La Petite Bande
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
zaterdag 18.06.2011 LA PETITE BANDE 20.00 Concertzaal Sigiswald Kuijken 19.15 Inleiding door & Laureaten Koningin Elisabethwedstrijd Zang Sabien Van Dale Biografi eën Uitvoerders en programma Sigiswald Kuijken behaalde een eerste prijs Thomas Blondelle startte zijn opleiding La Petite Bande: orkest Wolfgang Amadeus Mozart viool aan het Koninklijk Conservatorium zang aan het Conservatorium van Brugge Sigiswald Kuijken: dirigent Hoboconcerto in C, K271k (1778) Brussel. Hij is wereldwijd actief als violist, bij Catherine Vandevelde en studeerde Laureaten van de Koningin - Allegro aperto dirigent en leraar, en concerteerde sinds de musicologie aan de K.U.Leuven. Daarnaast Elisabethwedstrijd Zang 2011: - Andante ma non troppo jaren 1960 onder meer met Gustav Leonhardt, volgde hij masterclasses bij onder meer Tom Anaïk Morel: sopraan (vierde prijs) - Allegro Frans Brüggen en René Jacobs, met zijn Krause en Sarah Walker. Hij werd laureaat Thomas Blondelle: tenor (tweede prijs) — pauze — broers Wieland en Barthold en met Robert van verschillende nationale en internationale Sébastien Parotte: bariton (laureaat) Kohnen. Vanuit doorgedreven onderzoek wedstrijden en kreeg in 2007 de Förderpreis Konstantin Shushakov: bariton (vijfde prijs) Wolfgang Amadeus Mozart zorgt hij voor grote vernieuwingen in de für junge Künstler van de Staatstheaterfreunde Hoornconcerto in Es, K495 (1786) Patrick Beaugiraud: hobo historische uitvoeringspraktijk. In februari 2009 van Braunschweig, waar hij van 2006 tot 2009 - Allegro moderato Olivier Picon: hoorn mocht hij de prestigieuze prijs voor Algemene verschillende rollen vertolkte. Sinds 2009 is - Romanza: andante cantabile Culturele Verdienste in ontvangst nemen. Thomas Blondelle verbonden aan de Deutsche — - Rondo: allegro vivace Oper Berlin. Joseph Haydn (1732-1809) Wolfgang Amadeus Mozart La Petite Bande werd in 1972 opgericht door Symfonie nr. 47 in D (1772) Rivolgete a lui lo sguardo, K584, concertaria Sigiswald Kuijken, voor een opname van Lully’s Tegelijk met zijn studies zang aan het - [Allegro] (1789) Bourgeois Gentilhomme onder leiding van Conservatorium van Maastricht studeerde - Un poco adagio, cantabile Konstantin Shushakov Gustav Leonhardt. Hoewel het ensemble zich Sébastien Parotte contrabas aan het - Menuet al roverso aanvankelijk concentreerde op het barokke Conservatorium van Luik. Vanaf 2001 volgde Christoph Willibald von Gluck (1714-1787) - Finale presto assai repertoire, laat het zich sinds enkele jaren ook hij les bij Mya Besselink en sinds 2008 is hij ‘Che farò senza Euridice’, uit opmerken door zijn integere interpretaties lid van de Operastudio van de Munt, onder Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791) Orfeo ed Euridice (1762) van de klassieke meesters. Zonder in strak leiding van José van Dam. Daarnaast trad hij ‘Laudamus te’, uit Missa in c, K427 (1783) Anaïk Morel: Orfeo academisme te hervallen, proberen de onder andere op in het Landestheater van Anaïk Morel Wolfgang Amadeus Mozart musici oude muziek zo getrouw mogelijk te Linz en in het Teatro alla Scala in Milaan. In Wolfgang Amadeus Mozart ‘Konstanze! Dich wiederzusehen’, uit laten herleven, onder meer door historische 2008 was hij laureaat van het Internationaal Io ti lascio, K.Anh.245, concertaria (1791) Die Entführung aus dem Serail (1782) instrumenten te gebruiken en de tijdseigen Vocalisten Concours in ’s-Hertogenbosch en Sébastien Parotte Thomas Blondelle: Belmonte speelwijze in ere te herstellen. behaalde hij de eerste prijs en de publieksprijs in de Music Award van Maastricht. Wolfgang Amadeus Mozart Wolfgang Amadeus Mozart Anaïk Morel ging in 2001 zang studeren aan ‘Se all’impero, amici Diei’, uit La Clemenza ‘Donne mie, la fate a tanti’, uit het Conservatorium van Lyon bij Françoise Konstantin Shushakov startte zijn muziek- di Tito (1791) Così fan tutte (1790) Pollet. Nadien vervolmaakte ze zich aan de studies aan de Russische Academie voor Thomas Blondelle: Titus Sébastien Parotte: Guglielmo Opernstudio van de Bayerische Staatsoper Theaterkunsten bij Yuriy Udalov. Sinds 2009 Wolfgang Amadeus Mozart Wolfgang Amadeus Mozart te München bij Krassimira Stoyanova, waar studeert hij verder aan het Centrum voor ‘Finch’han dal vino calda la testa’, uit ‘Pa-Pa-Papagena! Pa-Pa-Papageno!’, uit ze sinds 2007 belangrijke rollen vertolkte Jonge Operazangers van Galina Vishnevskaya Don Giovanni (1787) Die Zauberfl öte (1791) in opera’s van onder meer Bizet, Verdi, en aan het Bolsjoitheater in het kader van het Konstantin Shushakov: Don Giovanni Anaïk Morel: Papagena Mozart, Wagner, Richard Strauss, Engelbert Programma voor Jonge Artiesten. Hij krijgt Konstantin Shushakov: Papageno Humperdinck en Leoš Janácˇek. Ook in Milaan, er les van Diane Zola en Dmitry Vdovi. In het