Regeling Financiën Hoger Onderwijs
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
OCW Regeling financiën hoger onderwijs Regeling van de Minister van Onder- kel 4.12, vierde lid, van het besluit, 2. De bedragen bedoeld in artikel 4.23, wijs, Cultuur en Wetenschap van 3 juni worden vastgesteld overeenkomstig bij- eerste lid, van het besluit, worden vast- 2008, nr. HO&S/CBV/2008/5214, hou- lage 1 bij deze regeling. gesteld overeenkomstig bijlage 7 bij dende vaststelling van nadere regels 3. Wat wordt verstaan onder ‘de oplei- deze regeling. vanwege financiering in het hoger ding of dezelfde opleiding aan een ande- 3. De verdeling bedoeld in artikel 4.23, onderwijs (Regeling financiën hoger re hogeschool’, bedoeld in artikel 4.17, tweede lid, van het besluit, wordt vastge- onderwijs) derde lid van het besluit, wordt vastge- steld overeenkomstig bijlage 8 bij deze steld overeenkomstig bijlage 2 bij deze regeling. De Minister van Onderwijs, Cultuur en regeling. Wetenschap, 4. Indien een hogeschool is ontstaan uit Paragraaf 4. Academische ziekenhui- Handelende in overeenstemming met de een fusie van twee of meer hogescholen zen Minister van Landbouw, Natuur en die voor het begin van het begrotings- Voedselkwaliteit; jaar, maar na de peildatum heeft plaats- Artikel 5. Rentepercentage Gelet op de artikelen 4.9, vierde lid, gevonden, is de instelling-gewogen 1. Het rentepercentage bedoeld in artikel 4.10, 4.17, derde lid, 4.19, 4.20, vierde onderwijsvraag, bedoeld in artikel 4.12, 4.25, vierde lid, van het besluit voor lid, 4.23, eerste en tweede lid, 4,25, vier- vierde lid, van het besluit, gelijk aan de investeringen in de begrotingsjaren de lid, 4.26, vijfde lid en 4.27, eerste lid som van de instelling-gewogen onder- 1997 en 2007 is 4,25 procent. van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008, wijsvraag van de op de peildatum 2. Het rentepercentage bedoeld in artikel artikel 7 van het Besluit decentralisatie bestaande hogescholen. 4.26, vijfde lid, van het besluit, voor arbeidsvoorwaardenvorming academi- investeringen in de begrotingsjaren sche ziekenhuizen en de artikelen 3.3, Artikel 3. Onderwijsopslag 1998 en 2008 is 4,5 procent. tweede lid, 7.43, vierde lid, 7.50, tweede 1. De onderwijsopslag van een universi- lid, 7.51, zevende lid en 7.52, vijfde lid teit, bedoeld in artikel 4.10 van het Artikel 6. Bedragen academische zieken- van de Wet op het hoger onderwijs en besluit, bestaat uit: huizen wetenschappelijk onderzoek; a. het bedrag, bedoeld in artikel 4.10, Het bedrag, bedoeld in artikel 4.27, eer- onderdeel a, dat voor de desbetreffende ste lid, onderdeel d, van het besluit, Besluit: universiteit is opgenomen in bijlage 3 wordt vastgesteld overeenkomstig bijla- bij deze regeling, en ge 9 bij deze regeling. Paragraaf 1. Algemene bepalingen b. het percentage, bedoeld in artikel 4.10, onderdeel b, dat voor de desbetref- Artikel 7. Toelage raad van toezicht Artikel 1. Begripsbepalingen fende universiteit is opgenomen in bijla- academische ziekenhuizen In deze regeling wordt verstaan onder: ge 4 bij deze regeling. 