Inventarisatie Industrieel Erfgoed Doetinchem Inventarisatie Industrieel Erfgoed Doetinchem

Total Page:16

File Type:pdf, Size:1020Kb

Inventarisatie Industrieel Erfgoed Doetinchem Inventarisatie Industrieel Erfgoed Doetinchem BBABUREAU VOOR BOUWHISTORIE HERZIENE VERSIE EN ARCHITECTUURGESCHIEDENIS V.O.F. Inventarisatie DOETINCHEM industrieel erfgoed INVENTARISATIE INDUSTRIEEL ERFGOED DOETINCHEM INVENTARISATIE INDUSTRIEEL ERFGOED DOETINCHEM BUREAU VOOR BOUWHISTORIE EN ARCHITECTUURGESCHIEDENIS V.O.F. BBA | INVENTARISATIE INDUSTRIEEL ERFGOED DOETINCHEM INHOUD VOORWOORD 5 DEEL I 6 INLEIDING 7 GESCHIEDENIS 10 DEEL II 25 INVENTARISATIE 26 Afbeeldingen 27 CATALOGUS 52 Overheid 53 Handel en opslag 55 Nijverheid en industrie 69 Nutsbedrijven 103 Infrastructuur en waterbouw 113 Onderwijs en opleiding 117 BRONNEN EN LITERATUUR 121 BIJLAGE 1 123 BIJLAGE 2 12 SAMENVATT ING 125 KAARTEN 131 COLOFON 137 BBA | INVENTARISATIE INDUSTRIEEL ERFGOED DOETINCHEM VOORWOORD In zijn vergadering van 3 november 2008 heeft de raad van de gemeente Doetinchem de nota ‘Doetinchem Cultuurhistorierijk’ vastgesteld als beleidskader voor de cultuur- historie. In deze nota wordt de cultuurhistorie aangepakt door allereerst aandacht te besteden aan drie historische lagen; het industrieel erfgoed, de (na-)oorlogse architec- tuur en stedenbouw en de boerderijen in hun landschappelijke context. Wat betreft het eerste deel stelde de gemeente zich tot doel: ‘Een inventarisatie van het nog aanwezige industrieel erfgoed binnen de gemeente zal in beeld brengen wat de positie is van dit erfgoed. We komen zo te weten of we bij sanering van industriegebieden nog rekening moeten houden met een deel van de bebouwing en waar kansen liggen voor interessante herbestemmingprojecten. De inventarisatie biedt tegelijk de mogelijkheid om het verhaal van de industrialisatie in Doetinchem nu eens en voor altijd goed in beeld te brengen. In die context zal ook zeker de historie van het Doetinchemse onderwijs aan bod komen’. De opdracht tot dit inventariserende onderzoek naar bestaande en verdwenen sporen van de nijverheid is verleend aan Bureau voor Bouwhistorie en Architectuurgeschie- denis in Utrecht en strekt zich uit over de gehele gemeente Doetinchem, inclusief het grondgebied van de voormalige gemeente Wehl. Het voorliggende onderzoek valt uiteen in twee delen. In eerste instantie betreft het een bureauonderzoek op grond van literatuur en archieven. Dit wordt gevolgd door een veldon- derzoek naar de nog aanwezige restanten. Aan de hand hiervan wordt een voorstel gedaan voor gebouwen en gebieden waarnaar extra aandacht dient uit te gaan, alsmede door con- clusies en aanbevelingen voor de omgang met het industrieel erfgoed in de gemeente. Hoewel bij de gemeente Doetinchem zelden aan een grote industriestad gedacht wordt, blijkt er nog wel het een en ander te vinden. Veel daarvan is inmiddels verdwe- nen, of tot restanten gereduceerd. Toch blijkt ook nog het nodige over dat, zoals zal blijken, de moeite waard is om in de cultuurhistorische beeld van de stad te passen. Het literatuur- en archiefonderzoek voor deze studie is uitgevoerd door dr. ing. R. Sten- vert. Hij voerde eveneens het veldwerk uit en verzorgde de verslaglegging. Dank bij de totstandkoming gaat uit naar mevrouw Yana van Tienen, beleidsmedewer- ker Cultuurhistorie & Monumenten van de Gemeente Doetinchem, de heer J. Hoopman (Gemeente Doetinchem) en de heren W.J.H. Berendsen (Oudheidkundige Vereniging Wehl), Rob Lureman (voormalig voorzitter Historische Vereniging Deutekom) en M.A.W. Arentsen (Gaanderen) voor het leveren van informatie. Ronald Stenvert Utrecht, oktober 2009 / maart 200 2 1 Verleend 2 maart 2009 volgens de offerte van februari 2009. 2 Het rapport is herzien in maart 2010. Het betreft kleine correcties en aanvullingen. 