RUG/DNPP/Repository Boeken/Van Bastille Tot Binnenhof
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
VAN BASTILLE De Franse Revolutie en haar invloed op de Nederlandse politieke partijen TOT BINNENHOF Onder redactie van R.A. KOOLE FIBULA Van Bastille tot Binnenhof DOCUMENT AT! EGENTRUM NEDERLANDSE POLITIEKE PARTIJEN Van Bastille tot Binnenhof Fibula Op het omslag Boven: De bestorming van de Bastille te Parijs op 14 juli 1789. Anoniem schilderij (detail). Chateau de Versailles, dia Giraudon, Parijs. Onder. Het Binnenhof in ’s-Gravenhage. Dia ANP-Foto, Amsterdam. Omslagontwerp: Josje Pollman © 1989 Fibula/Unieboek bv, Postbus 97, 3990 DB Houten CIP GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG Van Van Bastille tot Binnenhof: de Franse Revolutie en haar invloed op de Nederlandse politieke partijen / onder red. van R.A. Koole. - Houten: Fibula Uitg. onder auspiciën van het Documentatiecentrum Nederlandse Poli tieke Partijen, Rijksuniversiteit Groningen. - Met lit. opg., reg. ISBN 90-269-4056-4 siso 332 u d c 944“i789/i799” :329.n/.29(492) n u g i 641 Trefw.: politieke partijen; Nederland; geschiedenis / Franse Revolutie. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveel voudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of open baar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, me chanisch, door fotokopieën, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 juni 1974, St.b. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk ver schuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Post bus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (ar tikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Inhoud Verantwoording 7 De doorwerking van Revolutie-ideeën - Introductie op een thema R.A. Koole 9 De Franse Revolutie in het Nederlandse politieke leven tijdens de 19de eeuw - Inleidende opmerkingen A.H. Huussen jr. 15 De bezwering van een afwezig spook - Nederlandse opinies over de Franse Revolutie 1848-1900 S. Stuurman 25 Pacificatie en democratisering in Nederland rond 1918 J.T . Minderaa 49 Het zoeken naar de moederwetenschap - Ordening in de jaren dertig P. de Rooy 66 ‘Waar is deze strijd om gestreden?’ - De Nederlandse politieke partijen en de Nieuwe Democratie rond 1945 D.F.J. Bosscher 89 ‘Met de Franse slag’ - De symbolische revolutie van de jaren zestig A.P.M. Lucardie 115 Revolutie en contrarevolutie in de ideologie van de huidige Nederlandse politieke partijen - Over de doorwerking van de ideeën van Verlichting en Franse Revolutie bij de drie grote politieke partijen P.B. Cliteur 136 Meer weerstand dan waardering - De Revolutie-ideeën en de Nederlandse politieke traditie J.A.A. van Doorn 156 Noten en aantekeningen 172 Personenregister 195 5 Verantwoording Op 14 juli 1789 werd de Bastille in Parijs bestormd en nam de Franse Re volutie een aanvang. De bestorming zelf stelde niet veel voor, maar de val van het fort groeide uit tot het symbool van de ineenstorting van het bewind van de autocratische Lodewijk xvi. Het koningschap zou onder de guillotine eindigen, het ‘Ancien Régime’ was voorgoed voorbij en voortaan zouden de in opstand gekomen burgers de lakens uitdelen. Ruim een maand later, op 26 augustus, werd de Verklaring van de rech ten van de mens en de burger opgesteld. De grondgedachten van de Re volutie waren hierin bondig samengevat in de leuze ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’. De ideeën die in de periode voorafgaande aan de Re volutie, ten tijde van de Verlichting, al door verschillende auteurs naar voren waren gebracht, konden nu worden gerealiseerd. Althans, dat was het voornemen. Het verloop van de Revolutie, met haar ‘eredienst van de Rede’ maar ook haar ‘Terreur’ onder leiding van de Jacobijnen, heeft laten zien dat de toepassing van die ideeën niet zonder problemen ver liep. Desalniettemin bleef het gedachtengoed van Verlichting en Revolutie grote invloed uitoefenen op het politieke denken, tot in het heden toe. Niet voor niets heette de eerste, op nationale basis georganiseerde, poli tieke partij in Nederland de Anti-revolutionaire Partij (a r p - 1879). Zij keerde zich tegen de haars inziens verderfelijke invloed van de ideeën van de Franse Revolutie die negentig jaar na dato in Nederland blijkbaar nog krachtige bestrijding vereisten. Ook in onze eeuw zijn vele politieke discussies gevoerd langs de lijnen die tijdens de Verlichting en de Revo lutie waren uitgezet. Soms gebeurde dit door rechtstreeks aan de revolu tionaire gebeurtenissen te refereren, vaak vond dit op meer indirecte wij ze plaats. Deze doorwerking van de ideeën van Verlichting en Franse Revolutie in het gedachtengoed van de Nederlandse politieke partijen staat in dit boek centraal. Na een inleiding op het thema en een overzicht van de si tuatie in het midden van de 19de eeuw voorafgaande aan het ontstaan van de moderne politieke partijen, wordt deze