van het landschap.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 21-12-10 0899156 blz 7

Ontgrondingen hebben vaak ingrijpende gevolgen voor het landschap. Daarom is het beleid om de zand- en kleiwinning te concentreren in een aantal regionale winplaatsen. De regionale zandwinplaatsen krijgen na be- ëindiging van de winning een bestemming (bijvoorbeeld natuur en recre- atie) op basis van de beëindigingsplannen die de provincie in overleg met gemeente en waterschap opstelt. Met eindbestemming wordt de toe- komstige definitieve bestemming bedoeld na beëindiging van de regionale winning.

Op de kaart 3 van het POP-3 uit 2009 is, als eerder gezegd, de regionale winning Kruiselwerk in de gemeente Pekela expliciet als zandwinning aan- gemerkt, naast de regionale zandwinlocatie Heeresveld in dezelfde ge- meente. Zie ook het hierna volgende fragment van het POP.

Figuur 2. Fragment POP-kaart 3 (Infrastructuur)

Op de POP-kaart komt aan de westzijde van de N366 de aanduiding “zoekgebied spoorverbinding” voor. Tussen en Nieuwe Pekela ligt langs de N366 voorts de aanduiding “gereserveerd tracé wegverbin- ding”. Overigens is uit overleg met de provincie gebleken (zie hoofdstuk 7) dat er ook ter hoogte van de zandwinning rekening moet worden gehouden met een verbreding van de N366. De provincie geeft in het POP-3 voorts aan, dat de grote, diepe plassen door hun grote diepte een (uitzonderlijk) goede waterkwaliteit hebben. Dit biedt kansen om langs en in de oevers een bijzondere ecologische waarde te ontwikkelen, zo geeft het POP-3 aan. Dergelijke plassen moeten daarom beschermd worden. Ingrepen in of nabij de plas mogen de waterkwaliteit niet aantasten en de eindbestemming niet belemmeren.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Status: Vastgesteld / 21-12-10 Buro Vijn B.V. blz 8 0899156

Net als in het rijksbeleid, zet ook het provinciale beleid in op het zoeken van combinaties van zand- of kleiwinning met projecten voor bijvoorbeeld natuurontwikkeling, recreatie, wonen aan het water of waterberging. Ruim- telijke kwaliteit en multifunctionaliteit zijn belangrijke toetsingskaders voor nieuwe vergunningaanvragen voor ontgrondingen. Om een zuinig gebruik van grondstoffen te stimuleren, worden geen nieuwe vergunningen voor ontgrondingen verleend die uitsluitend zijn gericht op de winning van pri- maire bouwgrondstoffen. De bestaande regionale winplaatsen blijven hun functie voor de regionale bouwgrondstoffenvoorziening voorlopig wel ver- vullen.

Recreatie Doelstelling van de provincie is het oplossen van knelpunten in het Gro- ningse deel van landelijke routestructuren voor wandelen, fietsen en varen. Verder wordt gezocht naar mogelijkheden om de provinciale routestructu- ren uit te breiden en te vernieuwen. Er worden veel mogelijkheden gezien voor wandel- en fietsroutes.

2. 4. Gemeentelijk beleid

2.4.1. Structuurvisie Pekela

De Structuurvisie Pekela (2003) is bedoeld als het ruimtelijke ontwikke- lingskader voor de middellange termijn in deze gemeente (15 à 20 jaar). De structuurvisie dient als onderlegger voor het opstellen van bestemmings- plannen en diverse andere uitwerkingen.

Het open agrarische gebied dient het open karakter te behouden. Bosont- wikkeling kan conflicteren met de openheid van het landschap. Daarom worden in het zuidelijke gedeelte van de gemeente verdichtende elementen niet voorgestaan. Verdere bosontwikkeling wordt dan ook alleen beoogd in het noordelijke deel van de gemeente, conform het Provinciaal Omgevingsplan.

Afgezien van het water van het Pekelderhoofddiep (geschikt voor recreatie- vaart) leent het gemeentelijke grondgebied zich door de grote openheid en de geringe afwisseling niet automatisch voor recreatieve doeleinden. Re- cent zijn echter gebieden (mede) voor de dagrecreatie ingericht. De be- langrijkste daarvan zijn het Pekelbos met aangrenzende waterpartijen bij en het Heeresveld bij Nieuwe Pekela. Ook zijn recreatieve routes door de gemeente getrokken, onder andere naar het Emergobos (richting Meeden/Westerlee). De gemeente beoogt om extra verbindingsschakels voor fietsers te realise- ren, vooral om de rondrijdmogelijkheden te verbeteren.

Ten aanzien van de zandwinlocaties staat de gemeente Pekela het vol- gende voor: De gemeente streeft naar een dusdanige voortzetting van de zandwinning in het Heeresveld dat de maximale oppervlakte van de ont- gronding zo snel mogelijk wordt bereikt.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 21-12-10 0899156 blz 9

Daarmee kan de locatie op redelijk korte termijn voor andere doelen wor- den ingericht: watersport, verblijfsrecreatie, oeverrecreatie, natuurontwikke- ling, parkaanleg en woningbouw. De zandwinning Kruiselwerk zal nog verscheidene jaren worden voortge- zet, de primaire functie blijft voorlopig het winnen van hoogwaardig indu- striezand. De ontstane plas zal op termijn een natuurfunctie krijgen, maar ook zal worden gezocht naar mogelijkheden voor extensieve recreatie en fietsverbindingen (als schakel in het recreatieve netwerk).

2.4.2. Structuurplan Stadskanaal

Vanwege de ligging van het plangebied op de grens tussen de gemeente Pekela en de gemeente Stadskanaal wordt kort ingegaan op het structuur- plan van Stadskanaal: “De gemeente van straks: Stadskanaal in 2010” (1998). Ook de gemeente Stadskanaal zet in op het benutten van nieuwe kansen om de leefbaarheid en kwaliteit van het landelijk gebied te verbete- ren. Duurzaam functioneren vormt daarbij een sleutelwoord. Wel wordt ge- steld dat nieuwe landschappelijke of recreatieve ontwikkelingen geen be- perkingen voor de landbouw mogen opleveren. Landbouw wordt nog steeds gezien als de hoofdfunctie van het landelijk gebied.

Tevens geeft de gemeente aan te streven naar versterking en uitbouw van de toeristisch-recreatieve infrastructuur. De gemeente wil onder meer de mogelijkheden voor bestaande en nieuwe dagrecreatieve voorzieningen verruimen. Specifiek wordt een aantal landschappelijk recreatieve zones in het landbouwgebied aangegeven (onder meer bij Stadskanaal en Onst- , maar ook in het landelijke gebied rond Alteveer, nabij het plange- bied zandwinning Kruiselwerk). Binnen de landschappelijk recreatieve zo- nes wordt ingezet op kwaliteitsverbreding, uitbreiding en versterking van de samenhang tussen bestaande (dag)recreatieve voorzieningen en op de aanleg van nieuwe wandel-, fiets-, ruiterpaden en kanoroutes. Deze maken deel uit van bestaande en nieuwe regionale routes en netwer- ken (ontbrekende schakels in de fietspadennetwerken Westerwolde- Duitsland en Groningen-Drenthe).

Voor het dorp Alteveer geldt dat wordt geïnvesteerd in het verbeteren van de ruimtelijke en sociaal-economische structuur, de woonomgeving en de recreatieve mogelijkheden. De landschappelijke structuur vormt de drager voor de kwaliteit van het dorp.

