Visie Op Landschap, Natuur En Groene Kernen

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Visie Op Landschap, Natuur En Groene Kernen Visie op landschap, natuur en groene kernen VLNGK GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK VLNGK OUDE IJSSELSTREEK Visie op landschap, natuur en groene kernen COLOFON VISIE OP LANDSCHAP, NATUUR EN GROENE KERNEN opdrachtgever: GEMEENTE OUDE IJSSELSTREEK opdrachtnemer: BURO ONTWERP & OMGEVING projectnummer: 3153.01 status: CONCEPT SEPTEMBER 2020 datum: SEPTEMBER 2020 formaat: A3 GESNEDEN 2 3 VLNGK OUDE IJSSELSTREEK Visie op landschap, natuur en groene kernen SAMENVATTING DEEL A: VISIE OP LANDSCHAP, NATUUR EN GROENE KERNEN 1 INLEIDING 11 1.1. OUDE IJSSELSTREEK VEELZIJDIG 11 1.2. DOEL EN OPBOUW VISIE 13 1.3. TOTSTANDKOMING 13 1.4. LEESWIJZER 15 2. HET LANDSCHAP 17 2.1. INLEIDING LANDSCHAP 17 2.2. HET LANDSCHAP IN LAGEN 19 2.3. BASISKWALITEIT 21 2.4 KWALITEITEN, KNELPUNTEN EN KANSEN 21 3. TRANSITIE VAN HET LANDSCHAP 26 3.1. ALGEMEEN 26 3.2. TRANSITIES 26 3.3. NIEUWE COALITIES 26 3.4. VERANDERENDE LANDBOUW 27 3.5. ENERGIETRANSITIE 28 3.6. VERSTEDELIJKING 29 3.7. RUIMTE VOOR NATUUR 31 3.8. KLIMAATADAPTATIE 31 4. OVERKOEPELENDE VISIE 35 4.1. ALGEMEEN 35 4.2. BEHOUD BASISKWALITEIT EN 35 4.3. COMMUNICATIE EN EDUCATIE 36 4.4. BEHEER EN ONDERHOUD 37 4.5. FINANCIERINGSMOGELIJKHEDEN 39 4 5. VISIE OP LANDSCHAP 41 5.1. ALGEMEEN 41 5.2. AGRARISCH LANDSCHAP 41 5.3. RUIMTE VOOR ENERGIE 44 5.4. LANDSCHAPPELIJKE VERSTEDELIJKING 46 5.5. NATUURLANDSCHAP 49 5.6. BIODIVERSITEIT LIJNELEMENTEN 51 6. VISIE OP KERNEN 55 6.1. ALGEMEEN 55 6.2. BELANG VAN GROEN 55 6.3. BIODIVERSITEIT 55 6.4. GROENSTRUCTUUR KERNEN 57 6.5. KLIMAATADAPTATIE 69 6.6. GROEN EN BOUWEN 70 DEEL B: UITVOERING 7. UITVOERING 73 7.1. ALGEMEEN 73 7.2. UITVOERINGSSCHEMA 73 7.3. TOELICHTING OP DE KOLOMMEN 73 7.4.ERKWIJZE W 74 BIJLAGEN 77 BIJLAGE I: TOTSTANDKOMING 77 BIJLAGE II: ONTSTAANSGESCHIEDENIS LANDSCHAP 81 ABIOTISCHE LAAG 81 BIOTISCHE LAAG 87 OCCUPATIELAAG 89 BIJLAGE III: BASISKWALITEIT LANDSCHAP 93 BIJLAGE IV: VISIEKAART 97 5 VLNGK OUDE IJSSELSTREEK Visie op landschap, natuur en groene kernen Visie VLNGK 6 SAMENVATTING VLNGK AANLEIDING Legenda De gemeente Oude IJsselstreek heeft door de ja- ren heen meerdere plannen ontwikkeld voor de groene ruimte, echter ontbrak het aan een samen- visie op landschap, natuur en groene kernen hangend toekomstbeeld voor het landschap en de groene kernen. Voorliggende Visie op Landschap, Natuur en Groene Kernen (VLNGK) biedt dit ge- wenste toekomstbeeld. De visie is in een inter- actief proces met bewoners, maar ook organisa- ties en verenigingen tot stand gekomen. De visie geeft richting aan de gewenste ontwikkeling van het landschap voor zowel het buitengebied als de kernen. De visie gaat in op de wijze waarop de ken- merkende landschappen voor de toekomst verder versterkt worden, in samenhang met de ontwikke- lingen die de komende jaren spelen. Ook gaat de visie in op de gewenste groenstructuur in de ker- nen. De gemeente realiseert de visie niet alleen, een groot aantal zaken pakt zij zelf op, maar de visie moet vooral ook anderen stimuleren om mee te werken aan een groene en gezonde leefomge- ving. INVENTARISATIE & ANALYSE De gemeente kent een gevarieerd en uitgestrekt landschap. Het landschap bestaat uit twee land- schappen, namelijk het rivierenlandschap en het dekzandlandschap. De Oude IJssel vormt een grens tussen deze twee landschappen. De twee landschappen kunnen vervolgens onderverdeeld worden in een aantal landschapstypen. Het open rivierenlandschap met de rivierduinen, de terras- sen en de rivierweiden ofwel de IJsselweiden ener- zijds. Het besloten dekzandlandschap, anderzijds in het kampenlandschap met eskopjes en het hei- de- en broekontginningslandschap. Verder is in de Noordoostelijk hoek van de gemeente een stukje veenontginningslandschap te vinden. Naast een gevarieerd buitengebied kent de gemeente veer- tien kernen waarvan de kernen, Ulft, Gendringen, Silvolde, Terborg en Varsseveld de grootste zijn. Naast deze vijf grotere kernen zijn er ook een aan- tal kleinere, maar niet minder belangrijke kernen en diverse buurtschappen. 