doorwerking in een zestal op elkaar volgende periodes onderzocht. In de laatste bijdrage worden 7 ten slotte enkele grote lijnen getrokken door de twee eeuwen die sinds de Franse Revolutie zijn verstreken. De in dit boek opgenomen beschouwingen zijn de bewerkte bijdragen aan het symposium dat in maart 1989 werd gehouden ter gelegenheid van het vijftienjarig bestaan van het Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen van de Rijksuniversiteit Groningen. Bij de voorbereiding van dit symposium waren de adviezen van dr. D.F.J. Bosscher, prof.dr. E.H. Kossmann, dr. A.P.M. Lucardie, dr. C.A. Tamse en drs. G . Voerman van grote waarde. Dank zij de mede werking van prof.dr. I. Lipschits en prof.dr. E.H. Kossmann als discus sieleiders en de inzet van mw. M . Dallinga en drs. G. Voerman bij de or ganisatie, kan op een geslaagde symposiumdag worden teruggezien. Vanzelfsprekend gaat grote erkentelijkheid uit naar de inleiders op het symposium, van wie de bijdragen in deze bundel naar ik hoop vele lezers mogen boeien. Groningen, voorjaar 1989 R.A. Koole De doorwerking van Revolutie-ideeën Introductie op een thema R.A. KOOLE In het begin van de jaren dertig publiceerde Menno ter Braak zijn be kende werk Politicus zonder partij. Hierin toonde hij zich de onafhanke lijke intellectueel die weliswaar over duidelijke politieke opinies be schikte, maar zich niet wilde laten inlijven bij een bepaalde politieke groepering: ‘Politicus zonder partij... en niettemin: politicus.’ Ter Braak verdedigde hiermee een politieke karakterloosheid die hem tegenover de aantasting van de persvrijheid door deze of gene Leider een ‘liberaal’ deed voelen, maar in het aangezicht van bepaalde liberale pre tenties soms weer sympathiek deed staan tegenover een ‘sterke man’ . Hij voelde zich ‘democraat’ omdat hij geen respect kon opbrengen voor ‘ge privilegieerde standen o f rassen’, maar - zo stelde hij -: ‘Ik ben aristo craat, want de thesen van de Déclaration des Droits de l ’Homme et du Ci- toyen doen mij van de “gelijkheid” niets anders zien dan de midden stand, die gelijk wil hebben.’1 In juni 1988 hield de voorzitter van de CD A-fractie in de Tweede Kamer, Bert de Vries, een inleiding op de partijraad van het CDA. Hij pleitte er voor het concept van de ‘verantwoordelijke samenleving’, waarmee zijn partij het politieke debat had verrijkt, niet overhaast in te voeren. Op merkelijk was dat hij zijn pleidooi onder andere baseerde op Edmund Burke, de auteur van de invloedrijke kritiek op de Franse Revolutie: Re- flections on the Revolution in France (1790) die veelal als de bijbel van het conservatisme wordt beschouwd. De Vries citeerde Burkes stelling, ‘ver ward is de menselijke natuur, hoogst ingewikkeld het menselijk be staan,’ waarop De Vries vervolgde: ‘En omdat dat zo was oordeelde hij het wijs om voorzichtig om te gaan met alles wat in de loop der historie aan wetten, gewoonten, instellingen en zeden is gegroeid. Niet omdat al het bestaande goed is, maar omdat, zoals hij schreef, “woede en razernij in een half uur meer omver kunnen werpen dan omzichtigheid en voor uitziend overleg in een eeuw kunnen opbouwen” ... Zoals Burke het be doelde staat het begrip conservatisme echter minder ver af van het idee 9 van de verantwoordelijke samenleving die niet slordig omgaat met “wet ten, gewoonten, instellingen en zeden” die hun waarde voor mens en maatschappij in de loop der tijd hebben bewezen. Het past bij de verant woordelijke samenleving om, met het behoud van het waardevolle daar in, die om te bouwen en aan te passen aan nieuwe situaties en nieuwe ontwikkelingen. Het past ons daarbij behoedzaam te werk te gaan, om dat steeds opnieuw blijkt dat grootse hervormingen lang niet altijd lei den tot grootse vooruitgang,’ aldus De Vries.2 Beide vrij willekeurig gekozen voorbeelden mogen duidelijk maken hoe op verschillende momenten, binnen en buiten partijen, de Franse Revo lutie en haar ideeën in politieke beschouwingen doorklinken. Wellicht wat minder willekeurig is het feit dat in beide voorbeelden de revolutio naire gedachten en gebeurtenissen afkeurend worden bezien. Althans, in Nederland waar een Anti-revolutionaire Partij ruim honderd jaar een prominente plaats in het politieke bestel heeft ingenomen voordat zij in het CDA opging, behoeft een afkeer van politieke omwentelingen niet te verbazen. Maar ook in het oproepen van afkeuring kunnen politieke ideeën hun in vloed doen gelden. Bovendien laat het voorbeeld van de a r p zien dat re volutionaire ideeën, o f wat als zodanig werd beschouwd, het blijkbaar noodzakelijk maakten een krachtige tegenbeweging in het leven te roe pen. Om de doorwerking van de ideeën van Verlichting en Revolutie in het gedachtengoed van politieke partijen te kunnen doorgronden is het noodzakelijk enig zicht te hebben op de aard van die ideeën. Hierna zal tot het verkrijgen daarvan een poging worden ondernomen.