2. 5. Conclusie

De uitbreiding van de zandwinlocatie is passend binnen het geldende be- leidskader van rijk en provincie. Uitbreiding van de zandwinlocatie kan een rol spelen bij het ontwikkelen van een natuurlijke en recreatieve schakel in het gemeentelijke netwerk, zowel voor de gemeente Pekela als de gemeente Stadskanaal. Hiermee past de uitbreiding eveneens binnen de gemeentelijke kaders. De openheid van het landschap wordt door de ontwikkeling niet aangetast.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Status: Vastgesteld / 21-12-10 Buro Vijn B.V. blz 10 0899156

Het voornemen is tussen provincie Groningen en gemeente Pekela be- sproken. Beiden kunnen in principe instemmen met de uitbreiding. Dit krijgt thans in het bestemmingsplan zijn concretisering.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 21-12-10 0899156 blz 11

3. BESCHRIJVING VAN HET PROJECT

In dit hoofdstuk wordt een uitgebreide beschrijving gegeven van de voor- genomen ontwikkelingen. De planuitgangspunten zijn gebaseerd op een de gebiedsvisie en het inrichtingsplan voor de uitbreiding van de zandwinning Kruiselwerk, dat in opdracht van het zandwinbedrijf H.H. v.d. Velde BV is opgesteld door de Grontmij 1). Deze gebiedsvisie is opgenomen in bijlage 1.

De gemeente Pekela stemt met de voorgenomen uitbreiding van de zand- winning, zoals weergegeven op de gebiedsvisie, in beginsel in. De ge- biedsvisie is bij besluit van 30 januari 2009 door het college van burge- meester en wethouders vastgesteld. Voor de uitbreiding gelden een aantal planologische randvoorwaarden, die zijn vertaald in het voorliggende bestemmingsplan.

3. 1. Huidige situatie

Zandwinning De zandwinlocatie Kruiselwerk ligt ten noorden van het dorp Alteveer. Ont- sluitingswegen zijn de Barkelazwet aan de zuidoostzijde en Kruiselwerk aan de noodwestzijde van de zandwinning. De locatie is omgeven door landbouwgrond en enkele vrijstaande woningen (voormalige boerderijen aan de weg Kruiselwerk). De zandwinning is operationeel sinds de jaren dertig van de vorige eeuw. Het bedrijf H.H. van der Velde bestaat naast de zandwinning ook uit een transport- en grondwerkbedrijf. De zandwinning is in eigendom van en wordt beheerd door H.H. van der Velde BV uit Nieuwe Pekela.

Het grootste deel van de huidige zandwinlocatie wordt gevormd door diep, open water, waar met drijvende zandzuigers het zand wordt gewonnen. De zandwinput heeft een diepte van circa 18 meter. De zandwinning wordt ontsloten via de zuidzijde van de locatie. Hier bevinden zich ook overige gebouwen en voorzieningen van het bedrijf ten behoeve van opslag en kleinschalige verkoop. Recentelijk is de oude zanddrooginstallatie ver- plaatst naar de andere zijde van de Barkelazwet op het grondgebied van de gemeente Stadskanaal en zal de oude locatie van de installatie worden betrokken bij de zandwinning. Het zand wordt met vrachtwagens afge- voerd, via de Barkelazwet en de Beumeesweg (N365). Deze route komt uit op de kruising met de N366, zodat het (provinciale) hoofdwegennet snel te bereiken is. Op dit moment wordt ook de noordwestelijke ontsluitingsroute nog gebruikt, via de Kruiselwerk. De noordwestelijke ontsluitingroute zal echter op termijn vervallen, zodra begonnen wordt met de ontgronding van dit gebied.

Landschap De locatie bevindt zich direct ten noorden van Alteveer, ten oosten van de weg richting de Pekela’s (N366).

1) Grontmij, Uitbreiding Kruiselwerk, Gebiedsvisie en inrichtingsplan, 30 januari 2009.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Status: Vastgesteld / 21-12-10 Buro Vijn B.V. blz 12 0899156

Dit landschap wordt gekenmerkt door grootschalige tot zeer grootschalige ruimten, met voornamelijk lijnvormige verdichtingen gevormd door de ont- ginningsassen (kanalen) met wegen, lintdorpen, weg-, singel en erfbeplan- ting. De hoofdstructuur van het landschappelijke raamwerk bestaat uit de kanaaldorpen met een mix van agrarische, burger- en soms industriële be- bouwing.

Figuur 3. Omgeving Kruiselwerk: wijken

Het veenkoloniale landschap is over het algemeen zeer vlak. De vroegere hoogteverschillen in de dekzandondergrond zijn door het agrarische ge- bruik sterk genivelleerd. In het gebied is de opstrekkende verkaveling en de wijkenstructuur nog goed herkenbaar.

Figuur 4. Verkavelingsstructuur 1957 en 2005

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 21-12-10 0899156 blz 13

Door schaalvergroting in de landbouw zijn de zwetsloten (sloten dwars op de wijken) echter grotendeels verdwenen, zoals goed is te zien figuur 4. Het wegenpatroon is rechtlijnig en opgebouwd uit blokken. Het A.G. Wil- dervanckkanaal, de evenwijdig lopende autoweg N366 en hoogspannings- leidingen verstoren de oorspronkelijke landschappelijke structuur van het omliggende gebied; het oude wegenpatroon wordt doorbroken. Ook de Barkelazwet staat ‘dwars’ op de opstrekkende verkavelingsstructuur. Ten zuiden van deze weg, op de grens met Alteveer, treedt een geleidelijke verdichting van het grootschalige open landschap op. In de overgang naar het esdorpenlandschap is sprake van schaalverkleining.

3. 2. Voorgenomen ontwikkelingen

Uitbreiding zandwinning De bestaande zandwinlocatie Kruiselwerk zal worden uitgebreid met een drietal percelen. Het gaat in eerste instantie om een uitbreiding van circa 17 hectare ten opzichte van de oppervlakte van de bestaande zandwinning van circa 29 hectare. In een later stadium wordt mogelijk nog een vierde perceel (van 6,5 hectare) ten oosten van de locatie betrokken bij de uitbrei- ding. De zandwinlocatie zal dan 52,5 hectare omvatten en zich uitbreiden tot aan het Heerendiep. Uitbreiding van Kruiselwerk is met name van be- lang, omdat er hoogwaardig industriezand wordt gewonnen. De ontgravingdiepte van de huidige zandwinning bedraagt 18 meter bene- den NAP. In de nieuwe ontgrondingsvergunning voor de zandwinning (in- clusief uitbreiding) wordt een ontgrondingsdiepte van 40 meter beneden NAP aangevraagd.

Ontsluiting De aan- en afvoerbewegingen van het vrachtverkeer naar het opslagterrein en naar de klanten zullen blijven lopen via de zuidoostelijke ontsluitings- route, de Barkelazwet en de Beumeesweg (N365). Via deze route is zoals gezegd de N366 en het aansluitende (provinciale) hoofdwegennet snel te bereiken.

Ontgrondingsvergunning De bestaande ontgrondingvergunning (verleend 6 juni 1995) loopt tot en met 24 juli 2015 en voorziet niet in deze uitbreiding. Voordat gestart kan worden met de uitbreiding, zal een nieuwe ontgrondingvergunning moeten worden verleend door de provincie Groningen. Met deze nieuwe vergun- ning zal de zandwinning tot 2025 worden voortgezet. Naast de ontgron- dingsvergunning en het voorliggende bestemmingsplan waarin de uitbrei- ding planologisch wordt vastgelegd, zal ten behoeve van de uitbreiding van de zandwinning tijdig met de provincie gecommuniceerd worden over de aanpassing van milieuvergunning in het kader van de Wet Milieubeheer. De provincie is hierin namelijk het bevoegde gezag.

In het kader van het verlenen van de ontgrondingvergunning voor (de uit- breiding van) de zandwinlocatie speelt, zoals vermeld in het beleidskader, de maatschappelijke wenselijkheid een grote rol.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Status: Vastgesteld / 21-12-10 Buro Vijn B.V. blz 14 0899156

Het is vooral van belang hoe de zandwinning landschappelijk ingepast wordt, op wat voor manier de locatie na verloop van tijd wordt afgerond en welke eindfunctie mogelijk en wenselijk is. De ruimtelijke kwaliteit is in dit verband leidend.

