Bijlagen Regeling Bekostiging HO 2004
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
Bijlage 1. Indeling van hbo-opleidingen naar bekostigingsniveau als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid Bij alle CROHO-onderdelen betreft het de voltijdse, duale en deeltijdse vorm van de opleidingen voor zover de opleidingen in het CROHO zijn vermeld; daarbij kunnen de opleidingen tot leraar voortgezet onderwijs in voorkomende gevallen zijn voorzien van de toevoeging 'I en II'. CROHO-onderdeel bekostigingsniveau opleidingen hbo laag hoog onderwijs alle, uitgezonderd opleidingen met een - lerarenopleidingen op het gebied van hoog bekostigingsniveau de kunst; - leraar voorgezet onderwijs van de tweede dan wel eerste graad in: - bouwkunde; - bouwtechniek; - consumptieve techniek; - elektrotechniek; - grafische techniek; - installatietechniek; - mechanische techniek; - motorvoertuigentechniek; - werktuigbouwkunde; - techniek; - biologie; - natuurkunde; - scheikunde; - wiskunde; - Nederlandse gebarentaal / tolkenopleiding; - verzorging / huishoudkunde. landbouw en natuurlijke - agrarische accountancy; alle, uitgezonderd opleidingen met een omgeving - accountancy en agribusiness; laag bekostigingsniveau - international business and management studies . natuur geen geen techniek geen alle gezondheidszorg alle, uitgezonderd opleidingen met een - optometrie; hoog bekostigingsniveau - orthoptie; - mondhygiëne; - podotherapie; - medisch beeldvormende en radiotherapeutische technieken; - farmakunde; - huidtherapie. economie alle, uitgezonderd opleidingen met een - informatiedienstverlening en hoog bekostigingsniveau -management; - boekhandel en uitgeverij; - communicatiesystemen; - facility management; - food & business; - hogere Europese beroepenopleiding; - hoger hotelonderwijs; - journalistiek; - journalistiek en voorlichting; - oriëntaalse talen en communicatie; - tolk-vertaler. recht geen geen gedrag en maatschappij alle, uitgezonderd opleidingen met een creatieve therapie hoog bekostigingsniveau taal en cultuur geen alle bijlagen bij de Regeling bekostiging hoger onderwijs 2004 d.d. 10 december 2003 1 Bijlage 2. Groepen van opleidingen bij het bepalen van de onderwijsvraag als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, van het besluit Onderstaande is van toepassing voor opleidingen die bekostigd worden volgens artikel 3.3 van het besluit (het onderwijsvraagmodel). Het is dus niet van toepassing op opleidingen bedoeld in de artikelen 3.4 (voortgezette opleidingen), 3.5 (opleidingen in opbouw), 3.6 (opleidingen in afbouw), 3.3a (opleidingen en lerarenopleidingen op het gebied van de kunst) en 3.4a (voortgezette kunstopleidingen en voortgezette opleidingen bouwkunst) van het besluit, noch op opleidingen bedoeld in artikel 3.3 van deze regeling (applicatiecursussen), De onderwijsvraag van een hogeschool wordt bepaald per groep zoals hieronder gedefinieerd, voor zover de opleidingen overeenkomen naar studielast, en een deeltijdse vorm, respectievelijk geen deeltijdse vorm hebben. groep CROHO-onderdeel niveau opleidingen leraar bo onderwijs laag de opleiding tot leraar basisonderwijs onderwijs - onderwijs laag alle, uitgezonderd de opleiding tot leraar laag basisonderwijs onderwijs - onderwijs hoog alle hoog landbouw- landbouw en natuurlijke laag alle laag omgeving landbouw- landbouw en natuurlijke hoog alle hoog omgeving laboratorium techniek hoog de opleidingen: - biologie en medisch laboratoriumonderzoek; - chemie. overig-hoog techniek hoog alle, uitgezonderd de opleidingen die tot de gezondheidszorg groep laboratorium behoren. economie gedrag en maatschappij economie- economie laag alle laag overig-laag gezondheidszorg laag alle gedrag en maatschappij Waar in de tabel in de kolom opleidingen 'alle' staat, wordt bedoeld: alle opleidingen die behoren tot een van de in de kolom CROHO-onderdeel genoemde CROHO-onderdelen met het in de kolom niveau vermelde bekostigingsniveau. Per bekostigingsniveau worden de gegevens van opleidingen met gelijk bekostigingsniveau, studielast en opleidingsvorm (waarbij voltijd en duaal als gelijk worden beschouwd) zo veel mogelijk samengenomen. Uitzondering zijn de landbouwopleidingen, die vallen onder de verantwoordelijkheid van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Ze vormen daarom de aparte groepen landbouw-hoog en landbouw-laag. Verder vormen de lerarenopleidingen, de laboratoriumopleidingen en de economie-opleidingen met het lage niveau aparte groepen. De groep 'leraar bo' bestaat uit één opleiding, of, anders gezegd, de opleiding tot leraar basisonderwijs behoort tot geen enkele groep. De reden dat de onderwijsvraag van deze opleiding apart wordt berekend is, dat hiervoor een opslag op het bekostigingsniveau van toepassing is (de pabo-up). bijlagen bij de Regeling bekostiging hoger onderwijs 2004 d.d. 10 december 2003 2 Bijlage 