HET ONTSLAG VAN WILLEM MOL OF DE PLAATS VAN DE EERSTE VERMANING VAN DE DOOPSGEZINDE GEMEENTE IN DE ZUID-, Deel 2 K.C. (Karel) Numan en P. (Piet) Dekker.

In het eerste gedeelte van dit artikel (zie Zijper laten zien of die plek ten westen of ten oosten van de Historie Bladen, jaargang 25, nummer 3) hebt u Ooster-Egalementsloot lag. Hij stond bij deze kunnen lezen sinds wanneer de eerste vermaning aan Ooster-Egalementsloot, dat werd duidelijk. In dit de in gebruik was. Ook werd tweede deel blijkt waar het gebouw precies stond. aangetoond waar hij stond, zonder dat we konden

‘Een kort verhaal, van het bijeengebracht voor het nageslacht door Simon Jansen Grin (doopsgezind predikant)

Als men nieuw anno schreef, van achttienhonderd jaren En twee en twintig* mee, zal ik U gaan verklaren Doe zag men omstreeks, veel swoegen en veel draven Terwijl hier door de Zijpe wier een kanaal gegraven.

Dog na verloop van tijd, van omstreeks twee jaren Dat daar de grote schepen door kwamen varen. ’t Was in de Decembermaand, dat op den 24sten dag Daar men ’t Majesteits fregat, hier door trekken zag. (met 12 paarden) ’t Was [Bolona] genaamd, gebouwd met kanon Van vier en veertig stiks, waarmee ’t thans begon ‘Noord-Hollndse kanaal te openen als een vaart Dat veel verwondering, en ook veel opzicht baart.

Des anderen daags zag men hier komen uit Batavia Een driemastschip, gevoerd door Kaptein Zeilstra, ’t Was genaamd Christina – Barbera, als met Oostindies waren Maar heeft bij ongeluk, dees brug stuk gevaren.

’t Eerste was bestemd, en dat na Willemsoord Om daar een mast en tuig, zooals ’t schip behoort In ’t Nieuwediep te ontvangen, mast en zeil en touwen Om zoo in staat te zijn, de zee te gaan bebouwen.

’t Tweede was bestemd, en dat na Amsterdam Die met een lading uit de Oost, gezegend binnen kwam. Ik heb dit kort verhaal, in dit bestek gebracht Tot dienst voor ’t geheugd, en later nageslacht.

Daarom nakomeling, neem dit nu eens ter hand Bewaar ’t voor Uzelf, ook als een dierbaar pand Of schrijf ’t zelve over, tot een gedachtenis Dan kunt gij zelf weten, de eerste gebeurtenis.

Dit heb ik nagelaten, om goed te bewaren Terwijl ik nu al tel ruim zes en zestig jaren, Te ontvangen uit mijn hand, dan is hier ook mijn begin, De rekening van mijn naam is Simon Jansen Grin.

Leeraar bij de Doopsgezinde Gemeente in de Zuid-Zijpe 24 december 1822*; overgeschreven 12 maart 1911 door Jn. Bos Kz. oud 77 jaar.

* De heer Bos heeft tweemaal een vier voor een twee aangezien; het kanaal werd geopend in december 1824.

12. Het bewijs vonden we in stukken betreffende de aanleg van het Noord-Hollands Kanaal. Tenslotte laten we u zien was er met het gebouw is gebeurd en wanneer de oude vermaning is vervangen door de vermaning die tot 1975 heeft gediend als kerkgebouw voor de doopsgezinden in de Zuid-Zijpe. De gevolgen van het graven van het Noord-Hollands Kanaal De aanleg van dit kanaal, van 1819 tot 1824, bracht tussen Amsterdam en Den Helder met zich mee, dat er gronden en huizen aangekocht en onteigend moesten worden. Daarvan bestaan uitvoerige lijsten en er is uiteraard even uit- voerig gecorrespondeerd tussen alle betrokkenen van laag tot hoog en terug. Zowel de correspondentie als de lijsten bevatten ook informatie met betrekking tot de gebouwen van de doopsge- zinde gemeente Zuid-Zijpe. In het Rijksarchief Noord-Holland te Haarlem vonden we over de situatie betreffende het bezit van de doopsgezinde gemeente Zuid-Zijpe aan de Burgervlotbrug de volgende aantekening in een ‘Memo- rie van berekening’ 19:

16 Menn(oniete) Gem(eente) Zijpe 12 roeden Erf of Tuijn af 5 ƒ 60:-- Stellen van een hek tot afscheiding van de Rijksgrond leggen van een dam etc: voor alles ƒ 190:------ƒ 250:-- en een klein Stukje grond aan het Rijk behorende gelegen tusschen de Menn: Kerk en pastorij op zich zelfs van geen waarde tevens aan de Menn: Gemeente af te staan.

13. Tekening van het Noord-Hollands Kanaal bij Burgervlotbrug naar het kadaster, d.d. 1902-1904, bijgewerkt 1908 (de secties F en G); de vermaning en de pastorie zijn duidelijk zichtbaar, evenals het dubbele woonhuis, dat pas verkocht zou worden op 25 april 1909.