7 VLNGK OUDE IJSSELSTREEK Visie op landschap, natuur en groene kernen OVERKOEPELENDE VISIE In de verschillende landschapstypen komen nog Ten aanzien van een aantal algemene thema’s is ENERGIETRANSITIE kenmerkende landschapselementen voor, dit hui- een overkoepelende visie geformuleerd. Dit om- Het ‘Uitnodigingskader lokale duurzame energie dige beeld vormt de basiskwaliteit. Voor de toe- dat deze thema’s niet direct te koppelen zijn aan opwekking Oude IJsselstreek’, biedt voor diverse komst is het goed om bewust om te gaan met uitsluitend het buitengebied dan wel het bebouw- grondeigenaren, waaronder stoppende en actieve deze basiskwaliteit. De waardevolle structuren de gebied. Een overkoepelende visie is opgesteld agrariërs een mogelijkheid om zijn gronden in te moeten behouden worden en daar waar mogelijk met betrekking tot het behouden van de basis- zetten voor bijvoorbeeld het telen van energie in versterkt. Voor de kernen betreft het met name kwaliteit van groen en landschap in het omge- combinatie met het herstellen van landschappe- het structurerende groen langs hoofdinfrastruc- vingsplan, de communicatie met en educatie van lijke structuren, natuur en klimaatbestendigheid. tuur, bij de entree en de bestaande parken en inwoners, maar ook toeristen en bezoekers van Ook ontstaat er op deze wijze bij sommige ener- groenvoorzieningen. Ook deze groenstructuur is alle leeftijden, het beheer en onderhoud van groen gieprojecten een financiële motor achter de verde- van belang en kan worden ingezet voor het vergro- in zowel het buitengebied als in de kernen en de re ontwikkeling van het landschap. ten van de leefbaarheid in kernen. financierings-mogelijkheden van landschapsont- wikkeling. VERSTEDELIJKING TRANSITIES IN LANDSCHAP Bij nieuwe verstedelijking in het buitengebied VISIE OP LANDSCHAP moeten spelregels gelden, waarbij uitgangspunt is Het landschap is altijd in verandering en zal in de dat het onderliggende landschap het vertrekpunt nabije toekomst ook blijven veranderen. Er staan Vanuit de overkoepelende visie staat het behoud vormt voor de nieuwe functies. Ook moet ruimte de komende jaren de nodige combinaties van en de bescherming van de bestaande basiskwa- worden gegeven aan nieuw groen binnen deze grotere opgaven op het programma. Zo vragen liteit van het landschap voorop. Echter behoud en nieuwe stedelijke ontwikkelingen. Indien niet aan niet alleen de energietransitie en klimaatadapta- bescherming is niet statisch, immers de komen- de spelregels kan worden voldaan, is het mogelijk tie ruimte, maar ook de natuurontwikkeling en de de jaren spelen de nodige ontwikkelingen en uit- een financiële bijdrage te doen in een landschaps- voortgaande verstedelijking. Tegelijkertijd staat dagingen die hun ruimte in dit landschap vragen. fonds. Verder wil de gemeente ter aanvulling van de landbouwvoor een omvangrijke transitie: van Ontwikkelingen die kunnen worden aangegrepen de huidige concepten van woningbouw in het de huidige, voornamelijk lineaire bedrijfsvoering om het landschap opnieuw vorm te geven en daar- buitengebied (functieverandering) onderzoeken naar een duurzame, circulaire en mogelijk ‘natuur mee te versterken. hoe het landschap verder versterkt kan worden in inclusieve’ bedrijfsvoering. combinatie met het bouwen voor de doelgroepen AGRARISCHE TRANSITIE jongeren en ouderen, dit onder de titel Es-wonen. Voorliggende visie poogt geen antwoord