5 BBA | INVENTARISATIE INDUSTRIEEL ERFGOED DOETINCHEM DEEL I 6 BBA | INVENTARISATIE INDUSTRIEEL ERFGOED DOETINCHEM INLEIDING Doetinchem is met zijn huidige ruim 56.000 inwoners een middelgrote gemeente in de Gelderse Achterhoek met een streekfunctie voor de regio. De kern van de gemeen- te werd in 920 gevormd door het samengaan van de gemeenten Stad Doetinchem en Ambt Doetinchem. In 966, ter voorbereiding van de aanleg van de huidige A8, heeft er aan de zuidrand een grenscorrectie plaatsgevonden met de gemeente Bergh (afb. ). Daar, grenzend aan de A8, is later het bedrijventerrein Wijnbergen ontstaan. In 2005 werd de gemeente Wehl met een kleine 7.000 inwoners toegevoegd. Bij de herindeling van de gemeenten in de Gelderse Achterhoek is ook een stuk grondge- bied ten noorden van de kern Doetinchem overgegaan van de voormalige gemeente Zelhem (afb. 2). Opzet Dit rapport bestaat uit een historisch overzicht (Deel I) en een inventarisatie met een catalogus (Deel II). In het eerste deel wordt een globaal overzicht gegeven van de ontwikkeling van de nijverheid in de gehele gemeente. Het eindpunt van het overzicht is de situatie zoals deze was aan het einde van de Wederopbouwperiode in 965. Als ijkpunt wordt uitgegaan van de Industrieatlas uit 955. Deze publicatie verscheen dat jaar onder den naam Gemeente Doetinchem: Welvaartsbronnen en Ontwikkelings- mogelijkheden en was opgesteld door het ‘Economisch Technologisch Instituut voor Gelderland’ (ETIG) (afb. 3).3 De in deze atlas gehanteerde nummering voor bedrijven met meer dan twintig arbeidskrachten (Bijlage ) is in hoofdlijnen overgenomen. Het doel van het eerste deel is om de opkomst van de nijverheid te schetsen, de ver- dere ontwikkeling tot industrie vanaf 920, de grootste bloei rond 965 en de sluitingen en sloop van een aantal van de belangrijkste bedrijven in de afgelopen twee decennia. Op grond van dit historische kader kan een samenhang geschetst worden en de nog res- terende zaken in een ruimer kader geplaatst worden. Het eerste deel heeft het karakter van een groepsbiografie van de nijverheid in Doetinchem, waarbij ook de onderlinge samenhang tussen de bedrijven en hun gebouwen beschreven wordt. Naast de nijver- heid komen ook enkele aanverwante zaken aan de orde en wel de handel (banken), de infrastructuur en het beroepsonderwijs. Hiervoor is gekozen omdat nijverheid niet kan functioneren zonder een bestuurlijke en financiële context en baat heeft bij zowel een goede infrastructuur als een goed ontwikkeld beroepsonderwijs. Dit laatste komt in de nota Doetinchem Cultuurhistorierijk! uitdrukkelijk ter sprake, maar ook de andere genoemde zaken zijn hierbij van belang. 3 In 196 werd in het kader van het industriebeleid besloten per provincie een economisch instituut op te rich- ten. Het ETIG gaf adviezen op sociaal-economisch gebied aan de Gelderse gemeenten. Van het rapport uit 1955 voor Doetinchem zijn in 1961, 1963 en 1970 aanpassingen verschenen. SARA 313; 1266 Industrieatlas ETIG 1961/1970. Categorieën in 1961: A (10-20), B (21-50), C (51-100), D (101-200), E (201-500) en F (500 en meer). www.liemersverleden.nl/sald/cultuurnota.pdf. 7 BBA | INVENTARISATIE INDUSTRIEEL ERFGOED DOETINCHEM Deel II (inventarisatie en geïllustreerde catalogus) wordt gevormd door de inventari- satie van de nog aanwezige resten. Daarbij is een lijst opgesteld van die gebouwen die nog herkenbaar zijn als industrieel gebouw en een zekere architectonische relevantie hebben. De hoofdindeling daarvan is: Handel en opslag (handelen), Nijverheid en industrie (werken), Infrastructuur en waterbouw (reizen) en Onderwijs en opleiding (leren). 