4 Bedrijf En Beroep Tijdens De Fase Van Verdergaande Industrialisatie 1900 - 1940
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
4 Bedrijf en beroep tijdens de fase van verdergaande industrialisatie 1900 - 1940 4.1 Inleiding In de economisch-historische literatuur wordt sterk benadrukt dat de jaren rond de Eerste Wereldoorlog de periode vormden waarin Nederland het sterkst industrialiseerde.1 Veel meer dan in de 19e eeuw werd de industrie in het twee- de decennium van de 20e eeuw van groot gewicht. In het veengebied had zich de industrialisatie al in de 19e eeuw in belangrijke mate voltrokken. Dat bete- kende echter niet dat daarmee het proces van industrialisatie toen was voltooid. Zo was er in de bestaande industrieën een verdere uitbreiding van de werkgele- genheid te zien en kwamen bovendien ook nieuwe industrieën op. De vestigingsplaatsen van deze industrieën gaven een verschillend patroon te zien en dat mede werd bepaald door de bestaande en de nieuwe infrastructuur. 4.2 Infrastructuur. Een reis door het veengebied anno 1930 Een reis per rail anno 1930 Net als in 1889 stappen we anno 1930 op het hoofdstation van Groningen op de trein richting veengebied. Als de bebouwing van de Oosterpoortwijk ophoudt, zien we aan de linkerkant van de spoorlijn een scheepswerf en de elektriciteitscentrale. Deze liggen beide langs het Winschoterdiep. Even ver- derop staat een stoomhoutzagerij. Bij het punt waar de spoorlijnen naar Winschoten, Assen en Delfzijl van elkaar scheiden, zien we langs het Winschoterdiep nog drie scheepswerven. Tegenwoordig ligt dit deel van het Winschoterdiep binnen de gemeente Groningen. Bij een grenswijziging in 1914 heeft Haren een deel van haar grondgebied moeten afstaan. Dan passe- ren we de gemeentegrens met Haren. We gaan maar een klein stukje door de Haren. Vlak voor de gemeentegrens met Hoogezand, zien we in Waterhuizen de scheepswerven van de gebroeders Van Diepen en van Pattje. Deze werven zijn dus nog gevestigd vóór het punt waar de Hunze uitkomt in het Winscho- terdiep. Bij dit riviertje komen we de gemeente Hoogezand binnen. Ruim veertig jaar geleden waren in deze omgeving nauwelijks scheepswerven. Nu VERSTEDELIJKING EN MIGRATIE IN 176 HET OOST-GRONINGSE VEENGEBIED 1800-1940 liggen hier van Waterhuizen (gem. Haren en Hoogezand) tot aan Foxhol maar liefst tien werven langs het Winschoterdiep. Als de trein dwars door het Foxholstermeer gaat, zien we langs het Winschoterdiep behalve scheepswer- ven, de dextrinefabriek ‘Wilhelmina’ en de lierenfabriek bij de scheepswerf van H.E. Bodewes staan. In Foxhol staan nog steeds de aardappelmeel- en stroopfabrieken van het Scholten-concern. Bij het station van Kropswolde stopt de trein weer. De meeste reizigers die hier in- en uitstappen komen uit, of gaan naar Foxhol, dat inmiddels veel gro- ter is dan het kerkdorp Kropswolde, waar Foxhol bijhoorde. Als de trein ver- der rijdt, zien we dat de houtzaagmolen van Foxhol inmiddels is verdwenen. Hier is nu alleen nog maar een houthandel. Vanuit de trein kunnen we zien dat van Foxhol tot Martenshoek nog zes scheepswerven langs het Winschoter- diep liggen. Verder staan hier enkele machinefabrieken en de ijzergieterij van Foxham. Als we de brug over het Kieldiep naderen, hebben we zicht op enke- le houtverwerkende industrieën, een machinefabriek en de strokartonfabriek van Beukema. Als we naar rechts kijken, zien we een lang bebouwingslint. De burgemeester Van Roijenstraat loopt hier evenwijdig aan de spoorlijn en is één van de nieuwste en grootste uitbreidingen van Hoogezand. Als we de brug over het Kieldiep passeren, zien we aan onze rechterhand de distilleerderij van Van Calcar en Zn., in vroeger dagen een aardappelmoutwijnfabriek. Vlakbij deze fabriek staat de snoepfabriek van Hoepman. Aan dezelfde kant staat ter hoogte van de Kerkstraat vlakbij de spoorlijn de kantoorboekenfabriek ‘Atlanta’. Na de spoorwegovergang in de Kerkstraat te zijn gepasseerd, hebben we geen zicht meer op de bebouwing langs het Winschoterdiep. Zo staat hier instituut ‘Hommes’ langs de spoorlijn. Er schijnen langs dit gedeelte van het Winschoterdiep nog wel enkele scheepswerven te liggen, maar die stellen niet veel voor. Er worden hier geen zeeschepen meer gebouwd. Bij de spoorbrug over het Kalkwijksterdiep zien we de strokartonfabriek Hooites en Beukema, die er veertig jaar geleden ook al stond. In de woonhuizen langs de spoorlijn wonen over het algemeen wat beter gesitueerden. Bij station Hoogezand stopt de trein weer. Als we bij het station naar het zuiden kijken, zien we de tuin- bouwgronden langs het Kalkwijksterdiep; ook verderop in Sappemeer zijn tuinbouwbedrijven. Hier en daar staan er zelfs glazen kassen die, getuige de schoorstenen, kunnen worden verwarmd. Vrij snel nadat we het station zijn uitgereden, komen we in Sappemeer. De Middenstraat die langs de spoorlijn loopt, heeft