te bie- Ten aanzien van ontwikkelingen in het agrarisch den aan deze transities, wel wordt in hoofdlijnen landschap is het van belang om de verdere per- ingegaan op de wijze waarop deze veranderingen ceelsverruiming in het landschap een halt te roe- kunnen worden ingezet als zogeheten motor ach- pen door duidelijke spelregels. Daarnaast is het ter de ontwikkeling van het landschap. Immers vergroten van de biodiversiteit in de landbouw, doelen voor energietransitie, landbouw, verstede- door middel van de aanleg van landschapsele- lijking, klimaatadaptatie en biodiversiteit vergen menten, kruidenrijk grasland en akkerrandve- ingrepen die op gebiedsniveau vaak goed zijn te getatie van belang. De regeling Landschap en combineren. Bij het accommoderen van de transi- Biodiversiteit speelt hierbij een belangrijke rol, ties en bijbehorende ruimteclaims, kan het zoeken maar anderzijds wordt onderzocht of een nieuw naar combinaties van functies (waterberging én landschapsfonds een rol kan spelen. Verder wil natuur; zonneparken in het landschap; wonen op de gemeente voor agrarische gronden die zij zelf het water, wonen in het landschap, etc.) het draag- verpacht in bos- en natuurgebieden de pachtvoor- vlak voor landschapsvernieuwing vergroten. Ook waarden aanpassen, waardoor de landbouw hier ontstaat zo energie en mogelijk financiële midde- meer te gast is. len voor de ontwikkeling van het landschap, de zo- geheten motor achter ontwikkeling. 8 VISIE OP GROENE KERNEN NATUURONTWIKKELING Niet alleen het landschap in het buitengebied, KLIMAATADAPTATIE De gemeente zet zich de komende jaren, samen maar juist ook het groen in de kernen is van we- Grotere neerslaghoeveelheden en een oplopende met de provincie, actief in op de verdere ontwik- zenlijk belang. In de kernen is het groen van belang thermometer. Het zijn reëel te verwachten en nu al keling van de GNN. Dit onder andere door de ont- voor de fysieke leefomgeving en daarmee de leef- merkbare effecten van een structurele klimaatver- wikkeling van nieuw bos, maar juist ook de ont- baarheid van de kern. De kwaliteit, de ontwikkeling andering. Het nemen van maatregelen om deze wikkeling van kleine bossen binnen de gemeente. van
Recommended publications
  • Rootsmagic Document
    First Generation 1. Geert Somsen1 was born about 1666 in Aalten, GE, Netherlands. He died about 1730 in Aalten, GE, Netherlands. He has a reference number of [P272]. (Boeinck), ook wel: Sumps. Geert werd op 24-06-1686 (Sint Jan) ingeschreven als lidmaat van de Nederduits Gereformeerde Gemeente Aalten [Boeinck (also: Sumps). Geert was admitted as a member of the Dutch Reformed Church of Aalten on 24-06-1686 (St. John)]. Geert Somsen and Mechtelt Gelkinck had marriage banns published on 28 Apr 1689 in Aalten, GE, Netherlands. They were married on 27 May 1689 in Aalten, GE, Netherlands. Mechtelt Gelkinck1 (daughter of Roelof Somsen and Geesken Rensen) was born before 25 Aug 1662 in Aalten, GE, Netherlands. 2 She was christened on 25 Aug 1662 in Dinxperlo, GE, Netherlands.2 She died in Aalten, GE, Netherlands. She has a reference number of [P273]. ook wel: Meghtelt. Also: Sumps. op 29-09-1688 werd Mechtelt als lidmaat v.d. Nederduits Geref. Ge,. Aalten ingeschreven [also: Meghtelt. Also: Sumps. On 29 Sep 1688 she was registered as Mechtelt as a member of the Dutch Reformed Church in Aalten]. Geert Somsen and Mechtelt Gelkinck had the following children: +2 i. Jantjen Somsen (born on 9 Nov 1690). +3 ii. Roelof Somsen (born about 1692). +4 iii. Geesken Somsen (born in 1695). +5 iv. Wander Somsen (born on 9 Jul 1699). +6 v. Frerik Somsen (born about Jan 1703). Second Generation 2. Jantjen Somsen1 (Geert-1) was born on 9 Nov 1690 in Aalten, GE, Netherlands. She died on 15 Sep 1767 in Dinxperlo, GE, Netherlands.