5 Het resultaat van deze inventarisatie is in vieren te delen. Afgezien van de al beschermde gebouwen (rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten) betreft het ten eerste een lijst met interessante gebouwen die niet meer hun oorspronkelijke func- tie vervullen, maar voor extra cultuurhistorische zorg in aanmerking komen (mogelijk in de vorm van bescherming). Deze lijst gaat over in een groep gebouwen waarvoor het huidige beeld als uitgangspunt genomen kan worden ten behoeve van toekomstige ontwikkelingen (beeldkwaliteitplan). Als derde is er een kleine groep van interessante gebouwen, die hun oorspronkelijke functie hebben behouden en waarvoor aanbevelingen worden gegeven over de omgang in de huidige situatie en bij onverhoopte sluiting. Tenslotte wordt een voorstel gedaan om enkele kleinere gebieden te definiëren met daarin meerdere interessante gebouwen die als geheel een bijzondere waarde vertegenwoordigen. De gemeente Doetinchem kent anno 2009 vijfendertig rijksmonumenten. Acht daarvan vallen in de hier behandelde categorieën. Vier daarvan zijn molens: IJsselkade 30 (Wal- molen), Varsseveldseweg 25 (Benninkmolen), Auroraweg 6b/Wehlseweg (Molen Aurora), alle te Doetinchem, en Kerkhofweg 2 (Molen Bernadette) te Nieuw-Wehl. Tot de nutsbedrijven behoren het voormalige postkantoor (Burg. Van Nispenstraat 2- ), de watertoren (Oude Terborgseweg 208) en het onderstation van de PGEM (Keppel- seweg 3). Gebouwen van handel en onderwijs komen op de lijst van rijksmonumen- ten niet voor. Het enige strikte nijverheidsgebouw op de lijst is de stoomtimmerfabriek Damen te Wehl (Stationsstraat 30a). De gemeentelijke monumentenlijst bevindt zich momenteel in een proces van actu- alisatie. Op de lijst staan al vermeld de voormalige ABN-bank (Grutstraat ), evenals het woon- en winkelpand van de vleesfabriek van de Gebr. van Zadelhoff (Grutstraat ) en het voormalige tramstation en de kantoren van de GSM (Keppelseweg 9-, 3- 9), alsmede de gebouwen Terborgseweg 0 en 63, Plantsoenstraat 9 en Varsseveld- seweg 0-08, die niet specifiek om hun industriële karakter op de lijst geplaatst zijn, maar in het kader van deze inventarisatie wel een rol spelen. Meer strikt gericht op de nijverheid zijn de recentelijk tot gemeentelijk monument aangewezen gebouwen van de Jaartsveldloods aan de Vinkenstraat 5 te Gaanderen en het silogebouw aan de Rap- haëlstraat c te Wehl. Ook
Recommended publications
  • Rootsmagic Document
    First Generation 1. Geert Somsen1 was born about 1666 in Aalten, GE, Netherlands. He died about 1730 in Aalten, GE, Netherlands. He has a reference number of [P272]. (Boeinck), ook wel: Sumps. Geert werd op 24-06-1686 (Sint Jan) ingeschreven als lidmaat van de Nederduits Gereformeerde Gemeente Aalten [Boeinck (also: Sumps). Geert was admitted as a member of the Dutch Reformed Church of Aalten on 24-06-1686 (St. John)]. Geert Somsen and Mechtelt Gelkinck had marriage banns published on 28 Apr 1689 in Aalten, GE, Netherlands. They were married on 27 May 1689 in Aalten, GE, Netherlands. Mechtelt Gelkinck1 (daughter of Roelof Somsen and Geesken Rensen) was born before 25 Aug 1662 in Aalten, GE, Netherlands. 2 She was christened on 25 Aug 1662 in Dinxperlo, GE, Netherlands.2 She died in Aalten, GE, Netherlands. She has a reference number of [P273]. ook wel: Meghtelt. Also: Sumps. op 29-09-1688 werd Mechtelt als lidmaat v.d. Nederduits Geref. Ge,. Aalten ingeschreven [also: Meghtelt. Also: Sumps. On 29 Sep 1688 she was registered as Mechtelt as a member of the Dutch Reformed Church in Aalten]. Geert Somsen and Mechtelt Gelkinck had the following children: +2 i. Jantjen Somsen (born on 9 Nov 1690). +3 ii. Roelof Somsen (born about 1692). +4 iii. Geesken Somsen (born in 1695). +5 iv. Wander Somsen (born on 9 Jul 1699). +6 v. Frerik Somsen (born about Jan 1703). Second Generation 2. Jantjen Somsen1 (Geert-1) was born on 9 Nov 1690 in Aalten, GE, Netherlands. She died on 15 Sep 1767 in Dinxperlo, GE, Netherlands.
