De Dialecten Van Overijsse1
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
In Holland staat een 'Huis' Kloekes expansietheorie met speciale aandacht voor de dialecten van Overijsse1 Pieter van Reenen In Holland staat een 'Huis' Kloekes expansietheorie met speciale aandacht voor de dialecten van Overijssel Pieter van Reenen In het Overijsselse Salland kennen de dialecten een opvallend verschil in uitspraak. Daar waar vrijwel overal in het Nederlandse taalgebied huis op muis rijmt, of het nu als hoes en moes wordt uitgesproken of als huus en muus, wordt in Salland huus en moes gezegd, nooit omgekeerd. Dit merkwaardige verschilis ook te vinden in gebieden ten no orden en ten zuiden van Salland. In deze studie wordt in zes hoofdstukken verslag gedaan van de speurtocht naar het ontstaan van dit door Kloeke ontdekte verschil. De tocht leidt onder andere van Holland naar de Overijsselse dorpen Den Ham, Gramsbergen en Vriezenveen, en van de moderne dialecten naar die van de middeleeuwen. Erasmus komt aan het woord als taalkundige, en uitvoerig wordt stilgestaan bij gebeurtenissen uit de tijd van Johan van Oldenbarnevelt en Maurits. Het blijkt dat het verschil in uitspraak tussen huus en moes valt terug te voeren op de tegenstelling tussen Hollands/gereformeerd (ofhervormd: dat is in deze periode hetzelfde) en Spaans/katholiek. Het heeft ook te maken met het sterk gegroeide zelfvertrouwen van de Hollanders. Holland wordt omstreeks 1600 overspoeld met migranten, waaronder velen die 'huis' niet met een uu uitspreken. De huus-uitspraak is ongetwijfeld ook een reactie geweest op die allochtone uitspraken. En passant wordt duidelijk hoe het heeft kunnen gebeuren dat de opeenvolging van 0 en e in een woord als 'goed' anders wordt uitgesproken dan je op grond van die letters apart zou verwachten, een uitspraak die je verder in geen enkele taal vindt. Vier van de zes hoofgstukken zijn eerder gepubliceerd in diverse tijdschriften en bundels. In Holland staat een 'Huis' Kloekes expansietheorie met speciale aandacht voor de dialecten van Overijssel In Holland staat een 'Huis' Kloekes expansietheorie met speciale aandacht voor de dialecten van Overijssel Pieter van Reenen Stichting Neerlandistiek VU Amsterdam Nodus Publikationen Munster 2006 © Copyright 2006 Pieter Th. van Reenen Uitgaven Stichting Neerlandistiek VU, nt. 53 Stichting N eerlandistiek VU De Boelelaan 1105 NL-1081 HV Amsterdam Nodus Publikationen Klaus D. Dutz - Wissenschaftlicher Verlag Postfach 5725 D-48031 Miinster http://W\\r7 w.go.to/nodus ISBN :90-72365-94-1 (Stichting N eerlandistiek VU) ISBN-13: 978-90-72365-94-1 ISBN:3-89323-753-7 (Nodus Publikationen) Inhoud Vootwoord 7 1. "Help een moesin m'n huus !", Nogmaals Kloekes Hollandse Expansie 9 2. Palatalization and diphthongization of West Germanic [u:]: The spelling UY in Middle Dutch 35 3. 'Goed' en 'uit' in de 14de-eeuwse Nederlandse dialecten 69 4. De Hollandse Expansie, Gebruiksfrekwenties en het belang van Drempe1waarden 89 5. Kloekes Ho!!andsche Expansie: Palatalisering, diftongering en opening van de Westgermaanse It tussen 1300 en 1700 133 6. Gereformeerd versus Katholiek: het ontstaan van de huus/ moes-isoglos op de grens van Salland met Twente en Bentheim tussen 1606 en 1614. 