In het RAA troffen we in het ‘Secretariearchief’ van Oost: de aantekening ‘eindelijke afsnijding van de de Zijpe 20, onder inventarisnummer 1045 een werk- westzijde, Ooster Egalement’ lijst aan, waarop iemand aantekeningen had gemaakt nummer 28 (294 roeden) van Cornelis Oost, aante- in potlood. Alle betrokken percelen tussen Zijper- kening: ‘ad idem’ sluis en en de Zijper Dijk bij de kolksluis (’t Zand) nummer 29 (407 roeden) van de doopsgezinden van kregen een nummer. We vonden het volgende: de Gemeente de Zijp, aantekening: ‘ad idem’ nummer 30 (3435 roeden) van Jan Oost, aanteke- Bij nummer 25 (grootte 63 roeden, betreffende het ning: ‘ad idem oostzijde’. erf van ‘Huijs ter Lap’) van Theunis Timmerman, staat: Gehecht aan een brief d.d. 19 maart 1827 van de ‘is het erff van de bazen’ (dus hier waren de aanne- Staatsraad Gouverneur van Noord Holland aan de mers en de opzichters van het kanaal gehuisvest, zie Burgemeester van Zijpe troffen we op een los vel de ook verderop) volgende aantekening aan: Bij nummer 26 (grootte 12 roeden) van de doopsge- ‘Staat van aan te koopen gronden en gebouwen be- zinden van de ‘Gem de Zijp’ staat: nevens opgaaf van te maken schikkingen noodig voor ‘mennoniete gemeente ------‘ en daaronder: den aanleg des schulpwegs langs het Noord Hollands ‘Kan na het inzien van de Commissie niet blijven Kanaal tusschen de stad en het Nieuwe staan’ Diep zullende uitmaken een gedeelte des grooten Daaronder, nummer 27 (1142 roeden) van Cornelis wegs der 1e klasse N - 4:

Opgave der in bezit te nemen Grootte en omschrijving- Namen der gronden en gebouwen van ieder perceel en Eigenaren (waaronder:) ieder perceel en te maken schikkingen

Een stuk van het erf voor de ongeveer 40 Doopsgezinde wooning van den predikant van vierkante ellen Gemeente van de de Doopsgezinde Gemeente van en omtrent de Zuid Zijpe’ de Zuid Zijpe, de sloot 6 ellen aan verplaatsing van het te trillen, het bruggetje en 17 el rasterwerk de noodige rasterwerk te verplaatsen schikkingen te maken

14. Deze aantekening vloeit voort map betreffende kerkelijke uit een Koninklijk Besluit van aangelegenheden 21. koning Willem I, gedateerd 20 februari 1828 20, waarin Vierde conclusie verordonneerd wordt dat Al deze aantekeningen en de doopsgezinde gemeente de brief laten zien dat de tweemaal f. 1500,- krijgt vermaning niet gesloopt toebedeeld om de predi- of verplaatst hoefde te kantwoning af te breken worden. Het gaat om de en elders op te bouwen, in beide andere gebouwen, verband met de aan te leggen die tussen de Ooster- schulpweg, die ‘daardoor een Egalementsloot en het veel minder bogtige rigting Noord-Hollands Kanaal zoude bekomen’. stonden. De pastorie, de Dit besluit is geënt op ‘ons zijnde van de twee de meest rescript van 23 augustus oostelijke en het dichtstbij 1827, no 141’. het kanaal staand, wordt Het begin van het Besluit verplaatst van de oostkant luidt: van de Ooster-Egalement- ‘Op de requeste van Dia- sloot naar de westkant kenen der Doopsgezinde en wel westelijk naast de Gemeente in de Zuid-Zijpe vermaning (in de kadas- (Noord Holland), houdende tergegevens van 1826/1830 het verzoek om subsidie tot het nummer 451a, zie ook het bouwen eener nieuwe kaart 1 blz 14, 2, HB 25e woning voor haren Leeraar, jrg. nr 3). en zulks op grond der on- De pastorie stond in de gunstige ligging, waar in de De ‘Figuratieve Kaart van de Hondsbossche Zeewering, , de weg, zowel als het ging tegenwoordige predikants- Hazepolder en de Zuid-Zijpe en een gedeelte van het Groot Kanaal om de stort (de grond die behorende bij een Plan van Uitwaterring en Zee-Haven bij Petten; -Waar woning, ten gevolge van de op de peilingen in Zee en de grondboringen daar toe behorende aangewezen uit het kanaal kwam moest werken van het groot Noord- zijn’, getekend door C. Langerveld Jzn. in 1825. De panden zoals ze zijn ernaast een plek vinden, Hollands Kanaal, reeds is ingetekend bij de Burgervlotbrug verschillen van de overige kadastrale de stort, in de volksmond gebragt en door den, over de opnemingen uit die tijd. Westelijk van het Kanaal staan twee in plaats altijd het stort, geheten) als van drie huizen en oostelijk staan er drie in plaats van een. Mikte dat erve van dien woning, aan te voor Langerveld minder nauwkeurig, of beschikte hij niet over de juiste om de aanleg van de schulp- leggen schulpweg, nog verder gegevens? weg (schelpweg) langs het gebragt zal worden. kanaal. Gezien het rapport van onzen Staatsraad Directeur Generaal voor de zaken der hervormde Eeredienst van Het dubbele woonhuis tussen de pastorie en de verma- 28 Julij 1827 no 11, benevens het daarbij overgelegd ning, waarvan het achterste deel toen werd bewoond berigt van onzen Staatsraad, Gouverneur van Noord- door Lammert Munter, de timmerman/wagenmaker, Holland. en het voorste deel nog Gezien het rapport van Duidelijk is te zien hoe het Kanaal precies tussen Huijs ter Lap en de pastorie door gaat. steeds armenhuis was van onzen Minister van Bin- Op deze kaart liggen de pastorie en het dubbele woonhuis, waarvan de voorkant het de mennoniete gemeente, nenlandse Zaken van armenhuis van de doopsgezinden is, tussen de Ooster-Egalementsloot en het Noord- kon blijven staan. Hollands Kanaal ingeklemd en de vermaning staat net ten westen van de Ooster- 20 augustus daaraan- Egalementsloot. De stukjes grond waar- volgende no 180 nopens van sprake is in de diverse de wenselijkheid om taxatierapporten vinden in plaats van de voor- we terug op de kadastrale genomen gedeeltelijke kaart van 1826/1830 on- onteigening van het der nummer 453, het erf erf van voornoemde van Lammert Munter. gemeente toebehorende, Het stukje rijksgrond den geheelen grond waaraan ze toch niets van haar over te nemen hadden en dat ‘ge- en het daarop staande schonken’ werd aan de predikantenhuis te doen ‘Mennoniete Gemeente’ afbreken, waardoor de lag tussen de pastorie en aan te leggen schulp- het dubbele woonhuis weg eene veel minder in, hetgeen niet anders bogtige rigting zoude kan betekenen dan dat bekomen’. Enz. het tegen het genoemde Een kopie van deze dubbele woonhuis aan brief is gevonden in een lag. Het Rijk had grond

