Inventarisatie Industrieel Erfgoed Doetinchem Inventarisatie Industrieel Erfgoed Doetinchem
Total Page:16
File Type:pdf, Size:1020Kb
BBABUREAU VOOR BOUWHISTORIE HERZIENE VERSIE EN ARCHITECTUURGESCHIEDENIS V.O.F. Inventarisatie DOETINCHEM industrieel erfgoed INVENTARISATIE INDUSTRIEEL ERFGOED DOETINCHEM INVENTARISATIE INDUSTRIEEL ERFGOED DOETINCHEM BUREAU VOOR BOUWHISTORIE EN ARCHITECTUURGESCHIEDENIS V.O.F. BBA | INVENTARISATIE INDUSTRIEEL ERFGOED DOETINCHEM INHOUD VOORWOORD 5 DEEL I 6 INLEIDING 7 GESCHIEDENIS 10 DEEL II 25 INVENTARISATIE 26 Afbeeldingen 27 CATALOGUS 52 Overheid 53 Handel en opslag 55 Nijverheid en industrie 69 Nutsbedrijven 103 Infrastructuur en waterbouw 113 Onderwijs en opleiding 117 BRONNEN EN LITERATUUR 121 BIJLAGE 1 123 BIJLAGE 2 12 SAMENVATT ING 125 KAARTEN 131 COLOFON 137 BBA | INVENTARISATIE INDUSTRIEEL ERFGOED DOETINCHEM VOORWOORD In zijn vergadering van 3 november 2008 heeft de raad van de gemeente Doetinchem de nota ‘Doetinchem Cultuurhistorierijk’ vastgesteld als beleidskader voor de cultuur- historie. In deze nota wordt de cultuurhistorie aangepakt door allereerst aandacht te besteden aan drie historische lagen; het industrieel erfgoed, de (na-)oorlogse architec- tuur en stedenbouw en de boerderijen in hun landschappelijke context. Wat betreft het eerste deel stelde de gemeente zich tot doel: ‘Een inventarisatie van het nog aanwezige industrieel erfgoed binnen de gemeente zal in beeld brengen wat de positie is van dit erfgoed. We komen zo te weten of we bij sanering van industriegebieden nog rekening moeten houden met een deel van de bebouwing en waar kansen liggen voor interessante herbestemmingprojecten. De inventarisatie biedt tegelijk de mogelijkheid om het verhaal van de industrialisatie in Doetinchem nu eens en voor altijd goed in beeld te brengen. In die context zal ook zeker de historie van het Doetinchemse onderwijs aan bod komen’. De opdracht tot dit inventariserende onderzoek naar bestaande en verdwenen sporen van de nijverheid is verleend aan Bureau voor Bouwhistorie en Architectuurgeschie- denis in Utrecht en strekt zich uit over de gehele gemeente Doetinchem, inclusief het grondgebied van de voormalige gemeente Wehl. Het voorliggende onderzoek valt uiteen in twee delen. In eerste instantie betreft het een bureauonderzoek op grond van literatuur en archieven. Dit wordt gevolgd door een veldon- derzoek naar de nog aanwezige restanten. Aan de hand hiervan wordt een voorstel gedaan voor gebouwen en gebieden waarnaar extra aandacht dient uit te gaan, alsmede door con- clusies en aanbevelingen voor de omgang met het industrieel erfgoed in de gemeente. Hoewel bij de gemeente Doetinchem zelden aan een grote industriestad gedacht wordt, blijkt er nog wel het een en ander te vinden. Veel daarvan is inmiddels verdwe- nen, of tot restanten gereduceerd. Toch blijkt ook nog het nodige over dat, zoals zal blijken, de moeite waard is om in de cultuurhistorische beeld van de stad te passen. Het literatuur- en archiefonderzoek voor deze studie is uitgevoerd door dr. ing. R. Sten- vert. Hij voerde eveneens het veldwerk uit en verzorgde de verslaglegging. Dank bij de totstandkoming gaat uit naar mevrouw Yana van Tienen, beleidsmedewer- ker Cultuurhistorie & Monumenten van de Gemeente Doetinchem, de heer J. Hoopman (Gemeente Doetinchem) en de heren W.J.H. Berendsen (Oudheidkundige Vereniging Wehl), Rob Lureman (voormalig voorzitter Historische Vereniging Deutekom) en M.A.W. Arentsen (Gaanderen) voor het leveren van informatie. Ronald Stenvert Utrecht, oktober 2009 / maart 200 2 1 Verleend 2 maart 2009 volgens de offerte van februari 2009. 