3. Groepen van opleidingen en lerarenopleidingen op het gebied van de kunst Groepen van opleidingen als bedoeld in artikel 3.3a, eerste lid van het besluit. Voor de toepassing van artikel 3.3a van het besluit zijn per hogeschool de volgende groepen van opleidingen gedefinieerd: opleidingen behorend tot de groep bacheloropleidingen vanaf opgeheven opleidingen groep van opleidingen 1 september 2002 code naam code naam autonome beeldende kunst 39110 autonome beeldende kunst 04699 beeldende kunst en vormgeving vormgeving 39111 vormgeving 04699 beeldende kunst en vormgeving 04711 proped. jaar beeldende kunst 04712 algemene industriële vormgeving 04716 architectonische vormgeving 04718 fotografische vormgeving 04719 keramische vormgeving 04720 modevormgeving 04721 monumentale vormgeving 04722 plastische vormgeving 04723 publ.- c.q. grafische vormgeving 04724 schilderkundige vormgeving 04725 textiele vormgeving 04726 vormg. in metalen en kunststoffen docent beeldende kunst en 39100 docent beeldende kunst en 04943 handvaardigheid b vormgeving vormgeving 04950 prop. docent beeldende kunst 05081 tekenen 1e gr 05082 handvaardigheid 1e gr 05083 textiele werkvormen 1e gr 05084 tekenen 1e gr 05085 handvaardigheid 1e gr 05086 textiele werkvormen 1e gr 05150 handvaardigheid 2e gr 05179 tekenen 2e gr 05181 textiele werkvormen 2e gr 05249 textiele werkvormen 3e gr 05322 tekenen 2e gr 05342 handvaardigheid 2e gr 05362 textiele werkvormen 2e gr 05512 beeldende vorming 2e gr muziek 34739 muziek 04739 muziek 04748 praktijkdiploma kerkmuziek 04754 directie koor, orkest, of hafa 04764 compositie of -/elektronische muziek 04770 uitvoerend musicus 04789 praktijkdiploma orkest-/ensembleleiding 04793 praktijkdiploma koordirectie 04966 muziekregistratie 04794 praktijkdiploma directie harmonie/fanfare 04795 praktijkdiploma beiaard 04820 docerend musicus 04862 theorie der muziek 04961 praktijkdiploma orgel 04965 muziekdramatische opleiding docent muziek 39112 docent muziek 04841 algemene muzikale vorming 04863 schoolmuziek theater 34860 theater 04752 proped. jaar dans en theater 04860 theater 04741 uitvoerende beoefening v.h. drama 04743 uitvoerende beoefening v.d. kleinkunst 04744 uitvoerende beoefening v.d. mime docent theater 34745 docent drama 04745 docent drama 34941 docent mime 04941 docent mime 04691 expressie door woord en gebaar 04698 expressie door woord en gebaar dans en docent dans 34798 dans 04752 proped. jaar dans en theater 34940 docent dans 04798 uitvoerende beoefening v.d. dans 04860 theater 04940 docent dans film en televisie 34733 film en televisie 04699 beeldende kunst en vormgeving 04733 film en televisie / film- en tv-vormgeving bijlagen bij de Regeling bekostiging hoger onderwijs 2004 d.d. 10 december 2003 3 De opleidingsvorm en de studielast spelen, anders dan bij de opleidingen waarvoor het onderwijsvraagmodel geldt, geen rol bij de groepsindeling. Toelichting: Op de peildatum 1 oktober 2002 bestaan er slechts twee 'echte' groepen van opleidingen, de groep dans en docent dans, bestaande uit de opleiding dans en de opleiding docent dans, en de groep docent theater, bestaande uit de opleidingen docent drama en docent mime. De opleiding docent mime komt alleen bij de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten voor, bij de andere hogescholen bestaat de groep dus uit één opleiding. Zoals uit de tabel blijkt, betekent de term opleiding in artikel 3.3a van het besluit in alle gevallen een groep van opleidingen, ook al bevat zo'n groep van opleidingen slechts één bestaande opleiding. De voorgangers van de opleiding behoren namelijk ook tot de groep. Deze voorgangers zijn opgenomen in de derde kolom van de tabel. In het tweede lid artikel 3.3a van het besluit speelt het verleden van een opleiding op twee plaatsen een rol. Niet meegeteld bij de ingeschrevenen worden: 1°. studenten die op meer dan vier peildata na 1 september 2000 voor de opleiding of dezelfde opleiding aan een andere hogeschool als student waren ingeschreven, en 2°. studenten die op enige peildatum tussen 1 augustus 1991 en 1 september 2000 als student waren ingeschreven voor de opleiding of dezelfde opleiding aan een andere hogeschool; Door de invoering van de bachelor/masterstructuur en de herstructurering van het onderwijsaanbod op 1 september 2002 kan op de peildatum 1 oktober 2002 de opleiding alleen betekenen: een voorganger van de opleiding. Deze voorganger (bij dezelfde hogeschool) moet dus behoren tot dezelfde groep van opleidingen als de opleiding op 1 oktober 2002. In het vijfde lid van artikel 2.3 van deze regeling is bepaald, dat twee opleidingen bij verschillende hogescholen die behoren tot gelijknamige groepen van opleidingen worden beschouwd als 'dezelfde opleiding aan een andere hogeschool'. Opgeheven opleidingen die in meer dan één groep ingedeeld kunnen zijn opgeheven opleiding hogeschool groep(en)