157 Index nominum 205 Lijst van publicaties van P. Th . van Reenen 211 Voorwoord In deze bundel heb ik zes studies bij elkaar gebracht die aile betrekking hebben op de Hoilandse-expansietheorie uit 1927 van Gesinus G. Kloeke. Met diens De Hollandsche Expansie in de zestiende en zeventiende eeuw en haar weerspiegeling in de hedendaagsche Nederlandsche dialecten; proeve eener historisch-dialect-geographische .!JInthese heb ik pas aan het eind van de jaren 80 voor het eerst kennis gemaakt. Sindsdien heeft zijn scherpzinnige en holistische manier van de taalverschijnselen analyseren mij niet meer losgelaten. In deze bundel probeer ik de historische dialectgeografie zoals hij die heeft beoefend voort te zetten met de nadere analyse van een probleem dat hem intens heeft beziggehouden: de ontwikkeling van de Westgermaanse u in de N ederlandse dialecten. Een tweede aspect dat mij in het werk van Kloeke intrigeert is van heel andere aard.van het Frans is altijd gedacht dat het zich vanuit Parijs over Frankrijk zou hebben verspreid: Parijse dominantie gevolgd door Parijse expansie. Onderzoek naar de ontwikkeling van het Oudfrans in de dertiende en de veertiende eeuw - bijvoorbeeld naar het ontstaan van de nasale klinkers in het Frans of het verval van het Oudfranse twee casussysteem - heeft mij geleerd dat die gedachte niet bevestigd wordt door empirisch onderzoek. Zou het voor het Hollands anders liggen? De hoofdstukken 2 tot en met 5 zijn eerder gepubliceerd, de oor spronkelijke plaats van publicatie staat vermeld in de eerste voetnoot bij de artikelen. Ze zijn hier in principe ongewijzigd opgenomen. De paar wijzigingen van enige importantie zijn ter plekke en/of aan het begin van het betrokken hoofdstuk verantwoord. De bibliografie van de oorspron kelijke artikelen heb ik bij het betrokken hoofdstuk laten staan. Aileen waar dat zinvol was heb ik de literatuurverwijzingen aangepast. Hoofdstuk 6 is in belangrijke mate nieuw. Het is deels gebaseerd op van Reenen (1997, zie de bibliografie bij het hoofdstuk), maar bevat oak een aantal nieuwe inzichten en is vrijwel geheel herscrueven. Het eerste hoofdstuk is nieuw. Het bevat de tekst van mijn afscheids rede als hoogleraar op 16 juni 2006, dezelfde dag waarop dit boek verschijnt. Het vormt enerzijds een Inleiding op de overige hoofdstukken en geeft anderzijds een korte evaluatie van de houdbaarheid van I<loekes Hollandse-expansietheorie. Er is enige overlap tussen de hoofdstukken. Een voordeel daarvan is dat ze goed apart of in willekeurige volgorde te lezen zijn. De zes hoofdstukken worden gevolgd door een Index Nominum en een overzicht van mijn wetenschappelijke publicaties. V oor hulp bij het tot stand komen van deze bundel dank ik Saskia Daalder, Ton Goeman, Maaike Mulder, Jan Noordegraaf, Margit Rem en heel in het bijzonder Anke Jongkind en Evert Wattel. Amsterdam, juni 2006 1 "Help, een moes in m'n huus!" Nogmaals Kloekes Hollandse Expansie* o Inleiding De uitdrukking Hollandse Expansie vormt het begin van de omvangrijke titel van het meesterwerk van Gesinus G. I<Ioeke uit 1927: De Hollandsche Expansie in de zestiende en zeventiende eeuw en haar weerspiegeling in de hedendaagsche Nederlandsche dialecten; proeve eener historisch-dialect-geographische rynthese. In deze studie, die al die jaren nauwelijks aan actualiteit heeft ingeboet,l gaat Kloeke in op de implicaties van zijn ontdekking dat de uitspraak van de klinker van muis in de dialecten van het N ederlands