    [Show full text]
  • Download PDF Van Tekst
    Bijdragen en mededeelingen. Gelre, Vereeniging tot Beoefening van Geldersche Geschiedenis, Oudheidkunde en Recht. Deel 44 bron Bijdragen en mededeelingen. Gelre, Vereeniging tot Beoefening van Geldersche Geschiedenis, Oudheidkunde en Recht. Deel 44. S. Gouda Quint, Arnhem 1941 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_bij019194101_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m. en V Naamlijst der leden van de vereeniging ‘Gelre’ op 1 Maart 1941. Beschermvrouw: Hare Majesteit de Koningin. Bestuur. Jhr. Mr. A.H. Martens van Sevenhoven, te Arnhem, 1919, Eerste Voorzitter, 1933. Z.T.J.F. baron van Dorth tot Medler, te Duiven, 1920, Tweede Voorzitter, 1934. Mr. A.P. van Schilfgaarde, te Arnhem, 1933, Secretaris, 1934. J.S. Wurfbain, te Spankeren, Penningmeester, 1933. N.F. Cambier van Nooten, te Tiel, 1935. Mr. A. Staring, te Vorden, 1936. Dr. A.J. van de Ven, te Arnhem, 1937. Leden. Bij de oprichting op 26 November 1897: Dr. A.A. Beekman, te 's Gravenhage. Mr. A.C. Bondam, te Velp. R. Dinger, te Lunteren. De Bibliotheek der Gemeente Haarlem. Dr. J.G.C. Joosting, te Velp. De Bibliotheek der Universiteit, te Leipzig. Jhr. G.A. van Nispen, te 's Gravenhage. Wouter Nijhoff, te 's Gravenhage. Mr. A.G.A. ridder van Rappard, te Velp. Mr. P. Rink, te 's Gravenhage. Bijdragen en mededeelingen. Gelre, Vereeniging tot Beoefening van Geldersche Geschiedenis, Oudheidkunde en Recht. Deel 44 VI Na de oprichting zijn lid geworden: O.L. van der Aa, te Amsterdam, 1941. J. Abbing, te Neede, 1918. Mej. W.J.S.