15. onteigend van de ‘Mennoniete Gemeente’, inclusief tig te Schoonhoven, voor en in naam van welke door de pastorie en de grond waarop die stond. Daarbij den Heer Jan Swets Woutersz., insgelijks aannemer werd een financiële vergoeding beschikbaar gesteld van publieke werken en lid van gemelde Compag- voor de sloop en de herbouw van de pastorie plus nieschap, woonachtig te Hardinxveld, doch hier een stukje grond terug dat net naast de stort lag, tus- present en mij notaris wel bekend, bij deze in koop sen de te slopen pastorie en het dubbele woonhuis. wordt aanvaard’. Iedereen tevreden en de schulpweg hoefde geen knik Het ‘Laphuis’ werd dus gekocht door de ‘bazen’ te maken om de pastorie heen. (aannemers of opzichters van de kanaalwerken) en diende als hun centrum met betrekking tot het tra- Opnieuw het Laphuis ject door dat deel van de Zijpe. Dat het ‘Laphuis’ gebruikt werd door de ‘bazen’ blijkt ook uit de volgende twee aktes. Hierin wordt Tegenover dezelfde notaris passeert op 21 augustus de vermaning als belending genoemd, maar het gaat 1823 opnieuw een akte waarin het Laphuis wordt om alle drie gebouwen van de mennoniete gemeente verkocht 23. Op die dag verkocht ‘Jan Swets Wou- die daar dan nog staan. tersz., aannemer van publieke werken, wonende te Ten overstaan van notaris Albert Sloos uit Schager- Hardinxveld, doch houdende thans deszelfs verblijf brug passeert op 22 maart 1822 een akte 22. op N.8 (?) van het Groote Kanaal in de Zijpe, na- Op die dag verkocht Teunis Timmerman, landman mens hem zelf en de overige mededeelgenoten in de in de Zijpe, voor 1. 000 gulden contant geld: ‘Een Compagnieschap van J. C. Limbeek & Comp., aan huismanswoning en erve, met 1 morgen of circa 71 Jacob Munter, timmerbaas, wonende in de Mennoni- Nederlandsche roeden land, genaamd het Laphuis, tebuurt in de Zijpe, een huismanswoning en erve met staande en gelegen in de polder L, in de Zijpe, circa 1 morgen of 71 Nederlandsche roeden land, ge- belend met den Burgerweg ten noorden, en den ver- naamd het Laphuis, staande en gelegen in de polder koper ten oosten’. L, in de Zijpe, belend met de Burgerweg ten noorden Kopers werden ‘de Heeren J. C. van Limbeek en en Teunis Timmerman ten oosten’. De koper kon per Comp., aannemers van publieke werken, woonach- 1 november van dat jaar het perceel aanvaarden.

Duidelijk is te zien dat de vermaning tegenwoordig voor andere doeleinden wordt gebruikt. In de verte, aan de overkant van het Kanaal, ligt de boerderij, op de plek waar voorheen ‘Huijs ter Lap’ stond. Foto Karel Numan.