Figuur 5. Voorgenomen uitbreiding zandwinning Kruiselwerk (Bron: Gebiedsvisie en inrichtingsplan, Grontmij 2008)

De zandwinlocatie in een ruimtelijke en functionele context In de gebiedsvisie en het inrichtingsplan van de Grontmij is uitgebreid inge- gaan op de landschappelijke inpassing van de uitbreiding van de zandwin- ning Kruiselwerk. Ook is de ruimtelijke ontwikkeling op een langere termijn geschetst, waarmee de toekomstwaarde van de locatie in beeld is ge- bracht. Er is bewust gekeken naar de mogelijkheid om Kruiselwerk te laten funge- ren als schakel of verbindingszone tussen de verschillende (dag)recreatie- ve functies in de regio.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 21-12-10 0899156 blz 15

Daarmee wordt bijgedragen aan het versterken van de recreatieve struc- tuur in de regio. In de volgende paragraaf wordt hier verder op ingegaan.

3. 3. Ruimtelijke en functionele inpassing

3.3.1. Kruiselwerk in regionale context

Uit de gebiedsvisie blijkt dat de directe omgeving van Kruiselwerk (Pekela’s en Alteveer) min of meer een witte vlek is te midden van de recreatieve clusters in Stadskanaal, Veendam, Wedde en Vlagtwedde. Het gebied heeft op dit moment weinig recreatieve voorzieningen. Door deze ligging tussen een aantal toeristische gebieden liggen er mogelijkheden om recre- atieve activiteiten en faciliteiten te ontwikkelen als economische drager voor het gebied. Dit biedt de regio meer kansen om meer bezoekers vast te houden en tot aansluitende activiteiten/ overnachtingen te verleiden. Hier- voor is met name een verbetering van de recreatieve structuur noodzake- lijk. De komende aansluiting op het vaarroutenetwerk (o.a. Pekelderhoofd- diep) is daarvoor een belangrijke eerste ontwikkeling. Een andere kans voor het gebied als verbinding tussen toeristische gebieden is de ontwikke- ling van de fietsinfrastructuur. Met het oog op de groei van de populariteit van fietsvakanties biedt dit bezoekers meer mogelijkheden om het cultuur- historische karakter van het gebied te ontdekken.

De zandwinlocatie Kruiselwerk kan worden ontwikkeld als een stapsteen in regionale recreatieve (fiets)verbindingszones. In het ontwerp van de uit- breiding wordt dan ook rekening gehouden met de aanleg van een fietspad dat een schakel in die recreatieve verbinding kan vormen. Uiteraard kan dit fietspad ook worden gebruikt ten behoeve van woon-werkverkeer tussen Nieuwe Pekela/ en Alteveer/Onstwedde.

Daarnaast kan voor Kruiselwerk worden gedacht aan het realiseren van kleinschalige recreatieve voorzieningen, gerelateerd aan de ontwikkeling van een fietsroute, zoals picknickplaatsen, visplaatsen, banken en vogel- kijkhutten. Ook met het oog op de lokale bevolking is het van belang de toegankelijkheid van het landelijk gebied en de belevingswaarde van natuur en landschap rondom de zandwinlocatie Kruiselwerk te vergroten. Het ge- bied zal ook vanuit de omringende woonkernen (met name Alteveer) toe- gankelijk zijn en vormt in dat opzicht een belangrijk ‘uitloopgebied’ van de- ze woonkernen. De ontwikkeling van de zandwinlocatie sluit daarmee aan bij diverse ruimtelijke ontwikkelingen in de directe omgeving, zoals de reali- satie van een visvijver bij Alteveer en de revitalisatie van het voormalig zwembad bij Nieuwe Pekela, het herinrichtingsplan voormalige AVEBE lo- catie Alteveer als wandel- en uitloopgebied voor Alteveer en de recreatieve ontwikkeling van het Pekelderbos in combinatie met de nieuwbouwwijk Compagniesterwijk (zie ook figuur 6).

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Status: Vastgesteld / 21-12-10 Buro Vijn B.V. blz 16 0899156

Figuur 6. Fietsverbinding en overige functies omgeving (Bron: Gebiedsvisie en inrichtingsplan, Grontmij 2008)

3.3.2. Inrichtingsplan/ontwerpuitgangspunten

Richtinggevend voor de uitbreiding van de zandwinning is het vinden van aansluiting bij de kernkarakteristieken van de omgeving. De aanwezige landschappelijke waarden vormen een belangrijk uitgangspunt voor de planvorming en het geven van richting aan nieuwe ontwikkelingen. Er wordt gekozen voor het behouden en versterken van de bestaande karakteris- tieke landschappelijke waarden.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 21-12-10 0899156 blz 17

Figuur 7. Eindbeeld uitbreidingsplan Zandwinning Kruiselwerk (Bron: Inrichting oevers rondom de zandwinning Kruiselwerk, Grontmij 2010)

De voorgenomen inrichting is in de Gebiedsvisie Kruiselwerk (vastgesteld 2009) opgenomen en weergegeven in figuur 7. Aanvullend op de gebieds- visie zijn de oeverzones specifiek onder de loep genomen 2).

2) Grontmij Inrichting oevers rondom de zandwinning Kruiselwerk, Assen, 12-05-10.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Status: Vastgesteld / 21-12-10 Buro Vijn B.V. blz 18 0899156

Naar aanleiding van overleg met de provincie is gekeken naar de breedte van de oeverzones en een zodanige inrichting dat er een ecologische meerwaarde ontstaat. Dit heeft geen invloed gehad op de opzet van de zandwinning als zodanig; het geactualiseerde beeld is in figuur 7 opgeno- men. De bijbehorende rapportage over de inrichting van de oevers is in bij- lage 7 bij de toelichting ingevoegd; deze kan beschouwd worden als een aanvulling op de gebiedsvisie in bijlage 1. Deze gebiedsvisie vormt thans de onderlegger voor de planologische regeling.

Landschap en cultuurhistorie Het plangebied ligt in het grootschalige veenkoloniale landschap nabij de overgang naar het esdorpenlandschap ten zuiden van Alteveer. Dit bete- kent dat in het ontwerp aansluiting gezocht moet worden bij de identiteit van beide landschapstypen, zodat het eindbeeld een geïntegreerd geheel vormt met de omgeving. In het noordelijke deel van het plangebied (het grootste deel van de zand- winlocatie) wordt aangesloten bij het grootschalige karakter van het land- schap. De noordoever en de oostoever sluiten aan op het strakke lineaire karakter van het aangrenzende veenkoloniale landschap. Bij de inrichting van de noordoever zal worden aangesloten op de regelmatige afstand tus- sen de wijken (de historische maatvoering hiervan). De zuidoever heeft in vergelijking met de overige oevers een kleinschalig karakter. De maatvoering is gerelateerd aan de kleinste maat in het veen- koloniale landschap, namelijk de afstand tussen de wijken en de zwetslo- ten. De besloten opbouw is gerelateerd aan het aangrenzende besloten esdorpenlandschap richting Onstwedde. De westoever sluit - evenals de oostoever - aan op de strakke lineaire structuur van het veenkoloniale landschap. De oever heeft een open ka- rakter. Er is hier geen rietkraag opgenomen, zodat er vanaf de N336 en het nieuwe fietspad optimaal zicht is op de plas.

Natuur Gebleken is dat het gebied rond Kruiselwerk geen onderdeel uitmaakt van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) of een ecologische c.q. robuuste verbindingszone. Ook maakt het gebied geen onderdeel uit van de (provin- ciale) zoekruimte voor bosontwikkeling. Het gebied rond Kruiselwerk heeft in de huidige situatie geen hoge ecologische waarde. Omdat er geen aan- leiding is voor het creëren van ecologische verbindingen op regionaal schaalniveau zal de ontwikkeling van natuurwaarden op een kleinschaliger niveau plaatsvinden, namelijk in de wijze waarop de oevers ingericht wor- den.