    [Show full text]
  • En Ambt-Doetinchem, Hummelo En Keppel, Wehl, Zeddam
    m mmmmmmmmmmmmm mm^mimmmamÊmmmmmmmm^m^mmmm VERSCHIJNT ELKEN VRIJDAG Abonnementsprijs: Per drie maanden f 0.75 + ƒ 0.10 Incassokosten Uitgave der Afzonderlijke nummers f 0.10. * evers Maatscha _ UitS PP'i >.C. MISSET" (N.V. DOETINCHEM 9 Per mm regel cent. , — Advertentiën: Giro No. 5945 Telef. Redactie en Administratie 341 (3 lijnen) No: 4. • 65e JAARGANG. DE GRAAFSCHAP-BODE. VRIJDAG 29 JANUARI 1943. Brieven. Van volksbeweging tot Europeeschen vrijheidsstrijd Afweerstrijd aan Oostelijk DE NIEUWE WEEKBONNEN. Uw liefdewerk, o Roodc Kruis, front wordt met succes Is waarlijk écht en breed, 30 Jan. 1933—30 Jan. 1943. Voor de volgende week zijn ter Gij brengt een groet aan hem, die wacht, groet van leed. voortgezet. verkrijging van Brood, Beschuit, Een lief en „Toen ik in het jaar 1933 de macht Gij dient ons in een donk'ren tijd. Vleesch, en Tabak verkreeg en met de nationaal-socialis- Aardappelen Gij vraagt daarvoor geen loon. tische beweging- de verantwoordelijk- <2 rantsoenen) aangewezen En heel Uw diere mensch'lijkheid. heid voor de Duitsche toekomst over- Aanval op Duitsche Bocht Die vindt ge heel gewoon! nam, was het mij duidelijk, dat de de bonnen 06. vrijheid aan ons volk niet zou wor- mislukte. Een moeder vindt opnieuw haar kind. den geschonken. Toen was het mij Waar niets van werd gehoord, ook duidelijk, dat de strijd niet was Gij zendt naar 't verre buitenland Weer belangrijke successen van woord. beëindigd, maar dat deze in grooteren Woekert met Uw gas- en Zoo vaak een troostend omvang eerst goed begon. Want voor duikbootwapen. En menig vader zegt ontroerd.
    [Show full text]
  • Voor Sneltrein Achterhoek Is Nog Maar 6 Km Dubbelspoor Nodig
    Ing. 26 oktober 2017 PS2017-656 2017-014809 Aan: de leden van Provinciale Staten van Gelderland PS 13 december 2017 t.k.n. aan Gedeputeerde Staten Van: Datum: 26 oktober 2017 Voor sneltrein Achterhoek is nog maar 6 km dubbelspoor nodig Opnieuw willen GS niet investeren voor sneltreinen in de Achterhoek (de Gelderlander 18 oktober 2017). Na de verdubbeling Didam-Zevenaar is er nog maar een beetje geld over, verdubbeling van De Huet-Wehl. Echter: juist daar is het niet echt nodig. Voor sneltreinen is juist wel dubbelspoor nodig tussen Wehl en Didam. Dan kunnen daar sneltreinen en stoptreinen elkaar tegenkomen en op volle snelheid passeren. Flinke tijdwinst en meer comfort De gewenste sneltrein is voor de reizigers uit Winterswijk, Aalten, Varsseveld, Terborg, Gaanderen en omliggende dorpen (Lichtenvoorde, Dinxperlo, Gendringen, Ulft, ’s-Heerenberg enz.), kortom voor de hele Zuid-Oost Achterhoek een comfortabele snelle verbinding. De sneltrein zal 7 keer minder stoppen en een kwartier eerder in Arnhem zijn. De trein rijdt van Winterswijk als stoptrein tot Doetinchem, en wordt daar gesplitst. Het voorste treinstel rijdt non- stop door naar Arnhem, het achterste deel gaat verder als stoptrein. De reistijd vanaf Winterswijk naar Arnhem gaat van 68 naar 55 minuten, vanaf Doetinchem van 35 naar 20. Elders in Nederland wel Op andere regionale treintrajecten is dankzij flinke investeringen de gemiddelde snelheid van de treinen omhoog gegaan. Nijmegen-Venlo 69 km/uur en Groningen-Leeuwarden 66 (stoptrein) en 93 (sneltrein). Op Winterswijk-Arnhem is het slechts 57 km/uur. Opnieuw worden in het westen vele miljoenen geïnvesteerd (“spoorboekloos rijden”) maar voor 6 km spoor in de Liemers en een ongelijkvloerse spoorkruising bij Velperpoort is geen geld.
    [Show full text]
  • Systeembeschrijving Beheersgebied Oude Ijssel Juli 2016
    Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016 Systeembeschrijving beheersgebied Oude IJssel Inhoud Introductie in de systeembeschrijvingen ................................................................................................ 3 1 Samenvatting Beheersgebied Oude IJssel ....................................................................................... 4 2 Algemene informatie ....................................................................................................................... 9 2.1 Gebiedsbegrenzing en indeling ............................................................................................... 9 2.2 Bodem en ondergrond .......................................................................................................... 10 2.3 Historie .................................................................................................................................. 15 2.4 Landschap en landgebruik ..................................................................................................... 19 2.5 Natuur.................................................................................................................................... 21 3 Watersysteem ............................................................................................................................... 24 3.1 Algemeen: Beheersgebied Oude IJssel .................................................................................. 24 3.2 Oude IJssel en Aastrang ........................................................................................................