16. De verkoopprijs bedroeg 400 gulden (!!). Het pand (boerenwoning) waarin stalling voor koeijen en was kennelijk in ruim een jaar aardig ‘uitgewoond’ berging voor hooi en stroo, genaamd het Laphuis, tijdens de periode van de kanaalwerken aldaar. met circa 71 roeden land, staande en gelegen in den De ‘bazen’maken dus ruim een jaar gebruik van Polder L, in de Zijpe, belend met den Burgerweg ten het Laphuis als kantoor en werkruimte. Het geeft noorden en de Erven Teunis Timmerman ten zui- ook een aardig inzicht in de tijdsduur van de werk- den’. zaamheden aan het kanaal nabij de Burgervlotbrug, evenals in de tijdspanne tussen het graven van het Op 20 december 1839 26 verschenen voor notaris kanaal en de aanleg van de schulpweg, namelijk 5 Siemers, te : jaar. Simon Koger, timmerman te , weduw- naar van Niesje Nomes; De rest van de 19e en de 20e eeuw Aaltje Koger, huisvrouw van Willem Vriesman, wo- Uiteraard is er met betrekking tot de bezittingen van nende aan het Noord-Hollands Kanaal, in de Zijpe; de doopsgezinde gemeente in de rest van de 19e en Cornelis Koger, timmerman aan de Burgerbrug; de 20e eeuw van alles en nog wat gebeurd. Pieter Koger, timmerman aan het Noord-Hollands Op 31 maart 1828 24 kocht Lammert Munter uit het Kanaal, in de Zijpe; bezit van vader Jacob Munter, gehuwd met Trijntje Dirk Koger, timmerman aan de Burgerbrug; Korn, en getaxeerd op 360 gulden: ‘Een half huis, Jan Koger, eveneens timmerman aan de Burgerbrug. zijnde het achterste gedeelte met een annex tim- De laatsten waren allen kinderen van Simon Koger mermanswerkhuis, benevens het geheele erf, staande en Niesje Nomes. Het hier belangrijke deel van de en gelegen aan de Mennonite buurt in de Zijpe, boedel was: belend met de Mennonite kerk ten noord westen en Een woonhuis met timmerschuur en erf, staande en de pastorij der Doopsgezinde Gemeente ten zuid- gelegen in de Polder L, aan het Noord-Hollandsch oosten’. Als aanvulling wordt nog gegeven: ‘Het Kanaal, in de Zijpe, groot 4 roeden, kadastraal be- gedeelte huis, annex dit perceel en behoorende aan kend onder Sectie G, nr. 453, gewaardeerd op 1. 200 de Doopsgezinde Gemeente in de Zuid-Zijpe heeft gulden. een vrij overpad over het erf naar de weg en heeft Simon Koger had dit goed op 2 oktober 1835 27 ge- wijders het recht om in geval van vertimmeringen kocht van Lammert Munter. De desbetreffende akte of reparatie de daarvoor benoodigde materialen en passeerde ook ten overstaan van dezelfde notaris, gereedschappen op het erf van het (door Lammert Cornelis Siemers. Dit woonhuis met timmerschuur Munter verkregen) perceel te kunnen nederleggen’. kwam bij de scheiding der boedel na het overlijden Hier blijkt nog eens dat de helft van dit dubbel van Niesje Nomes aan haar weduwnaar, Simon Koger. bewoonde huis en wel het voorste gedeelte aan de Mennonieten behoorde maar het gehele erf van deze Op 29 januari 1841 verklaarde Pieter Nomen Koger opstal tot het achterste deel (toen van Lammert voormeld, alias Pieter Koger, voor 25 gulden bij Munter) werd gerekend. Prachtig is hier ook weer onderhandse akte contant verkocht te hebben aan duidelijk dat het ging om de dubbele behuizing tus- Frederik Struijf, ‘winkelier bij de Burgervlotbrug’, sen de vermaning en de pastorie, Sectie F, nrs. 453 100 vierkante ellen (meters) grond, gelegen op de (de woning/werkplaats en het erf van Munter ) en ‘Hooge storten’ van het Groot Noord-Hollandsch 454 (de woning van de mennonieten). Kanaal, aan de oostzijde van de in de Bur- gerweg, zijnde een gedeelte van het perceel in de Verder werd bepaald dat de verkrijger (Lammert Sectie F, nr. 578 en het gehele nr. 579 (eerder samen Munter) van het achterhuis plus de timmermans- het als ‘tuin’ aangegeven nr. 547). 28, 29 werkplaats ‘met de eigenaar (Mennonieten) van de wederhelft (voorste deel) gezamenlijk moeten on- Op 4 mei 1841 verklaarde Jan Tol, schipper in de derhouden de schoorsteen boven den zolder alsmede Zijpe, bij onderhandse akte d. d. 1 maart 1839 30, alle muren en beschotten welke dienen tot afschei- te hebben gekocht van Pieter Nomen Koger, tim- ding der percelen (voor- en achterhuis), zoowel merman en eveneens wonende aldaar, een stuk boven als beneeden. Voorts is het geheim gemak grond, gelegen op de ‘hooge storten van het Groot (plee) en het onderhoud van hetzelve voor gemeene Noord- Hollandsch Kanaal, aan de oostzijde, nabij (gezamenlijke) rekening. Eindelijk komt het onder- de vlotbrug en de Burgerweg, in de Zijpe, op eene houd van den dam tusschen den weg en het erf van afstand van zes ellen (meters) van de Polderweg het gezegd perceel met de schoeijing ten laste van (Burgerweg) en zeven ellen (meters) uit het boord den kooper (Lammert Munter) doch zal het onder- van het Kanaal’. Dit stuk grond was eerder bekend houd van het daarop staande hek door den kooper als ‘tuin’ (nummer 548), groot 70 ellen (vierkante (Munter) gezamelijk met de eigenaren (de menno- meters). nieten) van de voorste helft van het gebouw moeten worden gedragen’. Op diezelfde datum, 1 maart 1839, verklaarde Pie- Uit de bovenstaande akte wordt ook duidelijk dat de ter Nomen Koger aan Jan Tol te hebben verkocht pastorie in ieder geval in 1828 nog niet is verplaatst. een stuk grond, groot 150 vierkante ellen (m2), gelegen als boven. Deze tuin was op 15 juli 1837 Op 8 april 1828 25 kocht uit bovengenoemd bezit overgeschreven op naam van Nomen Koger door Cornelis Peper, arbeider, wonende in de Wierin- de ‘Bewaarder der Hypotheken’, deel 121, nr. 83. gerwaard, voor 960 gulden: ‘Een huismanswoning Koopsom was 37 gulden en 50 cent.