Bij de inrichting van de oevers wordt gezocht naar oplossingen die een meerwaarde hebben voor de natuur. Het gaat hier met name om verhoging van de diversiteit van flora en fauna. Aan de noord- en oostoever worden oeverzones en brede rietkragen aangelegd die een belangrijke natuurlijke functie hebben als foerageer-, broed- en rustplaats voor water- en moeras- vogels. Aan de westzijde is deze natuurlijke functie geringer, vanwege de versto- ring die uitgaat van de N366 en in mindere mate ook van het fietspad.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 21-12-10 0899156 blz 19

De zuidoever kenmerkt zich door een gevarieerde opbouw: open-gesloten, steile oevers-flauwe oevers, rietkragen en steenbestorting. Hierdoor ont- staan er diverse milieus en is het te verwachten dat dit een leefomgeving (broedplaats, foerageergebied) biedt voor diverse planten en dieren. Hierbij kan gedacht worden aan amfibieën, water- en moerasvogels, bosrandvo- gels, insekten, kleine zoogdieren en reptielen.

(Extensieve) recreatie Op termijn krijgt de zandwinlocatie een natuurfunctie met (extensieve) re- creatie op de oevers. In het ontwerp worden enkele voorzieningen opge- nomen voor extensieve recreatie, zoals wandel- en fietspaden, picknick- plaatsen en vogelkijkhutten. Dit echter alleen op plekken waar dit niet ten koste gaat van natuur en landschapswaarden. Tevens wordt langs de toe- komstige westoever van de plas rekening gehouden met de aanleg van een recreatief fietspad tussen Kruiselwerk en Alteveer. Door het feit dat de zuidelijke oever direct aansluit bij de bebouwing van Al- teveer en door de gevarieerde ruimtelijke opbouw, leent deze oever zich het meest voor recreatieve invulling. Langs de oever is, afwisselend door open en gesloten gebied, een wandelpad opgenomen. De oever leent zich goed voor vissen, picknicken, natuurbeleving en biedt een potentiële plaats voor een vogelkijkhut. Op de plek waar zich momenteel de bedrijfsinstalla- ties van de zandwinning bevinden, kan een kleine parkeervoorziening wor- den opgenomen. Gebruik gemaakt kan worden van de daar aanwezige verharding. Indien het terrein van de Avebe aan de zuidkant van de Barke- lazwet verder ingericht wordt, kan er in overleg met de gemeente Stadska- naal voor worden gekozen om beide gebieden op elkaar aan te laten slui- ten, zodat er aan de noordrand van Alteveer een aantrekkelijk uitloopge- bied ontstaat voor de bewoners.

3. 4. Conclusie

Het zandwinbedrijf is, ook als het transport- en grondwerkbedrijf een be- langrijke economische factor in de regio. De uitbreiding van de zandwinplas is ruimtelijk en planologisch aanvaardbaar, daarvoor geeft het voorliggende bestemmingsplan de planologische basis (in het volgende hoofdstuk zal hierop verder worden ingegaan). Op de lange termijn zijn er mogelijkheden de locatie te laten functioneren als een recreatieve schakel in de regio.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Status: Vastgesteld / 21-12-10 Buro Vijn B.V. blz 20 0899156

4. OMGEVINGSASPECTEN

Een goede inpassing van het plan, zoals beschreven in het vorige hoofd- stuk, is van belang. Daarnaast moet ook worden gekeken hoe de uitbrei- ding van de zandwinplas zich verhoudt tot overige functies in de omgeving. Voorkomen moet worden dat de nieuwe functies in het plangebied tot over- last voor de omgeving leiden. Ook andersom geldt dat functies in de omge- ving geen negatief effect op het woon- en leefmilieu in het plangebied mo- gen hebben. In dit hoofdstuk wordt de planologische aanvaardbaarheid ten aanzien van de milieu- en omgevingsaspecten beschreven.

4. 1. Milieu

4.1.1. Milieueffectrapportage

Voor het al dan niet opstellen van een milieueffectrapportage (MER) geldt het volgende (zie gewijzigd besluit MER 2006): voor de winning dan wel wijziging of uitbreiding van de winning van oppervlaktedelfstoffen is het uit- voeren van een milieueffectrapportage verplicht in gevallen waarin de acti- viteit betrekking heeft op (1) een winplaats van minstens 100 hectare, of (2) een aantal winplaatsen die samen meer dan 100 hectare omvatten en die in elkaars nabijheid liggen.

Omdat de totale oppervlakte van zandwinning Kruiselwerk bedraagt (na uitbreiding met 4 percelen) circa 52 hectare. Omdat de zandwinning kleiner zal worden dan 100 hectare, geldt dat voor de uitbreiding geen milieueffect- rapportage (MER) opgesteld hoeft te worden.

4.1.2. Milieuzonering

In de publicatie "Bedrijven en milieuzonering" van de VNG (2007), worden richtlijnafstanden voor geur, stof, geluid en gevaar gegeven. Deze afstan- den dienen bij voorkeur te worden aangehouden tussen bedrijven en ge- voelige bestemmingen (zoals wonen). Afhankelijk van de mate waarin de in deze lijst opgenomen bedrijven milieuhinder kunnen veroorzaken (uit- gaande van de gemiddelde bedrijfssituatie), kent de lijst aan de bedrijven een milieucategorie toe. Naarmate de milieuhinder toeneemt, loopt de mi- lieu-indeling op van 1 t/m 6, met bijbehorende richtlijnafstanden tot woon- gebieden. Zandwinning behoort volgens de VNG-lijst tot milieucategorie 4. De richt- lijnafstand tot woonfuncties bedraagt 200 meter. De meest bepalende mili- euaspecten zijn in dit geval geluid en stof. De grootste afstand die aange- houden moet worden is de afstand voor geluid; deze bedraagt 200 meter. Voor stof dient een afstand van 100 meter aangehouden te worden. De richtlijnafstand is gebaseerd op een minimale afstand tot aaneengesloten woonbebouwing. De richtlijnafstanden zijn, zoals gezegd, richtafstanden die bij voorkeur worden aangehouden; er kan gemotiveerd van worden af- geweken als de situatie ter plekke dat toelaat.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 21-12-10 0899156 blz 21

In de directe omgeving komt binnen een straal van 200 meter geen aan- eengesloten woonbebouwing voor; de meest nabijgelegen woningen zijn de (voormalige) boerderijen aan de Kruiselwerk en de Beumeesweg. In het kader van de Wet milieubeheer zijn verschillende milieuaspecten, waaron- der geluid, specifiek onderzocht. Hierop wordt in de volgende paragrafen verder ingegaan.

4.1.3. Geluid

Ten aanzien van geluid moet (naast de richtlijnen uit de milieuzonering) ook rekening worden gehouden met de wettelijke kaders zoals die voortvloeien uit de Wet milieubeheer. Er is een akoestisch onderzoek uitgevoerd 3). Doel van dit onderzoek is het berekenen van de geluidbelasting op de omgeving aan de hand van de representatieve bedrijfssituatie na uitbreiding. Zie voor de resultaten bijlage 2 bij deze toelichting.

Uit de rekenresultaten is gebleken dat de inrichting voldoet aan het toet- singskader van 45 dB(A) etmaalwaarde. Op het maatgevend beoordelings- punt bedraagt de geluidbelasting ten hoogste 45 en 35 dB(A) in respectie- velijk de dag- en nachtperiode. In de avondperiode vinden er geen bedrijfs- activiteiten plaats. In aanvulling op het langtijdgemiddeld beoordelingsni- veau is het maximale geluidniveau bepaald. Uit het onderzoek blijkt dat in zowel de dag- als nachtperiode op alle beoordelingspunten wordt voldaan aan de grenswaarde van 70 dB(A) etmaalwaarde. Het maximale geluidniveau op de maatgevende woning aan de Barkela- zwet 3 bedraagt ten hoogste 57 dB(A) in de dagperiode en 60 dB(A) in de nachtperiode. De maximale geluidniveaus worden veroorzaakt door optrek- kend vrachtverkeer.