eerst nog maar weinig bebou- wing, zodat we de panden langs het Winschoterdiep kunnen zien. Veel fabriekspijpen zijn hier niet. Aan de noordoever van het Winschoterdiep is wel een machinefabriek gevestigd. Dan volgt er, na de brug over het Kleinemeersterdiep, bebouwing langs de Middenstraat. Op deze straat monden weer wat straten uit, die vanaf de Zuiderstraat langs het Winschoterdiep noord- zuid lopen: een uitbreiding van Sappemeer. Vlak voor de spoorbrug over het Borgercompagniesterdiep kunnen we aan onze linkerhand over de bebouwing heen, de schuierhoutenfabriek van J.H. Jager zien en direct daarna aan onze BEDRIJF EN BEROEP TIJDENS DE FASE VAN VERDERGAANDE INDUSTRIALISATIE 1900-1940 177 rechterhand de meubelmakerij en broeiramenfabriek van Kliphuis. In Kleinemeer liggen geen scheepswerven meer. Wel zijn ook hier enkele tuin- bouwbedrijven gekomen. Bij de Borgercompagniesterstraat is er weer een sta- tion. Na dit station zien we nog wat bedrijvigheid langs het Winschoterdiep: een scheepswerf, een zagerij, de grote strokartonfabriek van het Scholten-con- cern en de gist- en spiritusfabriek. Deze bedrijvigheid was er veertig jaar gele- den ook, al is nu het gist- en spiritus-complex aanmerkelijk kleiner en de stro- kartonfabriek aanmerkelijk groter. Dan rijden we de gemeente Zuidbroek binnen. Het enige fabriekscomplex in deze gemeente is nog steeds dat van de N.V. W.A. Scholtens aardappelmeelfabrieken ‘Motké’. Dit bedrijf heeft zich tegenwoordig vooral toegelegd op de vervaardiging van derivaten, zoals gom, sago en siroop, en vooral dextrine. We rijden door en passeren het Muntendammerdiep. Het enige grotere gebouw dat zichtbaar is vanuit de trein, is het kantongerecht. Dan komen we aan bij station Zuidbroek. Na Zuidbroek splitst de spoorlijn zich in drieën. Rechtdoor naar het oosten gaat de spoorlijn naar Winschoten, die er in 1889 ook al lag. Naar het noorden loopt een spoorlijn naar Delfzijl. We nemen echter de spoorlijn naar het zuiden, die van de Noord-Ooster Lokaal Spoorlijn (NOLS).2 Vrij snel nadat we het station van Zuidbroek zijn uitgereden passeren we het watertje ‘de Leest’, dat hier de gemeentegrens vormt tussen Zuidbroek en Muntendam. De spoordijk vormt hier het enige hoge element in de laaggelegen Tussenklappenpolder. Na enige tijd bereiken we ter hoogte van Duurkenakker het station Meeden-Muntendam. Vlakbij waar nu het station staat, stond de aardappelmeelfabriek van Dutalis, later van Scholten. Twaalf jaar geleden is de fabriek verkocht en afgebroken. Vrij snel nadat dit station is gepasseerd, gaan we ter hoogte van de Boven Veensloot over de gemeentegrens en rijden we de gemeente Veendam binnen. We zien aan onze rechterhand het bebouwingslint langs het Egypteneinde en het Beneden Oosterdiep. Tussen die bebouwing zien we de fabriek van de handelsmaatschappij A. van Linge Ezn., die we veertig jaar geleden ook al zagen. Toen werd er voornamelijk aardappelmeel gemaakt, tegenwoordig dex- trine. Vlak voor de spoorbrug over de Molenstreek bevindt zich het station van Veendam. Hier stappen we even uit de trein. In de buurt van het station, dat er nu zo’n twintig jaar staat, is heel wat ver- anderd. De Achterstad is verdwenen en heeft plaats gemaakt voor de Stationsbuurt. Als we voor het station staan en langs de lengte-as de Stationsstraat in kijken, kunnen we het Hertenkamp zien, met daarachter de gemeentelijk M.U.L.O. In de nabijheid van het station is veel bedrijvigheid. Bij de spoorbrug over het Ommelanderdiep staat de elektriciteitscentrale van de Electriciteitsmaatschappij Veenkoloniën, die in 1900 is opgericht.3 Verder bevinden zich hier enkele fabrieken aan de Molenstreek, zoals de kartonnagefa- briek ‘Hollandia’, de in 1905 opgerichte dextrinefabriek van O.J. Meijer, de machineherstelwerkplaats van H. Zweep en de coöperatieve strokartonfabriek ‘de Vrijheid’. Iets verder van het station verwijderd staan de strostof- en VERSTEDELIJKING EN MIGRATIE IN 178 HET OOST-GRONINGSE VEENGEBIED 1800-1940 papierfabriek ‘de Phoenix’ en de steenfabriek van R. Boiten.4 Verder staan in en rond het centrum van Veendam nog enkele fabrieken, zoals de tricotagefabriek van Wilmink aan de Sarastraat, de schoenenfabriek van Daggers aan de Kerkstraat en de meubelfabriek van Heres, de brei-inrichting van Lukkien en het confectieatelier van Doornbosch, alle drie aan het Bocht Oosterdiep. We stappen weer in de trein en rijden verder in zuidwestelijke richting. Als we over de spoorbrug over de Molenstreek (Ommelanderdiep) zijn gekomen, kijken we op de bebouwing van buurtjes als de Sarastraat en de Oude Bosch, die achter de huizen aan het Bocht Oosterdiep veldzijde zijn ontstaan. Verder zien we de achterkanten van de panden aan het Bocht en Boven Oosterdiep veldzijde. Bij de houtzagerij van K. en J. Wilkens staat sinds kort de dextrine- fabriek van dit bedrijf. Deze fabriek is hier neergezet