1. Aan de voorzitter van de raad van a. besluit: het Uitvoeringsbesluit WHW 2. De onderwijsopslag van een hoge- toezicht van een academisch ziekenhuis 2008; school, bedoeld in artikel 4.19 van het wordt een tegemoetkoming toegekend b. wet: de Wet op het hoger onderwijs besluit, bestaat uit: ter hoogte van € 14.521,– per kalender- en wetenschappelijk onderzoek; a. het bedrag, bedoeld in artikel 4.19, jaar. c. Minister: de Minister van Onderwijs, onderdeel a, dat voor de desbetreffende 2. Aan de leden van de raad van toezicht Cultuur en Wetenschap en, voor zover hogeschool is opgenomen in bijlage 5 van een academisch ziekenhuis wordt het betreft het onderwijs op het gebied bij deze regeling, en een tegemoetkoming toegekend van van landbouw en natuurlijke omgeving, b. het percentage, bedoeld in artikel € 7.261,– per kalenderjaar. de Minister van Landbouw, Natuur en 4.19, onderdeel b, dat voor de desbetref- Voedselkwaliteit; fende hogeschool is opgenomen in bijla- Paragraaf 5. Collegegeld d. studiejaar: het tijdvak dat aanvangt op ge 6 bij deze regeling. 1 september en eindigt op 31 augustus 3. Indien in een begrotingsjaar een Artikel 8. Consumentenprijsindex van het daaropvolgende kalenderjaar; onderwijsdeel wo of hbo, bedoeld in Onder consumentenprijsindex, als e. CRI-HO: het Centraal register artikel 4.2, derde of vierde lid, van het bedoeld in artikel 7.43, vierde lid, van inschrijving hoger onderwijs, genoemd besluit wordt verhoogd vanwege loon- de wet wordt verstaan de consumenten- in artikel 7.52 van de wet; en prijsbijstelling, wordt het met de prijsindex ‘reeks alle huishoudens’, f. Informatie Beheer Groep: Informatie verhoging gemoeide bedrag verdeeld zoals vastgesteld door het Centraal Beheer Groep, genoemd in de Wet ver- over de instellingen evenredig met de Bureau voor de Statistiek. zelfstandiging Informatiseringsbank. verdeling van de landelijk beschikbare bijdrage zoals bepaald zonder deze ver- Artikel 9. Vaststelling collegegeld Paragraaf 2. Onderwijs hoging, en toegevoegd aan de onder- 1. De bedragen, genoemd in artikel wijsopslag van de instelling. 7.43, eerste en tweede lid, van de wet, Artikel 2. Bedragen en factoren onderwijs worden voor het studiejaar 2007–2008 1. Het bedrag waarmee het aantal te Paragraaf 3. Onderzoek aan de hand van de consumentenprijsin- bekostigen graden wordt vermenigvul- dex, bedoeld in artikel 8, vastgesteld op digd, bedoeld in artikel 4.9, vierde lid, Artikel 4. Bedragen onderzoek € 1.538,–. van het besluit, is € 18.575,98; 1. Het bedrag waarmee het aantal te 2. De bedragen, genoemd in artikel 2. De factoren waarmee de onderwijs- bekostigde graden wordt vermenigvul- 7.43, eerste en tweede lid, van de wet vraag van de door de desbetreffende digd, bedoeld in artikel 4.20, vierde lid, worden voor het studiejaar 2008–2009 hogescholen verzorgde opleidingen van het besluit is € 2.892,56. aan de hand van de consumentenprijsin- wordt vermenigvuldigd, bedoeld in arti- dex, bedoeld in artikel 8, vastgesteld op € 1.565,–. Uit: Staatscourant 18 juni 2008, nr. 115 / pag. 15 1 Paragraaf 6. Financiële ondersteuning woordiger intrekken. Van deze intrek- van de Algemene wet inkomensafhanke- king maakt het bestuur melding aan de lijke regelingen, blijkens door de stu- Artikel 10. Organisaties Minister. dent te leveren bewijsstukken, minder 1. Studentenorganisaties als bedoeld in 5. Na een intrekking als bedoeld in het dan 110% van het belastbaar minimum- artikel 3.3, tweede lid van de wet, zijn vierde lid, kan het bestuur van een orga- loon bedraagt. De hoogte van de verla- voor de werking van deze regeling Inter- nisatie in plaats van de vertegenwoordi- ging is in elk geval afhankelijk van het stedelijk Studenten Overleg en Landelij- ger van wie de aanwijzing is ingetrok- inkomen van de betrokkene. ke Studenten Vakbond, beide te Utrecht. ken, een