Ook de indirecte hinder van de zandwinning is beoordeeld. Uit het onder- zoek blijkt dat in de dag- en nachtperiode, met uitzondering van de woning aan de Beumeesweg 206, voor wat betreft de indirecte hinder op ieder be- oordelingspunt wordt voldaan aan het toetsingskader van 50 dB(A) et- maalwaarde uit de Circulaire van VROM van 1996. In de dagperiode be- draagt de geluidbelasting op de woning aan de Beumeesweg 206 ten hoogste 51 dB(A). Het toetsingskader van 50 dB(A) wordt hiermee met 1 dB overschreden. Gesteld kan worden dat met een geluidwering van 16 dB(A) aan het vereiste binnenniveau van 35 dB(A) (dagperiode) kan wor- den voldaan. Het Bouwbesluit stelt minimum eisen aan de prestaties die een bouwconstructie moet kunnen leveren ondermeer ten aanzien van ge- luidwering. Voor de wering van geluid van buiten, zoals verkeerslawaai, gaat het daarbij om de omhullende constructies dak en gevel. De geluidwe- ring dient conform het bouwbesluit minimaal 20 dB(A) te bedragen. Gezien deze eis, kan gesteld worden dat aan het vereiste binnenniveau van 35 dB(A) in de dagperiode uit de Circulaire van VROM 1996 kan worden vol- daan.

3) Stroop, Rapport: 083219-00, Akoestisch onderzoek Zandhandel & Transportbedrijf H.H. van der Velde BV, 24 juni 2008.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Status: Vastgesteld / 21-12-10 Buro Vijn B.V. blz 22 0899156

De voorwaarden ten aanzien van geluid worden vastgelegd in de milieu- vergunning. Voor het bestemmingsplan kan worden geconcludeerd dat de uitbreiding planologisch aanvaardbaar is.

4.1.4. Luchtkwaliteit

Op 15 november 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. Deze wet betreft een wijziging van de Wet milieubeheer en vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005 (zoals nog genoemd in de kaderstellende notitie). De wet is enerzijds bedoeld om de negatieve effecten op de volksgezondheid aan te pakken, als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging. Anderzijds heeft de wet tot doel mogelijkheden te creëren voor ruimtelijke ontwikkeling, ondanks overschrijdingen van de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit.

In de huidige situatie worden voor zover bekend geen grenswaarden over- schreden. De bedrijfssituatie blijft daarnaast vrijwel gelijk, ook in de huidige situatie is sprake van bedrijfsactiviteiten en verkeersbewegingen ten be- hoeve van de afvoer van het zand. Per saldo zal er vergeleken met de hui- dige situatie geen sprake zijn van een verslechtering van de luchtkwaliteit. Vanuit het aspect luchtkwaliteit zijn er voor de uitbreiding van de zandwin- plas geen belemmeringen.

4.1.5. Externe veiligheid

Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico’s voor de omge- ving bij het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals vuurwerk, LPG en munitie. Het gebruik en opslag van gevaarlijke stoffen in geregeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI).

Het zandwinbedrijf is geen milieugevoelige functie en er komen in het plan- gebied geen (ondergrondse) transportleidingen voor. Ten aanzien van het vervoer van gevaarlijke stoffen zijn er dan ook geen belemmeringen voor de uitbreiding. Op de risicokaart van de provincie Groningen is de zandwinning aangeduid vanwege de opslag van propaan. Deze opslag bevindt zich op de locatie aan de andere zijde van de Barkelazwet (bij de nieuwe zanddrooginstalla- tie) buiten het plangebied. De terreingrens (buitenste grens om een inrich- ting) bevindt zich aan de zuidzijde van de Barkelazwet en overlapt niet met het plangebied. Bij de zandwinlocatie waarop het bestemmingsplan betrek- king heeft, worden geen gevaarlijke stoffen opgeslagen of gebruikt. Ook bij ongewone voorvallen binnen het bedrijf is niet te verwachten dat er gevaar- lijke stoffen vrijkomen.

Over het aspect “externe veiligheid” is voorts nader advies ingewonnen van het provinciale Steunpunt Externe Veiligheid. Het advies van het Steun- punt, opgenomen in bijlage 3 bij deze toelichting, geeft aan dat het aspect “externe veiligheid” geen belemmeringen voor de uitvoering van het be- stemmingsplan geeft. Hieronder volgt een samenvatting.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 21-12-10 0899156 blz 23

Risicovolle inrichtingen In het plangebied bevinden zich geen risicovolle inrichtingen. In de directe nabij- heid van het plangebied gaat het om de inrichting Van der Velde, zandwinning “Alteveer”, waarvan het invloedsgebied van het groepsrisico voor een gedeelte over het plangebied loopt.

Evenwel, binnen dit invloedsgebied bevinden zich geen (geprojecteerde) objec- ten waar binnen personen aanwezig zijn. Een verantwoording van het groepsri- sico hoeft daarom niet plaats te vinden.

Transport gevaarlijke stoffen . Wegtransport: de op korte afstand gelegen N366 is een weg waarover ver- voer gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Deze weg is opgenomen in het (ont- werp) Provinciale Basisnet Groningen (2009). In dit basisnet wordt ter weerszijden een zone van 30 meter in acht gehouden, waarbinnen geen nieuwe objecten voor minder zelfredzame personen mogen worden opge- richt. Daarvan is met dit bestemmingsplan ook geen sprake. . Daarnaast is een nadere verantwoording van het groepsrisico (op grond van de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen) niet noodzakelijk, daar er met het bestemmingsplan niet in een toename van het aantal wonin- gen wordt voorzien. . Spoor- en vaarwegen: niet aanwezig in de nabijheid van het plangebied. . Aardgasbuisleidingen: niet aanwezig in of nabij het plangebied.

4.1.6. Bodem

De kwaliteit van de bodem hoort onderdeel te zijn van de onderbouwing van het bestemmingsplan. Het is van belang om in een vroeg stadium van het planproces eventuele verontreinigingen, bijzondere bodemwaarden en mogelijke consequenties hiervan voor de functies in het plangebied inzich- telijk te maken. De zandwinning is geen milieugevoelige functie. Wel is het in verband met de uitbreiding en een (mogelijke) aanpassing van de milieu- vergunning van belang te weten wat de huidige situatie is ten aanzien van de bodemkwaliteit. Dit is onderzocht in een notitie van de Grontmij 4).

De Bodeminformatiekaart van de provincie Groningen levert geen informa- tie op over twee van de uitbreidingspercelen voor de zandwinning, deze zijn altijd in agrarisch gebruik geweest. Wel blijkt vlak naast de betreffende percelen sprake te zijn of zijn geweest van verdachte activiteiten (zoals een chemicaliënopslag, een baggerbedrijf en een metalenschroothandel). Vol- gens de gemeente betreft de chemicaliënopslag waarschijnlijk een opslag van landbouwbestrijdingsmiddelen. Aan de andere kant van de Barkelazwet grenst de zandwinning en één van de uitbreidingspercelen aan de voormalige Avebe locatie te Alteveer. Naast deze Avebe-locatie ligt een autosloperij. De bodem- en milieuvergunnin- gendossiers van deze locaties zijn op 19 augustus 2008 ingezien bij de gemeente Stadskanaal.

4) Grontmij, Notitie 244350 - Bodemkwaliteit Kruiselwerk, 25 augustus 2008.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Status: Vastgesteld / 21-12-10 Buro Vijn B.V. blz 24 0899156

Het valt niet te verwachten dat eventueel aanwezige bodemverontreiniging op de voormalige Avebe-locatie heeft geleid tot grond- en/of grondwater- verontreiniging ter plaatse van de aan de zandwinning toe te voegen perce- len. Ook valt niet te verwachten dat de na de bodemsanering nog aanwezi- ge bodemverontreiniging op de locatie van de autosloperij (zware metalen in de grond) heeft geleid tot grond- en/of grondwaterverontreiniging ter plaatse van de aan de zandwinning toe te voegen percelen.