17. Alkmaarsche Courant van 25 april 1869 bevatte deze advertentie De eerste steen die op 22 juni 1869 werd gelegd zit nog steeds in de gevel. betreffende de aanbesteding van het slopen van de oude kerk en het bouwen De tekst luidt: ‘de eerste twee steenen zijn gelegd op den 22sten juni 1869 van eene Kerk en Consistorie. De aanbesteding zal plaats hebben op 5 mei door Jb. Bakker Dzn oud 4 jaren en G. Bakker Dzn oud 3 jaren’. Collectie 1869. De eerste steenlegging is op 22 juni daaraanvolgend. Er groeide geen familie Bouwes. gras over.

De vermaning voordat het dak was vervangen. Op deze foto zijn nog heel goed de vier hardstenen pilasters met diamantkoppen te zien, waardoor het gebouw veel meer het uiterlijk van een kerk had. Collectie familie Bouwes.

Op 25 augustus 1883 31 verkochten leden van de tuin, aan den Pettemerweg in de Gemeente Zijpe, ter ‘Kerkenraad der Doopsgezinde Gemeente Zuid- grootte van 6 aren en 5 centiaren’, met het nieuwe Zijpe’, m.n. Pieter Stoffel, landman [schoonvader kadastrale nummer G 828 (eerder G 451 a). Het van de overgrootvader van Piet Dekker, met name resterende deel van dit perceel, groot 2 aren en 20 Pieter Dekker, gehuwd met Trijntje Pietersd. Stoffel] centiaren grond, behoorde aan Johannes Nottelman. en Willem Harmen Roggeveen, koopman in manu- De koopsom bedroeg 1. 000 gulden. facturen, beiden woonachtig in de Zijpe, aan Gerrit Blom, visser, wonende aan de Burgervlotbrug, ‘een Op 25 april 1909 32 verkocht Cornelis Vis Jansz., huis, ingericht tot Pastorij, met erf en een gedeelte predikant, alsmede voorzitter en secretaris van

18. de Kerkenraad der Doopsgezinde Gemeenten Opmerkelijk is nu dat hier het bewijs ligt dat alléén Noord- en Zuid-Zijpe, woonachtig te Schagerbug, de pastorie van de mennonieten moest wijken voor aan Reijer Struijf, opperman, woonachtig te Bur- het kanaal en zowel de vermaning als het onderhavi- gervlotbrug, ‘een woonhuis, in tweeën bewoond, ge huis dat later werd gedeeld door de mennonieten met erf, staande en gelegen aan de Burgervlotbrug, en timmerman Lammert Munter (middelste opstal Sectie G. nrs. 1056 en 1057 (eerder G. 454, met erf van de mennonieten) gewoon kon blijven staan. Pas en timmermans werkplaats, en 453), groot 2 aren in 1909 werd dit toen nog altijd aanwezige dubbel en 75 centiaren’. (Op de kadastrale kaart staart dit bewoonde huis, dat toen klaarblijkelijk geheel in perceel aangegeven met een grootte van 2 aren en het bezit was van de gemeente der mennonieten, 80 centiaren, dus praktisch dezelfde grootte). De dus verkocht aan opperman Reijer Struijf. Daarna koopsom bedroeg 600 gulden. Het gaat hier dus om is het kennelijk gesloopt en behoorde in onze tijd het voormalige bezit van de doopsgezinde gemeente, de grond bij de kruidenierswinkel van Rijs en later zijnde het middelste pand, waarvan het voorste deel Vorst. bezit was van de mennonieten zelf en in het ver- Tussen haakjes, de families Struijf en Schrave- pondingsregister van 1779- rond 1811 alleen wordt sand waren in de 18de eeuw de belangrijkste en aangegeven als eigendom van ‘Mennonite Gemeente vermogendste binnen de doopsgezinde gemeente Zuid-Zijpe’. In het verpondingsregister van 1742 Zuid-Zijpe. werd het vermeld als dubbelwoonhuis bewoond door Guurtje Anderies en Jacob Pietersz. Dijk.