nieuwe vertegenwoordiger 2. Organisaties kunnen tussen 1 april en aanwijzen. De aanwijzing van de nieu- Paragraaf 7. Centraal register 1 juni voorafgaande aan het desbetref- we vertegenwoordiger geldt voor het inschrijvingen hoger onderwijs fende studiejaar een verzoek indienen resterende gedeelte van het desbetreffen- bij de Minister om te worden aangewe- de studiejaar. Artikel 15. Gegevens zen als politieke jongerenorganisatie of 1. Het CRI-HO bevat gegevens over de een landelijke organisatie als bedoeld in Artikel 12. Aanspraak inschrijving als student of extraneus. artikel 7.51, zevende lid van de wet. Bij 1. De vertegenwoordiger heeft, behou- 2. Instellingsbesturen verstrekken bij de dat verzoek dienen te worden bijgevoegd: dens het tweede lid, gedurende het tijd- mededeling van hun beslissingen als a. de statuten of reglementen van de vak waarvoor de in artikel 12 bedoelde bedoeld in artikel 7.52, vijfde lid, van de organisatie; aanwijzing geldt, aanspraak op wet de gegevens conform bijlage 10. b. een verklaring van een accountant financiële ondersteuning. 3. In afwijking van het tweede lid wor- waaruit blijkt dat de organisatie ten min- 2. Indien het bestuur van een organisatie den de gegevens, bedoeld in bijlage 10, ste tweehonderd vijftig betalende leden, na intrekking van de eerste aanwijzing onderdelen c. tot en met g., onderdeel o. contribuanten of donateurs omvat, dan een andere vertegenwoordiger aanwijst, en onderdelen v. tot en met x., door de wel uit een samenwerkingsverband heeft deze met ingang van de eerste vol- gemeente uit de basisadministratie per- bestaat van instellingen, organisaties of le maand na zijn aanwijzing aanspraak soonsgegevens verstrekt. Deze verstrek- rechtspersonen die samen ten minste op financiële ondersteuning. king geschiedt binnen vier weken na de tweehonderd vijftig betalende leden, 3. In afwijking van het eerste en tweede dag van verzending van het verzoek om contribuanten of donateurs omvatten; lid heeft de vertegenwoordiger, wanneer inlichtingen door Informatie Beheer c. in het geval van een politieke jonge- hij te kennen heeft gegeven dat hij gedu- Groep. Informatie Beheer Groep kan bij renorganisatie: de schriftelijke verkla- rende het tijdvak waarvoor zijn aanwij- het verzoek om inlichtingen aangeven ring van de politieke partij, vertegen- zing geldt van zijn aanspraak op hoe de overdracht van informatie moet woordigd in de beide Kamers der Staten financiële ondersteuning geen gebruik plaatsvinden. Generaal, waaruit blijkt dat de desbetref- maakt, aanspraak op financiële onder- 4. Indien de gemeente de gegevens, fende organisatie met die politieke partij steuning gedurende een even groot bedoeld in het derde lid niet kan ver- is gelieerd. tijdvak dat direct aansluit op de periode, strekken, verzoekt Informatie Beheer 3. Een organisatie, genoemd in het twee- bedoeld in artikel 5.2 van de Wet studie- Groep het instellingsbestuur deze gege- de lid, die aansluitend op een eerdere financiering 2000, waarin studiefinancie- vens te verstrekken. Deze verstrekking toekenning een verzoek indient, infor- ring in de vorm van een prestatiebeurs is geschiedt binnen vier weken na de dag meert de Minister slechts over wijzigin- genoten. van verzending van het verzoek om gen in de desbetreffende bescheiden. 4. De vertegenwoordiger die van zijn inlichtingen door Informatie Beheer 4. De Minister stelt de organisatie, aanspraak gebruik wenst te maken dan Groep.