    [Show full text]
  • Download PDF Van Tekst
    Bijdragen en mededeelingen. Gelre, Vereeniging tot Beoefening van Geldersche Geschiedenis, Oudheidkunde en Recht. Deel 44 bron Bijdragen en mededeelingen. Gelre, Vereeniging tot Beoefening van Geldersche Geschiedenis, Oudheidkunde en Recht. Deel 44. S. Gouda Quint, Arnhem 1941 Zie voor verantwoording: https://www.dbnl.org/tekst/_bij019194101_01/colofon.php Let op: werken die korter dan 140 jaar geleden verschenen zijn, kunnen auteursrechtelijk beschermd zijn. i.s.m. en V Naamlijst der leden van de vereeniging ‘Gelre’ op 1 Maart 1941. Beschermvrouw: Hare Majesteit de Koningin. Bestuur. Jhr. Mr. A.H. Martens van Sevenhoven, te Arnhem, 1919, Eerste Voorzitter, 1933. Z.T.J.F. baron van Dorth tot Medler, te Duiven, 1920, Tweede Voorzitter, 1934. Mr. A.P. van Schilfgaarde, te Arnhem, 1933, Secretaris, 1934. J.S. Wurfbain, te Spankeren, Penningmeester, 1933. N.F. Cambier van Nooten, te Tiel, 1935. Mr. A. Staring, te Vorden, 1936. Dr. A.J. van de Ven, te Arnhem, 1937. Leden. Bij de oprichting op 26 November 1897: Dr. A.A. Beekman, te 's Gravenhage. Mr. A.C. Bondam, te Velp. R. Dinger, te Lunteren. De Bibliotheek der Gemeente Haarlem. Dr. J.G.C. Joosting, te Velp. De Bibliotheek der Universiteit, te Leipzig. Jhr. G.A. van Nispen, te 's Gravenhage. Wouter Nijhoff, te 's Gravenhage. Mr. A.G.A. ridder van Rappard, te Velp. Mr. P. Rink, te 's Gravenhage. Bijdragen en mededeelingen. Gelre, Vereeniging tot Beoefening van Geldersche Geschiedenis, Oudheidkunde en Recht. Deel 44 VI Na de oprichting zijn lid geworden: O.L. van der Aa, te Amsterdam, 1941. J. Abbing, te Neede, 1918. Mej. W.J.S.
    [Show full text]
  • En Ambt-Doetinchem, Hummelo En Keppel, Wehl, Zeddam
    m mmmmmmmmmmmmm mm^mimmmamÊmmmmmmmm^m^mmmm VERSCHIJNT ELKEN VRIJDAG Abonnementsprijs: Per drie maanden f 0.75 + ƒ 0.10 Incassokosten Uitgave der Afzonderlijke nummers f 0.10. * evers Maatscha _ UitS PP'i >.C. MISSET" (N.V. DOETINCHEM 9 Per mm regel cent. , — Advertentiën: Giro No. 5945 Telef. Redactie en Administratie 341 (3 lijnen) No: 4. • 65e JAARGANG. DE GRAAFSCHAP-BODE. VRIJDAG 29 JANUARI 1943. Brieven. Van volksbeweging tot Europeeschen vrijheidsstrijd Afweerstrijd aan Oostelijk DE NIEUWE WEEKBONNEN. Uw liefdewerk, o Roodc Kruis, front wordt met succes Is waarlijk écht en breed, 30 Jan. 1933—30 Jan. 1943. Voor de volgende week zijn ter Gij brengt een groet aan hem, die wacht, groet van leed. voortgezet. verkrijging van Brood, Beschuit, Een lief en „Toen ik in het jaar 1933 de macht Gij dient ons in een donk'ren tijd. Vleesch, en Tabak verkreeg en met de nationaal-socialis- Aardappelen Gij vraagt daarvoor geen loon. tische beweging- de verantwoordelijk- <2 rantsoenen) aangewezen En heel Uw diere mensch'lijkheid. heid voor de Duitsche toekomst over- Aanval op Duitsche Bocht Die vindt ge heel gewoon! nam, was het mij duidelijk, dat de de bonnen 06. vrijheid aan ons volk niet zou wor- mislukte. Een moeder vindt opnieuw haar kind. den geschonken. Toen was het mij Waar niets van werd gehoord, ook duidelijk, dat de strijd niet was Gij zendt naar 't verre buitenland Weer belangrijke successen van woord. beëindigd, maar dat deze in grooteren Woekert met Uw gas- en Zoo vaak een troostend omvang eerst goed begon. Want voor duikbootwapen. En menig vader zegt ontroerd.