Families De Leeuw en Bouwes Op een van de foto’s bij dit kader (zie p. 20 onder) ziet u het voorhuis en de stolp op de hoek van de Pette- merweg en het Kanaal bij de Burgervlotbrug met daarvoor acht personen. Een van hen (met pet), de derde van rechts, is Willem de Leeuw. Als de fotograaf kwam, wilde je op de foto. Zo ging dat. In de familie Bouwes ging het verhaal dat ook de De Leeuwen ooit in de stolp een werkplaats hadden gehad. Onderzoek wijst echter uit dat het anders is geweest. Dirk de Leeuw bouwde in de jaren 1850/51 een nieuw huis op een stukje grond van Domeinen langs het Kanaal niet zo ver van de hoek. De grond kocht hij van Do- meinen bij acte 5022 verleden tegenover notaris Cornelis Siemers op 22 maart 1852. In dat huis heeft de familie De Leeuw vele jaren gewoond. In 1887 is er een stukje grond bijgekomen met een huis, gekocht van de weduwe Cornelia Jonker, wed. van Volkert Lindeman. Het perceel kreeg het kadaster- nummer G 653. Dit nummer is nogal eens gewijzigd. Het werd achtereenvolgens G 683, G 810, G 885, G 1049-1050-1051, G 1187, G 1309, en het is nu Gem. Zijpe sectie G 1705 en 1706. Op de kaart van het Kanaal [de eerste afbeelding bij dit artikel] is het pand te vinden onder nummer G 1187. Het gaat om het vijfde perceel geteld vanaf links, dus komende uit de richting Alkmaar, het is het elfde perceel geteld vanuit de hoek Pette- merweg/Kanaal. Met een korte onderbreking heeft de familie De Leeuw hier gewoond en gewerkt vanaf 1851 tot 1924 als kas- telein, eerst Dirk en vervolgens zijn zoon Willem. Wim Bouwes vertelt dat Willem de Leeuw samen met zijn vader Dirk – Willem was toen zes jaar oud – lopend vanaf de Burgervlotbrug naar de bouw van de nieuwe tim- mermanswerkplaats ging kijken aan het ‘Hoekje’, dezelfde plek ook van het aannemersbedrijf van de familie Bouwes. Dat perceel heeft als kadastraal nummer G 1046. De familie Bouwes nam immers het bedrijf van de familie de Leeuw over. Willem de Leeuw, de schoonvader van Klaas Bouwes, is de grootvader van Wim Bou- wes, hij is naar hem vernoemd.

19. Op 13 december 1923 33 verkocht de doopsgezinde St. Maartensbrug en Cornelis de Leeuw, winkelier kerkenraad Zuid-Zijpe, vertegenwoordigd door te St. Maartensvlotbrug, aan het ‘ Provinciaal Elek- voorzitter Jan Kooi Klaasz., landbouwer te Bur- triciteitsbedrijf der Provincie Noord-Holland’ een gerbrug, secretaresse Aletta Wilhelmina Swarthof, perceel grond van het kadastrale nummer G 1269 verloskundige te St. Maartensbrug en de leden Pieter (eerder G 451 a, nieuwe pastorie Mennonieten ). Struijf, landbouwer te Burgerbrug, Jan Hazebelt, Het ging hier om 23 centiaren met daarop ook een winkelier aldaar, Gerrit Blaauboer, landbouwer te ‘gebouwtje’ (de vroegere pastorie?) waaraan een ver-

20. Op 3 september 1937 34 verkochten de leden van de kerkenraad der doopsgezinde gemeente voor Zuid-Zijpe, zijnde voorzitter Roelof van der Veen, predikant, woonachtig te Barsingerhorn, boekhouder- secretaris Jan Jacob Kooij, zonder beroep, wonende te Burgerbrug en de leden Paulus Visser, schilder, eveneens woonachtig te Burgerbrug, Reijer Struijf, landbouwer aldaar, Gerrit Blaauboer Czn., wonende te en Lourens Barten, zonder beroep, met domicilie De , Gem. St. Maarten aan ‘den Staat Posterijen, Telegrafie en Telefonie’ een perceel bouw- terrein aan de Burgerweg, kadastraal bekend Sectie G, nr. 1325 (eerder 451 a en 452) groot 1. 47 aren. Op die grond zou een ‘gebouwtje’ worden neergezet voor de koper. Dit kan een vernieuwd P. E. N.-huisje zijn ge- weest, bekend tot ‘in onze dagen’. Op 31 december 1974 35 werd namens de ‘Doopsge- Op 16 december 1933 wordt het voorhuis (G 1056 en G 1057) aangekocht zinde Gemeente Zuid-Zijpe’, door de voorzitter W. door Rijkswaterstaat. Op de tekening van het kadaster die bij de stukken is gevoegd, is het voorhuis zwart gemaakt. De stolp blijft staan tot die beruchte Bouwes, aannemer te Burgervlotbrug, voor 10. 000 nacht van 25 op 26 juli 1942. Duidelijk is de Ooster-Egalementsloot te zien gulden de kerk met kosterswoning van de doopsge- tussen dit pand ten oosten van deze sloot en het perceel van de vermaning zinden, toen met het nieuwe Sectienr. G 1326 (eerder direct ten westen ervan. Verder loopt de Burgerweg voor de huizen langs, G 452), groot 8 aren en 80 centiaren, verkocht aan terwijl het stort en de weg waarop de te verbreden Rijksweg komt te liggen en waaraan de huizen staan langs het Noord-Hollands Kanaal dat van zuid Arie Struijf, timmerman, eveneens woonachtig te naar noord loopt. Burgervlotbrug. Dit betekende het einde van de ver- maning op die plaats. koopwaarde werd toegekend van 1.250 gulden! De koopsom alleen voor de grond bedroeg 34 gulden Slotconclusie en 50 cent. Dit perceeltje zal mogelijk zijn gekocht Onze aanvankelijke overweging, dat de vermaning voor de bouw van een transformatorhuisje. oostelijk van de Ooster-Egalementsloot stond,