2 Het rapport is herzien in maart 2010. Het betreft kleine correcties en aanvullingen. 5 BBA | INVENTARISATIE INDUSTRIEEL ERFGOED DOETINCHEM DEEL I 6 BBA | INVENTARISATIE INDUSTRIEEL ERFGOED DOETINCHEM INLEIDING Doetinchem is met zijn huidige ruim 56.000 inwoners een middelgrote gemeente in de Gelderse Achterhoek met een streekfunctie voor de regio. De kern van de gemeen- te werd in 920 gevormd door het samengaan van de gemeenten Stad Doetinchem en Ambt Doetinchem. In 966, ter voorbereiding van de aanleg van de huidige A8, heeft er aan de zuidrand een grenscorrectie plaatsgevonden met de gemeente Bergh (afb. ). Daar, grenzend aan de A8, is later het bedrijventerrein Wijnbergen ontstaan. In 2005 werd de gemeente Wehl met een kleine 7.000 inwoners toegevoegd. Bij de herindeling van de gemeenten in de Gelderse Achterhoek is ook een stuk grondge- bied ten noorden van de kern Doetinchem overgegaan van de voormalige gemeente Zelhem (afb. 2). Opzet Dit rapport bestaat uit een historisch overzicht (Deel I) en een inventarisatie met een catalogus (Deel II). In het eerste deel wordt een globaal overzicht gegeven van de ontwikkeling van de nijverheid in de gehele gemeente. Het eindpunt van het overzicht is de situatie zoals deze was aan het einde van de Wederopbouwperiode in 965. Als ijkpunt wordt uitgegaan van de Industrieatlas uit 955. Deze publicatie verscheen dat jaar onder den naam Gemeente Doetinchem: Welvaartsbronnen en Ontwikkelings- mogelijkheden en was opgesteld door het ‘Economisch Technologisch Instituut voor Gelderland’ (ETIG) (afb. 3).3 De in deze atlas gehanteerde nummering voor bedrijven met meer dan twintig arbeidskrachten (Bijlage ) is in hoofdlijnen overgenomen. Het doel van het eerste deel is om de opkomst van de nijverheid te schetsen, de ver- dere ontwikkeling tot industrie vanaf 920, de grootste bloei rond 965 en de sluitingen en sloop van een aantal van de belangrijkste bedrijven in de afgelopen twee decennia. Op grond van dit historische kader kan een samenhang geschetst worden en de nog res- terende zaken in een ruimer kader geplaatst worden. Het eerste deel heeft het karakter van een groepsbiografie van de nijverheid in Doetinchem, waarbij ook de onderlinge samenhang tussen de bedrijven en hun gebouwen beschreven wordt. Naast de nijver- heid komen ook enkele aanverwante zaken aan de orde en wel de handel (banken), de infrastructuur en het beroepsonderwijs. Hiervoor is gekozen omdat nijverheid niet kan functioneren zonder een bestuurlijke en financiële context en baat heeft bij zowel een goede infrastructuur als een goed ontwikkeld beroepsonderwijs. Dit laatste komt in de nota Doetinchem Cultuurhistorierijk! uitdrukkelijk ter sprake, maar ook de andere genoemde zaken zijn hierbij van belang. 