    [Show full text]
  • Voor Sneltrein Achterhoek Is Nog Maar 6 Km Dubbelspoor Nodig
    Ing. 26 oktober 2017 PS2017-656 2017-014809 Aan: de leden van Provinciale Staten van Gelderland PS 13 december 2017 t.k.n. aan Gedeputeerde Staten Van: Datum: 26 oktober 2017 Voor sneltrein Achterhoek is nog maar 6 km dubbelspoor nodig Opnieuw willen GS niet investeren voor sneltreinen in de Achterhoek (de Gelderlander 18 oktober 2017). Na de verdubbeling Didam-Zevenaar is er nog maar een beetje geld over, verdubbeling van De Huet-Wehl. Echter: juist daar is het niet echt nodig. Voor sneltreinen is juist wel dubbelspoor nodig tussen Wehl en Didam. Dan kunnen daar sneltreinen en stoptreinen elkaar tegenkomen en op volle snelheid passeren. Flinke tijdwinst en meer comfort De gewenste sneltrein is voor de reizigers uit Winterswijk, Aalten, Varsseveld, Terborg, Gaanderen en omliggende dorpen (Lichtenvoorde, Dinxperlo, Gendringen, Ulft, ’s-Heerenberg enz.), kortom voor de hele Zuid-Oost Achterhoek een comfortabele snelle verbinding. De sneltrein zal 7 keer minder stoppen en een kwartier eerder in Arnhem zijn. De trein rijdt van Winterswijk als stoptrein tot Doetinchem, en wordt daar gesplitst. Het voorste treinstel rijdt non- stop door naar Arnhem, het achterste deel gaat verder als stoptrein. De reistijd vanaf Winterswijk naar Arnhem gaat van 68 naar 55 minuten, vanaf Doetinchem van 35 naar 20. Elders in Nederland wel Op andere regionale treintrajecten is dankzij flinke investeringen de gemiddelde snelheid van de treinen omhoog gegaan. Nijmegen-Venlo 69 km/uur en Groningen-Leeuwarden 66 (stoptrein) en 93 (sneltrein). Op Winterswijk-Arnhem is het slechts 57 km/uur. Opnieuw worden in het westen vele miljoenen geïnvesteerd (“spoorboekloos rijden”) maar voor 6 km spoor in de Liemers en een ongelijkvloerse spoorkruising bij Velperpoort is geen geld.
    [Show full text]
  • Systeembeschrijving Beheersgebied Oude Ijssel Juli 2016
    Systeembeschrijving Beheersgebied Oude IJssel juli 2016 Systeembeschrijving beheersgebied Oude IJssel Inhoud Introductie in de systeembeschrijvingen ................................................................................................ 3 1 Samenvatting Beheersgebied Oude IJssel ....................................................................................... 4 2 Algemene informatie ....................................................................................................................... 9 2.1 Gebiedsbegrenzing en indeling ............................................................................................... 9 2.2 Bodem en ondergrond .......................................................................................................... 10 2.3 Historie .................................................................................................................................. 15 2.4 Landschap en landgebruik ..................................................................................................... 19 2.5 Natuur.................................................................................................................................... 21 3 Watersysteem ............................................................................................................................... 24 3.1 Algemeen: Beheersgebied Oude IJssel .................................................................................. 24 3.2 Oude IJssel en Aastrang ........................................................................................................