Wolfgang Amadeus Mozart Besançon, Frankfurt en Nantes zong ze mee Bolsjoitheater en in de Tchaikovsky Concert ‘La ci darem la mano’, uit Don Giovanni (1787) in producties onder leiding van beroemde Hall zong hij in opera’s van Bizet, Puccini en Anaïk Morel: Zerlina dirigenten als Kent Nagano en Daniel Offenbach, onder leiding van onder meer Sébastien Parotte: Don Giovanni Barenboim. Antonello Allemandi en Mikhail Pletnev. MEET & MUSIC: Meet & greet met de laureaten en ORKESTRAAL champagnebar – € 12 Uw applaus krijgt kleur dankzij de bloemen van Bloemblad. Vocale en instrumentale hoogtepunten van Mozart en Haydn Symfonie nr. 47, Das Palindrom – Haydn enkele onstuimige bladzijden waarvan de Wenen om er in het hoforkest te spelen. Hij Mozart en de opera spontaneïteit en de vindingrijkheid aan was tevens de eigenaar van een kaaswinkel Haydns symfonieën uit de jaren 1771- Mozart doen denken. Na een dramatisch en Mozarts regelmatige compagnon in de Mozart was zijn leven lang geobsedeerd 1774 tonen hem als een componist met verlengstuk werkt de eenvoud van volkse kroeg. Deze muziek moet dus vooral worden door opera. Op 19-jarige leeftijd had hij al een gerijpte techniek en een levendige dansritmes verrassend. De herwonnen rust gezien als plaisanterie. Dit blijkt onder meer een tiental opera’s of experimenten in het verbeelding. De onderhoudende wordt nadien opnieuw dooreengeschud door uit de manuscripten die gelardeerd zijn met genre op zijn naam staan. In Salzburg was een gebruiksmuziek en de galante toon maken hevige contrasten en ontaardt in een strijd spottende opmerkingen aan het adres van opera- of theatertraditie in die tijd echter zo plaats voor een meer diepgaande uitwerking, tussen somber aangehouden noten bij de Leutgeb, wat de amicale omgang tussen goed als onbestaande. Toen Mozarts conflict vaak in mineurtoonaard en doortrokken van hoorns en theatrale episoden. De zaak wordt beide mannen geenszins in de weg stond. met zijn werkgevers in Salzburg onafwendbaar een intense spanning. De Symfonie nr. 47 tenslotte beslecht met een echospel tussen De autograaf van het Hoornconcerto, K495 werd, bleek hoezeer het onvermogen zich dateert uit 1772. Het hoofdthema zet in met het hele orkest en de violengroep. (uit 1786) is genoteerd in vier verschillende als volwaardig operacomponist te profileren een herkenbaar jachtmotief in de hoorn. kleuren inkt (rood, groen, blauw en zwart). voor hem al die tijd een bron van frustratie Hetzelfde motief wordt vervolgens in een Hoboconcerto in C – Mozart Lang werd aangenomen dat de kleurennotatie was geweest. Om zich toch verder in het rijk stemmenweefsel geïmiteerd, tot de een grap was om Leutgeb te plagen. vocale repertoire te bekwamen, schreef hij herneming van de gedecideerde fanfare een Het Concerto voor hobo en orkest is in Tegenwoordig wordt er gesuggereerd (onder een aantal afzonderlijke concertaria’s. Mozart fleurige repliek krijgt met een springerige 1777 geschreven, hoogstwaarschijnlijk andere in de New Mozart Edition) dat Mozart had immers zeer vroeg begrepen dat het niet triolenbeweging in de violen. Verder voor Giuseppe Ferlendis, hoboïst in het de verschillende kleuren als code aanwendde volstond om kwaliteitsvolle muziek te kunnen verschijnt het jachtthema terug in zijn pure orkest van de aartsbisschop van Salzburg. om nuances en schakeringen in dynamiek te schrijven op een gegeven handeling, maar ritmische essentie, met een klankdecor dat De openingsbeweging zet er meteen de verduidelijken. dat zijn succes evenzeer afhing van de mate herleid is tot het lage register van de eerste vaart in. De lichte orkestratie maakt dat de Net zoals bij de andere hoornconcerto’s waarin hij afgunstige en temperamentvolle violen. De klimaatsverandering leidt tot een solist nooit geforceerd uit de verf komt en is de solopartij van K495 een niet te zangers op zijn hand kon krijgen door passage in e met een hernieuwde uitwerking zich met verfijnde ritmische precisie kan onderschatten uitdaging, in het bijzonder middel van solostukken waarmee ze volop van het tweede thema. Wanneer het tweede prononceren. Het Adagio laat de hobo in voor de beoefenaars van de natuurhoorn hun ‘gurgelgeläufigkeit’ (‘gezwindheid thema dan in majeur wordt hernomen, lijkt zijn meest zangerige gedaante zien. De (zonder ventielen). Mozart ging gretig van het keelgat’) – zo zei hij zelf – konden het symfonisch landschap in helder zonlicht rondo-finale klinkt jeugdig en speels. In de mee in de laat-18e-eeuwse tendens om de demonstreren. Zangkunst op maat en op op te klaren. middenepisode doet de sfeer denken aan het technische mogelijkheden van het instrument bestelling dus. De ongewone vorm van het lange Adagio, divertimento, een bij de dans aanleunende te verkennen. Dit hield onder meer in dat een thema met variaties, laat de componist soort ontspanningsmuziek