De gegevens van de verdachte locaties grenzend aan de aan de zandwin- ning Kruiselwerk toe te voegen percelen geven geen aanleiding tot het verwachten van bodemverontreiniging op deze percelen. Zoals eerder vermeld zijn van de toe te voegen percelen zelf geen gegevens bekend. Voor deze percelen kan worden uitgegaan van een onverdachte situatie.

4. 2. Water

In de waterparagraaf geeft de initiatiefnemer aan welke afwegingen in het plan ten aanzien van water zijn gemaakt. Een waterparagraaf maakt deel uit van de toelichting bij het bestemmingsplan. Hierin wordt aangegeven hoe de wateraspecten een plek hebben gekregen in de planologische re- geling.

De voorgenomen ontgravingdiepte van de uitbreiding bedraagt net als de huidige zandwinning maximaal NAP -18 m met een optie voor verdieping tot -30 of -40 meter NAP, mits er geen scheidende laag wordt doorgraven. Met een onderzoek naar de geohydrologische effecten 5) is inzichtelijk ge- maakt of de uitbreiding van invloed is op de grondwaterstanden in de om- geving en of daarmee kans op mogelijke schade of overlast voor omrin- gende functies kan ontstaan. Het uitbreiden van de zandwinning in noord- oostelijke en zuidwestelijke richting heeft slechts een zeer gering effect op de grondwaterstanden in de omgeving. Dit geldt ook voor de verdieping van de plas. Dit komt doordat ter plaatse van de uitbreidingslocatie geen diepe storende lagen voorkomen die worden doorgraven door de zandwin- ning. Ook vindt er geen uitbreiding plaats in de richting van de grondwater- stroming, maar dwars hierop.

In het kader van de watertoets voor de uitbreiding zandwinning Kruisel- werk, is bij het waterschap Hunze en Aa’s een online watertoetsdocument opgesteld. De notitie ‘Concept waterparagraaf uitbreiding Kruiselwerk’ 6) gold daarbij als uitgangpunt. Uit het vooroverleg kwam naar voren dat, voor zover bekend, geen uitgebreide watertoets noodzakelijk is. Wel is op 25 maart 2008 een gesprek gevoerd met het waterschap om de voorgenomen plannen te bespreken en toe te lichten. Naar aanleiding van dit overleg is een aantal uitgangspunten opgesteld ten aanzien van de veiligheid, het voorkomen van (grond)wateroverlast, de waterkwaliteit, waterkansen en de volksgezondheid (zie de concept waterparagraaf in bijlage 4).

5) Grontmij, Notitie 244350, Uitbreiding zandwinning Kruiselwerk, geohydrologische effecten (concept), 23 januari 2009. 6) Grontmij, Notitie 244350, Concept waterparagraaf uitbreiding Kruiselwerk, 5 maart 2009.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 21-12-10 0899156 blz 25

Voor de verdere procedurele afhandeling van de watertoets is het niet noodzakelijk het waterschap verder te betrekken bij de planuitwerking, wanneer rekening wordt gehouden met de overhandigde gegevens.

Aanpassingen en/of wijzigingen in het bestaande watersysteem zijn onthef- fingsplichtig in het kader van de Keur. Afgesproken is dat in het vervolgtra- ject indien hier aanleiding toe is contact wordt opgenomen met het water- schap.

4. 3. Ecologie

Er is ten behoeve van de ecologische beoordeling van het plangebied een toetsing aan de Flora- en faunawet uitgevoerd 7). Dit onderzoek is opgeno- men in bijlage 5 bij de plantoelichting.

Door middel van een veldbezoek is in kaart gebracht of er beschermde soorten in het gebied aanwezig zijn. Hierbij is geconstateerd dat er zich een geschikte biotoop voor de Waterspitsmuis binnen het plangebied bevindt. Op basis van deze gegevens is een nader onderzoek uitgevoerd, waaruit evenwel is gebleken dat er de Waterspitsmuis niet voorkomt in het plange- bied. De aantallen overige muizensoorten waren zeer laag. Verder kunnen verblijfplaatsen van strikt beschermde vleermuizen worden uitgesloten in het plangebied, omdat oude bomen met rottingsgaten of oude schuren ont- breken. Vanwege het voorkomen van een aantal broedvogels in de uitbreiding zul- len grootschalige graafwerkzaamheden ten behoeve van het vergroten van het wateroppervlak (zoals het afgraven van de grond, verwijderen van de slootvegetatie, vergraven oevers met steilrandjes) buiten het broedseizoen (half maart tot half juli) moeten worden uitgevoerd. Tijdelijke vegetatieloze of vegetatiearme delen kunnen door sommige pio- niersoorten als Kievit en Kleine plevier als aantrekkelijk broedgebied wor- den gezien. Regelmatige verstoring vóór en tijdens het broedseizoen door geregeld rond te rijden, kan voorkomen dat deze soorten zich vestigen op terreinge- deelten waar nog werkzaamheden uitgevoerd moeten worden. Werkzaam- heden die vóór de aanvang van het broedseizoen zijn begonnen, mogen in het broedseizoen doorlopen, als redelijkerwijs kan worden aangenomen dat er geen vogels in het gebied zijn begonnen met broeden.

Schade aan andere soorten waarvoor een vrijstelling geldt voor de Flora- en faunawet (tabel 1 soorten) hoeft niet te worden gecompenseerd. Op de- ze soorten is de zorgplicht wel van kracht (artikel 2 Flora- en faunawet, zie § 1.3). De zorgplicht bepaalt dat men wilde planten en dieren zo min moge- lijk schade dient te berokkenen. Dit kan bestaan uit de mogelijkheid om ve- getatie enkele dagen voor aanvang van de werkzaamheden kort af te maaien, zodat het gebied minder aantrekkelijk wordt voor vele soorten. Zij worden dan gestimuleerd om een ander leefgebied te zoeken.

7) Buro Bakker, Toetsing Flora- en faunawet voor de uitbreiding van zandwinning Kruiselwerk te Nieuwe-Pekela, november 2008.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Status: Vastgesteld / 21-12-10 Buro Vijn B.V. blz 26 0899156

In de ecologische beoordeling is ook gekeken naar de ligging van het plan- gebied ten opzicht van gebieden die zijn aangewezen in het kader van de Natuurbeschermingswet en de Ecologische Hoofdstructuur (EHS).

In het kader van de Habitatrichtlijn zijn speciale beschermingszones aan- gewezen. Deze Habitatrichtlijngebieden zijn in combinatie met Vogelricht- lijngebieden tevens aangemeld als Natura 2000 gebied. De bescherming van Natura 2000 gebieden is vastgelegd in de Natuurbeschermingswet. Het onderzoeksgebied behoort niet tot Habitatrichtlijngebied. Het ligt even- min in de nabijheid van een Habitatrichtlijngebied. Toetsing van de ingreep aan de Natuurbeschermingswet is daardoor niet nodig. De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is een samenhangend netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen natuurgebieden in Nederland en heeft tot doel om de natuurwaarden in het land te stabiliseren. De EHS bestaat uit kerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden en verbindingszones. Indien een ruimtelijke ingreep binnen de begrenzing van de EHS plaatsvindt moet een 'nee, tenzij' procedure worden doorlopen en zal bij doorgang van de ingreep in de regel compensatie en mitigatie noodzakelijk zijn. Het plange- bied valt niet binnen de begrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur.

Ten aanzien van het aspect ecologie zijn er geen belemmeringen voor de uitvoering van het plan.

4. 4. Archeologie

In september 2007 zijn de doelstellingen uit het Verdrag van Malta (be- scherming van archeologische waarden) geëffectueerd met de inwerking- treding van de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz). Deze wet maakt onderdeel uit van de (gewijzigde) Monumentenwet. De Wamz regelt dat er in het proces van ruimtelijke ordening tijdig, dus bij de voorbe- reiding van ruimtelijke plannen en projecten rekening wordt gehouden met de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden. Op basis van be- schikbare archeologische kaarten of op basis van onderzoek, kan worden vastgesteld of er in een plangebied archeologische waarden aanwezig zijn, of dat er een bescherming van archeologische waarden van toepassing is.