niet altijd samenvalt met de uitspraak van de klinker van huis. Dat verschil in uitspraak is in grote delen van het oosten van Nederland te vinden, en bij Nijmegen zelfs nog een stukje over de grens, zoals op de losse kaart bij Kloeke (1927) te zien is.2 Er zijn gebieden - ver van Holland - waar dialectsprekers hoes en moes zeggen, en er zijn gebieden - rondom Holland - waar ze huus en muus zeggen. Daartussen in ligt in het oosten een gebied waar huus en moes gezegd wordt, nooit omgekeerd. I<Ioeke zelf is als eerste met een verklaring gekomen hoe dat merkwaardige verschil geduid kan worden. Om die verklaring te kunnen geven duikt hij niet aileen in de vaderlandse geschiedenis, maar doet hij ook een beroep op de dialectgeografie, "unfortunately cut off from the * Tekst van mijn afscheidsrede als hoogleraar op 16 juni 2006. 1 In Koldijk 2004 komt de expansietheorie van Kloeke uitvoerig aan de orde naar aanleiding van de vorming van het Bildts in Friesland. En nog onlangs is een symposium aan Kloeke en zijn werk gewijd, waarvan de bijdragen in 2005 zijn gepubliceerd als themanummer van 1N1L. 2 De kaart is herdrukt in het in noot 1 genoemde themanummer van 1N1L, p. 226-227. 10 Pieter van Reenen main stream of linguistics", aldus onlangs Labov.3 Maar niet bij Kloeke, die zijn studie een proeve eener historisch-dialect-geographische {Jnthese noemde. Kern van Kloekes visie op taalverandering is dat dominantie tot expansie leidt. "Onder expansie verstaat men het verschijnsel dat taalvormen worden overgenomen van een bepaald milieu, omdat dit milieu als supeneur. word t aanvaar d,,4. V oor ik nu in paragraaf 3 uitvoerig terugkom op het merkwaardige moes/ huus-probleem in het oosten des lands, met name in Overijssel, eerst iets, in paragraaf 1, over wat I<loeke heel concreet bedoelde met Hoilandse dominantie: de vocalisatie van de /1/. Daarvan voIgt dan in paragraaf 2 een illustratie aan de hand van een verandering die zich op het ogenblik in het Nederlands voltrekt. In paragraaf 4 zal worden aangetoond dat niet aile taalveranderingen in het N ederlands, zoals Kloeke dacht, van het dominerende Hoilandse milieu uitgaan, maar dat het omgekeerde ook voorkomt. Tenslotte nog iets over de computer in het onderzoek. 1 Hollandse dominantie en Hollandse expansie V olgens Kloeke domineert Holland Nederland en binnen Holland domineert Amsterdam. Daar valt niet veel op af te dingen. Amsterdam heeft het en had het. Dat is ook de reden dat Abraham Kuyper in 1880 er zijn universiteit heeft gesticht, al was er daar al een. Die universiteit had potentie. Een bijna-tijdgenoot van Kloeke, ds. R. van Reenen, merkte er in 1918 over op: "De Vrije Universiteit is de electrische centrale, die de stromen van haar energie uitzendt over het geheele land."s Zoiets is goed voorstelbaar vanuit Amsterdam, maar zou vanuit V riezenveen, Grams bergen of Den Ham niet lukken. In Amsterdam liggen de belangrijkste landelijke musea en Amsterdam Airport. Internationals kiezen er graag hun hoofdkantoor. Voor Philips waren Londen of New York serieuze alternatieven geweest, maar niet Den Haag, Rotterdam of Brussel, en al helemaal niet Eindhoven. Onderwijs, cultuur en het grote geld, allemaal zaken waardoor Amsterdam het nog meer krijgt dan het het al heeft. Op 3 Voordracht Meertens Instituut (18 januari 2006). 4 Aldus de definitie van Weijnen 1966:96.