    [Show full text]
  • Oude Ijsselzone Afstudeerrapport Landschapsarchitectuur Franka Van Gelder
    Oude IJsselzone Afstudeerrapport Landschapsarchitectuur Franka van Gelder AFSTUDEERRAPPORT 2012 Oude IJsselzone Afstudeerrapport Landschapsarchitectuur Franka van Gelder OUDE IJSSELZONE 3 AFSTUDEERRAPPORT 2012 SAMENVATTING De Oude IJssel is een rivier die een rijke culturele en Ten slotte zal er nog worden ingegaan op twee economische geschiedenis kent waar vele kastelen en deeluitwerkingen die ook weer deel uitmaken van het oude ijzerindustrie van getuigen. park. Dit is een park bij Ulft wat het landschap naar binnen haalt en daardoor de recreant uitnodigt om Het grootste probleem waar de rivier en het gebied naar de rivier en het landschap te gaan. Ook is er een mee worstelen, is dat het water nauwelijks zichtbaar gedeelte uitgewerkt dat in het midden van het gebied en beleefbaar is. Daarom is een masterplan opgesteld ligt en wat als uitspanning zal gaan functioneren. dat een strategie biedt om de Oude IJssel meer te verankeren in het gebied, waardoor de kwaliteit die Door al deze plannen zal de Oude IJssel weer betere nu verloren gaat weer optimaal gebruikt kan worden. zichtbaar en beleefbaar worden voor de streek maar zal ze zich ook steeds meer binnen Nederland De belangrijkste stappen hiervoor zijn de volgende: profileren zodat men nooit meer om deze, nu nog Als eerste zal de rivier zelf sterker gemaakt moeten verborgen, rivier heen kan. worden door het stroomgebied als landschap zichtbaarder te maken. Dat is te realiseren door bijvoorbeeld een pad langs het water te leggen waardoor het letterlijk zichtbaarder wordt. Ten tweede zullen de verschillende dorpen en gebieden een betere verbinding moeten krijgen met de Oude IJssel waardoor er ook een interessante afwisseling ontstaat.
    [Show full text]
  • Versatile Land, High Versus Low. Diverging Developments in the Eastern Netherlands1
    ARTICLES VERSATILE LAND, HIGH VERSUS LOW. DIVERGING DEVELOPMENTS IN THE EASTERN NETHERLANDS1 Bert Groenewoudt Cultural Heritage Agency P.O. Box 1600, 3800 BP Amersfoort, the Netherlands [email protected] Key words: landscape change, landscape biography, lowland reclamations, Middle Ages, Post-medieval Period, Eastern Netherlands Regional studies on landscape history are sometimes biased to some extent by a tendency to focus on the most intensively cultivated and investigated areas. Moreover, the concept of ‘landscape’ is at times applied uncritically, resulting in a homogenized and simplified reality, with interesting developments and contrasts being easily overlooked. It is the aim of this paper to show that fundamentally different historical developments may have occurred within one and the same “landscape”. The focus will be on the Pleistocene covers and landscapes of the eastern Netherlands. Here, already during prehistory, higher, dry areas of land were being transformed into relatively open, intensively used, compartmentalized and — to some degree — spatially stable landscapes that were very much “cultural”. The little-studied lower areas that surrounded these cultivated “islands”, on the other hand, remained essentially natural in character: forested, unpartitioned, extensively used and probably spatially dynamic in terms of spatial structure until well into the Middle Ages, when reclamation began. Unlike the situation in the fossilized “old land”, new and rapid physical geographical (and social) developments took place in these lowlands, especially from the medieval period onwards. This high-low dichotomy deserves more attention, also in other areas. Its social dimension will be discussed separately (Groenewoudt, in prep.) Introduction landscape zones, often covering the greater Whether or not they display characteris- part of research areas, tend to play a subor- tics of “landscape biographies”,2 some stud- dinate role.