Voor de Veenkoloniën geldt de archeologische verwachting voornamelijk voor het Mesolithicum, omdat na deze periode tot aan de Nieuwe Tijd, gro- te delen van het gebied te nat en te drassig waren voor bewoning. Vanaf de zestiende eeuw is er in het plangebied turf gewonnen.

- inventariserend onderzoek - Om de archeologische waarden in kaart te brengen is in het plangebied een archeologisch onderzoek uitgevoerd 8).

8) GRONTMIJ, Archeologisch onderzoek Kruiselwerk te Alteveer, Inventariserend Veldonderzoek en oppervlaktekartering DR 244350, 6 maart 2009.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 21-12-10 0899156 blz 27

Het onderzoek heeft bestaan uit een inventariserend veldonderzoek door middel van boringen en daaropvolgend een oppervlaktekartering. Uit de gegevens van het bureauonderzoek is gebleken dat archeologische waarden kunnen worden ver- wacht vanaf het Mesolithicum.

Uit gegevens van Archis2 is gebleken dat in de nabijheid van het plangebied tij- dens verscheidene veldkarteringen vuursteen is gevonden, waaronder verbrand en bewerkt materiaal.

Er zijn tijdens de oppervlaktekartering aanwijzingen gevonden voor de aanwezig- heid van archeologische vindplaatsen en cultuurlagen. Van de 13 verzamelde vuurstenen zijn er 5 gedetermineerd als mogelijk bewerkt en/of gebruikt. Verder zijn nog twee onbewerkte, maar wel verbrande fragmenten aangetroffen. Er is dan ook een duidelijke indicatie voor menselijke bewoning en/of activiteiten in delen van het plangebied, al is nog onduidelijk wat de precieze aard en datering van de- ze bewoning is.

Op basis van de resultaten van het inventariserend veldonderzoek is geadviseerd op de locaties, waar de (mogelijk) bewerkte en verbrande vuursteen is aangetrof- fen, vervolgonderzoek uit te voeren in de vorm van proefsleuven. Doel van dit ver- volgonderzoek is het vaststellen of er ter plaatse van de locaties met aan het op- pervlak gevonden bewerkt en/of verbrand vuursteen daadwerkelijk archeologische vindplaatsen aanwezig zijn. Op basis van de huidige resultaten is er slechts sprake van potentiële vindplaatsen. Door middel van het vrijleggen van een vlak direct on- der de bouwvoor kan nader gekeken worden of er één of meerdere archeologische vindplaatsen aanwezig zijn en kunnen tevens uitspraken gedaan worden omtrent de aard, datering en conservering ervan.

- archeologisch vervolgonderzoek - Als vervolg op het inventariserende onderzoek heeft er inmiddels archeolo- gisch vervolgonderzoek plaatsgevonden 9). Zie voor de resultaten bijlage 6. Op basis van dit onderzoek wordt geconcludeerd, dat de voorgenomen bo- demingrepen zonder archeologisch voorbehoud kunnen worden uitge- voerd. Over de resultaten van het onderzoek heeft afstemming met de pro- vinciaal archeoloog plaatsgevonden.

9) GRONTMIJ, Archeologisch onderzoek uitbreiding zandput Kruiselwerk te Alteveer, Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven, projectnummer 277842, 9 september 2009.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Status: Vastgesteld / 21-12-10 Buro Vijn B.V. blz 28 0899156

5. PLANBESCHRIJVING

5. 1. Het juridische systeem

In de voorgaande hoofdstukken zijn achtereenvolgens het achterliggende beleid, de relevante milieu- en omgevingsaspecten ten aanzien van de zandwinning de huidige situatie en de nieuwe ontwikkelingen aan de orde geweest. In het bestemmingsplan krijgt dit alles een juridische vertaling in bestemmingen. De bestemmingen die voorkomen in het plangebied zijn juridisch vastge- legd in de bestemmingsplanregels. De regels van het bestemmingsplan kunnen (rechtstreeks) worden vertaald naar een ruimtelijke verbeelding (c.q. plankaart). De regels bevatten allereerst een bestemmingsomschrij- ving. Hierin is per bestemming uitgewerkt voor welk doel of doeleinden de gronden mogen worden benut. Naast de bestemmingsomschrijving zijn bouwregels, aanlegvergunningen en gebruiksregels opgenomen.

5. 2. Toelichting op de bestemmingen

Agrarisch Het oostelijke perceel is gebruik als agrarische grond en is dan ook als zo- danig bestemd. Een dergelijke bestemming wordt ook in omliggende be- stemmingsplannen gebruikt. Omdat dit perceel op termijn bij de zandwin- ning kan worden betrokken, is binnen deze bestemming een wijzigingsbe- voegdheid naar “Bedrijf - Zandwinning” opgenomen. Op de procedure voor de wijzigingsbevoegdheid is afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuurs- recht van toepassing. Daarin wordt de wijze van inspreken geregeld.

Bedrijf - Zandwinning De gehele zandwinlocatie is geregeld in de bestemming “Bedrijf - Zandwin- ning”. Naast de winning van zand vallen onder andere ook water, verhar- dingen en de opslag van zand onder deze bestemming. De overige op het terrein aanwezige functies, zoals de gebouwen ten be- hoeve van onderhoud, beheer en kleinschalige verkoop van zand, de in- en uitrit en de parkeergelegenheid, staan ten dienste van de zandwinning. Binnen de bestemming is het mogelijk wegen en (fiets)paden aan te leg- gen; een fietspad langs de N366 wordt hiermee planologisch mogelijk ge- maakt.

Binnen een zone van 10 m aan de westzijde van het plangebied is aan de- ze bestemming een aanduiding voor een wijzigingszone opgenomen. De plankaart geeft deze aan. Via een aparte wijzigingsprocedure kan deze strook betrokken worden bij toekomstige verbredingswerkzaamheden aan de N966. Over deze wijze van regelen is overeenstemming tussen provin- cie en gemeente. In de planregels zijn enkele toetsingscriteria opgenomen voor toepassing van de wijzigingsbevoegdheid: zo moet er ingeval van een wegverbreding sprake zijn van een goede landschappelijke inpassing en moet gelet wor- den op gebruiksmogelijkheden van de aanliggende gronden (i.c. de functie “zandwinning”).

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 21-12-10 0899156 blz 29

Wonen De (voormalige) boerderijen aan de Kruiselwerk vallen binnen de bestem- ming “Wonen”. Ten aanzien van deze bestemming is aangesloten bij ove- rige woonbestemmingen gemeente Pekela.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Status: Vastgesteld / 21-12-10 Buro Vijn B.V. blz 30 0899156

6. UITVOERBAARHEID

6. 1. Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Ten behoeve van de maatschappelijke uitvoerbaarheid is het plan in het kader van het Overleg ex artikel 3.1.1 Bro toegezonden aan diverse (over- heids)instellingen (waaronder de gemeente Stadskanaal). Het verslag van de verlegronde wordt te zijner tijd in de bestemmingsplantoelichting opge- nomen. Voorts is over de aan dit bestemmingsplan ten grondslag liggende ge- biedsvisie voor uitbreiding van de zandwinning een informatieavond ge- houden op 29 september 2008. Tevens is inspraak worden gegeven op grond van de gemeentelijke inspraakverordening. De verslaglegging van overleg en inspraak over het voorontwerp is in hoofdstuk 7 toegevoegd en bij de raadsbehandeling kunnen worden mee- genomen.

6. 2. Financiële uitvoerbaarheid

De uitbreiding van de zandwinning wordt gefinancierd door het H.H. v.d. Velde BV uit Nieuwe Pekela. De zandwinning is een onderdeel van het be- drijf, dat daarnaast bestaat uit een transport- en grondwerkbedrijf. De uit- breiding is economisch uitvoerbaar.