3 In 196 werd in het kader van het industriebeleid besloten per provincie een economisch instituut op te rich- ten. Het ETIG gaf adviezen op sociaal-economisch gebied aan de Gelderse gemeenten. Van het rapport uit 1955 voor Doetinchem zijn in 1961, 1963 en 1970 aanpassingen verschenen. SARA 313; 1266 Industrieatlas ETIG 1961/1970. Categorieën in 1961: A (10-20), B (21-50), C (51-100), D (101-200), E (201-500) en F (500 en meer). www.liemersverleden.nl/sald/cultuurnota.pdf. 7 BBA | INVENTARISATIE INDUSTRIEEL ERFGOED DOETINCHEM Deel II (inventarisatie en geïllustreerde catalogus) wordt gevormd door de inventari- satie van de nog aanwezige resten. Daarbij is een lijst opgesteld van die gebouwen die nog herkenbaar zijn als industrieel gebouw en een zekere architectonische relevantie hebben. De hoofdindeling daarvan is: Handel en opslag (handelen), Nijverheid en industrie (werken), Infrastructuur en waterbouw (reizen) en Onderwijs en opleiding (leren). 5 Het resultaat van deze inventarisatie is in vieren te delen. Afgezien van de al beschermde gebouwen (rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten) betreft het ten eerste een lijst met interessante gebouwen die niet meer hun oorspronkelijke func- tie vervullen, maar voor extra cultuurhistorische zorg in aanmerking komen (mogelijk in de vorm van bescherming). Deze lijst gaat over in een groep gebouwen waarvoor het huidige beeld als uitgangspunt genomen kan worden ten behoeve van toekomstige ontwikkelingen (beeldkwaliteitplan). Als derde is er een kleine groep van interessante gebouwen, die hun oorspronkelijke functie hebben behouden en waarvoor aanbevelingen worden gegeven over de omgang in de huidige situatie en bij onverhoopte sluiting. Tenslotte wordt een voorstel gedaan om enkele kleinere gebieden te definiëren met daarin meerdere interessante gebouwen die als geheel een bijzondere waarde vertegenwoordigen. De gemeente Doetinchem kent anno 2009 vijfendertig rijksmonumenten. Acht daarvan vallen in de hier behandelde categorieën. Vier daarvan zijn molens: IJsselkade 30 (Wal- molen), Varsseveldseweg 25 (Benninkmolen), Auroraweg 6b/Wehlseweg (Molen Aurora), alle te Doetinchem, en Kerkhofweg 2 (Molen Bernadette) te Nieuw-Wehl. Tot de nutsbedrijven behoren het voormalige postkantoor (Burg. Van Nispenstraat 2- ), de watertoren (Oude Terborgseweg 208) en het onderstation van de PGEM (Keppel- seweg 3). Gebouwen van handel en onderwijs komen op de lijst van rijksmonumen- ten niet voor. Het enige strikte nijverheidsgebouw op de lijst is de stoomtimmerfabriek Damen te Wehl (Stationsstraat 30a). De gemeentelijke monumentenlijst bevindt zich momenteel in een proces van actu- alisatie. Op de lijst staan al vermeld de voormalige ABN-bank (Grutstraat ), evenals het woon- en winkelpand van de vleesfabriek van de Gebr. van Zadelhoff (Grutstraat ) en het voormalige tramstation en de kantoren van de GSM (Keppelseweg 9-, 3- 9), alsmede de gebouwen Terborgseweg 0 en 63, Plantsoenstraat 9 en Varsseveld- seweg 0-08, die niet specifiek om hun industriële karakter op de lijst geplaatst zijn, maar in het kader van deze inventarisatie wel een rol spelen. Meer strikt gericht op de nijverheid zijn de recentelijk tot gemeentelijk monument aangewezen gebouwen van de Jaartsveldloods aan de Vinkenstraat 5 te Gaanderen en het silogebouw aan de Rap- haëlstraat c te Wehl. Ook