    [Show full text]
  • Oude Ijsselzone Afstudeerrapport Landschapsarchitectuur Franka Van Gelder
    Oude IJsselzone Afstudeerrapport Landschapsarchitectuur Franka van Gelder AFSTUDEERRAPPORT 2012 Oude IJsselzone Afstudeerrapport Landschapsarchitectuur Franka van Gelder OUDE IJSSELZONE 3 AFSTUDEERRAPPORT 2012 SAMENVATTING De Oude IJssel is een rivier die een rijke culturele en Ten slotte zal er nog worden ingegaan op twee economische geschiedenis kent waar vele kastelen en deeluitwerkingen die ook weer deel uitmaken van het oude ijzerindustrie van getuigen. park. Dit is een park bij Ulft wat het landschap naar binnen haalt en daardoor de recreant uitnodigt om Het grootste probleem waar de rivier en het gebied naar de rivier en het landschap te gaan. Ook is er een mee worstelen, is dat het water nauwelijks zichtbaar gedeelte uitgewerkt dat in het midden van het gebied en beleefbaar is. Daarom is een masterplan opgesteld ligt en wat als uitspanning zal gaan functioneren. dat een strategie biedt om de Oude IJssel meer te verankeren in het gebied, waardoor de kwaliteit die Door al deze plannen zal de Oude IJssel weer betere nu verloren gaat weer optimaal gebruikt kan worden. zichtbaar en beleefbaar worden voor de streek maar zal ze zich ook steeds meer binnen Nederland De belangrijkste stappen hiervoor zijn de volgende: profileren zodat men nooit meer om deze, nu nog Als eerste zal de rivier zelf sterker gemaakt moeten verborgen, rivier heen kan. worden door het stroomgebied als landschap zichtbaarder te maken. Dat is te realiseren door bijvoorbeeld een pad langs het water te leggen waardoor het letterlijk zichtbaarder wordt. Ten tweede zullen de verschillende dorpen en gebieden een betere verbinding moeten krijgen met de Oude IJssel waardoor er ook een interessante afwisseling ontstaat.
    [Show full text]
  • Versatile Land, High Versus Low. Diverging Developments in the Eastern Netherlands1
    ARTICLES VERSATILE LAND, HIGH VERSUS LOW. DIVERGING DEVELOPMENTS IN THE EASTERN NETHERLANDS1 Bert Groenewoudt Cultural Heritage Agency P.O. Box 1600, 3800 BP Amersfoort, the Netherlands [email protected] Key words: landscape change, landscape biography, lowland reclamations, Middle Ages, Post-medieval Period, Eastern Netherlands Regional studies on landscape history are sometimes biased to some extent by a tendency to focus on the most intensively cultivated and investigated areas. Moreover, the concept of ‘landscape’ is at times applied uncritically, resulting in a homogenized and simplified reality, with interesting developments and contrasts being easily overlooked. It is the aim of this paper to show that fundamentally different historical developments may have occurred within one and the same “landscape”. The focus will be on the Pleistocene covers and landscapes of the eastern Netherlands. Here, already during prehistory, higher, dry areas of land were being transformed into relatively open, intensively used, compartmentalized and — to some degree — spatially stable landscapes that were very much “cultural”. The little-studied lower areas that surrounded these cultivated “islands”, on the other hand, remained essentially natural in character: forested, unpartitioned, extensively used and probably spatially dynamic in terms of spatial structure until well into the Middle Ages, when reclamation began. Unlike the situation in the fossilized “old land”, new and rapid physical geographical (and social) developments took place in these lowlands, especially from the medieval period onwards. This high-low dichotomy deserves more attention, also in other areas. Its social dimension will be discussed separately (Groenewoudt, in prep.) Introduction landscape zones, often covering the greater Whether or not they display characteris- part of research areas, tend to play a subor- tics of “landscape biographies”,2 some stud- dinate role.