Burgervlotbrug tussen 1920 en 1940. Boven de huizen uit is de vermaning te zien. Ervoor staat een boerderij met een lang voorhuis. Piet Dekker sprak hierover met Piet Zeeman, nu woonachtig in de ‘Bregthoeve’ te Schoorl. Daarvoor woonde hij op een boerderij in de vroegere z.g. Korte Ruigeweg, nabij de molen van de polder L, aan de westzijde van het Noord-Hollands Kanaal. Hij is nu 84 jaar oud en heeft winkelier Rijs heel goed gekend. Het boerenhuis had als laatste eigenaar kruidenier Rijs, die in het pand een klein winkeltje met een grote toonbank had, waar ‘vrouw Rijs’ kruidenierswaren in een puntzak verkocht. Rijs zelf had zijn ket en wagen ook in dit boerenhuis plus het hooi voor de vier koeien die hij daar stalde. In de oorlog is dit huis in de nacht van 25 op 26 juli 1942 verbrand. Er viel een brandbom op, getuige het dagboekje van de heer Vorst, schoonvader van Piet Dekker. Ook Piet de Nijs, zoon van garagehouder De Nijs, van wie we de zaak op de foto kunnen zien, bevestigt dit verhaal. Het stond ‘in de laagte’ schuin noordelijk an achter de nieuwe winkel van Rijs die in 1932 verrees langs en op hetzelfde niveau als de weg langs het kanaal. Is dat lange voorhuis – zijnde het huis, of staande op de plaats van het huis dat ooit de pastorie en daarvoor het preekhuis van de doopsgezinden was – dat in tweeën werd bewoond, al voor de oorlog gesloopt? Uit de berichten komt telkens naar voren dat de stolp verbrandde in de oorlog, over het voorhuis horen we niets. Collectie P. Dekker.

21. moesten we herzien. De Ooster-Egalementsloot van de vermaning in de Zuid-Zijpe, althans dat sug- bleek tegen onze verwachting hier niet als belending gereren de onderschriften die de tekenaars hebben te worden gebruikt en wordt als zodanig ook ner- nagelaten. gens genoemd in verband met de gebouwen van de mennoniete gemeente Zuid-Zijpe. Dat gebeurt ook Aan het eind van het artikel stelt Van Loo een aantal niet vaak in verband met andere boerderijen en hui- vragen over de lokatie van de vermaning en over zen die daar staan, noch in verband met landerijen de lokatie van deze tekeningen. Of het om plagiaat die in aktes van eigenaar wisselen. van Taveniers door Bruinvis gaat laten we hier in In de verpondingsregisters is de Burgerweg wel- het midden. Wat wel duidelijk lijkt, is dat het in iswaar de afsteker van de Ruigeweg, maar er staat beide gevallen niet om de vermaning kán gaan. Op niet bij tot waar precies men ging. Was dat tot aan de tekening zouden we immers, als het zou gaan om of misschien ook net voorbij de Ooster-Egalement- de vermaning, de kerk van niet kun- sloot? nen zien, en ook de West-Friese Omringdijk niet. Vanaf vlak vóór 1720 heeft de vermaning aan de De afstand is te groot en Burgerbrug zou tussen de Burgerweg naast de Ooster-Egalementsloot gestaan vermaning en de West-Friese Omringdijk zichtbaar en wel aan de westkant ervan, op eigen (geschonken) moeten zijn in plaats van het kerkje van Eenigen- grond. De tweede vermaning, in gebruik genomen burg. De molen die we zien staat aan de Burgerweg, in 1869/1870 36, werd daar ook gebouwd en staat tot maar tussen Eenigenburg en (Eenigen)Burgerbrug op de dag van vandaag nog steeds op die plek, in ge- en niet tussen Burgerbrug en Burgervlotbrug. bruik als werk- en woonhuis. Nog ernstiger is, dat we op de tekening de Ooster- Egalementsloot niet zien, evenmin als de brug die Nog een andere zaak rechtgezet? daar in de weg over dat water zou moeten liggen, In de Zijper Historie Bladen, 15e jaargang, nr. 2 van zo goed als naast de zogenaamde vermaning. Nog juli 1997, schrijft Frank van Loo een klein artikel sterker, als het gaat om een boerderij bij Burgerbrug, onder de titel ‘Zoek de verschillen… eind 19e eeuws dan toch wel een ten oosten van de Groote Sloot, plagiaat’. In dit artikel laat hij twee tekeningen zien want ook die sloot zien we niet. Zou Taveniers, die de oudste tekening maakte, in het jaar van de Franse Re- volutie, 1789, wel geweten hebben dat sommige vermaningen in een boerderij gehuisvest waren, maar zou hij de ver- maning van de Mennonietenbuurt nooit hebben gezien? En zou Bruinvis zo vertrouwd hebben op de kennis van Ta- veniers, dat hij geen poolshoogte is gaan nemen in de Mennonietenbuurt zelf? Het lijkt erop.