    [Show full text]
  • Estimating Railway Ridership
    28-04-2016 Estimating Railway Ridership DEMAND FOR NEW RAILWAY STATIONS IN THE NETHERLANDS TSJIBBE HARTHOLT S1496352 COMMITTEE: K. GEURS (Chairman) University of Twente L. LA PAIX PUELLO University of Twente T. BRANDS Goudappel Coffeng 0 1 I. SUMMARY Demand estimation for new railway stations is an essential step in determining the feasibility of a new proposed railway stations. Multiple demand estimation models already exist. However these are not always accurate or freely available for use. Therefore a new demand estimation model was developed which is able to provide rail ridership estimations. Main question of this thesis that will be answered is: How can the daily number of passengers of a new train station be forecasted on the basis of departure station choice and network accessibility? Aim is to estimate a demand estimation model which is valid for the whole of the Netherlands and focusses on proposed sprinter train stations. Factors determining total rail ridership Rail ridership can be determined by three main factors: Built environment factors Socio-economic factors Network dependent factors Built environment factors are factors that describe the situation in the direct environment of the station. A subdivision can be made into station environment factors based on the three d’s as described by Cervero and Knockel-man (1997): o Density: Describing the amount of activities in the proximity of the station. This could be the e.g. number of jobs, number of students, shops or total population. o Diversity: describing the diversity of the activities that take place in the proximity of the station. o Design: variables describing the properties of a station (area) as a direct consequence of its design.
    [Show full text]
  • Oude Ijssel R6 - Langzaam Stromend Riviertje Op Zand/Klei
    Factsheet visstand en sportvisserij, bijlage bij het Visplan Rijn en IJssel Situatie per januari 2011 Oude IJssel R6 - Langzaam stromend riviertje op zand/klei Visrecht Verhuurder visrecht: Waterschap Rijn en IJssel Visrechthebbende: Federatie Midden Nederland (volledig) Schriftelijke toestemming: VISpas, landelijke lijst van viswateren Algemene beschrijving Ligging: De Oude IJssel loopt vanaf de Duitse grens naar Doesburg. Vanuit Duitsland en enkele zijwateren (zoals de Aa-strang) wordt water aangevoerd. Via een stuw met scheepvaartsluis bij Doesburg wordt het water afgevoerd naar de Geldersche IJssel. Totaal 3 stuwen, waarvan een met vispassage. Gelegen in de gemeenten Aalten, Bronckhorst, Doesburg, Doetinchem, Montferland, Oude IJsselstreek, Zevenaar Grootte: Lengte 36,8 km / Breedte: 35 meter Diepte: 2 tot 5 meter Watertype: Langzaam stromend gekanaliseerd riviertje Functie: Scheepvaart, waterafvoer, EVZ Oever: Steenstort Beheer: Er wordt niet gemaaid Baggeren bij Gendringen en Ulft (2013) Milieu: KRW-vismaatlat Waterplantenbedekking zomer Doorzicht: 0,8 m Huidige score: 0,418 (goed) Bovenwaterplanten: 2 % Baggerlaag: 10 cm Doel score: 0,4 (goed) Drijfbladplanten: 2 % Stroming: beperkt Ambitieniveau: laag Onderwaterplanten: 2 % Substraat: zand KRW-visstandbemonstering 2007 Totaal: 6 % Visbarriere: 2 stuwen Per hectare: Kg aantal Visstand: Blankvoorn-brasem viswatertype Meest Blankvoorn en voorkomend: baars Grootste Brasem, aal biomassa: Roofvis: Snoek en snoekbaars Vissterfte: Aalscholver- predatie Trend in visdichtheid (HVR) Factsheet
    [Show full text]
  • A Study of the Variation and Change in the Vowels of the Achterhoeks Dialect
    A STUDY OF THE VARIATION AND CHANGE IN THE VOWELS OF THE ACHTERHOEKS DIALECT MELODY REBECCA PATTISON PhD UNIVERSITY OF YORK LANGUAGE AND LINGUISTIC SCIENCE JANUARY 2018 Abstract The Achterhoeks dialect, spoken in the eastern Dutch province of Gelderland near the German border, is a Low Saxon dialect that differs noticeably from Standard Dutch in all linguistic areas. Previous research has comprehensively covered the differences in lexicon (see, for example, Schaars, 1984; Van Prooije, 2011), but less has been done on the phonology in this area (the most notable exception being Kloeke, 1927). There has been research conducted on the changes observed in other Dutch dialects, such as Brabants (Hagen, 1987; Swanenberg, 2009) and Limburgs (Hinskens, 1992), but not so much in Achterhoeks, and whether the trends observed in other dialects are also occurring in the Achterhoek area. It is claimed that the regional Dutch dialects are slowly converging towards the standard variety (Wieling, Nerbonne & Baayen, 2011), and this study aims to not only fill some of the gaps in Achterhoeks dialectology, but also to test to what extent the vowels are converging on the standard. This research examines changes in six lexical sets from 1979 to 2015 in speakers’ conscious representation of dialect. This conscious representation was an important aspect of the study, as what it means to speak in dialect may differ from person to person, and so the salience of vowels can be measured based on the number of their occurrences in self-described dialectal speech. Through a perception task, this research also presents a view of the typical Achterhoeks speaker as seen by other Dutch speakers, in order to provide a sociolinguistic explanation for the initial descriptive account of any vowel change observed in dialectal speech.