    [Show full text]
  • Estimating Railway Ridership
    28-04-2016 Estimating Railway Ridership DEMAND FOR NEW RAILWAY STATIONS IN THE NETHERLANDS TSJIBBE HARTHOLT S1496352 COMMITTEE: K. GEURS (Chairman) University of Twente L. LA PAIX PUELLO University of Twente T. BRANDS Goudappel Coffeng 0 1 I. SUMMARY Demand estimation for new railway stations is an essential step in determining the feasibility of a new proposed railway stations. Multiple demand estimation models already exist. However these are not always accurate or freely available for use. Therefore a new demand estimation model was developed which is able to provide rail ridership estimations. Main question of this thesis that will be answered is: How can the daily number of passengers of a new train station be forecasted on the basis of departure station choice and network accessibility? Aim is to estimate a demand estimation model which is valid for the whole of the Netherlands and focusses on proposed sprinter train stations. Factors determining total rail ridership Rail ridership can be determined by three main factors: Built environment factors Socio-economic factors Network dependent factors Built environment factors are factors that describe the situation in the direct environment of the station. A subdivision can be made into station environment factors based on the three d’s as described by Cervero and Knockel-man (1997): o Density: Describing the amount of activities in the proximity of the station. This could be the e.g. number of jobs, number of students, shops or total population. o Diversity: describing the diversity of the activities that take place in the proximity of the station. o Design: variables describing the properties of a station (area) as a direct consequence of its design.
    [Show full text]
  • Oude Ijssel R6 - Langzaam Stromend Riviertje Op Zand/Klei
    Factsheet visstand en sportvisserij, bijlage bij het Visplan Rijn en IJssel Situatie per januari 2011 Oude IJssel R6 - Langzaam stromend riviertje op zand/klei Visrecht Verhuurder visrecht: Waterschap Rijn en IJssel Visrechthebbende: Federatie Midden Nederland (volledig) Schriftelijke toestemming: VISpas, landelijke lijst van viswateren Algemene beschrijving Ligging: De Oude IJssel loopt vanaf de Duitse grens naar Doesburg. Vanuit Duitsland en enkele zijwateren (zoals de Aa-strang) wordt water aangevoerd. Via een stuw met scheepvaartsluis bij Doesburg wordt het water afgevoerd naar de Geldersche IJssel. Totaal 3 stuwen, waarvan een met vispassage. Gelegen in de gemeenten Aalten, Bronckhorst, Doesburg, Doetinchem, Montferland, Oude IJsselstreek, Zevenaar Grootte: Lengte 36,8 km / Breedte: 35 meter Diepte: 2 tot 5 meter Watertype: Langzaam stromend gekanaliseerd riviertje Functie: Scheepvaart, waterafvoer, EVZ Oever: Steenstort Beheer: Er wordt niet gemaaid Baggeren bij Gendringen en Ulft (2013) Milieu: KRW-vismaatlat Waterplantenbedekking zomer Doorzicht: 0,8 m Huidige score: 0,418 (goed) Bovenwaterplanten: 2 % Baggerlaag: 10 cm Doel score: 0,4 (goed) Drijfbladplanten: 2 % Stroming: beperkt Ambitieniveau: laag Onderwaterplanten: 2 % Substraat: zand KRW-visstandbemonstering 2007 Totaal: 6 % Visbarriere: 2 stuwen Per hectare: Kg aantal Visstand: Blankvoorn-brasem viswatertype Meest Blankvoorn en voorkomend: baars Grootste Brasem, aal biomassa: Roofvis: Snoek en snoekbaars Vissterfte: Aalscholver- predatie Trend in visdichtheid (HVR) Factsheet
    [Show full text]
  • A Study of the Variation and Change in the Vowels of the Achterhoeks Dialect
    A STUDY OF THE VARIATION AND CHANGE IN THE VOWELS OF THE ACHTERHOEKS DIALECT MELODY REBECCA PATTISON PhD UNIVERSITY OF YORK LANGUAGE AND LINGUISTIC SCIENCE JANUARY 2018 Abstract The Achterhoeks dialect, spoken in the eastern Dutch province of Gelderland near the German border, is a Low Saxon dialect that differs noticeably from Standard Dutch in all linguistic areas. Previous research has comprehensively covered the differences in lexicon (see, for example, Schaars, 1984; Van Prooije, 2011), but less has been done on the phonology in this area (the most notable exception being Kloeke, 1927). There has been research conducted on the changes observed in other Dutch dialects, such as Brabants (Hagen, 1987; Swanenberg, 2009) and Limburgs (Hinskens, 1992), but not so much in Achterhoeks, and whether the trends observed in other dialects are also occurring in the Achterhoek area. It is claimed that the regional Dutch dialects are slowly converging towards the standard variety (Wieling, Nerbonne & Baayen, 2011), and this study aims to not only fill some of the gaps in Achterhoeks dialectology, but also to test to what extent the vowels are converging on the standard. This research examines changes in six lexical sets from 1979 to 2015 in speakers’ conscious representation of dialect. This conscious representation was an important aspect of the study, as what it means to speak in dialect may differ from person to person, and so the salience of vowels can be measured based on the number of their occurrences in self-described dialectal speech. Through a perception task, this research also presents a view of the typical Achterhoeks speaker as seen by other Dutch speakers, in order to provide a sociolinguistic explanation for the initial descriptive account of any vowel change observed in dialectal speech.