We houden echter een slag om de arm, omdat we niet beschikken over een af- beelding van vóór 1869 van de vermaning. De enige ‘afbeelding’ die we hebben, is die van Van der Aa, de man van het Aardrijkskundig Woordenboek. Het gaat volgens hem om een gebouw ‘zonder to- ren en zonder orgel’. Als het een boerderij geweest zou zijn, zou hij dat dan niet ver- meld hebben?! Tot slot Dankzij mijn foutieve opmerking over de plek van de eerste vermaning en het intensieve speurwerk van Piet Dekker weten we nu niet alleen waar die in de Zuid-Zijpe heeft gestaan, maar we we-

Boven de ‘vermaning’ van Tavenier, Onder de ‘vermaning’van Bruinvis, Foto op p. 23 uit 1927 van Burgerbrug vertoont wat zijn ‘situatie’ betreft merkwaardige overeenkomsten met de tekening van Tavenier uit 1791, zijnde de tekening van een boerderij aan de Eenigenburgerweg. Alsof die boerderij heeft gestaan op de plek van de huizen rechts op de foto. Zou Taveniers helemaal geen tekening hebben gemaakt van de vermaning? Is dat een latere veronderstelling van iemand anders?

22. ten ook waar Willem Mol en andere voorgangers d.d. 20 december 1839, boedelscheiding, inventa- van de mennonieten woonden. We kunnen in onze risnummer 6554. verbeelding Mol daar in 1746 zien zitten tegenover 27 RAA, Notarieel Archief Zijpe, notaris Siemers, Adriaan Bolten, de notaris, in tegenwoordigheid van d.d. 2 oktober 1835, inventarisnummer 6547. Jan Pieters Oud en Jacob Struijff als getuigen, om 28 Geregistreerd ‘Bewaarder der Hypotheken’ te mogelijk volstrekt tegen zijn zin maar overtuigd van Schagen, 26 januari 1841, deel 16, folio 162 - 163. de noodzaak zijn ontslag te regelen. We kwamen net 29 Nomen Koger had de ‘tuin’gekocht op 1 maart voorbij over de Burgerweg, keken naar binnen en 1839 van de Agent der Administratie v. d. Do- zagen ze zitten, de mannen. De gezichten stonden meinen te Alkmaar, vermeld deel 24, folio 43. niet vrolijk. 30 Geregistreerd op 9 maart 1839 te Alkmaar ‘ten Wij gaan verder de Zijpe door op zoek naar en op kantore der Hypotheken’, nummer 60, Gemeen- bezoek bij al die mensen die er streden en leden, te Zijpe, sectie F (nummer 548). werkten en woonden. 31 RAA, Notarieel Archief Alkmaar, notaris J. Bakker Schut, d.d. 25 augustus 1883, inventaris- Noten: nummer 1362. 19 Rijksarchief Noord-Holland in Haarlem, toe- 32 RAA, Notarieel Archief Zijpe, notaris G. Vrij- gangsnummer 545, archieftitel Commissie taxatie burg, d.d. 25 april 1909, inventarisnummer 99a. voor de aanleg van het Noordhollands kanaal, 33 Regionaal Archief Kennemerland, Notarieel Map 1, ‘Ingekomen en minuten van verzonden Archief Bloemendaal, notaris Jac. Harmen stukken, 1821 - 1828, 1830, 1831’. Wildervanck de Blécourt, d.d. 13 december 1923. 20 RAA, Secretariearchief van de Zijpe, inventaris- 34 Bestuur der Domeinen, Directie Amsterdam, nummer 1045. Kantoor Schagen, akte d.d. 3 september 1937. 21 RAA, Waterschap Zijpe en Hazepolder, Oud 35 De akte passeerde bij notaris Th. Jac. De Loos in Archief, inventarisnummer 127. Schagerbrug, d.d 31 december 1974. 22 RAA, Notarieel Archief Zijpe, notaris Sloos, d.d. 36 J.T Bremer, De Zijpe, deel 1, bedijking en bewo- 22 maart 1822, inventarisnummer 6519. ning tot omstreeks 1800 (Schoorl, 1997²), blz. 23 RAA, Notarieel Archief Zijpe, notaris Sloos, d.d. 127. 21 augustus 1823, inventarisnummer 1311. Zie ook de in dit artikel opgenomen advertentie 24 RAA, Notarieel Archief Zijpe, notaris Siemers, in de Alkmaarse Courant van 25 april 1869. De d.d. 31 maart 1828, inventarisnummer 6532. aanbesteding van het slopen van de oude verma- 25 RAA, Notarieel Archief Zijpe, notaris Siemers, ning en de bouw van de nieuwe was gesteld op 5 d.d. 8 april 1828, inventarisnummer 408. mei 1869. Op 12 december 1869 is de kerk inge- 26 RAA, Notarieel Archief Zijpe, notaris Siemers, wijd met een eerste feestelijke dienst.

23.