    [Show full text]
  • De Seesinkbeek
    De Seesinkbeek Een beek in de Gelderse Achterhoek. Woord vooraf. Mijn belangstelling voor de Seesinkbeek is ontstaan vanaf het moment dat ik in een boekwinkel een atlas vond met daarin een kaart van Gelderland1 waarop de Seesinkbeek genoemd werd. Een beek die de naam draagt van mijn familie. Vanaf die tijd hebben alle kaarten van dit gebied mijn interesse. Op de kaart in de boekwinkel was immers slechts een klein stukje Seesinkbeek zichtbaar. Ik wilde op zoek naar meer. De bron, de volledige loop van de beek en het hoe en waarom. Het onderzoek dat met het kleine stukje Seesinkbeek begon heeft inmiddels veel informatie opgeleverd over de Seesinkbeek en allerlei andere aanverwante wetenswaardigheden. Genoeg informatie om in een boek weer te geven in de hoop dat dit weer leid tot nog meer informatie over deze prachtige beek in de Achterhoek. Het boek begint met de ontwikkeling van het bekenstelsel in de Achterhoek en wordt gevolgd door een globale en een gedetailleerde beschrijving van de Seesinkbeek. In de hoofdstukken daarna volgen per traject, stroomopwaarts, de bijzonderheden en aanverwante wetenswaardigheden van de Seesinkbeek. Voor meer informatie: www.seesinkbeek.nl R.M.J.Seesink [1e uitgave, september 2012] 1 Gelderland is naar landoppervlak de grootste Nederlandse provincie. Ze is centraal in Nederland gelegen. De hoofdstad is Arnhem. 2 R.M.J. Seesink – september 2012 Inhoud De ontwikkeling van het bekenstelsel in de Achterhoek. ........................................................................ 6 De Seesinkbeek ......................................................................................................................................
    [Show full text]
  • Finding Your New Netherland Roots: a Two-Day Workshop on New Netherland Family History
    THE NEW YORK GENEALOGICAL & BIOGRAPHICAL SOCIETY, THE HOLLAND SOCIETY OF NEW YORK, AND THE NEW YORK PUBLIC LIBRARY PRESENT: Finding Your New Netherland Roots: A Two-Day Workshop on New Netherland Family History 10 & 11 September 2009 The New York Public Library Fifth Avenue between 40th & 42nd Streets MEET OUR SPEAKERS: Christopher Brooks became fascinated with the early settlers of New York and New Jersey when he began researching his paternal grandmother’s Traphagen family in 1973. Utilizing a range of source material from American libraries, archives and his personal library, he has found that, with the maturing of the internet, much beneficial information relevant to New Netherland settlers is becoming available online to researchers through European archives. He lives in Kansas City, Missouri, where he works for a computer software company and is an avid researcher of New Netherland families and their European origins. Firth Haring Fabend, Ph. D., a historian specializing in the Dutch in New York and New Jersey, is the author of the prize-winning books A Dutch Family in the Middle Colonies, 1660-1800, and Zion on the Hudson: Dutch New York and New Jersey in the Age of Revivals, both published by Rutgers University Press, and many shorter works. Her most recent book is Land So Fair, a historical novel and family saga set in New York and New Jersey in the eighteenth century with flashbacks to New Netherland. Harry Macy Jr., edited The NYG&B Record from 1987 to 2006 and was also founding co-editor of The NYG&B Newsletter. The author of many articles on New Netherland families, he is a Fellow of The American Society of Genealogists, The Holland Society of New York, and The New York Genealogical and Biographical Society.
    [Show full text]