    [Show full text]
  • De Seesinkbeek
    De Seesinkbeek Een beek in de Gelderse Achterhoek. Woord vooraf. Mijn belangstelling voor de Seesinkbeek is ontstaan vanaf het moment dat ik in een boekwinkel een atlas vond met daarin een kaart van Gelderland1 waarop de Seesinkbeek genoemd werd. Een beek die de naam draagt van mijn familie. Vanaf die tijd hebben alle kaarten van dit gebied mijn interesse. Op de kaart in de boekwinkel was immers slechts een klein stukje Seesinkbeek zichtbaar. Ik wilde op zoek naar meer. De bron, de volledige loop van de beek en het hoe en waarom. Het onderzoek dat met het kleine stukje Seesinkbeek begon heeft inmiddels veel informatie opgeleverd over de Seesinkbeek en allerlei andere aanverwante wetenswaardigheden. Genoeg informatie om in een boek weer te geven in de hoop dat dit weer leid tot nog meer informatie over deze prachtige beek in de Achterhoek. Het boek begint met de ontwikkeling van het bekenstelsel in de Achterhoek en wordt gevolgd door een globale en een gedetailleerde beschrijving van de Seesinkbeek. In de hoofdstukken daarna volgen per traject, stroomopwaarts, de bijzonderheden en aanverwante wetenswaardigheden van de Seesinkbeek. Voor meer informatie: www.seesinkbeek.nl R.M.J.Seesink [1e uitgave, september 2012] 1 Gelderland is naar landoppervlak de grootste Nederlandse provincie. Ze is centraal in Nederland gelegen. De hoofdstad is Arnhem. 2 R.M.J. Seesink – september 2012 Inhoud De ontwikkeling van het bekenstelsel in de Achterhoek. ........................................................................ 6 De Seesinkbeek ......................................................................................................................................
    [Show full text]
  • Finding Your New Netherland Roots: a Two-Day Workshop on New Netherland Family History
    THE NEW YORK GENEALOGICAL & BIOGRAPHICAL SOCIETY, THE HOLLAND SOCIETY OF NEW YORK, AND THE NEW YORK PUBLIC LIBRARY PRESENT: Finding Your New Netherland Roots: A Two-Day Workshop on New Netherland Family History 10 & 11 September 2009 The New York Public Library Fifth Avenue between 40th & 42nd Streets MEET OUR SPEAKERS: Christopher Brooks became fascinated with the early settlers of New York and New Jersey when he began researching his paternal grandmother’s Traphagen family in 1973. Utilizing a range of source material from American libraries, archives and his personal library, he has found that, with the maturing of the internet, much beneficial information relevant to New Netherland settlers is becoming available online to researchers through European archives. He lives in Kansas City, Missouri, where he works for a computer software company and is an avid researcher of New Netherland families and their European origins. Firth Haring Fabend, Ph. D., a historian specializing in the Dutch in New York and New Jersey, is the author of the prize-winning books A Dutch Family in the Middle Colonies, 1660-1800, and Zion on the Hudson: Dutch New York and New Jersey in the Age of Revivals, both published by Rutgers University Press, and many shorter works. Her most recent book is Land So Fair, a historical novel and family saga set in New York and New Jersey in the eighteenth century with flashbacks to New Netherland. Harry Macy Jr., edited The NYG&B Record from 1987 to 2006 and was also founding co-editor of The NYG&B Newsletter. The author of many articles on New Netherland families, he is a Fellow of The American Society of Genealogists, The Holland Society of New York, and The New York Genealogical and Biographical Society.
    [Show full text]