INHOUDSOPGAVE 1 Ligging, Grenzen En Omvang 2 2
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
INHOUDSOPGAVE PAGINA 1 Ligging, grenzen en omvang 2 2 Landschappelijke structuur 4 3 Infrastructuur 11 4 Nederzettingen 14 5 Bevolking 20 6 Middelen van bestaan 22 7 Sociale en culturele voorzieningen 27 8 Ontwikkeling 1850 - 1940 31 Bronnen 35 Bijlagen 39 HET OVERSTICHT Zwolle, december 1988. 1 Ligging, grenzen en omvang Staphorst is een Sallandse plattelandsgemeente in het noorden van Overijssel. Het bestuurlijke en administratieve centrum van de gemeente is het dorp Staphorst. Naast het kerndorp Staphorst bestaat de gemeente uit de dorpen Rouveen en Uhorst en de buurschappen Punthorst, Leijen, Lankhorst, Hamingen, Halfweg en Slingenberg (gedeeltelijk). In april 1811 werd de gemeente Staphorst opgericht. Het grondgebied van de nieuwe gemeente viel samen met het voormalige Hasselterambt of Hasselerambt, bestaande uit de schoutambten Staphorst, Rouveen en Uhorst, later samengevoegd tot één schoutambt. In 1818 werd een klein gebied met zes huizen van de gemeente Staphorst afgescheiden en gevoegd bij de toen gevormde gemeente Nieuwleusen. In 1961 ging een stuk grond van 65 ha, dat een Drentse enclave op Overijssels grondgebied vormde, over naar de gemeente Staphorst. Tegelijkertijd werd een gebied van 227 ha (inclusief 630 inwoners), bestaande uit de buurschappen Werkhorst, Hesselingen en (deels) Slingenberg, van Staphorst afgescheiden en toegevoegd aan de Drentse gemeente Meppel. Staphorst wordt omringd door de volgende gemeenten: Meppel en De Wijk, beide liggend in de provincie Drenthe, in het noorden, Avereest in het oosten, Nieuwleusen in het zuiden, Zwolle in het zuidwesten, Hasselt in het westen en (sinds 1973) Brederwiede in het noordwesten (kaart 1). Op 1 januari 1987 besloeg de gemeente Staphorst een oppervlakte van 136,57 km2, inclusief 1,10 km2 binnenwater. De woningvoorraad bedroeg op dat tijdstip 3.671, wat neerkomt op een gemiddelde woningdichtheid van 98 woningen per km2, iets lager dan het Overijsselse gemiddelde (105). De gemeente Staphorst telde op 1 januari 1987 13.308 inwoners. 2 Landschappelijke structuur 2.1. Geologie (kaart 2) De oudere pleistocene dekzandlagen in de gemeente Staphorst hellen van het noordoosten naar het zuidwesten; in het noordoosten liggen zij dicht onder de oppervlakte, in het zuidwesten op enige meters diepte. Op deze dekzandlaag die in de laatste ijstijd (het Wurm glaciaal) is afgezet is in het holoceen een laagveenpakket gegroeid, dat naar het westen toe dikker wordt. De veenvorming vond plaats onder veranderde klimatologische omstandigheden: hogere temperaturen, stijging van zee- en grondwaterspiegel en stagnatie van de waterafvoer. In dit drassige, zuurstofarme milieu, waarin de vorming van organische stof de afbraak overtrof, ontwikkelden zich dikke veenlagen. Vanaf ca 400 na Christus steeg de zeespiegel zo snel dat de veenvorming daarmee geen gelijke tred hield. Hierdoor werd het veen sterk geërodeerd vanuit zee en werd aan de westelijke rand van de huidige gemeente Staphorst plaatselijk klei afgezet. In de vroege middeleeuwen was vrijwel het hele gebied rondom Staphorst bedekt met een meters dik hoogveenpakket. Aan de west- en noordzijde werd dit veenpakket abrupt begrensd door de beekdalen van Gen(n)e (Zwarte Water), Sethe (Meppelerdiep) en Reest. Naar het zuiden en oosten toe zette het veenpakket zich voort, al nam de de dikte in oostelijke richting af. Langs de beekdalen lagen in de middeleeuwen zandige afzettingen, die hier en daar door de wind waren opgewaaid tot dekzandruggen combinatie met de zeer geringe of rivierduinen. Op dergelijke breedte van de kavels en de zandhoogten vestigden zich de gedeeltelijk achter elkaar eerste bewoners van dit gebied. geplaatste boerderijen, geven het in Staphorst voorkomende 2.2. Bodemgesteldheid en landschap slagenlandschap een uniek (kaart 2) karakter. De bodem in de westelijke helft van de gemeente Staphorst bestaat De slagenontginning strekte zich uit veen (voornamelijk van oudsher uit over een gebied veenmosveen), dat naar het westen circa dertien kilometer. Na de toe iets kleiiger wordt. Aan de ontginningen en ruilverkavelingen meest westelijke rand van de komt het slagenlandschap alleen gemeente ligt een kleilaag op het nog voor in het westelijke deel veen, maar deze is nooit dikker van Rouveen (ca. 300 ha). Dit dan 40 centimeter. gebied omvat van oost naar west de "Olde Maten" met zijn In het oostelijk deel van de karakteristieke trekgaten of gemeente liggen horizontaal veenputten, het uitgestrekte gelaagde, grindvrije zanden, boomarme weidegebied met sloten behorend tot de post-glaciale als kavelscheidingen, de lineaire dalopvulling, aan de oppervlakte. nederzetting op de grens van het Soms bevatten deze kalkarme veen- en zandgebied en het kleine gronden een "darglaag" van vijf a weidegebied met elzenrijen als vijftien centimeter veen. Op deze perceelsscheidingen. In het bovenste laag ligt het streekdorp wordt het ruimtelijke ontginningsdek dat in de loop der beeld, behalve door de bebouwing, eeuwen door bemesting is ontstaan. in belangrijke mate bepaald door de erfbeplanting en de houtsingels In een smalle strook langs het op de perceelsgrenzen tussen en grensriviertje de Reest bestaat de direct achter de bebouwing. bodem uit (moeras)veen. Een Hierdoor ontstaat een ruimtelijke uitloper van deze veengronden zijn beslotenheid die sterk de zogenaamde Vledders, ten contrasteert met het open zuidwesten van Uhorst. agrarische gebied. Karakteristiek voor het landschap Het Staphorster bouwlandgebied in de gemeente Staphorst is het (ook wel Staphorster esch "slagenlandschap", gekenmerkt door genoemd), voor de ruilverkaveling lintvormig samengetrokken bewoning behorend tot het slagenlandschap, langs een lange weg, die in de kenmerkt zich nu door een meer meeste gevallen de ontginnings- en blokvormige verkaveling. In dit exploitatiebasis vormt. In vroegere akkerbouwgebied domineert Staphorst en Rouveen liggen de na de ruilverkavelingen de boerderijen echter niet meer aan veehouderij. de ontginningsbasis, maar zijn zij in de richting van de nieuw In het oosten van de gemeente ontgonnen gronden verplaatst. Deze liggen enkele uitgestrekte natuur- ligging van de boerderijen, in en recreatiegebieden. De Boswachterij Staphorst, eigendom geen onverdeelde gronden voor; het van Staatsbosbeheer, heeft hier na recht van opstrek gold in principe de ontginning van de heidevelden tot het einde van het een bos aangeplant, waarin nog dorpsgebied. Tevens werd een enige heideterreinen en vennen verregaande splitsing van de aanwezig zijn. Het natuurgebied de oorspronkelijke hoeven toegelaten, Witte Bergen, ten zuidoosten van die elders in marken uitdrukkelijk Uhorst, is oorspronkelijke een verboden was. zandverstuiving, die in de negentiende eeuw bebost werd en De ontginning van het hoogveen van tegenwoordig voornamelijk een Staphorst is in de twaalfde en recreatieve functie heeft. dertiende eeuw ter hand genomen. Het veengebied werd verdeeld in Op de grens met de gemeente een aantal ontginningsblokken, de Avereest ligt het zogenaamde slagen. Deze werden Westerhuizingerveld, opgedeeld in ontginningshoeven met oorspronkelijk een heidegebied dat een vaste perceelsbreedte van door het late tijdstip van ongeveer 125 meter en uitgegeven ontginning (jaren dertig) een meer aan kolonisten. De eerste rationele, enigszins blokvormige kolonisten zouden bewoners zijn verkaveling heeft. geweest van de vroegere Zuiderzeegronden, niet ver van de Het gebied langs het Meppelerdiep hedendaagse Friese kust. Zowel kan getypeerd worden als een Staphorst als Rouveen werden in uiterwaardenlandschap. Het vier slagen opgedeeld. In Reestdal kenmerkt zich door een Staphorst telden deze slagen samen kleinschalig beekdallandschap met 48 hoeven, in Rouveen 62. Het verspreide bebouwing. Beide dorpsgebied van Uhorst was niet gebieden zijn in gebruik als ingedeeld in slagen en bestond van grasland, evenals de uitloper van oudsher uit 16 "regelmatige het Reestdal in de Vledders (bij hoeven". Uhorst). De hoger gelegen zandgronden in 2.3. Bodembeheer en ontginningen het oosten en noorden fungeerden (kaart 3) als ontginningsbasis voor de De huidige gemeente Staphorst is eerste kolonisten. De kolonisatie voortgekomen uit het schoutambt had plaats naar Fries-Hollands Hasselterambt, één van de drie model, in rechte opgaande stroken. schoutambten binnen het Min of meer loodrecht op de hoogschoutambt Hasselt. ontginningsas werden sloten Hasselterambt bestond uit de gegraven ter ontwatering van het dorpsgebieden van Rouveen, veen en afgrenzing van de hoeven. Staphorst en Uhorst, en de Aan de achterzijde, veenopwaarts, buitenkwartieren Werkhorst, werden de slagen of Hesselingen, Olde Staphorst, de ontginningsblokken beschut tegen Garste en Hamingen. Binnen het wateroverlast door achterkaden of schoutambt Hasselterambt hebben leidij ken, zonodig aan de geen marke-organisaties bestaan. veenzijde voorzien van een In Staphorst en Rouveen kwamen wetering. Tussen de slagen werden 6 zijdewendes en weteringen ha) uit niet in cultuur gebrachte aangelegd om de waterafvoer van heidegrond. Daarnaast werd een het hoger gelegen onontgonnen veen groot deel van het westelijke te reguleren. Bij nieuwe veengebied slechts extensief ontginningen en gebruikt, mede in verband met de dorpsverplaatsingen, vaak ter hand steeds terugkerende wateroverlast genomen vanwege wateroverlast als en de grote afstand tot de gevolg van bodemdaling en de grote boerderijen. De cultuurtechnische afstand tot de nieuw te ontginnen toestand van deze landerijen werd gebieden, werd verderop een nieuwe steeds slechter als gevolg van leidijk