6. 3. Grondexploitatie

De Grondexploitatiewet (onderdeel van de Wro) stelt een gegarandeerd kostenverhaal als eis aan bestemmingsplannen. Daarom maakt een zoge- naamd exploitatieplan verplicht onderdeel uit van het bestemmingsplan, tenzij het kostenverhaal anderszins (privaatrechtelijk) verzekerd is. Dit kan door het sluiten van een anterieure overeenkomst met een initiatiefnemer. Deze overeenkomst wordt parallel aan de bestemmingsplanprocedure op- gesteld.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 21-12-10 0899156 blz 31

7. INSPRAAK EN OVERLEG

Dit hoofdstuk inspraak en overleg behandelt de ingekomen reacties op het voorontwerpbestemmingsplan. De ingekomen reacties zijn in bijlage 8 op- genomen.

7. 1. Inspraak

Op grond van de gemeentelijke inspraakverordening heeft het voorontwerp van het bestemmingsplan Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela met ingang van 25 maart 2010 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Er zijn in die periode geen reacties ingekomen van omwonenden noch van andere burgers.

7. 2. Overleg

In het kader van het wettelijke verplichte overleg op grond van artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening is het voorontwerp in maart 2010 toe- gezonden aan: 1. de Provincie Groningen te Groningen; 2. de VROM-Inspectie, Regio Noord te Groningen; 3. het waterschap Hunze en Aa’s te Veendam; 4. de Brandweer Regio Groningen te Groningen; 5. Intergemeentelijke Brandweer Menterwolde Pekela, Veendam te Mun- tendam; 6. Kamer van Koophandel Noord-Nederland te Groningen.

Ad 1. Provincie Groningen De provincie Groningen geeft haar reactie bij brief van 12 mei 2010. Er wordt slechts op één onderdeel strijdigheid met de (provinciale) Omge- vingsverordening geconstateerd. Het oprichten van reclamemasten hoger dan 6,00 m is strijdig met de Omgevingsverordening. Verzocht wordt reclamemasten uit te sluiten.

Reactie: Hoewel het niet in het voornemen ligt om (hoge) reclamemasten bij deze zandwinning te plaatsen, zijn de planregels voor de volledigheid in over- eenstemming met de verordening gebracht.

Verder brengt de provincie nog onder de aandacht dat zij bezig is met een zogenoemd “eindbeeld N366”. Dit in het kader van het provinciale Meerja- renprogramma Infrastructuur en Transport (MIT). Ter plaatse van de zand- winning is over gehele lengte dan ongeveer 10 m extra grond nodig voor verbreding van de weg.

Reactie: Het plangebied grenst aan de westzijde inderdaad aan de N366, een pro- vinciale verbindingsweg die loopt vanaf de N33 bij Veendam, via Nieuwe Pekela richting Stadskanaal en Ter Apel.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Status: Vastgesteld / 21-12-10 Buro Vijn B.V. blz 32 0899156

De plankaart kent een (globaal aangegeven) bestemming “Zandwinning” die ligt tot aan de N366. De huidige zandwinning strekt zich niet volledig uit tot aan de provinciale weg, maar heeft wel ontwikkelingsruimte aan deze zijde. Daarnaast is binnen de bestemmingsomschrijving rekening gehou- den met bijbehorende functies, zoals oevers, terreinverhardingen, groen- voorzieningen, etc. Binnen dit deel zou de provincie graag een reservering van 10 m breed wil- len zien ten behoeve van werkzaamheden aan de weg: het zal gaan om een verbreding waarvan de exacte breedte weliswaar niet bekend is, maar de locatie wel: namelijk aan de zijde van de zandwinning, gelet op de lig- ging van de parallelweg.

Opgemerkt moet worden, dat in het Provinciaal Omgevingsplan Groningen 2009-2013 hierover nog geen concrete voornemens vermeld staan. Dit in tegenstelling tot het deel van de N966 vanaf Veendam tot Nieuwe Pekela, waar al wel sprake is van een aanduiding “gereserveerd tracé wegverbin- ding”. Van de andere kant: het bestemmingsplan heeft een langere looptijd (in beginsel 10 jaar) dan het POP en het is mogelijk dat op termijn behoefte is aan verbeteringswerkzaamheden aan de weg. Die termijn kan zich wellicht eerder aandienen dan oorspronkelijk gedacht vanwege versnelling in de uitvoering van wegwerkzaamheden aan de provinciale weg.

Dat vraagt in dat geval een maatwerkoplossing waarbij de ondernemer van de zandwinning, de provincie als wegbeheerder en de gemeente als ver- antwoordelijk voor de ruimtelijke planvorming betrokken zijn. De omvang van de wegverbreding moet nog nader uitgewerkt worden in een noodzakelijk wegprofiel. Gezien het nog onzekere karakter van die toekomstige activiteit is op een zone van 10 m langs de weg een wijzi- gingszone aangegeven: binnen die zone mag de bestemming “Zandwin- ning” gewijzigd worden ten behoeve van verkeersdoeleinden. Wel dient het resultaat van de genoemde maatwerkoplossing dan vertaald te zijn in een apart wijzigingsplan. Ook zal de provincie als initiatiefnemer de betreffende grond nog moeten verwerven.

Resumerend: het bestemmingsplan reserveert de ruimte, de concrete invul- ling kan later in overleg met betrokkenen plaatsvinden.

Ad 2. VROM-Inspectie Bij schrijven van 6 mei 2010 (mail) deelt de namens de VROM-Inspectie de directeur-inspecteur regio Noord mee, dat het voorontwerpbestemmings- plan Kruiselwerk de betrokken rijksdiensten geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen. Er is geen sprake van rijksbelangen (uit de Reali- satieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid, 2007-2008).

Ad 3. Waterschap Hunze en Aa’s te Veendam Geen reactie

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 21-12-10 0899156 blz 33

Ad 4. Brandweer Regio Groningen De regionale brandweer geeft aan, dat op de planlocatie niet of nauwelijks sprake is van externe veiligheidsrisico’s: de locatie ligt buiten de invloeds- gebieden van risicovolle inrichtingen, transportroutes of buisleidingen met gevaarlijks stoffen. Daarom is het zogenaamde ‘groepsrisico’ niet van toe- passing. Als bij ruimtelijke plannen niet of nauwelijks sprake is van groeps- risico, wordt het plan doorgestuurd naar de lokale brandweer. Zie ook hier- na.

Ad 5. Intergemeentelijke Brandweer Menterwolde Pekela, Veendam te Muntendam

De Brandweer toetst plannen op het gebied van externe veiligheid en pro- cesrisico. Voor bluswatervoorzieningen wordt verwezen naar de richtlijnen in het rapport “Adviseren over bestemmingsplannen door de gemeentelijke brandweer” van 2005. De huidige bluswatervoorziening voldoet daar niet aan. Op basis van de plantekeningen geven evenwel de bereikbaarheid en de brandweerzorgnorm de brandweer geen aanleiding tot op- of aanmer- kingen.

Ad 6. Kamer van Koophandel Noord-Nederland Het plan geeft de Kamer van Koophandel geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. In economisch opzicht vindt men de uitbreiding van de zandwinning een goede zaak, terwijl hiermee in de toekomst ook de toeris- tisch-recreatieve en landschappelijke potenties van het gebied versterkt kunnen worden.

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Status: Vastgesteld / 21-12-10 Buro Vijn B.V. blz 34 0899156

8. RAADSVASTSTELLING

Het ontwerp-bestemmingsplan “Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela” heeft overeenkomstig de Wet ruimtelijke ordening (artikel 3:8) vanaf 30 september 2010 tot en met 11 november 2010 voor een ieder ter inzage gelegen met de gelegenheid zienswijzen in te dienen. Van deze mogelijkheid is geen gebruik gemaakt.

Op 21 december 2010 heeft daarop de gemeenteraad van Pekela het be- stemmingsplan ongewijzigd vastgesteld. Na afloop van de beroepstermijn van zes weken treedt het vaststellingsbesluit van de raad in werking op de eerste dag nà de dag waarop de beroepstermijn afloopt.

===

Zandwinning Kruiselwerk, Nieuwe Pekela Buro Vijn B.V. Status: Vastgesteld / 21-12-10